Besluit van het Verenigd College van de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties | Besluit van het Verenigd College van de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties |
---|---|
23 MEI 2024. - Besluit van het Verenigd College van de | 23 MEI 2024. - Besluit van het Verenigd College van de |
gemeenschappelijke gemeenschapscommissie tot wijziging van het | gemeenschappelijke gemeenschapscommissie tot wijziging van het |
koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het | koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende uitvoering van het |
attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde | attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, in bepaalde |
federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en | federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor de titels en |
bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties | bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke prestaties |
Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, | Het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, |
Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikel 59quater, | Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, artikel 59quater, |
ingevoegd bij de wet van 10 december 2009; | ingevoegd bij de wet van 10 december 2009; |
Gelet op het voorstel van de beheerraad voor Gezondheid en Bijstand | Gelet op het voorstel van de beheerraad voor Gezondheid en Bijstand |
aan Personen van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand | aan Personen van de bicommunautaire Dienst voor Gezondheid, Bijstand |
aan Personen en Gezinsbijslag, gegeven op 20 februari 2024; | aan Personen en Gezinsbijslag, gegeven op 20 februari 2024; |
Gelet op de evaluatie van de impact op de respectieve situatie van | Gelet op de evaluatie van de impact op de respectieve situatie van |
vrouwen en mannen, uitgevoerd op 18 april 2024; | vrouwen en mannen, uitgevoerd op 18 april 2024; |
Gelet op de evaluatie vanuit het oogpunt van handistreaming, | Gelet op de evaluatie vanuit het oogpunt van handistreaming, |
uitgevoerd op 18 april 2024; | uitgevoerd op 18 april 2024; |
Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 24 april 2024 | Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 24 april 2024 |
bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § | bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § |
1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd | 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd |
op 12 januari 1973; | op 12 januari 1973; |
Overwegende dat de advies aanvraag is ingeschreven op de rol van de | Overwegende dat de advies aanvraag is ingeschreven op de rol van de |
afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 76.241/3; | afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 76.241/3; |
Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 25 april 2024 om | Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 25 april 2024 om |
binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing | binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing |
van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd | van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd |
op 12 januari 1973; | op 12 januari 1973; |
Op voordracht van de leden van het Verenigd College die bevoegd zijn | Op voordracht van de leden van het Verenigd College die bevoegd zijn |
voor het welzijn en de gezondheid; | voor het welzijn en de gezondheid; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende |
Artikel 1.In het koninklijk besluit van 28 december 2011 betreffende |
uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, | uitvoering van het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep, |
in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor | in bepaalde federale gezondheidssectoren, wat betreft de premies voor |
de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke | de titels en bijzondere beroepsbekwaamheden en ongemakkelijke |
prestaties, wordt artikel 1 vervangen als volgt: | prestaties, wordt artikel 1 vervangen als volgt: |
" Artikel 1.§ 1. Vanaf 2010 wordt een jaarlijkse bijkomende premie van |
" Artikel 1.§ 1. Vanaf 2010 wordt een jaarlijkse bijkomende premie van |
1.113,80 euro toegekend aan de erkende verpleegkundigen die gemachtigd | 1.113,80 euro toegekend aan de erkende verpleegkundigen die gemachtigd |
zijn zich te beroepen op een bijzondere beroepsbekwaamheid van | zijn zich te beroepen op een bijzondere beroepsbekwaamheid van |
verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geriatrie, en | verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geriatrie, en |
