| Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor bepaalde drukactiviteiten | Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor bepaalde drukactiviteiten |
|---|---|
| MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
| 8 NOVEMBER 2001. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | 8 NOVEMBER 2001. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
| tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor bepaalde | tot vaststelling van de exploitatievoorwaarden voor bepaalde |
| drukactiviteiten | drukactiviteiten |
| De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
| Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de | Gelet op de ordonnantie van 5 juni 1997 betreffende de |
| milieuvergunningen, inzonderheid op artikel 6, § 1; | milieuvergunningen, inzonderheid op artikel 6, § 1; |
| Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu; | Gelet op het advies van de Raad voor het Leefmilieu; |
| Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli |
| 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996, en § 2, vervangen | 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996, en § 2, vervangen |
| door de wet van 9 augustus 1980 en gewijzigd bij de wetten van 16 juni | door de wet van 9 augustus 1980 en gewijzigd bij de wetten van 16 juni |
| 1989 en 6 april 1995; | 1989 en 6 april 1995; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
| Overwegende de ingebrekestelling die op 6 juni 2001 door de Europese | Overwegende de ingebrekestelling die op 6 juni 2001 door de Europese |
| Commissie aan België is gericht voor niet-mededeling van de | Commissie aan België is gericht voor niet-mededeling van de |
| omzettingsmaatregelen van richtlijn 1999/13/EG van de Raad van 11 | omzettingsmaatregelen van richtlijn 1999/13/EG van de Raad van 11 |
| maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische | maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige organische |
| stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij | stoffen ten gevolge van het gebruik van organische oplosmiddelen bij |
| bepaalde werkzaamheden en in installaties, waardoor die richtlijn | bepaalde werkzaamheden en in installaties, waardoor die richtlijn |
| onverwijld moet worden omgezet; | onverwijld moet worden omgezet; |
| Op voorstel van de Minister van Leefmilieu, | Op voorstel van de Minister van Leefmilieu, |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
| Doel en toepassingsgebied | Doel en toepassingsgebied |
Artikel 1.§ 1. Dit besluit heeft de omzetting tot doel van richtlijn |
Artikel 1.§ 1. Dit besluit heeft de omzetting tot doel van richtlijn |
| 1999/13/EG van de Raad van 11 maart 1999 inzake de beperking van de | 1999/13/EG van de Raad van 11 maart 1999 inzake de beperking van de |
| emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik | emissie van vluchtige organische stoffen ten gevolge van het gebruik |
| van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in | van organische oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in |
| installaties. Het heeft tot doel de directe en indirecte effecten van | installaties. Het heeft tot doel de directe en indirecte effecten van |
| de emissie van vluchtige organische stoffen in het milieu, | de emissie van vluchtige organische stoffen in het milieu, |
| voornamelijk de lucht, en de mogelijke risico's voor de menselijke | voornamelijk de lucht, en de mogelijke risico's voor de menselijke |
| gezondheid te voorkomen of te verminderen door maatregelen vast te | gezondheid te voorkomen of te verminderen door maatregelen vast te |
| stellen en procedures in te voeren voor de installaties die opgenomen | stellen en procedures in te voeren voor de installaties die opgenomen |
| zijn in de rubrieken 82 en 83 van het besluit van de Brusselse | zijn in de rubrieken 82 en 83 van het besluit van de Brusselse |
| Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de | Hoofdstedelijke Regering van 4 maart 1999 tot vaststelling van de |
| ingedeelde inrichtingen van klasse I B, II en III, en die drukwerk | ingedeelde inrichtingen van klasse I B, II en III, en die drukwerk |
| verrichten of werkzaamheden zoals lakken en op film zetten uitvoeren | verrichten of werkzaamheden zoals lakken en op film zetten uitvoeren |
| voor de grafische industrie, enkel voor de hierna vermelde | voor de grafische industrie, enkel voor de hierna vermelde |
| deelprocessen, en wanneer het verbruik van organische oplosmiddelen | deelprocessen, en wanneer het verbruik van organische oplosmiddelen |
| hoger ligt dan de hieronder vermelde minimum drempelwaarden : | hoger ligt dan de hieronder vermelde minimum drempelwaarden : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| § 2. Artikel 7 is evenwel van toepassing op alle installaties van | § 2. Artikel 7 is evenwel van toepassing op alle installaties van |
| klasse I B die onder de in § 1 van dit artikel vermelde rubrieken | klasse I B die onder de in § 1 van dit artikel vermelde rubrieken |
| vallen, ongeacht hun oplosmiddelenverbruik. | vallen, ongeacht hun oplosmiddelenverbruik. |
| Definities | Definities |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° installatie : een vaste technische eenheid waar een of meer van de | 1° installatie : een vaste technische eenheid waar een of meer van de |
| onder artikel 1 vallende activiteiten plaatsvinden, en alle andere | onder artikel 1 vallende activiteiten plaatsvinden, en alle andere |
| daar rechtstreeks mee samenhangende activiteiten die technisch verband | daar rechtstreeks mee samenhangende activiteiten die technisch verband |
| houden met de op die locatie verrichte activiteiten en van invloed | houden met de op die locatie verrichte activiteiten en van invloed |
| kunnen zijn op emissies; | kunnen zijn op emissies; |
| 2° bestaande installatie : een installatie in bedrijf of een | 2° bestaande installatie : een installatie in bedrijf of een |
| installatie waarvoor een vergunning is verleend of waarvoor een | installatie waarvoor een vergunning is verleend of waarvoor een |
