Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende oproep tot de kandidaturen van de representatieve organisaties van de werkgevers, de middenstand, de social profitsector en de werknemers met het oog op de hernieuwing van de mandaten van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende oproep tot de kandidaturen van de representatieve organisaties van de werkgevers, de middenstand, de social profitsector en de werknemers met het oog op de hernieuwing van de mandaten van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
---|---|
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
28 JANUARI 2010. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | 28 JANUARI 2010. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
houdende oproep tot de kandidaturen van de representatieve | houdende oproep tot de kandidaturen van de representatieve |
organisaties van de werkgevers, de middenstand, de social profitsector | organisaties van de werkgevers, de middenstand, de social profitsector |
en de werknemers met het oog op de hernieuwing van de mandaten van de | en de werknemers met het oog op de hernieuwing van de mandaten van de |
Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
Gelet op de op 28 mei 1979 gecoördineerde wetten betreffende de | Gelet op de op 28 mei 1979 gecoördineerde wetten betreffende de |
organisatie van de middenstand, inzonderheid op artikel 13; | organisatie van de middenstand, inzonderheid op artikel 13; |
Gelet op de ordonnantie van 8 september 1994 houdende oprichting van | Gelet op de ordonnantie van 8 september 1994 houdende oprichting van |
de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk | de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk |
Gewest, inzonderheid op artikel 3, § 1 en 2; | Gewest, inzonderheid op artikel 3, § 1 en 2; |
Overwegende dat de procedure tot hernieuwing van de mandaten van de | Overwegende dat de procedure tot hernieuwing van de mandaten van de |
leden van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels | leden van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels |
Hoofdstedelijk Gewest dient te worden aangevat alvorens deze mandaten | Hoofdstedelijk Gewest dient te worden aangevat alvorens deze mandaten |
verstrijken, | verstrijken, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.§ 1. Met het oog op de hernieuwing van de mandaten binnen |
Artikel 1.§ 1. Met het oog op de hernieuwing van de mandaten binnen |
de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
kan elke representatieve organisatie van de werkgevers, de | kan elke representatieve organisatie van de werkgevers, de |
middenstand, de socialprofitsector en de werknemers, haar kandidatuur | middenstand, de socialprofitsector en de werknemers, haar kandidatuur |
indienen bij de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in een termijn van | indienen bij de Brusselse Hoofdstedelijke Regering in een termijn van |
4 weken vanaf de dag van de bekendmaking van onderhavig besluit in het | 4 weken vanaf de dag van de bekendmaking van onderhavig besluit in het |
Belgisch Staatsblad. | Belgisch Staatsblad. |
De in vorig lid bedoelde kandidaturen moeten worden gestuurd naar de | De in vorig lid bedoelde kandidaturen moeten worden gestuurd naar de |
Minister van Economie. | Minister van Economie. |
De verschillende kandidaturen zullen worden onderzocht door de | De verschillende kandidaturen zullen worden onderzocht door de |
Minister van Economie teneinde hun gelijkvormigheid na te gaan met de | Minister van Economie teneinde hun gelijkvormigheid na te gaan met de |
in artikel 3, § 2, lid 8 en volgende van de ordonnantie van 8 | in artikel 3, § 2, lid 8 en volgende van de ordonnantie van 8 |
september 1994 geformuleerde voorwaarden. | september 1994 geformuleerde voorwaarden. |
De Minister van Economie zal aan de Economische en Sociale Raad voor | De Minister van Economie zal aan de Economische en Sociale Raad voor |
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de lijst meedelen van de | het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de lijst meedelen van de |
organisaties die deze voorwaarden vervullen. | organisaties die deze voorwaarden vervullen. |
De kandidaturen ontvangen na de in het eerste lid bedoelde termijn van | De kandidaturen ontvangen na de in het eerste lid bedoelde termijn van |
vier weken zullen onontvankelijk worden verklaard. | vier weken zullen onontvankelijk worden verklaard. |
Art. 2.De middenstandsorganisaties, die kandidaat zijn, moeten |
Art. 2.De middenstandsorganisaties, die kandidaat zijn, moeten |
aantonen dat zij een zetel hebben in het Brussels Hoofdstedelijk | aantonen dat zij een zetel hebben in het Brussels Hoofdstedelijk |
Gewest, en een verslag voorleggen dat wijst op een effectieve deelname | Gewest, en een verslag voorleggen dat wijst op een effectieve deelname |
aan de vertegenwoordiging en verdediging van de zelfstandigen en | aan de vertegenwoordiging en verdediging van de zelfstandigen en |
kleine ondernemingen. | kleine ondernemingen. |
Om aan te tonen dat deze voldoen aan de in artikel 3 § 2, lid 8, | Om aan te tonen dat deze voldoen aan de in artikel 3 § 2, lid 8, |
1°bepaalde voorwaarde, moeten de middenstandsorganisaties, die | 1°bepaalde voorwaarde, moeten de middenstandsorganisaties, die |
kandidaat zijn, bovendien een attest voorleggen dat is afgeleverd door | kandidaat zijn, bovendien een attest voorleggen dat is afgeleverd door |
de op 28 mei 1979 gecoördineerde wetten betreffende de organisatie van | de op 28 mei 1979 gecoördineerde wetten betreffende de organisatie van |
