← Terug naar "Besluit van de Regering betreffende mobiliteitshulpmiddelen "
Besluit van de Regering betreffende mobiliteitshulpmiddelen | Besluit van de Regering betreffende mobiliteitshulpmiddelen |
---|---|
MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP |
20 JUNI 2017. - Besluit van de Regering betreffende | 20 JUNI 2017. - Besluit van de Regering betreffende |
mobiliteitshulpmiddelen | mobiliteitshulpmiddelen |
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, | De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, |
Gelet op het decreet van 4 juni 2007 betreffende de woon-, | Gelet op het decreet van 4 juni 2007 betreffende de woon-, |
begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden, de | begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden, de |
seniorenresidenties en de psychiatrische verzorgingstehuizen, artikel | seniorenresidenties en de psychiatrische verzorgingstehuizen, artikel |
5, § 3, gewijzigd bij de decreten van 13 februari 2012 en 25 februari | 5, § 3, gewijzigd bij de decreten van 13 februari 2012 en 25 februari |
2013, artikel 10, gewijzigd bij de decreten van 16 juni 2008 en 15 | 2013, artikel 10, gewijzigd bij de decreten van 16 juni 2008 en 15 |
maart 2010, en artikel 12, § 2, gewijzigd bij het decreet van 20 | maart 2010, en artikel 12, § 2, gewijzigd bij het decreet van 20 |
februari 2017; | februari 2017; |
Gelet op het decreet van 13 december 2016 tot oprichting van een | Gelet op het decreet van 13 december 2016 tot oprichting van een |
Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, | Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, |
artikel 8, tweede lid, artikel 9, artikel 10, artikel 18, § 1, en | artikel 8, tweede lid, artikel 9, artikel 10, artikel 18, § 1, en |
artikel 45, tweede lid; | artikel 45, tweede lid; |
Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling | Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling |
van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake | van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake |
verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen; | verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen; |
Gelet op het besluit van de Regering van 26 februari 1997 over de | Gelet op het besluit van de Regering van 26 februari 1997 over de |
erkenningsvoorwaarden voor woon-, begeleidings- en | erkenningsvoorwaarden voor woon-, begeleidings- en |
verzorgingsstructuren voor bejaarden; | verzorgingsstructuren voor bejaarden; |
Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Dienst van de | Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Dienst van de |
Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, gegeven op 10 | Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, gegeven op 10 |
maart 2017; | maart 2017; |
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 31 | Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 31 |
maart 2017; | maart 2017; |
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor | Gelet op de akkoordbevinding van de Minister-President, bevoegd voor |
Begroting, d.d. 4 april 2017; | Begroting, d.d. 4 april 2017; |
Gelet op het advies van de Commissie voor de bescherming van de | Gelet op het advies van de Commissie voor de bescherming van de |
persoonlijke levenssfeer, gegeven op 24 mei 2017; | persoonlijke levenssfeer, gegeven op 24 mei 2017; |
Gelet op advies 61.413/3 van de Raad van State, gegeven op 31 mei | Gelet op advies 61.413/3 van de Raad van State, gegeven op 31 mei |
2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Overwegende het advies van de Adviescommissie voor de woon-, | Overwegende het advies van de Adviescommissie voor de woon-, |
begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en voor de | begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden en voor de |
thuishulp, gegeven op 8 maart 2017; | thuishulp, gegeven op 8 maart 2017; |
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Bejaarden, Gezondheid en | Op de voordracht van de Minister bevoegd voor Bejaarden, Gezondheid en |
Sociale Aangelegenheden; | Sociale Aangelegenheden; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN | HOOFDSTUK 1 - ALGEMENE BEPALINGEN |
Artikel 1 - Dit besluit is van toepassing op de Dienst van de | Artikel 1 - Dit besluit is van toepassing op de Dienst van de |
Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, op de | Duitstalige Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven, op de |
organiserende instanties van bejaardentehuizen en rust- en | organiserende instanties van bejaardentehuizen en rust- en |
verzorgingstehuizen die mobiliteitshulpmiddelen ter beschikking | verzorgingstehuizen die mobiliteitshulpmiddelen ter beschikking |
stellen van de gebruikers, alsook op de gebruikers die een beroep doen | stellen van de gebruikers, alsook op de gebruikers die een beroep doen |
op dit aanbod. | op dit aanbod. |
Art. 2 - Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: | Art. 2 - Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: |
1° mobiliteitshulpmiddelen : medische hulpmiddelen die volgens de ISO | 1° mobiliteitshulpmiddelen : medische hulpmiddelen die volgens de ISO |
9999-norm als technische hulpmiddelen worden beschouwd en speciaal | 9999-norm als technische hulpmiddelen worden beschouwd en speciaal |
bestemd zijn om de lichamelijke mobiliteit van gebruikers te | bestemd zijn om de lichamelijke mobiliteit van gebruikers te |
ondersteunen. Mobiliteitshulpmiddelen hebben tot doel een | ondersteunen. Mobiliteitshulpmiddelen hebben tot doel een |
mobiliteitsbeperkend letsel, een mobiliteitsbeperkende | mobiliteitsbeperkend letsel, een mobiliteitsbeperkende |
vaardigheidsstoornis of een mobiliteitsbeperkende beperking van de | vaardigheidsstoornis of een mobiliteitsbeperkende beperking van de |
gebruiker te verhinderen, te compenseren, te verlichten of te | gebruiker te verhinderen, te compenseren, te verlichten of te |
neutraliseren. Producten en technologieën die gebruikers in het | neutraliseren. Producten en technologieën die gebruikers in het |
dagelijks leven ondersteunen, functionele stimulatoren, communicatie | dagelijks leven ondersteunen, functionele stimulatoren, communicatie |
vereenvoudigende systemen en omgevingsbedieningssystemen vallen niet | vereenvoudigende systemen en omgevingsbedieningssystemen vallen niet |
onder dit begrip; | onder dit begrip; |
2° standaardhulpmiddelen : volgende mobiliteitshulpmiddelen die niet | 2° standaardhulpmiddelen : volgende mobiliteitshulpmiddelen die niet |
aangepast hoeven te worden aan de behoeften van de gebruiker : | aangepast hoeven te worden aan de behoeften van de gebruiker : |
a) manuele rolstoel : voortbewegingsmiddel in de vorm van een stoel op | a) manuele rolstoel : voortbewegingsmiddel in de vorm van een stoel op |
vier wielen, met voet- en/of beensteunen, dat een begeleidende persoon | vier wielen, met voet- en/of beensteunen, dat een begeleidende persoon |
of de gebruiker zelf kan bewegen door de rolstoel aan te duwen; | of de gebruiker zelf kan bewegen door de rolstoel aan te duwen; |
b) looprek : loophulpmiddel dat drie of vier poten met of zonder | b) looprek : loophulpmiddel dat drie of vier poten met of zonder |
wielen heeft en dat handgrepen heeft waarop de gebruiker kan steunen | wielen heeft en dat handgrepen heeft waarop de gebruiker kan steunen |
om zich voort te bewegen; | om zich voort te bewegen; |
c) antidecubituszitkussen : kussen dat de druk van het lichaamsgewicht | c) antidecubituszitkussen : kussen dat de druk van het lichaamsgewicht |
van de gebruiker verdeelt om letsels en ontstekingen van het weefsel | van de gebruiker verdeelt om letsels en ontstekingen van het weefsel |
te voorkomen die kunnen ontstaan door doorzitwonden; | te voorkomen die kunnen ontstaan door doorzitwonden; |
3° aanpasbare hulpmiddelen : mobiliteitshulpmiddelen die via | 3° aanpasbare hulpmiddelen : mobiliteitshulpmiddelen die via |
standaardopties aan de behoeften van de gebruiker kunnen worden | standaardopties aan de behoeften van de gebruiker kunnen worden |
aangepast; | aangepast; |
4° hulpmiddelen op maat : mobiliteitshulpmiddelen die niet via | 4° hulpmiddelen op maat : mobiliteitshulpmiddelen die niet via |
standaardopties, maar door vervaardiging op maat kunnen worden | standaardopties, maar door vervaardiging op maat kunnen worden |
