Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13/07/2006
← Terug naar "Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak "
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
13 JULI 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 13 JULI 2006. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering
betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de betreffende de administratieve en begrotingscontrole evenals de
begrotingsopmaak begrotingsopmaak
De Brusselse Hoofdstedelijke regering, De Brusselse Hoofdstedelijke regering,
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de
financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, inzonderheid op de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, inzonderheid op de
artikels 36 en 51; artikels 36 en 51;
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige
instellingen van openbaar nut, zoals tot op heden gewijzigd, instellingen van openbaar nut, zoals tot op heden gewijzigd,
inzonderheid op het artikels 8, 2e lid; inzonderheid op het artikels 8, 2e lid;
Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de Gelet op de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de
bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en
de controle, inzonderheid op de artikels 81, eerste lid en 82, derde de controle, inzonderheid op de artikels 81, eerste lid en 82, derde
lid; lid;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 mei Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 mei
2005; 2005;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23 Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 23
maart 2006; maart 2006;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 28 juni 2006 in Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 28 juni 2006 in
toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State; wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Begroting, Op de voordracht van de Minister van Begroting,
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

1° Ordonnantie : de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 1° Ordonnantie : de organieke ordonnantie van 23 februari 2006
houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de
boekhouding en de controle; boekhouding en de controle;
2° Gewestelijke entiteit : de gewestelijke entiteit bepaald in artikel 2° Gewestelijke entiteit : de gewestelijke entiteit bepaald in artikel
2, 2° van de ordonnantie; 2, 2° van de ordonnantie;
3° Diensten van de Regering : de administratie bepaald in artikel 2, 3° Diensten van de Regering : de administratie bepaald in artikel 2,
1°, van de ordonnantie; 1°, van de ordonnantie;
4° Autonome bestuursinstellingen : de instellingen beschreven in Titel 4° Autonome bestuursinstellingen : de instellingen beschreven in Titel
VII van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de VII van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de
bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en
de controle, hierna de ordonnantie genoemd : de controle, hierna de ordonnantie genoemd :
5° Subsidie : elke vorm van financiële ondersteuning, zoals bepaald in 5° Subsidie : elke vorm van financiële ondersteuning, zoals bepaald in
artikel 2, 8° van de ordonnantie; artikel 2, 8° van de ordonnantie;
6° Subsidie van organieke aard : iedere subsidie waarvan het voorwerp 6° Subsidie van organieke aard : iedere subsidie waarvan het voorwerp
bepaald wordt door een organieke ordonnantie of wet en waarvan het bepaald wordt door een organieke ordonnantie of wet en waarvan het
bedrag, de begunstigde en de toekenningsvoorwaarden op strikte en bedrag, de begunstigde en de toekenningsvoorwaarden op strikte en
definitieve wijze door diezelfde ordonnantie of wet worden bepaald of definitieve wijze door diezelfde ordonnantie of wet worden bepaald of
door een in uitvoering van deze ordonnantie of wet genomen door een in uitvoering van deze ordonnantie of wet genomen
reglementair organiek regeringsbesluit. De toekenning van deze reglementair organiek regeringsbesluit. De toekenning van deze
subsidies is niet afhankelijk aan het bestaan van een subsidies is niet afhankelijk aan het bestaan van een
begrotingskrediet en de subsidies hebben een bindend karakter; begrotingskrediet en de subsidies hebben een bindend karakter;
7° Subsidie van facultatieve aard : iedere subsidie waarvan het 7° Subsidie van facultatieve aard : iedere subsidie waarvan het
voorwerp niet bepaald wordt door een organieke ordonnantie of wet en voorwerp niet bepaald wordt door een organieke ordonnantie of wet en
waarvan het bedrag, de begunstigde en de toekenningsvoorwaarden niet waarvan het bedrag, de begunstigde en de toekenningsvoorwaarden niet
op strikte en definitieve wijze bepaald worden door deze organieke op strikte en definitieve wijze bepaald worden door deze organieke
ordonnantie of wet of door een in uitvoering van deze ordonnantie of ordonnantie of wet of door een in uitvoering van deze ordonnantie of
wet genomen reglementair organiek regeringsbesluit en die als wet genomen reglementair organiek regeringsbesluit en die als
rechtsgrond een bijzondere bepaling, die de aard van de subsidie rechtsgrond een bijzondere bepaling, die de aard van de subsidie
preciseert, heeft in de ordonnantie houdende de algemene preciseert, heeft in de ordonnantie houdende de algemene
uitgavenbegroting. Dit type van subsidie kan worden toegekend onder de uitgavenbegroting. Dit type van subsidie kan worden toegekend onder de
voorwaarden vastgesteld door de Regering. Deze subsidies worden voorwaarden vastgesteld door de Regering. Deze subsidies worden
verleend binnen de grenzen van de jaarlijkse kredieten toegestaan door verleend binnen de grenzen van de jaarlijkse kredieten toegestaan door
de wetgevende macht en hebben geen bindend karakter; de wetgevende macht en hebben geen bindend karakter;
8° Uitgave onderworpen aan organieke regelen : iedere uitgave waarvan 8° Uitgave onderworpen aan organieke regelen : iedere uitgave waarvan
het voorwerp bepaald wordt door een organieke ordonnantie of wet en het voorwerp bepaald wordt door een organieke ordonnantie of wet en
het bedrag, de begunstigde en de toekenningsvoorwaarden op strikte en het bedrag, de begunstigde en de toekenningsvoorwaarden op strikte en
definitieve wijze door diezelfde ordonnantie of wet worden bepaald of definitieve wijze door diezelfde ordonnantie of wet worden bepaald of
door een in uitvoering van deze ordonnantie of wet genomen door een in uitvoering van deze ordonnantie of wet genomen
reglementair organiek regeringsbesluit; reglementair organiek regeringsbesluit;
9° Organieke ordonnantie of wet : basisordonnantie of -wet die een 9° Organieke ordonnantie of wet : basisordonnantie of -wet die een
beleidsdomein waarvoor respectievelijk het Gewest of de Federale beleidsdomein waarvoor respectievelijk het Gewest of de Federale
Overheid bevoegd is, organiseert; Overheid bevoegd is, organiseert;
10° Organiek regeringsbesluit : basisbesluit van de Brusselse 10° Organiek regeringsbesluit : basisbesluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering dat een beleidsdomein, waarvoor het Gewest Hoofdstedelijke Regering dat een beleidsdomein, waarvoor het Gewest
bevoegd is, organiseert. De organieke ordonnantie vormt de rechtsbasis bevoegd is, organiseert. De organieke ordonnantie vormt de rechtsbasis
voor dit besluit; voor dit besluit;
11° Budgettaire compatibiliteit : de verenigbaarheid van de in het 11° Budgettaire compatibiliteit : de verenigbaarheid van de in het
kader van de voorbereiding van de begroting gedane kader van de voorbereiding van de begroting gedane
begrotingsvoorstellen of van de aan het voorafgaandelijk advies van de begrotingsvoorstellen of van de aan het voorafgaandelijk advies van de
Inspecteur van Financiën, aan het advies van de regeringscommissaris Inspecteur van Financiën, aan het advies van de regeringscommissaris
of van de gemachtigde van de Minister van Begroting of aan het of van de gemachtigde van de Minister van Begroting of aan het
voorafgaandelijk akkoord van de Minister van Begroting onderworpen voorafgaandelijk akkoord van de Minister van Begroting onderworpen
beslissingsvoorstellen met de budgettaire beschikbaarheden van het beslissingsvoorstellen met de budgettaire beschikbaarheden van het
lopende jaar of op langere termijn. lopende jaar of op langere termijn.