aan de erkende verpleegkundigen die gemachtigd zijn zich te beroepen | aan de erkende verpleegkundigen die gemachtigd zijn zich te beroepen |
op een bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een | op een bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een |
bijzondere deskundigheid in de palliatieve zorg, zoals bepaald in het | bijzondere deskundigheid in de palliatieve zorg, zoals bepaald in het |
ministerieel besluit van 19 april 2007 tot vaststelling van de | ministerieel besluit van 19 april 2007 tot vaststelling van de |
criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde | criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde |
gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere beroepsbekwaamheid | gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere beroepsbekwaamheid |
van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geriatrie | van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geriatrie |
en het ministerieel besluit van 8 juli 2013 tot vaststelling van de | en het ministerieel besluit van 8 juli 2013 tot vaststelling van de |
criteria voor erkenning waarbij de verpleegkundigen gemachtigd worden | criteria voor erkenning waarbij de verpleegkundigen gemachtigd worden |
zich te beroepen op de bijzondere beroepsbekwaamheid van | zich te beroepen op de bijzondere beroepsbekwaamheid van |
verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de palliatieve | verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de palliatieve |
zorg. | zorg. |
§ 2. Vanaf 2010 wordt een jaarlijkse bijkomende premie van 3.341,50 | § 2. Vanaf 2010 wordt een jaarlijkse bijkomende premie van 3.341,50 |
euro, toegekend aan de erkende verpleegkundigen die gemachtigd zijn | euro, toegekend aan de erkende verpleegkundigen die gemachtigd zijn |
houder te zijn van een bijzondere beroepstitel van verpleegkundige met | houder te zijn van een bijzondere beroepstitel van verpleegkundige met |
een bijzondere deskundigheid in de geriatrie, zoals bepaald in het | een bijzondere deskundigheid in de geriatrie, zoals bepaald in het |
ministerieel besluit van 19 april 2007 tot vaststelling van de | ministerieel besluit van 19 april 2007 tot vaststelling van de |
criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde | criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van de verpleegkunde |
gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere beroepsbekwaamheid | gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere beroepsbekwaamheid |
van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geriatrie. | van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geriatrie. |
§ 3. Om de premies zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 2 te genieten, | § 3. Om de premies zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 2 te genieten, |
moet de verpleegkundige voldoen aan de onderstaande cumulatieve | moet de verpleegkundige voldoen aan de onderstaande cumulatieve |
voorwaarden: | voorwaarden: |
1° daadwerkelijk in een rusthuis of rust- en verzorgingstehuis werken; | 1° daadwerkelijk in een rusthuis of rust- en verzorgingstehuis werken; |
2° niet bezoldigd worden volgens het IFIC-barema; | 2° niet bezoldigd worden volgens het IFIC-barema; |
3° behalve voor verpleegkundigen die in een rusthuis of rust- en | 3° behalve voor verpleegkundigen die in een rusthuis of rust- en |
verzorgingstehuis van de openbare sector werken, vóór 1 juli 2024 | verzorgingstehuis van de openbare sector werken, vóór 1 juli 2024 |
erkend zijn geweest door de bevoegde autoriteit voor een bovenvermelde | erkend zijn geweest door de bevoegde autoriteit voor een bovenvermelde |
titel of bekwaamheid. | titel of bekwaamheid. |
De verpleegkundige die voor 1 juli 2024 begunstigde was van de premie | De verpleegkundige die voor 1 juli 2024 begunstigde was van de premie |
bedoeld in paragraaf 1 of 2 en die van functie verandert in dezelfde | bedoeld in paragraaf 1 of 2 en die van functie verandert in dezelfde |
inrichting of die wisselt van inrichting, behoudt het recht op de | inrichting of die wisselt van inrichting, behoudt het recht op de |
premie voor zover deze de functie van verpleegkundige blijft | premie voor zover deze de functie van verpleegkundige blijft |
uitoefenen en niet overstapt naar het IFIC-barema. | uitoefenen en niet overstapt naar het IFIC-barema. |
Onder 'IFIC-barema' verstaan we, voor de toepassing van deze | Onder 'IFIC-barema' verstaan we, voor de toepassing van deze |
paragraaf, het nieuwe loonmodel zoals bedoeld in de collectieve | paragraaf, het nieuwe loonmodel zoals bedoeld in de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 11 juli 2022 betreffende de invoering van een | arbeidsovereenkomst van 11 juli 2022 betreffende de invoering van een |
