| Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de voorwaarden voor de organisatie van een hybride opleiding in het onderwijs voor sociale promotie | Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de voorwaarden voor de organisatie van een hybride opleiding in het onderwijs voor sociale promotie |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE FRANSE GEMEENSCHAP |
| 21 DECEMBER 2022. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap | 21 DECEMBER 2022. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap |
| tot vaststelling van de voorwaarden voor de organisatie van een | tot vaststelling van de voorwaarden voor de organisatie van een |
| hybride opleiding in het onderwijs voor sociale promotie | hybride opleiding in het onderwijs voor sociale promotie |
| De regering van de Franse Gemeenschap, | De regering van de Franse Gemeenschap, |
| Gelet op het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie van het | Gelet op het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie van het |
| onderwijs voor sociale promotie, artikel 120, § 1, gewijzigd bij het | onderwijs voor sociale promotie, artikel 120, § 1, gewijzigd bij het |
| decreet van 20 juli 2022; | decreet van 20 juli 2022; |
| Gelet op het decreet van 10 januari 2019 betreffende de algemene | Gelet op het decreet van 10 januari 2019 betreffende de algemene |
| inspectiedienst, artikel 5, § 2; | inspectiedienst, artikel 5, § 2; |
| Gelet op het regeringsbesluit van 8 mei 2014 tot vaststelling van de | Gelet op het regeringsbesluit van 8 mei 2014 tot vaststelling van de |
| voorwaarden voor de organisatie van e-learningactiviteiten door het | voorwaarden voor de organisatie van e-learningactiviteiten door het |
| onderwijs voor sociale promotie ; | onderwijs voor sociale promotie ; |
| Gelet op de "Gender"-test die op 4 juli 2022 is uitgevoerd | Gelet op de "Gender"-test die op 4 juli 2022 is uitgevoerd |
| overeenkomstig artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 | overeenkomstig artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 |
| januari 2016 betreffende de integratie van de genderdimensie in alle | januari 2016 betreffende de integratie van de genderdimensie in alle |
| beleidslijnen van de Franse Gemeenschap; | beleidslijnen van de Franse Gemeenschap; |
| Gelet op het protocol van vakbondsonderhandelingen binnen het | Gelet op het protocol van vakbondsonderhandelingen binnen het |
| onderhandelingscomité van Sector IX, het provinciaal en lokaal comité | onderhandelingscomité van Sector IX, het provinciaal en lokaal comité |
| voor de openbare diensten, afdeling II, en het onderhandelingscomité | voor de openbare diensten, afdeling II, en het onderhandelingscomité |
| voor het statuut van het personeel van het gesubsidieerd vrij | voor het statuut van het personeel van het gesubsidieerd vrij |
| onderwijs overeenkomstig de nadere regels van het koninklijk besluit | onderwijs overeenkomstig de nadere regels van het koninklijk besluit |
| van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 | van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 |
| tot regeling van de betrekkingen tussen de openbare besturen en de | tot regeling van de betrekkingen tussen de openbare besturen en de |
| vakbonden van de personeelsleden van deze besturen en van het decreet | vakbonden van de personeelsleden van deze besturen en van het decreet |
| van 19 mei 2004 betreffende de onderhandelingen in de Franse | van 19 mei 2004 betreffende de onderhandelingen in de Franse |
| Gemeenschap, gesloten op 23 augustus 2022; | Gemeenschap, gesloten op 23 augustus 2022; |
| Gelet op het op 24 augustus 2022 gesloten onderhandelingsprotocol in | Gelet op het op 24 augustus 2022 gesloten onderhandelingsprotocol in |
