← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 15/2021 van 28 januari 2021 Rolnummers 7264 en 7323 In zake
: de prejudiciële vragen over artikel 43 van de wet van 2 mei 2019 « houdende diverse bepalingen inzake
economie » Het
Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de rechters (...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 15/2021 van 28 januari 2021 Rolnummers 7264 en 7323 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 43 van de wet van 2 mei 2019 « houdende diverse bepalingen inzake economie » Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de rechters (...) | Uittreksel uit arrest nr. 15/2021 van 28 januari 2021 Rolnummers 7264 en 7323 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 43 van de wet van 2 mei 2019 « houdende diverse bepalingen inzake economie » Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de rechters (...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 15/2021 van 28 januari 2021 | Uittreksel uit arrest nr. 15/2021 van 28 januari 2021 |
| Rolnummers 7264 en 7323 | Rolnummers 7264 en 7323 |
| In zake : de prejudiciële vragen over artikel 43 van de wet van 2 mei | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 43 van de wet van 2 mei |
| 2019 « houdende diverse bepalingen inzake economie » (artikel 2bis van | 2019 « houdende diverse bepalingen inzake economie » (artikel 2bis van |
| de wet van 21 november 1989 « betreffende de verplichte | de wet van 21 november 1989 « betreffende de verplichte |
| aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen »), gesteld door | aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen »), gesteld door |
| de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent. | de Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent. |
| Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
| samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, en de |
| rechters J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. | rechters J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. |
| Leysen, J. Moerman, M. Pâques en Y. Kherbache, bijgestaan door de | Leysen, J. Moerman, M. Pâques en Y. Kherbache, bijgestaan door de |
| griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter L. | griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter L. |
| Lavrysen, | Lavrysen, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
| a. Bij vonnis van 8 oktober 2019, waarvan de expeditie ter griffie van | a. Bij vonnis van 8 oktober 2019, waarvan de expeditie ter griffie van |
| het Hof is ingekomen op 15 oktober 2019, heeft de Rechtbank van eerste | het Hof is ingekomen op 15 oktober 2019, heeft de Rechtbank van eerste |
| aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vragen | aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële vragen |
| gesteld : | gesteld : |
| « 1. Schendt artikel 43 Wet van 2 mei 2019 houdende diverse bepalingen | « 1. Schendt artikel 43 Wet van 2 mei 2019 houdende diverse bepalingen |
| inzake economie, de bepalingen over de fundamentele rechten en | inzake economie, de bepalingen over de fundamentele rechten en |
| vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de | vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de |
| artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én artikel 6.1 E.V.R.M., in | artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én artikel 6.1 E.V.R.M., in |
| zoverre deze bepaling de verzekeringsplicht handhaaft voor bromfietsen | zoverre deze bepaling de verzekeringsplicht handhaaft voor bromfietsen |
| klasse A, zoals omschreven in art. 2.17.1 Wegverkeersreglement, doch | klasse A, zoals omschreven in art. 2.17.1 Wegverkeersreglement, doch |
| niet voor voertuigen die niet onder het toepassingsveld van art. | niet voor voertuigen die niet onder het toepassingsveld van art. |
| 2.17.1 Wegverkeersreglement sorteren en een autonome snelheid van | 2.17.1 Wegverkeersreglement sorteren en een autonome snelheid van |
| maximaal 25 km/u hebben, doch via ondersteuning een hogere snelheid | maximaal 25 km/u hebben, doch via ondersteuning een hogere snelheid |
| kunnen halen en bijgevolg een evenwaardige dan wel grotere kinetische | kunnen halen en bijgevolg een evenwaardige dan wel grotere kinetische |
| energie hebben dan bromfietsen klasse A ? | energie hebben dan bromfietsen klasse A ? |
| 2. Schendt artikel 43 Wet van 2 mei 2019 houdende diverse bepalingen | 2. Schendt artikel 43 Wet van 2 mei 2019 houdende diverse bepalingen |
| inzake economie, de bepalingen over de fundamentele rechten en | inzake economie, de bepalingen over de fundamentele rechten en |
| vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de | vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de |
| artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én artikel 6.1 E.V.R.M., in | artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én artikel 6.1 E.V.R.M., in |
| zoverre deze bepaling de verzekeringsplicht handhaaft voor bromfietsen | zoverre deze bepaling de verzekeringsplicht handhaaft voor bromfietsen |
| klasse A, zoals omschreven in art. 2.17.1 Wegverkeersreglement, doch | klasse A, zoals omschreven in art. 2.17.1 Wegverkeersreglement, doch |
| niet voor voertuigen die niet onder het toepassingsveld van art. | niet voor voertuigen die niet onder het toepassingsveld van art. |
| 2.17.1 Wegverkeersreglement sorteren en een autonome snelheid van | 2.17.1 Wegverkeersreglement sorteren en een autonome snelheid van |
| maximaal 25 km/u hebben, doch gemiddeld een grotere massa hebben dan | maximaal 25 km/u hebben, doch gemiddeld een grotere massa hebben dan |