Art. 2.De begrotingscontrole wordt uitgeoefend door de Regering en de

Art. 2.De begrotingscontrole wordt uitgeoefend door de Regering en de

Minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort, hierna Minister Minister tot wiens bevoegdheid de begroting behoort, hierna Minister
van Begroting genoemd. Zij worden bijgestaan door de inspecteurs van van Begroting genoemd. Zij worden bijgestaan door de inspecteurs van
financiën. financiën.
De administratieve controle wordt uitgeoefend door de Regering en de De administratieve controle wordt uitgeoefend door de Regering en de
Minister tot wiens bevoegdheid het openbaar ambt behoort, hierna Minister tot wiens bevoegdheid het openbaar ambt behoort, hierna
Minister van Ambtenarenzaken genoemd. Zij worden bijgestaan door de Minister van Ambtenarenzaken genoemd. Zij worden bijgestaan door de
inspecteurs van financiën. inspecteurs van financiën.

Art. 3.Dit besluit is van toepassing op de gewestelijke entiteit en,

Art. 3.Dit besluit is van toepassing op de gewestelijke entiteit en,

voor de bepalingen die het uitdrukkelijk voorzien, op de instellingen voor de bepalingen die het uitdrukkelijk voorzien, op de instellingen
van openbaar nut van categorie A en B, bepaald door wet van 16 maart van openbaar nut van categorie A en B, bepaald door wet van 16 maart
1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut,
die niet zijn ondergebracht onder de sectoriële code 13.12, rubriek « die niet zijn ondergebracht onder de sectoriële code 13.12, rubriek «
Deelstaatoverheid », van het Europees systeem van nationale en Deelstaatoverheid », van het Europees systeem van nationale en
regionale rekeningen vervat in de Verordening (EG) nr. 2223/96 van de regionale rekeningen vervat in de Verordening (EG) nr. 2223/96 van de
Raad van 25 juni 1996 betreffende het Europees systeem van de Raad van 25 juni 1996 betreffende het Europees systeem van de
nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap en die geen nationale en regionale rekeningen in de Gemeenschap en die geen
autonome bestuursinstellingen zijn, in de zin van Titel VII van de autonome bestuursinstellingen zijn, in de zin van Titel VII van de
ordonnantie. ordonnantie.
HOOFDSTUK II. - De Regering HOOFDSTUK II. - De Regering

Art. 4.Overeenkomstig artikel 10 van de ordonnantie, beslist de

Art. 4.Overeenkomstig artikel 10 van de ordonnantie, beslist de

Regering over de voor het opstellen van de begroting noodzakelijke Regering over de voor het opstellen van de begroting noodzakelijke
maatregelen. maatregelen.
Overeenkomstig artikel 82 van de ordonnantie, bepaalt de Regering haar Overeenkomstig artikel 82 van de ordonnantie, bepaalt de Regering haar
houding ten opzichte van de ordonnantievoorstellen en de van het houding ten opzichte van de ordonnantievoorstellen en de van het
Parlement uitgaande amendementen, waarvan de goedkeuring een weerslag Parlement uitgaande amendementen, waarvan de goedkeuring een weerslag
zou kunnen hebben, hetzij op de ontvangsten, hetzij op de uitgaven. zou kunnen hebben, hetzij op de ontvangsten, hetzij op de uitgaven.

Art. 5.Overeenkomstig artikel 82 van de ordonnantie, houdt de

Art. 5.Overeenkomstig artikel 82 van de ordonnantie, houdt de

Regering toezicht op de begrotingsuitvoering. Regering toezicht op de begrotingsuitvoering.

Art. 6.In dringende gevallen worden de bevoegdheden van de Regering

Art. 6.In dringende gevallen worden de bevoegdheden van de Regering

waarvan sprake in dit besluit, evenals deze inzake de amendementen waarvan sprake in dit besluit, evenals deze inzake de amendementen
uitgaande van de Regering in verband met de begroting van het Gewest, uitgaande van de Regering in verband met de begroting van het Gewest,
uitgeoefend door de Minister van Begroting. uitgeoefend door de Minister van Begroting.
HOOFDSTUK III. - De Minister van Begroting HOOFDSTUK III. - De Minister van Begroting
Afdeling I. - Voorbereiding van de begroting Afdeling I. - Voorbereiding van de begroting

Art. 7.De Minister van Begroting stelt, in overleg met de functioneel

Art. 7.De Minister van Begroting stelt, in overleg met de functioneel

bevoegde ministers, de voorontwerpen van ordonnantie tot vaststelling bevoegde ministers, de voorontwerpen van ordonnantie tot vaststelling
van de initiële begroting en tot aanpassing van de begroting van de van de initiële begroting en tot aanpassing van de begroting van de
diensten van de Regering en van de autonome bestuursinstellingen van diensten van de Regering en van de autonome bestuursinstellingen van
eerste categorie, evenals de voorontwerpen van ordonnantie houdende eerste categorie, evenals de voorontwerpen van ordonnantie houdende
begeleidende maatregelen bij de begroting van de diensten van de begeleidende maatregelen bij de begroting van de diensten van de
Regering en van de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie Regering en van de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie
en de amendementen van de Regering bij deze ontwerpen op. en de amendementen van de Regering bij deze ontwerpen op.
De directie Begroting van het Ministerie van het Brussels De directie Begroting van het Ministerie van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest, belast met het opstellen van de begroting, Hoofdstedelijk Gewest, belast met het opstellen van de begroting,
adviseert de Minister van Begroting over de budgettaire adviseert de Minister van Begroting over de budgettaire
compatibiliteit van de voorstellen van de diensten van de Regering en compatibiliteit van de voorstellen van de diensten van de Regering en
de autonome bestuursinstellingen. de autonome bestuursinstellingen.
Afdeling II. - Toezicht op de begrotingsuitvoering Afdeling II. - Toezicht op de begrotingsuitvoering
Onderafdeling I. - De periodieke opvolging Onderafdeling I. - De periodieke opvolging

Art. 8.De Minister van Begroting licht de Regering geregeld in over

Art. 8.De Minister van Begroting licht de Regering geregeld in over

de financiële en budgettaire toestand en over de vooruitzichten inzake de financiële en budgettaire toestand en over de vooruitzichten inzake
de begrotingsuitvoering van de gewestelijke entiteit. de begrotingsuitvoering van de gewestelijke entiteit.
Daartoe bekomt hij van de diensten van de Regering en van de autonome Daartoe bekomt hij van de diensten van de Regering en van de autonome
bestuursinstellingen systematisch alle noodzakelijke inlichtingen bestuursinstellingen systematisch alle noodzakelijke inlichtingen
volgens de modaliteiten die hij bepaalt. volgens de modaliteiten die hij bepaalt.
Onderafdeling II. - Het voorafgaandelijk begrotingsakkoord van de Onderafdeling II. - Het voorafgaandelijk begrotingsakkoord van de
Minister van Begroting Minister van Begroting

Art. 9.Het begrotingsakkoord van de Minister van Begroting behandelt

Art. 9.Het begrotingsakkoord van de Minister van Begroting behandelt

uitsluitend volgende criteria : de naleving van de wettelijke en uitsluitend volgende criteria : de naleving van de wettelijke en
reglementaire bepalingen inzake begroting, de correcte budgettaire reglementaire bepalingen inzake begroting, de correcte budgettaire
aanrekening en de budgettaire compatibiliteit. aanrekening en de budgettaire compatibiliteit.