| het onderhandelingscomité tussen de Regering van de Franse | het onderhandelingscomité tussen de Regering van de Franse |
| Gemeenschap, Wallonie Bruxelles Enseignement en de federaties van | Gemeenschap, Wallonie Bruxelles Enseignement en de federaties van |
| inrichtende machten; | inrichtende machten; |
| Gelet op het advies nr. 72.626/2 van de Raad van State, gegeven op 14 | Gelet op het advies nr. 72.626/2 van de Raad van State, gegeven op 14 |
| december 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van | december 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van |
| de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op de voordracht van de minister van Onderwijs voor Sociale Promotie; | Op de voordracht van de minister van Onderwijs voor Sociale Promotie; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
| HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen | HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen |
| Afdeling 1. - Definities | Afdeling 1. - Definities |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° "decreet" : het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie | 1° "decreet" : het decreet van 16 april 1991 houdende de organisatie |
| van het onderwijs inzake sociale promotie; | van het onderwijs inzake sociale promotie; |
| 2° "hybride onderwijs": leervorm gedefinieerd in artikel 5bis, 15°, | 2° "hybride onderwijs": leervorm gedefinieerd in artikel 5bis, 15°, |
| van het decreet; | van het decreet; |
| 3° "docent" : de leraar of deskundige waarop een beroep wordt gedaan | 3° "docent" : de leraar of deskundige waarop een beroep wordt gedaan |
| onder de voorwaarden bepaald in het besluit van de Executieve van de | onder de voorwaarden bepaald in het besluit van de Executieve van de |
| Franse Gemeenschap van 26 januari 1993 tot vaststelling van de | Franse Gemeenschap van 26 januari 1993 tot vaststelling van de |
| voorwaarden waaronder een beroep wordt gedaan op deskundigen, | voorwaarden waaronder een beroep wordt gedaan op deskundigen, |
| aangeworven op basis van hun bijzondere bekwaamheden, voor het | aangeworven op basis van hun bijzondere bekwaamheden, voor het |
| verrichten van bepaalde prestaties in het onderwijs voor sociale | verrichten van bepaalde prestaties in het onderwijs voor sociale |
| promotie onder het stelsel 1; | promotie onder het stelsel 1; |
| 4° "leerplatform": online digitale omgeving die het gebruik van | 4° "leerplatform": online digitale omgeving die het gebruik van |
| collaboratieve pedagogische instrumenten mogelijk maakt die | collaboratieve pedagogische instrumenten mogelijk maakt die |
| communicatie, integratie en co-constructie van pedagogische reeksen | communicatie, integratie en co-constructie van pedagogische reeksen |
| vergemakkelijken, en verschillende feedback en leeranalyse biedt; | vergemakkelijken, en verschillende feedback en leeranalyse biedt; |
| 5° "co-constructie": constructie van onderwijsreeksen door | 5° "co-constructie": constructie van onderwijsreeksen door |
| verschillende docenten, met inbegrip van samenwerking door meerdere | verschillende docenten, met inbegrip van samenwerking door meerdere |
| docenten in dezelfde onderwijsreeks; | docenten in dezelfde onderwijsreeks; |
| 6° "feedback": informatie in verband met de leerdoelen en | 6° "feedback": informatie in verband met de leerdoelen en |
| evaluatiecriteria die aan de leerling wordt verstrekt, zoals concrete | evaluatiecriteria die aan de leerling wordt verstrekt, zoals concrete |
| manieren om zich te verbeteren, aanduidingen van sterke en zwakke | manieren om zich te verbeteren, aanduidingen van sterke en zwakke |
| punten, aanvullende oefeningen aangepast aan de ondervonden | punten, aanvullende oefeningen aangepast aan de ondervonden |
