← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 171/2022 van 22 december 2022 Rolnummer 7877 In zake : de
vordering tot schorsing van het decreet van het Waalse Gewest van 22 september 2022 « betreffende de
opschorting van de uitvoering van de beslissingen van adm Het Grondwettelijk
Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 171/2022 van 22 december 2022 Rolnummer 7877 In zake : de vordering tot schorsing van het decreet van het Waalse Gewest van 22 september 2022 « betreffende de opschorting van de uitvoering van de beslissingen van adm Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...) | Uittreksel uit arrest nr. 171/2022 van 22 december 2022 Rolnummer 7877 In zake : de vordering tot schorsing van het decreet van het Waalse Gewest van 22 september 2022 « betreffende de opschorting van de uitvoering van de beslissingen van adm Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de rechters(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 171/2022 van 22 december 2022 | Uittreksel uit arrest nr. 171/2022 van 22 december 2022 |
| Rolnummer 7877 | Rolnummer 7877 |
| In zake : de vordering tot schorsing van het decreet van het Waalse | In zake : de vordering tot schorsing van het decreet van het Waalse |
| Gewest van 22 september 2022 « betreffende de opschorting van de | Gewest van 22 september 2022 « betreffende de opschorting van de |
| uitvoering van de beslissingen van administratieve en gerechtelijke | uitvoering van de beslissingen van administratieve en gerechtelijke |
| uitzettingen », ingesteld door de vzw « Nationaal Eigenaars en | uitzettingen », ingesteld door de vzw « Nationaal Eigenaars en |
| Mede-eigenaars Syndicaat » en anderen. | Mede-eigenaars Syndicaat » en anderen. |
| Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
| samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de | samengesteld uit de voorzitters P. Nihoul en L. Lavrysen, en de |
| rechters T. Giet, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters en S. de | rechters T. Giet, Y. Kherbache, T. Detienne, D. Pieters en S. de |
| Bethune, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder | Bethune, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder |
| voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, | voorzitterschap van voorzitter P. Nihoul, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging | I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging |
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 oktober | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 oktober |
| 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 | 2022 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 |
| oktober 2022, is een vordering tot schorsing ingesteld van het decreet | oktober 2022, is een vordering tot schorsing ingesteld van het decreet |
| van het Waalse Gewest van 22 september 2022 « betreffende de | van het Waalse Gewest van 22 september 2022 « betreffende de |
| opschorting van de uitvoering van de beslissingen van administratieve | opschorting van de uitvoering van de beslissingen van administratieve |
| en gerechtelijke uitzettingen » (bekendgemaakt in het Belgisch | en gerechtelijke uitzettingen » (bekendgemaakt in het Belgisch |
| Staatsblad van 11 oktober 2022) door de vzw « Nationaal Eigenaars en | Staatsblad van 11 oktober 2022) door de vzw « Nationaal Eigenaars en |
| Mede-eigenaars Syndicaat », Igor Pliner, Astrid Van Der Straten, | Mede-eigenaars Syndicaat », Igor Pliner, Astrid Van Der Straten, |
| Stéphane Devos en José Grandry, bijgestaan en vertegenwoordigd door | Stéphane Devos en José Grandry, bijgestaan en vertegenwoordigd door |
| Mr. J.-M. Rigaux, advocaat bij de balie Luik-Hoei. | Mr. J.-M. Rigaux, advocaat bij de balie Luik-Hoei. |
| Bij hetzelfde verzoekschrift vorderen de verzoekende partijen eveneens | Bij hetzelfde verzoekschrift vorderen de verzoekende partijen eveneens |
| de vernietiging van hetzelfde decreet. | de vernietiging van hetzelfde decreet. |
| (...) | (...) |
| II. In rechte | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan | Ten aanzien van de bestreden bepalingen en de context ervan |