de middenstand ingestelde Hoge raad voor zelfstandigen en kleine en | de middenstand ingestelde Hoge raad voor zelfstandigen en kleine en |
middelgrote ondernemingen. Dit attest toont aan dat voornoemde | middelgrote ondernemingen. Dit attest toont aan dat voornoemde |
organisaties op de dag van bekendmaking van onderhavig besluit in het | organisaties op de dag van bekendmaking van onderhavig besluit in het |
Belgisch Staatsblad voldoen aan de voor hun erkenning door voornoemde | Belgisch Staatsblad voldoen aan de voor hun erkenning door voornoemde |
Hoge raad gestelde voorwaarden. | Hoge raad gestelde voorwaarden. |
Om aan te tonen dat zij voldoen aan de in artikel 3, § 2, lid 8, 2° | Om aan te tonen dat zij voldoen aan de in artikel 3, § 2, lid 8, 2° |
bepaalde voorwaarden, moeten de middenstandsorganisaties, die | bepaalde voorwaarden, moeten de middenstandsorganisaties, die |
kandidaat zijn, bovendien het activiteitsverslag van de laatste vijf | kandidaat zijn, bovendien het activiteitsverslag van de laatste vijf |
jaar voorleggen en een door een gerechtsdeurwaarder afgeleverd attest | jaar voorleggen en een door een gerechtsdeurwaarder afgeleverd attest |
dat aantoont dat zij rechtstreeks tenminste 1.000 leden hebben die een | dat aantoont dat zij rechtstreeks tenminste 1.000 leden hebben die een |
jaarlijkse bijdrage betalen van minstens 50 euro, dat zij hun | jaarlijkse bijdrage betalen van minstens 50 euro, dat zij hun |
beroepsactiviteit uitoefenen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en | beroepsactiviteit uitoefenen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en |
behoren tot de middens van de kleine ondernemingen en de middenstand. | behoren tot de middens van de kleine ondernemingen en de middenstand. |
De kandidaturen, die een van de in de vorige alinea's gepreciseerde | De kandidaturen, die een van de in de vorige alinea's gepreciseerde |
elementen niet bevatten, zullen onontvankelijk worden verklaard. | elementen niet bevatten, zullen onontvankelijk worden verklaard. |
De Minister van Economie behoudt zich het recht voor om alle nodige | De Minister van Economie behoudt zich het recht voor om alle nodige |
controlemaatregelen te nemen. | controlemaatregelen te nemen. |
Art. 3.De representatieve organisaties van de werknemers, enerzijds, |
Art. 3.De representatieve organisaties van de werknemers, enerzijds, |
en de representatieve organisaties van de werkgevers, de middenstand | en de representatieve organisaties van de werkgevers, de middenstand |
en de socialprofitsector, anderzijds, beschikken over een termijn van | en de socialprofitsector, anderzijds, beschikken over een termijn van |
drie maanden om een consensus te bereiken over de organisaties die | drie maanden om een consensus te bereiken over de organisaties die |
kunnen worden vertegenwoordigd, en over het aantal leden dat aan elk | kunnen worden vertegenwoordigd, en over het aantal leden dat aan elk |
ervan wordt toegekend. | ervan wordt toegekend. |
Deze termijn gaat in op de dag van de bekendmaking van onderhavig | Deze termijn gaat in op de dag van de bekendmaking van onderhavig |
besluit in het Belgisch Staatsblad. | besluit in het Belgisch Staatsblad. |
Indien op het einde van deze termijn geen consensus is bereikt, dan | Indien op het einde van deze termijn geen consensus is bereikt, dan |
zal de regering bepalen welke organisaties kunnen worden | zal de regering bepalen welke organisaties kunnen worden |
vertegenwoordigd en het aantal leden dat aan elk ervan wordt | vertegenwoordigd en het aantal leden dat aan elk ervan wordt |
toegekend. | toegekend. |
De representatieve organisaties worden aangeduid door een | De representatieve organisaties worden aangeduid door een |
regeringsbesluit. | regeringsbesluit. |
Art. 4.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 |
Art. 4.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 9 |
maart 2006 houdende de oproep tot de kandidaturen van de werkgevers- | maart 2006 houdende de oproep tot de kandidaturen van de werkgevers- |
en de middenstandsorganisaties, de socialprofitsector en van de | en de middenstandsorganisaties, de socialprofitsector en van de |
werknemersorganisaties met het oog op de hernieuwing van de mandaten | werknemersorganisaties met het oog op de hernieuwing van de mandaten |
van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk | van de Economische en Sociale Raad voor het Brussels Hoofdstedelijk |
Gewest wordt ingetrokken. | Gewest wordt ingetrokken. |
Art. 5.Onderhavig besluit treedt in werking op de dag van de |
Art. 5.Onderhavig besluit treedt in werking op de dag van de |
bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. | bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. |
De Minister van Economie is belast met de uitvoering van onderhavig | De Minister van Economie is belast met de uitvoering van onderhavig |
besluit. | besluit. |
Brussel, 28 januari 2010. | Brussel, 28 januari 2010. |
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en | belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en |
Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, | Landschappen, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, |
Ch. PICQUE | Ch. PICQUE |
De Minister belast met Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel | De Minister belast met Tewerkstelling, Economie, Buitenlandse Handel |
en Wetenschappelijk Onderzoek, | en Wetenschappelijk Onderzoek, |
B. CEREXHE | B. CEREXHE |