Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21/01/1999
← Terug naar "Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het aantal punten toegekend aan de lokale besturen in toepassing van artikel 15 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 tot bepaling van de verdelingscriteria voor de subsidies toegekend aan lokale besturen die gesubsidieerde contractuelen tewerkstellen, zoals gewijzigd door het besluit van 14 januari 1999 van de Brusselse hoofdstedelijke Regering "
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het aantal punten toegekend aan de lokale besturen in toepassing van artikel 15 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 tot bepaling van de verdelingscriteria voor de subsidies toegekend aan lokale besturen die gesubsidieerde contractuelen tewerkstellen, zoals gewijzigd door het besluit van 14 januari 1999 van de Brusselse hoofdstedelijke Regering Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van het aantal punten toegekend aan de lokale besturen in toepassing van artikel 15 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 tot bepaling van de verdelingscriteria voor de subsidies toegekend aan lokale besturen die gesubsidieerde contractuelen tewerkstellen, zoals gewijzigd door het besluit van 14 januari 1999 van de Brusselse hoofdstedelijke Regering
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
21 JANUARI 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 21 JANUARI 1999. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering
tot vaststelling van het aantal punten toegekend aan de lokale tot vaststelling van het aantal punten toegekend aan de lokale
besturen in toepassing van artikel 15 van het besluit van de Brusselse besturen in toepassing van artikel 15 van het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 tot bepaling van de Hoofdstedelijke Regering van 5 februari 1998 tot bepaling van de
verdelingscriteria voor de subsidies toegekend aan lokale besturen die verdelingscriteria voor de subsidies toegekend aan lokale besturen die
gesubsidieerde contractuelen tewerkstellen, zoals gewijzigd door het gesubsidieerde contractuelen tewerkstellen, zoals gewijzigd door het
besluit van 14 januari 1999 van de Brusselse hoofdstedelijke Regering besluit van 14 januari 1999 van de Brusselse hoofdstedelijke Regering
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen, inzonderheid artikel 6, § 1, IX, gewijzigd bij de instellingen, inzonderheid artikel 6, § 1, IX, gewijzigd bij de
bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993; bijzondere wetten van 8 augustus 1988 en 16 juli 1993;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de
Brusselse instellingen, inzonderheid artikel 4; Brusselse instellingen, inzonderheid artikel 4;
Gelet op de wet van 28 december 1984 tot afschaffing of Gelet op de wet van 28 december 1984 tot afschaffing of
herstructurering van sommige instellingen van openbaar nut, herstructurering van sommige instellingen van openbaar nut,
inzonderheid artikel 14; inzonderheid artikel 14;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot Gelet op het koninklijk besluit nr. 474 van 28 oktober 1986 tot
opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde
contractuelen bij sommige plaatselijke besturen; contractuelen bij sommige plaatselijke besturen;
Gelet op de ordonnantie van 21 december 1998 houdende de algemene Gelet op de ordonnantie van 21 december 1998 houdende de algemene
uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het
begrotingsjaar 1999; begrotingsjaar 1999;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5
februari 1988 tot bepaling van de verdelingscriteria voor de subsidies februari 1988 tot bepaling van de verdelingscriteria voor de subsidies
toegekend aan lokale besturen die gesubsidieerde contractuelen toegekend aan lokale besturen die gesubsidieerde contractuelen
tewerk-stellen, zoals gewijzigd door het besluit van 14 januari 1999 tewerk-stellen, zoals gewijzigd door het besluit van 14 januari 1999
van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering; van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering;
Gelet op de beslissing van de Commissie C (94) 3235 van 12 december Gelet op de beslissing van de Commissie C (94) 3235 van 12 december
1994 betreffende de toekenning van steun van het Europees Sociaal 1994 betreffende de toekenning van steun van het Europees Sociaal
Fonds voor de financiering van het operationeel programma 94-3030B3 in Fonds voor de financiering van het operationeel programma 94-3030B3 in
het kader van de communautaire steun voor de tussenkomst van het ESF het kader van de communautaire steun voor de tussenkomst van het ESF
in het raam van doelstelling 3 in België; in het raam van doelstelling 3 in België;
Overwegende dat de kredieten toegekend aan de BGDA voor de bevordering Overwegende dat de kredieten toegekend aan de BGDA voor de bevordering
van de tewerkstelling in de lokale besturen (koninklijk besluit nr 474 van de tewerkstelling in de lokale besturen (koninklijk besluit nr 474
van 28 oktober 1986), aangewezen op basisallocatie 43.59, activiteit van 28 oktober 1986), aangewezen op basisallocatie 43.59, activiteit
1, programma 2, afdeling 13 van de algemene begroting voor het jaar 1, programma 2, afdeling 13 van de algemene begroting voor het jaar
1999, 660.000.000 frank bedragen; 1999, 660.000.000 frank bedragen;
Overwegende dat volgens de bepalingen van artikel 7, eerste en tweede Overwegende dat volgens de bepalingen van artikel 7, eerste en tweede