| B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de schorsing van de artikelen | B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de schorsing van de artikelen |
| 1 en 2 van het decreet van het Waalse Gewest van 22 september 2022 « | 1 en 2 van het decreet van het Waalse Gewest van 22 september 2022 « |
| betreffende opschorting van de uitvoering van de beslissingen van | betreffende opschorting van de uitvoering van de beslissingen van |
| administratieve en gerechtelijke uitzettingen » (hierna : het decreet | administratieve en gerechtelijke uitzettingen » (hierna : het decreet |
| van 22 september 2022). Het decreet is bekendgemaakt in het Belgisch | van 22 september 2022). Het decreet is bekendgemaakt in het Belgisch |
| Staatsblad van 11 oktober 2022 en is in werking getreden op 21 oktober | Staatsblad van 11 oktober 2022 en is in werking getreden op 21 oktober |
| 2022. | 2022. |
| B.1.2. Artikel 1 van het decreet van 22 september 2022 bepaalt : | B.1.2. Artikel 1 van het decreet van 22 september 2022 bepaalt : |
| « § 1. De uitvoering van alle gerechtelijke en administratieve | « § 1. De uitvoering van alle gerechtelijke en administratieve |
| beslissingen waarbij een uithuiszetting wordt bevolen, wordt | beslissingen waarbij een uithuiszetting wordt bevolen, wordt |
| opgeschort van 1 november 2022 tot en met 15 maart 2023. | opgeschort van 1 november 2022 tot en met 15 maart 2023. |
| § 2. In afwijking van paragraaf 1 kunnen de gerechtelijke en | § 2. In afwijking van paragraaf 1 kunnen de gerechtelijke en |
| administratieve beslissingen waarbij een uithuiszetting wordt bevolen | administratieve beslissingen waarbij een uithuiszetting wordt bevolen |
| om redenen van openbare veiligheid, onmiddellijk gevaar voor de | om redenen van openbare veiligheid, onmiddellijk gevaar voor de |
| lichamelijke en geestelijke gezondheid van de bewoners of opzettelijke | lichamelijke en geestelijke gezondheid van de bewoners of opzettelijke |
| beschadiging van de woning, uitgevoerd worden ». | beschadiging van de woning, uitgevoerd worden ». |
| Artikel 2 van hetzelfde decreet bepaalt : | Artikel 2 van hetzelfde decreet bepaalt : |
| « Van 1 november 2022 tot en met 15 maart 2023 moeten de | « Van 1 november 2022 tot en met 15 maart 2023 moeten de |
| politiediensten erop toezien dat fysieke uithuiszettingen, zo nodig | politiediensten erop toezien dat fysieke uithuiszettingen, zo nodig |
| door middel van dwang en/of geweld, worden verboden ». | door middel van dwang en/of geweld, worden verboden ». |
| B.1.3. In de parlementaire voorbereiding wordt uiteengezet : | B.1.3. In de parlementaire voorbereiding wordt uiteengezet : |
| « De energiecrisis leidt tot een zeer sterke stijging van de gas- en | « De energiecrisis leidt tot een zeer sterke stijging van de gas- en |
| elektriciteitsprijzen en talrijke burgers worden zwaar getroffen en | elektriciteitsprijzen en talrijke burgers worden zwaar getroffen en |
| zullen grote moeilijkheden ondervinden om hun energiekosten en hun | zullen grote moeilijkheden ondervinden om hun energiekosten en hun |
| huur te betalen. Hierdoor is het zeer waarschijnlijk dat het aantal | huur te betalen. Hierdoor is het zeer waarschijnlijk dat het aantal |
| onbetaalde huurgelden fors zal toenemen zodat gezinnen zullen worden | onbetaalde huurgelden fors zal toenemen zodat gezinnen zullen worden |
| uitgezet die reeds hard worden getroffen en in onzekerheid verkeren | uitgezet die reeds hard worden getroffen en in onzekerheid verkeren |
| door de energiecrisis. | door de energiecrisis. |
| Gelet op die elementen dient een maatregel te worden genomen om het | Gelet op die elementen dient een maatregel te worden genomen om het |
| risico op verarming te beperken en te voorkomen dat die gezinnen nog | risico op verarming te beperken en te voorkomen dat die gezinnen nog |
| meer in de problemen komen doordat zij hun huisvesting verliezen. | meer in de problemen komen doordat zij hun huisvesting verliezen. |