aangepast aan de individuele behoeften van de gebruiker en die enkel | aangepast aan de individuele behoeften van de gebruiker en die enkel |
en alleen voor gebruik door de betrokken gebruiker bestemd zijn; | en alleen voor gebruik door de betrokken gebruiker bestemd zijn; |
5° gebruikers : de personen bedoeld in artikel 3, 3°, van het decreet | 5° gebruikers : de personen bedoeld in artikel 3, 3°, van het decreet |
van 13 december 2016 tot oprichting van een Dienst van de Duitstalige | van 13 december 2016 tot oprichting van een Dienst van de Duitstalige |
Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven die een beperking van de | Gemeenschap voor zelfbeschikkend leven die een beperking van de |
mobiliteit hebben of dreigen te hebben; | mobiliteit hebben of dreigen te hebben; |
6° leveranciers : volgende personen : | 6° leveranciers : volgende personen : |
a) bandagisten; | a) bandagisten; |
b) elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die | b) elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die |
mobiliteitshulpmiddelen vervaardigt en overeenkomstig artikel 85bis | mobiliteitshulpmiddelen vervaardigt en overeenkomstig artikel 85bis |
van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet | van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet |
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en | betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en |
uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, over de nodige uitrusting | uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, over de nodige uitrusting |
en het nodige gereedschap beschikt om die mobiliteitshulpmiddelen aan | en het nodige gereedschap beschikt om die mobiliteitshulpmiddelen aan |
te passen en te herstellen; | te passen en te herstellen; |
c) een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in een lidstaat van de | c) een natuurlijke persoon of rechtspersoon die in een lidstaat van de |
Europese Economische Ruimte gevestigd is en volgens de daar | Europese Economische Ruimte gevestigd is en volgens de daar |
toepasselijke wettelijke of reglementaire bepalingen het recht heeft | toepasselijke wettelijke of reglementaire bepalingen het recht heeft |
mobiliteitshulpmiddelen of gelijkwaardige hulpmiddelen te | mobiliteitshulpmiddelen of gelijkwaardige hulpmiddelen te |
vervaardigen, respectievelijk te verstrekken en aan de behoeften van | vervaardigen, respectievelijk te verstrekken en aan de behoeften van |
de gebruikers aan te passen; | de gebruikers aan te passen; |
7° Dienst : de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor | 7° Dienst : de Dienst van de Duitstalige Gemeenschap voor |
zelfbeschikkend leven; | zelfbeschikkend leven; |
8° bejaardentehuizen en rust- en verzorgingstehuizen : het zorgaanbod | 8° bejaardentehuizen en rust- en verzorgingstehuizen : het zorgaanbod |
vermeld in artikel 2, § 1, 1° en 6°, van het decreet van 4 juni 2007 | vermeld in artikel 2, § 1, 1° en 6°, van het decreet van 4 juni 2007 |
betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor | betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor |
bejaarden, de seniorenresidenties en de psychiatrische | bejaarden, de seniorenresidenties en de psychiatrische |
verzorgingstehuizen; | verzorgingstehuizen; |
9° Minister : de minister bevoegd voor Bejaarden, Gezondheid en | 9° Minister : de minister bevoegd voor Bejaarden, Gezondheid en |
Sociale Aangelegenheden; | Sociale Aangelegenheden; |
10° departement : het departement van het Ministerie van de | 10° departement : het departement van het Ministerie van de |
Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor Gezondheid en Bejaarden; | Duitstalige Gemeenschap dat bevoegd is voor Gezondheid en Bejaarden; |
11° case manager : een personeelslid van de Dienst dat de op de | 11° case manager : een personeelslid van de Dienst dat de op de |
behoeften afgestemde en passende ondersteuning, begeleiding, | behoeften afgestemde en passende ondersteuning, begeleiding, |
stimulering en verzorging van de gebruiker organiseert. Het is zijn | stimulering en verzorging van de gebruiker organiseert. Het is zijn |
taak samen met de gebruiker een doelgerichte samenwerkingsregeling te | taak samen met de gebruiker een doelgerichte samenwerkingsregeling te |
plannen, te organiseren en te evalueren die op de concrete | plannen, te organiseren en te evalueren die op de concrete |
ondersteuningsbehoefte van de gebruiker afgestemd is; | ondersteuningsbehoefte van de gebruiker afgestemd is; |
12° RIZIV : het Rijksinstituut voor ziekte- en | 12° RIZIV : het Rijksinstituut voor ziekte- en |
invaliditeitsverzekering. | invaliditeitsverzekering. |
HOOFDSTUK 2 - DE VERSTREKKING VAN HULPMIDDELEN DOOR DE DIENST | HOOFDSTUK 2 - DE VERSTREKKING VAN HULPMIDDELEN DOOR DE DIENST |
Afdeling 1 - Gemeenschappelijke bepalingen | Afdeling 1 - Gemeenschappelijke bepalingen |
Art. 3 - Na een aanvraag van de gebruiker bij de Dienst analyseert de | Art. 3 - Na een aanvraag van de gebruiker bij de Dienst analyseert de |
Dienst welke mobiliteitshulpmiddelen de gebruiker specifiek nodig | Dienst welke mobiliteitshulpmiddelen de gebruiker specifiek nodig |
heeft. De Dienst bepaalt welke van de volgende procedures voor het | heeft. De Dienst bepaalt welke van de volgende procedures voor het |
bepalen van de behoefte en voor het verstrekken van een | bepalen van de behoefte en voor het verstrekken van een |
mobiliteitshulpmiddel ingeleid wordt : | mobiliteitshulpmiddel ingeleid wordt : |
1° de procedure om standaardhulpmiddelen te verstrekken, vastgelegd in | 1° de procedure om standaardhulpmiddelen te verstrekken, vastgelegd in |
afdeling 2; | afdeling 2; |
2° de procedure om aanpasbare hulpmiddelen te verstrekken, vastgelegd | 2° de procedure om aanpasbare hulpmiddelen te verstrekken, vastgelegd |
in afdeling 3; | in afdeling 3; |
3° de procedure om hulpmiddelen op maat te verstrekken, vastgelegd in | 3° de procedure om hulpmiddelen op maat te verstrekken, vastgelegd in |
afdeling 4. | afdeling 4. |
Art. 4 - Mobiliteitshulpmiddelen worden alleen verstrekt op | Art. 4 - Mobiliteitshulpmiddelen worden alleen verstrekt op |
voorschrift van een arts; dat voorschrift is bij de eerste aanvraag | voorschrift van een arts; dat voorschrift is bij de eerste aanvraag |
bij de Dienst niet ouder dan twee maanden en bij een vernieuwing van | bij de Dienst niet ouder dan twee maanden en bij een vernieuwing van |
de mobiliteitshulpmiddelen niet ouder dan zes maanden. | de mobiliteitshulpmiddelen niet ouder dan zes maanden. |
Art. 5 - Indien uit het eerste contact en de behoefteanalyse blijkt | Art. 5 - Indien uit het eerste contact en de behoefteanalyse blijkt |
dat de gebruiker een acute behoefte aan een mobiliteitshulpmiddel | dat de gebruiker een acute behoefte aan een mobiliteitshulpmiddel |
heeft, zorgt de Dienst ervoor dat de gebruiker op korte termijn een | heeft, zorgt de Dienst ervoor dat de gebruiker op korte termijn een |
mobiliteitshulpmiddel krijgt dat hij kan gebruiken tot hij, na de | mobiliteitshulpmiddel krijgt dat hij kan gebruiken tot hij, na de |
afsluiting van één van de procedures vermeld in artikel 3, een | afsluiting van één van de procedures vermeld in artikel 3, een |
definitief mobiliteitshulpmiddel heeft gekregen. | definitief mobiliteitshulpmiddel heeft gekregen. |
Art. 6 - Voor de hele duur waarin hem mobiliteitshulpmiddelen ter | Art. 6 - Voor de hele duur waarin hem mobiliteitshulpmiddelen ter |
beschikking worden gesteld, richt de gebruiker alle aanvragen in | beschikking worden gesteld, richt de gebruiker alle aanvragen in |
verband met herstellingen, nodige aanpassingen en vernieuwing van de | verband met herstellingen, nodige aanpassingen en vernieuwing van de |
mobiliteitshulpmiddelen aan de Dienst. | mobiliteitshulpmiddelen aan de Dienst. |
Binnen de perken van zijn mogelijkheden zorgt de Dienst ervoor dat de | Binnen de perken van zijn mogelijkheden zorgt de Dienst ervoor dat de |
herstelling wordt uitgevoerd en dat een overgangsoplossing wordt | herstelling wordt uitgevoerd en dat een overgangsoplossing wordt |
geboden door op korte termijn een mobiliteitsmiddel ter beschikking te | geboden door op korte termijn een mobiliteitsmiddel ter beschikking te |
stellen tot het eigenlijke mobiliteitshulpmiddel van de gebruiker | stellen tot het eigenlijke mobiliteitshulpmiddel van de gebruiker |
