Uittreksel uit arrest nr. 149/2020 van 19 november 2020 Rolnummer 7169 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 4 en 8 van het decreet van het Waalse Gewest van 18 oktober 2018 « tot wijziging van, enerzijds, het decreet van 25 Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, de rechters T. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 149/2020 van 19 november 2020 Rolnummer 7169 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 4 en 8 van het decreet van het Waalse Gewest van 18 oktober 2018 « tot wijziging van, enerzijds, het decreet van 25 Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, de rechters T. (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
Uittreksel uit arrest nr. 149/2020 van 19 november 2020 | Uittreksel uit arrest nr. 149/2020 van 19 november 2020 |
Rolnummer 7169 | Rolnummer 7169 |
In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 4 en 8 van het | In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 4 en 8 van het |
decreet van het Waalse Gewest van 18 oktober 2018 « tot wijziging van, | decreet van het Waalse Gewest van 18 oktober 2018 « tot wijziging van, |
enerzijds, het decreet van 25 mei 1983 tot wijziging, wat de | enerzijds, het decreet van 25 mei 1983 tot wijziging, wat de |
Economische Raad van het Waalse Gewest betreft, van de kaderwet van 15 | Economische Raad van het Waalse Gewest betreft, van de kaderwet van 15 |
juli 1970, houdende organisatie van de planning en economische | juli 1970, houdende organisatie van de planning en economische |
decentralisatie en tot oprichting van een Economische en Sociale Raad | decentralisatie en tot oprichting van een Economische en Sociale Raad |
van het Waalse Gewest en, anderzijds, het decreet van 6 november 2008 | van het Waalse Gewest en, anderzijds, het decreet van 6 november 2008 |
houdende rationalisering van de adviesverlenende functie », ingesteld | houdende rationalisering van de adviesverlenende functie », ingesteld |
door de vzw « Inter-Environnement Wallonie » en de vzw « Réseau | door de vzw « Inter-Environnement Wallonie » en de vzw « Réseau |
Information et Diffusion en Education à l'Environnement ». | Information et Diffusion en Education à l'Environnement ». |
Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, de rechters | samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, de rechters |
T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, en, | T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, en, |
overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 |
op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter A. Alen, bijgestaan | op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter A. Alen, bijgestaan |
door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter | door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter |
F. Daoût, | F. Daoût, |
wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 mei 2019 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 mei 2019 |
ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 7 mei 2019, | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 7 mei 2019, |
is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 4 en 8 van het | is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 4 en 8 van het |
decreet van het Waalse Gewest van 18 oktober 2018 « tot wijziging van, | decreet van het Waalse Gewest van 18 oktober 2018 « tot wijziging van, |
enerzijds, het decreet van 25 mei 1983 tot wijziging, wat de | enerzijds, het decreet van 25 mei 1983 tot wijziging, wat de |
Economische Raad van het Waalse Gewest betreft, van de kaderwet van 15 | Economische Raad van het Waalse Gewest betreft, van de kaderwet van 15 |
juli 1970, houdende organisatie van de planning en economische | juli 1970, houdende organisatie van de planning en economische |
decentralisatie en tot oprichting van een Economische en Sociale Raad | decentralisatie en tot oprichting van een Economische en Sociale Raad |
