← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 152/2020 van 19 november 2020 Rolnummer 7253 In zake : het
beroep tot vernietiging van artikel 36 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 1 maart 2019 «
tot wijziging van de regelgeving betreffende het toezich Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, de rechters J.-(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 152/2020 van 19 november 2020 Rolnummer 7253 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 36 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 1 maart 2019 « tot wijziging van de regelgeving betreffende het toezich Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, de rechters J.-(...) | Uittreksel uit arrest nr. 152/2020 van 19 november 2020 Rolnummer 7253 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 36 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 1 maart 2019 « tot wijziging van de regelgeving betreffende het toezich Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, de rechters J.-(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 152/2020 van 19 november 2020 | Uittreksel uit arrest nr. 152/2020 van 19 november 2020 |
| Rolnummer 7253 | Rolnummer 7253 |
| In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 36 van het decreet | In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 36 van het decreet |
| van de Vlaamse Gemeenschap van 1 maart 2019 « tot wijziging van de | van de Vlaamse Gemeenschap van 1 maart 2019 « tot wijziging van de |
| regelgeving betreffende het toezicht op en bepaalde organisatorische | regelgeving betreffende het toezicht op en bepaalde organisatorische |
| aspecten van het hoger onderwijs » (invoeging van een artikel II.395 | aspecten van het hoger onderwijs » (invoeging van een artikel II.395 |
| in de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs), ingesteld door de Artesis | in de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs), ingesteld door de Artesis |
| Plantijn Hogeschool Antwerpen. | Plantijn Hogeschool Antwerpen. |
| Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
| samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, de rechters | samengesteld uit de voorzitters L. Lavrysen en F. Daoût, de rechters |
| J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. | J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. |
| Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache en T. Detienne, en, overeenkomstig | Moerman, M. Pâques, Y. Kherbache en T. Detienne, en, overeenkomstig |
| artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter A. Alen, bijgestaan door de | Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter A. Alen, bijgestaan door de |
| griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus | griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van emeritus |
| voorzitter A. Alen, | voorzitter A. Alen, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 september | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 20 september |
| 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 | 2019 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 |
| september 2019, heeft de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, | september 2019, heeft de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen, |
| bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. F. Judo en Mr. T. Souverijns, | bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. F. Judo en Mr. T. Souverijns, |
| advocaten bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld | advocaten bij de balie te Brussel, beroep tot vernietiging ingesteld |
| van artikel 36 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 1 maart | van artikel 36 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 1 maart |
| 2019 « tot wijziging van de regelgeving betreffende het toezicht op en | 2019 « tot wijziging van de regelgeving betreffende het toezicht op en |
| bepaalde organisatorische aspecten van het hoger onderwijs », | bepaalde organisatorische aspecten van het hoger onderwijs », |
| bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 maart 2019 (invoeging | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 maart 2019 (invoeging |
| van een artikel II.395 in de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs). | van een artikel II.395 in de Vlaamse Codex Hoger Onderwijs). |
| (...) | (...) |
| II. In rechte | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| Ten aanzien van de afstand door een tussenkomende partij | Ten aanzien van de afstand door een tussenkomende partij |
| B.1. Bij op 8 oktober 2020 ter post aangetekende brief heeft de vzw « | B.1. Bij op 8 oktober 2020 ter post aangetekende brief heeft de vzw « |
| Thomas More Mechelen-Antwerpen », tussenkomende partij, het Hof laten | Thomas More Mechelen-Antwerpen », tussenkomende partij, het Hof laten |
| weten dat zij afstand wenst te doen van haar tussenkomst in de | weten dat zij afstand wenst te doen van haar tussenkomst in de |
| onderhavige zaak. | onderhavige zaak. |
| Aangezien te dezen niets zich ertegen verzet, wijst het Hof de afstand | Aangezien te dezen niets zich ertegen verzet, wijst het Hof de afstand |
| toe. | toe. |
| Ten aanzien van de bestreden bepaling | Ten aanzien van de bestreden bepaling |
| B.2. De verzoekende partij vordert de vernietiging van artikel 36 van | B.2. De verzoekende partij vordert de vernietiging van artikel 36 van |
| het decreet van 1 maart 2019 « tot wijziging van de regelgeving | het decreet van 1 maart 2019 « tot wijziging van de regelgeving |
| betreffende het toezicht op en bepaalde organisatorische aspecten van | betreffende het toezicht op en bepaalde organisatorische aspecten van |