lid, van voornoemd besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering lid, van voornoemd besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering
van 5 februari 1998, een bedrag van 28.502.000 frank toegekend wordt van 5 februari 1998, een bedrag van 28.502.000 frank toegekend wordt
voor de tewerkstelling van Geco's volgens de voorwaarden vastgesteld voor de tewerkstelling van Geco's volgens de voorwaarden vastgesteld
door deze bepaling; dat een gedeelte van dat bedrag, met name 45%, door deze bepaling; dat een gedeelte van dat bedrag, met name 45%,
gefinancierd wordt door een door het Europees Sociaal Fonds toegekende gefinancierd wordt door een door het Europees Sociaal Fonds toegekende
subsidie aan de BGDA uit hoofde van voornoemde beslissing van de subsidie aan de BGDA uit hoofde van voornoemde beslissing van de
Commissie C (94) 3235; dat het bedrag aangewezen op de allocatie aldus Commissie C (94) 3235; dat het bedrag aangewezen op de allocatie aldus
teruggebracht wordt tot 644.323.625 frank; teruggebracht wordt tot 644.323.625 frank;
Overwegende dat volgens de bepalingen van artikel 7, derde lid, van Overwegende dat volgens de bepalingen van artikel 7, derde lid, van
voornoemd besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5 voornoemd besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 5
februari 1998, een bedrag van 26.325.000 frank toegekend wordt voor de februari 1998, een bedrag van 26.325.000 frank toegekend wordt voor de
tewerkstelling van Geco's bij onthaalinstellingen zoals vastgesteld tewerkstelling van Geco's bij onthaalinstellingen zoals vastgesteld
door deze bepaling; dat het bedrag aangewezen op de allocatie aldus door deze bepaling; dat het bedrag aangewezen op de allocatie aldus
teruggebracht wordt tot 617.998.625 frank; teruggebracht wordt tot 617.998.625 frank;
Overwegende dat het minimum jaarlijks bedrag van de premie bedoeld in Overwegende dat het minimum jaarlijks bedrag van de premie bedoeld in
artikel 5 van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse artikel 5 van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering 230.000 frank bedraagt; dat de budgettaire Hoofdstedelijke Regering 230.000 frank bedraagt; dat de budgettaire
weerslag van dat bedrag kan worden teruggebracht tot 225.000 frank; weerslag van dat bedrag kan worden teruggebracht tot 225.000 frank;
Overwegende dat om het aantal punten vast te stellen, het saldo van Overwegende dat om het aantal punten vast te stellen, het saldo van
het bedrag van de basisallocatie teruggebracht tot 617.998.625 frank, het bedrag van de basisallocatie teruggebracht tot 617.998.625 frank,
moet gedeeld worden door het bedrag van 225.000 frank; moet gedeeld worden door het bedrag van 225.000 frank;
Dat het aantal te verdelen punten 2.747 bedraagt; Dat het aantal te verdelen punten 2.747 bedraagt;
Overwegende dat overeenkomstig artikelen 15, § 3 en 19, van voornoemd Overwegende dat overeenkomstig artikelen 15, § 3 en 19, van voornoemd
besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, besluit van 5 februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
het aantal punten toegekend aan de gemeenten 2.052 bedraagt; dat het het aantal punten toegekend aan de gemeenten 2.052 bedraagt; dat het
aantal punten toegekend aan de OCMW's 695 bedraagt; aantal punten toegekend aan de OCMW's 695 bedraagt;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15
januari 1999; januari 1999;
Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari Gelet op de gecoördineerde wetten op de Raad van State van 12 januari
1973, inzonderheid artikel 3, § 1, zoals gewijzigd bij de wetten van 4 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, zoals gewijzigd bij de wetten van 4
juli 1989 en van 4 augustus 1996; juli 1989 en van 4 augustus 1996;
Gelet op de hoogdringendheid; Gelet op de hoogdringendheid;
Overwegende dat de verdeling der punten tussen de lokale overheden Overwegende dat de verdeling der punten tussen de lokale overheden
onverwijld moet gebeuren om aan deze lokale overheden de mogelijkheid onverwijld moet gebeuren om aan deze lokale overheden de mogelijkheid
te bieden, van zodra ze op de hoogte zijn van het aantal contractuelen te bieden, van zodra ze op de hoogte zijn van het aantal contractuelen
die hen toegewezen zijn voor het jaar 1999, alle onontbeerlijke die hen toegewezen zijn voor het jaar 1999, alle onontbeerlijke
maatregelen te nemen voor de goede uitvoering van het programma voor maatregelen te nemen voor de goede uitvoering van het programma voor
de aanwerving van gesubsidieerde contractuelen en dat de Regering er de aanwerving van gesubsidieerde contractuelen en dat de Regering er
bijgevolg toe genoopt is onverwijld de uitvoeringsmaatregelen van bijgevolg toe genoopt is onverwijld de uitvoeringsmaatregelen van
voornoemd besluit goed te keuren teneinde haar programma voor de voornoemd besluit goed te keuren teneinde haar programma voor de
toekenning van subsidies aan de lokale besturen te kunnen uitvoeren; toekenning van subsidies aan de lokale besturen te kunnen uitvoeren;
Op de voordracht van de Minister-Voorzitter, bevoegd voor Lokale Op de voordracht van de Minister-Voorzitter, bevoegd voor Lokale
Besturen, Tewerkstelling, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Besturen, Tewerkstelling, Huisvesting en Monumenten en Landschappen,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.Het aantal punten dat tussen de gemeenten en de OCMW's moet