nieuw loonmodel voor de gezondheidsdiensten en -inrichtingen die | nieuw loonmodel voor de gezondheidsdiensten en -inrichtingen die |
worden erkend en/of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie | worden erkend en/of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie |
en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. | en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. |
§ 4. De premies zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 2 zijn niet | § 4. De premies zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 2 zijn niet |
cumuleerbaar met het specialisatiecomplement zoals bedoeld in artikel | cumuleerbaar met het specialisatiecomplement zoals bedoeld in artikel |
1/1.". | 1/1.". |
Art. 2.In hetzelfde Koninklijk besluit wordt een artikel 1/1 |
Art. 2.In hetzelfde Koninklijk besluit wordt een artikel 1/1 |
ingevoegd, dat luidt als volgt: | ingevoegd, dat luidt als volgt: |
" Art. 1/1.§ 1. Vanaf 1 juli 2023 wordt er een jaarlijks |
" Art. 1/1.§ 1. Vanaf 1 juli 2023 wordt er een jaarlijks |
specialisatiecomplement van 833 euro toegekend aan de erkende | specialisatiecomplement van 833 euro toegekend aan de erkende |
verpleegkundigen die gemachtigd zijn zich te beroepen op een | verpleegkundigen die gemachtigd zijn zich te beroepen op een |
bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere | bijzondere beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere |
deskundigheid in de geriatrie, en aan de erkende verpleegkundigen die | deskundigheid in de geriatrie, en aan de erkende verpleegkundigen die |
gemachtigd zijn zich te beroepen op een bijzondere beroepsbekwaamheid | gemachtigd zijn zich te beroepen op een bijzondere beroepsbekwaamheid |
van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de palliatieve | van verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de palliatieve |
zorg, zoals bepaald in het ministerieel besluit van 19 april 2007 tot | zorg, zoals bepaald in het ministerieel besluit van 19 april 2007 tot |
vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van | vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars van |
de verpleegkunde gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere | de verpleegkunde gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere |
beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere | beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere |
deskundigheid in de geriatrie en het ministerieel besluit van 8 juli | deskundigheid in de geriatrie en het ministerieel besluit van 8 juli |
2013 tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de | 2013 tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de |
verpleegkundigen gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere | verpleegkundigen gemachtigd worden zich te beroepen op de bijzondere |
beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere | beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een bijzondere |
deskundigheid in de palliatieve zorg. | deskundigheid in de palliatieve zorg. |
§ 2. Vanaf 1 juli 2023 wordt er een jaarlijks specialisatiecomplement | § 2. Vanaf 1 juli 2023 wordt er een jaarlijks specialisatiecomplement |
van 2.500 euro toegekend aan de erkende verpleegkundigen die | van 2.500 euro toegekend aan de erkende verpleegkundigen die |
gemachtigd zijn houder te zijn van een bijzondere beroepstitel in de | gemachtigd zijn houder te zijn van een bijzondere beroepstitel in de |
geriatrie zoals bepaald in het ministerieel besluit van 19 april 2007 | geriatrie zoals bepaald in het ministerieel besluit van 19 april 2007 |
tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars | tot vaststelling van de criteria voor erkenning waarbij de beoefenaars |
van de verpleegkunde gemachtigd worden de bijzondere beroepstitel te | van de verpleegkunde gemachtigd worden de bijzondere beroepstitel te |
dragen van verpleegkundige gespecialiseerd in geriatrie. | dragen van verpleegkundige gespecialiseerd in geriatrie. |
§ 3. Om de complementen zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 2 te | § 3. Om de complementen zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 2 te |
genieten, moet de erkende verpleegkundige zoals bedoeld in de | genieten, moet de erkende verpleegkundige zoals bedoeld in de |
paragrafen 1 en 2 daadwerkelijk in een rusthuis of rust- en | paragrafen 1 en 2 daadwerkelijk in een rusthuis of rust- en |
verzorgingstehuis werken en bezoldigd worden volgens het IFIC-barema. | verzorgingstehuis werken en bezoldigd worden volgens het IFIC-barema. |
§ 4. In afwijking van artikel 1, § 3, en van § 3 van dit artikel, | § 4. In afwijking van artikel 1, § 3, en van § 3 van dit artikel, |