| het hoger onderwijs » (hierna : het decreet van 1 maart 2019) in | het hoger onderwijs » (hierna : het decreet van 1 maart 2019) in |
| zoverre het een artikel II.395, § 2, van de Codex Hoger Onderwijs | zoverre het een artikel II.395, § 2, van de Codex Hoger Onderwijs |
| invoegt. Het bestreden artikel verleent, met terugwerkende kracht | invoegt. Het bestreden artikel verleent, met terugwerkende kracht |
| vanaf 1 januari 2019, aan de vzw « Karel de Grote Hogeschool, | vanaf 1 januari 2019, aan de vzw « Karel de Grote Hogeschool, |
| Katholieke Hogeschool Antwerpen » (hierna : de Karel de Grote | Katholieke Hogeschool Antwerpen » (hierna : de Karel de Grote |
| Hogeschool) de mogelijkheid om vanaf het academiejaar 2019-2020 een | Hogeschool) de mogelijkheid om vanaf het academiejaar 2019-2020 een |
| aanbod van graduaatsopleidingen op te starten. | aanbod van graduaatsopleidingen op te starten. |
| B.3.1. Ingevolge de aanbeveling van 8 juli 2010 van het Vlaams | B.3.1. Ingevolge de aanbeveling van 8 juli 2010 van het Vlaams |
| Parlement diende de eindverantwoordelijkheid voor de hogere | Parlement diende de eindverantwoordelijkheid voor de hogere |
| beroepsopleidingen (hierna : hbo5-opleidingen) die door de centra voor | beroepsopleidingen (hierna : hbo5-opleidingen) die door de centra voor |
| volwassenenonderwijs (hierna : de CVO's) werden aangeboden, | volwassenenonderwijs (hierna : de CVO's) werden aangeboden, |
| uitsluitend bij de hogescholen te liggen. Die doelstelling is | uitsluitend bij de hogescholen te liggen. Die doelstelling is |
| geleidelijk gerealiseerd door eerst samenwerkingsverbanden te sluiten | geleidelijk gerealiseerd door eerst samenwerkingsverbanden te sluiten |
| tussen CVO's en hogescholen (decreet van 12 juli 2013 « betreffende de | tussen CVO's en hogescholen (decreet van 12 juli 2013 « betreffende de |
| versterking van het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen ») en tegen | versterking van het hoger beroepsonderwijs in Vlaanderen ») en tegen |
| het academiejaar 2019-2020 hbo5-opleidingen als graduaatsopleidingen | het academiejaar 2019-2020 hbo5-opleidingen als graduaatsopleidingen |
| op een structurele wijze te integreren in de hogescholen. | op een structurele wijze te integreren in de hogescholen. |
| Het decreet van 4 mei 2018 « betreffende de uitbouw van de | Het decreet van 4 mei 2018 « betreffende de uitbouw van de |
| graduaatsopleidingen binnen de hogescholen en de versterking van de | graduaatsopleidingen binnen de hogescholen en de versterking van de |
| lerarenopleidingen binnen de hogescholen en universiteiten » (hierna : | lerarenopleidingen binnen de hogescholen en universiteiten » (hierna : |
| het decreet van 4 mei 2018) heeft die structurele inbedding decretaal | het decreet van 4 mei 2018) heeft die structurele inbedding decretaal |
| gerealiseerd. Naar aanleiding van de overdracht van hbo5-opleidingen | gerealiseerd. Naar aanleiding van de overdracht van hbo5-opleidingen |
| moeten de hogeschool en het CVO een overeenkomst sluiten waarin op | moeten de hogeschool en het CVO een overeenkomst sluiten waarin op |
| zijn minst afspraken worden gemaakt over de overdracht, de | zijn minst afspraken worden gemaakt over de overdracht, de |
| terbeschikkingstelling en het gebruik van infrastructuur en onroerende | terbeschikkingstelling en het gebruik van infrastructuur en onroerende |
| goederen en over financiële aangelegenheden. Hogescholen die | goederen en over financiële aangelegenheden. Hogescholen die |
| hbo5-opleidingen wensen aan te bieden, moeten intentieverklaringen en | hbo5-opleidingen wensen aan te bieden, moeten intentieverklaringen en |
| integratieovereenkomsten met één of meer CVO's afsluiten; zij moeten | integratieovereenkomsten met één of meer CVO's afsluiten; zij moeten |
| ook alle opleidingen van het betrokken CVO overnemen. De overdracht | ook alle opleidingen van het betrokken CVO overnemen. De overdracht |
| betekent niet alleen een overname van de onderwijsbevoegdheid van het | betekent niet alleen een overname van de onderwijsbevoegdheid van het |
| betrokken CVO, maar ook van diens financiën en diens personeel. De | betrokken CVO, maar ook van diens financiën en diens personeel. De |
| verplichting om de onderwijsbevoegdheid van een CVO over te nemen, | verplichting om de onderwijsbevoegdheid van een CVO over te nemen, |
| indien een hogeschool een hbo5-opleiding wenst aan te bieden, geldt | indien een hogeschool een hbo5-opleiding wenst aan te bieden, geldt |
| voor elke hogeschool. | voor elke hogeschool. |
| Het decreet van 4 mei 2018 steunt op een duidelijke filosofie. Om een | Het decreet van 4 mei 2018 steunt op een duidelijke filosofie. Om een |
| vlotte overgang te verzekeren van CVO's naar hogescholen, werd beslist | vlotte overgang te verzekeren van CVO's naar hogescholen, werd beslist |
| dat in het eerste jaar die opleidingen die door de hogescholen worden | dat in het eerste jaar die opleidingen die door de hogescholen worden |
| georganiseerd (academiejaar 2019-2020) alleen de van een CVO | georganiseerd (academiejaar 2019-2020) alleen de van een CVO |
| overgenomen graduaatsopleidingen konden zijn. Vanaf het academiejaar | overgenomen graduaatsopleidingen konden zijn. Vanaf het academiejaar |
| 2020-2021 mogen ook andere, niet-overgenomen opleidingen worden | 2020-2021 mogen ook andere, niet-overgenomen opleidingen worden |
| aangeboden. | aangeboden. |
| B.3.2. Tijdens de implementatie van de regeling tot overname van de | B.3.2. Tijdens de implementatie van de regeling tot overname van de |
| hbo5-opleidingen door de hogescholen zijn een aantal moeilijkheden | hbo5-opleidingen door de hogescholen zijn een aantal moeilijkheden |