hersteld is. | hersteld is. |
Art. 7 - Met het oog op de subsidiëring van de aankoop legt de Dienst, | Art. 7 - Met het oog op de subsidiëring van de aankoop legt de Dienst, |
voor elk specifiek mobiliteitshulpmiddel, een voorstel over het bedrag | voor elk specifiek mobiliteitshulpmiddel, een voorstel over het bedrag |
van de subsidie of over de tegemoetkoming in de kosten ter goedkeuring | van de subsidie of over de tegemoetkoming in de kosten ter goedkeuring |
voor aan de Minister. Het door de Minister goedgekeurde bedrag of de | voor aan de Minister. Het door de Minister goedgekeurde bedrag of de |
door de Minister goedgekeurde tegemoetkoming in de kosten is voor de | door de Minister goedgekeurde tegemoetkoming in de kosten is voor de |
Dienst doorslaggevend. | Dienst doorslaggevend. |
Art. 8 - § 1 - Bij de Dienst wordt een multidisciplinair team | Art. 8 - § 1 - Bij de Dienst wordt een multidisciplinair team |
opgericht. | opgericht. |
§ 2 - Het multidisciplinair team beslist over : | § 2 - Het multidisciplinair team beslist over : |
1° de aanbeveling vermeld in artikel 14; | 1° de aanbeveling vermeld in artikel 14; |
2° de deskundigenadviezen vermeld in de artikelen 24 en 32. | 2° de deskundigenadviezen vermeld in de artikelen 24 en 32. |
§ 3 - Het multidisciplinair team bestaat uit de volgende personen : | § 3 - Het multidisciplinair team bestaat uit de volgende personen : |
1° een arts-specialist die op honorariumbasis werkt; | 1° een arts-specialist die op honorariumbasis werkt; |
2° een bij de Dienst aangestelde ergotherapeut; | 2° een bij de Dienst aangestelde ergotherapeut; |
3° een bij de Dienst aangestelde maatschappelijk assistent; | 3° een bij de Dienst aangestelde maatschappelijk assistent; |
4° een personeelslid van de Dienst dat beschikt over paramedische of | 4° een personeelslid van de Dienst dat beschikt over paramedische of |
pedagogische kwalificaties. | pedagogische kwalificaties. |
Het multidisciplinair team kan aanvullende deskundigen met raadgevende | Het multidisciplinair team kan aanvullende deskundigen met raadgevende |
stem voor zijn vergaderingen uitnodigen. | stem voor zijn vergaderingen uitnodigen. |
§ 4 - Het multidisciplinair team kan rechtsgeldig beraadslagen en | § 4 - Het multidisciplinair team kan rechtsgeldig beraadslagen en |
besluiten als de arts vermeld in paragraaf 3, eerste lid, 1°, en twee | besluiten als de arts vermeld in paragraaf 3, eerste lid, 1°, en twee |
andere leden aanwezig zijn. | andere leden aanwezig zijn. |
De besluiten van het multidisciplinair team worden genomen bij | De besluiten van het multidisciplinair team worden genomen bij |
absolute meerderheid van de uitgebrachte stemmen. | absolute meerderheid van de uitgebrachte stemmen. |
§ 5 - De raad van bestuur van de Dienst wijst de leden van het | § 5 - De raad van bestuur van de Dienst wijst de leden van het |
multidisciplinair team aan. | multidisciplinair team aan. |
Art. 9 - § 1 - De financiële en administratieve betrekkingen tussen de | Art. 9 - § 1 - De financiële en administratieve betrekkingen tussen de |
leverancier enerzijds en de Dienst anderzijds kunnen geregeld worden | leverancier enerzijds en de Dienst anderzijds kunnen geregeld worden |
via overeenkomsten. | via overeenkomsten. |
In de overeenkomsten vermeld in het eerste lid wordt minstens het | In de overeenkomsten vermeld in het eerste lid wordt minstens het |
volgende vastgelegd: de prijs van de mobiliteitshulpmiddelen, de | volgende vastgelegd: de prijs van de mobiliteitshulpmiddelen, de |
leveringstermijnen, de adviesverlening en de door de leverancier te | leveringstermijnen, de adviesverlening en de door de leverancier te |
leveren diensten. | leveren diensten. |
§ 2 - Indien de verstrekking van het mobiliteitshulpmiddel in kwestie | § 2 - Indien de verstrekking van het mobiliteitshulpmiddel in kwestie |
geregeld wordt via een in § 1 vermelde overeenkomst, subsidieert de | geregeld wordt via een in § 1 vermelde overeenkomst, subsidieert de |
Dienst de aankoop van dat mobiliteitshulpmiddel alleen als het wordt | Dienst de aankoop van dat mobiliteitshulpmiddel alleen als het wordt |
aangekocht bij een leverancier die zo'n overeenkomst met de Dienst | aangekocht bij een leverancier die zo'n overeenkomst met de Dienst |
heeft gesloten. | heeft gesloten. |
Art. 10 - § 1 - Voor de uitvoering van de procedure vastgelegd in de | Art. 10 - § 1 - Voor de uitvoering van de procedure vastgelegd in de |
afdelingen 2 tot 4 betaalt de Dienst - voor gebruikers die een | afdelingen 2 tot 4 betaalt de Dienst - voor gebruikers die een |
verzekering ter dekking van de kosten van mobiliteitshulpmiddelen of | verzekering ter dekking van de kosten van mobiliteitshulpmiddelen of |
gelijkwaardige hulpmiddelen hebben gesloten - de subsidie alleen dan | gelijkwaardige hulpmiddelen hebben gesloten - de subsidie alleen dan |
wanneer de verzekering de kosten voor de verstrekking van het | wanneer de verzekering de kosten voor de verstrekking van het |
mobiliteitshulpmiddel in kwestie niet draagt. | mobiliteitshulpmiddel in kwestie niet draagt. |
De gebruiker levert aan de Dienst het bewijs dat de kosten niet door | De gebruiker levert aan de Dienst het bewijs dat de kosten niet door |
de verzekering gedragen worden. | de verzekering gedragen worden. |
§ 2 - Indien de verzekering een deel van de kosten voor de | § 2 - Indien de verzekering een deel van de kosten voor de |
verstrekking van mobiliteitshulpmiddelen draagt, betaalt de Dienst aan | verstrekking van mobiliteitshulpmiddelen draagt, betaalt de Dienst aan |
de gebruiker het verschilbedrag tussen de subsidie van de Dienst en de | de gebruiker het verschilbedrag tussen de subsidie van de Dienst en de |
gedeeltelijke tegemoetkoming in de kosten die de verzekering betaalt. | gedeeltelijke tegemoetkoming in de kosten die de verzekering betaalt. |
De gebruiker levert aan de Dienst het bewijs van de werkelijke | De gebruiker levert aan de Dienst het bewijs van de werkelijke |
tegemoetkoming in de kosten die de verzekering betaalt. | tegemoetkoming in de kosten die de verzekering betaalt. |
Afdeling 2 - Verstrekking van standaardhulpmiddelen | Afdeling 2 - Verstrekking van standaardhulpmiddelen |
Onderafdeling 1 - Algemene verstrekkingsprocedure | Onderafdeling 1 - Algemene verstrekkingsprocedure |
Art. 11 - Overeenkomstig de procedure bepaald in deze onderafdeling | Art. 11 - Overeenkomstig de procedure bepaald in deze onderafdeling |
kan de Dienst ofwel de aankoop van standaardhulpmiddelen subsidiëren, | kan de Dienst ofwel de aankoop van standaardhulpmiddelen subsidiëren, |
ofwel standaardhulpmiddelen aan de gebruiker uitlenen. | ofwel standaardhulpmiddelen aan de gebruiker uitlenen. |
Art. 12 - Nadat de Dienst overeenkomstig artikel 3 heeft vastgelegd | Art. 12 - Nadat de Dienst overeenkomstig artikel 3 heeft vastgelegd |
dat aan de gebruiker standaardhulpmiddelen worden verstrekt, voert een | dat aan de gebruiker standaardhulpmiddelen worden verstrekt, voert een |
bij de Dienst aangestelde case manager een gesprek met de gebruiker om | bij de Dienst aangestelde case manager een gesprek met de gebruiker om |
de behoefte aan een verstrekking van mobiliteitshulpmiddelen te | de behoefte aan een verstrekking van mobiliteitshulpmiddelen te |
bepalen. Dit gesprek vindt plaats bij de gebruiker thuis of, als de | bepalen. Dit gesprek vindt plaats bij de gebruiker thuis of, als de |
gebruiker dit wenst, in de Dienst. | gebruiker dit wenst, in de Dienst. |
Tijdens dat gesprek : | Tijdens dat gesprek : |
1° noteert de case manager de aanvraag van de gebruiker; | 1° noteert de case manager de aanvraag van de gebruiker; |
2° geeft de gebruiker aan de case manager het voorschrift van de arts | 2° geeft de gebruiker aan de case manager het voorschrift van de arts |
voor een mobiliteitshulpmiddel; | voor een mobiliteitshulpmiddel; |
3° voeren de case manager en de gebruiker een adviesgesprek om te | 3° voeren de case manager en de gebruiker een adviesgesprek om te |
bepalen wat de gebruiker precies nodig heeft en om een passend | bepalen wat de gebruiker precies nodig heeft en om een passend |
standaardhulpmiddel te vinden; | standaardhulpmiddel te vinden; |
4° wordt de gebruiker ingelicht over de draagwijdte van artikel 9. | 4° wordt de gebruiker ingelicht over de draagwijdte van artikel 9. |