Art. 10.§ 1. Aan het voorafgaandelijk akkoord van de Minister van

Art. 10.§ 1. Aan het voorafgaandelijk akkoord van de Minister van

Begroting worden voorgelegd de voorontwerpen van ordonnantie, de Begroting worden voorgelegd de voorontwerpen van ordonnantie, de
ontwerpen van regeringsbesluit en ministerieel besluit, van ontwerpen van regeringsbesluit en ministerieel besluit, van
omzendbrief of van beslissing : omzendbrief of van beslissing :
1° waarvoor geen of onvoldoende kredieten bestaan; 1° waarvoor geen of onvoldoende kredieten bestaan;
2° waardoor, rechtstreeks of onrechtstreeks, de ontvangsten kunnen 2° waardoor, rechtstreeks of onrechtstreeks, de ontvangsten kunnen
worden beïnvloed of uitgaven kunnen ontstaan; worden beïnvloed of uitgaven kunnen ontstaan;
3° die betrekking hebben op de ontwerpen van beslissing inzake 3° die betrekking hebben op de ontwerpen van beslissing inzake
overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten
die aan de Regering worden voorgelegd krachtens het besluit tot die aan de Regering worden voorgelegd krachtens het besluit tot
regeling van haar werking; regeling van haar werking;
4° die betrekking hebben op de ontwerpen van beslissing inzake 4° die betrekking hebben op de ontwerpen van beslissing inzake
subsidies die van facultatieve aard zijn en wier bedrag hoger ligt dan subsidies die van facultatieve aard zijn en wier bedrag hoger ligt dan
6.200 EUR. 6.200 EUR.
§ 2. Het akkoord van de Minister van Begroting is eveneens vereist in § 2. Het akkoord van de Minister van Begroting is eveneens vereist in
het kader van de begrotingscontrole die hij uitoefent in toepassing het kader van de begrotingscontrole die hij uitoefent in toepassing
van artikel 11 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op van artikel 11 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op
sommige instellingen van openbaar nut. sommige instellingen van openbaar nut.

Art. 11.De aanvraag tot het verlenen van het begrotingsakkoord wordt

Art. 11.De aanvraag tot het verlenen van het begrotingsakkoord wordt

bij de Minister van Begroting ingediend door de functioneel bevoegde bij de Minister van Begroting ingediend door de functioneel bevoegde
minister. minister.
Ieder dossier dat voor begrotingsakkoord wordt voorgelegd moet op Ieder dossier dat voor begrotingsakkoord wordt voorgelegd moet op
transparante wijze de budgettaire en financiële gevolgen voor het transparante wijze de budgettaire en financiële gevolgen voor het
lopende begrotingsjaar en de daaropvolgende jaren bevatten. lopende begrotingsjaar en de daaropvolgende jaren bevatten.

Art. 12.Onverminderd artikel 14 van dit besluit, heeft het ontbreken

Art. 12.Onverminderd artikel 14 van dit besluit, heeft het ontbreken

van een begrotingsakkoord van de Minister van Begroting tot gevolg dat van een begrotingsakkoord van de Minister van Begroting tot gevolg dat
de controleur van de vastleggingen en vereffeningen niet mag overgaan de controleur van de vastleggingen en vereffeningen niet mag overgaan
tot het verlenen van zijn visum en dat de functioneel bevoegde tot het verlenen van zijn visum en dat de functioneel bevoegde
minister de betrokken uitgave niet mag verrichten. minister de betrokken uitgave niet mag verrichten.

Art. 13.De Minister van Begroting beslist over de door de functioneel

Art. 13.De Minister van Begroting beslist over de door de functioneel

bevoegde minister ingediende aanvraag tot het verlenen van het akkoord bevoegde minister ingediende aanvraag tot het verlenen van het akkoord
binnen een termijn van twintig werkdagen volgend op de ontvangst van binnen een termijn van twintig werkdagen volgend op de ontvangst van
de aanvraag. Onverminderd artikel 25, 1e lid van dit besluit, moet de aanvraag. Onverminderd artikel 25, 1e lid van dit besluit, moet
deze aanvraag, op straffe van de onontvankelijkheid ervan, het advies deze aanvraag, op straffe van de onontvankelijkheid ervan, het advies
van de bevoegde Inspecteur van Financiën bevatten. van de bevoegde Inspecteur van Financiën bevatten.
In het geval de Minister van Begroting het akkoord niet kan verlenen, In het geval de Minister van Begroting het akkoord niet kan verlenen,
informeert hij hiervan de functioneel bevoegde minister. informeert hij hiervan de functioneel bevoegde minister.
Onverminderd het volgende lid, wordt de Minister van Begroting, indien Onverminderd het volgende lid, wordt de Minister van Begroting, indien
hij niet binnen deze twintig werkdagen beslist, geacht het advies van hij niet binnen deze twintig werkdagen beslist, geacht het advies van
de bevoegde Inspecteur van Financiën te hebben gevolgd. de bevoegde Inspecteur van Financiën te hebben gevolgd.
Indien de Minister van Begroting zijn akkoord niet verleent, of niet Indien de Minister van Begroting zijn akkoord niet verleent, of niet
binnen de twintig werkdagen nadat hij een verzoek daartoe heeft binnen de twintig werkdagen nadat hij een verzoek daartoe heeft
gekregen, overeenkomstig artikel 25, 1e lid van dit besluit, beslist, gekregen, overeenkomstig artikel 25, 1e lid van dit besluit, beslist,
kan de functioneel bevoegde minister zijn voorstel ter beslissing kan de functioneel bevoegde minister zijn voorstel ter beslissing
voorleggen aan de Regering. Als de Regering het voorstel goedkeurt dan voorleggen aan de Regering. Als de Regering het voorstel goedkeurt dan
geldt het begrotingsakkoord van rechtswege als gegeven. geldt het begrotingsakkoord van rechtswege als gegeven.

Art. 14.De Minister van Begroting kan beslissen dat voor bepaalde

Art. 14.De Minister van Begroting kan beslissen dat voor bepaalde

aangelegenheden het gunstig advies van de inspecteur van financiën aangelegenheden het gunstig advies van de inspecteur van financiën
vrijstelt van zijn voorafgaandelijk akkoord. vrijstelt van zijn voorafgaandelijk akkoord.
De aangelegenheden die niet voor voorafgaandelijk advies aan de De aangelegenheden die niet voor voorafgaandelijk advies aan de
Inspecteur van Financiën moeten worden voorgelegd, zijn vrijgesteld Inspecteur van Financiën moeten worden voorgelegd, zijn vrijgesteld
van het akkoord van de Minister van Begroting. van het akkoord van de Minister van Begroting.
Onderafdeling III. - Beraadslagingen in toepassing van artikel 26 van Onderafdeling III. - Beraadslagingen in toepassing van artikel 26 van
de ordonnantie de ordonnantie

Art. 15.De ontwerpen van beraadslaging van de Regering bedoeld in

Art. 15.De ontwerpen van beraadslaging van de Regering bedoeld in

artikel 26 van de ordonnantie, worden door de Minister van Begroting artikel 26 van de ordonnantie, worden door de Minister van Begroting
aan de Regering voorgelegd. aan de Regering voorgelegd.
HOOFDSTUK IV. - De Minister van Ambtenarenzaken HOOFDSTUK IV. - De Minister van Ambtenarenzaken