van het Waalse Gewest en, anderzijds, het decreet van 6 november 2008 | van het Waalse Gewest en, anderzijds, het decreet van 6 november 2008 |
houdende rationalisering van de adviesverlenende functie » | houdende rationalisering van de adviesverlenende functie » |
(bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 november 2018) door de | (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 november 2018) door de |
vzw « Inter-Environnement Wallonie » en de vzw « Réseau Information et | vzw « Inter-Environnement Wallonie » en de vzw « Réseau Information et |
Diffusion en Education à l'Environnement », bijgestaan en | Diffusion en Education à l'Environnement », bijgestaan en |
vertegenwoordigd door Mr. J. Sambon, advocaat bij de balie te Brussel. | vertegenwoordigd door Mr. J. Sambon, advocaat bij de balie te Brussel. |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen | B.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van de artikelen |
4 en 8 van het decreet van het Waalse Gewest van 18 oktober 2018 « tot | 4 en 8 van het decreet van het Waalse Gewest van 18 oktober 2018 « tot |
wijziging van, enerzijds, het decreet van 25 mei 1983 tot wijziging, | wijziging van, enerzijds, het decreet van 25 mei 1983 tot wijziging, |
wat de Economische Raad van het Waalse Gewest betreft, van de kaderwet | wat de Economische Raad van het Waalse Gewest betreft, van de kaderwet |
van 15 juli 1970, houdende organisatie van de planning en economische | van 15 juli 1970, houdende organisatie van de planning en economische |
decentralisatie en tot oprichting van een Economische en Sociale Raad | decentralisatie en tot oprichting van een Economische en Sociale Raad |
van het Waalse Gewest en, anderzijds het decreet van 6 november 2008 | van het Waalse Gewest en, anderzijds het decreet van 6 november 2008 |
houdende rationalisering van de adviesverlenende functie ». | houdende rationalisering van de adviesverlenende functie ». |
B.2.1. Het voormelde decreet van het Waalse Gewest van 25 mei 1983 | B.2.1. Het voormelde decreet van het Waalse Gewest van 25 mei 1983 |
regelt de samenstelling, de werking en de bevoegdheden van de | regelt de samenstelling, de werking en de bevoegdheden van de |
Economische en Sociale Raad van Wallonië. | Economische en Sociale Raad van Wallonië. |
B.2.2. Vóór de wijzingen aangebracht bij het bestreden decreet van 18 | B.2.2. Vóór de wijzingen aangebracht bij het bestreden decreet van 18 |
oktober 2018 waren de samenstelling en organisatie van de Economische | oktober 2018 waren de samenstelling en organisatie van de Economische |
en Sociale Raad van Wallonië werden, vastgesteld als volgt bij het | en Sociale Raad van Wallonië werden, vastgesteld als volgt bij het |
decreet van 25 mei 1983 : | decreet van 25 mei 1983 : |
« Art. 2.§ 1. De Economische en Sociale Raad van Wallonië bestaat uit |
« Art. 2.§ 1. De Economische en Sociale Raad van Wallonië bestaat uit |
vijfentwintig leden voorgedragen door de representatieve organisaties | vijfentwintig leden voorgedragen door de representatieve organisaties |
van de industrie, niet-industriële grote ondernemingen, middenstand en | van de industrie, niet-industriële grote ondernemingen, middenstand en |
landbouw en vijfentwintig leden voorgedragen door de representatieve | landbouw en vijfentwintig leden voorgedragen door de representatieve |
organisaties van de werknemers. | organisaties van de werknemers. |
§ 2. De leden van de Raad worden benoemd door de Waalse Regering op | § 2. De leden van de Raad worden benoemd door de Waalse Regering op |
dubbele lijsten voorgedragen door de representatieve organisaties van | dubbele lijsten voorgedragen door de representatieve organisaties van |
het Waalse Gewest. | het Waalse Gewest. |
Het aantal leden toegekend aan ieder van die organisaties wordt door | Het aantal leden toegekend aan ieder van die organisaties wordt door |
de Gewestexecutieve vastgesteld. | de Gewestexecutieve vastgesteld. |