Art. 13 - Voor de nauwkeurige behoefteanalyse en de verdere | Art. 13 - Voor de nauwkeurige behoefteanalyse en de verdere |
behandeling van de aanvraag kan de case manager namens en voor | behandeling van de aanvraag kan de case manager namens en voor |
rekening van de Dienst de volgende persoonsgebonden gegevens over de | rekening van de Dienst de volgende persoonsgebonden gegevens over de |
gebruiker verzamelen, verwerken en in voorkomend geval navragen bij de | gebruiker verzamelen, verwerken en in voorkomend geval navragen bij de |
behandelende arts van de gebruiker : | behandelende arts van de gebruiker : |
1° naam, voornaam, rijksregisternummer, geboortedatum, woonplaats, | 1° naam, voornaam, rijksregisternummer, geboortedatum, woonplaats, |
burgerlijke staat, telefoonnummer en e-mailadres; | burgerlijke staat, telefoonnummer en e-mailadres; |
2° naam, voornaam, woonplaats, telefoonnummer en e-mailadres van diens | 2° naam, voornaam, woonplaats, telefoonnummer en e-mailadres van diens |
vertegenwoordiger; | vertegenwoordiger; |
3° de vermelding of de gebruiker aangesloten is bij een verzekering | 3° de vermelding of de gebruiker aangesloten is bij een verzekering |
als bedoeld in artikel 10; | als bedoeld in artikel 10; |
4° gezinssamenstelling en familiale situatie; | 4° gezinssamenstelling en familiale situatie; |
5° opsomming en beschrijving van de hobby's en interesses; | 5° opsomming en beschrijving van de hobby's en interesses; |
6° aard en beschrijving van de aandoening of beperking die de | 6° aard en beschrijving van de aandoening of beperking die de |
mobiliteit beperkt, alsook de daarmee verbonden risicofactoren, in | mobiliteit beperkt, alsook de daarmee verbonden risicofactoren, in |
voorkomend geval door overlegging van een medisch verslag; | voorkomend geval door overlegging van een medisch verslag; |
7° opsomming van de activiteiten die door de aandoening of beperking | 7° opsomming van de activiteiten die door de aandoening of beperking |
niet meer zelfstandig kunnen worden uitgevoerd; | niet meer zelfstandig kunnen worden uitgevoerd; |
8° beschrijving van het verloop van de dag, wat mobiliteit betreft; | 8° beschrijving van het verloop van de dag, wat mobiliteit betreft; |
9° bekwaamheden en vaardigheden die voor de mobiliteit noodzakelijk | 9° bekwaamheden en vaardigheden die voor de mobiliteit noodzakelijk |
zijn. | zijn. |
De gegevens vermeld in het eerste lid kunnen gedurende tien jaar | De gegevens vermeld in het eerste lid kunnen gedurende tien jaar |
verwerkt en bewaard worden, onverminderd andere wettelijke, decretale | verwerkt en bewaard worden, onverminderd andere wettelijke, decretale |
of reglementaire bepalingen die eventueel in een langere | of reglementaire bepalingen die eventueel in een langere |
bewaringstermijn voorzien. | bewaringstermijn voorzien. |
Art. 14 - Na het huisbezoek doet de case manager, in samenwerking met | Art. 14 - Na het huisbezoek doet de case manager, in samenwerking met |
de leverancier, een aanbeveling omtrent de vraag welk | de leverancier, een aanbeveling omtrent de vraag welk |
standaardhulpmiddel aan de gebruiker moet worden verstrekt en omtrent | standaardhulpmiddel aan de gebruiker moet worden verstrekt en omtrent |
de vraag of de aankoop van dat hulpmiddel moet worden gesubsidieerd, | de vraag of de aankoop van dat hulpmiddel moet worden gesubsidieerd, |
dan wel of dat hulpmiddel moet worden uitgeleend. | dan wel of dat hulpmiddel moet worden uitgeleend. |
Art. 15 - Het multidisciplinair team onderzoekt de aanbeveling en | Art. 15 - Het multidisciplinair team onderzoekt de aanbeveling en |
neemt een beslissing ter zake binnen een termijn van vijftien | neemt een beslissing ter zake binnen een termijn van vijftien |
werkdagen na afgifte van de aanbeveling. Die termijn wordt echter | werkdagen na afgifte van de aanbeveling. Die termijn wordt echter |
opgeschort tot alle inlichtingen en documenten vermeld in artikel 13 | opgeschort tot alle inlichtingen en documenten vermeld in artikel 13 |
voorhanden zijn. | voorhanden zijn. |
De beslissing kan van de aanbeveling afwijken. | De beslissing kan van de aanbeveling afwijken. |
Indien geen beslissing wordt genomen binnen de termijn gesteld in het | Indien geen beslissing wordt genomen binnen de termijn gesteld in het |
eerste lid, dan wordt de aanbeveling als goedgekeurd beschouwd. | eerste lid, dan wordt de aanbeveling als goedgekeurd beschouwd. |
Art. 16 - Wijst het multidisciplinair team de aanbeveling af, dan | Art. 16 - Wijst het multidisciplinair team de aanbeveling af, dan |
brengt de Dienst die afwijzing per aangetekende brief ter kennis van | brengt de Dienst die afwijzing per aangetekende brief ter kennis van |
de gebruiker. | de gebruiker. |
De beslissing bevat : | De beslissing bevat : |
1° de redenen voor de afwijzing; | 1° de redenen voor de afwijzing; |
2° de mogelijkheid om de klachtenprocedure vermeld in afdeling 5 te | 2° de mogelijkheid om de klachtenprocedure vermeld in afdeling 5 te |
doorlopen; | doorlopen; |
3° de bevoegde instanties waar een klacht kan worden ingediend of | 3° de bevoegde instanties waar een klacht kan worden ingediend of |
beroep kan worden ingesteld. | beroep kan worden ingesteld. |
Art. 17 - In geval van een gunstige beslissing deelt de Dienst die | Art. 17 - In geval van een gunstige beslissing deelt de Dienst die |
beslissing mee aan de gebruiker. | beslissing mee aan de gebruiker. |
De beslissing bevat : | De beslissing bevat : |
1° welk standaardhulpmiddel aan de gebruiker verstrekt moeten worden; | 1° welk standaardhulpmiddel aan de gebruiker verstrekt moeten worden; |
2° of de aankoop van dat hulpmiddel gesubsidieerd moet worden, dan wel | 2° of de aankoop van dat hulpmiddel gesubsidieerd moet worden, dan wel |
of dat hulpmiddel uitgeleend moet worden; | of dat hulpmiddel uitgeleend moet worden; |
3° dat de gebruiker de leverancier van het hulpmiddel mag kiezen als | 3° dat de gebruiker de leverancier van het hulpmiddel mag kiezen als |
de aankoop van het hulpmiddel gesubsidieerd wordt. | de aankoop van het hulpmiddel gesubsidieerd wordt. |
Art. 18 - § 1 - Als de aankoop gesubsidieerd wordt, kiest de gebruiker | Art. 18 - § 1 - Als de aankoop gesubsidieerd wordt, kiest de gebruiker |
een leverancier en vraagt een kostenraming aan. De case manager | een leverancier en vraagt een kostenraming aan. De case manager |
ondersteunt hem daarbij, ofwel door gewoon advies te geven, ofwel door | ondersteunt hem daarbij, ofwel door gewoon advies te geven, ofwel door |
hem te helpen bij het invullen van de nodige formulieren en | hem te helpen bij het invullen van de nodige formulieren en |
documenten. | documenten. |
§ 2 - De gebruiker legt de kostenraming ter goedkeuring voor aan de | § 2 - De gebruiker legt de kostenraming ter goedkeuring voor aan de |
Dienst. | Dienst. |
Indien de Dienst instemt met de kostenraming, deelt hij de gebruiker | Indien de Dienst instemt met de kostenraming, deelt hij de gebruiker |
die beslissing mee. | die beslissing mee. |
In de gunstige beslissing wordt het bedrag van de subsidie vermeld. | In de gunstige beslissing wordt het bedrag van de subsidie vermeld. |
§ 3 - Indien de Dienst niet instemt met de kostenraming, brengt hij | § 3 - Indien de Dienst niet instemt met de kostenraming, brengt hij |
die afwijzing per aangetekende brief ter kennis van de gebruiker. | die afwijzing per aangetekende brief ter kennis van de gebruiker. |
In de afwijzingsbeslissing worden de gegevens vervat in artikel 16, | In de afwijzingsbeslissing worden de gegevens vervat in artikel 16, |
tweede lid, vermeld. | tweede lid, vermeld. |
§ 4 - Bij een gunstige beslissing bestelt de gebruiker het | § 4 - Bij een gunstige beslissing bestelt de gebruiker het |
standaardhulpmiddel bij de door hem gekozen leverancier. De case | standaardhulpmiddel bij de door hem gekozen leverancier. De case |
manager ondersteunt hem daarbij, ofwel door gewoon advies te geven, | manager ondersteunt hem daarbij, ofwel door gewoon advies te geven, |
ofwel door hem te helpen bij het invullen van de nodige formulieren en | ofwel door hem te helpen bij het invullen van de nodige formulieren en |
documenten. | documenten. |
Art. 19 - In geval van uitlening stelt de Dienst het | Art. 19 - In geval van uitlening stelt de Dienst het |