| volledige aanvraag om een vergunning is ingediend, mits de installatie | volledige aanvraag om een vergunning is ingediend, mits de installatie |
| uiterlijk op 1 april 2002 in gebruik wordt genomen; | uiterlijk op 1 april 2002 in gebruik wordt genomen; |
| 3° belangrijke wijziging : | 3° belangrijke wijziging : |
| - voor installaties met een verbruikscapaciteit van meer dan 150 kg | - voor installaties met een verbruikscapaciteit van meer dan 150 kg |
| oplosmiddel per uur of meer dan 200 ton/jaar : een wijziging van de | oplosmiddel per uur of meer dan 200 ton/jaar : een wijziging van de |
| exploitatie die naar de mening van het Brussels Instituut voor | exploitatie die naar de mening van het Brussels Instituut voor |
| Milieubeheer aanzienlijke negatieve gevolgen voor de menselijke | Milieubeheer aanzienlijke negatieve gevolgen voor de menselijke |
| gezondheid of het milieu kan hebben; | gezondheid of het milieu kan hebben; |
| - voor alle andere installaties : een verandering van de nominale | - voor alle andere installaties : een verandering van de nominale |
| capaciteit die leidt tot een toename van de emissies van vluchtige | capaciteit die leidt tot een toename van de emissies van vluchtige |
| organische stoffen met meer dan 10 %, of iedere verandering die naar | organische stoffen met meer dan 10 %, of iedere verandering die naar |
| de mening van het Brussels Instituut voor Milieubeheer aanzienlijke | de mening van het Brussels Instituut voor Milieubeheer aanzienlijke |
| negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid of het milieu kan | negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid of het milieu kan |
| hebben; | hebben; |
| 4° Instituut : Brussels Instituut voor Milieubeheer, opgericht bij het | 4° Instituut : Brussels Instituut voor Milieubeheer, opgericht bij het |
| koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van het Brussels | koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van het Brussels |
| Instituut voor Milieubeheer; | Instituut voor Milieubeheer; |
| 5° emissie : de uitstoot van vluchtige organische stoffen uit een | 5° emissie : de uitstoot van vluchtige organische stoffen uit een |
| installatie in het milieu; | installatie in het milieu; |
| 6° diffuse emissies : emissies, in een andere vorm dan van afgassen, | 6° diffuse emissies : emissies, in een andere vorm dan van afgassen, |
| van vluchtige organische stoffen in lucht, bodem of water alsmede | van vluchtige organische stoffen in lucht, bodem of water alsmede |
| oplosmiddelen die zich in enig product bevinden. Hieronder zijn | oplosmiddelen die zich in enig product bevinden. Hieronder zijn |
| begrepen de niet opgevangen emissies die via ramen, deuren, | begrepen de niet opgevangen emissies die via ramen, deuren, |
| ventilatiekanalen, ontluchtingen en soortgelijke openingen in het | ventilatiekanalen, ontluchtingen en soortgelijke openingen in het |
| milieu terechtkomen; | milieu terechtkomen; |
| 7° afgassen : de uiteindelijke uitworp in de lucht van gassen met | 7° afgassen : de uiteindelijke uitworp in de lucht van gassen met |
| vluchtige organische stoffen of andere verontreinigende stoffen uit | vluchtige organische stoffen of andere verontreinigende stoffen uit |
| een afgaskanaal of uit nabehandelingsapparatuur in de lucht. Het | een afgaskanaal of uit nabehandelingsapparatuur in de lucht. Het |
| volumetrisch debiet wordt uitgedrukt in m3/uur bij normale | volumetrisch debiet wordt uitgedrukt in m3/uur bij normale |
| omstandigheden; | omstandigheden; |
| 8° totale emissie : de som van diffuse emissies en emissies van | 8° totale emissie : de som van diffuse emissies en emissies van |
| afgassen; | afgassen; |
| 9° emissiegrenswaarde : de massa van de vluchtige organische stoffen, | 9° emissiegrenswaarde : de massa van de vluchtige organische stoffen, |
| uitgedrukt als bepaalde specifieke parameters, concentratie, | uitgedrukt als bepaalde specifieke parameters, concentratie, |
| percentage en/of niveau van een emissie, berekend in | percentage en/of niveau van een emissie, berekend in |
| standaardomstandigheden (N) die gedurende een of meer periodes niet | standaardomstandigheden (N) die gedurende een of meer periodes niet |
| overschreden mogen worden; | overschreden mogen worden; |
| 10° stoffen : chemische elementen en hun verbindingen die in de natuur | 10° stoffen : chemische elementen en hun verbindingen die in de natuur |
| voorkomen of door de industrie worden geproduceerd, in vaste of | voorkomen of door de industrie worden geproduceerd, in vaste of |
| vloeibare of gasvorm; | vloeibare of gasvorm; |
| 11° preparaat : een mengsel of oplossing, bestaande uit twee of meer | 11° preparaat : een mengsel of oplossing, bestaande uit twee of meer |
| stoffen; | stoffen; |
| 12° organische verbinding : een verbinding die ten minste het element | 12° organische verbinding : een verbinding die ten minste het element |
| koolstof bevat en daarnaast een of meer van de volgende elementen : | koolstof bevat en daarnaast een of meer van de volgende elementen : |
| waterstof, halogenen, zuurstof, zwavel, fosfor, silicium en stikstof, | waterstof, halogenen, zuurstof, zwavel, fosfor, silicium en stikstof, |
| met uitzondering van koolstofoxiden en anorganische carbonaten en | met uitzondering van koolstofoxiden en anorganische carbonaten en |
| bicarbonaten; | bicarbonaten; |
| 13° vluchtige organische stof (VOS) : een organische verbinding die | 13° vluchtige organische stof (VOS) : een organische verbinding die |
| bij 293,15 K een dampspanning van 0,01 kPa of meer of onder de | bij 293,15 K een dampspanning van 0,01 kPa of meer of onder de |
| specifieke gebruiksomstandigheden een vergelijkbare vluchtigheid | specifieke gebruiksomstandigheden een vergelijkbare vluchtigheid |
| heeft. Voor de toepassing van dit besluit wordt de fractie creosoot | heeft. Voor de toepassing van dit besluit wordt de fractie creosoot |
| die deze dampspanning overschrijdt bij 293,15 K, beschouwd als een | die deze dampspanning overschrijdt bij 293,15 K, beschouwd als een |
| VOS; | VOS; |
| 14° organisch oplosmiddel : een vluchtige organische stof die alleen | 14° organisch oplosmiddel : een vluchtige organische stof die alleen |
