Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 116/2022 van 22 september 2022 Rolnummer 7780 In zake : het verzoekschrift ingediend door Anita Bergling. Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter P. Nihoul en de rechters-verslaggeve wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij op 17(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 116/2022 van 22 september 2022 Rolnummer 7780 In zake : het verzoekschrift ingediend door Anita Bergling. Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter P. Nihoul en de rechters-verslaggeve wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij op 17(...) Uittreksel uit arrest nr. 116/2022 van 22 september 2022 Rolnummer 7780 In zake : het verzoekschrift ingediend door Anita Bergling. Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter P. Nihoul en de rechters-verslaggeve wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij op 17(...)
GRONDWETTELIJK HOF GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 116/2022 van 22 september 2022 Uittreksel uit arrest nr. 116/2022 van 22 september 2022
Rolnummer 7780 Rolnummer 7780
In zake : het verzoekschrift ingediend door Anita Bergling. In zake : het verzoekschrift ingediend door Anita Bergling.
Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer,
samengesteld uit voorzitter P. Nihoul en de rechters-verslaggevers M. samengesteld uit voorzitter P. Nihoul en de rechters-verslaggevers M.
Pâques en Y. Kherbache, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, Pâques en Y. Kherbache, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux,
wijst na beraad het volgende arrest : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging
Bij op 17 februari 2022 ter post aangetekende brief, ingekomen ter Bij op 17 februari 2022 ter post aangetekende brief, ingekomen ter
griffie op 23 maart 2022, heeft Anita Bergling een verzoekschrift griffie op 23 maart 2022, heeft Anita Bergling een verzoekschrift
ingediend. Op 6 april 2022 heeft de griffie een nieuwe versie van het ingediend. Op 6 april 2022 heeft de griffie een nieuwe versie van het
verzoekschrift ontvangen. verzoekschrift ontvangen.
Op 19 april 2022 hebben de rechters-verslaggevers M. Pâques en Y. Op 19 april 2022 hebben de rechters-verslaggevers M. Pâques en Y.
Kherbache, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de Kherbache, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de
bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de
voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden
gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te
stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het
verzoekschrift voor een deel klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid verzoekschrift voor een deel klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid
van het Hof behoort en voor het overige klaarblijkelijk niet van het Hof behoort en voor het overige klaarblijkelijk niet
ontvankelijk is. ontvankelijk is.
(...) (...)
II. In rechte II. In rechte
(...) (...)
B.1. De verzoekende partij dient bij het Hof een verzoekschrift in B.1. De verzoekende partij dient bij het Hof een verzoekschrift in
waarin zij verscheidene verzoeken van verschillende aard formuleert. waarin zij verscheidene verzoeken van verschillende aard formuleert.
Vervolgens dient zij een tweede verzoekschrift in, ter vervanging van Vervolgens dient zij een tweede verzoekschrift in, ter vervanging van
het eerste. Dat nieuwe verzoekschrift, dat waarschijnlijk in het het eerste. Dat nieuwe verzoekschrift, dat waarschijnlijk in het
verlengde ligt van een geschil met betrekking tot een onroerend goed, verlengde ligt van een geschil met betrekking tot een onroerend goed,
is vrij onleesbaar en dus moeilijk te begrijpen. is vrij onleesbaar en dus moeilijk te begrijpen.
Het lijkt erop dat het met name strekt tot de vernietiging van Het lijkt erop dat het met name strekt tot de vernietiging van
verschillende wetsbepalingen, met name bepalingen van het Gerechtelijk verschillende wetsbepalingen, met name bepalingen van het Gerechtelijk
Wetboek, alsook van « de ontstentenis van wetgeving » met betrekking Wetboek, alsook van « de ontstentenis van wetgeving » met betrekking
tot het onlineverkoopplatform van de notarissen « Biddit », van de tot het onlineverkoopplatform van de notarissen « Biddit », van de
notariële traditie die erin bestaat « te weigeren om de bij het notariële traditie die erin bestaat « te weigeren om de bij het
eindvonnis bevolen nieuwe basisakte op te stellen » en van « de eindvonnis bevolen nieuwe basisakte op te stellen » en van « de
registratie van professionele syndici in de KBO ». Het verzoekschrift registratie van professionele syndici in de KBO ». Het verzoekschrift
strekt ook tot de vernietiging van « het gezag van gewijsde van een strekt ook tot de vernietiging van « het gezag van gewijsde van een
aantal wetsbepalingen », tot het beoordelen van de noodzaak van een aantal wetsbepalingen », tot het beoordelen van de noodzaak van een
procedure op tegenspraak, of nog tot de terugbetaling van een aantal procedure op tegenspraak, of nog tot de terugbetaling van een aantal
bedragen. bedragen.
