| Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van ambtenaren in het kader van de inkohiering, de inning en de invordering van de milieubelasting bedoeld in de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing | Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot aanwijzing van ambtenaren in het kader van de inkohiering, de inning en de invordering van de milieubelasting bedoeld in de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing |
|---|---|
| BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
| 11 JULI 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot | 11 JULI 2013. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot |
| aanwijzing van ambtenaren in het kader van de inkohiering, de inning | aanwijzing van ambtenaren in het kader van de inkohiering, de inning |
| en de invordering van de milieubelasting bedoeld in de ordonnantie van | en de invordering van de milieubelasting bedoeld in de ordonnantie van |
| 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en | 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en |
| Energiebeheersing | Energiebeheersing |
| De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
| Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de | Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de |
| Brusselse Instellingen, inzonderheid op artikel 83quinquies; | Brusselse Instellingen, inzonderheid op artikel 83quinquies; |
| Gelet op ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de | Gelet op ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de |
| fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid | fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, inzonderheid |
| de artikelen 10, 15 en 28; | de artikelen 10, 15 en 28; |
| Gelet op de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek | Gelet op de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek |
| van Lucht, Klimaat en energiebeheersing, inzonderheid de artikelen | van Lucht, Klimaat en energiebeheersing, inzonderheid de artikelen |
| 2.3.61 en 2.3.62. | 2.3.61 en 2.3.62. |
| Overwegende de door de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het | Overwegende de door de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het |
| Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en energiebeheersing aan de | Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en energiebeheersing aan de |
| regering toegekende bevoegdheden; | regering toegekende bevoegdheden; |
| Overwegende dat bepaalde artikelen van de ordonnantie van 2 mei 2013 | Overwegende dat bepaalde artikelen van de ordonnantie van 2 mei 2013 |
| houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en energiebeheersing | houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en energiebeheersing |
| moeten worden uitgevoerd; | moeten worden uitgevoerd; |
| Op voorstel van de Minister van Financiën, | Op voorstel van de Minister van Financiën, |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.§ 1. De Directeur van de Directie Inkohieringen van het |
Artikel 1.§ 1. De Directeur van de Directie Inkohieringen van het |
| Bestuur Gewestelijke Fiscaliteit van het Ministerie van het Brussels | Bestuur Gewestelijke Fiscaliteit van het Ministerie van het Brussels |
| Hoofdstedelijk Gewest wordt, in het kader van de toepassing van het | Hoofdstedelijk Gewest wordt, in het kader van de toepassing van het |
| artikel 2.3.62 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels | artikel 2.3.62 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels |
| Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing, belast met de | Wetboek van Lucht, Klimaat en Energiebeheersing, belast met de |
| opstelling van de kohieren overeenkomstig het artikel 10 van de | opstelling van de kohieren overeenkomstig het artikel 10 van de |
| ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale | ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale |
| procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. | procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
| § 2. In geval de betrekking van Directeur van de Directie | § 2. In geval de betrekking van Directeur van de Directie |
| Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend | Inkohieringen niet wordt bekleed, worden deze bevoegdheden uitgeoefend |
| door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit | door de eerste attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit |
| heeft binnen deze Directie. | heeft binnen deze Directie. |
| In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie | In geval van afwezigheid van de Directeur van de Directie |
| Inkohieringen worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste | Inkohieringen worden deze bevoegdheden uitgeoefend door de eerste |
| attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen | attaché of attaché die de grootste dienstanciënniteit heeft binnen |
| deze Directie. | deze Directie. |
Art. 2.De rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken is, |
Art. 2.De rekenplichtige van ontvangsten belast met fiscale zaken is, |
| in het kader van de toepassing van het artikel 2.3.62 van de | in het kader van de toepassing van het artikel 2.3.62 van de |
| ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, | ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels Wetboek van Lucht, |
| belast met de inning van de milieuheffing overeenkomstig artikel 15 | belast met de inning van de milieuheffing overeenkomstig artikel 15 |
| van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de | van de ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de |
| fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hij is | fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hij is |
| bevoegd voor het uitvaardigen, viseren en uitvoerbaar verklaren van | bevoegd voor het uitvaardigen, viseren en uitvoerbaar verklaren van |