| bromfietsen klasse A en bijgevolg een grotere kinetische energie | bromfietsen klasse A en bijgevolg een grotere kinetische energie |
| hebben dan bromfietsen klasse A ? ». | hebben dan bromfietsen klasse A ? ». |
| b. Bij vonnis van 28 november 2019, waarvan de expeditie ter griffie | b. Bij vonnis van 28 november 2019, waarvan de expeditie ter griffie |
| van het Hof is ingekomen op 5 december 2019, heeft de Rechtbank van | van het Hof is ingekomen op 5 december 2019, heeft de Rechtbank van |
| eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële | eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent, de volgende prejudiciële |
| vraag gesteld : | vraag gesteld : |
| « Schendt artikel 43 Wet van 2 mei 2019 houdende diverse bepalingen | « Schendt artikel 43 Wet van 2 mei 2019 houdende diverse bepalingen |
| inzake economie, de bepalingen over de fundamentele rechten en | inzake economie, de bepalingen over de fundamentele rechten en |
| vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de | vrijheden gewaarborgd in titel II van de Grondwet, (met name de |
| artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én artikel 6.1 E.V.R.M., in | artikelen 10, 11 en 13 van de Grondwet) én artikel 6.1 E.V.R.M., in |
| zoverre deze bepaling de verzekeringsplicht handhaaft voor bromfietsen | zoverre deze bepaling de verzekeringsplicht handhaaft voor bromfietsen |
| klasse A, zoals omschreven in artikel 2.17.1 Wegverkeersreglement, | klasse A, zoals omschreven in artikel 2.17.1 Wegverkeersreglement, |
| doch niet voor voertuigen die niet onder het toepassingsveld van | doch niet voor voertuigen die niet onder het toepassingsveld van |
| artikel 2.17.1 Wegverkeersreglement sorteren en een autonome snelheid | artikel 2.17.1 Wegverkeersreglement sorteren en een autonome snelheid |
| van maximaal 25 km/u hebben, doch gemiddeld een grotere massa hebben | van maximaal 25 km/u hebben, doch gemiddeld een grotere massa hebben |
| dan bromfietsen klasse A en bijgevolg een grotere kinetische energie | dan bromfietsen klasse A en bijgevolg een grotere kinetische energie |
| hebben dan bromfietsen klasse A ? ». | hebben dan bromfietsen klasse A ? ». |
| Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7264 en 7323 van de rol van | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7264 en 7323 van de rol van |
| het Hof, werden samengevoegd. | het Hof, werden samengevoegd. |
| (...) | (...) |
| II. In rechte | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de zaak nr. 7323 | Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de zaak nr. 7323 |
| B.1.1. De Ministerraad voert aan dat het antwoord op de prejudiciële | B.1.1. De Ministerraad voert aan dat het antwoord op de prejudiciële |
| vraag in de zaak nr. 7323 niet nuttig is voor het oplossen van het | vraag in de zaak nr. 7323 niet nuttig is voor het oplossen van het |
| geschil, omdat de vraag gebaseerd is op de verkeerde veronderstelling | geschil, omdat de vraag gebaseerd is op de verkeerde veronderstelling |
| dat een hoogtewerker onder het toepassingsgebied van de in het geding | dat een hoogtewerker onder het toepassingsgebied van de in het geding |
| zijnde bepaling valt. | zijnde bepaling valt. |
| B.1.2. In de regel komt het de verwijzende rechter toe te oordelen of | B.1.2. In de regel komt het de verwijzende rechter toe te oordelen of |
| het antwoord op de prejudiciële vraag nuttig is voor het oplossen van | het antwoord op de prejudiciële vraag nuttig is voor het oplossen van |
| het geschil. Alleen indien dat klaarblijkelijk niet het geval is, kan | het geschil. Alleen indien dat klaarblijkelijk niet het geval is, kan |
| het Hof beslissen dat de vraag geen antwoord behoeft. | het Hof beslissen dat de vraag geen antwoord behoeft. |
| B.1.3. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing kan worden | B.1.3. Uit de motieven van de verwijzingsbeslissing kan worden |
| afgeleid dat de verwijzende rechter van oordeel is dat de hoogtewerker | afgeleid dat de verwijzende rechter van oordeel is dat de hoogtewerker |
| onder het toepassingsgebied valt van artikel 2bis van de wet van 21 | onder het toepassingsgebied valt van artikel 2bis van de wet van 21 |
| november 1989 « betreffende de verplichte | november 1989 « betreffende de verplichte |
| aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen » (hierna : | aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen » (hierna : |
| WAM-Wet), zoals ingevoegd bij artikel 43 van de wet van 2 mei 2019 « | WAM-Wet), zoals ingevoegd bij artikel 43 van de wet van 2 mei 2019 « |
| houdende diverse bepalingen inzake economie » (hierna : de wet van 2 | houdende diverse bepalingen inzake economie » (hierna : de wet van 2 |
| mei 2019). De Ministerraad, in zijn exceptie, vermeldt zelf de | mei 2019). De Ministerraad, in zijn exceptie, vermeldt zelf de |
| mogelijkheid dat de in het geding zijnde bepaling van toepassing is op | mogelijkheid dat de in het geding zijnde bepaling van toepassing is op |
| de hoogtewerker, en voert bijgevolg geen elementen aan waaruit blijkt | de hoogtewerker, en voert bijgevolg geen elementen aan waaruit blijkt |
| dat de in het geding zijnde bepaling klaarblijkelijk niet van | dat de in het geding zijnde bepaling klaarblijkelijk niet van |
| toepassing is op het voor de verwijzende rechter voorgelegde geschil. | toepassing is op het voor de verwijzende rechter voorgelegde geschil. |
| B.1.4. De exceptie wordt verworpen. | B.1.4. De exceptie wordt verworpen. |
| Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling |
| B.2.1. Artikel 1, eerste lid, van de WAM-Wet definieert het begrip « | B.2.1. Artikel 1, eerste lid, van de WAM-Wet definieert het begrip « |
| motorrijtuig » als volgt : | motorrijtuig » als volgt : |
| « Motorrijtuigen : rij- of voertuigen, bestemd om zich over de grond | « Motorrijtuigen : rij- of voertuigen, bestemd om zich over de grond |
| te bewegen en die door een mechanische kracht kunnen worden gedreven, | te bewegen en die door een mechanische kracht kunnen worden gedreven, |
| zonder aan spoorstaven te zijn gebonden; al wat aan het rij- of | zonder aan spoorstaven te zijn gebonden; al wat aan het rij- of |
| voertuig is gekoppeld, wordt als een deel daarvan aangemerkt ". | voertuig is gekoppeld, wordt als een deel daarvan aangemerkt ". |
| Wanneer een voertuig als een motorrijtuig wordt beschouwd, heeft dit | Wanneer een voertuig als een motorrijtuig wordt beschouwd, heeft dit |
| tot gevolg dat de eigenaar in principe verplicht is een verzekering | tot gevolg dat de eigenaar in principe verplicht is een verzekering |
| inzake de burgerrechtelijke aansprakelijkheid te sluiten wanneer het | inzake de burgerrechtelijke aansprakelijkheid te sluiten wanneer het |
| voertuig zich in het verkeer begeeft op de openbare weg en op | voertuig zich in het verkeer begeeft op de openbare weg en op |
| terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een | terreinen die toegankelijk zijn voor het publiek of slechts voor een |
| zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen (artikel 2 | zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen (artikel 2 |
| van de WAM-Wet). Die verplichte verzekering is onder andere bedoeld om | van de WAM-Wet). Die verplichte verzekering is onder andere bedoeld om |
| de vergoeding van de schade geleden door slachtoffers van een | de vergoeding van de schade geleden door slachtoffers van een |
| verkeersongeval en hun rechthebbenden, te waarborgen. | verkeersongeval en hun rechthebbenden, te waarborgen. |
| B.2.2. Bij artikel 43 van de wet van 2 mei 2019, wordt een artikel | B.2.2. Bij artikel 43 van de wet van 2 mei 2019, wordt een artikel |
| 2bis ingevoegd in de WAM-Wet : | 2bis ingevoegd in de WAM-Wet : |
| « Zijn niet onderworpen aan de verzekeringsplicht bedoeld in artikel | « Zijn niet onderworpen aan de verzekeringsplicht bedoeld in artikel |
| 2, § 1, de motorrijtuigen bedoeld in artikel 1, eerste lid, die door | 2, § 1, de motorrijtuigen bedoeld in artikel 1, eerste lid, die door |
| de mechanische kracht 25 km/u niet overschrijden. | de mechanische kracht 25 km/u niet overschrijden. |
| Blijven onderworpen aan de verzekeringsplicht bedoeld in artikel 2, § | Blijven onderworpen aan de verzekeringsplicht bedoeld in artikel 2, § |
| 1, de bromfietsen van klasse A zoals gedefinieerd in artikel 2, 2.17, | 1, de bromfietsen van klasse A zoals gedefinieerd in artikel 2, 2.17, |
| 1), van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen | 1), van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen |
| reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de | reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de |
| openbare weg ». | openbare weg ». |
| B.2.3. Volgens de parlementaire voorbereiding past de vrijstelling van | B.2.3. Volgens de parlementaire voorbereiding past de vrijstelling van |
| de verzekeringsplicht in het kader van de mogelijkheid, geboden door | de verzekeringsplicht in het kader van de mogelijkheid, geboden door |
| artikel 5 van de richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en | artikel 5 van de richtlijn 2009/103/EG van het Europees Parlement en |
| de Raad van 16 september 2009 « betreffende de verzekering tegen de | de Raad van 16 september 2009 « betreffende de verzekering tegen de |
| wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van | wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van |
| motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering | motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering |
| tegen deze aansprakelijkheid », om elektrische fietsen of andere | tegen deze aansprakelijkheid », om elektrische fietsen of andere |
| nieuwe elektrische motorrijtuigen van de wettelijke | nieuwe elektrische motorrijtuigen van de wettelijke |
| aansprakelijkheidsverzekering uit te sluiten. Met de invoering van | aansprakelijkheidsverzekering uit te sluiten. Met de invoering van |
| artikel 2bis van de WAM-Wet had de wetgever de bedoeling de | artikel 2bis van de WAM-Wet had de wetgever de bedoeling de |
| verzekeringsplicht aan te passen aan de recente opkomst van nieuwe | verzekeringsplicht aan te passen aan de recente opkomst van nieuwe |
| elektrische motorrijtuigen : | elektrische motorrijtuigen : |
| « De wijziging wordt ingegeven door de vaststelling dat de enge | « De wijziging wordt ingegeven door de vaststelling dat de enge |
| interpretatie van de definitie in artikel 1 WAM, en meer in het | interpretatie van de definitie in artikel 1 WAM, en meer in het |
| bijzonder het aspect autonoom kunnen rijden, ertoe leidt dat : | bijzonder het aspect autonoom kunnen rijden, ertoe leidt dat : |
| 1° bepaalde elektrische fietsen, de gemotoriseerde | 1° bepaalde elektrische fietsen, de gemotoriseerde |
| voortbewegingstoestellen en elektrische rolstoelen in de regel onder | voortbewegingstoestellen en elektrische rolstoelen in de regel onder |
| de verzekeringsplicht vallen en; | de verzekeringsplicht vallen en; |
