Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Document van 26/04/1996
← Terug naar "Besluit van de Minister-President betreffende de gelijkstelling van de diploma's en opleidingen van het verzorgingspersoneel werkzaam in rustoorden voor bejaardenen in rust- en verzorgingstehuizen "
Besluit van de Minister-President betreffende de gelijkstelling van de diploma's en opleidingen van het verzorgingspersoneel werkzaam in rustoorden voor bejaardenen in rust- en verzorgingstehuizen Besluit van de Minister-President betreffende de gelijkstelling van de diploma's en opleidingen van het verzorgingspersoneel werkzaam in rustoorden voor bejaardenen in rust- en verzorgingstehuizen
MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP
26 APRIL 1996. - Besluit van de Minister-President betreffende de 26 APRIL 1996. - Besluit van de Minister-President betreffende de
gelijkstelling van de diploma's en opleidingen van het gelijkstelling van de diploma's en opleidingen van het
verzorgingspersoneel werkzaam in rustoorden voor bejaardenen in rust- verzorgingspersoneel werkzaam in rustoorden voor bejaardenen in rust-
en verzorgingstehuizen en verzorgingstehuizen
De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale De Minister-President, Minister van Financiën, Internationale
Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme; Betrekkingen, Gezondheid, Gezin en Bejaarden, Sport en Toerisme;
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen
voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wetten van 6 juli
1990, 18 juli 1990 en 16 juli 1993; 1990, 18 juli 1990 en 16 juli 1993;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 april 1995 tot vaststelling Gelet op het ministerieel besluit van 5 april 1995 tot vaststelling
van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, 12, van de wet van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, 12, van de wet
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de in artikel 34, 12° uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de in artikel 34, 12°
van dezelfde wet bedoelde verstrekkingen, inzonderheid op artikel 2, 4 van dezelfde wet bedoelde verstrekkingen, inzonderheid op artikel 2, 4
en 4bis; en 4bis;
Gelet op het besluit van de Regering van 28 juni 1995 houdende Gelet op het besluit van de Regering van 28 juni 1995 houdende
overdracht van beslissingsbevoegdheden aan de Ministers, overdracht van beslissingsbevoegdheden aan de Ministers,
Gelet op het besluit van de Regering van 28 juni 1995 houdende Gelet op het besluit van de Regering van 28 juni 1995 houdende
verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers, verdeling van de bevoegdheden onder de Ministers,
Besluit Besluit

Art. 4.Worden gelijkgesteld met het verzorgingspersoneel bedoeld in

Art. 4.Worden gelijkgesteld met het verzorgingspersoneel bedoeld in

artikel 2, 4 van het ministerieel besluit van 5 april 1995 tot artikel 2, 4 van het ministerieel besluit van 5 april 1995 tot
vaststelling van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, 12, van de vaststelling van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, 12, van de
wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de in verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor de in
artikel 34, 12° van dezelfde wet bedoelde verstrekkingen : artikel 34, 12° van dezelfde wet bedoelde verstrekkingen :
1° de personen die het eerste leerjaar van gegradueerde verpleger of 1° de personen die het eerste leerjaar van gegradueerde verpleger of
gegradueerde verpleegster of van het brevet van verpleger of gegradueerde verpleegster of van het brevet van verpleger of
verpleegster met vrucht hebben beëindigd; verpleegster met vrucht hebben beëindigd;
2° de personen die houders zijn van een door het nationale ministerie 2° de personen die houders zijn van een door het nationale ministerie
van Gezondheid en Gezin uitgereikt diploma van bejaardenhelp(st)er; van Gezondheid en Gezin uitgereikt diploma van bejaardenhelp(st)er;
3° de personen die een opleiding van gezins- en bejaardenverzorgster 3° de personen die een opleiding van gezins- en bejaardenverzorgster
met vrucht hebben beëindigd, die door de GRABA in samenwerking met de met vrucht hebben beëindigd, die door de GRABA in samenwerking met de
"Familienhilfsdienst" (dienst voor gezinshulp) en de "Familienhilfsdienst" (dienst voor gezinshulp) en de
"Krankenpflegevereinigung der Deutschsprachigen Gemeinschaft" "Krankenpflegevereinigung der Deutschsprachigen Gemeinschaft"
(vereniging voor de verpleegkundige verzorging van de Duitstalige (vereniging voor de verpleegkundige verzorging van de Duitstalige
Gemeenschap) georganiseerd is; Gemeenschap) georganiseerd is;
4° de personen die een opleiding van "Altenpfleger" met vrucht hebben 4° de personen die een opleiding van "Altenpfleger" met vrucht hebben
beëindigd, overeenkomstig artikel 20 van de "Ausbildungs- und beëindigd, overeenkomstig artikel 20 van de "Ausbildungs- und
Prüfungsordnung für Altenpfleger" [regeling betreffende de opleiding Prüfungsordnung für Altenpfleger" [regeling betreffende de opleiding
en de examens van de "Altenpfleger") van de Duitse Bondsrepubliek van en de examens van de "Altenpfleger") van de Duitse Bondsrepubliek van
25 mei 1990. 25 mei 1990.

Art. 5.De bijscholing georganiseerd door de "Krankenpflegevereinigung

Art. 5.De bijscholing georganiseerd door de "Krankenpflegevereinigung

der Deutschsprachigen Gemeinschaft" wordt erkend volgens dezelfde der Deutschsprachigen Gemeinschaft" wordt erkend volgens dezelfde
modaliteiten als de bijscholing bedoeld in artikel 2, 4 van hetzelfde modaliteiten als de bijscholing bedoeld in artikel 2, 4 van hetzelfde
ministerieel besluit van 5 april 1995. ministerieel besluit van 5 april 1995.
De bijscholingen erkend door de bevoegde ministers van de andere De bijscholingen erkend door de bevoegde ministers van de andere
gemeenschappen worden gelijkgesteld met de bijscholing bedoeld in het gemeenschappen worden gelijkgesteld met de bijscholing bedoeld in het
eerste lid, wat de Duitstalige Gemeenschap betreft. eerste lid, wat de Duitstalige Gemeenschap betreft.

Art. 6.Het besluit van de Minister-President van 1 maart 1995

Art. 6.Het besluit van de Minister-President van 1 maart 1995

betreffende de erkenning van de diploma's en opleidingen van het betreffende de erkenning van de diploma's en opleidingen van het
verzorgingspersoneel werkzaam in rustoorden voor bejaarden, wordt verzorgingspersoneel werkzaam in rustoorden voor bejaarden, wordt
opgeheven. opgeheven.
Eupen, 26 april 1996. Eupen, 26 april 1996.
De Minister-President, De Minister-President,
Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin Minister van Financiën, Internationale Betrekkingen, Gezondheid, Gezin
en Bejaarden, Sport en Toerisme, en Bejaarden, Sport en Toerisme,
J. MARAITE J. MARAITE
^