Art. 16.Het voorafgaandelijk akkoord van de Minister van

Art. 16.Het voorafgaandelijk akkoord van de Minister van

Ambtenarenzaken is vereist in het kader van de administratieve Ambtenarenzaken is vereist in het kader van de administratieve
controle die hij uitoefent in toepassing van artikel 11 van de wet van controle die hij uitoefent in toepassing van artikel 11 van de wet van
16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van
openbaar nut en artikel 6 van het besluit van de Brusselse openbaar nut en artikel 6 van het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000, tot regeling van haar Hoofdstedelijke Regering van 18 juli 2000, tot regeling van haar
werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de werkwijze en tot regeling van de ondertekening van de akten van de
Regering. De Minister van Ambtenarenzaken wordt bijgestaan door de Regering. De Minister van Ambtenarenzaken wordt bijgestaan door de
inspecteurs van financiën. inspecteurs van financiën.
Dit akkoord wordt in dezelfde vorm en volgens dezelfde modaliteiten Dit akkoord wordt in dezelfde vorm en volgens dezelfde modaliteiten
gegeven als het akkoord van de Minister van Begroting. gegeven als het akkoord van de Minister van Begroting.
Elke vraag tot voorafgaandelijk akkoord ingediend bij de Minister van Elke vraag tot voorafgaandelijk akkoord ingediend bij de Minister van
Ambtenarenzaken moet op transparante wijze de weerslag ervan bevatten Ambtenarenzaken moet op transparante wijze de weerslag ervan bevatten
inzake human resources en administratief beheer. inzake human resources en administratief beheer.
HOOFDSTUK V. - De inspecteurs van financiën HOOFDSTUK V. - De inspecteurs van financiën
Afdeling I. - Algemene bepalingen Afdeling I. - Algemene bepalingen

Art. 17.Op voordracht van de Minister van Begroting accrediteert de

Art. 17.Op voordracht van de Minister van Begroting accrediteert de

Regering de inspecteurs van financiën die haar ter beschikking werden Regering de inspecteurs van financiën die haar ter beschikking werden
gesteld bij één of meerdere ministers. gesteld bij één of meerdere ministers.
Zij bepaalt ook de modaliteiten van vervanging van de inspecteurs van Zij bepaalt ook de modaliteiten van vervanging van de inspecteurs van
financiën in geval van ziekte of afwezigheid. financiën in geval van ziekte of afwezigheid.

Art. 18.De inspecteurs van financiën vervullen een functie van

Art. 18.De inspecteurs van financiën vervullen een functie van

raadgever van de Regering bij de voorbereiding, de uitvoering en de raadgever van de Regering bij de voorbereiding, de uitvoering en de
evaluatie van de begroting. evaluatie van de begroting.
De Regering, de Minister van Financiën en de Minister van Begroting De Regering, de Minister van Financiën en de Minister van Begroting
kunnen beslissen een of meerdere inspecteurs van financiën te belasten kunnen beslissen een of meerdere inspecteurs van financiën te belasten
met bijzondere opdrachten in het kader van het budgettaire en met bijzondere opdrachten in het kader van het budgettaire en
financiële beleid. financiële beleid.
In dit geval wordt de functioneel bevoegde minister geïnformeerd. In dit geval wordt de functioneel bevoegde minister geïnformeerd.
In toepassing van artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 april In toepassing van artikel 15 van het koninklijk besluit van 28 april
1998 tot organisatie van het interfederaal Korps van de Inspectie van 1998 tot organisatie van het interfederaal Korps van de Inspectie van
Financiën, kent de Regering aan de inspecteurs van financiën de Financiën, kent de Regering aan de inspecteurs van financiën de
uitrustings- en werkingskosten, met inbegrip van de reis- en uitrustings- en werkingskosten, met inbegrip van de reis- en
verblijfkosten, toe die nodig zijn voor het vervullen van hun verblijfkosten, toe die nodig zijn voor het vervullen van hun
opdrachten. Deze kosten worden afzonderlijk opgenomen in de algemene opdrachten. Deze kosten worden afzonderlijk opgenomen in de algemene
uitgavenbegroting van de gewestelijke entiteit. uitgavenbegroting van de gewestelijke entiteit.
In toepassing van artikel 16 van het koninklijk besluit van 28 april In toepassing van artikel 16 van het koninklijk besluit van 28 april
1998 tot organisatie van het interfederaal Korps van de Inspectie van 1998 tot organisatie van het interfederaal Korps van de Inspectie van
Financiën, wijst de Regering aan de inspecteurs van financiën het Financiën, wijst de Regering aan de inspecteurs van financiën het
nodige administratief personeel toe. nodige administratief personeel toe.

Art. 19.Overeenkomstig artikel 81 van de ordonnantie vervullen de

Art. 19.Overeenkomstig artikel 81 van de ordonnantie vervullen de

inspecteurs van financiën een functie van budgettaire en financiële inspecteurs van financiën een functie van budgettaire en financiële
raadgever van de minister bij wie zij geaccrediteerd zijn. raadgever van de minister bij wie zij geaccrediteerd zijn.
De inspecteurs van financiën verstrekken aan de minister bij wie zij De inspecteurs van financiën verstrekken aan de minister bij wie zij
geaccrediteerd zijn, alle aanbevelingen die de doeltreffendheid en de geaccrediteerd zijn, alle aanbevelingen die de doeltreffendheid en de
doelmatigheid van de ingezette middelen kunnen verhogen, de werking doelmatigheid van de ingezette middelen kunnen verhogen, de werking
van de diensten van de Regering en van de autonome van de diensten van de Regering en van de autonome
bestuursinstellingen kunnen verbeteren en besparingen of ontvangsten bestuursinstellingen kunnen verbeteren en besparingen of ontvangsten
kunnen realiseren. kunnen realiseren.
De inspecteurs van financiën brengen hun advies uit over al de De inspecteurs van financiën brengen hun advies uit over al de
aangelegenheden die hen worden voorgelegd door de minister bij wie zij aangelegenheden die hen worden voorgelegd door de minister bij wie zij
geaccrediteerd zijn. Zij kunnen inzonderheid door hem belast worden geaccrediteerd zijn. Zij kunnen inzonderheid door hem belast worden
met onderzoeken bij de door het Gewest gesubsidieerde openbare of met onderzoeken bij de door het Gewest gesubsidieerde openbare of
particuliere instellingen. particuliere instellingen.

Art. 20.De inspecteurs van financiën oefenen eveneens een

Art. 20.De inspecteurs van financiën oefenen eveneens een

controlebevoegdheid uit in naam van de Minister van Begroting en controlebevoegdheid uit in naam van de Minister van Begroting en
brengen hun advies uit over al de aangelegenheden die hij aan hen brengen hun advies uit over al de aangelegenheden die hij aan hen
voorlegt. voorlegt.
De Minister van Begroting kan de inspecteurs van financiën belasten De Minister van Begroting kan de inspecteurs van financiën belasten
met een onderzoeksopdracht voor financiële en begrotingsaspecten bij met een onderzoeksopdracht voor financiële en begrotingsaspecten bij
de diensten van de Regering en de autonome bestuursinstellingen van de diensten van de Regering en de autonome bestuursinstellingen van
eerste categorie. De inspecteurs van financiën beschikken voor het eerste categorie. De inspecteurs van financiën beschikken voor het
vervullen van deze taak over de ruimste onderzoeksbevoegdheid. vervullen van deze taak over de ruimste onderzoeksbevoegdheid.
In dit geval wordt de functioneel bevoegde minister geïnformeerd. In dit geval wordt de functioneel bevoegde minister geïnformeerd.