| 2° de bestuurders ervan buiten het toepassingsgebied zouden vallen van | 2° de bestuurders ervan buiten het toepassingsgebied zouden vallen van |
| de automatische wettelijke vergoedingsregeling van artikel 29bis WAM | de automatische wettelijke vergoedingsregeling van artikel 29bis WAM |
| (zwakke gebruikers) » (Parl. St., Kamer, 2018-2019, DOC 54-3570/001, | (zwakke gebruikers) » (Parl. St., Kamer, 2018-2019, DOC 54-3570/001, |
| p. 33). | p. 33). |
| B.2.4. Artikel 29bis van de WAM-Wet organiseert een systeem van | B.2.4. Artikel 29bis van de WAM-Wet organiseert een systeem van |
| objectieve aansprakelijkheid van de bestuurders van motorrijtuigen dat | objectieve aansprakelijkheid van de bestuurders van motorrijtuigen dat |
| afwijkt van het gemeen recht van de burgerlijke aansprakelijkheid, | afwijkt van het gemeen recht van de burgerlijke aansprakelijkheid, |
| aangezien de bestuurder van een motorrijtuig dat bij een ongeval is | aangezien de bestuurder van een motorrijtuig dat bij een ongeval is |
| betrokken, zich niet kan onttrekken aan zijn verplichting om de door | betrokken, zich niet kan onttrekken aan zijn verplichting om de door |
| de slachtoffers geleden schade te herstellen door zich te beroepen op | de slachtoffers geleden schade te herstellen door zich te beroepen op |
| de afwezigheid van een door hem begane fout. De verplichting om de | de afwezigheid van een door hem begane fout. De verplichting om de |
| door de slachtoffers van een verkeersongeval en hun rechthebbenden | door de slachtoffers van een verkeersongeval en hun rechthebbenden |
| geleden schade te vergoeden, wordt ten laste gelegd van de | geleden schade te vergoeden, wordt ten laste gelegd van de |
| verzekeraars die de aansprakelijkheid van de eigenaar, de bestuurder | verzekeraars die de aansprakelijkheid van de eigenaar, de bestuurder |
| of de houder van de motorrijtuigen dekken. | of de houder van de motorrijtuigen dekken. |
| B.2.5. Artikel 46 van de wet van 2 mei 2019 wijzigt artikel 29bis, § | B.2.5. Artikel 46 van de wet van 2 mei 2019 wijzigt artikel 29bis, § |
| 3, van de WAM-Wet, waardoor, voor de toepassing van de objectieve | 3, van de WAM-Wet, waardoor, voor de toepassing van de objectieve |
| aansprakelijkheid van artikel 29bis, de voertuigen bedoeld in het | aansprakelijkheid van artikel 29bis, de voertuigen bedoeld in het |
| nieuwe artikel 2bis, eerste lid, van de WAM-Wet niet als | nieuwe artikel 2bis, eerste lid, van de WAM-Wet niet als |
| motorrijtuigen worden beschouwd, maar als voertuigen van zwakke | motorrijtuigen worden beschouwd, maar als voertuigen van zwakke |
| weggebruikers. | weggebruikers. |
| B.2.6. Artikel 2, 2.17, 1), van het koninklijk besluit van 1 december | B.2.6. Artikel 2, 2.17, 1), van het koninklijk besluit van 1 december |
| 1975 « houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en | 1975 « houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en |
| van het gebruik van de openbare weg », definieert een bromfiets klasse | van het gebruik van de openbare weg », definieert een bromfiets klasse |
| A als : | A als : |
| « elk twee- of driewielig voertuig uitgerust met een motor met | « elk twee- of driewielig voertuig uitgerust met een motor met |
| inwendige verbranding waarvan de cilinderinhoud ten hoogste 50 cm3 | inwendige verbranding waarvan de cilinderinhoud ten hoogste 50 cm3 |
| bedraagt met een netto-maximumvermogen van ten hoogste 4 kW, of met | bedraagt met een netto-maximumvermogen van ten hoogste 4 kW, of met |
| een elektrische motor met een nominaal continu maximumvermogen van ten | een elektrische motor met een nominaal continu maximumvermogen van ten |
| hoogste 4 kW en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid | hoogste 4 kW en met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid |
| van 25 km per uur, met uitsluiting van de gemotoriseerde | van 25 km per uur, met uitsluiting van de gemotoriseerde |
| voortbewegingstoestellen ». | voortbewegingstoestellen ». |
| In haar advies merkte de afdeling wetgeving van de Raad van State op | In haar advies merkte de afdeling wetgeving van de Raad van State op |
| dat de keuze om bromfietsen klasse A niet mee te nemen in de | dat de keuze om bromfietsen klasse A niet mee te nemen in de |
| uitzondering, niet kon worden verantwoord door de vaststelling dat die | uitzondering, niet kon worden verantwoord door de vaststelling dat die |
| bromfietsen reeds geruime tijd aan de verzekeringsplicht onderworpen | bromfietsen reeds geruime tijd aan de verzekeringsplicht onderworpen |
| zijn : | zijn : |
| « De gemachtigde werd om een verantwoording verzocht in het licht van | « De gemachtigde werd om een verantwoording verzocht in het licht van |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor het gemaakte onderscheid | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet voor het gemaakte onderscheid |
| tussen de bestuurders van de voertuigen bedoeld in het ontworpen | tussen de bestuurders van de voertuigen bedoeld in het ontworpen |
| artikel 2bis, eerste lid, van de wet van 21 november 1989, enerzijds, | artikel 2bis, eerste lid, van de wet van 21 november 1989, enerzijds, |
| en bestuurders van bromfietsen klasse A, anderzijds, waarbij onder | en bestuurders van bromfietsen klasse A, anderzijds, waarbij onder |
| meer werd gewezen op het voormelde arrest van het Grondwettelijk Hof. | meer werd gewezen op het voormelde arrest van het Grondwettelijk Hof. |
| De gemachtigde verantwoordde het gemaakte onderscheid als volgt : | De gemachtigde verantwoordde het gemaakte onderscheid als volgt : |