| gerezen die de decreetgever ertoe hebben aangezet het beleid bij te | gerezen die de decreetgever ertoe hebben aangezet het beleid bij te |
| sturen door middel van het decreet van 1 maart 2019, waarvan het | sturen door middel van het decreet van 1 maart 2019, waarvan het |
| bestreden artikel 36 deel uitmaakt. | bestreden artikel 36 deel uitmaakt. |
| Het bestreden artikel 36 van het decreet van 1 maart 2019 creëert voor | Het bestreden artikel 36 van het decreet van 1 maart 2019 creëert voor |
| de Karel de Grote Hogeschool de mogelijkheid om, zonder de | de Karel de Grote Hogeschool de mogelijkheid om, zonder de |
| verplichting om een bestaande hbo5-opleiding over te nemen, vanaf het | verplichting om een bestaande hbo5-opleiding over te nemen, vanaf het |
| academiejaar 2019-2020, eveneens een aanbod van graduaatsopleidingen | academiejaar 2019-2020, eveneens een aanbod van graduaatsopleidingen |
| op te starten. Zij kan uit de lijst van bestaande hbo5-opleidingen in | op te starten. Zij kan uit de lijst van bestaande hbo5-opleidingen in |
| totaal maximaal vier aanvragen indienen voor een « toets nieuwe | totaal maximaal vier aanvragen indienen voor een « toets nieuwe |
| opleiding » bij de accreditatieorganisatie voor een | opleiding » bij de accreditatieorganisatie voor een |
| graduaatsopleiding, zijnde de Nederlands-Vlaamse | graduaatsopleiding, zijnde de Nederlands-Vlaamse |
| Accreditatieorganisatie (hierna : de NVAO). | Accreditatieorganisatie (hierna : de NVAO). |
| De decreetgever komt daarmee terug op zijn standpunt dat bestaande | De decreetgever komt daarmee terug op zijn standpunt dat bestaande |
| hbo5-opleidingen die niet worden geactualiseerd of omgevormd, pas als | hbo5-opleidingen die niet worden geactualiseerd of omgevormd, pas als |
| graduaatsopleiding door de hogescholen kunnen worden aangeboden vanaf | graduaatsopleiding door de hogescholen kunnen worden aangeboden vanaf |
| het academiejaar 2020-2021. Die afwijkende regeling houdt voor de | het academiejaar 2020-2021. Die afwijkende regeling houdt voor de |
| Karel de Grote Hogeschool de mogelijkheid in om reeds vanaf het | Karel de Grote Hogeschool de mogelijkheid in om reeds vanaf het |
| academiejaar 2019-2020 graduaatsopleidingen aan te bieden, terwijl de | academiejaar 2019-2020 graduaatsopleidingen aan te bieden, terwijl de |
| andere hogescholen die graduaatsopleidingen willen aanbieden de | andere hogescholen die graduaatsopleidingen willen aanbieden de |
| bestaande hbo5-opleidingen van een CVO hebben moeten overnemen door | bestaande hbo5-opleidingen van een CVO hebben moeten overnemen door |
| het sluiten van intentieverklaringen en integratieovereenkomsten met | het sluiten van intentieverklaringen en integratieovereenkomsten met |
| één of meer CVO's. | één of meer CVO's. |
| Het bestreden decreet werd op 1 maart 2019 afgekondigd en op 28 maart | Het bestreden decreet werd op 1 maart 2019 afgekondigd en op 28 maart |
| 2019 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Artikel 36 is met | 2019 bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. Artikel 36 is met |
| terugwerkende kracht in werking getreden op 1 januari 2019, waardoor | terugwerkende kracht in werking getreden op 1 januari 2019, waardoor |
| aan de Karel de Grote Hogeschool de mogelijkheid is gegeven om nog | aan de Karel de Grote Hogeschool de mogelijkheid is gegeven om nog |
| vóór het academiejaar 2019-2020 een aanvraag voor een | vóór het academiejaar 2019-2020 een aanvraag voor een |
| graduaatsopleiding in te dienen, hetgeen zij ook heeft gedaan. | graduaatsopleiding in te dienen, hetgeen zij ook heeft gedaan. |
| B.3.3. Artikel 36 van het decreet van 1 maart 2019, dat een artikel | B.3.3. Artikel 36 van het decreet van 1 maart 2019, dat een artikel |
| II.395, § 2, in de Codex Hoger Onderwijs invoegt, bepaalt : | II.395, § 2, in de Codex Hoger Onderwijs invoegt, bepaalt : |
| « § 2. De Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen, | « § 2. De Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen, |
| kan uit de lijst van bestaande hbo5-opleidingen op de data vermeld in | kan uit de lijst van bestaande hbo5-opleidingen op de data vermeld in |
| de eerste paragraaf in totaal maximaal 4 aanvragen indienen voor een | de eerste paragraaf in totaal maximaal 4 aanvragen indienen voor een |
| toets nieuwe opleiding bij de accreditatieorganisatie voor een | toets nieuwe opleiding bij de accreditatieorganisatie voor een |
| graduaatsopleiding zonder de verplichting om een bestaande | graduaatsopleiding zonder de verplichting om een bestaande |
| hbo5-opleiding om te vormen, maar met de verplichting om een aanvraag | hbo5-opleiding om te vormen, maar met de verplichting om een aanvraag |
| macrodoelmatigheidstoets bij de Commissie Hoger onderwijs in te | macrodoelmatigheidstoets bij de Commissie Hoger onderwijs in te |
| dienen. | dienen. |
| In deze vier gevallen bevat het aanvraagdossier voor de | In deze vier gevallen bevat het aanvraagdossier voor de |
| macrodoelmatigheidstoets de volgende informatie en documenten : | macrodoelmatigheidstoets de volgende informatie en documenten : |
| 1° de informatie, vermeld in artikel II.152, tweede lid, 1°, a) tot en | 1° de informatie, vermeld in artikel II.152, tweede lid, 1°, a) tot en |
| met m); | met m); |
| 2° een dossier dat de Commissie Hoger Onderwijs in staat stelt de | 2° een dossier dat de Commissie Hoger Onderwijs in staat stelt de |
| toetsing aan de criteria, vermeld in artikel II.153, § 3, eerste lid, | toetsing aan de criteria, vermeld in artikel II.153, § 3, eerste lid, |
| uit te voeren. | uit te voeren. |