heeft de erkende verpleegkundige zoals bedoeld in de paragrafen 1 en | heeft de erkende verpleegkundige zoals bedoeld in de paragrafen 1 en |
2, die tijdens een referentieperiode overstapt naar het IFIC-barema, | 2, die tijdens een referentieperiode overstapt naar het IFIC-barema, |
recht op de betaling van de premie zoals bedoeld in artikel 1 die op | recht op de betaling van de premie zoals bedoeld in artikel 1 die op |
hem toepasbaar is, naar rato van het aantal gewerkte dagen of daaraan | hem toepasbaar is, naar rato van het aantal gewerkte dagen of daaraan |
gelijkgestelde dagen tijdens welke hij nog niet daadwerkelijk | gelijkgestelde dagen tijdens welke hij nog niet daadwerkelijk |
bezoldigd werd volgens het IFIC-barema van 1 juli van het voorgaande | bezoldigd werd volgens het IFIC-barema van 1 juli van het voorgaande |
jaar tot en met 30 juni van het lopende jaar. | jaar tot en met 30 juni van het lopende jaar. |
Vervolgens wordt een proratisering in kalenderdagen toegepast voor de | Vervolgens wordt een proratisering in kalenderdagen toegepast voor de |
betaling van het specialisatiecomplement waarop de erkende | betaling van het specialisatiecomplement waarop de erkende |
verpleegkundige zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 2, die overstapt | verpleegkundige zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 2, die overstapt |
naar het IFIC-barema, recht heeft voor de gewerkte dagen of daaraan | naar het IFIC-barema, recht heeft voor de gewerkte dagen of daaraan |
gelijkgestelde dagen tijdens welke hij bezoldigd werd volgens het | gelijkgestelde dagen tijdens welke hij bezoldigd werd volgens het |
IFIC-barema gedurende de referentieperiode. | IFIC-barema gedurende de referentieperiode. |
§ 5. Het specialisatiecomplement zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 2 | § 5. Het specialisatiecomplement zoals bedoeld in de paragrafen 1 en 2 |
is niet cumuleerbaar met de premies zoals bedoeld in artikel 1. | is niet cumuleerbaar met de premies zoals bedoeld in artikel 1. |
§ 6. Onder 'IFIC-barema' verstaan we, voor de toepassing van deze | § 6. Onder 'IFIC-barema' verstaan we, voor de toepassing van deze |
paragraaf, het nieuwe loonmodel zoals bedoeld in de collectieve | paragraaf, het nieuwe loonmodel zoals bedoeld in de collectieve |
arbeidsovereenkomst van 11 juli 2022 betreffende de invoering van een | arbeidsovereenkomst van 11 juli 2022 betreffende de invoering van een |
nieuw loonmodel voor de gezondheidsdiensten en -inrichtingen die | nieuw loonmodel voor de gezondheidsdiensten en -inrichtingen die |
worden erkend en/of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie | worden erkend en/of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschapscommissie |
en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.". | en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.". |
Art. 3.In hetzelfde koninklijk besluit wordt artikel 2, zoals |
Art. 3.In hetzelfde koninklijk besluit wordt artikel 2, zoals |
gewijzigd door het besluit van het Verenigd College van 30 november | gewijzigd door het besluit van het Verenigd College van 30 november |
2023, vervangen als volgt: | 2023, vervangen als volgt: |
" Art. 2.Tot 2023 wordt de premie zoals bedoeld in artikel 1, §§ 1 en |
" Art. 2.Tot 2023 wordt de premie zoals bedoeld in artikel 1, §§ 1 en |
2, jaarlijks in de maand september door de werkgever betaald aan de | 2, jaarlijks in de maand september door de werkgever betaald aan de |
verpleegkundigen. De premie zoals bedoeld in artikel 1, §§ 1 en 2, | verpleegkundigen. De premie zoals bedoeld in artikel 1, §§ 1 en 2, |
wordt betaald naar rato van hun arbeidsduurregeling en het aantal | wordt betaald naar rato van hun arbeidsduurregeling en het aantal |
gewerkte dagen van 1 september van het voorgaande jaar tot en met 31 | gewerkte dagen van 1 september van het voorgaande jaar tot en met 31 |
augustus van het lopende jaar, en rekening houdend met de | augustus van het lopende jaar, en rekening houdend met de |
geldigheidsdatum van de beroepstitel, de beroepsbekwaamheid of de | geldigheidsdatum van de beroepstitel, de beroepsbekwaamheid of de |
kopie van de erkenning, afgeleverd door de toezichthoudende overheid. | kopie van de erkenning, afgeleverd door de toezichthoudende overheid. |
Vanaf 2024 wordt de premie zoals bedoeld in artikel 1, §§ 1 en 2, of | Vanaf 2024 wordt de premie zoals bedoeld in artikel 1, §§ 1 en 2, of |
het specialisatiecomplement zoals bedoeld in artikel 1/1, §§ 1 en 2, | het specialisatiecomplement zoals bedoeld in artikel 1/1, §§ 1 en 2, |
jaarlijks in de maand september door de werkgever betaald aan de | jaarlijks in de maand september door de werkgever betaald aan de |