| moeilijkheden; | moeilijkheden; |
| 7° "scripting van onderwijsreeksen": een gedetailleerde beschrijving | 7° "scripting van onderwijsreeksen": een gedetailleerde beschrijving |
| van elke onderwijsreeks. Deze beschrijving bestaat uit vier elementen: | van elke onderwijsreeks. Deze beschrijving bestaat uit vier elementen: |
| leerdoelen, inhoud, pedagogische activiteiten (of methoden) en | leerdoelen, inhoud, pedagogische activiteiten (of methoden) en |
| evaluatiestrategieën; | evaluatiestrategieën; |
| 8° "techno-pedagoog": ambt bedoeld in artikel 86, § 2, van het decreet | 8° "techno-pedagoog": ambt bedoeld in artikel 86, § 2, van het decreet |
| - programma van 14 juli 2021 betreffende diverse maatregelen in | - programma van 14 juli 2021 betreffende diverse maatregelen in |
| verband met de bestrijding van de coronaviruscrisis, het Europees | verband met de bestrijding van de coronaviruscrisis, het Europees |
| herstelplan, Gelijke kansen, Schoolgebouwen, WBE, Vrouwenrechten, | herstelplan, Gelijke kansen, Schoolgebouwen, WBE, Vrouwenrechten, |
| Hoger onderwijs, Wetenschappelijk onderzoek, de non-profitsector, | Hoger onderwijs, Wetenschappelijk onderzoek, de non-profitsector, |
| Onderwijs en Begrotingsfondsen. | Onderwijs en Begrotingsfondsen. |
| Afdeling 2. - Doel | Afdeling 2. - Doel |
Art. 2.Het hybride onderwijs kan van toepassing zijn op een |
Art. 2.Het hybride onderwijs kan van toepassing zijn op een |
| onderwijsactiviteit of -activiteiten die een onderwijseenheid vormen | onderwijsactiviteit of -activiteiten die een onderwijseenheid vormen |
| als bedoeld in artikel 5bis, 9°, van het decreet van 16 april 1991 | als bedoeld in artikel 5bis, 9°, van het decreet van 16 april 1991 |
| houdende de organisatie van onderwijs- of vormingsactiviteiten voor | houdende de organisatie van onderwijs- of vormingsactiviteiten voor |
| sociale promotie als bedoeld in artikel 26 van voornoemd decreet. | sociale promotie als bedoeld in artikel 26 van voornoemd decreet. |
| De beslissing om onderwijseenheden of opleidingsactiviteiten in | De beslissing om onderwijseenheden of opleidingsactiviteiten in |
| hybride vorm op te zetten is onderworpen aan het voorafgaande advies | hybride vorm op te zetten is onderworpen aan het voorafgaande advies |
| van de sociale overlegorganen. | van de sociale overlegorganen. |
Art. 3.Elke onderwijseenheid of opleidingsactiviteit in hybride vorm |
Art. 3.Elke onderwijseenheid of opleidingsactiviteit in hybride vorm |
| moet apart worden georganiseerd van die welke volledig in presentie | moet apart worden georganiseerd van die welke volledig in presentie |
| wordt aangeboden. Op voorwaarde dat een aankondigingstermijn van 48 | wordt aangeboden. Op voorwaarde dat een aankondigingstermijn van 48 |
| uur in acht wordt genomen zodat de lerenden zich kunnen organiseren en | uur in acht wordt genomen zodat de lerenden zich kunnen organiseren en |
| om alle voorwaarden van dit besluit in acht te nemen, met uitzondering | om alle voorwaarden van dit besluit in acht te nemen, met uitzondering |
| van artikel 2, lid 2, en artikel 4, kan een onderwijseenheid of een | van artikel 2, lid 2, en artikel 4, kan een onderwijseenheid of een |
| opleidingsactiviteit die openstaat voor presentie-onderwijs, worden | opleidingsactiviteit die openstaat voor presentie-onderwijs, worden |
| omgezet in hybride onderwijs indien het om uitzonderlijke redenen | omgezet in hybride onderwijs indien het om uitzonderlijke redenen |
| (staking in het openbaar vervoer, lockdown, enz.) aangewezen is een | (staking in het openbaar vervoer, lockdown, enz.) aangewezen is een |
| deel van de onderwijseenheid of de opleidingsactiviteit in hybride | deel van de onderwijseenheid of de opleidingsactiviteit in hybride |