| of in combinatie met andere stoffen en zonder een chemische | of in combinatie met andere stoffen en zonder een chemische |
| verandering te ondergaan wordt gebruikt om grondstoffen, producten of | verandering te ondergaan wordt gebruikt om grondstoffen, producten of |
| afvalmaterialen op te lossen of als schoonmaakmiddel om | afvalmaterialen op te lossen of als schoonmaakmiddel om |
| verontreinigingen op te lossen, dan wel als verdunner, als | verontreinigingen op te lossen, dan wel als verdunner, als |
| dispergeermiddel, om de viscositeit aan te passen, om de | dispergeermiddel, om de viscositeit aan te passen, om de |
| oppervlaktespanning aan te passen, als weekmaker of als | oppervlaktespanning aan te passen, als weekmaker of als |
| conserveermiddel; | conserveermiddel; |
| 15° gehalogeneerd organisch oplosmiddel : een organisch oplosmiddel | 15° gehalogeneerd organisch oplosmiddel : een organisch oplosmiddel |
| dat ten minste één broom-, chloor-, fluor- of iodiumatoom per molecuul | dat ten minste één broom-, chloor-, fluor- of iodiumatoom per molecuul |
| bevat; | bevat; |
| 16° coating : een preparaat, met inbegrip van alle voor een juist | 16° coating : een preparaat, met inbegrip van alle voor een juist |
| gebruik benodigde organische oplosmiddelen of preparaten die | gebruik benodigde organische oplosmiddelen of preparaten die |
| organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om op een | organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om op een |
| oppervlak voor een decoratief, beschermend of ander functioneel effect | oppervlak voor een decoratief, beschermend of ander functioneel effect |
| te zorgen; | te zorgen; |
| 17° kleefstof : een preparaat, met inbegrip van alle voor een juist | 17° kleefstof : een preparaat, met inbegrip van alle voor een juist |
| gebruik benodigde organische oplosmiddelen of preparaten die | gebruik benodigde organische oplosmiddelen of preparaten die |
| organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om afzonderlijke | organische oplosmiddelen bevatten, dat wordt gebruikt om afzonderlijke |
| delen van een product samen te kleven; | delen van een product samen te kleven; |
| 18° inkt : een preparaat, met inbegrip van alle voor een juist gebruik | 18° inkt : een preparaat, met inbegrip van alle voor een juist gebruik |
| benodigde organische oplosmiddelen of preparaten die organische | benodigde organische oplosmiddelen of preparaten die organische |
| oplosmiddelen bevatten, dat bij een drukactiviteit wordt gebruikt om | oplosmiddelen bevatten, dat bij een drukactiviteit wordt gebruikt om |
| een tekst of afbeeldingen op een oppervlak af te drukken; | een tekst of afbeeldingen op een oppervlak af te drukken; |
| 19° lak : een doorzichtige coating; | 19° lak : een doorzichtige coating; |
| 20° vaste stof : ieder materiaal in inkt, lak en kleefstof dat vast | 20° vaste stof : ieder materiaal in inkt, lak en kleefstof dat vast |
| wordt wanneer het water of de vluchtige organische stoffen zijn | wordt wanneer het water of de vluchtige organische stoffen zijn |
| verdampt; | verdampt; |
| 21° verbruik : de totale input van organische oplosmiddelen per | 21° verbruik : de totale input van organische oplosmiddelen per |
| kalenderjaar of een andere periode van twaalf maanden in een | kalenderjaar of een andere periode van twaalf maanden in een |
| installatie, verminderd met eventuele VOS die voor hergebruik worden | installatie, verminderd met eventuele VOS die voor hergebruik worden |
| teruggewonnen; | teruggewonnen; |
| 22° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid | 22° input : de hoeveelheid organische oplosmiddelen en de hoeveelheid |
| daarvan in preparaten die tijdens het uitoefenen van een activiteit | daarvan in preparaten die tijdens het uitoefenen van een activiteit |
| worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, | worden gebruikt, met inbegrip van de gerecycleerde oplosmiddelen, |
| binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend | binnen en buiten de installatie, die telkens worden meegerekend |
| wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen; | wanneer zij worden gebruikt om de activiteit uit te oefenen; |
| 23° hergebruik van organische oplosmiddelen : het gebruik van uit een | 23° hergebruik van organische oplosmiddelen : het gebruik van uit een |
| installatie teruggewonnen organische oplosmiddelen voor elk technisch | installatie teruggewonnen organische oplosmiddelen voor elk technisch |
| of commercieel doel, met inbegrip van het gebruik als brandstof maar | of commercieel doel, met inbegrip van het gebruik als brandstof maar |
| met uitzondering van de definitieve verwijdering van deze | met uitzondering van de definitieve verwijdering van deze |
| teruggewonnen organische oplosmiddelen als afval; | teruggewonnen organische oplosmiddelen als afval; |
| 24° massastroom : de hoeveelheid vrijgekomen VOS in eenheden of | 24° massastroom : de hoeveelheid vrijgekomen VOS in eenheden of |
| massa/uur; | massa/uur; |
| 25° nominale capaciteit : de massa van de organische oplosmiddelen die | 25° nominale capaciteit : de massa van de organische oplosmiddelen die |
| een installatie gemiddeld over één dag maximaal als input gebruikt, | een installatie gemiddeld over één dag maximaal als input gebruikt, |
| als de installatie onder normale bedrijfsomstandigheden bij de | als de installatie onder normale bedrijfsomstandigheden bij de |
| ontwerpoutput functioneert; | ontwerpoutput functioneert; |
| 26° normaal bedrijf : alle perioden waarin een installatie of een | 26° normaal bedrijf : alle perioden waarin een installatie of een |
| activiteit in bedrijf is, met uitzondering van het opstarten en | activiteit in bedrijf is, met uitzondering van het opstarten en |
| stilleggen en het onderhoud van apparatuur; | stilleggen en het onderhoud van apparatuur; |
| 27° gesloten systeem : een systeem dat zodanig functioneert dat de uit | 27° gesloten systeem : een systeem dat zodanig functioneert dat de uit |