| een dwangbevel zoals voorzien in het voornoemde artikel 15. | een dwangbevel zoals voorzien in het voornoemde artikel 15. |
| In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten | In geval van afwezigheid van de rekenplichtige van de ontvangsten |
| belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in het vorige | belast met fiscale zaken, worden de bevoegdheden bedoeld in het vorige |
| lid uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van | lid uitgeoefend door de plaatsvervangend rekenplichtige van |
| ontvangsten belast met fiscale zaken. | ontvangsten belast met fiscale zaken. |
Art. 3.§ 1. De Directeur-generaal van het Bestuur Gewestelijke |
Art. 3.§ 1. De Directeur-generaal van het Bestuur Gewestelijke |
| Fiscaliteit van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | Fiscaliteit van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
| is bevoegd voor de oplossing van moeilijkheden die kunnen rijzen met | is bevoegd voor de oplossing van moeilijkheden die kunnen rijzen met |
| betrekking tot de inning van de milieubelasting, zoals bedoeld in | betrekking tot de inning van de milieubelasting, zoals bedoeld in |
| artikel 2.3.61 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels | artikel 2.3.61 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het Brussels |
| Wetboek van Lucht, Klimaat en energiebeheersing. | Wetboek van Lucht, Klimaat en energiebeheersing. |
| § 2. In geval de betrekking van Directeur-generaal van het Bestuur | § 2. In geval de betrekking van Directeur-generaal van het Bestuur |
| Gewestelijke Fiscaliteit van het Ministerie van het Brussels | Gewestelijke Fiscaliteit van het Ministerie van het Brussels |
| Hoofdstedelijk Gewest niet wordt bekleed, worden de bevoegdheden van | Hoofdstedelijk Gewest niet wordt bekleed, worden de bevoegdheden van |
| deze ambtenaar uitgeoefend door de Adjunct-secretaris-generaal van het | deze ambtenaar uitgeoefend door de Adjunct-secretaris-generaal van het |
| Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. | Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
| In geval van afwezigheid van de Directeur-generaal van het Bestuur | In geval van afwezigheid van de Directeur-generaal van het Bestuur |
| Gewestelijke Fiscaliteit van het Ministerie van het Brussels | Gewestelijke Fiscaliteit van het Ministerie van het Brussels |
| Hoofdstedelijk Gewest, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar | Hoofdstedelijk Gewest, worden de bevoegdheden van deze ambtenaar |
| uitgeoefend door de Adjunct-secretaris-generaal van het Ministerie van | uitgeoefend door de Adjunct-secretaris-generaal van het Ministerie van |
| het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. | het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
| § 3. De in § 1 of § 2 bedoelde ambtenaar moet zijn beslissing in dit | § 3. De in § 1 of § 2 bedoelde ambtenaar moet zijn beslissing in dit |
| kader per post of per mail meedelen aan de schuldenaar die, | kader per post of per mail meedelen aan de schuldenaar die, |
| overeenkomstig artikel 2.3.61 van de ordonnantie van 2 mei 2013 | overeenkomstig artikel 2.3.61 van de ordonnantie van 2 mei 2013 |
| houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en energiebeheersing | houdende het Brussels Wetboek van Lucht, Klimaat en energiebeheersing |
| een vraag tot hem richtte. | een vraag tot hem richtte. |
Art. 4.De kennisgeving van de overdracht van het voorwerp van een |
Art. 4.De kennisgeving van de overdracht van het voorwerp van een |
| gewestbelasting, voorzien in artikel 28 van de ordonnantie van 21 | gewestbelasting, voorzien in artikel 28 van de ordonnantie van 21 |
| december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het | december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het |
| Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dient, in het kader van de toepassing | Brussels Hoofdstedelijk Gewest, dient, in het kader van de toepassing |
| van het artikel 2.3.62 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het | van het artikel 2.3.62 van de ordonnantie van 2 mei 2013 houdende het |
| Brussels Wetboek van Lucht, te gebeuren aan de Directeur van de | Brussels Wetboek van Lucht, te gebeuren aan de Directeur van de |
| Directie Inkohieringen van het Bestuur Gewestelijke Fiscaliteit van | Directie Inkohieringen van het Bestuur Gewestelijke Fiscaliteit van |
| het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. | het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. |
| In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen | In geval de betrekking van Directeur van de Directie Inkohieringen |
| niet wordt bekleed, dan dient deze kennisgeving te worden gedaan aan | niet wordt bekleed, dan dient deze kennisgeving te worden gedaan aan |
| de eerste attaché of aan de attaché die de grootste dienstanciënniteit | de eerste attaché of aan de attaché die de grootste dienstanciënniteit |
| heeft binnen deze Directie. | heeft binnen deze Directie. |
Art. 5.De artikelen van dit besluit treden in werking op het ogenblik |
Art. 5.De artikelen van dit besluit treden in werking op het ogenblik |
| van de inwerkingtreding van de artikelen waarvan zij de uitvoering | van de inwerkingtreding van de artikelen waarvan zij de uitvoering |
| zijn. | zijn. |
| Brussel, 11 juli 2013. | Brussel, 11 juli 2013. |
| Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : | Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : |
| De Minister-president | De Minister-president |
| van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
| R. VERVOORT | R. VERVOORT |
| De Minister van Financiën, | De Minister van Financiën, |
| Begroting en Externe betrekkingen, | Begroting en Externe betrekkingen, |
| G. VANHENGEL | G. VANHENGEL |