Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 december 1977 betreffende de bezoldiging van de voorzitters en de presentiegelden van de leden van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn | Besluit van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 december 1977 betreffende de bezoldiging van de voorzitters en de presentiegelden van de leden van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn |
---|---|
GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS | GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS |
HOOFDSTEDELIJK GEWEST | HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
16 OKTOBER 2003. - Besluit van het Verenigd College van de | 16 OKTOBER 2003. - Besluit van het Verenigd College van de |
Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het | Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het |
koninklijk besluit van 15 december 1977 betreffende de bezoldiging van | koninklijk besluit van 15 december 1977 betreffende de bezoldiging van |
de voorzitters en de presentiegelden van de leden van de Raad voor | de voorzitters en de presentiegelden van de leden van de Raad voor |
Maatschappelijk Welzijn | Maatschappelijk Welzijn |
Het Verenigd College, | Het Verenigd College, |
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare | Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de Openbare |
centra voor Maatschappelijk Welzijn, inzonderheid op artikel 38, | centra voor Maatschappelijk Welzijn, inzonderheid op artikel 38, |
vervangen bij de wet van 5 augustus 1992, en op artikel 39; | vervangen bij de wet van 5 augustus 1992, en op artikel 39; |
Gelet op het koninklijk besluit van 15 december 1977 betreffende de | Gelet op het koninklijk besluit van 15 december 1977 betreffende de |
bezoldiging van de voorzitters en de presentiegelden van de leden van | bezoldiging van de voorzitters en de presentiegelden van de leden van |
de raden voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij de koninklijke | de raden voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij de koninklijke |
besluiten van 18 april 1983 en 21 januari 1993, en bij besluit van het | besluiten van 18 april 1983 en 21 januari 1993, en bij besluit van het |
Verenigd College van 9 maart 1995, inzonderheid op de artikelen 6, 9, | Verenigd College van 9 maart 1995, inzonderheid op de artikelen 6, 9, |
10 en 11; | 10 en 11; |
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 21 augustus | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 21 augustus |
2003; | 2003; |
Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor | Op de voordracht van de Leden van het Verenigd College, bevoegd voor |
het beleid inzake bijstand aan personen, | het beleid inzake bijstand aan personen, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.In artikel 6 van het koninklijk besluit van 15 december |
Artikel 1.In artikel 6 van het koninklijk besluit van 15 december |
1977 betreffende de bezoldiging van de voorzitters en de | 1977 betreffende de bezoldiging van de voorzitters en de |
presentiegelden van de leden van de raden voor maatschappelijk | presentiegelden van de leden van de raden voor maatschappelijk |
welzijn, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 april 1983 en | welzijn, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 april 1983 en |
21 januari 1993, en bij besluit van het Verenigd College van 9 maart | 21 januari 1993, en bij besluit van het Verenigd College van 9 maart |
1995, wordt een tweede lid ingevoegd, luidend : | 1995, wordt een tweede lid ingevoegd, luidend : |
« In het geval bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de wet, geniet | « In het geval bedoeld in artikel 39, eerste lid, van de wet, geniet |
het lid van de raad dat de voorzitter vervangt van een bijzonder | het lid van de raad dat de voorzitter vervangt van een bijzonder |
presentiegeld, berekend in dertigsten van de bezoldiging van de | presentiegeld, berekend in dertigsten van de bezoldiging van de |
voorzitter, indien de vervanging minder dan een maand en ten minste | voorzitter, indien de vervanging minder dan een maand en ten minste |
zeven ononderbroken dagen duurt. » | zeven ononderbroken dagen duurt. » |
Art. 2.In artikel 8, van het koninklijk besluit van 15 december 1977, |
Art. 2.In artikel 8, van het koninklijk besluit van 15 december 1977, |
gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 april 1983 en 21 januari | gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 april 1983 en 21 januari |
1993 en bij besluit van het Verenigd College van 9 maart 1995, wordt | 1993 en bij besluit van het Verenigd College van 9 maart 1995, wordt |
het eerste lid vervolledigd met volgende zin : | het eerste lid vervolledigd met volgende zin : |
« Aan de leden kunnen ook presentiegelden worden toegekend voor het | « Aan de leden kunnen ook presentiegelden worden toegekend voor het |
bijwonen van de vergaderingen van het in artikel 26bis van de wet | bijwonen van de vergaderingen van het in artikel 26bis van de wet |
bedoelde overlegcomité, van de overlegvergaderingen met de vakbonden, | bedoelde overlegcomité, van de overlegvergaderingen met de vakbonden, |