| de activiteit vrijkomende VOS beheerst worden afgevangen en | de activiteit vrijkomende VOS beheerst worden afgevangen en |
| uitgestoten, hetzij via een afgaskanaal of via | uitgestoten, hetzij via een afgaskanaal of via |
| nabehandelingsapparatuur, en derhalve niet volledig diffuus zijn; | nabehandelingsapparatuur, en derhalve niet volledig diffuus zijn; |
| 28° normale omstandigheden : een temperatuur van 273,15 Kelvin en een | 28° normale omstandigheden : een temperatuur van 273,15 Kelvin en een |
| druk van 101,3 kPa; | druk van 101,3 kPa; |
| 29° gemiddelde over 24 uur : het rekenkundig gemiddelde van alle | 29° gemiddelde over 24 uur : het rekenkundig gemiddelde van alle |
| valide waarden die gedurende een periode van 24 uur bij normale | valide waarden die gedurende een periode van 24 uur bij normale |
| exploitatie zijn geregistreerd; | exploitatie zijn geregistreerd; |
| 30° opstarten en stilleggen : activiteiten die worden uitgevoerd | 30° opstarten en stilleggen : activiteiten die worden uitgevoerd |
| wanneer een activiteit, een deel van de installatie of een reservoir | wanneer een activiteit, een deel van de installatie of een reservoir |
| in of buiten bedrijf wordt gesteld of in of uit de onbelaste toestand | in of buiten bedrijf wordt gesteld of in of uit de onbelaste toestand |
| wordt gebracht. Regelmatig oscillerende activiteitenfasen worden niet | wordt gebracht. Regelmatig oscillerende activiteitenfasen worden niet |
| als opstarten of stilleggen beschouwd; | als opstarten of stilleggen beschouwd; |
| 31° drukken : een activiteit waarbij tekst en/of afbeeldingen worden | 31° drukken : een activiteit waarbij tekst en/of afbeeldingen worden |
| gereproduceerd door met behulp van een beelddrager inkt op ongeacht | gereproduceerd door met behulp van een beelddrager inkt op ongeacht |
| welk soort oppervlak aan te brengen. Hieronder vallen ook daarmee | welk soort oppervlak aan te brengen. Hieronder vallen ook daarmee |
| samenhangende lak-, coating- en lamineertechnieken. Onder dit besluit | samenhangende lak-, coating- en lamineertechnieken. Onder dit besluit |
| vallen alleen de volgende deelprocessen : | vallen alleen de volgende deelprocessen : |
| - flexografie : een drukactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt van | - flexografie : een drukactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt van |
| een beelddrager van rubber of elastische fotopolymeren, waarop de | een beelddrager van rubber of elastische fotopolymeren, waarop de |
| drukkende delen zich boven de niet-drukkende delen bevinden, en van | drukkende delen zich boven de niet-drukkende delen bevinden, en van |
| vloeibare inkt die door verdamping droogt; | vloeibare inkt die door verdamping droogt; |
| - heatsetrotatie-offset : een rotatiedrukactiviteit waarbij gebruik | - heatsetrotatie-offset : een rotatiedrukactiviteit waarbij gebruik |
| wordt gemaakt van een beelddrager waarop de drukkende delen en de | wordt gemaakt van een beelddrager waarop de drukkende delen en de |
| niet-drukkende delen in hetzelfde vlak liggen, waarbij rotatie inhoudt | niet-drukkende delen in hetzelfde vlak liggen, waarbij rotatie inhoudt |
| dat het te bedrukken materiaal niet als aparte vellen maar van een rol | dat het te bedrukken materiaal niet als aparte vellen maar van een rol |
| in de machine wordt gevoerd. Het niet-drukkende deel wordt zodanig | in de machine wordt gevoerd. Het niet-drukkende deel wordt zodanig |
| behandeld dat het water aantrekt en derhalve de inkt afstoot. Het | behandeld dat het water aantrekt en derhalve de inkt afstoot. Het |
| drukkende deel wordt zodanig behandeld dat het inkt opneemt en | drukkende deel wordt zodanig behandeld dat het inkt opneemt en |
| overbrengt op het te bedrukken oppervlak. De verdamping vindt plaats | overbrengt op het te bedrukken oppervlak. De verdamping vindt plaats |
| in een oven, waar het bedrukte materiaal met warme lucht wordt | in een oven, waar het bedrukte materiaal met warme lucht wordt |
| verwarmd; | verwarmd; |
| - lamineren samenhangend met een drukproces : de samenhechting van | - lamineren samenhangend met een drukproces : de samenhechting van |
| twee of meer flexibele materialen tot een laminaat; | twee of meer flexibele materialen tot een laminaat; |
| - illustratiediepdruk : rotatiediepdrukactiviteit waarbij papier voor | - illustratiediepdruk : rotatiediepdrukactiviteit waarbij papier voor |
| tijdschriften, brochures, catalogi of soortgelijke producten met inkt | tijdschriften, brochures, catalogi of soortgelijke producten met inkt |
| op basis van tolueen wordt bedrukt; | op basis van tolueen wordt bedrukt; |
| - rotatiediepdruk : een drukactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt | - rotatiediepdruk : een drukactiviteit waarbij gebruik wordt gemaakt |
| van een cilindrische beelddrager, waarop de drukkende delen lager | van een cilindrische beelddrager, waarop de drukkende delen lager |
| liggen dan de niet-drukkende delen, en vloeibare inkt die door | liggen dan de niet-drukkende delen, en vloeibare inkt die door |
| verdamping droogt. De napjes worden met inkt gevuld en het overschot | verdamping droogt. De napjes worden met inkt gevuld en het overschot |
| wordt van de niet-drukkende delen verwijderd voordat het te bedrukken | wordt van de niet-drukkende delen verwijderd voordat het te bedrukken |
| oppervlak contact met de cilinder maakt en de inkt uit de napjes | oppervlak contact met de cilinder maakt en de inkt uit de napjes |
| trekt; | trekt; |
| - rotatiezeefdruk : een rotatiedrukactiviteit waarbij de inkt door een | - rotatiezeefdruk : een rotatiedrukactiviteit waarbij de inkt door een |
| poreuze beelddrager wordt geperst, waarbij de drukkende delen open | poreuze beelddrager wordt geperst, waarbij de drukkende delen open |
| zijn en het niet-drukkende deel wordt afgedekt, en zo op het te | zijn en het niet-drukkende deel wordt afgedekt, en zo op het te |
| bedrukken oppervlak wordt gebracht en gebruik wordt gemaakt van | bedrukken oppervlak wordt gebracht en gebruik wordt gemaakt van |
| vloeibare inkt die uitsluitend door verdamping droogt. Bij een | vloeibare inkt die uitsluitend door verdamping droogt. Bij een |