Art. 21.De adviezen van de inspecteurs van financiën behandelen

Art. 21.De adviezen van de inspecteurs van financiën behandelen

volgende criteria : de wettelijkheid, de regelmatigheid, de volgende criteria : de wettelijkheid, de regelmatigheid, de
zuinigheid, de doeltreffendheid, de doelmatigheid en de budgettaire zuinigheid, de doeltreffendheid, de doelmatigheid en de budgettaire
compatibiliteit. Zij onderzoeken bovendien de overeenstemming met de compatibiliteit. Zij onderzoeken bovendien de overeenstemming met de
beslissingen van de Regering. beslissingen van de Regering.
De gegeven adviezen van de inspecteurs van financiën zijn De gegeven adviezen van de inspecteurs van financiën zijn
schriftelijke en gemotiveerde adviezen. Ze worden afgesloten met een schriftelijke en gemotiveerde adviezen. Ze worden afgesloten met een
gunstige of ongunstige vermelding. gunstige of ongunstige vermelding.
Onverminderd de artikelen 34 tot en met 39 van dit besluit, heeft het Onverminderd de artikelen 34 tot en met 39 van dit besluit, heeft het
ontbreken van het advies of een ongunstig advies van de Inspecteur van ontbreken van het advies of een ongunstig advies van de Inspecteur van
Financiën tot gevolg dat de controleur van de vastleggingen en Financiën tot gevolg dat de controleur van de vastleggingen en
vereffeningen niet mag overgaan tot het verlenen van zijn visum en dat vereffeningen niet mag overgaan tot het verlenen van zijn visum en dat
de functioneel bevoegde minister de betrokken uitgave niet mag de functioneel bevoegde minister de betrokken uitgave niet mag
verrichten. Indien de Minister van Begroting in dat geval zijn verrichten. Indien de Minister van Begroting in dat geval zijn
gemotiveerde akkoord geeft, dan worden die twee verbodsregels gemotiveerde akkoord geeft, dan worden die twee verbodsregels
opgeheven. opgeheven.

Art. 22.De aanvraag tot het verlenen van het voorafgaandelijk advies

Art. 22.De aanvraag tot het verlenen van het voorafgaandelijk advies

wordt door de functioneel bevoegde minister of door de bevoegde wordt door de functioneel bevoegde minister of door de bevoegde
gedelegeerde ordonnateur bij de bevoegde Inspecteur van Financiën gedelegeerde ordonnateur bij de bevoegde Inspecteur van Financiën
ingediend. ingediend.
Volgens de modaliteiten zoals door de Minister van Begroting bepaald, Volgens de modaliteiten zoals door de Minister van Begroting bepaald,
moet ieder dossier dat voor advies wordt voorgelegd op transparante moet ieder dossier dat voor advies wordt voorgelegd op transparante
wijze de budgettaire en financiële gevolgen voor het lopende wijze de budgettaire en financiële gevolgen voor het lopende
begrotingsjaar en de daaropvolgende jaren bevatten. begrotingsjaar en de daaropvolgende jaren bevatten.

Art. 23.De Inspecteur van Financiën brengt zijn advies zo spoedig

Art. 23.De Inspecteur van Financiën brengt zijn advies zo spoedig

mogelijk uit en dit binnen maximum twintig werkdagen na ontvangst van mogelijk uit en dit binnen maximum twintig werkdagen na ontvangst van
het verzoek van de betrokken minister of gedelegeerde ordonnateur om het verzoek van de betrokken minister of gedelegeerde ordonnateur om
een advies te verlenen. Een schriftelijke vraag om bijkomende een advies te verlenen. Een schriftelijke vraag om bijkomende
inlichtingen vanwege de Inspecteur van Financiën schort voornoemde inlichtingen vanwege de Inspecteur van Financiën schort voornoemde
termijn op vanaf de datum van de vraag tot op het ogenblik dat de termijn op vanaf de datum van de vraag tot op het ogenblik dat de
gevraagde inlichtingen door hem worden ontvangen. gevraagde inlichtingen door hem worden ontvangen.
Op grond van de gemotiveerde hoogdringendheid, kan de functioneel Op grond van de gemotiveerde hoogdringendheid, kan de functioneel
bevoegde minister de termijn van twintig werkdagen inkorten. bevoegde minister de termijn van twintig werkdagen inkorten.

Art. 24.Het advies van de Inspecteur van Financiën wordt

Art. 24.Het advies van de Inspecteur van Financiën wordt

tegelijkertijd en onverwijld bezorgd aan de functioneel bevoegde tegelijkertijd en onverwijld bezorgd aan de functioneel bevoegde
minister, aan de Minister van Financiën en aan de Minister van minister, aan de Minister van Financiën en aan de Minister van
Begroting. Een afschrift van het advies wordt overgemaakt aan de Begroting. Een afschrift van het advies wordt overgemaakt aan de
betrokken diensten van de Regering en de betrokken autonome betrokken diensten van de Regering en de betrokken autonome
bestuursinstelling van eerste categorie. bestuursinstelling van eerste categorie.

Art. 25.Eens de termijn van twintig werkdagen is verstreken zonder

Art. 25.Eens de termijn van twintig werkdagen is verstreken zonder

dat een advies door de bevoegde Inspecteur van Financiën werd gegeven, dat een advies door de bevoegde Inspecteur van Financiën werd gegeven,
dan wordt het voorstel voorgelegd aan de Minister van Begroting. dan wordt het voorstel voorgelegd aan de Minister van Begroting.
Indien het advies van de Inspecteur van Financiën ongunstig is, dan Indien het advies van de Inspecteur van Financiën ongunstig is, dan
wordt het voorstel voorgelegd aan de Minister van Begroting. wordt het voorstel voorgelegd aan de Minister van Begroting.

Art. 26.Overeenkomstig artikel 81 van de ordonnantie, voeren de

Art. 26.Overeenkomstig artikel 81 van de ordonnantie, voeren de

inspecteurs van financiën hun opdracht uit op stukken en ter plaatse. inspecteurs van financiën hun opdracht uit op stukken en ter plaatse.
Ze hebben toegang tot alle dossiers en alle archieven van de diensten Ze hebben toegang tot alle dossiers en alle archieven van de diensten
van de Regering en van de autonome bestuursinstellingen van eerste van de Regering en van de autonome bestuursinstellingen van eerste
categorie. Zij ontvangen van deze instanties alle inlichtingen die zij categorie. Zij ontvangen van deze instanties alle inlichtingen die zij
vragen. vragen.

Art. 27.De periodieke toestandsopgaven, de verslagen van revisoren en

Art. 27.De periodieke toestandsopgaven, de verslagen van revisoren en

de rekeningen waarop artikel 13 van de wet van 16 maart 1954 de rekeningen waarop artikel 13 van de wet van 16 maart 1954
betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut
betrekking hebben, worden door de autonome bestuursinstellingen van betrekking hebben, worden door de autonome bestuursinstellingen van
eerste categorie systematisch en onverwijld meegedeeld aan de bij deze eerste categorie systematisch en onverwijld meegedeeld aan de bij deze
instellingen geaccrediteerde inspecteurs van financiën. De inspecteurs instellingen geaccrediteerde inspecteurs van financiën. De inspecteurs
sturen hun eventuele beschouwingen over deze documenten naar de sturen hun eventuele beschouwingen over deze documenten naar de
betrokken ministers. betrokken ministers.

Art. 28.Op hun verzoek mogen de inspecteurs van financiën alle

Art. 28.Op hun verzoek mogen de inspecteurs van financiën alle

vergaderingen van alle bestuurs- of raadgevende organen van de vergaderingen van alle bestuurs- of raadgevende organen van de
diensten van de Regering en van de autonome bestuursinstellingen van diensten van de Regering en van de autonome bestuursinstellingen van
eerste categorie bijwonen met raadgevende stem. Zij worden ertoe eerste categorie bijwonen met raadgevende stem. Zij worden ertoe
uitgenodigd en ontvangen vooraf mededeling van alle documenten met uitgenodigd en ontvangen vooraf mededeling van alle documenten met
betrekking tot de aangelegenheden ingeschreven op de dagorde van deze betrekking tot de aangelegenheden ingeschreven op de dagorde van deze
vergaderingen. vergaderingen.

