Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 06 maart 2023

Uittreksel uit arrest nr. 116/2022 van 22 september 2022 Rolnummer 7780 In zake : het verzoekschrift ingediend door Anita Bergling. Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter P. Nihoul en de rechters-verslaggeve wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij op 17(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2022205831
pub.
06/03/2023
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 116/2022 van 22 september 2022 Rolnummer 7780 In zake : het verzoekschrift ingediend door Anita Bergling.

Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter P. Nihoul en de rechters-verslaggevers M. Pâques en Y. Kherbache, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij op 17 februari 2022 ter post aangetekende brief, ingekomen ter griffie op 23 maart 2022, heeft Anita Bergling een verzoekschrift ingediend. Op 6 april 2022 heeft de griffie een nieuwe versie van het verzoekschrift ontvangen.

Op 19 april 2022 hebben de rechters-verslaggevers M. Pâques en Y. Kherbache, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het verzoekschrift voor een deel klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort en voor het overige klaarblijkelijk niet ontvankelijk is. (...) II. In rechte (...) B.1. De verzoekende partij dient bij het Hof een verzoekschrift in waarin zij verscheidene verzoeken van verschillende aard formuleert.

Vervolgens dient zij een tweede verzoekschrift in, ter vervanging van het eerste. Dat nieuwe verzoekschrift, dat waarschijnlijk in het verlengde ligt van een geschil met betrekking tot een onroerend goed, is vrij onleesbaar en dus moeilijk te begrijpen.

Het lijkt erop dat het met name strekt tot de vernietiging van verschillende wetsbepalingen, met name bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, alsook van « de ontstentenis van wetgeving » met betrekking tot het onlineverkoopplatform van de notarissen « Biddit », van de notariële traditie die erin bestaat « te weigeren om de bij het eindvonnis bevolen nieuwe basisakte op te stellen » en van « de registratie van professionele syndici in de KBO ». Het verzoekschrift strekt ook tot de vernietiging van « het gezag van gewijsde van een aantal wetsbepalingen », tot het beoordelen van de noodzaak van een procedure op tegenspraak, of nog tot de terugbetaling van een aantal bedragen.

B.2. Het Grondwettelijk Hof is bevoegd om uitspraak te doen over beroepen tot vernietiging van wetten, decreten en ordonnanties (artikel 1 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof). Die beroepen moeten bij het Hof worden ingesteld binnen een termijn van zes maanden of, indien het gaat om een akte houdende instemming met een verdrag, binnen een termijn van zestig dagen na de bekendmaking van de betrokken wettelijke norm (artikel 3), door middel van een verzoekschrift (artikel 5), dat het onderwerp van het beroep vermeldt en een uiteenzetting van de feiten en middelen bevat (artikel 6).

B.3. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden.

Die vereisten zijn ingegeven, enerzijds, door de noodzaak voor het Hof om vanaf het indienen van het verzoekschrift in staat te zijn de juiste draagwijdte van het beroep tot vernietiging te bepalen en, anderzijds, door de zorg om aan de andere partijen in het geding de mogelijkheid te bieden op de argumenten van de verzoekers te repliceren.

B.4. In zoverre het niet de vernietiging van wetsbepalingen beoogt, behoort het verzoekschrift klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof.

In zoverre het strekt tot de vernietiging van de ontstentenis van wetgeving in bepaalde aangelegenheden, is het verzoekschrift niet gericht tegen een van de normen waarvan het Hof krachtens artikel 1 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof kennis kan nemen.

Het verzoekschrift is in die mate dus onontvankelijk.

B.5. In zoverre het strekt tot de vernietiging van verschillende wetsbepalingen, volstaat het vast te stellen dat het verzoekschrift het niet mogelijk maakt om alle bepalingen waarvan de vernietiging wordt gevorderd, op voldoende duidelijke wijze te identificeren en dat het beroep, wat betreft de bepalingen die kunnen worden geïdentificeerd, namelijk de artikelen 54, 55, 703, 1080 en 1386 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 29 van de hypotheekwet, niet tijdig is ingesteld aangezien het niet werd ingesteld binnen de termijn die is bedoeld in artikel 3 van de voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten.

Volkomen ten overvloede moet worden beklemtoond dat het verzoekschrift, waarvan het vrij onleesbare karakter reeds ter sprake werd gebracht, niet duidelijk uiteenzet in welk opzicht die bepalingen de regels zouden schenden die door de verzoekende partij zijn aangehaald en waarvan het Hof de inachtneming waarborgt.

Het is met name onmogelijk te bepalen of de door de verzoekende partij geformuleerde grieven voortvloeien uit de bestreden wetsbepalingen dan wel uit de toepassing van die bepalingen door de verschillende personen of rechtscolleges welke die partij in het verzoekschrift aanhaalt.

Daaruit vloeit voort dat het onmogelijk is om met de vereiste nauwkeurigheid en zonder risico op een vergissing het onderwerp van de grieven te bepalen. Het toelaten van een dermate onduidelijk verzoekschrift zou het contradictoire karakter van de rechtspleging in het gedrang brengen, nu de partij die zou opkomen voor de verdediging van de bestreden wetsbepalingen, geen dienstig verweer zou kunnen voeren.

B.6. Wat betreft de aanvullende verzoeken die de verzoekende partij in haar memorie met verantwoording formuleert, en met name de vraag om tijdens een terechtzitting te worden gehoord, dient te worden beklemtoond dat de conclusies van de rechters-verslaggevers die met toepassing van artikel 71 van de voormelde bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten zijn genomen, niet verder reiken dan de mededeling aan de verzoekende partij van het bestaan van een probleem van klaarblijkelijke onontvankelijkheid of onbevoegdheid. De artikelen 69 tot 73 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten, die de voorafgaande rechtspleging voor het Hof regelen, voorzien niet in het horen van de verzoekende partij op een openbare terechtzitting. De mogelijkheid waarover de verzoekende partij beschikt om haar standpunt ten aanzien van het opgeworpen probleem in een memorie met verantwoording uiteen te zetten, waarborgt op voldoende wijze het tegensprekelijk karakter van de procedure. De voormelde bepalingen bieden de verzoekende partij evenmin de mogelijkheid om in haar memorie met verantwoording het onderwerp van het beroep dat zij zelf in het verzoekschrift heeft bepaald, uit te breiden. Bijgevolg kan niet worden ingegaan op de aanvullende verzoeken van de verzoekende partij.

B.7. Het beroep is klaarblijkelijk onontvankelijk.

Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verwerpt het beroep.

Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 22 september 2022.

De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, P. Nihoul

^