| rotatief drukproces wordt het te bedrukken materiaal niet als aparte | rotatief drukproces wordt het te bedrukken materiaal niet als aparte |
| vellen maar van een rol in de machine gebracht; | vellen maar van een rol in de machine gebracht; |
| - lakken : een proces waarbij een lak of een kleefstof om later het | - lakken : een proces waarbij een lak of een kleefstof om later het |
| verpakkingsmateriaal af te sluiten op een flexibel materiaal wordt | verpakkingsmateriaal af te sluiten op een flexibel materiaal wordt |
| aangebracht. | aangebracht. |
| Verplichtingen voor nieuwe installaties | Verplichtingen voor nieuwe installaties |
Art. 3.Alle nieuwe installaties moeten aan de eisen van de artikelen |
Art. 3.Alle nieuwe installaties moeten aan de eisen van de artikelen |
| 5, 7 en 8 voldoen. | 5, 7 en 8 voldoen. |
| Verplichtingen voor bestaande installaties | Verplichtingen voor bestaande installaties |
Art. 4.Onverminderd strengere of aanvullende bijzondere voorwaarden |
Art. 4.Onverminderd strengere of aanvullende bijzondere voorwaarden |
| in de milieuvergunning moeten alle bestaande installaties uiterlijk op | in de milieuvergunning moeten alle bestaande installaties uiterlijk op |
| 31 december 2006 aan de eisen van de artikelen 5, leden 1 tot 4 en 9 | 31 december 2006 aan de eisen van de artikelen 5, leden 1 tot 4 en 9 |
| tot 12, en 7 en 8 voldoen; zes maanden na de inwerkingtreding van dit | tot 12, en 7 en 8 voldoen; zes maanden na de inwerkingtreding van dit |
| besluit aan de eisen van artikel 5, leden 5 en 6; en twaalf maanden na | besluit aan de eisen van artikel 5, leden 5 en 6; en twaalf maanden na |
| de inwerkingtreding van dit besluit aan de eisen van artikel 5, leden | de inwerkingtreding van dit besluit aan de eisen van artikel 5, leden |
| 7 en 8. | 7 en 8. |
| Installaties die gebruik maken van een reductieprogramma van bijlage I | Installaties die gebruik maken van een reductieprogramma van bijlage I |
| B, dienen dit uiterlijk op 31 maart 2005 aan het Instituut te melden. | B, dienen dit uiterlijk op 31 maart 2005 aan het Instituut te melden. |
| Indien een installatie een belangrijke wijziging ondergaat of na een | Indien een installatie een belangrijke wijziging ondergaat of na een |
| belangrijke wijziging voor het eerst onder dit besluit valt, wordt het | belangrijke wijziging voor het eerst onder dit besluit valt, wordt het |
| deel van de installatie dat de belangrijke wijziging ondergaat | deel van de installatie dat de belangrijke wijziging ondergaat |
| behandeld als nieuwe installatie. | behandeld als nieuwe installatie. |
| Vereisten | Vereisten |
Art. 5.Alle installaties moeten voldoen : |
Art. 5.Alle installaties moeten voldoen : |
| 1° of aan de emissiegrenswaarden voor afgassen en | 1° of aan de emissiegrenswaarden voor afgassen en |
| diffuse-emissiegrenswaarden, alsook aan de overige in bijlage I A | diffuse-emissiegrenswaarden, alsook aan de overige in bijlage I A |
| opgenomen eisen; | opgenomen eisen; |
| 2° of aan de eisen van het in bijlage I B beschreven | 2° of aan de eisen van het in bijlage I B beschreven |
| reductieprogramma. | reductieprogramma. |
| De diffuse-emissiegrenswaarden worden op de installaties toegepast als | De diffuse-emissiegrenswaarden worden op de installaties toegepast als |
| emissiegrenswaarde. Maar indien ten genoegen van het Instituut wordt | emissiegrenswaarde. Maar indien ten genoegen van het Instituut wordt |
| aangetoond dat deze waarde technisch en economisch niet haalbaar is | aangetoond dat deze waarde technisch en economisch niet haalbaar is |
| voor een afzonderlijke installatie, kan het Instituut voor een | voor een afzonderlijke installatie, kan het Instituut voor een |
| dergelijke installatie een wijziging van de milieuvergunning | dergelijke installatie een wijziging van de milieuvergunning |
| toekennen, op voorwaarde dat er geen aanmerkelijke gevaren voor de | toekennen, op voorwaarde dat er geen aanmerkelijke gevaren voor de |
| menselijke gezondheid of het milieu zijn te verwachten. Voor elke | menselijke gezondheid of het milieu zijn te verwachten. Voor elke |
| wijziging van de milieuvergunning moet de exploitant ten genoegen van | wijziging van de milieuvergunning moet de exploitant ten genoegen van |
| het Instituut aantonen dat er gebruik wordt gemaakt van de beste | het Instituut aantonen dat er gebruik wordt gemaakt van de beste |
| beschikbare techniek. | beschikbare techniek. |
| Voor activiteiten die niet in een gesloten systeem kunnen worden | Voor activiteiten die niet in een gesloten systeem kunnen worden |
| uitgeoefend, kan worden afgeweken van de emissiegrenswaarden van | uitgeoefend, kan worden afgeweken van de emissiegrenswaarden van |
| bijlage I A, indien deze mogelijkheid uitdrukkelijk in deze bijlage | bijlage I A, indien deze mogelijkheid uitdrukkelijk in deze bijlage |
| wordt genoemd. In dat geval dient het reductieprogramma van bijlage I | wordt genoemd. In dat geval dient het reductieprogramma van bijlage I |
| B te worden gevolgd, tenzij ten genoegen van het Instituut wordt | B te worden gevolgd, tenzij ten genoegen van het Instituut wordt |
| aangetoond dat deze optie technisch en economisch niet haalbaar is. In | aangetoond dat deze optie technisch en economisch niet haalbaar is. In |
| dat geval moet de exploitant ten genoegen van het Instituut aantonen | dat geval moet de exploitant ten genoegen van het Instituut aantonen |
| dat er gebruik wordt gemaakt van de beste beschikbare techniek. | dat er gebruik wordt gemaakt van de beste beschikbare techniek. |
| Voor installaties die het reductieprogramma niet volgen, moet iedere | Voor installaties die het reductieprogramma niet volgen, moet iedere |
| emissieverminderende apparatuur die na de datum van inwerkingtreding | emissieverminderende apparatuur die na de datum van inwerkingtreding |
| van dit besluit is aangebracht, aan de vereisten van bijlage I A | van dit besluit is aangebracht, aan de vereisten van bijlage I A |
| voldoen. | voldoen. |