| [' In het arrest nr. 23/2002 van 23 januari 2002 van het | [' In het arrest nr. 23/2002 van 23 januari 2002 van het |
| Grondwettelijk Hof wordt nadrukkelijk gewezen op de doelstellingen die | Grondwettelijk Hof wordt nadrukkelijk gewezen op de doelstellingen die |
| de wetgever nastreeft met de aanneming van de automatische | de wetgever nastreeft met de aanneming van de automatische |
| schadevergoeding voor de zwak geachte slachtoffers van | schadevergoeding voor de zwak geachte slachtoffers van |
| verkeersongevallen. | verkeersongevallen. |
| De in aanmerking genomen criteria om die " zwakheid " te kenmerken, | De in aanmerking genomen criteria om die " zwakheid " te kenmerken, |
| zijn, enerzijds, het feit dat men niet de bestuurder van een | zijn, enerzijds, het feit dat men niet de bestuurder van een |
| motorrijtuig is en, anderzijds, het gevaar dat de inverkeerstelling | motorrijtuig is en, anderzijds, het gevaar dat de inverkeerstelling |
| van een motorrijtuig op de openbare weg in se betekent. | van een motorrijtuig op de openbare weg in se betekent. |
| Het criterium dat in het wetsontwerp is gekozen, neemt het criterium | Het criterium dat in het wetsontwerp is gekozen, neemt het criterium |
| van het gevaar van een voertuig in aanmerking, daar de maximumsnelheid | van het gevaar van een voertuig in aanmerking, daar de maximumsnelheid |
| is beperkt tot 25 km/u. | is beperkt tot 25 km/u. |
| De uitsluiting van klasse A houdt rekening ermee dat die voertuigen | De uitsluiting van klasse A houdt rekening ermee dat die voertuigen |
| reeds vele jaren zijn onderworpen (aan de inschrijving, alsook) aan de | reeds vele jaren zijn onderworpen (aan de inschrijving, alsook) aan de |
| verzekeringsplicht '.] | verzekeringsplicht '.] |
| Het gegeven dat de bromfietsen van klasse A reeds sedert verschillende | Het gegeven dat de bromfietsen van klasse A reeds sedert verschillende |
| jaren onderworpen zijn aan de verzekeringsplicht kan in het licht van | jaren onderworpen zijn aan de verzekeringsplicht kan in het licht van |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet bezwaarlijk worden beschouwd als | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet bezwaarlijk worden beschouwd als |
| een pertinente en objectieve verantwoording die het in het voorontwerp | een pertinente en objectieve verantwoording die het in het voorontwerp |
| gemaakte onderscheid vermag te billijken » (Parl. St., Kamer, | gemaakte onderscheid vermag te billijken » (Parl. St., Kamer, |
| 2018-2019, DOC 54-3570/004, p. 35). | 2018-2019, DOC 54-3570/004, p. 35). |
| B.2.7. De wetgever heeft het verschil tussen de vrijgestelde | B.2.7. De wetgever heeft het verschil tussen de vrijgestelde |
| voertuigen en de bromfietsen klasse A bijkomend verantwoord op basis | voertuigen en de bromfietsen klasse A bijkomend verantwoord op basis |
| van de zogenaamde kinetische energie van het voertuig, waarbij | van de zogenaamde kinetische energie van het voertuig, waarbij |
| enerzijds de snelheid en anderzijds de massa van het voertuig in | enerzijds de snelheid en anderzijds de massa van het voertuig in |
| overweging worden genomen om de risico's die de inverkeerstelling met | overweging worden genomen om de risico's die de inverkeerstelling met |
| zich meebrengt, te evalueren : | zich meebrengt, te evalueren : |
| « Via deze bepaling worden een aantal nieuwe elektrische | « Via deze bepaling worden een aantal nieuwe elektrische |
| motorrijtuigen van de verzekeringsverplichting ontheven. Omwille van | motorrijtuigen van de verzekeringsverplichting ontheven. Omwille van |
| consistentie en rechtszekerheid voor de rechtsonderhorige werd | consistentie en rechtszekerheid voor de rechtsonderhorige werd |
| geopteerd voor een uniform plafond van autonome snelheid van 25 km/u. | geopteerd voor een uniform plafond van autonome snelheid van 25 km/u. |
| Het criterium dat wordt gehanteerd om al dan niet aan de | Het criterium dat wordt gehanteerd om al dan niet aan de |
| verzekeringsplicht onderworpen te zijn, is de kinetische energie van | verzekeringsplicht onderworpen te zijn, is de kinetische energie van |
| het voertuig. | het voertuig. |
| Kinetische energie is de vorm van energie die een lichaam of voorwerp | Kinetische energie is de vorm van energie die een lichaam of voorwerp |
| in zich heeft doordat het beweegt. De massa en de snelheid van het | in zich heeft doordat het beweegt. De massa en de snelheid van het |
| lichaam of het voorwerp bepalen de hoeveelheid kinetische energie. | lichaam of het voorwerp bepalen de hoeveelheid kinetische energie. |
| Aangezien een bromfiets klasse A al snel 80 tot 100 kg weegt en een | Aangezien een bromfiets klasse A al snel 80 tot 100 kg weegt en een |
| elektrische fiets gemiddeld 20 tot 30 kg weegt, inclusief de batterij, | elektrische fiets gemiddeld 20 tot 30 kg weegt, inclusief de batterij, |
| is het gerechtvaardigd dat de bromfiets klasse A onderhevig blijft aan | is het gerechtvaardigd dat de bromfiets klasse A onderhevig blijft aan |
| de verzekeringsplicht. De kinetische energie aan eenzelfde snelheid | de verzekeringsplicht. De kinetische energie aan eenzelfde snelheid |
| [is immers] significant [...] groter. | [is immers] significant [...] groter. |
| Voorbeelden van geviseerde motorrijtuigen : de elektrische rolstoel, | Voorbeelden van geviseerde motorrijtuigen : de elektrische rolstoel, |
| die reeds werd uitgesloten van artikel 29bis, het hoverboard, de | die reeds werd uitgesloten van artikel 29bis, het hoverboard, de |