| Die maatregel is gerechtvaardigd op grond van artikel 10 van de | Die maatregel is gerechtvaardigd op grond van artikel 10 van de |
| bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. | bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. |
| Hij is immers noodzakelijk om gewestbevoegdheden uit te oefenen, daar | Hij is immers noodzakelijk om gewestbevoegdheden uit te oefenen, daar |
| de hier ingevoerde regeling de gevolgen beoogt van de toepassing van | de hier ingevoerde regeling de gevolgen beoogt van de toepassing van |
| het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst en | het decreet van 15 maart 2018 betreffende de woninghuurovereenkomst en |
| van het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen. Die maatregel heeft een | van het Waalse Wetboek van Duurzaam Wonen. Die maatregel heeft een |
| marginale impact, daar hij slechts gedurende een zeer beperkte periode | marginale impact, daar hij slechts gedurende een zeer beperkte periode |
| in de tijd van toepassing zal zijn. | in de tijd van toepassing zal zijn. |
| De opschorting van de uitvoering van de beslissingen tot uitzetting | De opschorting van de uitvoering van de beslissingen tot uitzetting |
| beoogt zowel de beslissingen die reeds zijn genomen en die heel | beoogt zowel de beslissingen die reeds zijn genomen en die heel |
| binnenkort zullen worden uitgevoerd, als de toekomstige beslissingen | binnenkort zullen worden uitgevoerd, als de toekomstige beslissingen |
| die zouden kunnen worden genomen gedurende de energiecrisis, aangezien | die zouden kunnen worden genomen gedurende de energiecrisis, aangezien |
| het noodzakelijk is een maatregel te hebben die onmiddellijk en op | het noodzakelijk is een maatregel te hebben die onmiddellijk en op |
| uniforme wijze van toepassing is op alle rechterlijke en | uniforme wijze van toepassing is op alle rechterlijke en |
| administratieve beslissingen tot uitzetting die voortvloeien uit een | administratieve beslissingen tot uitzetting die voortvloeien uit een |
| wetgeving die onder het Waalse Gewest valt. | wetgeving die onder het Waalse Gewest valt. |
| Die maatregel tot opschorting van de uitvoering van de beslissingen | Die maatregel tot opschorting van de uitvoering van de beslissingen |
| tot uitzetting brengt de naleving van de rechterlijke beslissingen | tot uitzetting brengt de naleving van de rechterlijke beslissingen |
| niet in het geding, daar het gaat om een opschorting van de uitvoering | niet in het geding, daar het gaat om een opschorting van de uitvoering |
| van de beslissingen en niet om een vernietiging van die beslissingen. | van de beslissingen en niet om een vernietiging van die beslissingen. |
| De maatregel tot opschorting betreft overigens alleen de uitzettingen | De maatregel tot opschorting betreft overigens alleen de uitzettingen |
| waartoe is besloten op grond van een aangelegenheid die onder de | waartoe is besloten op grond van een aangelegenheid die onder de |
| bevoegdheid van het Waalse Gewest valt. Hij betreft bijgevolg niet de | bevoegdheid van het Waalse Gewest valt. Hij betreft bijgevolg niet de |
| beslissingen tot dringende uitzetting die met name worden genomen om | beslissingen tot dringende uitzetting die met name worden genomen om |
| intrafamiliale redenen, zoals huishoudelijk geweld » (Parl. St., Waals | intrafamiliale redenen, zoals huishoudelijk geweld » (Parl. St., Waals |
| Parlement, 2022-2023, nr. 1028/1, p. 3). | Parlement, 2022-2023, nr. 1028/1, p. 3). |
| Ten aanzien van de voorwaarden van de schorsing | Ten aanzien van de voorwaarden van de schorsing |
| B.2. Naar luid van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari | B.2. Naar luid van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari |
| 1989 op het Grondwettelijk Hof dient aan twee voorwaarden te zijn | 1989 op het Grondwettelijk Hof dient aan twee voorwaarden te zijn |
| voldaan opdat tot schorsing kan worden besloten : | voldaan opdat tot schorsing kan worden besloten : |
| - de middelen die worden aangevoerd moeten ernstig zijn; | - de middelen die worden aangevoerd moeten ernstig zijn; |