| Stoffen of preparaten waaraan een of meer van de risicozinnen R45, | Stoffen of preparaten waaraan een of meer van de risicozinnen R45, |
| R46, R49, R60 en R61 is of zijn toegekend of die van deze zinnen | R46, R49, R60 en R61 is of zijn toegekend of die van deze zinnen |
| moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens het | moeten zijn voorzien wegens hun gehalte aan VOS die krachtens het |
| koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in | koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in |
| de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens | de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens |
| of voor zijn leefmilieu, als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor | of voor zijn leefmilieu, als kankerverwekkend, mutageen of giftig voor |
| de voortplanting zijn ingedeeld, zijn verboden. | de voortplanting zijn ingedeeld, zijn verboden. |
| De milieuvergunning kan evenwel uitdrukkelijk het gebruik van de in | De milieuvergunning kan evenwel uitdrukkelijk het gebruik van de in |
| het vorig lid vermelde stoffen of preparaten toestaan, rekening | het vorig lid vermelde stoffen of preparaten toestaan, rekening |
| houdend met : | houdend met : |
| - de afstemming op de mogelijke opties; | - de afstemming op de mogelijke opties; |
| - hun potentiële effecten op de menselijke gezondheid in het algemeen | - hun potentiële effecten op de menselijke gezondheid in het algemeen |
| en tijdens de blootstelling op het werk in het bijzonder; | en tijdens de blootstelling op het werk in het bijzonder; |
| - hun eventuele effecten op het leefmilieu; | - hun eventuele effecten op het leefmilieu; |
| - hun economische effecten, met name hun kosten en voordelen. | - hun economische effecten, met name hun kosten en voordelen. |
| In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door | In dat geval bepaalt de milieuvergunning vanaf welke datum ze door |
| minder schadelijke stoffen of preparaten moeten worden vervangen. | minder schadelijke stoffen of preparaten moeten worden vervangen. |
| Voor de uitstoot van de in het vorig lid vermelde VOS, waarbij de | Voor de uitstoot van de in het vorig lid vermelde VOS, waarbij de |
| massastroom van de stoffen waarvoor de in dat lid vermelde | massastroom van de stoffen waarvoor de in dat lid vermelde |
| etikettering verplicht is, in totaal 10 g/uur of meer bedraagt, moet | etikettering verplicht is, in totaal 10 g/uur of meer bedraagt, moet |
| een emissiegrenswaarde van 2 mg/nm3 in acht worden genomen. De | een emissiegrenswaarde van 2 mg/nm3 in acht worden genomen. De |
| emissiegrenswaarde geldt voor de totale massa van de betrokken | emissiegrenswaarde geldt voor de totale massa van de betrokken |
| stoffen. | stoffen. |
| Voor de uitstoot van gehalogeneerde VOS waaraan de risicozin R40 is | Voor de uitstoot van gehalogeneerde VOS waaraan de risicozin R40 is |
| toegekend, waarbij de massastroom van de stoffen waarvoor de | toegekend, waarbij de massastroom van de stoffen waarvoor de |
| vermelding van R40 verplicht is, in totaal 100 g/uur of meer bedraagt, | vermelding van R40 verplicht is, in totaal 100 g/uur of meer bedraagt, |
| moet een emissiegrenswaarde van 20 mg/nm3 in acht worden genomen. De | moet een emissiegrenswaarde van 20 mg/nm3 in acht worden genomen. De |
| emissiegrenswaarde geldt voor de totale massa van de betrokken | emissiegrenswaarde geldt voor de totale massa van de betrokken |
| stoffen. | stoffen. |
| De in de leden 5 en 8 genoemde uitstoot van VOS moet worden beperkt | De in de leden 5 en 8 genoemde uitstoot van VOS moet worden beperkt |
| als ware het emissies van een installatie in een gesloten systeem, | als ware het emissies van een installatie in een gesloten systeem, |
| voorzover dit technisch en economisch haalbaar is, om de | voorzover dit technisch en economisch haalbaar is, om de |
| volksgezondheid en het milieu te beschermen. | volksgezondheid en het milieu te beschermen. |
| Bij uitstoot van VOS waaraan na de inwerkingtreding van dit besluit | Bij uitstoot van VOS waaraan na de inwerkingtreding van dit besluit |
| een van de in de leden 5 en 8 genoemde risicozinnen wordt toegekend of | een van de in de leden 5 en 8 genoemde risicozinnen wordt toegekend of |
| die van deze zinnen moeten zijn voorzien, moeten de in lid 7, | die van deze zinnen moeten zijn voorzien, moeten de in lid 7, |
| respectievelijk lid 8, genoemde emissiegrenswaarden zo snel mogelijk | respectievelijk lid 8, genoemde emissiegrenswaarden zo snel mogelijk |
| in acht worden genomen. | in acht worden genomen. |
| Alle passende voorzorgsmaatregelen worden getroffen om de emissies bij | Alle passende voorzorgsmaatregelen worden getroffen om de emissies bij |
| het starten en stilleggen van de installatie tot een minimum te | het starten en stilleggen van de installatie tot een minimum te |
| beperken. | beperken. |
| Het reductieprogramma ontslaat installaties die stoffen als bedoeld in | Het reductieprogramma ontslaat installaties die stoffen als bedoeld in |
| de leden 5, 7 en 8 uitwerpen niet van de plicht aan de eisen van die | de leden 5, 7 en 8 uitwerpen niet van de plicht aan de eisen van die |
| leden te voldoen. | leden te voldoen. |
| Vervanging | Vervanging |
Art. 6.Bij het nemen van elke beslissing over een |
Art. 6.Bij het nemen van elke beslissing over een |
| milieuvergunningsaanvraag of over een wijziging, schorsing of | milieuvergunningsaanvraag of over een wijziging, schorsing of |
| intrekking van een milieuvergunning betreffende een in artikel 1 | intrekking van een milieuvergunning betreffende een in artikel 1 |
| bedoelde installatie moet het Instituut rekening houden met de | bedoelde installatie moet het Instituut rekening houden met de |
| richtsnoeren van de Europese Commissie voor het gebruik van stoffen en | richtsnoeren van de Europese Commissie voor het gebruik van stoffen en |
| technieken die de minste potentiële effecten op lucht, water, bodem, | technieken die de minste potentiële effecten op lucht, water, bodem, |
| ecosystemen en de menselijke gezondheid hebben. | ecosystemen en de menselijke gezondheid hebben. |