| De Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen bezorgt | De Karel de Grote Hogeschool, Katholieke Hogeschool Antwerpen bezorgt |
| voor elke van de in het eerste lid bedoelde aanvragen het | voor elke van de in het eerste lid bedoelde aanvragen het |
| aanvraagdossier voor de macrodoelmatigheidstoets tevens aan de VLHORA. | aanvraagdossier voor de macrodoelmatigheidstoets tevens aan de VLHORA. |
| De VLHORA stelt voor iedere aanvraag een advies als vermeld in artikel | De VLHORA stelt voor iedere aanvraag een advies als vermeld in artikel |
| II.152, tweede lid, 2°, op. Ze bezorgt het advies aan de Commissie | II.152, tweede lid, 2°, op. Ze bezorgt het advies aan de Commissie |
| Hoger Onderwijs uiterlijk : | Hoger Onderwijs uiterlijk : |
| 1° op 31 januari voor de aanvragen die uiterlijk op 30 november bij de | 1° op 31 januari voor de aanvragen die uiterlijk op 30 november bij de |
| accreditatieorganisatie zijn ingediend; | accreditatieorganisatie zijn ingediend; |
| 2° op 15 juli voor de aanvragen die uiterlijk op 31 mei bij de | 2° op 15 juli voor de aanvragen die uiterlijk op 31 mei bij de |
| accreditatieorganisatie zijn ingediend; | accreditatieorganisatie zijn ingediend; |
| 3° 30 dagen na de indiening van de aanvraag voor de aanvragen die | 3° 30 dagen na de indiening van de aanvraag voor de aanvragen die |
| uiterlijk op 15 februari 2019 bij de accreditatieorganisatie zijn | uiterlijk op 15 februari 2019 bij de accreditatieorganisatie zijn |
| ingediend. | ingediend. |
| De Commissie Hoger Onderwijs brengt over de in het eerste lid bedoelde | De Commissie Hoger Onderwijs brengt over de in het eerste lid bedoelde |
| aanvragen een oordeel uit over de macrodoelmatigheid overeenkomstig | aanvragen een oordeel uit over de macrodoelmatigheid overeenkomstig |
| artikel 153, § 3, eerste, tweede en vierde lid. Indien het advies van | artikel 153, § 3, eerste, tweede en vierde lid. Indien het advies van |
| de VLHORA niet tijdig wordt verstrekt, dan brengt de Commissie Hoger | de VLHORA niet tijdig wordt verstrekt, dan brengt de Commissie Hoger |
| Onderwijs een oordeel over de macrodoelmatigheid uit op basis van de | Onderwijs een oordeel over de macrodoelmatigheid uit op basis van de |
| criteria, vermeld in artikel II.153, § 3, 1° tot en met 5°. | criteria, vermeld in artikel II.153, § 3, 1° tot en met 5°. |
| De Commissie Hoger Onderwijs brengt haar oordeel over de in het eerste | De Commissie Hoger Onderwijs brengt haar oordeel over de in het eerste |
| lid bedoelde aanvragen uit uiterlijk : | lid bedoelde aanvragen uit uiterlijk : |
| 1° op 28 februari voor de aanvragen die uiterlijk op 30 november bij | 1° op 28 februari voor de aanvragen die uiterlijk op 30 november bij |
| de accreditatieorganisatie zijn ingediend; | de accreditatieorganisatie zijn ingediend; |
| 2° op 1 september voor de aanvragen die uiterlijk op 31 mei bij de | 2° op 1 september voor de aanvragen die uiterlijk op 31 mei bij de |
| accreditatieorganisatie zijn ingediend; | accreditatieorganisatie zijn ingediend; |
| 3° binnen de 60 dagen na de indiening van de aanvraag voor de | 3° binnen de 60 dagen na de indiening van de aanvraag voor de |
| aanvragen die uiterlijk op 15 februari 2019 zijn ingediend. | aanvragen die uiterlijk op 15 februari 2019 zijn ingediend. |
| Als het oordeel van de Commissie Hoger Onderwijs over de | Als het oordeel van de Commissie Hoger Onderwijs over de |
| macrodoelmatigheid van een in het eerste lid bedoelde aanvraag | macrodoelmatigheid van een in het eerste lid bedoelde aanvraag |
| negatief is of niet tijdig wordt verstrekt, kan de beroepsprocedure, | negatief is of niet tijdig wordt verstrekt, kan de beroepsprocedure, |
| vermeld in artikel II.153, § 4 en § 5, gevolgd worden. | vermeld in artikel II.153, § 4 en § 5, gevolgd worden. |
| Als het oordeel van de Commissie Hoger Onderwijs over de | Als het oordeel van de Commissie Hoger Onderwijs over de |
| macrodoelmatigheid van een in het eerste lid bedoelde aanvraag of de | macrodoelmatigheid van een in het eerste lid bedoelde aanvraag of de |
| beslissing van de Vlaamse Regering na het beroep, vermeld in het zesde | beslissing van de Vlaamse Regering na het beroep, vermeld in het zesde |
| lid, positief is, evenals het toetsingsbesluit van de | lid, positief is, evenals het toetsingsbesluit van de |
| accreditatieorganisatie, dan neemt de Vlaamse Regering het besluit | accreditatieorganisatie, dan neemt de Vlaamse Regering het besluit |
| houdende erkenning van deze nieuwe opleiding binnen een ordetermijn | houdende erkenning van deze nieuwe opleiding binnen een ordetermijn |
| van 30 dagen, die ingaat de dag na de dag van de ontvangst van het | van 30 dagen, die ingaat de dag na de dag van de ontvangst van het |
| positief toetsingsbesluit en het onderliggende beoordelingsrapport van | positief toetsingsbesluit en het onderliggende beoordelingsrapport van |
| de accreditatieorganisatie ». | de accreditatieorganisatie ». |
| Ten gronde | Ten gronde |
| B.4. De verzoekende partij leidt een enig middel af uit de schending, | B.4. De verzoekende partij leidt een enig middel af uit de schending, |
| door artikel 36 van het decreet van 1 maart 2019, van de artikelen 10, | door artikel 36 van het decreet van 1 maart 2019, van de artikelen 10, |
| 11 en 24, § 1 en § 4, van de Grondwet, in samenhang gelezen met het | 11 en 24, § 1 en § 4, van de Grondwet, in samenhang gelezen met het |
| vertrouwensbeginsel, doordat het de Karel de Grote Hogeschool toelaat | vertrouwensbeginsel, doordat het de Karel de Grote Hogeschool toelaat |
| uit de lijst van de bestaande hbo5-opleidingen vier aanvragen in te | uit de lijst van de bestaande hbo5-opleidingen vier aanvragen in te |