| - de onmiddellijke toepassing van de bestreden maatregel moet een | - de onmiddellijke toepassing van de bestreden maatregel moet een |
| moeilijk te herstellen ernstig nadeel kunnen berokkenen. | moeilijk te herstellen ernstig nadeel kunnen berokkenen. |
| Daar de twee voorwaarden cumulatief zijn, leidt de vaststelling dat | Daar de twee voorwaarden cumulatief zijn, leidt de vaststelling dat |
| één van die voorwaarden niet is vervuld tot verwerping van de | één van die voorwaarden niet is vervuld tot verwerping van de |
| vordering tot schorsing. | vordering tot schorsing. |
| Ten aanzien van het risico van een moeilijk te herstellen ernstig | Ten aanzien van het risico van een moeilijk te herstellen ernstig |
| nadeel | nadeel |
| B.3. De schorsing van een wetsbepaling door het Hof moet het mogelijk | B.3. De schorsing van een wetsbepaling door het Hof moet het mogelijk |
| maken te vermijden dat, voor de verzoekende partijen, een ernstig | maken te vermijden dat, voor de verzoekende partijen, een ernstig |
| nadeel voortvloeit uit de onmiddellijke toepassing van die bepaling, | nadeel voortvloeit uit de onmiddellijke toepassing van die bepaling, |
| nadeel dat niet of moeilijk zou kunnen worden hersteld in geval van | nadeel dat niet of moeilijk zou kunnen worden hersteld in geval van |
| een vernietiging van die norm. | een vernietiging van die norm. |
| Uit artikel 22 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 blijkt dat, om | Uit artikel 22 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 blijkt dat, om |
| te voldoen aan de tweede voorwaarde van artikel 20, 1°, van die wet, | te voldoen aan de tweede voorwaarde van artikel 20, 1°, van die wet, |
| de personen die een vordering tot schorsing instellen, in hun | de personen die een vordering tot schorsing instellen, in hun |
| verzoekschrift concrete en precieze feiten moeten uiteenzetten waaruit | verzoekschrift concrete en precieze feiten moeten uiteenzetten waaruit |
| voldoende blijkt dat de onmiddellijke toepassing van de bepalingen | voldoende blijkt dat de onmiddellijke toepassing van de bepalingen |
| waarvan zij de vernietiging vorderen, hun een moeilijk te herstellen | waarvan zij de vernietiging vorderen, hun een moeilijk te herstellen |
| ernstig nadeel kan berokkenen. | ernstig nadeel kan berokkenen. |
| Die personen moeten met name het bestaan van het risico van een | Die personen moeten met name het bestaan van het risico van een |
| nadeel, de ernst ervan en het verband tussen dat risico en de | nadeel, de ernst ervan en het verband tussen dat risico en de |
| toepassing van de bestreden bepalingen aantonen. | toepassing van de bestreden bepalingen aantonen. |
| B.4.1. De tweede, de derde, de vierde en de vijfde verzoekende partij | B.4.1. De tweede, de derde, de vierde en de vijfde verzoekende partij |
| voeren aan dat de onmiddellijke toepassing van de bestreden bepalingen | voeren aan dat de onmiddellijke toepassing van de bestreden bepalingen |
| het risico met zich meebrengt dat de huur en de voorzieningen voor | het risico met zich meebrengt dat de huur en de voorzieningen voor |
| lasten tijdelijk niet worden betaald. Zij doen eveneens gelden dat zij | lasten tijdelijk niet worden betaald. Zij doen eveneens gelden dat zij |
| mogelijk de lasten van mede-eigendom zullen moeten betalen zonder de | mogelijk de lasten van mede-eigendom zullen moeten betalen zonder de |
| garantie te hebben door de huurders te worden terugbetaald. Zij voeren | garantie te hebben door de huurders te worden terugbetaald. Zij voeren |
| voorts aan dat de betrokken eigenaars in de onmogelijkheid zullen | voorts aan dat de betrokken eigenaars in de onmogelijkheid zullen |
| verkeren om binnen een redelijke termijn een andere huurder te vinden | verkeren om binnen een redelijke termijn een andere huurder te vinden |
| of het goed te verkopen. | of het goed te verkopen. |
| B.4.2. Het loutere risico een financieel verlies te lijden, vormt in | B.4.2. Het loutere risico een financieel verlies te lijden, vormt in |