B.2. Het Grondwettelijk Hof is bevoegd om uitspraak te doen over B.2. Het Grondwettelijk Hof is bevoegd om uitspraak te doen over
beroepen tot vernietiging van wetten, decreten en ordonnanties beroepen tot vernietiging van wetten, decreten en ordonnanties
(artikel 1 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het (artikel 1 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
Grondwettelijk Hof). Die beroepen moeten bij het Hof worden ingesteld Grondwettelijk Hof). Die beroepen moeten bij het Hof worden ingesteld
binnen een termijn van zes maanden of, indien het gaat om een akte binnen een termijn van zes maanden of, indien het gaat om een akte
houdende instemming met een verdrag, binnen een termijn van zestig houdende instemming met een verdrag, binnen een termijn van zestig
dagen na de bekendmaking van de betrokken wettelijke norm (artikel 3), dagen na de bekendmaking van de betrokken wettelijke norm (artikel 3),
door middel van een verzoekschrift (artikel 5), dat het onderwerp van door middel van een verzoekschrift (artikel 5), dat het onderwerp van
het beroep vermeldt en een uiteenzetting van de feiten en middelen het beroep vermeldt en een uiteenzetting van de feiten en middelen
bevat (artikel 6). bevat (artikel 6).
B.3. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere B.3. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, moeten de middelen wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, moeten de middelen
van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het
Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de
bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in
welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn
geschonden. geschonden.
Die vereisten zijn ingegeven, enerzijds, door de noodzaak voor het Hof Die vereisten zijn ingegeven, enerzijds, door de noodzaak voor het Hof
om vanaf het indienen van het verzoekschrift in staat te zijn de om vanaf het indienen van het verzoekschrift in staat te zijn de
juiste draagwijdte van het beroep tot vernietiging te bepalen en, juiste draagwijdte van het beroep tot vernietiging te bepalen en,
anderzijds, door de zorg om aan de andere partijen in het geding de anderzijds, door de zorg om aan de andere partijen in het geding de
mogelijkheid te bieden op de argumenten van de verzoekers te mogelijkheid te bieden op de argumenten van de verzoekers te
repliceren. repliceren.
B.4. In zoverre het niet de vernietiging van wetsbepalingen beoogt, B.4. In zoverre het niet de vernietiging van wetsbepalingen beoogt,
behoort het verzoekschrift klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van behoort het verzoekschrift klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van
het Hof. het Hof.
In zoverre het strekt tot de vernietiging van de ontstentenis van In zoverre het strekt tot de vernietiging van de ontstentenis van
wetgeving in bepaalde aangelegenheden, is het verzoekschrift niet wetgeving in bepaalde aangelegenheden, is het verzoekschrift niet
gericht tegen een van de normen waarvan het Hof krachtens artikel 1 gericht tegen een van de normen waarvan het Hof krachtens artikel 1
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof
kennis kan nemen. kennis kan nemen.
Het verzoekschrift is in die mate dus onontvankelijk. Het verzoekschrift is in die mate dus onontvankelijk.
B.5. In zoverre het strekt tot de vernietiging van verschillende B.5. In zoverre het strekt tot de vernietiging van verschillende
wetsbepalingen, volstaat het vast te stellen dat het verzoekschrift wetsbepalingen, volstaat het vast te stellen dat het verzoekschrift
het niet mogelijk maakt om alle bepalingen waarvan de vernietiging het niet mogelijk maakt om alle bepalingen waarvan de vernietiging
wordt gevorderd, op voldoende duidelijke wijze te identificeren en dat wordt gevorderd, op voldoende duidelijke wijze te identificeren en dat
het beroep, wat betreft de bepalingen die kunnen worden het beroep, wat betreft de bepalingen die kunnen worden
geïdentificeerd, namelijk de artikelen 54, 55, 703, 1080 en 1386 van geïdentificeerd, namelijk de artikelen 54, 55, 703, 1080 en 1386 van
het Gerechtelijk Wetboek en artikel 29 van de hypotheekwet, niet het Gerechtelijk Wetboek en artikel 29 van de hypotheekwet, niet
tijdig is ingesteld aangezien het niet werd ingesteld binnen de tijdig is ingesteld aangezien het niet werd ingesteld binnen de
termijn die is bedoeld in artikel 3 van de voormelde bijzondere wet termijn die is bedoeld in artikel 3 van de voormelde bijzondere wet
van 6 januari 1989. van 6 januari 1989.
Volkomen ten overvloede moet worden beklemtoond dat het Volkomen ten overvloede moet worden beklemtoond dat het
verzoekschrift, waarvan het vrij onleesbare karakter reeds ter sprake verzoekschrift, waarvan het vrij onleesbare karakter reeds ter sprake
werd gebracht, niet duidelijk uiteenzet in welk opzicht die bepalingen werd gebracht, niet duidelijk uiteenzet in welk opzicht die bepalingen
de regels zouden schenden die door de verzoekende partij zijn de regels zouden schenden die door de verzoekende partij zijn
aangehaald en waarvan het Hof de inachtneming waarborgt. aangehaald en waarvan het Hof de inachtneming waarborgt.