| dienen om die opleidingen vanaf het academiejaar 2019-2020 te | dienen om die opleidingen vanaf het academiejaar 2019-2020 te |
| organiseren, terwijl de verzoekende partij slechts bestaande | organiseren, terwijl de verzoekende partij slechts bestaande |
| hbo5-opleidingen vanaf het academiejaar 2019-2020 kan organiseren en | hbo5-opleidingen vanaf het academiejaar 2019-2020 kan organiseren en |
| dit nadat zij de onderwijsbevoegdheid van een CVO heeft overgenomen. | dit nadat zij de onderwijsbevoegdheid van een CVO heeft overgenomen. |
| Het enige middel bestaat uit drie onderdelen. Het eerste onderdeel is | Het enige middel bestaat uit drie onderdelen. Het eerste onderdeel is |
| afgeleid uit de schending van artikel 24, § 4, van de Grondwet, dat de | afgeleid uit de schending van artikel 24, § 4, van de Grondwet, dat de |
| gelijkheid tussen de onderwijsinstellingen waarborgt. Het tweede | gelijkheid tussen de onderwijsinstellingen waarborgt. Het tweede |
| onderdeel is afgeleid uit de schending van artikel 24, § 1, van de | onderdeel is afgeleid uit de schending van artikel 24, § 1, van de |
| Grondwet, volgens hetwelk het onderwijs vrij is. In het derde | Grondwet, volgens hetwelk het onderwijs vrij is. In het derde |
| onderdeel wordt de schending van het vertrouwensbeginsel, in samenhang | onderdeel wordt de schending van het vertrouwensbeginsel, in samenhang |
| gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangevoerd omdat de | gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, aangevoerd omdat de |
| decreetgever niet zonder dwingende redenen van algemeen belang de | decreetgever niet zonder dwingende redenen van algemeen belang de |
| rechtmatige verwachtingen van een onderwijsinstelling mag miskennen. | rechtmatige verwachtingen van een onderwijsinstelling mag miskennen. |
| Wat betreft de schending van het gelijkheidsbeginsel (artikel 24, § 4, | Wat betreft de schending van het gelijkheidsbeginsel (artikel 24, § 4, |
| van de Grondwet) | van de Grondwet) |
| B.5. Artikel 24, § 4, van de Grondwet bepaalt : | B.5. Artikel 24, § 4, van de Grondwet bepaalt : |
| « Alle leerlingen of studenten, ouders, personeelsleden en | « Alle leerlingen of studenten, ouders, personeelsleden en |
| onderwijsinstellingen zijn gelijk voor de wet of het decreet. De wet | onderwijsinstellingen zijn gelijk voor de wet of het decreet. De wet |
| of het decreet houden rekening met objectieve verschillen, waaronder | of het decreet houden rekening met objectieve verschillen, waaronder |
| de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht, die een | de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht, die een |
| aangepaste behandeling verantwoorden ». | aangepaste behandeling verantwoorden ». |
| Artikel 24, § 4, eerste zin, van de Grondwet herbevestigt, op het vlak | Artikel 24, § 4, eerste zin, van de Grondwet herbevestigt, op het vlak |
| van het onderwijs, het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. | van het onderwijs, het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. |
| Artikel 24, § 4, tweede zin, van de Grondwet, legt, inzake onderwijs, | Artikel 24, § 4, tweede zin, van de Grondwet, legt, inzake onderwijs, |
| de gemeenschapswetgever de verplichting op rekening te houden met de | de gemeenschapswetgever de verplichting op rekening te houden met de |
| eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht, die een | eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht, die een |
| aangepaste behandeling verantwoorden. | aangepaste behandeling verantwoorden. |
| B.6. De verzoekende partij voert aan dat een verschil in behandeling | B.6. De verzoekende partij voert aan dat een verschil in behandeling |
| tussen onderscheiden onderwijsinstellingen, overeenkomstig artikel 24, | tussen onderscheiden onderwijsinstellingen, overeenkomstig artikel 24, |
| § 4, van de Grondwet, enkel dan toegelaten is wanneer dat verschil is | § 4, van de Grondwet, enkel dan toegelaten is wanneer dat verschil is |
| gegrond op « de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht ». | gegrond op « de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht ». |
| Het verschil in behandeling zou evenwel niet pertinent, noch evenredig | Het verschil in behandeling zou evenwel niet pertinent, noch evenredig |
| zijn, waardoor het bestreden artikel zou moeten worden vernietigd. | zijn, waardoor het bestreden artikel zou moeten worden vernietigd. |
| B.7.1. De overdracht van de onderwijsbevoegdheid voor de | B.7.1. De overdracht van de onderwijsbevoegdheid voor de |
| graduaatsopleidingen van de CVO's aan de hogescholen is geregeld in | graduaatsopleidingen van de CVO's aan de hogescholen is geregeld in |
| hoofdstuk 9 van titel 8 van de Codex Hoger Onderwijs, zoals toegevoegd | hoofdstuk 9 van titel 8 van de Codex Hoger Onderwijs, zoals toegevoegd |
| door de artikelen 152 tot 158 van het decreet van 4 mei 2018. Het | door de artikelen 152 tot 158 van het decreet van 4 mei 2018. Het |
| nieuwe artikel II.394 bepaalt in paragraaf 1 dat, met ingang van het | nieuwe artikel II.394 bepaalt in paragraaf 1 dat, met ingang van het |
| academiejaar 2019-2020, de CVO's hun bevoegdheid voor het aanbieden | academiejaar 2019-2020, de CVO's hun bevoegdheid voor het aanbieden |
| van opleidingen van het hoger beroepsonderwijs en het verlenen van de | van opleidingen van het hoger beroepsonderwijs en het verlenen van de |
| overeenstemmende studiebekrachtiging overdragen aan de hogescholen. | overeenstemmende studiebekrachtiging overdragen aan de hogescholen. |
| Het nieuwe artikel II.394, § 2, eerste lid, van de Codex Hoger | Het nieuwe artikel II.394, § 2, eerste lid, van de Codex Hoger |
