| Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
|---|---|
| MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
| 12 MEI 2005. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | 12 MEI 2005. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
| houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli | houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli |
| 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het | 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het |
| Brussels Hoofdstedelijk Gewest | Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
| De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
| Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de | Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de |
| Brusselse instellingen, inzonderheid artikel 8, eerste lid; | Brusselse instellingen, inzonderheid artikel 8, eerste lid; |
| Gelet op de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van | Gelet op de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van |
| de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, | de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, |
| inzonderheid artikel 8; | inzonderheid artikel 8; |
| Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 | Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 |
| december 1994 houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de | december 1994 houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de |
| ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de | ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de |
| economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gewijzigd | economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gewijzigd |
| door de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 mei | door de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 28 mei |
| 1998 en van 4 juni 1998; | 1998 en van 4 juni 1998; |
| Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het | Gelet op het advies van de Economische en Sociale Raad van het |
| Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 20 januari 2005; | Brussels Hoofdstedelijk Gewest, gegeven op 20 januari 2005; |
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 |
| november 2004; | november 2004; |
| Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 3 | Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 3 |
| december 2004; | december 2004; |
| Gelet op het advies 38.112/1 van de Raad van State, gegeven op 17 | Gelet op het advies 38.112/1 van de Raad van State, gegeven op 17 |
| februari 2005, in toepassing van artikel 84 § 1, eerste lid, 1°, van | februari 2005, in toepassing van artikel 84 § 1, eerste lid, 1°, van |
| de gecoördineerde wetten op de Raad van State; | de gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Op voorstel van de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | Op voorstel van de minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
| bevoegd voor Economie; | bevoegd voor Economie; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.§ 1. De adviezen van consulenten of externe organisaties |
Artikel 1.§ 1. De adviezen van consulenten of externe organisaties |
| bedoeld in artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli 1993 | bedoeld in artikel 8, § 2, van de ordonnantie van 1 juli 1993 |
| betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels | betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels |
| Hoofdstedelijk Gewest, moeten betrekking hebben op punctuele | Hoofdstedelijk Gewest, moeten betrekking hebben op punctuele |
| managementadviezen van een onderneming en streven naar een verbetering | managementadviezen van een onderneming en streven naar een verbetering |
| van de werking of van het concurrentievermogen van die onderneming. | van de werking of van het concurrentievermogen van die onderneming. |
| § 2. Overeenkomstig de door de Europese Unie uitgevaardigde regels, | § 2. Overeenkomstig de door de Europese Unie uitgevaardigde regels, |
| mogen de adviezen van consulenten of externe organisaties niet van | mogen de adviezen van consulenten of externe organisaties niet van |
| permanente of periodieke aard zijn, noch tot de gewone | permanente of periodieke aard zijn, noch tot de gewone |
| bedrijfsuitgaven van de onderneming behoren, zoals routinematig | bedrijfsuitgaven van de onderneming behoren, zoals routinematig |
| belastingadvies, regelmatige dienstverlening op juridisch gebied of | belastingadvies, regelmatige dienstverlening op juridisch gebied of |
| reclame. | reclame. |
| § 3. De adviezen mogen in geen geval betrekking hebben op problemen | § 3. De adviezen mogen in geen geval betrekking hebben op problemen |
| inzake dagelijks en recurrent beheer van de onderneming en moeten | inzake dagelijks en recurrent beheer van de onderneming en moeten |
| verplicht door consulenten of externe organisaties verschaft worden. | verplicht door consulenten of externe organisaties verschaft worden. |
| § 4. De regelmatig in onderaanneming uitbestede adviesopdrachten zijn | § 4. De regelmatig in onderaanneming uitbestede adviesopdrachten zijn |
| niet betoelaagbaar. | niet betoelaagbaar. |
| § 5. De consulenten of externe organisaties moeten gespecialiseerd | § 5. De consulenten of externe organisaties moeten gespecialiseerd |
| zijn in het beschouwde domein, minstens twee jaar actief zijn en blijk | zijn in het beschouwde domein, minstens twee jaar actief zijn en blijk |
| geven van een voldoende bekende deskundigheid, gestaafd aan de hand | geven van een voldoende bekende deskundigheid, gestaafd aan de hand |
| van een lijst met referenties en onafhankelijk zijn van de begunstigde | van een lijst met referenties en onafhankelijk zijn van de begunstigde |
| van de steun. | van de steun. |
Art. 2.§ 1. Onder voorbehoud van de bepaling vermeld in artikel 8, § |
Art. 2.§ 1. Onder voorbehoud van de bepaling vermeld in artikel 8, § |