standaardhulpmiddel ter beschikking. | standaardhulpmiddel ter beschikking. |
Na terbeschikkingstelling van het hulpmiddel wordt dit hulpmiddel aan | Na terbeschikkingstelling van het hulpmiddel wordt dit hulpmiddel aan |
de gebruiker uitgeleend tot de gebruiker het niet meer nodig heeft. | de gebruiker uitgeleend tot de gebruiker het niet meer nodig heeft. |
Indien de Dienst al een passend standaardhulpmiddel in zijn bezit | Indien de Dienst al een passend standaardhulpmiddel in zijn bezit |
heeft, wordt dat hulpmiddel direct aan de gebruiker uitgeleend, zonder | heeft, wordt dat hulpmiddel direct aan de gebruiker uitgeleend, zonder |
dat de gebruiker de leverancier kiest. | dat de gebruiker de leverancier kiest. |
Onderafdeling 2 - Vereenvoudigde procedure voor het verstrekken van | Onderafdeling 2 - Vereenvoudigde procedure voor het verstrekken van |
loophulpmiddelen | loophulpmiddelen |
Art. 20 - In afwijking van de bepalingen van onderafdeling 1 kan de | Art. 20 - In afwijking van de bepalingen van onderafdeling 1 kan de |
gebruiker een loophulpmiddel bij een leverancier naar keuze bestellen | gebruiker een loophulpmiddel bij een leverancier naar keuze bestellen |
op eenvoudige overlegging van het voorschrift van de arts. | op eenvoudige overlegging van het voorschrift van de arts. |
Art. 21 - Na levering van het loophulpmiddel dient de leverancier de | Art. 21 - Na levering van het loophulpmiddel dient de leverancier de |
rekening en het voorschrift van de arts voor het op grond van artikel | rekening en het voorschrift van de arts voor het op grond van artikel |
20 geleverde loophulpmiddel in bij de Dienst. | 20 geleverde loophulpmiddel in bij de Dienst. |
De Dienst betaalt het bedrag van die rekening met inachtneming van | De Dienst betaalt het bedrag van die rekening met inachtneming van |
artikel 9. | artikel 9. |
Afdeling 3 - Verstrekking van aanpasbare hulpmiddelen | Afdeling 3 - Verstrekking van aanpasbare hulpmiddelen |
Art. 22 - Overeenkomstig de procedure bepaald in deze afdeling kan de | Art. 22 - Overeenkomstig de procedure bepaald in deze afdeling kan de |
Dienst ofwel de aankoop van aanpasbare hulpmiddelen subsidiëren, ofwel | Dienst ofwel de aankoop van aanpasbare hulpmiddelen subsidiëren, ofwel |
aanpasbare hulpmiddelen aan de gebruiker uitlenen. | aanpasbare hulpmiddelen aan de gebruiker uitlenen. |
Art. 23 - Nadat de Dienst overeenkomstig artikel 3 heeft vastgelegd | Art. 23 - Nadat de Dienst overeenkomstig artikel 3 heeft vastgelegd |
dat aan de gebruiker aanpasbare hulpmiddelen worden verstrekt, voert | dat aan de gebruiker aanpasbare hulpmiddelen worden verstrekt, voert |
een bij de Dienst aangestelde ergotherapeut een gesprek met de | een bij de Dienst aangestelde ergotherapeut een gesprek met de |
gebruiker om de behoefte aan een verstrekking van | gebruiker om de behoefte aan een verstrekking van |
mobiliteitshulpmiddelen te bepalen. Dit gesprek vindt plaats bij de | mobiliteitshulpmiddelen te bepalen. Dit gesprek vindt plaats bij de |
gebruiker thuis of, als de gebruiker dit wenst, in de Dienst. | gebruiker thuis of, als de gebruiker dit wenst, in de Dienst. |
Tijdens dat gesprek : | Tijdens dat gesprek : |
1° noteert de ergotherapeut de aanvraag van de gebruiker; | 1° noteert de ergotherapeut de aanvraag van de gebruiker; |
2° geeft de gebruiker aan de ergotherapeut het voorschrift van de arts | 2° geeft de gebruiker aan de ergotherapeut het voorschrift van de arts |
voor een mobiliteitshulpmiddel; | voor een mobiliteitshulpmiddel; |
3° geeft de ergotherapeut advies aan de gebruiker over de | 3° geeft de ergotherapeut advies aan de gebruiker over de |
mogelijkheden en verwachte ontwikkelingen van de ondersteuning met | mogelijkheden en verwachte ontwikkelingen van de ondersteuning met |
aanpasbare hulpmiddelen; | aanpasbare hulpmiddelen; |
4° wordt de gebruiker ingelicht over de draagwijdte van artikel 9. | 4° wordt de gebruiker ingelicht over de draagwijdte van artikel 9. |
Om de aanvraag te noteren, kan de ergotherapeut de gegevens vermeld in | Om de aanvraag te noteren, kan de ergotherapeut de gegevens vermeld in |
artikel 13, overeenkomstig de nadere regels bepaald in dat artikel, | artikel 13, overeenkomstig de nadere regels bepaald in dat artikel, |
namens en voor rekening van de Dienst verzamelen en verwerken. | namens en voor rekening van de Dienst verzamelen en verwerken. |
Art. 24 - § 1 - Na het huisbezoek bepalen de ergotherapeut, een in | Art. 24 - § 1 - Na het huisbezoek bepalen de ergotherapeut, een in |
opdracht van de Dienst handelende arts-specialist en de gebruiker de | opdracht van de Dienst handelende arts-specialist en de gebruiker de |
individuele behoefte van de gebruiker en zoeken een geschikt | individuele behoefte van de gebruiker en zoeken een geschikt |
aanpasbaar hulpmiddel. | aanpasbaar hulpmiddel. |
§ 2 - De arts-specialist en de ergotherapeut maken een protocol op | § 2 - De arts-specialist en de ergotherapeut maken een protocol op |
over het adviesproces dat overeenkomstig § 1 werd doorlopen. | over het adviesproces dat overeenkomstig § 1 werd doorlopen. |
Op basis van dat adviesproces maken de ergotherapeut en de | Op basis van dat adviesproces maken de ergotherapeut en de |
arts-specialist een deskundigenadvies op over de vraag welk aanpasbaar | arts-specialist een deskundigenadvies op over de vraag welk aanpasbaar |
hulpmiddel aan de gebruiker verstrekt moet worden en over de vraag of | hulpmiddel aan de gebruiker verstrekt moet worden en over de vraag of |
de aankoop van dat hulpmiddel gesubsidieerd moet worden, dan wel of | de aankoop van dat hulpmiddel gesubsidieerd moet worden, dan wel of |
het hulpmiddel uitgeleend moet worden. Het deskundigenadvies bevat ten | het hulpmiddel uitgeleend moet worden. Het deskundigenadvies bevat ten |
minste : | minste : |
1° de aanvraag van de gebruiker; | 1° de aanvraag van de gebruiker; |
2° de vastgestelde behoeften van de gebruiker; | 2° de vastgestelde behoeften van de gebruiker; |
3° de voorgestelde verstrekking en de redenen daarvoor; | 3° de voorgestelde verstrekking en de redenen daarvoor; |
4° het standpunt van de gebruiker omtrent de voorgestelde | 4° het standpunt van de gebruiker omtrent de voorgestelde |
verstrekking. | verstrekking. |
§ 3 - Nadat het deskundigenadvies is opgemaakt, kiest de gebruiker een | § 3 - Nadat het deskundigenadvies is opgemaakt, kiest de gebruiker een |
leverancier die op basis van de noodzakelijke aanpassingen de | leverancier die op basis van de noodzakelijke aanpassingen de |
passende, mogelijke mobiliteitshulpmiddelen voorstelt. | passende, mogelijke mobiliteitshulpmiddelen voorstelt. |
Art. 25 - Het multidisciplinair team onderzoekt het deskundigenadvies | Art. 25 - Het multidisciplinair team onderzoekt het deskundigenadvies |
en neemt een beslissing ter zake binnen een termijn van vijftien | en neemt een beslissing ter zake binnen een termijn van vijftien |
werkdagen na afgifte van het deskundigenadvies. Die termijn wordt | werkdagen na afgifte van het deskundigenadvies. Die termijn wordt |
echter opgeschort tot alle inlichtingen en documenten vermeld in | echter opgeschort tot alle inlichtingen en documenten vermeld in |
artikel 13 voorhanden zijn. | artikel 13 voorhanden zijn. |
De beslissing kan van het deskundigenadvies afwijken. | De beslissing kan van het deskundigenadvies afwijken. |
Indien geen beslissing wordt genomen binnen de termijn gesteld in het | Indien geen beslissing wordt genomen binnen de termijn gesteld in het |
eerste lid, dan wordt het deskundigenadvies als goedgekeurd beschouwd. | eerste lid, dan wordt het deskundigenadvies als goedgekeurd beschouwd. |
Art. 26 - In geval van afwijzing door het multidisciplinair team zijn | Art. 26 - In geval van afwijzing door het multidisciplinair team zijn |
de nadere regels bepaald in artikel 16 van toepassing. | de nadere regels bepaald in artikel 16 van toepassing. |
Art. 27 - In geval van een gunstige beslissing zijn de nadere regels | Art. 27 - In geval van een gunstige beslissing zijn de nadere regels |
bepaald in artikel 17 van toepassing. | bepaald in artikel 17 van toepassing. |
Art. 28 - § 1 - Als de aankoop gesubsidieerd wordt, vraagt de | Art. 28 - § 1 - Als de aankoop gesubsidieerd wordt, vraagt de |
gebruiker een kostenraming aan bij de door hem gekozen leverancier. De | gebruiker een kostenraming aan bij de door hem gekozen leverancier. De |