| beginsel geen moeilijk te herstellen ernstig nadeel. Indien het Hof de | beginsel geen moeilijk te herstellen ernstig nadeel. Indien het Hof de |
| bestreden bepalingen zou vernietigen, dan zouden de aangevoerde | bestreden bepalingen zou vernietigen, dan zouden de aangevoerde |
| financiële nadelen, in de veronderstelling dat zij zich werkelijk | financiële nadelen, in de veronderstelling dat zij zich werkelijk |
| voordoen, herstelbaar zijn. | voordoen, herstelbaar zijn. |
| B.5.1. Daarnaast voeren de tweede, de derde, de vierde en de vijfde | B.5.1. Daarnaast voeren de tweede, de derde, de vierde en de vijfde |
| verzoekende partij aan dat uit de bestreden bepalingen voortvloeit dat | verzoekende partij aan dat uit de bestreden bepalingen voortvloeit dat |
| zij, gedurende de betrokken periode, het verhuurde goed niet zelf | zij, gedurende de betrokken periode, het verhuurde goed niet zelf |
| zullen kunnen betrekken of hun familieleden of personen uit hun | zullen kunnen betrekken of hun familieleden of personen uit hun |
| omgeving het niet zullen kunnen laten betrekken. | omgeving het niet zullen kunnen laten betrekken. |
| B.5.2. Aangezien de verzoekende partijen niet verwijzen naar concrete | B.5.2. Aangezien de verzoekende partijen niet verwijzen naar concrete |
| feiten die hun voornemen zouden aantonen, is om de verhuurde goederen | feiten die hun voornemen zouden aantonen, is om de verhuurde goederen |
| te betrekken of hun familieleden of personen uit hun omgeving het goed | te betrekken of hun familieleden of personen uit hun omgeving het goed |
| te laten betrekken, het aangevoerde nadeel louter hypothetisch en kan | te laten betrekken, het aangevoerde nadeel louter hypothetisch en kan |
| het bijgevolg niet worden aangevoerd ter ondersteuning van hun | het bijgevolg niet worden aangevoerd ter ondersteuning van hun |
| vordering tot schorsing. Bovendien tonen de verzoekende partijen | vordering tot schorsing. Bovendien tonen de verzoekende partijen |
| evenmin aan dat zijzelf of hun familieleden of personen uit hun | evenmin aan dat zijzelf of hun familieleden of personen uit hun |
| omgeving ertoe verplicht zouden zijn hun woonplaats te verlaten binnen | omgeving ertoe verplicht zouden zijn hun woonplaats te verlaten binnen |
| een termijn die zou verstrijken vooraleer de huurder die zijn huur | een termijn die zou verstrijken vooraleer de huurder die zijn huur |
| niet langer betaalt, te kunnen uitzetten. Hieruit vloeit voort dat de | niet langer betaalt, te kunnen uitzetten. Hieruit vloeit voort dat de |
| door de verzoekende partijen aangevoerde nadelen niet een dergelijke | door de verzoekende partijen aangevoerde nadelen niet een dergelijke |
| impact hebben dat ze als ernstig kunnen worden beschouwd. | impact hebben dat ze als ernstig kunnen worden beschouwd. |
| B.6. In zijn arrest nr. 46/2021 van 11 maart 2021, dat door de | B.6. In zijn arrest nr. 46/2021 van 11 maart 2021, dat door de |
| verzoekende partijen wordt aangevoerd, heeft het Hof geoordeeld dat | verzoekende partijen wordt aangevoerd, heeft het Hof geoordeeld dat |
| het risico van een moeilijk te herstellen ernstig nadeel vaststond ten | het risico van een moeilijk te herstellen ernstig nadeel vaststond ten |
| aanzien van de verzoekende partijen die natuurlijke personen zijn. | aanzien van de verzoekende partijen die natuurlijke personen zijn. |
| Hieruit vloeit voort dat het niet nuttig is dat de verzoekende | Hieruit vloeit voort dat het niet nuttig is dat de verzoekende |
| feitelijke vereniging het bestaan aantoont van een risico van een | feitelijke vereniging het bestaan aantoont van een risico van een |
| moeilijk te herstellen ernstig nadeel ten aanzien van haar. | moeilijk te herstellen ernstig nadeel ten aanzien van haar. |
| Aangezien de tweede, de derde, de vierde en de vijfde verzoekende | Aangezien de tweede, de derde, de vierde en de vijfde verzoekende |
| partij niet het bestaan hebben aangetoond van een risico van een | partij niet het bestaan hebben aangetoond van een risico van een |
| moeilijk te herstellen ernstig nadeel, dient echter te worden nagegaan | moeilijk te herstellen ernstig nadeel, dient echter te worden nagegaan |