| onderwijs te geven, is het wenselijk een deel van de onderwijseenheid | onderwijs te geven, is het wenselijk een deel van de onderwijseenheid |
| of de opleidingsactiviteit op afstand of in co-modale vorm te geven. | of de opleidingsactiviteit op afstand of in co-modale vorm te geven. |
| HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen |
| Afdeling 1. - Communicatie | Afdeling 1. - Communicatie |
Art. 4.De instellingen stellen de overheid op de door haar |
Art. 4.De instellingen stellen de overheid op de door haar |
| vastgestelde wijze in kennis van de organisatie van onderwijseenheden | vastgestelde wijze in kennis van de organisatie van onderwijseenheden |
| of opleidingsactiviteiten die op hybride wijze worden georganiseerd. | of opleidingsactiviteiten die op hybride wijze worden georganiseerd. |
| Afdeling 2. - Bevoegdheden van de docent | Afdeling 2. - Bevoegdheden van de docent |
Art. 5.De docent stelt een draaiboek op voor de onderwijsreeksen die |
Art. 5.De docent stelt een draaiboek op voor de onderwijsreeksen die |
| hij ontwikkelt of, in geval van gebruik van onderwijsreeksen die hij | hij ontwikkelt of, in geval van gebruik van onderwijsreeksen die hij |
| niet zelf heeft gemaakt, controleert of er een draaiboek is voor de | niet zelf heeft gemaakt, controleert of er een draaiboek is voor de |
| onderwijsreeksen van de onderwijseenheden of van de | onderwijsreeksen van de onderwijseenheden of van de |
| opleidingsactiviteiten die in hybridisatie worden georganiseerd en die | opleidingsactiviteiten die in hybridisatie worden georganiseerd en die |
| een continu of discontinu geheel van in de tijd gelede reeksen vormen | een continu of discontinu geheel van in de tijd gelede reeksen vormen |
| met het oog op de verwezenlijking van de volgende doelstellingen, | met het oog op de verwezenlijking van de volgende doelstellingen, |
| rekening houdend met het project van de instelling en de kenmerken van | rekening houdend met het project van de instelling en de kenmerken van |
| het publiek dat haar bezoekt: | het publiek dat haar bezoekt: |
| 1° de doelstellingen van het pedagogische dossier; | 1° de doelstellingen van het pedagogische dossier; |
| 2° de pedagogische doelstellingen die de opleidingsactiviteit | 2° de pedagogische doelstellingen die de opleidingsactiviteit |
| structureren en niet onderworpen zijn aan een certificaatevaluatie. | structureren en niet onderworpen zijn aan een certificaatevaluatie. |
| De docent definieert of formaliseert in gedrukte of digitale vorm de | De docent definieert of formaliseert in gedrukte of digitale vorm de |
| indeling van de inhoud van de opleiding in real time en op afstand in | indeling van de inhoud van de opleiding in real time en op afstand in |
| synchrone of asynchrone modus, het doel van de onderwijssequenties | synchrone of asynchrone modus, het doel van de onderwijssequenties |
| gericht op het verwerven van vaardigheden, de keuzes van de animaties, | gericht op het verwerven van vaardigheden, de keuzes van de animaties, |
| de navigatiewijzen in het leertraject en de soorten gebruikte media. | de navigatiewijzen in het leertraject en de soorten gebruikte media. |
| De docent deelt aan de studenten in digitale of gedrukte vorm de | De docent deelt aan de studenten in digitale of gedrukte vorm de |
| methoden van ondersteuning en interactie met en tussen de studenten, | methoden van ondersteuning en interactie met en tussen de studenten, |
| de doelstellingen, de leermomenten, de wijzen van hybridisatie volgens | de doelstellingen, de leermomenten, de wijzen van hybridisatie volgens |
| de te ontwikkelen leerresultaten en de methoden van | de te ontwikkelen leerresultaten en de methoden van |