ergotherapeut ondersteunt hem daarbij, ofwel door gewoon advies te | ergotherapeut ondersteunt hem daarbij, ofwel door gewoon advies te |
geven, ofwel door hem te helpen bij het invullen van de nodige | geven, ofwel door hem te helpen bij het invullen van de nodige |
formulieren en documenten. | formulieren en documenten. |
§ 2 - De gebruiker legt de kostenraming ter goedkeuring voor aan de | § 2 - De gebruiker legt de kostenraming ter goedkeuring voor aan de |
Dienst. | Dienst. |
Indien de Dienst instemt met de kostenraming, deelt hij de gebruiker | Indien de Dienst instemt met de kostenraming, deelt hij de gebruiker |
die beslissing mee. | die beslissing mee. |
In de gunstige beslissing wordt het bedrag van de subsidie vermeld. | In de gunstige beslissing wordt het bedrag van de subsidie vermeld. |
§ 3 - Indien de Dienst niet instemt met de kostenraming, brengt hij | § 3 - Indien de Dienst niet instemt met de kostenraming, brengt hij |
die afwijzing per aangetekende brief ter kennis van de gebruiker. | die afwijzing per aangetekende brief ter kennis van de gebruiker. |
In de afwijzingsbeslissing worden de gegevens vervat in artikel 16, | In de afwijzingsbeslissing worden de gegevens vervat in artikel 16, |
tweede lid, vermeld. | tweede lid, vermeld. |
§ 4 - Bij een gunstige beslissing bestelt de gebruiker het aanpasbare | § 4 - Bij een gunstige beslissing bestelt de gebruiker het aanpasbare |
hulpmiddel bij de door hem gekozen leverancier. De ergotherapeut | hulpmiddel bij de door hem gekozen leverancier. De ergotherapeut |
ondersteunt hem daarbij, ofwel door gewoon advies te geven, ofwel door | ondersteunt hem daarbij, ofwel door gewoon advies te geven, ofwel door |
hem te helpen bij het invullen van de nodige formulieren en | hem te helpen bij het invullen van de nodige formulieren en |
documenten. | documenten. |
Art. 29 - In geval van uitlening stelt de Dienst het aanpasbare | Art. 29 - In geval van uitlening stelt de Dienst het aanpasbare |
hulpmiddel ter beschikking, overeenkomstig de bepalingen vervat in | hulpmiddel ter beschikking, overeenkomstig de bepalingen vervat in |
artikel 19. | artikel 19. |
Afdeling 4 - Verstrekking van hulpmiddelen op maat | Afdeling 4 - Verstrekking van hulpmiddelen op maat |
Art. 30 - De Dienst kan de aankoop van hulpmiddelen op maat | Art. 30 - De Dienst kan de aankoop van hulpmiddelen op maat |
subsidiëren volgens de procedure bepaald in deze afdeling. | subsidiëren volgens de procedure bepaald in deze afdeling. |
Art. 31 - Nadat de Dienst overeenkomstig artikel 3 heeft vastgelegd | Art. 31 - Nadat de Dienst overeenkomstig artikel 3 heeft vastgelegd |
dat aan de gebruiker hulpmiddelen op maat worden verstrekt, voert een | dat aan de gebruiker hulpmiddelen op maat worden verstrekt, voert een |
bij de Dienst aangestelde ergotherapeut een gesprek met de gebruiker | bij de Dienst aangestelde ergotherapeut een gesprek met de gebruiker |
om de behoefte aan een verstrekking van mobiliteitshulpmiddelen te | om de behoefte aan een verstrekking van mobiliteitshulpmiddelen te |
bepalen. Dit gesprek vindt plaats bij de gebruiker thuis of, als de | bepalen. Dit gesprek vindt plaats bij de gebruiker thuis of, als de |
gebruiker dit wenst, in de Dienst. | gebruiker dit wenst, in de Dienst. |
Dat gesprek en het daarmee gepaard gaande noteren van de aanvraag, | Dat gesprek en het daarmee gepaard gaande noteren van de aanvraag, |
geschieden overeenkomstig de nadere regels bepaald in artikel 23. | geschieden overeenkomstig de nadere regels bepaald in artikel 23. |
Art. 32 - § 1 - Na het huisbezoek bepalen de ergotherapeut, een in | Art. 32 - § 1 - Na het huisbezoek bepalen de ergotherapeut, een in |
opdracht van de Dienst handelende arts-specialist en de gebruiker de | opdracht van de Dienst handelende arts-specialist en de gebruiker de |
individuele behoefte van de gebruiker en zoeken een geschikt | individuele behoefte van de gebruiker en zoeken een geschikt |
hulpmiddel op maat. | hulpmiddel op maat. |
§ 2 - De arts-specialist en de ergotherapeut maken een protocol op | § 2 - De arts-specialist en de ergotherapeut maken een protocol op |
over het adviesproces dat overeenkomstig § 1 werd doorlopen. | over het adviesproces dat overeenkomstig § 1 werd doorlopen. |
Op basis van dat adviesproces maken de ergotherapeut en de | Op basis van dat adviesproces maken de ergotherapeut en de |
arts-specialist een deskundigenadvies op over de details van de | arts-specialist een deskundigenadvies op over de details van de |
vervaardiging van het hulpmiddel op maat dat aan de gebruiker moet | vervaardiging van het hulpmiddel op maat dat aan de gebruiker moet |
worden verstrekt. Het advies bevat, naast de gegevens vermeld in | worden verstrekt. Het advies bevat, naast de gegevens vermeld in |
artikel 24, § 2, tweede lid, de redenen waarom een aanpasbaar | artikel 24, § 2, tweede lid, de redenen waarom een aanpasbaar |
hulpmiddel niet aan de behoeften van de gebruiker voldoet. | hulpmiddel niet aan de behoeften van de gebruiker voldoet. |
§ 3 - Nadat het deskundigenadvies is opgemaakt, kiest de gebruiker een | § 3 - Nadat het deskundigenadvies is opgemaakt, kiest de gebruiker een |
leverancier die - op grond van de noodzakelijke niet op de markt | leverancier die - op grond van de noodzakelijke niet op de markt |
verkrijgbare aanpassingen - de passende, mogelijke | verkrijgbare aanpassingen - de passende, mogelijke |
mobiliteitshulpmiddelen voorstelt. De gebruiker vraagt daar ook een | mobiliteitshulpmiddelen voorstelt. De gebruiker vraagt daar ook een |
kostenraming aan. Zo nodig helpt de ergotherapeut hem bij het invullen | kostenraming aan. Zo nodig helpt de ergotherapeut hem bij het invullen |
van de nodige formulieren en documenten. | van de nodige formulieren en documenten. |
Art. 33 - Het multidisciplinair team onderzoekt het deskundigenadvies | Art. 33 - Het multidisciplinair team onderzoekt het deskundigenadvies |
en neemt een beslissing ter zake binnen een termijn van vijftien | en neemt een beslissing ter zake binnen een termijn van vijftien |
werkdagen na afgifte van het deskundigenadvies. Die termijn wordt | werkdagen na afgifte van het deskundigenadvies. Die termijn wordt |
echter opgeschort tot alle inlichtingen en documenten vermeld in | echter opgeschort tot alle inlichtingen en documenten vermeld in |
artikel 13 voorhanden zijn. | artikel 13 voorhanden zijn. |
De beslissing kan van het deskundigenadvies afwijken. | De beslissing kan van het deskundigenadvies afwijken. |
Indien geen beslissing wordt genomen binnen de termijn gesteld in het | Indien geen beslissing wordt genomen binnen de termijn gesteld in het |
eerste lid, dan wordt het deskundigenadvies als goedgekeurd beschouwd. | eerste lid, dan wordt het deskundigenadvies als goedgekeurd beschouwd. |
Art. 34 - De beslissing van het multidisciplinair team en de | Art. 34 - De beslissing van het multidisciplinair team en de |
kostenraming worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur | kostenraming worden ter goedkeuring voorgelegd aan de raad van bestuur |
van de Dienst. | van de Dienst. |
De raad van bestuur van de Dienst beslist binnen een termijn van | De raad van bestuur van de Dienst beslist binnen een termijn van |
veertig werkdagen die ingaat vanaf de overlegging van de beslissing | veertig werkdagen die ingaat vanaf de overlegging van de beslissing |
van het multidisciplinair team. | van het multidisciplinair team. |
Indien geen beslissing wordt genomen binnen de termijn vermeld in het | Indien geen beslissing wordt genomen binnen de termijn vermeld in het |
tweede lid, wordt de aanvraag tot verstrekking van een hulpmiddel op | tweede lid, wordt de aanvraag tot verstrekking van een hulpmiddel op |
maat als goedgekeurd beschouwd. | maat als goedgekeurd beschouwd. |
Art. 35 - In geval van afwijzing door het multidisciplinair team of | Art. 35 - In geval van afwijzing door het multidisciplinair team of |
door de raad van bestuur van de Dienst zijn de nadere regels bepaald | door de raad van bestuur van de Dienst zijn de nadere regels bepaald |
in artikel 16 van toepassing. | in artikel 16 van toepassing. |
Art. 36 - § 1 - In geval van een gunstige beslissing deelt de Dienst | Art. 36 - § 1 - In geval van een gunstige beslissing deelt de Dienst |