| of de eerste verzoekende partij het bewijs levert dat de bestreden | of de eerste verzoekende partij het bewijs levert dat de bestreden |
| bepalingen voor haar een risico van een moeilijk te herstellen ernstig | bepalingen voor haar een risico van een moeilijk te herstellen ernstig |
| nadeel inhouden. | nadeel inhouden. |
| B.7. De eerste verzoekende partij heeft onder meer tot statutair doel | B.7. De eerste verzoekende partij heeft onder meer tot statutair doel |
| « de verdediging van het onroerend goed en roerend privaat | « de verdediging van het onroerend goed en roerend privaat |
| eigendomsrecht, met inbegrip van « het aanspannen van alle | eigendomsrecht, met inbegrip van « het aanspannen van alle |
| rechtsgedingen, voor de penale, burgerlijke en administratieve | rechtsgedingen, voor de penale, burgerlijke en administratieve |
| rechtscolleges, zowel gewestelijke, nationale als internationale, die | rechtscolleges, zowel gewestelijke, nationale als internationale, die |
| zich zouden rechtvaardigen door de verdediging van haar doel ». | zich zouden rechtvaardigen door de verdediging van haar doel ». |
| B.8. Om het ernstig en moeilijk te herstellen karakter van het nadeel | B.8. Om het ernstig en moeilijk te herstellen karakter van het nadeel |
| te beoordelen, mag een vereniging zonder winstoogmerk die beginselen | te beoordelen, mag een vereniging zonder winstoogmerk die beginselen |
| verdedigt of een collectief belang beschermt, niet worden verward met | verdedigt of een collectief belang beschermt, niet worden verward met |
| de personen die in hun persoonlijke situatie worden geraakt en op wie | de personen die in hun persoonlijke situatie worden geraakt en op wie |
| die beginselen en dat belang betrekking hebben. | die beginselen en dat belang betrekking hebben. |
| Het nadeel dat door de eerste verzoekende partij wordt aangevoerd met | Het nadeel dat door de eerste verzoekende partij wordt aangevoerd met |
| betrekking tot elk van de bepalingen waarvan de schorsing wordt | betrekking tot elk van de bepalingen waarvan de schorsing wordt |
| gevorderd, is het materiële nadeel dat haar identificeerbare leden - | gevorderd, is het materiële nadeel dat haar identificeerbare leden - |
| natuurlijke personen of rechtspersonen - individueel zouden kunnen | natuurlijke personen of rechtspersonen - individueel zouden kunnen |
| lijden als eigenaars-verhuurders. Het door de eerste verzoekende | lijden als eigenaars-verhuurders. Het door de eerste verzoekende |
| partij zelf geleden nadeel is daarentegen een louter moreel nadeel dat | partij zelf geleden nadeel is daarentegen een louter moreel nadeel dat |
| voortvloeit uit de aanneming of de toepassing van wetsbepalingen die | voortvloeit uit de aanneming of de toepassing van wetsbepalingen die |
| de individuele belangen van haar leden kunnen raken. Een dergelijk | de individuele belangen van haar leden kunnen raken. Een dergelijk |
| nadeel zou te dezen met de eventuele vernietiging van de bestreden | nadeel zou te dezen met de eventuele vernietiging van de bestreden |
| bepalingen verdwijnen en is derhalve niet moeilijk te herstellen. | bepalingen verdwijnen en is derhalve niet moeilijk te herstellen. |
| B.9. Aangezien niet is voldaan aan een van de voorwaarden die zijn | B.9. Aangezien niet is voldaan aan een van de voorwaarden die zijn |
| vereist bij artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, | vereist bij artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989, |
| kan de vordering tot schorsing niet worden ingewilligd. | kan de vordering tot schorsing niet worden ingewilligd. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| verwerpt de vordering tot schorsing. | verwerpt de vordering tot schorsing. |
| Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
| 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| op 22 december 2022. | op 22 december 2022. |
| De griffier, De voorzitter, | De griffier, De voorzitter, |
| F. Meersschaut P. Nihoul | F. Meersschaut P. Nihoul |