| certificatiebeoordeling mee, met uitzondering van de | certificatiebeoordeling mee, met uitzondering van de |
| opleidingsactiviteiten. | opleidingsactiviteiten. |
| Afdeling 3. - Bevoegdheden van de inrichtende macht | Afdeling 3. - Bevoegdheden van de inrichtende macht |
Art. 6.In het kader van de in artikel 5, lid 3, bedoelde |
Art. 6.In het kader van de in artikel 5, lid 3, bedoelde |
| ondersteuning organiseert de inrichtende macht de ondersteuning met | ondersteuning organiseert de inrichtende macht de ondersteuning met |
| betrekking tot de toe-eigening van het leerplatform door de studenten, | betrekking tot de toe-eigening van het leerplatform door de studenten, |
| rekening houdend met de mate van autonomie en de specifieke behoeften | rekening houdend met de mate van autonomie en de specifieke behoeften |
| van de studenten. | van de studenten. |
Art. 7.De inrichtende macht garandeert gelijke toegang tot internet |
Art. 7.De inrichtende macht garandeert gelijke toegang tot internet |
| en computerapparatuur, inzonderheid: | en computerapparatuur, inzonderheid: |
| 1° door de materiële en technische middelen te koppelen aan de | 1° door de materiële en technische middelen te koppelen aan de |
| verbinding waardoor hybride onderwijs kan worden verstrekt; | verbinding waardoor hybride onderwijs kan worden verstrekt; |
| 2° door alle studenten de mogelijkheid te garanderen om over de | 2° door alle studenten de mogelijkheid te garanderen om over de |
| materiële en technische middelen te beschikken om deel te nemen aan | materiële en technische middelen te beschikken om deel te nemen aan |
| alle onderwijsactiviteiten, hetzij door hun toegang te verlenen tot | alle onderwijsactiviteiten, hetzij door hun toegang te verlenen tot |
| lokalen met een digitale infrastructuur, hetzij door hun apparatuur | lokalen met een digitale infrastructuur, hetzij door hun apparatuur |
| ter beschikking te stellen; | ter beschikking te stellen; |
| 3° door te garanderen dat alle docenten over de materiële en | 3° door te garanderen dat alle docenten over de materiële en |
| technische middelen beschikken om deze activiteiten uit te voeren. | technische middelen beschikken om deze activiteiten uit te voeren. |
| Met betrekking tot de punten 1 en 2 geeft de inrichtende macht in het | Met betrekking tot de punten 1 en 2 geeft de inrichtende macht in het |
| huishoudelijk reglement van haar instelling(en) aan hoe de student in | huishoudelijk reglement van haar instelling(en) aan hoe de student in |
| voorkomend geval om toegang tot internet of tot computerfaciliteiten | voorkomend geval om toegang tot internet of tot computerfaciliteiten |
| kan verzoeken. | kan verzoeken. |
| De inrichtende macht biedt een leerplatform voor studenten, docenten | De inrichtende macht biedt een leerplatform voor studenten, docenten |
| en toezichthoudend personeel. | en toezichthoudend personeel. |
Art. 8.De inrichtende macht zorgt ervoor dat docenten die hybride |
Art. 8.De inrichtende macht zorgt ervoor dat docenten die hybride |
| onderwijsactiviteiten verzorgen specifieke pedagogische en technische | onderwijsactiviteiten verzorgen specifieke pedagogische en technische |
| ondersteuning krijgen voor deze onderwijsvorm, teneinde de kwaliteit | ondersteuning krijgen voor deze onderwijsvorm, teneinde de kwaliteit |
| van de toegepaste hybride strategieën te waarborgen. | van de toegepaste hybride strategieën te waarborgen. |
| De pedagogische en technische ondersteuning is inzonderheid gebaseerd | De pedagogische en technische ondersteuning is inzonderheid gebaseerd |
| op: | op: |
| 1° de individuele of groepsopleidingen die door de docent worden | 1° de individuele of groepsopleidingen die door de docent worden |
| gevolgd; | gevolgd; |