| Onderwijs bepaalt dat de hogeschool, na de overdracht van de | Onderwijs bepaalt dat de hogeschool, na de overdracht van de |
| onderwijsbevoegdheid, voor de overgedragen bevoegdheden in de rechten | onderwijsbevoegdheid, voor de overgedragen bevoegdheden in de rechten |
| en verplichtingen treedt van het CVO dat zijn bevoegdheden heeft | en verplichtingen treedt van het CVO dat zijn bevoegdheden heeft |
| overgedragen aan de hogeschool. | overgedragen aan de hogeschool. |
| Die overdracht was bedoeld om het hoger beroepsonderwijs verder uit te | Die overdracht was bedoeld om het hoger beroepsonderwijs verder uit te |
| bouwen, rekening houdend met volgende principes : « een duidelijke | bouwen, rekening houdend met volgende principes : « een duidelijke |
| positionering en erkenning, transparantie, een duidelijk regelgevend | positionering en erkenning, transparantie, een duidelijk regelgevend |
| kader, stabiliteit, financiële haalbaarheid en rechtszekerheid. Dit | kader, stabiliteit, financiële haalbaarheid en rechtszekerheid. Dit |
| trachten we te realiseren door de inbedding van deze opleidingen in de | trachten we te realiseren door de inbedding van deze opleidingen in de |
| hogescholen. De onderwijsbevoegdheid en verantwoordelijkheid zal aan | hogescholen. De onderwijsbevoegdheid en verantwoordelijkheid zal aan |
| de hogescholen worden toevertrouwd in plaats van aan de | de hogescholen worden toevertrouwd in plaats van aan de |
| samenwerkingsverbanden » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. | samenwerkingsverbanden » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2017-2018, nr. |
| 1508/1, p. 4). | 1508/1, p. 4). |
| B.7.2. In afwijking van het voormelde decreet van 4 mei 2018 maakt het | B.7.2. In afwijking van het voormelde decreet van 4 mei 2018 maakt het |
| bestreden artikel 36 van het decreet van 1 maart 2019 het mogelijk | bestreden artikel 36 van het decreet van 1 maart 2019 het mogelijk |
| voor de Karel de Grote Hogeschool, die geen hbo5-opleiding overneemt, | voor de Karel de Grote Hogeschool, die geen hbo5-opleiding overneemt, |
| om toch « maximaal vijf [in de loop van de parlementaire voorbereiding | om toch « maximaal vijf [in de loop van de parlementaire voorbereiding |
| gereduceerd tot vier] aanvragen [in te dienen] om eveneens een aanbod | gereduceerd tot vier] aanvragen [in te dienen] om eveneens een aanbod |
| van graduaatsopleidingen op te starten. Onder ' de lijst bestaande | van graduaatsopleidingen op te starten. Onder ' de lijst bestaande |
| hbo5-opleidingen ' verstaat men de opleidingen die vandaag worden | hbo5-opleidingen ' verstaat men de opleidingen die vandaag worden |
| aangeboden in CVO. Alvorens deze opleidingen erkend kunnen worden door | aangeboden in CVO. Alvorens deze opleidingen erkend kunnen worden door |
| de Vlaamse Regering moeten zij een toets nieuwe opleiding doorlopen | de Vlaamse Regering moeten zij een toets nieuwe opleiding doorlopen |
| bij de accreditatieorganisatie en een macro-doelmatigheidstoets bij de | bij de accreditatieorganisatie en een macro-doelmatigheidstoets bij de |
| Commissie Hoger Onderwijs. Voor deze aanvragen wordt, gezien de krappe | Commissie Hoger Onderwijs. Voor deze aanvragen wordt, gezien de krappe |
| timing, een kortere procedure voorzien » (Parl. St., Vlaams Parlement, | timing, een kortere procedure voorzien » (Parl. St., Vlaams Parlement, |
| 2018-2019, nr. 1770/1, p. 14). | 2018-2019, nr. 1770/1, p. 14). |
| De minister van Onderwijs benadrukte dat « de procedure bij de NVAO en | De minister van Onderwijs benadrukte dat « de procedure bij de NVAO en |
| het toepasselijke beoordelingskader voor de omvormingsdossiers van | het toepasselijke beoordelingskader voor de omvormingsdossiers van |
| hogescholen die hbo5-opleidingen van een CVO ontvangen enerzijds, en | hogescholen die hbo5-opleidingen van een CVO ontvangen enerzijds, en |
| de dossiers toets nieuwe opleiding die de Karel de Grote Hogeschool | de dossiers toets nieuwe opleiding die de Karel de Grote Hogeschool |
| zal indienen ter erkenning van deze nieuwe graduaats-opleidingen | zal indienen ter erkenning van deze nieuwe graduaats-opleidingen |
| anderzijds, dezelfde zijn » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2018-2019, | anderzijds, dezelfde zijn » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2018-2019, |
| nr. 1770/4, p. 5). | nr. 1770/4, p. 5). |
| B.7.3. Die afwijking wordt als volgt door de gemachtigde van de | B.7.3. Die afwijking wordt als volgt door de gemachtigde van de |
| Vlaamse Regering verantwoord : | Vlaamse Regering verantwoord : |
| « Als Vlaamse Regering hechten we veel belang aan de uitbouw van deze | « Als Vlaamse Regering hechten we veel belang aan de uitbouw van deze |
| derde toegangspoort. De graduaatsopleidingen zijn de derde | derde toegangspoort. De graduaatsopleidingen zijn de derde |
| toegangspoort van het hoger onderwijs. Via samenwerkingsverbanden | toegangspoort van het hoger onderwijs. Via samenwerkingsverbanden |
| tussen CVO's en hogescholen zullen de huidige HBO5-opleidingen aan de | tussen CVO's en hogescholen zullen de huidige HBO5-opleidingen aan de |
| CVO's op 1 september 2019 integreren in de betreffende hogescholen. | CVO's op 1 september 2019 integreren in de betreffende hogescholen. |
| Deze bestaande CVO-opleidingen worden omgevormd tot | Deze bestaande CVO-opleidingen worden omgevormd tot |
| graduaatsopleidingen. Daartoe worden omvormingsdossiers ingediend bij | graduaatsopleidingen. Daartoe worden omvormingsdossiers ingediend bij |
| de NVAO. De meeste hogescholen hebben een samenwerking met één of | de NVAO. De meeste hogescholen hebben een samenwerking met één of |
