← Terug naar "Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot opheffing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 december 1997 tot wijziging van de artikelen 19, 21, 22, 23 en 24 van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid "
| Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot opheffing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 december 1997 tot wijziging van de artikelen 19, 21, 22, 23 en 24 van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid | Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot opheffing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 december 1997 tot wijziging van de artikelen 19, 21, 22, 23 en 24 van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid |
|---|---|
| MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
| 19 FEBRUARI 1998. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | 19 FEBRUARI 1998. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
| tot opheffing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke | tot opheffing van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke |
| Regering van 4 december 1997 tot wijziging van de artikelen 19, 21, | Regering van 4 december 1997 tot wijziging van de artikelen 19, 21, |
| 22, 23 en 24 van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende | 22, 23 en 24 van het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende |
| sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen | sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen |
| en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid | en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid |
| De Brusselse Hoofdstedelijke Regering; | De Brusselse Hoofdstedelijke Regering; |
| Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de | Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de |
| Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 40; | Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 40; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot bepaling van | Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 tot bepaling van |
| de algemene principes; | de algemene principes; |
| Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
| 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli |
| 1989; | 1989; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat | Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat |
| de geneeskundige controle van afwezigheden wegens ziekte van het | de geneeskundige controle van afwezigheden wegens ziekte van het |
| personeel van het Ministerie door een gewestelijk toezicht moet worden | personeel van het Ministerie door een gewestelijk toezicht moet worden |
| vervangen en dat het besluit waarvan de opheffing wordt voorgesteld | vervangen en dat het besluit waarvan de opheffing wordt voorgesteld |
| ter onderhandeling aan de vakbonden in het gemeenschappelijk comité | ter onderhandeling aan de vakbonden in het gemeenschappelijk comité |
| voor alle overheidsdiensten moet voorgelegd worden; | voor alle overheidsdiensten moet voorgelegd worden; |
| Op voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken, | Op voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 |
Artikel 1.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 |
| december 1997 tot wijziging van de artikels 19, 21, 22, 23 en 24 van | december 1997 tot wijziging van de artikels 19, 21, 22, 23 en 24 van |
| het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven | het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven |
| toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de | toegestaan aan personeelsleden van de rijksbesturen en betreffende de |
| afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid, wordt ingetrokken. | afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid, wordt ingetrokken. |
Art. 2.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering |
Art. 2.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
| Brussel, 19 februari 1998. | Brussel, 19 februari 1998. |
| De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
| bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting | bevoegd voor Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting |
| en Monumenten en Landschappen, | en Monumenten en Landschappen, |
| Ch. PICQUE | Ch. PICQUE |
| De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
| bevoegd voor Ambtenarenzaken, Buitenlandse Handel, | bevoegd voor Ambtenarenzaken, Buitenlandse Handel, |
| Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, | Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, |
| R. GRIJP | R. GRIJP |