die beslissing mee aan de gebruiker. | die beslissing mee aan de gebruiker. |
De beslissing bevat : | De beslissing bevat : |
1° de details van de vervaardiging van het hulpmiddel op maat dat aan | 1° de details van de vervaardiging van het hulpmiddel op maat dat aan |
de gebruiker verstrekt moet worden, zoals vastgelegd in het | de gebruiker verstrekt moet worden, zoals vastgelegd in het |
deskundigenadvies; | deskundigenadvies; |
2° het bedrag van de subsidie. | 2° het bedrag van de subsidie. |
§ 2 - Na ontvangst van de gunstige beslissing bestelt de gebruiker het | § 2 - Na ontvangst van de gunstige beslissing bestelt de gebruiker het |
hulpmiddel bij de leverancier van wie de kostenraming goedgekeurd | hulpmiddel bij de leverancier van wie de kostenraming goedgekeurd |
werd. De ergotherapeut ondersteunt hem daarbij, ofwel door gewoon | werd. De ergotherapeut ondersteunt hem daarbij, ofwel door gewoon |
advies te geven, ofwel door hem te helpen bij het invullen van de | advies te geven, ofwel door hem te helpen bij het invullen van de |
nodige formulieren en documenten. | nodige formulieren en documenten. |
Afdeling 5 - Klachten | Afdeling 5 - Klachten |
Art. 37 - De gebruiker kan een klacht bij de Dienst indienen via het | Art. 37 - De gebruiker kan een klacht bij de Dienst indienen via het |
in artikel 38 vermelde klachtenformulier. Daardoor wordt de in deze | in artikel 38 vermelde klachtenformulier. Daardoor wordt de in deze |
afdeling vastgelegde interne klachtenprocedure bij de Dienst gestart. | afdeling vastgelegde interne klachtenprocedure bij de Dienst gestart. |
Ofwel vult hij dit formulier zelf in, ofwel neemt hij contact op met | Ofwel vult hij dit formulier zelf in, ofwel neemt hij contact op met |
de Dienst om het samen met een personeelslid in te vullen. | de Dienst om het samen met een personeelslid in te vullen. |
Art. 38 - § 1 - De Dienst bezorgt alle gebruikers een | Art. 38 - § 1 - De Dienst bezorgt alle gebruikers een |
klachtenformulier. | klachtenformulier. |
Het formulier vermeld in het eerste lid bevat de volgende gegevens : | Het formulier vermeld in het eerste lid bevat de volgende gegevens : |
1° naam, voornaam, woonplaats en telefoonnummer van de gebruiker; | 1° naam, voornaam, woonplaats en telefoonnummer van de gebruiker; |
2° dossiernummer van de aanvraag van de gebruiker; | 2° dossiernummer van de aanvraag van de gebruiker; |
3° aard en inhoud van de inlichtingen en documenten die de gebruiker | 3° aard en inhoud van de inlichtingen en documenten die de gebruiker |
aan de Dienst heeft meegedeeld en/of bij de Dienst heeft ingediend; | aan de Dienst heeft meegedeeld en/of bij de Dienst heeft ingediend; |
4° reden van de klacht; | 4° reden van de klacht; |
5° bevestiging dat de gebruiker over het verdere verloop van zijn | 5° bevestiging dat de gebruiker over het verdere verloop van zijn |
klacht binnen de Dienst geïnformeerd en in kennis is gesteld en zich | klacht binnen de Dienst geïnformeerd en in kennis is gesteld en zich |
akkoord verklaart met de beschreven werkwijze; | akkoord verklaart met de beschreven werkwijze; |
6° contactpersoon van de Dienst die de klacht in ontvangst neemt; | 6° contactpersoon van de Dienst die de klacht in ontvangst neemt; |
7° plaats en datum; | 7° plaats en datum; |
8° handtekening van de gebruiker. | 8° handtekening van de gebruiker. |
§ 2 - De gegevens vermeld in § 1 en de andere in het kader van de | § 2 - De gegevens vermeld in § 1 en de andere in het kader van de |
klachtenbehandeling verzamelde gegevens kunnen gedurende tien jaar | klachtenbehandeling verzamelde gegevens kunnen gedurende tien jaar |
verwerkt en bewaard worden, onverminderd andere wettelijke, decretale | verwerkt en bewaard worden, onverminderd andere wettelijke, decretale |
of reglementaire bepalingen die eventueel in een langere | of reglementaire bepalingen die eventueel in een langere |
bewaringstermijn voorzien. | bewaringstermijn voorzien. |
Art. 39 - Het ingevulde klachtenformulier wordt door de Dienst | Art. 39 - Het ingevulde klachtenformulier wordt door de Dienst |
onderzocht op basis van een procedure die door de raad van bestuur van | onderzocht op basis van een procedure die door de raad van bestuur van |
de Dienst wordt vastgelegd en door de Regering wordt goedgekeurd. In | de Dienst wordt vastgelegd en door de Regering wordt goedgekeurd. In |
het kader van het onderzoek wordt de klacht door de volgende personen | het kader van het onderzoek wordt de klacht door de volgende personen |
in deze volgorde behandeld : | in deze volgorde behandeld : |
1° door een personeelslid van de Dienst; | 1° door een personeelslid van de Dienst; |
2° bij gebrek aan onderlinge overeenstemming over de door het | 2° bij gebrek aan onderlinge overeenstemming over de door het |
personeelslid voorgestelde oplossing: door een departementshoofd van | personeelslid voorgestelde oplossing: door een departementshoofd van |
de Dienst; | de Dienst; |
3° bij gebrek aan onderlinge overeenstemming over de door het | 3° bij gebrek aan onderlinge overeenstemming over de door het |
departementshoofd voorgestelde oplossing: door de afgevaardigd | departementshoofd voorgestelde oplossing: door de afgevaardigd |
directeur van de Dienst, eventueel op basis van een advies van het | directeur van de Dienst, eventueel op basis van een advies van het |
gespecialiseerd adviesorgaan. | gespecialiseerd adviesorgaan. |
Art. 40 - De klacht wordt behandeld binnen een termijn van veertig | Art. 40 - De klacht wordt behandeld binnen een termijn van veertig |
werkdagen die ingaat vanaf de overlegging van het klachtenformulier. | werkdagen die ingaat vanaf de overlegging van het klachtenformulier. |
Indien binnen de termijn vermeld in het eerste lid geen onderlinge | Indien binnen de termijn vermeld in het eerste lid geen onderlinge |
overeenstemming over een voorgestelde oplossing is bereikt, wordt de | overeenstemming over een voorgestelde oplossing is bereikt, wordt de |
klacht als afgewezen beschouwd. | klacht als afgewezen beschouwd. |
Art. 41 - § 1 - De Dienst brengt zijn beslissing ter kennis van de | Art. 41 - § 1 - De Dienst brengt zijn beslissing ter kennis van de |
gebruiker per aangetekende brief. | gebruiker per aangetekende brief. |
§ 2 - In een afwijzingsbeslissing worden de volgende gegevens vermeld | § 2 - In een afwijzingsbeslissing worden de volgende gegevens vermeld |
: | : |
1° de mogelijkheid om beroep in te stellen; | 1° de mogelijkheid om beroep in te stellen; |
2° de bevoegde rechter of rechtbank; | 2° de bevoegde rechter of rechtbank; |
3° de in acht te nemen termijnen en vormvoorschriften. | 3° de in acht te nemen termijnen en vormvoorschriften. |
§ 3 - In geval van een gunstige beslissing wordt de procedure voor het | § 3 - In geval van een gunstige beslissing wordt de procedure voor het |
verstrekken van mobiliteitshulpmiddelen hervat daar waar ze op grond | verstrekken van mobiliteitshulpmiddelen hervat daar waar ze op grond |
van de aangevochten beslissing werd onderbroken. | van de aangevochten beslissing werd onderbroken. |
HOOFDSTUK 3 - VERSTREKKING VAN HULPMIDDELEN IN BEJAARDENTEHUIZEN EN | HOOFDSTUK 3 - VERSTREKKING VAN HULPMIDDELEN IN BEJAARDENTEHUIZEN EN |
RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN | RUST- EN VERZORGINGSTEHUIZEN |
Afdeling 1 - Verstrekking van standaardhulpmiddelen | Afdeling 1 - Verstrekking van standaardhulpmiddelen |
Onderafdeling 1 - Procedure | Onderafdeling 1 - Procedure |
Art. 42 - Overeenkomstig de procedure bepaald in deze afdeling kan het | Art. 42 - Overeenkomstig de procedure bepaald in deze afdeling kan het |
bejaardentehuis of het rust- en verzorgingstehuis | bejaardentehuis of het rust- en verzorgingstehuis |
standaardhulpmiddelen aan de gebruiker uitlenen. | standaardhulpmiddelen aan de gebruiker uitlenen. |
Art. 43 - Zo nodig voeren een personeelslid van het bejaardentehuis of | Art. 43 - Zo nodig voeren een personeelslid van het bejaardentehuis of |
van het rust- en verzorgingstehuis dat over de nodige paramedische | van het rust- en verzorgingstehuis dat over de nodige paramedische |
bevoegdheid beschikt en de gebruiker een adviesgesprek om de precieze | bevoegdheid beschikt en de gebruiker een adviesgesprek om de precieze |
behoefte van de gebruiker te bepalen en een passend | behoefte van de gebruiker te bepalen en een passend |