Art. 29.De opmerkingen van het Rekenhof worden systematisch en

Art. 29.De opmerkingen van het Rekenhof worden systematisch en

onverwijld door de betrokken ministers aan de Minister van begroting onverwijld door de betrokken ministers aan de Minister van begroting
en aan de inspecteurs van financiën meegedeeld. De inspecteurs geven en aan de inspecteurs van financiën meegedeeld. De inspecteurs geven
hun eventuele beschouwingen over de ontwerpen van antwoord op deze hun eventuele beschouwingen over de ontwerpen van antwoord op deze
opmerkingen aan de betrokken ministers. opmerkingen aan de betrokken ministers.

Art. 30.Ieder jaar stellen de inspecteurs van financiën gezamenlijk,

Art. 30.Ieder jaar stellen de inspecteurs van financiën gezamenlijk,

ter attentie van de Regering, tegen uiterlijk 31 mei een technisch ter attentie van de Regering, tegen uiterlijk 31 mei een technisch
verslag met opmerkingen en aanbevelingen op. verslag met opmerkingen en aanbevelingen op.
Afdeling II. - Voorbereiding van de begroting Afdeling II. - Voorbereiding van de begroting

Art. 31.De inspecteurs van financiën nemen deel aan elke ambtelijke

Art. 31.De inspecteurs van financiën nemen deel aan elke ambtelijke

voorbereidende vergadering met betrekking tot de opstelling en de voorbereidende vergadering met betrekking tot de opstelling en de
aanpassing van de jaarlijkse begroting evenals met betrekking tot het aanpassing van de jaarlijkse begroting evenals met betrekking tot het
ontwerp houdende begeleidende maatregelen bij de begroting. ontwerp houdende begeleidende maatregelen bij de begroting.
Zij brengen over de budgettaire voorstellen advies uit op eigen Zij brengen over de budgettaire voorstellen advies uit op eigen
initiatief, op verzoek van de functioneel bevoegde minister, of van de initiatief, op verzoek van de functioneel bevoegde minister, of van de
Minister van Begroting. Minister van Begroting.
Afdeling III. - Toezicht op de uitvoering van de begroting Afdeling III. - Toezicht op de uitvoering van de begroting

Art. 32.Onverminderd de in de artikelen 34 tot en met 40 van dit

Art. 32.Onverminderd de in de artikelen 34 tot en met 40 van dit

besluit opgenomen uitzonderingen, worden aan de Inspecteur van besluit opgenomen uitzonderingen, worden aan de Inspecteur van
Financiën, voor voorafgaandelijk advies, de voorontwerpen van Financiën, voor voorafgaandelijk advies, de voorontwerpen van
ordonnantie, de voorontwerpen van regeringsbesluit en ministerieel ordonnantie, de voorontwerpen van regeringsbesluit en ministerieel
besluit, van omzendbrief of van beslissing voorgelegd waarvoor geen of besluit, van omzendbrief of van beslissing voorgelegd waarvoor geen of
onvoldoende kredieten bestaan of waardoor, rechtstreeks of onvoldoende kredieten bestaan of waardoor, rechtstreeks of
onrechtstreeks, de ontvangsten kunnen worden beïnvloed of uitgaven onrechtstreeks, de ontvangsten kunnen worden beïnvloed of uitgaven
kunnen ontstaan. kunnen ontstaan.

Art. 33.Voor overheidsopdrachten die voor advies aan de Inspecteur

Art. 33.Voor overheidsopdrachten die voor advies aan de Inspecteur

van Financiën moeten worden voorgelegd, wordt het advies gevraagd met van Financiën moeten worden voorgelegd, wordt het advies gevraagd met
betrekking tot de volgende elementen : betrekking tot de volgende elementen :
a) de motivering van de opdracht en de keuze van de gunningprocedure; a) de motivering van de opdracht en de keuze van de gunningprocedure;
b) het ontwerpbestek; b) het ontwerpbestek;
c) het voorstel van gunning op basis van het vergelijkend verslag; c) het voorstel van gunning op basis van het vergelijkend verslag;
d) de verrekeningen en de aanhangsels. d) de verrekeningen en de aanhangsels.

Art. 34.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist

Art. 34.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist

voor personeelsuitgaven, voor zover het gaat om de toepassing van het voor personeelsuitgaven, voor zover het gaat om de toepassing van het
bestaande geldelijke en administratieve statuut. bestaande geldelijke en administratieve statuut.
Niettemin zijn de vacantverklaringen van betrekkingen op de Niettemin zijn de vacantverklaringen van betrekkingen op de
personeelsformatie, de toekenning van hogere functies en de personeelsformatie, de toekenning van hogere functies en de
voorstellen tot contractuele aanwervingen onderworpen aan het advies voorstellen tot contractuele aanwervingen onderworpen aan het advies
van de Inspecteur van Financiën. van de Inspecteur van Financiën.

Art. 35.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist

Art. 35.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist

voor de zendingen in België en in het buitenland. voor de zendingen in België en in het buitenland.
Niettemin is de toekenning van kilometercontingenten onderworpen aan Niettemin is de toekenning van kilometercontingenten onderworpen aan
het advies van de Inspecteur van Financiën. het advies van de Inspecteur van Financiën.

Art. 36.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist

Art. 36.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist

voor de overheidsopdrachten waarvan de geraamde waarde van de opdracht voor de overheidsopdrachten waarvan de geraamde waarde van de opdracht
(zonder BTW) de volgende drempelwaarden in EUR niet overschrijdt : (zonder BTW) de volgende drempelwaarden in EUR niet overschrijdt :
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Ongeacht het bedrag van de opdracht, is het advies vereist : Ongeacht het bedrag van de opdracht, is het advies vereist :
a) in het geval van een openbare of beperkte aanbesteding waarbij de a) in het geval van een openbare of beperkte aanbesteding waarbij de
aanbestedende overheid voorstelt de overheidsopdracht niet aan de aanbestedende overheid voorstelt de overheidsopdracht niet aan de
laagstbiedende inschrijver toe te wijzen; laagstbiedende inschrijver toe te wijzen;
b) in het geval de overheidsopdracht de raming (zonder BTW) met meer b) in het geval de overheidsopdracht de raming (zonder BTW) met meer
dan 20 % overschrijdt. dan 20 % overschrijdt.
De betekening van de overheidsopdrachten voor een bedrag hoger dan De betekening van de overheidsopdrachten voor een bedrag hoger dan
5.000 EUR (zonder BTW) wordt in elk geval maandelijks aan de 5.000 EUR (zonder BTW) wordt in elk geval maandelijks aan de
Inspecteur van Financiën meegedeeld door de functioneel bevoegde Inspecteur van Financiën meegedeeld door de functioneel bevoegde
minister. minister.
Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist voor Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist voor
overheidsopdrachten bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking overheidsopdrachten bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking
in de zin van artikel 17, § 2, eerste lid, 2° en 3° van de wet van 24 in de zin van artikel 17, § 2, eerste lid, 2° en 3° van de wet van 24
december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten
voor aanneming van werken, leveringen en diensten die gegund worden voor aanneming van werken, leveringen en diensten die gegund worden
aan de opdrachtnemer van de oorspronkelijke opdracht, indien de aan de opdrachtnemer van de oorspronkelijke opdracht, indien de
voormelde drempelbedragen niet overschreden worden. voormelde drempelbedragen niet overschreden worden.
De Inspecteur van Financiën kan niettemin de voorstellen tot De Inspecteur van Financiën kan niettemin de voorstellen tot
overheidsopdrachten beneden de hiervoor vermelde bedragen toch voor overheidsopdrachten beneden de hiervoor vermelde bedragen toch voor
advies opvragen in de door hem gemotiveerde gevallen. advies opvragen in de door hem gemotiveerde gevallen.