| zelfbalancerende toestellen, het elektrisch skateboard, de elektrische | zelfbalancerende toestellen, het elektrisch skateboard, de elektrische |
| fiets, de miniquad, de minimoto, voor zover ze rijden met een maximum | fiets, de miniquad, de minimoto, voor zover ze rijden met een maximum |
| snelheid van 25 km/u. Deze lijst is geenszins exhaustief en louter | snelheid van 25 km/u. Deze lijst is geenszins exhaustief en louter |
| indicatief. | indicatief. |
| Ook motorrijtuigen met de volgende functies kunnen hieronder begrepen | Ook motorrijtuigen met de volgende functies kunnen hieronder begrepen |
| worden : de boost-, launch-, garage-, walk-assist-, parkeerfunctie, | worden : de boost-, launch-, garage-, walk-assist-, parkeerfunctie, |
| ongeacht hun benaming en vorm. De wandel-, garage-, parkeerassistentie | ongeacht hun benaming en vorm. De wandel-, garage-, parkeerassistentie |
| is bijvoorbeeld bedoeld om de elektrische fiets in onbereden toestand | is bijvoorbeeld bedoeld om de elektrische fiets in onbereden toestand |
| gemakkelijker te kunnen manipuleren en niet om de fiets aan te drijven | gemakkelijker te kunnen manipuleren en niet om de fiets aan te drijven |
| bij het rijden, zodat het verkeersrisico quasi verwaarloosbaar is (de | bij het rijden, zodat het verkeersrisico quasi verwaarloosbaar is (de |
| autonome snelheid ligt immers zeer laag, meestal rond 6 km/u). | autonome snelheid ligt immers zeer laag, meestal rond 6 km/u). |
| De burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst waartoe | De burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst waartoe |
| deze vervoermiddelen aanleiding kunnen geven, zou kunnen worden | deze vervoermiddelen aanleiding kunnen geven, zou kunnen worden |
| verzekerd middels een andere verzekeringspolis dan de B.A. auto (bv. | verzekerd middels een andere verzekeringspolis dan de B.A. auto (bv. |
| BA-privéleven) » (Parl. St., Kamer, 2018-2019, DOC 54-3570/001, pp. | BA-privéleven) » (Parl. St., Kamer, 2018-2019, DOC 54-3570/001, pp. |
| 33-34). | 33-34). |
| Uit die bespreking in de parlementaire voorbereiding blijkt dat de | Uit die bespreking in de parlementaire voorbereiding blijkt dat de |
| wetgever ervan uitgaat dat de definitie van motorrijtuig, zoals | wetgever ervan uitgaat dat de definitie van motorrijtuig, zoals |
| vermeld in artikel 1 van de WAM-Wet, enkel betrekking heeft op | vermeld in artikel 1 van de WAM-Wet, enkel betrekking heeft op |
| voertuigen die door mechanische kracht worden gedreven, zonder dat | voertuigen die door mechanische kracht worden gedreven, zonder dat |
| daarbij spierkracht moet worden gebruikt. Dit veronderstelt eveneens | daarbij spierkracht moet worden gebruikt. Dit veronderstelt eveneens |
| dat de maximale snelheid waarvan sprake in artikel 43 van de wet van 2 | dat de maximale snelheid waarvan sprake in artikel 43 van de wet van 2 |
| mei 2019, de snelheid is die bereikt kan worden op basis van de motor | mei 2019, de snelheid is die bereikt kan worden op basis van de motor |
| alleen, zonder bijkomende ondersteuning door spierkracht. | alleen, zonder bijkomende ondersteuning door spierkracht. |
| Ten aanzien van het verschil in behandeling tussen bromfietsen klasse | Ten aanzien van het verschil in behandeling tussen bromfietsen klasse |
| A en voertuigen met een grotere massa | A en voertuigen met een grotere massa |
| B.3.1. De prejudiciële vraag in de zaak nr. 7323 is identiek aan de | B.3.1. De prejudiciële vraag in de zaak nr. 7323 is identiek aan de |
| tweede prejudiciële vraag in de zaak nr. 7264. Het Hof wordt | tweede prejudiciële vraag in de zaak nr. 7264. Het Hof wordt |
| ondervraagd over de bestaanbaarheid, van artikel 2bis van de WAM-Wet, | ondervraagd over de bestaanbaarheid, van artikel 2bis van de WAM-Wet, |
| zoals ingevoerd bij artikel 43 van de wet van 2 mei 2019, met onder | zoals ingevoerd bij artikel 43 van de wet van 2 mei 2019, met onder |
| andere de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat die bepaling een | andere de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat die bepaling een |
| verschil in behandeling invoert tussen bromfietsen klasse A, | verschil in behandeling invoert tussen bromfietsen klasse A, |
| enerzijds, en andere voertuigen waarvan de autonome snelheid eveneens | enerzijds, en andere voertuigen waarvan de autonome snelheid eveneens |
| beperkt is tot 25 km/u en die een grotere massa hebben dan de | beperkt is tot 25 km/u en die een grotere massa hebben dan de |
| bromfietsen klasse A, anderzijds. Die laatste voertuigen vallen immers | bromfietsen klasse A, anderzijds. Die laatste voertuigen vallen immers |
| wel onder de uitzondering op de verzekeringsplicht, terwijl | wel onder de uitzondering op de verzekeringsplicht, terwijl |
| bromfietsen klasse A uitdrukkelijk aan de verzekeringsplicht worden | bromfietsen klasse A uitdrukkelijk aan de verzekeringsplicht worden |
| onderworpen. | onderworpen. |
| B.3.2. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet | B.3.2. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie sluit niet |
| uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen | uit dat een verschil in behandeling tussen categorieën van personen |
| wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium | wordt ingesteld, voor zover dat verschil op een objectief criterium |
| berust en het redelijk verantwoord is. | berust en het redelijk verantwoord is. |
| Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
| rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