| 3, van dezelfde ordonnantie, bedraagt de steun maximum 25.000 euro per | 3, van dezelfde ordonnantie, bedraagt de steun maximum 25.000 euro per |
| advies. | advies. |
| § 2. Het toelaatbaar minimumbedrag van een advies is 1.000 euro. | § 2. Het toelaatbaar minimumbedrag van een advies is 1.000 euro. |
Art. 3.Het aantal per onderneming ingediende adviezen is beperkt tot |
Art. 3.Het aantal per onderneming ingediende adviezen is beperkt tot |
| twee per kalenderjaar. | twee per kalenderjaar. |
Art. 4.De toekenning van de steun is onderworpen aan het afsluiten |
Art. 4.De toekenning van de steun is onderworpen aan het afsluiten |
| van een voorafgaande overeenkomst tussen de begunstigde onderneming, | van een voorafgaande overeenkomst tussen de begunstigde onderneming, |
| de consulent of de externe organisatie en het Gewest. | de consulent of de externe organisatie en het Gewest. |
| De steun wordt uitgekeerd na betaling van het volledig advies, op | De steun wordt uitgekeerd na betaling van het volledig advies, op |
| basis van een door de begunstigde opgemaakt eindevaluatieverslag en | basis van een door de begunstigde opgemaakt eindevaluatieverslag en |
| van de door de begunstigde van de steun voorgelegde bewijsstukken. | van de door de begunstigde van de steun voorgelegde bewijsstukken. |
Art. 5.§ 1. De vormingsacties bedoeld in artikel 8, § 2, van dezelfde |
Art. 5.§ 1. De vormingsacties bedoeld in artikel 8, § 2, van dezelfde |
| ordonnantie moeten betrekking hebben op de directie, de kaderleden of | ordonnantie moeten betrekking hebben op de directie, de kaderleden of |
| het personeel van de onderneming. | het personeel van de onderneming. |
| Zij moeten een uitzonderlijk of dringend karakter hebben en erop | Zij moeten een uitzonderlijk of dringend karakter hebben en erop |
| gericht zijn de werking of het concurrentievermogen van de onderneming | gericht zijn de werking of het concurrentievermogen van de onderneming |
| te verbeteren, met uitsluiting van de problemen van dagelijks, gewoon | te verbeteren, met uitsluiting van de problemen van dagelijks, gewoon |
| of recurrent beheer van de onderneming. | of recurrent beheer van de onderneming. |
| De vormingen worden gegeven door in het beschouwde domein | De vormingen worden gegeven door in het beschouwde domein |
| gespecialiseerde maatschappijen, organisaties, instellingen of | gespecialiseerde maatschappijen, organisaties, instellingen of |
| groeperingen die minstens twee jaar actief zijn en blijk geven van een | groeperingen die minstens twee jaar actief zijn en blijk geven van een |
| voldoende bekende deskundigheid, gestaafd aan de hand van een lijst | voldoende bekende deskundigheid, gestaafd aan de hand van een lijst |
| met referenties en onafhankelijk zijn van de begunstigde van de steun. | met referenties en onafhankelijk zijn van de begunstigde van de steun. |
| § 2. Onder voorbehoud van de bepaling vermeld in artikel 8, § 3, van | § 2. Onder voorbehoud van de bepaling vermeld in artikel 8, § 3, van |
| dezelfde ordonnantie, bedraagt de steun maximum 7.500 euro per | dezelfde ordonnantie, bedraagt de steun maximum 7.500 euro per |
| vormingsactie. | vormingsactie. |
| § 3. Het toelaatbaar minimumbedrag van een vormingsactie is 500 euro. | § 3. Het toelaatbaar minimumbedrag van een vormingsactie is 500 euro. |
| § 4.De steun wordt uitgekeerd na betaling van de volledige | § 4.De steun wordt uitgekeerd na betaling van de volledige |
| vormingsactie, op basis van een door de begunstigde opgemaakt | vormingsactie, op basis van een door de begunstigde opgemaakt |
| eindevaluatieverslag en van de door de begunstigde van de steun | eindevaluatieverslag en van de door de begunstigde van de steun |
| voorgelegde bewijsstukken. | voorgelegde bewijsstukken. |
Art. 6.Het aantal per onderneming ingediende vormingsacties is |
Art. 6.Het aantal per onderneming ingediende vormingsacties is |
| beperkt tot drie per kalenderjaar. | beperkt tot drie per kalenderjaar. |
Art. 7.De steunaanvraag moet vóór de vormingsactie worden ingediend, |
Art. 7.De steunaanvraag moet vóór de vormingsactie worden ingediend, |
| samen met de offerte en de factuur of het inschrijvingsformulier die | samen met de offerte en de factuur of het inschrijvingsformulier die |
| door het opleidingsinstituut afgegeven worden. | door het opleidingsinstituut afgegeven worden. |
Art. 8.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 |
Art. 8.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 8 |
| december 1994 houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de | december 1994 houdende uitvoering van artikel 8, § 2, van de |
| ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de | ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de |
| economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt | economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt |
| opgeheven. | opgeheven. |
Art. 9.De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd |
Art. 9.De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd |
| voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit. | voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 12 mei 2005. | Brussel, 12 mei 2005. |
| De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
| belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en | belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en |
| Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en | Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en |
| Ontwikkelingssamenwerking, | Ontwikkelingssamenwerking, |
| Ch. PICQUE | Ch. PICQUE |
| De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bevoegd voor |
| Werkgelegenheid, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, | Werkgelegenheid, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, |
| Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, | Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, |
| B. CEREXHE | B. CEREXHE |