Het is met name onmogelijk te bepalen of de door de verzoekende partij Het is met name onmogelijk te bepalen of de door de verzoekende partij
geformuleerde grieven voortvloeien uit de bestreden wetsbepalingen dan geformuleerde grieven voortvloeien uit de bestreden wetsbepalingen dan
wel uit de toepassing van die bepalingen door de verschillende wel uit de toepassing van die bepalingen door de verschillende
personen of rechtscolleges welke die partij in het verzoekschrift personen of rechtscolleges welke die partij in het verzoekschrift
aanhaalt. aanhaalt.
Daaruit vloeit voort dat het onmogelijk is om met de vereiste Daaruit vloeit voort dat het onmogelijk is om met de vereiste
nauwkeurigheid en zonder risico op een vergissing het onderwerp van de nauwkeurigheid en zonder risico op een vergissing het onderwerp van de
grieven te bepalen. Het toelaten van een dermate onduidelijk grieven te bepalen. Het toelaten van een dermate onduidelijk
verzoekschrift zou het contradictoire karakter van de rechtspleging in verzoekschrift zou het contradictoire karakter van de rechtspleging in
het gedrang brengen, nu de partij die zou opkomen voor de verdediging het gedrang brengen, nu de partij die zou opkomen voor de verdediging
van de bestreden wetsbepalingen, geen dienstig verweer zou kunnen van de bestreden wetsbepalingen, geen dienstig verweer zou kunnen
voeren. voeren.
B.6. Wat betreft de aanvullende verzoeken die de verzoekende partij in B.6. Wat betreft de aanvullende verzoeken die de verzoekende partij in
haar memorie met verantwoording formuleert, en met name de vraag om haar memorie met verantwoording formuleert, en met name de vraag om
tijdens een terechtzitting te worden gehoord, dient te worden tijdens een terechtzitting te worden gehoord, dient te worden
beklemtoond dat de conclusies van de rechters-verslaggevers die met beklemtoond dat de conclusies van de rechters-verslaggevers die met
toepassing van artikel 71 van de voormelde bijzondere wet van 6 toepassing van artikel 71 van de voormelde bijzondere wet van 6
januari 1989 zijn genomen, niet verder reiken dan de mededeling aan de januari 1989 zijn genomen, niet verder reiken dan de mededeling aan de
verzoekende partij van het bestaan van een probleem van verzoekende partij van het bestaan van een probleem van
klaarblijkelijke onontvankelijkheid of onbevoegdheid. De artikelen 69 klaarblijkelijke onontvankelijkheid of onbevoegdheid. De artikelen 69
tot 73 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, die de voorafgaande tot 73 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, die de voorafgaande
rechtspleging voor het Hof regelen, voorzien niet in het horen van de rechtspleging voor het Hof regelen, voorzien niet in het horen van de
verzoekende partij op een openbare terechtzitting. De mogelijkheid verzoekende partij op een openbare terechtzitting. De mogelijkheid
waarover de verzoekende partij beschikt om haar standpunt ten aanzien waarover de verzoekende partij beschikt om haar standpunt ten aanzien
van het opgeworpen probleem in een memorie met verantwoording uiteen van het opgeworpen probleem in een memorie met verantwoording uiteen
te zetten, waarborgt op voldoende wijze het tegensprekelijk karakter te zetten, waarborgt op voldoende wijze het tegensprekelijk karakter
van de procedure. De voormelde bepalingen bieden de verzoekende partij van de procedure. De voormelde bepalingen bieden de verzoekende partij
evenmin de mogelijkheid om in haar memorie met verantwoording het evenmin de mogelijkheid om in haar memorie met verantwoording het
onderwerp van het beroep dat zij zelf in het verzoekschrift heeft onderwerp van het beroep dat zij zelf in het verzoekschrift heeft
bepaald, uit te breiden. Bijgevolg kan niet worden ingegaan op de bepaald, uit te breiden. Bijgevolg kan niet worden ingegaan op de
aanvullende verzoeken van de verzoekende partij. aanvullende verzoeken van de verzoekende partij.
B.7. Het beroep is klaarblijkelijk onontvankelijk. B.7. Het beroep is klaarblijkelijk onontvankelijk.
Om die redenen, Om die redenen,
het Hof, beperkte kamer, het Hof, beperkte kamer,
met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende,
verwerpt het beroep. verwerpt het beroep.
Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits,
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op
het Grondwettelijk Hof, op 22 september 2022. het Grondwettelijk Hof, op 22 september 2022.
De griffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, De voorzitter,
P. Nihoul P. Nihoul
^