| en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
| gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
| er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de | er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de |
| aangewende middelen en het beoogde doel. | aangewende middelen en het beoogde doel. |
| B.3.3. De wetgever had met de in het geding zijnde bepaling de | B.3.3. De wetgever had met de in het geding zijnde bepaling de |
| bedoeling de bestuurders van bepaald motorrijtuigen alsnog als zwakke | bedoeling de bestuurders van bepaald motorrijtuigen alsnog als zwakke |
| weggebruikers in de zin van artikel 29bis te beschouwen, en hen vrij | weggebruikers in de zin van artikel 29bis te beschouwen, en hen vrij |
| te stellen van de verzekeringsplicht voor motorrijtuigen. Zoals blijkt | te stellen van de verzekeringsplicht voor motorrijtuigen. Zoals blijkt |
| uit de in B.2.7 vermelde parlementaire voorbereiding, wou de wetgever | uit de in B.2.7 vermelde parlementaire voorbereiding, wou de wetgever |
| bromfietsen klasse A alsnog specifiek aan de verzekeringsplicht | bromfietsen klasse A alsnog specifiek aan de verzekeringsplicht |
| onderwerpen, ondanks het feit dat hun maximale snelheid 25 km/u niet | onderwerpen, ondanks het feit dat hun maximale snelheid 25 km/u niet |
| overschrijdt, omdat de massa van dergelijke bromfietsen, in combinatie | overschrijdt, omdat de massa van dergelijke bromfietsen, in combinatie |
| met de toegestane maximale snelheid, bepaalde risico's inhoudt. | met de toegestane maximale snelheid, bepaalde risico's inhoudt. |
| Daarnaast beroept de wetgever zich op het arrest van het Hof nr. | Daarnaast beroept de wetgever zich op het arrest van het Hof nr. |
| 23/2002 van 26 maart 2002. Bij dat arrest oordeelde het Hof dat de | 23/2002 van 26 maart 2002. Bij dat arrest oordeelde het Hof dat de |
| wetgever redelijkerwijze vermocht te oordelen dat bestuurders van | wetgever redelijkerwijze vermocht te oordelen dat bestuurders van |
| bromfietsen klasse A tot de niet-zwakke weggebruikers behoren, in | bromfietsen klasse A tot de niet-zwakke weggebruikers behoren, in |
| zoverre zij een soort motorrijtuig besturen waarvan de | zoverre zij een soort motorrijtuig besturen waarvan de |
| inverkeerstelling op zich een gevaar betekent voor de andere | inverkeerstelling op zich een gevaar betekent voor de andere |
| gebruikers van de openbare weg. | gebruikers van de openbare weg. |
| Hoewel de definitie van een bromfiets klasse A, zoals is vermeld in | Hoewel de definitie van een bromfiets klasse A, zoals is vermeld in |
| B.2.6, op zich niet verwijst naar de massa van het voertuig, maar | B.2.6, op zich niet verwijst naar de massa van het voertuig, maar |
| enkel betrekking heeft op het vermogen en de snelheid, is het niet | enkel betrekking heeft op het vermogen en de snelheid, is het niet |
| onredelijk te oordelen dat de bestuurder van een voertuig dat aan die | onredelijk te oordelen dat de bestuurder van een voertuig dat aan die |
| definitie voldoet, tot de niet-zwakke weggebruikers behoort, omdat de | definitie voldoet, tot de niet-zwakke weggebruikers behoort, omdat de |
| inverkeerstelling van het voertuig in kwestie op zich een gevaar | inverkeerstelling van het voertuig in kwestie op zich een gevaar |
| betekent voor de andere gebruikers van de openbare weg. Bijgevolg is | betekent voor de andere gebruikers van de openbare weg. Bijgevolg is |
| het niet zonder redelijke verantwoording om bromfietsen klasse A, | het niet zonder redelijke verantwoording om bromfietsen klasse A, |
| waarvan de massa, in combinatie met de toegelaten maximale snelheid, | waarvan de massa, in combinatie met de toegelaten maximale snelheid, |
| over het algemeen tot een grotere kinetische energie leidt, te | over het algemeen tot een grotere kinetische energie leidt, te |
| onderwerpen aan de verzekeringsplicht. | onderwerpen aan de verzekeringsplicht. |
| B.3.4. Gelet op de in B.3.3 vermelde doelstelling is het daarentegen | B.3.4. Gelet op de in B.3.3 vermelde doelstelling is het daarentegen |
| niet redelijk verantwoord dat voor alle andere voertuigen die niet aan | niet redelijk verantwoord dat voor alle andere voertuigen die niet aan |
| de definitie van een bromfiets klasse A voldoen, wel een vrijstelling | de definitie van een bromfiets klasse A voldoen, wel een vrijstelling |
| van de verzekeringsplicht geldt, ongeacht hun massa, louter op basis | van de verzekeringsplicht geldt, ongeacht hun massa, louter op basis |
| van hun maximale autonome snelheid. Uit de niet-exhaustieve opsomming | van hun maximale autonome snelheid. Uit de niet-exhaustieve opsomming |
| van de voertuigen in de parlementaire voorbereiding blijkt dat de | van de voertuigen in de parlementaire voorbereiding blijkt dat de |
| wetgever veronderstelt dat alle andere voertuigen die een maximale | wetgever veronderstelt dat alle andere voertuigen die een maximale |
| snelheid van 25 km/u hebben, noodzakelijk een minder grote massa | snelheid van 25 km/u hebben, noodzakelijk een minder grote massa |
| hebben dan bromfietsen klasse A. Anderzijds veronderstelt de wetgever | hebben dan bromfietsen klasse A. Anderzijds veronderstelt de wetgever |
| dat voor die voertuigen, die toch een grotere massa hebben en die | dat voor die voertuigen, die toch een grotere massa hebben en die |
| bijgevolg een motorische aandrijving vereisen om eenvoudig hanteerbaar | bijgevolg een motorische aandrijving vereisen om eenvoudig hanteerbaar |