alsmede voor het voorzitterschap van examenjury. ». | alsmede voor het voorzitterschap van examenjury. ». |
Art. 3.Artikel 9 van het koninklijk beslut van 15 december 1977, |
Art. 3.Artikel 9 van het koninklijk beslut van 15 december 1977, |
gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 april 1983 en 21 januari | gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 april 1983 en 21 januari |
1993 en bij besluit van het Verenigd College van 9 maart 1995, wordt | 1993 en bij besluit van het Verenigd College van 9 maart 1995, wordt |
vervangen door de volgende bepaling : « Het presentiegeld moet | vervangen door de volgende bepaling : « Het presentiegeld moet |
hetzelfde zijn als dit van de gemeenteraadsleden van de gemeente waar | hetzelfde zijn als dit van de gemeenteraadsleden van de gemeente waar |
de zetel van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn is | de zetel van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn is |
gevestigd. De presentiegelden worden ook toegekend voor het bijwonen | gevestigd. De presentiegelden worden ook toegekend voor het bijwonen |
van overlegvergaderingen tussen de gemeente en het Openbaar Centrum | van overlegvergaderingen tussen de gemeente en het Openbaar Centrum |
voor Maatschappelijk Welzijn, voor het voorzitterschap van jury's van | voor Maatschappelijk Welzijn, voor het voorzitterschap van jury's van |
examens georganiseerd voor de aanwerving of de bevordering van | examens georganiseerd voor de aanwerving of de bevordering van |
personeelsleden, alsmede voor het bijwonen van onderhandelings- of | personeelsleden, alsmede voor het bijwonen van onderhandelings- of |
overlegvergaderingen met de vakbonden. ». | overlegvergaderingen met de vakbonden. ». |
Art. 4.In artikel 10 van het koninklijk besluit van 15 december 1977, |
Art. 4.In artikel 10 van het koninklijk besluit van 15 december 1977, |
gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 april 1983 en 21 januari | gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 april 1983 en 21 januari |
1993 en bij besluit van het Verenigd College van 9 maart 1995, wordt | 1993 en bij besluit van het Verenigd College van 9 maart 1995, wordt |
het eerste lid opgeheven. | het eerste lid opgeheven. |
In artikel 10 van het koninklijk besluit van 15 december 1977, | In artikel 10 van het koninklijk besluit van 15 december 1977, |
gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 april 1983 en 21 januari | gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 april 1983 en 21 januari |
1993 en bij besluit van het Verenigd College van 9 maart 1995, wordt | 1993 en bij besluit van het Verenigd College van 9 maart 1995, wordt |
het tweede lid vervangen door volgende bepaling : | het tweede lid vervangen door volgende bepaling : |
« Om recht te hebben op presentiegeld moeten de leden de ganse | « Om recht te hebben op presentiegeld moeten de leden de ganse |
vergadering hebben bijgewoond. ». | vergadering hebben bijgewoond. ». |
Art. 5.In artikel 11, 1ste §, van het koninklijk besluit van 15 |
Art. 5.In artikel 11, 1ste §, van het koninklijk besluit van 15 |
december 1977, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 april | december 1977, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 april |
1983 en 21 januari 1993 en bij besluit van het Verenigd College van 9 | 1983 en 21 januari 1993 en bij besluit van het Verenigd College van 9 |
maart 1995, wordt het 1ste lid opgeheven. | maart 1995, wordt het 1ste lid opgeheven. |
Art. 6.In artikel 11, § 2, van het koninklijk besluit van 15 december |
Art. 6.In artikel 11, § 2, van het koninklijk besluit van 15 december |
1977, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 18 april 1983 en 21 | 1977, gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 18 april 1983 en 21 |
januari 1993 en bij besluit van het Verenigd College van 9 maart 1995, | januari 1993 en bij besluit van het Verenigd College van 9 maart 1995, |
wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van vorig lid, | wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van vorig lid, |
kan het totaal-bedrag van de per kwartaal aan het lid dat de | kan het totaal-bedrag van de per kwartaal aan het lid dat de |
voorzitter vervangt, betaalde presentiegelden, hoger zijn dan de helft | voorzitter vervangt, betaalde presentiegelden, hoger zijn dan de helft |
van de bezoldiging welke voor die periode aan de voorzitter wordt | van de bezoldiging welke voor die periode aan de voorzitter wordt |
toegekend. ». | toegekend. ». |
Art. 7.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid |
Art. 7.De Leden van het Verenigd College, bevoegd voor het beleid |
inzake Bijstand aan personen, zijn belast met de uitvoering van de | inzake Bijstand aan personen, zijn belast met de uitvoering van de |
besluit. | besluit. |
Brussel, 16 oktober 2003. | Brussel, 16 oktober 2003. |
Voor het Verenigd College : | Voor het Verenigd College : |
Het lid van het Verenigd College, | Het lid van het Verenigd College, |
bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen, | bevoegd voor het beleid inzake Bijstand aan Personen, |
G. VANHENGEL | G. VANHENGEL |