| De Minister van Leefmilieu wijzigt de algemene regels van dit besluit | De Minister van Leefmilieu wijzigt de algemene regels van dit besluit |
| teneinde de voornoemde richtsnoeren van de Europese Commissie toe te | teneinde de voornoemde richtsnoeren van de Europese Commissie toe te |
| passen. | passen. |
| Toezicht | Toezicht |
Art. 7.De exploitanten moeten het Instituut, uiterlijk op 31 december |
Art. 7.De exploitanten moeten het Instituut, uiterlijk op 31 december |
| 2001, de in bijlage II vermelde gegevens verstrekken. | 2001, de in bijlage II vermelde gegevens verstrekken. |
| De exploitanten van de in artikel 1 bedoelde installaties moeten het | De exploitanten van de in artikel 1 bedoelde installaties moeten het |
| Instituut elk jaar uiterlijk op 31 maart de in bijlage III opgesomde | Instituut elk jaar uiterlijk op 31 maart de in bijlage III opgesomde |
| gegevens verstrekken, vanaf het jaar 2002 voor nieuwe installaties en | gegevens verstrekken, vanaf het jaar 2002 voor nieuwe installaties en |
| vanaf het jaar 2003 voor bestaande installaties. De gegevens slaan op | vanaf het jaar 2003 voor bestaande installaties. De gegevens slaan op |
| het vorige kalenderjaar. | het vorige kalenderjaar. |
| Voor installaties met een massastroom VOS van meer dan 10 kg/u moeten | Voor installaties met een massastroom VOS van meer dan 10 kg/u moeten |
| de concentraties VOS in de afgassen doorlopend worden gemeten. | de concentraties VOS in de afgassen doorlopend worden gemeten. |
| Naleving van emissiegrenswaarden | Naleving van emissiegrenswaarden |
Art. 8.De exploitant dient ten genoegen van het Instituut aan te |
Art. 8.De exploitant dient ten genoegen van het Instituut aan te |
| tonen dat zijn installatie aan de volgende voorschriften voldoet : | tonen dat zijn installatie aan de volgende voorschriften voldoet : |
| 1° de emissiegrenswaarden voor afgassen en de | 1° de emissiegrenswaarden voor afgassen en de |
| diffuse-emissiegrenswaarden; | diffuse-emissiegrenswaarden; |
| 2° de eisen van het reductieprogramma krachtens bijlage I B. | 2° de eisen van het reductieprogramma krachtens bijlage I B. |
| 3° de bepalingen van artikel 5, leden 2 en 3. | 3° de bepalingen van artikel 5, leden 2 en 3. |
| Bijlage IV bevat richtsnoeren voor een oplosmiddelenboekhouding, | Bijlage IV bevat richtsnoeren voor een oplosmiddelenboekhouding, |
| waarmee kan worden aangetoond dat deze parameters in acht worden | waarmee kan worden aangetoond dat deze parameters in acht worden |
| genomen. | genomen. |
| Gasvolumes mogen worden toegevoegd om de afgassen af te koelen of te | Gasvolumes mogen worden toegevoegd om de afgassen af te koelen of te |
| verdunnen indien dit technisch gerechtvaardigd is, maar worden niet | verdunnen indien dit technisch gerechtvaardigd is, maar worden niet |
| meegeteld bij het vaststellen van de massaconcentratie van de | meegeteld bij het vaststellen van de massaconcentratie van de |
| verontreinigende stof in het afgas. | verontreinigende stof in het afgas. |
| Na een belangrijke wijziging wordt opnieuw nagegaan of de | Na een belangrijke wijziging wordt opnieuw nagegaan of de |
| voorschriften worden nageleefd. | voorschriften worden nageleefd. |
| Bij doorlopende metingen wordt geacht aan de emissiegrenswaarden | Bij doorlopende metingen wordt geacht aan de emissiegrenswaarden |
| voldaan te zijn indien : | voldaan te zijn indien : |
| 1° geen van de gemiddelden onder normale omstandigheden gedurende 24 | 1° geen van de gemiddelden onder normale omstandigheden gedurende 24 |
| uur normaal bedrijf hoger is dan de emissiegrenswaarden | uur normaal bedrijf hoger is dan de emissiegrenswaarden |
| en | en |
| 2° geen van de uurgemiddelden onder normale omstandigheden hoger is | 2° geen van de uurgemiddelden onder normale omstandigheden hoger is |
| dan 1,5 maal de emissiegrenswaarden. | dan 1,5 maal de emissiegrenswaarden. |
| Bij periodieke metingen wordt geacht aan de emissiegrenswaarden | Bij periodieke metingen wordt geacht aan de emissiegrenswaarden |
| voldaan te zijn indien in één toezichtcampagne : | voldaan te zijn indien in één toezichtcampagne : |
| 1° het gemiddelde van alle metingen onder normale omstandigheden niet | 1° het gemiddelde van alle metingen onder normale omstandigheden niet |
| hoger is dan de emissiegrenswaarden | hoger is dan de emissiegrenswaarden |
| en | en |
| 2° geen van de uurgemiddelden onder normale omstandigheden hoger is | 2° geen van de uurgemiddelden onder normale omstandigheden hoger is |
| dan 1,5 maal de emissiegrenswaarden. | dan 1,5 maal de emissiegrenswaarden. |
| De naleving van artikel 5, leden 7 en 8, wordt gecontroleerd op basis | De naleving van artikel 5, leden 7 en 8, wordt gecontroleerd op basis |
| van de som van de massaconcentraties van de verschillende betrokken | van de som van de massaconcentraties van de verschillende betrokken |
| vluchtige organische stoffen. In alle andere gevallen vindt de | vluchtige organische stoffen. In alle andere gevallen vindt de |
| controle op de naleving plaats op basis van de totale massa organische | controle op de naleving plaats op basis van de totale massa organische |
| koolstof die wordt uitgestoten. | koolstof die wordt uitgestoten. |
| Bestaande installaties die werken met nabehandelingsapparatuur en | Bestaande installaties die werken met nabehandelingsapparatuur en |
| voldoen aan de emissiegrenswaarden van : | voldoen aan de emissiegrenswaarden van : |
| - 50 mg C/nm3 bij verbranding, | - 50 mg C/nm3 bij verbranding, |
| - 150 mg C/nm3 bij iedere andere nabehandelingsapparatuur, | - 150 mg C/nm3 bij iedere andere nabehandelingsapparatuur, |
| zijn vrijgesteld van de emissiegrenswaarden voor afgassen in de tabel | zijn vrijgesteld van de emissiegrenswaarden voor afgassen in de tabel |
| van bijlage I A, voor een periode van twaalf jaar na de datum van | van bijlage I A, voor een periode van twaalf jaar na de datum van |
| inwerkingtreding van dit besluit, mits de totale emissies van de | inwerkingtreding van dit besluit, mits de totale emissies van de |
| gehele installatie niet groter zijn dan het geval zou zijn geweest | gehele installatie niet groter zijn dan het geval zou zijn geweest |