verpleegkundigen. De premie zoals bedoeld in artikel 1, §§ 1 en 2, of | verpleegkundigen. De premie zoals bedoeld in artikel 1, §§ 1 en 2, of |
het specialisatiecomplement zoals bedoeld in artikel 1/1, §§ 1 en 2, | het specialisatiecomplement zoals bedoeld in artikel 1/1, §§ 1 en 2, |
wordt betaald naar rato van hun arbeidsduurregeling en het aantal | wordt betaald naar rato van hun arbeidsduurregeling en het aantal |
gewerkte dagen van 1 september van het voorgaande jaar tot en met 31 | gewerkte dagen van 1 september van het voorgaande jaar tot en met 31 |
augustus van het lopende jaar, en rekening houdend met de | augustus van het lopende jaar, en rekening houdend met de |
geldigheidsdatum van de beroepstitel, de beroepsbekwaamheid of de | geldigheidsdatum van de beroepstitel, de beroepsbekwaamheid of de |
kopie van de erkenning, afgeleverd door de toezichthoudende | kopie van de erkenning, afgeleverd door de toezichthoudende |
overheid.". | overheid.". |
Art. 4.In artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit worden de |
Art. 4.In artikel 3 van hetzelfde koninklijk besluit worden de |
woorden "bedragen in dit hoofdstuk" telkens vervangen door de woorden | woorden "bedragen in dit hoofdstuk" telkens vervangen door de woorden |
"premies zoals bedoeld in artikel 1". | "premies zoals bedoeld in artikel 1". |
Art. 5.In artikel 3 van hetzelfde Koninklijk kesluit worden de |
Art. 5.In artikel 3 van hetzelfde Koninklijk kesluit worden de |
volgende wijzigingen aangebracht: | volgende wijzigingen aangebracht: |
1° de woorden "worden geïndexeerd voor de private sector" worden | 1° de woorden "worden geïndexeerd voor de private sector" worden |
vervangen door de woorden "worden voor de privésector geïndexeerd" ; | vervangen door de woorden "worden voor de privésector geïndexeerd" ; |
2° de woorden "worden geïndexeerd voor de publieke sector" worden | 2° de woorden "worden geïndexeerd voor de publieke sector" worden |
vervangen door de woorden "worden voor de overheidssector | vervangen door de woorden "worden voor de overheidssector |
geïndexeerd". | geïndexeerd". |
Art. 6.In hetzelfde koninklijk besluit worden de artikelen 3/1 tot en |
Art. 6.In hetzelfde koninklijk besluit worden de artikelen 3/1 tot en |
met 3/4 ingevoegd, luidende als volgt : | met 3/4 ingevoegd, luidende als volgt : |
" Art. 3/1. § 1. De bedragen in artikel 1/1 worden voor de privésector | " Art. 3/1. § 1. De bedragen in artikel 1/1 worden voor de privésector |
geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus | geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus |
1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, | 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, |
pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare | pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare |
schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee | schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee |
rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de | rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de |
sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal | sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal |
gebied opgelegd aan de zelfstandigen en worden gekoppeld aan de | gebied opgelegd aan de zelfstandigen en worden gekoppeld aan de |
spilindex op 1 januari 2022 (111,53). | spilindex op 1 januari 2022 (111,53). |
§ 2. De bedragen in artikel 1/1 worden voor de overheidssector | § 2. De bedragen in artikel 1/1 worden voor de overheidssector |
geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 | geïndexeerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 1 maart 1977 |
houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de | houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de |
overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het | overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het |
Rijk worden gekoppeld en worden gekoppeld aan de spilindex op 1 | Rijk worden gekoppeld en worden gekoppeld aan de spilindex op 1 |
januari 2022 (111,53). | januari 2022 (111,53). |
Art. 7.2. De rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen waarvan het |
Art. 7.2. De rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen waarvan het |
personeel beoefenaars van de verpleegkunde omvat zoals bedoeld in | personeel beoefenaars van de verpleegkunde omvat zoals bedoeld in |
artikel 1, §§ 1 of 2, die voldoen aan de voorwaarden in artikel 1, § | artikel 1, §§ 1 of 2, die voldoen aan de voorwaarden in artikel 1, § |
3, kunnen, volgens de voorwaarden bepaald in een door de beheerraad | 3, kunnen, volgens de voorwaarden bepaald in een door de beheerraad |
voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van Iriscare goedgekeurde | voor Gezondheid en Bijstand aan Personen van Iriscare goedgekeurde |
omzendbrief, een tegemoetkoming van Iriscare krijgen die als volgt | omzendbrief, een tegemoetkoming van Iriscare krijgen die als volgt |
wordt bepaald: | wordt bepaald: |
1° 4.500 euro x het aantal voltijdsequivalenten verpleegkundigen die | 1° 4.500 euro x het aantal voltijdsequivalenten verpleegkundigen die |
houder zijn van een beroepstitel van verpleegkundige met een | houder zijn van een beroepstitel van verpleegkundige met een |
bijzondere deskundigheid in de geriatrie in het rustoord voor | bijzondere deskundigheid in de geriatrie in het rustoord voor |
bejaarden of het rust- en verzorgingstehuis, en die verpleegkundige | bejaarden of het rust- en verzorgingstehuis, en die verpleegkundige |
prestaties verrichten; | prestaties verrichten; |
2° 1.500 euro x het aantal voltijdsequivalenten verpleegkundigen die | 2° 1.500 euro x het aantal voltijdsequivalenten verpleegkundigen die |
houder zijn van een beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een | houder zijn van een beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een |
bijzondere deskundigheid in de geriatrie in het rustoord voor | bijzondere deskundigheid in de geriatrie in het rustoord voor |
bejaarden of het rust- en verzorgingstehuis, en die verpleegkundige | bejaarden of het rust- en verzorgingstehuis, en die verpleegkundige |
prestaties verrichten; | prestaties verrichten; |
3° 1.500 euro x het aantal voltijdsequivalenten verpleegkundigen die | 3° 1.500 euro x het aantal voltijdsequivalenten verpleegkundigen die |
houder zijn van een beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een | houder zijn van een beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een |
bijzondere deskundigheid in de palliatieve zorg in het rustoord voor | bijzondere deskundigheid in de palliatieve zorg in het rustoord voor |
bejaarden of het rust- en verzorgingstehuis, en die verpleegkundige | bejaarden of het rust- en verzorgingstehuis, en die verpleegkundige |
prestaties verrichten. | prestaties verrichten. |
Die bedragen zijn bestemd voor de betaling van de in artikel 1 | Die bedragen zijn bestemd voor de betaling van de in artikel 1 |
bedoelde premies aan de betrokken verpleegkundigen. | bedoelde premies aan de betrokken verpleegkundigen. |
Tot en met 2023 worden die bedragen berekend rekening houdend met de | Tot en met 2023 worden die bedragen berekend rekening houdend met de |
aanvangsdatum van de beroepstitel of -bekwaamheid en in evenredigheid | aanvangsdatum van de beroepstitel of -bekwaamheid en in evenredigheid |
met het voltijdsequivalent van de beoefenaar van de verpleegkunde | met het voltijdsequivalent van de beoefenaar van de verpleegkunde |
gedurende één jaar tussen 1 september en 31 augustus. | gedurende één jaar tussen 1 september en 31 augustus. |
Vanaf 2024 wordt de premie berekend rekening houdend met de | Vanaf 2024 wordt de premie berekend rekening houdend met de |
aanvangsdatum van de beroepstitel of -bekwaamheid en in evenredigheid | aanvangsdatum van de beroepstitel of -bekwaamheid en in evenredigheid |
met het voltijdsequivalent van de beoefenaar van de verpleegkunde | met het voltijdsequivalent van de beoefenaar van de verpleegkunde |
tussen 1 juli van het vorige jaar en 30 juni van het lopende jaar. | tussen 1 juli van het vorige jaar en 30 juni van het lopende jaar. |
De in het eerste lid, 1° tot en met 3°, vermelde bedragen zijn alleen | De in het eerste lid, 1° tot en met 3°, vermelde bedragen zijn alleen |
cumuleerbaar voor eenzelfde beoefenaar van de verpleegkunde die houder | cumuleerbaar voor eenzelfde beoefenaar van de verpleegkunde die houder |
is van meerdere titels of bekwaamheden, indien die titels en | is van meerdere titels of bekwaamheden, indien die titels en |
bekwaamheden betrekking hebben op verschillende specialisaties. | bekwaamheden betrekking hebben op verschillende specialisaties. |
De in dit artikel vermelde bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex | De in dit artikel vermelde bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex |
110,51 met basis 2004 = 100. Die bedragen worden aangepast aan de | 110,51 met basis 2004 = 100. Die bedragen worden aangepast aan de |
spilindex die van toepassing is op 1 januari van het jaar waarin de | spilindex die van toepassing is op 1 januari van het jaar waarin de |
premie wordt betaald, overeenkomstig de bepalingen in artikel 6, 1°, | premie wordt betaald, overeenkomstig de bepalingen in artikel 6, 1°, |
van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel | van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel |
waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van | waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van |
de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. | de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. |
Art. 8.3. De rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen waarvan het |
Art. 8.3. De rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen waarvan het |
personeel beoefenaars van de verpleegkunde omvat zoals bedoeld in | personeel beoefenaars van de verpleegkunde omvat zoals bedoeld in |
artikel 1/1, die voldoen aan de voorwaarden in artikel 1/1, § 3, | artikel 1/1, die voldoen aan de voorwaarden in artikel 1/1, § 3, |
kunnen, volgens de voorwaarden bepaald in een door de beheerraad voor | kunnen, volgens de voorwaarden bepaald in een door de beheerraad voor |
Gezondheid en Bijstand aan Personen van Iriscare goedgekeurde | Gezondheid en Bijstand aan Personen van Iriscare goedgekeurde |
omzendbrief, een tegemoetkoming van Iriscare krijgen die als volgt | omzendbrief, een tegemoetkoming van Iriscare krijgen die als volgt |
wordt bepaald: | wordt bepaald: |
1° 3.366,75 euro x het aantal voltijdsequivalenten verpleegkundigen | 1° 3.366,75 euro x het aantal voltijdsequivalenten verpleegkundigen |
die houder zijn van een beroepstitel van verpleegkundige met een | die houder zijn van een beroepstitel van verpleegkundige met een |
bijzondere deskundigheid in de geriatrie in het rustoord voor | bijzondere deskundigheid in de geriatrie in het rustoord voor |
bejaarden of het rust- en verzorgingstehuis, en die verpleegkundige | bejaarden of het rust- en verzorgingstehuis, en die verpleegkundige |
prestaties verrichten; | prestaties verrichten; |
2° 1.121,80 euro x het aantal voltijdsequivalenten verpleegkundigen | 2° 1.121,80 euro x het aantal voltijdsequivalenten verpleegkundigen |
die houder zijn van een beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een | die houder zijn van een beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een |
bijzondere deskundigheid in de geriatrie in het rustoord voor | bijzondere deskundigheid in de geriatrie in het rustoord voor |
bejaarden of het rust- en verzorgingstehuis, en die verpleegkundige | bejaarden of het rust- en verzorgingstehuis, en die verpleegkundige |
prestaties verrichten; | prestaties verrichten; |
3° 1.121,80 euro x het aantal voltijdsequivalenten verpleegkundigen | 3° 1.121,80 euro x het aantal voltijdsequivalenten verpleegkundigen |
die houder zijn van een beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een | die houder zijn van een beroepsbekwaamheid van verpleegkundige met een |
bijzondere deskundigheid in de palliatieve zorg in het rustoord voor | bijzondere deskundigheid in de palliatieve zorg in het rustoord voor |
bejaarden of het rust- en verzorgingstehuis, en die verpleegkundige | bejaarden of het rust- en verzorgingstehuis, en die verpleegkundige |
prestaties verrichten. | prestaties verrichten. |
Die bedragen zijn bestemd voor de betaling van de in artikel 1/1 | Die bedragen zijn bestemd voor de betaling van de in artikel 1/1 |
bedoelde specialisatiecomplementen aan de betrokken verpleegkundigen. | bedoelde specialisatiecomplementen aan de betrokken verpleegkundigen. |
Vanaf 2024 wordt de premie berekend rekening houdend met de | Vanaf 2024 wordt de premie berekend rekening houdend met de |
aanvangsdatum van de beroepstitel of -bekwaamheid en in evenredigheid | aanvangsdatum van de beroepstitel of -bekwaamheid en in evenredigheid |
met het voltijdsequivalent van de beoefenaar van de verpleegkunde en | met het voltijdsequivalent van de beoefenaar van de verpleegkunde en |
het aantal gepresteerde maanden tussen 1 juli van het vorige jaar en | het aantal gepresteerde maanden tussen 1 juli van het vorige jaar en |
30 juni van het lopende jaar. | 30 juni van het lopende jaar. |
De in het eerste lid, 1° tot en met 3°, vermelde bedragen zijn alleen | De in het eerste lid, 1° tot en met 3°, vermelde bedragen zijn alleen |
cumuleerbaar voor eenzelfde beoefenaar van de verpleegkunde die houder | cumuleerbaar voor eenzelfde beoefenaar van de verpleegkunde die houder |
is van meerdere titels of bekwaamheden, indien die titels en | is van meerdere titels of bekwaamheden, indien die titels en |
bekwaamheden betrekking hebben op verschillende specialisaties. | bekwaamheden betrekking hebben op verschillende specialisaties. |
De in dit artikel vermelde bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex | De in dit artikel vermelde bedragen zijn gekoppeld aan de spilindex |
111,53 met basis 2013 = 100. Die bedragen worden aangepast aan de | 111,53 met basis 2013 = 100. Die bedragen worden aangepast aan de |