| meerdere CVO's en zullen dus opleidingen ontvangen. De Vlaamse | meerdere CVO's en zullen dus opleidingen ontvangen. De Vlaamse |
| Regering oordeelde op 20 juli 2018 dat de Karel de Grote-hogeschool, | Regering oordeelde op 20 juli 2018 dat de Karel de Grote-hogeschool, |
| die als enige hogeschool met een breed opleidingsaanbod, geen | die als enige hogeschool met een breed opleidingsaanbod, geen |
| overeenkomst heeft met een CVO en dus geen opleidingen ontvangt, ook | overeenkomst heeft met een CVO en dus geen opleidingen ontvangt, ook |
| de mogelijkheid dient te hebben om van bij de start van de integratie | de mogelijkheid dient te hebben om van bij de start van de integratie |
| een opleidingsaanbod uit te bouwen en aan te bieden. In deze zin | een opleidingsaanbod uit te bouwen en aan te bieden. In deze zin |
| betreft dit een overgangsbepaling. De Vlaamse Regering is tevens van | betreft dit een overgangsbepaling. De Vlaamse Regering is tevens van |
| oordeel dat de Karel de Grote-Hogeschool dit aanbod regionaal dient af | oordeel dat de Karel de Grote-Hogeschool dit aanbod regionaal dient af |
| te stemmen met de andere hogescholen die dezelfde vestigingsplaats | te stemmen met de andere hogescholen die dezelfde vestigingsplaats |
| hebben. Parallel met de omvormingsdossiers die hogescholen die | hebben. Parallel met de omvormingsdossiers die hogescholen die |
| opleidingen van een CVO ontvangen dienen in te dienen bij de NVAO, zal | opleidingen van een CVO ontvangen dienen in te dienen bij de NVAO, zal |
| de Karel de Grote-Hogeschool voor dit aanbod dossiers Toetsen nieuwe | de Karel de Grote-Hogeschool voor dit aanbod dossiers Toetsen nieuwe |
| opleidingen indienen bij de NVAO » (Parl. St., Vlaams Parlement, | opleidingen indienen bij de NVAO » (Parl. St., Vlaams Parlement, |
| 2018-2019, nr. 1770/1, p. 144). | 2018-2019, nr. 1770/1, p. 144). |
| B.8. De uitzonderingsregeling in het bestreden artikel 36 geldt enkel | B.8. De uitzonderingsregeling in het bestreden artikel 36 geldt enkel |
| voor de Karel de Grote Hogeschool. Het betreft één hogeschool, die een | voor de Karel de Grote Hogeschool. Het betreft één hogeschool, die een |
| breed onderwijsaanbod heeft maar die door omstandigheden geen of geen | breed onderwijsaanbod heeft maar die door omstandigheden geen of geen |
| uitgebreid aanbod aan graduaatsopleidingen kan verzekeren bij gebrek | uitgebreid aanbod aan graduaatsopleidingen kan verzekeren bij gebrek |
| aan een overeenkomst met een CVO betreffende de overdracht van de | aan een overeenkomst met een CVO betreffende de overdracht van de |
| onderwijsbevoegdheid. | onderwijsbevoegdheid. |
| B.9. Het Hof dient na te gaan of het redelijk verantwoord is dat enkel | B.9. Het Hof dient na te gaan of het redelijk verantwoord is dat enkel |
| aan de Karel de Grote Hogeschool de mogelijkheid wordt geboden om | aan de Karel de Grote Hogeschool de mogelijkheid wordt geboden om |
| vanaf het academiejaar 2019-2020 graduaatsopleidingen aan te bieden, | vanaf het academiejaar 2019-2020 graduaatsopleidingen aan te bieden, |
| zonder verplichting om een bestaande hbo5-opleiding over te nemen en | zonder verplichting om een bestaande hbo5-opleiding over te nemen en |
| om te vormen. | om te vormen. |
| De uitzonderingsregeling beoogt de toegankelijkheid tot het hoger | De uitzonderingsregeling beoogt de toegankelijkheid tot het hoger |
| beroepsonderwijs in Antwerpen te maximaliseren, waardoor jongeren die | beroepsonderwijs in Antwerpen te maximaliseren, waardoor jongeren die |
| een beroepsopleiding volgen meer kans maken om de overstap naar het | een beroepsopleiding volgen meer kans maken om de overstap naar het |
| graduaat te maken. | graduaat te maken. |
| Het beperken van de mogelijkheid om nieuwe graduaatsopleidingen aan te | Het beperken van de mogelijkheid om nieuwe graduaatsopleidingen aan te |
| bieden tot één welbepaalde hogeschool, is niet pertinent om het door | bieden tot één welbepaalde hogeschool, is niet pertinent om het door |
| de decreetgever beoogde doel, het opleidingsaanbod in de betrokken | de decreetgever beoogde doel, het opleidingsaanbod in de betrokken |
| regio verhogen, te bereiken. | regio verhogen, te bereiken. |
| Bovendien is de omstandigheid dat de Karel de Grote Hogeschool slechts | Bovendien is de omstandigheid dat de Karel de Grote Hogeschool slechts |
| vier aanvragen mocht indienen, niet van die aard dat de bestreden | vier aanvragen mocht indienen, niet van die aard dat de bestreden |
| regeling in redelijkheid kan worden verantwoord. Andere hogescholen | regeling in redelijkheid kan worden verantwoord. Andere hogescholen |
| die slechts vier of minder hbo5-opleidingen aanbieden, blijven | die slechts vier of minder hbo5-opleidingen aanbieden, blijven |
| onderworpen aan de overnameverplichting. Ten slotte is enkel het | onderworpen aan de overnameverplichting. Ten slotte is enkel het |
| aantal aanvragen beperkt, maar is de Karel de Grote Hogeschool vrij in | aantal aanvragen beperkt, maar is de Karel de Grote Hogeschool vrij in |
| haar keuze welke hbo5-opleidingen zij aanbiedt. Andere hogescholen | haar keuze welke hbo5-opleidingen zij aanbiedt. Andere hogescholen |
| zijn wel in hun keuze beperkt, namelijk tot de hbo5-opleidingen die | zijn wel in hun keuze beperkt, namelijk tot de hbo5-opleidingen die |
| zij overnemen van het CVO. | zij overnemen van het CVO. |
| De toets nieuwe opleiding door de Nederlands-Vlaamse | De toets nieuwe opleiding door de Nederlands-Vlaamse |
| Accreditatieorganisatie en de macrodoelmatigheidstoets door de | Accreditatieorganisatie en de macrodoelmatigheidstoets door de |