Art. 37.De overeenkomsten die niet als overheidsopdrachten worden

Art. 37.De overeenkomsten die niet als overheidsopdrachten worden

beschouwd, moeten niet voor advies aan de Inspecteur van Financiën beschouwd, moeten niet voor advies aan de Inspecteur van Financiën
worden voorgelegd indien het bedrag van 31.000 EUR (zonder BTW) niet worden voorgelegd indien het bedrag van 31.000 EUR (zonder BTW) niet
overschreden wordt. overschreden wordt.
De Inspecteur van Financiën kan niettemin de voorstellen tot De Inspecteur van Financiën kan niettemin de voorstellen tot
overeenkomsten beneden het hiervoor vermelde bedrag toch voor advies overeenkomsten beneden het hiervoor vermelde bedrag toch voor advies
opvragen in de door hem gemotiveerde gevallen. opvragen in de door hem gemotiveerde gevallen.

Art. 38.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist

Art. 38.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist

voor de subsidies : voor de subsidies :
a) die van organieke aard zijn; a) die van organieke aard zijn;
b) die van facultatieve aard zijn en die het bedrag van 3.100 EUR niet b) die van facultatieve aard zijn en die het bedrag van 3.100 EUR niet
overschrijden. overschrijden.
De Inspecteur van Financiën kan niettemin de voorstellen tot subsidies De Inspecteur van Financiën kan niettemin de voorstellen tot subsidies
beneden dit bedrag toch voor advies opvragen in de door hem beneden dit bedrag toch voor advies opvragen in de door hem
gemotiveerde gevallen. gemotiveerde gevallen.

Art. 39.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist

Art. 39.Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist

voor uitgaven, andere dan de organieke subsidies, onderworpen aan voor uitgaven, andere dan de organieke subsidies, onderworpen aan
organieke regelen die het voorwerp, de toekenningsvoorwaarden, de organieke regelen die het voorwerp, de toekenningsvoorwaarden, de
begunstigde en het bedrag ervan op strikte en definitieve wijze begunstigde en het bedrag ervan op strikte en definitieve wijze
vaststellen. vaststellen.
Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist voor Het advies van de Inspecteur van Financiën is niet vereist voor
uitgaven gelijkgesteld aan de organieke uitgaven. De Minister van uitgaven gelijkgesteld aan de organieke uitgaven. De Minister van
Begroting legt, na advies van de inspecteurs van Financiën, de lijst Begroting legt, na advies van de inspecteurs van Financiën, de lijst
van deze uitgaven vast. van deze uitgaven vast.
De Regering wordt hierover geïnformeerd. De Regering wordt hierover geïnformeerd.

Art. 40.Elke functioneel bevoegde minister kan voorstellen de in de

Art. 40.Elke functioneel bevoegde minister kan voorstellen de in de

artikelen 36 tot en met 38 van dit besluit bedoelde bedragen aan te artikelen 36 tot en met 38 van dit besluit bedoelde bedragen aan te
passen voor de categorieën van uitgaven die hij bepaalt. passen voor de categorieën van uitgaven die hij bepaalt.
In dat geval wordt een voorstel van akkoordprotocol opgesteld dat het In dat geval wordt een voorstel van akkoordprotocol opgesteld dat het
volgende op gedetailleerde wijze vaststelt : volgende op gedetailleerde wijze vaststelt :
1° de nagestreefde doelstellingen; 1° de nagestreefde doelstellingen;
2° de aard van de betrokken uitgaven; 2° de aard van de betrokken uitgaven;
3° de begrotingsprogramma's of gedeelten daarvan waartoe ze behoren; 3° de begrotingsprogramma's of gedeelten daarvan waartoe ze behoren;
4° de nieuwe bedragen die van toepassing zullen zijn; 4° de nieuwe bedragen die van toepassing zullen zijn;
5° de alternatieve modaliteiten voor risicobeheersing waarin moet 5° de alternatieve modaliteiten voor risicobeheersing waarin moet
worden voorzien; worden voorzien;
6° de begeleidings- en toezichtsmaatregelen; 6° de begeleidings- en toezichtsmaatregelen;
7° de geldigheidsperiode van het protocol die in elk geval van 7° de geldigheidsperiode van het protocol die in elk geval van
bepaalde duur moet zijn. bepaalde duur moet zijn.
Het protocol wordt ondertekend door de functioneel bevoegde minister, Het protocol wordt ondertekend door de functioneel bevoegde minister,
de Minister van Begroting en de bevoegde Inspecteur van Financiën. Het de Minister van Begroting en de bevoegde Inspecteur van Financiën. Het
protocol kan slechts in werking treden na de mededeling ervan aan de protocol kan slechts in werking treden na de mededeling ervan aan de
Regering en aan het Rekenhof. Regering en aan het Rekenhof.
Het protocol kan op elk moment door een van de ondertekenende partijen Het protocol kan op elk moment door een van de ondertekenende partijen
worden opgezegd. worden opgezegd.
De in het akkoordprotocol bedoelde dossiers zijn achteraf onderworpen De in het akkoordprotocol bedoelde dossiers zijn achteraf onderworpen
aan een controle van de inspectie van financiën op grond van een aan een controle van de inspectie van financiën op grond van een
steekproef. steekproef.
De resultaten van die controle worden overgezonden aan de andere De resultaten van die controle worden overgezonden aan de andere
ondertekenende partijen en worden gepubliceerd in het bij artikel 30 ondertekenende partijen en worden gepubliceerd in het bij artikel 30
van dit besluit voorziene verslag. van dit besluit voorziene verslag.

Art. 41.De inspecteurs van financiën behouden hun raadgevende

Art. 41.De inspecteurs van financiën behouden hun raadgevende

bevoegdheid inzake de algemene aanwending van de kredieten betreffende bevoegdheid inzake de algemene aanwending van de kredieten betreffende
de uitgaven bedoeld in de artikelen 34 tot en met 40 van dit besluit. de uitgaven bedoeld in de artikelen 34 tot en met 40 van dit besluit.
HOOFDSTUK VI. - Het administratieve begrotingscomité en de HOOFDSTUK VI. - Het administratieve begrotingscomité en de
begrotingscorrespondenten begrotingscorrespondenten

Art. 42.De Secretaris-generaal, de Adjunct-secretaris-generaal en de

Art. 42.De Secretaris-generaal, de Adjunct-secretaris-generaal en de

Directeurs-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Directeurs-generaal van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, evenals de leidende ambtenaren van autonome Gewest, evenals de leidende ambtenaren van autonome
bestuursinstellingen, duiden, ieder voor wat hem betreft, een bestuursinstellingen, duiden, ieder voor wat hem betreft, een
begrotingscorrespondent aan. begrotingscorrespondent aan.
De begrotingscorrespondenten staan in voor de coördinatie, De begrotingscorrespondenten staan in voor de coördinatie,
centralisatie, verificatie en consolidatie van alle budgettaire centralisatie, verificatie en consolidatie van alle budgettaire
informatie. Zij verzekeren de overmaking ervan binnen de vereiste informatie. Zij verzekeren de overmaking ervan binnen de vereiste
termijnen aan de directie Begroting van het Ministerie van het termijnen aan de directie Begroting van het Ministerie van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan de bevoegde Inspecteur van Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan de bevoegde Inspecteur van
Financiën, gemachtigde van de Minister van Begroting of Financiën, gemachtigde van de Minister van Begroting of
regeringscommissaris, inzonderheid in het kader van de voorbereiding regeringscommissaris, inzonderheid in het kader van de voorbereiding
van de initiële of aangepaste begroting. van de initiële of aangepaste begroting.
Er wordt een administratief begrotingscomité opgericht dat Er wordt een administratief begrotingscomité opgericht dat
samengesteld is uit de begrotingscorrespondenten en de directie samengesteld is uit de begrotingscorrespondenten en de directie
Begroting van het Ministerie. Het comité wordt voorgezeten door de Begroting van het Ministerie. Het comité wordt voorgezeten door de
directeur van de directie Begroting van het Ministerie. directeur van de directie Begroting van het Ministerie.
Het comité behandelt alle kwesties in verband met de voorbereiding en Het comité behandelt alle kwesties in verband met de voorbereiding en
de uitvoering van de begroting. de uitvoering van de begroting.
HOOFDSTUK VII. - Algemene bepalingen en slotbepalingen HOOFDSTUK VII. - Algemene bepalingen en slotbepalingen