spilindex die van toepassing is op 1 januari van het jaar waarin de | spilindex die van toepassing is op 1 januari van het jaar waarin de |
premie wordt betaald, overeenkomstig de bepalingen in artikel 6, 1°, | premie wordt betaald, overeenkomstig de bepalingen in artikel 6, 1°, |
van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel | van de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel |
waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van | waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van |
de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. | de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. |
Art. 9.4. Iriscare betaalt de in de artikelen 3/2 en 3/3 bedoelde |
Art. 9.4. Iriscare betaalt de in de artikelen 3/2 en 3/3 bedoelde |
tegemoetkomingen aan de rustoorden voor bejaarden en rust- en | tegemoetkomingen aan de rustoorden voor bejaarden en rust- en |
verzorgingstehuizen uiterlijk op 31 december van het betrokken jaar, | verzorgingstehuizen uiterlijk op 31 december van het betrokken jaar, |
op voorwaarde dat de volgende gegevens vóór 31 oktober van elk jaar | op voorwaarde dat de volgende gegevens vóór 31 oktober van elk jaar |
aan de dienst Financiën van Iriscare worden bezorgd, volgens de | aan de dienst Financiën van Iriscare worden bezorgd, volgens de |
voorwaarden bepaald door een door de beheerraad voor Gezondheid en | voorwaarden bepaald door een door de beheerraad voor Gezondheid en |
Bijstand aan Personen van Iriscare goedgekeurde omzendbrief: | Bijstand aan Personen van Iriscare goedgekeurde omzendbrief: |
1° de namen en voornamen van de betrokken beoefenaars van de | 1° de namen en voornamen van de betrokken beoefenaars van de |
verpleegkunde; | verpleegkunde; |
2° hun rijksregisternummers; | 2° hun rijksregisternummers; |
3° een kopie van hun titels of bekwaamheden en, als een | 3° een kopie van hun titels of bekwaamheden en, als een |
verpleegkundige voor het eerst een premie of specialisatiecomplement | verpleegkundige voor het eerst een premie of specialisatiecomplement |
ontvangt, een getuigschrift afgeleverd door de Franse of Vlaamse | ontvangt, een getuigschrift afgeleverd door de Franse of Vlaamse |
Gemeenschap; | Gemeenschap; |
4° tot en met 2023: een kopie van hun arbeidsovereenkomst, de | 4° tot en met 2023: een kopie van hun arbeidsovereenkomst, de |
benoemingsbeslissing of de beslissing tot aanstelling en, voor ieder | benoemingsbeslissing of de beslissing tot aanstelling en, voor ieder |
van hen, het aantal dagen of uren dat ze van 1 september van het | van hen, het aantal dagen of uren dat ze van 1 september van het |
vorige jaar tot 31 augustus van het lopende jaar (met eventueel de | vorige jaar tot 31 augustus van het lopende jaar (met eventueel de |
datum van indiensttreding en uitdiensttreding) als beoefenaar van de | datum van indiensttreding en uitdiensttreding) als beoefenaar van de |
verpleegkunde hebben gepresteerd (of het daaraan gelijkgestelde aantal | verpleegkunde hebben gepresteerd (of het daaraan gelijkgestelde aantal |
dagen of uren); | dagen of uren); |
5° vanaf 2024: een kopie van hun arbeidsovereenkomst, de | 5° vanaf 2024: een kopie van hun arbeidsovereenkomst, de |
benoemingsbeslissing of de beslissing tot aanstelling en, voor ieder | benoemingsbeslissing of de beslissing tot aanstelling en, voor ieder |
van hen, het aantal dagen of uren dat ze van 1 juli van het vorige | van hen, het aantal dagen of uren dat ze van 1 juli van het vorige |
jaar tot 30 juni van het lopende jaar (met eventueel de datum van | jaar tot 30 juni van het lopende jaar (met eventueel de datum van |
indiensttreding en uitdiensttreding) als beoefenaar van de | indiensttreding en uitdiensttreding) als beoefenaar van de |
verpleegkunde hebben gepresteerd (of het daaraan gelijkgestelde aantal | verpleegkunde hebben gepresteerd (of het daaraan gelijkgestelde aantal |
dagen of uren).". | dagen of uren).". |
Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2023. |
Art. 10.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2023. |
Art. 11.De leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor het |
Art. 11.De leden van het Verenigd College die bevoegd zijn voor het |
gezondheidsbeleid en de bijstand aan personen worden belast met de | gezondheidsbeleid en de bijstand aan personen worden belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 23 mei 2024. | Brussel, 23 mei 2024. |
Voor het Verenigd College: | Voor het Verenigd College: |
De leden van het Verenigd College die bevoegd zijn | De leden van het Verenigd College die bevoegd zijn |
voor het welzijn en de gezondheid, | voor het welzijn en de gezondheid, |
E. VAN DEN BRANDT | E. VAN DEN BRANDT |