Artikel 1.Het aantal punten dat tussen de gemeenten en de OCMW's moet

worden verdeeld uit hoofde van voornoemd besluit van 5 februari 1998 worden verdeeld uit hoofde van voornoemd besluit van 5 februari 1998
van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bedraagt 2.747 punten. van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering bedraagt 2.747 punten.
Met toepassing van artikelen 15, § 3 en 19 van voornoemd besluit van 5 Met toepassing van artikelen 15, § 3 en 19 van voornoemd besluit van 5
februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt het februari 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt het
aantal punten dat aan de gemeenten en aan de O.C.M.W.'s toegekend aantal punten dat aan de gemeenten en aan de O.C.M.W.'s toegekend
wordt, respectievelijk vastgesteld op 2.052 punten voor de gemeenten wordt, respectievelijk vastgesteld op 2.052 punten voor de gemeenten
en op 695 punten voor de O.C.M.W.'s. en op 695 punten voor de O.C.M.W.'s.

Art. 2.Het aantal punten toegekend aan de gemeenten met toepassing

Art. 2.Het aantal punten toegekend aan de gemeenten met toepassing

van artikelen 15, § 4, 16 en 19 van voornoemd besluit van 5 februari van artikelen 15, § 4, 16 en 19 van voornoemd besluit van 5 februari
1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, is vastgesteld op het 1998 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, is vastgesteld op het
aantal vermeld naast hun naam in kolom K van staat nr. 7. aantal vermeld naast hun naam in kolom K van staat nr. 7.
Bijgevoegde staten nrs 1 tot 3 geven de omstandige verdeling van de Bijgevoegde staten nrs 1 tot 3 geven de omstandige verdeling van de
punten bedoeld in het eerste lid en toegekend aan de gemeenten. punten bedoeld in het eerste lid en toegekend aan de gemeenten.

Art. 3.Het aantal punten toegekend aan de O.C.M.W.'s met toepassing

Art. 3.Het aantal punten toegekend aan de O.C.M.W.'s met toepassing

van artikel 15, § 4, van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de van artikel 15, § 4, van voornoemd besluit van 5 februari 1998 van de
Brusselse Hoofdstedelijke Regering, is vastgesteld op het aantal Brusselse Hoofdstedelijke Regering, is vastgesteld op het aantal
vermeld naast hun naam in kolom L van staat nr. 7. vermeld naast hun naam in kolom L van staat nr. 7.
Bijgevoegde staten nrs 4 tot 6 geven de omstandige verdeling van de Bijgevoegde staten nrs 4 tot 6 geven de omstandige verdeling van de
punten bedoeld in het eerste lid en toegekend aan de O.C.M.W.'s. punten bedoeld in het eerste lid en toegekend aan de O.C.M.W.'s.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Brussel, 21 januari 1999. Brussel, 21 januari 1999.
De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
bevoegd voor Lokale Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en bevoegd voor Lokale Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en
Monumenten en Landschappen, Monumenten en Landschappen,
Ch. PICQUE Ch. PICQUE
De Minister bevoegd voor Economie, Financiën, Begroting, De Minister bevoegd voor Economie, Financiën, Begroting,
Energie en Externe Betrekkingen, Energie en Externe Betrekkingen,
J. CHABERT J. CHABERT
Bijlagen Bijlagen
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
^