| Commissie Hoger Onderwijs zijn evenmin afdoende om de bestreden | Commissie Hoger Onderwijs zijn evenmin afdoende om de bestreden |
| regeling in redelijkheid te verantwoorden. De toets nieuwe opleiding | regeling in redelijkheid te verantwoorden. De toets nieuwe opleiding |
| door de NVAO geldt ook voor andere hogescholen die een hbo5-opleiding | door de NVAO geldt ook voor andere hogescholen die een hbo5-opleiding |
| overnemen van een CVO en de macrodoelmatigheidstoets geldt ook voor | overnemen van een CVO en de macrodoelmatigheidstoets geldt ook voor |
| andere hogescholen wanneer zij een nieuwe graduaatsopleiding willen | andere hogescholen wanneer zij een nieuwe graduaatsopleiding willen |
| organiseren. Daarnaast wordt in een verkorte procedure voorzien voor | organiseren. Daarnaast wordt in een verkorte procedure voorzien voor |
| de macrodoelmatigheidstoets en wijkt ook de aanvraagprocedure op | de macrodoelmatigheidstoets en wijkt ook de aanvraagprocedure op |
| andere punten af van de standaardprocedure waaraan de andere | andere punten af van de standaardprocedure waaraan de andere |
| hogescholen voor de aanvraag zijn onderworpen. | hogescholen voor de aanvraag zijn onderworpen. |
| B.10. Het eerste onderdeel van het enige middel is gegrond. | B.10. Het eerste onderdeel van het enige middel is gegrond. |
| B.11. De andere onderdelen, die niet tot een ruimere vernietiging | B.11. De andere onderdelen, die niet tot een ruimere vernietiging |
| zouden kunnen leiden, dienen niet te worden onderzocht. | zouden kunnen leiden, dienen niet te worden onderzocht. |
| Wat betreft de handhaving van de gevolgen van de vernietigde bepaling | Wat betreft de handhaving van de gevolgen van de vernietigde bepaling |
| B.12. De Vlaamse Regering en de Karel de Grote Hogeschool vragen om de | B.12. De Vlaamse Regering en de Karel de Grote Hogeschool vragen om de |
| gevolgen van de bestreden bepaling, in geval van vernietiging, te | gevolgen van de bestreden bepaling, in geval van vernietiging, te |
| handhaven. De bestreden bepaling vormt de decretale basis voor de | handhaven. De bestreden bepaling vormt de decretale basis voor de |
| graduaatsopleiding « Internet of Things » aan de Karel de Grote | graduaatsopleiding « Internet of Things » aan de Karel de Grote |
| Hogeschool waardoor de rechtsbasis van die opleiding zou wegvallen. | Hogeschool waardoor de rechtsbasis van die opleiding zou wegvallen. |
| Bovendien hebben de studenten die zich voor het academiejaar 2019-2020 | Bovendien hebben de studenten die zich voor het academiejaar 2019-2020 |
| hebben ingeschreven in de graduaatsopleiding « Internet of Things » | hebben ingeschreven in de graduaatsopleiding « Internet of Things » |
| van de Karel de Grote Hogeschool de legitieme verwachting om hun | van de Karel de Grote Hogeschool de legitieme verwachting om hun |
| opleiding af te ronden en hun diploma te behalen. Door de vernietiging | opleiding af te ronden en hun diploma te behalen. Door de vernietiging |
| van de bestreden bepaling zou hun rechtpositie worden ondergraven en | van de bestreden bepaling zou hun rechtpositie worden ondergraven en |
| zouden zij genoodzaakt zijn hun opleiding stop te zetten. | zouden zij genoodzaakt zijn hun opleiding stop te zetten. |
| B.13. Om te vermijden dat rechtsonzekerheid wordt gecreëerd voor die | B.13. Om te vermijden dat rechtsonzekerheid wordt gecreëerd voor die |
| studenten die in het academiejaar 2019-2020 de graduaatsopleiding « | studenten die in het academiejaar 2019-2020 de graduaatsopleiding « |
| Internet of Things » hebben gestart, en de legitieme verwachting | Internet of Things » hebben gestart, en de legitieme verwachting |
| hadden hun opleiding die zij gestart waren, af te ronden en hun | hadden hun opleiding die zij gestart waren, af te ronden en hun |
| diploma te behalen, en rekening houdend met de belangen van onder meer | diploma te behalen, en rekening houdend met de belangen van onder meer |
| het bij die opleiding betrokken personeel, dienen de gevolgen van het | het bij die opleiding betrokken personeel, dienen de gevolgen van het |
| vernietigde artikel 36 te worden gehandhaafd, zoals aangegeven in het | vernietigde artikel 36 te worden gehandhaafd, zoals aangegeven in het |
| dictum. | dictum. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| - vernietigt artikel 36 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van | - vernietigt artikel 36 van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van |
| 1 maart 2019 « tot wijziging van de regelgeving betreffende het | 1 maart 2019 « tot wijziging van de regelgeving betreffende het |
| toezicht op en bepaalde organisatorische aspecten van het hoger | toezicht op en bepaalde organisatorische aspecten van het hoger |
| onderwijs », in zoverre het een artikel II.395, § 2, invoegt in de | onderwijs », in zoverre het een artikel II.395, § 2, invoegt in de |
| Vlaamse Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013; | Vlaamse Codex Hoger Onderwijs van 11 oktober 2013; |
| - handhaaft de gevolgen van die bepaling voor het academiejaar | - handhaaft de gevolgen van die bepaling voor het academiejaar |
| 2019-2020 en het academiejaar 2020-2021. | 2019-2020 en het academiejaar 2020-2021. |
| Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, | Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, |
| overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op | overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op |
| het Grondwettelijk Hof, op 19 november 2020. | het Grondwettelijk Hof, op 19 november 2020. |
| De griffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| A. Alen | A. Alen |