| te zijn, de autonome snelheid aanzienlijk lager zal zijn dan 25 km/u, | te zijn, de autonome snelheid aanzienlijk lager zal zijn dan 25 km/u, |
| wat zou verantwoorden dat zij eveneens worden uitgesloten. | wat zou verantwoorden dat zij eveneens worden uitgesloten. |
| In tegenstelling tot wat die opsomming laat vermoeden, bevat de in het | In tegenstelling tot wat die opsomming laat vermoeden, bevat de in het |
| geding zijnde bepaling zelf echter enkel een vereiste inzake de | geding zijnde bepaling zelf echter enkel een vereiste inzake de |
| maximale snelheid, en wordt voor de vrijstelling geen rekening | maximale snelheid, en wordt voor de vrijstelling geen rekening |
| gehouden met de massa van het betrokken voertuig. | gehouden met de massa van het betrokken voertuig. |
| De nood aan flexibiliteit om rekening te houden met de snelle evolutie | De nood aan flexibiliteit om rekening te houden met de snelle evolutie |
| van dit nieuw soort voertuigen verantwoordt evenmin dat die voertuigen | van dit nieuw soort voertuigen verantwoordt evenmin dat die voertuigen |
| louter op basis van de maximale autonome snelheid, en het feit dat zij | louter op basis van de maximale autonome snelheid, en het feit dat zij |
| niet als bromfietsen klasse A worden beschouwd, worden vrijgesteld van | niet als bromfietsen klasse A worden beschouwd, worden vrijgesteld van |
| de verzekeringsplicht. Die snelle evolutie maakt het immers eveneens | de verzekeringsplicht. Die snelle evolutie maakt het immers eveneens |
| moeilijk om bijvoorbeeld de massa, en in het algemeen het | moeilijk om bijvoorbeeld de massa, en in het algemeen het |
| verkeersrisico, van dergelijke nieuwe voertuigen te voorspellen. | verkeersrisico, van dergelijke nieuwe voertuigen te voorspellen. |
| B.4.1. Artikel 2bis, eerste lid, van de WAM-Wet, zoals ingevoerd bij | B.4.1. Artikel 2bis, eerste lid, van de WAM-Wet, zoals ingevoerd bij |
| artikel 43 van de wet van 2 mei 2019, schendt de artikelen 10 en 11 | artikel 43 van de wet van 2 mei 2019, schendt de artikelen 10 en 11 |
| van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat de motorrijtuigen bedoeld | van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat de motorrijtuigen bedoeld |
| in artikel 1, eerste lid, die door de mechanische kracht 25 km/u niet | in artikel 1, eerste lid, die door de mechanische kracht 25 km/u niet |
| overschrijden, zijn uitgezonderd van de verzekeringsplicht bedoeld in | overschrijden, zijn uitgezonderd van de verzekeringsplicht bedoeld in |
| artikel 2, § 1, van de WAM-Wet, zonder de massa van die motorrijtuigen | artikel 2, § 1, van de WAM-Wet, zonder de massa van die motorrijtuigen |
| in aanmerking te nemen. | in aanmerking te nemen. |
| De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. | De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. |
| B.4.2. De toetsing van de in het geding zijnde bepalingen aan de | B.4.2. De toetsing van de in het geding zijnde bepalingen aan de |
| andere in de prejudiciële vraag vermelde bepalingen kan niet tot een | andere in de prejudiciële vraag vermelde bepalingen kan niet tot een |
| ruimere vaststelling van ongrondwettigheid leiden. | ruimere vaststelling van ongrondwettigheid leiden. |
| B.4.3. Nu het onderzoek van de eerste prejudiciële vraag heeft geleid | B.4.3. Nu het onderzoek van de eerste prejudiciële vraag heeft geleid |
| tot een vaststelling van schending van de artikelen 10 en 11 van de | tot een vaststelling van schending van de artikelen 10 en 11 van de |
| Grondwet, is er geen aanleiding om over te gaan tot een onderzoek van | Grondwet, is er geen aanleiding om over te gaan tot een onderzoek van |
| de andere prejudiciële vraag in de zaak nr. 7264, dat niet zou kunnen | de andere prejudiciële vraag in de zaak nr. 7264, dat niet zou kunnen |
| leiden tot een ruimere vaststelling van ongrondwettigheid. | leiden tot een ruimere vaststelling van ongrondwettigheid. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| zegt voor recht : | zegt voor recht : |
| Artikel 2bis, eerste lid, van de wet van 21 november 1989 « | Artikel 2bis, eerste lid, van de wet van 21 november 1989 « |
| betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake | betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake |
| motorrijtuigen », zoals ingevoegd bij artikel 43 van de wet van 2 mei | motorrijtuigen », zoals ingevoegd bij artikel 43 van de wet van 2 mei |
| 2019 « houdende diverse bepalingen inzake economie », schendt de | 2019 « houdende diverse bepalingen inzake economie », schendt de |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat de | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het bepaalt dat de |
| motorrijtuigen bedoeld in artikel 1, eerste lid, die door de | motorrijtuigen bedoeld in artikel 1, eerste lid, die door de |
| mechanische kracht 25 km/u niet overschrijden, zijn uitgezonderd van | mechanische kracht 25 km/u niet overschrijden, zijn uitgezonderd van |
| de verzekeringsplicht bedoeld in artikel 2, § 1, van de voormelde wet | de verzekeringsplicht bedoeld in artikel 2, § 1, van de voormelde wet |
| van 21 november 1989, zonder de massa van die motorrijtuigen in | van 21 november 1989, zonder de massa van die motorrijtuigen in |
| aanmerking te nemen. | aanmerking te nemen. |
| Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel | Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel |
| 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| op 28 januari 2021. | op 28 januari 2021. |
| De griffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| L. Lavrysen | L. Lavrysen |