Art. 43.Indien een minister een van de voorstellen bedoeld in dit

Art. 43.Indien een minister een van de voorstellen bedoeld in dit

besluit voorlegt aan de Regering, voegt hij daar telkens het advies besluit voorlegt aan de Regering, voegt hij daar telkens het advies
van de Inspecteur van Financiën, het akkoord van de Minister van van de Inspecteur van Financiën, het akkoord van de Minister van
Begroting of het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken bij Begroting of het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken bij
wanneer deze vereist zijn krachtens dit besluit, een wanneer deze vereist zijn krachtens dit besluit, een
vereffeningsplanning en een realisatieplanning. vereffeningsplanning en een realisatieplanning.

Art. 44.Elk regeringsbesluit of ministerieel besluit vermeldt in de

Art. 44.Elk regeringsbesluit of ministerieel besluit vermeldt in de

aanhef, met opgave van de datum, het advies van de Inspecteur van aanhef, met opgave van de datum, het advies van de Inspecteur van
Financiën, het akkoord van de Minister van Begroting of het akkoord Financiën, het akkoord van de Minister van Begroting of het akkoord
van de Minister van Ambtenarenzaken wanneer deze vereist zijn van de Minister van Ambtenarenzaken wanneer deze vereist zijn
krachtens dit besluit. krachtens dit besluit.
In geval van toepassing van artikel 13, 4e lid van dit besluit, In geval van toepassing van artikel 13, 4e lid van dit besluit,
vermeldt het regeringsbesluit of ministerieel besluit in zijn aanhef « vermeldt het regeringsbesluit of ministerieel besluit in zijn aanhef «
Gelet op artikel 13, 4e lid van het besluit van de Brusselse Gelet op artikel 13, 4e lid van het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering betreffende de administratieve en Hoofdstedelijke Regering betreffende de administratieve en
begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, » in de plaats van « begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, » in de plaats van «
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op
......................... ». ......................... ».
In geval van toepassing van artikel 14, 1e lid van dit besluit, In geval van toepassing van artikel 14, 1e lid van dit besluit,
vermeldt het regeringsbesluit of ministerieel besluit in zijn aanhef « vermeldt het regeringsbesluit of ministerieel besluit in zijn aanhef «
Gelet op de beslissing van de Minister van Begroting in toepassing van Gelet op de beslissing van de Minister van Begroting in toepassing van
het artikel 14, 1e lid van het besluit van de Brusselse het artikel 14, 1e lid van het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering betreffende de administratieve en Hoofdstedelijke Regering betreffende de administratieve en
begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak » in de plaats van « begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak » in de plaats van «
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op
......................... ». ......................... ».
In geval van toepassing van artikel 25, 1e lid van dit besluit In geval van toepassing van artikel 25, 1e lid van dit besluit
vermeldt het regeringsbesluit of ministerieel besluit in zijn aanhef « vermeldt het regeringsbesluit of ministerieel besluit in zijn aanhef «
Gelet op het artikel 25,1e lid van het besluit van de Brusselse Gelet op het artikel 25,1e lid van het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering betreffende de administratieve en Hoofdstedelijke Regering betreffende de administratieve en
begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, » in de plaats van « begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, » in de plaats van «
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op
......................... ». ......................... ».
In geval van toepassing van artikel 40 van dit besluit, vermeldt het In geval van toepassing van artikel 40 van dit besluit, vermeldt het
regeringsbesluit of ministerieel besluit in zijn aanhef « Gelet op het regeringsbesluit of ministerieel besluit in zijn aanhef « Gelet op het
akkoordprotocol ondertekend op ... krachtens artikel 40 van het akkoordprotocol ondertekend op ... krachtens artikel 40 van het
besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de
administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, » administratieve en begrotingscontrole evenals de begrotingsopmaak, »
in de plaats van « Gelet op het advies van de Inspecteur van in de plaats van « Gelet op het advies van de Inspecteur van
Financiën, gegeven op » en « Gelet op het akkoord van de Minister van Financiën, gegeven op » en « Gelet op het akkoord van de Minister van
Begroting, gegeven op ......................... ». Begroting, gegeven op ......................... ».

Art. 45.Opgeheven worden voor wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Art. 45.Opgeheven worden voor wat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

betreft : betreft :
1° het koninklijk besluit van 8 april 1954 tot regeling van de 1° het koninklijk besluit van 8 april 1954 tot regeling van de
modaliteiten van controle door de Inspecteurs van Financiën op sommige modaliteiten van controle door de Inspecteurs van Financiën op sommige
instellingen van openbaar nut, zoals gewijzigd; instellingen van openbaar nut, zoals gewijzigd;
2° het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de 2° het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de
administratieve en begrotingscontrole, zoals gewijzigd. administratieve en begrotingscontrole, zoals gewijzigd.
In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 juli In het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van 4 juli
1991 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de 1991 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de
ondertekening van de akten van de Executieve, worden de artikelen 3, § ondertekening van de akten van de Executieve, worden de artikelen 3, §
3, 4, § 2, 12, §§ 1 en 2, 13, §§ 1 en 2, opgeheven. 3, 4, § 2, 12, §§ 1 en 2, 13, §§ 1 en 2, opgeheven.

Art. 46.§ 1. De leden van de Regering zijn, ieder voor wat hem

Art. 46.§ 1. De leden van de Regering zijn, ieder voor wat hem

betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
§ 2. In toepassing van artikel 101, § 2, 3de lid, in fine, van de § 2. In toepassing van artikel 101, § 2, 3de lid, in fine, van de
ordonnantie, wordt het advies van het Comité tot aankoop geacht ordonnantie, wordt het advies van het Comité tot aankoop geacht
gunstig te zijn indien het Comité de termijn laat verstrijken. gunstig te zijn indien het Comité de termijn laat verstrijken.

Art. 47.Artikel 7 van het onderhavig besluit treedt in werking op 1

Art. 47.Artikel 7 van het onderhavig besluit treedt in werking op 1

januari 2006 voor de diensten van de Regering en op 1 januari 2008 januari 2006 voor de diensten van de Regering en op 1 januari 2008
voor de autonome bestuursinstellingen. voor de autonome bestuursinstellingen.
Brussel, 13 juli 2006. Brussel, 13 juli 2006.
Voor de Regering : Voor de Regering :
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast
met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en
Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en
Ontwikkelingssamenwerking, Ontwikkelingssamenwerking,
Ch. PICQUE Ch. PICQUE
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering belast met
Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen,
G. VANHENGEL G. VANHENGEL
^