| indien aan alle eisen van dit lid was voldaan. De afwijkingsaanvraag | indien aan alle eisen van dit lid was voldaan. De afwijkingsaanvraag |
| moet naar behoren worden gemotiveerd en aan het Instituut worden | moet naar behoren worden gemotiveerd en aan het Instituut worden |
| gericht. | gericht. |
| Niet-naleving | Niet-naleving |
Art. 9.Wanneer wordt vastgesteld dat niet aan de eisen van dit |
Art. 9.Wanneer wordt vastgesteld dat niet aan de eisen van dit |
| besluit is voldaan, nemen de personeelsleden die overeenkomstig de | besluit is voldaan, nemen de personeelsleden die overeenkomstig de |
| ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de | ordonnantie van 25 maart 1999 betreffende de opsporing, de |
| vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake | vaststelling, de vervolging en de bestraffing van misdrijven inzake |
| leefmilieu met het toezicht belast zijn, alle nodige maatregelen, of | leefmilieu met het toezicht belast zijn, alle nodige maatregelen, of |
| leggen ze die zelfs mondeling op, om ervoor te zorgen dat op een zo | leggen ze die zelfs mondeling op, om ervoor te zorgen dat op een zo |
| kort mogelijke termijn weer aan de eisen van dit besluit wordt | kort mogelijke termijn weer aan de eisen van dit besluit wordt |
| voldaan. | voldaan. |
| Indien de niet-naleving een direct gevaar voor de menselijke | Indien de niet-naleving een direct gevaar voor de menselijke |
| gezondheid oplevert, bevelen de met het toezicht belaste | gezondheid oplevert, bevelen de met het toezicht belaste |
| personeelsleden dat verdere uitoefening van de activiteit moet worden | personeelsleden dat verdere uitoefening van de activiteit moet worden |
| opgeschort. | opgeschort. |
| Informatiesystemen en verslaggeving | Informatiesystemen en verslaggeving |
Art. 10.Om de drie jaar verstrekt het Instituut de Europese Commissie |
Art. 10.Om de drie jaar verstrekt het Instituut de Europese Commissie |
| informatie over de uitvoering van richtlijn 1999/13/EG van de Raad van | informatie over de uitvoering van richtlijn 1999/13/EG van de Raad van |
| 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige | 11 maart 1999 inzake de beperking van de emissie van vluchtige |
| organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische | organische stoffen ten gevolge van het gebruik van organische |
| oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties en over de | oplosmiddelen bij bepaalde werkzaamheden en in installaties en over de |
| naleving van dit besluit, en dit in de vorm van een verslag. Het | naleving van dit besluit, en dit in de vorm van een verslag. Het |
| verslag wordt aan de Commissie voorgelegd binnen negen maanden na de | verslag wordt aan de Commissie voorgelegd binnen negen maanden na de |
| periode van drie jaar waarop het betrekking heeft. | periode van drie jaar waarop het betrekking heeft. |
| Het eerste verslag van het Instituut bestrijkt de periode van 1 april | Het eerste verslag van het Instituut bestrijkt de periode van 1 april |
| 2001 tot 1 april 2004. Het Instituut publiceert het verslag op het | 2001 tot 1 april 2004. Het Instituut publiceert het verslag op het |
| tijdstip waarop dit bij de Europese Commissie wordt ingediend. | tijdstip waarop dit bij de Europese Commissie wordt ingediend. |
| Verandering van exploitant | Verandering van exploitant |
Art. 11.Naast de verplichting voor de overlater en de overnemer om |
Art. 11.Naast de verplichting voor de overlater en de overnemer om |
| onverwijld elke verandering van exploitant aan het Instituut mee te | onverwijld elke verandering van exploitant aan het Instituut mee te |
| delen, moet elke persoon die zijn exploitatie overlaat de overnemer | delen, moet elke persoon die zijn exploitatie overlaat de overnemer |
| wijzen op zijn milieuverplichtingen. | wijzen op zijn milieuverplichtingen. |
| Meer bepaald bezorgt hij hem een kopie van alle vergunningen en | Meer bepaald bezorgt hij hem een kopie van alle vergunningen en |
| beslissingen betreffende de betrokken installaties, een kopie van alle | beslissingen betreffende de betrokken installaties, een kopie van alle |
| vorige aangiften die krachtens dit besluit zijn vereist, alsook een | vorige aangiften die krachtens dit besluit zijn vereist, alsook een |
| kopie van de briefwisseling met het Instituut over het in | kopie van de briefwisseling met het Instituut over het in |
| overeenstemming brengen van de installaties met de bepalingen van dit | overeenstemming brengen van de installaties met de bepalingen van dit |
| besluit. | besluit. |
| Inwerkingtreding | Inwerkingtreding |
Art. 12.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 12.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
| Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. | Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. |
| Uitvoering | Uitvoering |
Art. 13.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van |
Art. 13.De Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van |
| dit besluit. | dit besluit. |
| Brussel, 8 november 2001. | Brussel, 8 november 2001. |
| Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : | Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : |
| De Minister-President, | De Minister-President, |
| F.-X. de DONNEA | F.-X. de DONNEA |
| De Minister van Leefmilieu, | De Minister van Leefmilieu, |
| D. GOSUIN | D. GOSUIN |
| Bijlagen | Bijlagen |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse | Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Brusselse |
| Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de | Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de |
| exploitatievoorwaarden voor bepaalde drukactiviteiten. | exploitatievoorwaarden voor bepaalde drukactiviteiten. |
| Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : | Namens de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : |
| De Minister-President, | De Minister-President, |
| F.-X. de DONNEA | F.-X. de DONNEA |
| De Minister van Leefmilieu, | De Minister van Leefmilieu, |
| D. GOSUIN | D. GOSUIN |