| 2° de ondersteuning van pedagogische adviseurs en techno-pedagogen bij | 2° de ondersteuning van pedagogische adviseurs en techno-pedagogen bij |
| de ontwikkeling van pedagogische instrumenten en ondersteuning van de | de ontwikkeling van pedagogische instrumenten en ondersteuning van de |
| digitale overgang; | digitale overgang; |
| 3° de ondersteuning van techno-pedagogen, in het kader van de | 3° de ondersteuning van techno-pedagogen, in het kader van de |
| uitvoering van leerprojecten in verband met hybride onderwijs; | uitvoering van leerprojecten in verband met hybride onderwijs; |
| 4° de middelen die het Centre de Ressources Pédagogiques (CRP) van de | 4° de middelen die het Centre de Ressources Pédagogiques (CRP) van de |
| Franse Gemeenschap ter beschikking stelt van de docenten in het | Franse Gemeenschap ter beschikking stelt van de docenten in het |
| onderwijs voor sociale promotie in het kader van het hybride | onderwijs voor sociale promotie in het kader van het hybride |
| onderwijs. | onderwijs. |
| Afdeling 4. - Verantwoordelijkheden van de Inspectiedienst | Afdeling 4. - Verantwoordelijkheden van de Inspectiedienst |
Art. 9.De inspectie, bedoeld in artikel 3, derde lid, 3°, van het |
Art. 9.De inspectie, bedoeld in artikel 3, derde lid, 3°, van het |
| decreet van 10 januari 2019 betreffende de Algemene Inspectiedienst is | decreet van 10 januari 2019 betreffende de Algemene Inspectiedienst is |
| belast met het opstellen van een verslag voor de regering over de | belast met het opstellen van een verslag voor de regering over de |
| stand van zaken van het hybride onderwijs voor sociale promotie, de | stand van zaken van het hybride onderwijs voor sociale promotie, de |
| analyse en de conformiteit van de pedagogische inrichting ervan en de | analyse en de conformiteit van de pedagogische inrichting ervan en de |
| relevantie ervan voor de pedagogische dossiers. Dit verslag wordt | relevantie ervan voor de pedagogische dossiers. Dit verslag wordt |
| geïntegreerd in het meerjarenplan bedoeld in artikel 5, § 2, van het | geïntegreerd in het meerjarenplan bedoeld in artikel 5, § 2, van het |
| decreet van 10 januari 2019 betreffende de Algemene Inspectiedienst. | decreet van 10 januari 2019 betreffende de Algemene Inspectiedienst. |
| HOOFDSTUK 3. - Opheffings- en slotbepalingen | HOOFDSTUK 3. - Opheffings- en slotbepalingen |
Art. 10.Het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 8 |
Art. 10.Het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 8 |
| mei 2014 tot vaststelling van de voorwaarden voor de organisatie van | mei 2014 tot vaststelling van de voorwaarden voor de organisatie van |
| e-learningactiviteiten door het Onderwijs voor Sociale Promotie wordt | e-learningactiviteiten door het Onderwijs voor Sociale Promotie wordt |
| opgeheven. | opgeheven. |
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van het academiejaar |
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van het academiejaar |
| 2022-2023. | 2022-2023. |
Art. 12.De minister bevoegd voor het Onderwijs voor Sociale Promotie |
Art. 12.De minister bevoegd voor het Onderwijs voor Sociale Promotie |
| is belast met de uitvoering van dit besluit. | is belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 21 december 2022. | Brussel, 21 december 2022. |
| De minister-president, | De minister-president, |
| P.-Y. JEHOLET | P.-Y. JEHOLET |
| De minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie, | De minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie, |
| Universitaire Ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, | Universitaire Ziekenhuizen, Hulpverlening aan de Jeugd, |
| Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, | Justitiehuizen, Jeugd, Sport en de Promotie van Brussel, |
| V. GLATIGNY | V. GLATIGNY |