standaardhulpmiddel te vinden. | standaardhulpmiddel te vinden. |
Art. 44 - Nadat de behoefte is bepaald, leent het bejaardentehuis of | Art. 44 - Nadat de behoefte is bepaald, leent het bejaardentehuis of |
het rust- en verzorgingstehuis het passende standaardhulpmiddel uit | het rust- en verzorgingstehuis het passende standaardhulpmiddel uit |
aan de gebruiker tot hij het niet meer nodig heeft. De uitlening is | aan de gebruiker tot hij het niet meer nodig heeft. De uitlening is |
gratis voor de gebruiker. | gratis voor de gebruiker. |
De gebruiker en het in artikel 43 vermelde personeelslid van het | De gebruiker en het in artikel 43 vermelde personeelslid van het |
bejaardentehuis of rust- en verzorgingstehuis proberen het gebruik van | bejaardentehuis of rust- en verzorgingstehuis proberen het gebruik van |
het hulpmiddel samen uit. | het hulpmiddel samen uit. |
Onderafdeling 2 - Bijzondere taken van het bejaardentehuis en rust- en | Onderafdeling 2 - Bijzondere taken van het bejaardentehuis en rust- en |
verzorgingstehuis inzake mobiliteitshulpmiddelen | verzorgingstehuis inzake mobiliteitshulpmiddelen |
Art. 45 - Het bejaardentehuis en rust- en verzorgingstehuis zorgt | Art. 45 - Het bejaardentehuis en rust- en verzorgingstehuis zorgt |
ervoor dat : | ervoor dat : |
1° er altijd voldoende standaardhulpmiddelen voor de daar wonende | 1° er altijd voldoende standaardhulpmiddelen voor de daar wonende |
gebruikers ter beschikking staan; | gebruikers ter beschikking staan; |
2° aan elke gebruiker de nodige standaardhulpmiddelen worden | 2° aan elke gebruiker de nodige standaardhulpmiddelen worden |
verstrekt; | verstrekt; |
3° de gedetailleerde procedure voor het verstrekken van | 3° de gedetailleerde procedure voor het verstrekken van |
standaardhulpmiddelen vermeld wordt in het concept betreffende de | standaardhulpmiddelen vermeld wordt in het concept betreffende de |
bevordering en het behoud van de mobiliteit van de bewoners. | bevordering en het behoud van de mobiliteit van de bewoners. |
Art. 46 - De niet-naleving van de taken vermeld in artikel 45 wordt | Art. 46 - De niet-naleving van de taken vermeld in artikel 45 wordt |
gecontroleerd en bestraft overeenkomstig het decreet van 4 juni 2007 | gecontroleerd en bestraft overeenkomstig het decreet van 4 juni 2007 |
betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor | betreffende de woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor |
bejaarden, de seniorenresidenties en de psychiatrische | bejaarden, de seniorenresidenties en de psychiatrische |
verzorgingstehuizen en de uitvoeringsbesluiten ervan. | verzorgingstehuizen en de uitvoeringsbesluiten ervan. |
Onderafdeling 3 - Subsidiëring | Onderafdeling 3 - Subsidiëring |
Art. 47 - Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kent | Art. 47 - Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kent |
de Regering aan elk bejaardentehuis en rust- en verzorgingstehuis | de Regering aan elk bejaardentehuis en rust- en verzorgingstehuis |
jaarlijks een forfaitaire subsidie van 80 euro per opvangcapaciteit | jaarlijks een forfaitaire subsidie van 80 euro per opvangcapaciteit |
toe voor de aanschaffing, de vernieuwing, de uitlening en het | toe voor de aanschaffing, de vernieuwing, de uitlening en het |
onderhoud van standaardhulpmiddelen. | onderhoud van standaardhulpmiddelen. |
Het bedrag van de subsidie vermeld in het eerste lid is gekoppeld aan | Het bedrag van de subsidie vermeld in het eerste lid is gekoppeld aan |
het indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 juli 2017. | het indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 juli 2017. |
Art. 48 - Het bejaardentehuis of rust- en verzorgingstehuis dient om | Art. 48 - Het bejaardentehuis of rust- en verzorgingstehuis dient om |
de drie jaar in de maand april alle dienstige bewijsstukken over de | de drie jaar in de maand april alle dienstige bewijsstukken over de |
aanwending van het bedrag van de subsidie vermeld in artikel 47 in bij | aanwending van het bedrag van de subsidie vermeld in artikel 47 in bij |
het departement. | het departement. |
Art. 49 - De Regering eist de terugbetaling van het bedrag van de | Art. 49 - De Regering eist de terugbetaling van het bedrag van de |
subsidie vermeld in artikel 47 dat niet werd gebruikt voor de | subsidie vermeld in artikel 47 dat niet werd gebruikt voor de |
aanschaffing, de vernieuwing, de uitlening of het onderhoud van | aanschaffing, de vernieuwing, de uitlening of het onderhoud van |
standaardhulpmiddelen als uit de bewijsstukken vermeld in artikel 48 | standaardhulpmiddelen als uit de bewijsstukken vermeld in artikel 48 |
blijkt dat het bejaardentehuis of rust- en verzorgingstehuis, binnen | blijkt dat het bejaardentehuis of rust- en verzorgingstehuis, binnen |
de periode van drie jaar, minder dan 90 % van het hele subsidiebedrag | de periode van drie jaar, minder dan 90 % van het hele subsidiebedrag |
voor die doeleinden heeft aangewend. | voor die doeleinden heeft aangewend. |
Afdeling 2 - Verstrekking van aanpasbare hulpmiddelen en hulpmiddelen | Afdeling 2 - Verstrekking van aanpasbare hulpmiddelen en hulpmiddelen |
op maat | op maat |
Art. 50 - Voor de verstrekking van aanpasbare hulpmiddelen en | Art. 50 - Voor de verstrekking van aanpasbare hulpmiddelen en |
hulpmiddelen op maat voor een gebruiker die in een bejaardentehuis of | hulpmiddelen op maat voor een gebruiker die in een bejaardentehuis of |
rust- en verzorgingstehuis woont, zijn de bepalingen en de procedure | rust- en verzorgingstehuis woont, zijn de bepalingen en de procedure |
vervat in hoofdstuk 2 van toepassing. | vervat in hoofdstuk 2 van toepassing. |
Het in artikel 43 vermelde personeelslid van het bejaardentehuis of | Het in artikel 43 vermelde personeelslid van het bejaardentehuis of |
rust- en verzorgingstehuis wordt betrokken bij het door de Dienst | rust- en verzorgingstehuis wordt betrokken bij het door de Dienst |
geleide adviesproces en het door de Dienst geleide proces voor de | geleide adviesproces en het door de Dienst geleide proces voor de |
verstrekking van hulpmiddelen. | verstrekking van hulpmiddelen. |
HOOFDSTUK 4 - SLOTBEPALINGEN | HOOFDSTUK 4 - SLOTBEPALINGEN |
Art. 51 - Artikel 28, § 8, van de bijlage bij het koninklijk besluit | Art. 51 - Artikel 28, § 8, van de bijlage bij het koninklijk besluit |
van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de | van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de |
geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor | geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor |
geneeskundige verzorging en uitkeringen, laatstelijk gewijzigd bij het | geneeskundige verzorging en uitkeringen, laatstelijk gewijzigd bij het |
koninklijk besluit van 27 mei 2014, wordt opgeheven. | koninklijk besluit van 27 mei 2014, wordt opgeheven. |
Art. 52 - Bijlage A, hoofdstuk 3, punt 5, b), van het besluit van de | Art. 52 - Bijlage A, hoofdstuk 3, punt 5, b), van het besluit van de |
Regering van 26 februari 1997 over de erkenningsvoorwaarden voor | Regering van 26 februari 1997 over de erkenningsvoorwaarden voor |
woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden, | woon-, begeleidings- en verzorgingsstructuren voor bejaarden, |
vervangen bij het besluit van 26 juni 2009, wordt aangevuld als volgt | vervangen bij het besluit van 26 juni 2009, wordt aangevuld als volgt |
: | : |
"- een concept betreffende de bevordering en het behoud van de | "- een concept betreffende de bevordering en het behoud van de |
mobiliteit". | mobiliteit". |
Art. 53 - Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2017. | Art. 53 - Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2017. |
Art. 54 - De minister bevoegd voor Bejaarden, Gezondheid en Sociale | Art. 54 - De minister bevoegd voor Bejaarden, Gezondheid en Sociale |
Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit. | Aangelegenheden is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Eupen, 20 juni 2017. | Eupen, 20 juni 2017. |
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, | Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, |
De Minister-President | De Minister-President |
O. PAASCH | O. PAASCH |
De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden | De Minister van Gezin, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden |
A. ANTONIADIS | A. ANTONIADIS |