Voor de representatieve werknemersorganisaties wordt de | Voor de representatieve werknemersorganisaties wordt de |
representativiteit bepaald in functie van de uitslagen van de sociale | representativiteit bepaald in functie van de uitslagen van de sociale |
verkiezingen op het niveau van het Waalse Gewest. | verkiezingen op het niveau van het Waalse Gewest. |
[...] | [...] |
Art. 3.§ 1. De Raad kiest uit eigen kring één Voorzitter en drie |
Art. 3.§ 1. De Raad kiest uit eigen kring één Voorzitter en drie |
Ondervoorzitters. | Ondervoorzitters. |
De Raad stelt een Bureau samen bestaande uit, naast de voorzitter en | De Raad stelt een Bureau samen bestaande uit, naast de voorzitter en |
de drie ondervoorzitters die er van rechtswege lid van zijn, uit acht | de drie ondervoorzitters die er van rechtswege lid van zijn, uit acht |
tot tien bijkomende leden. Het voorzitterschap van het Bureau wordt | tot tien bijkomende leden. Het voorzitterschap van het Bureau wordt |
door de voorzitter waargenomen. In het Bureau zetelt minstens één | door de voorzitter waargenomen. In het Bureau zetelt minstens één |
vertegenwoordiger van de Duitstalige Gemeenschap. | vertegenwoordiger van de Duitstalige Gemeenschap. |
De Raad benoemt een secretaris-generaal en bepaalt de hiërarchische | De Raad benoemt een secretaris-generaal en bepaalt de hiërarchische |
structuur van zijn personeelsleden ». | structuur van zijn personeelsleden ». |
B.2.3. De artikelen 1 tot 7 van het bestreden decreet van 18 oktober | B.2.3. De artikelen 1 tot 7 van het bestreden decreet van 18 oktober |
2018 wijzigen het decreet van 25 mei 1983. | 2018 wijzigen het decreet van 25 mei 1983. |
De artikelen 1 en 2 van het decreet van 18 oktober 2018 hernoemen de « | De artikelen 1 en 2 van het decreet van 18 oktober 2018 hernoemen de « |
Economische en Sociale Raad van het Waalse Gewest » tot « Economische, | Economische en Sociale Raad van het Waalse Gewest » tot « Economische, |
sociale en milieuraad van Wallonië » (hierna : de « CESEW »). | sociale en milieuraad van Wallonië » (hierna : de « CESEW »). |
Artikel 2, § § 1 en 2, van het decreet van 25 mei 1983, zoals het werd | Artikel 2, § § 1 en 2, van het decreet van 25 mei 1983, zoals het werd |
gewijzigd bij artikel 3 van het decreet van 18 oktober 2018, bepaalt : | gewijzigd bij artikel 3 van het decreet van 18 oktober 2018, bepaalt : |
« § 1. De Economische, sociale en milieuraad van Wallonië bestaat uit | « § 1. De Economische, sociale en milieuraad van Wallonië bestaat uit |
: | : |
1° vijfentwintig leden voorgedragen door de representatieve | 1° vijfentwintig leden voorgedragen door de representatieve |
organisaties van de industrie, niet-industriële grote ondernemingen, | organisaties van de industrie, niet-industriële grote ondernemingen, |
middenstand en landbouw; | middenstand en landbouw; |
2° vijfentwintig leden voorgedragen door de representatieve | 2° vijfentwintig leden voorgedragen door de representatieve |
werknemersorganisaties; | werknemersorganisaties; |
3° zes leden voorgedragen door de federaties of netwerken van | 3° zes leden voorgedragen door de federaties of netwerken van |
milieuverenigingen in de zin van boek I van het Milieuwetboek | milieuverenigingen in de zin van boek I van het Milieuwetboek |
§ 2. De leden van de Raad bedoeld in paragraaf 1, 1° en 2°, worden | § 2. De leden van de Raad bedoeld in paragraaf 1, 1° en 2°, worden |
benoemd door de Waalse Regering op dubbele lijsten voorgedragen door | benoemd door de Waalse Regering op dubbele lijsten voorgedragen door |
de representatieve organisaties van het Waalse Gewest. | de representatieve organisaties van het Waalse Gewest. |
Het aantal leden toegekend aan ieder van die organisaties werd door de | Het aantal leden toegekend aan ieder van die organisaties werd door de |
Regering vastgesteld. | Regering vastgesteld. |
Voor de representatieve werknemersorganisaties wordt de | Voor de representatieve werknemersorganisaties wordt de |
representativiteit bepaald in functie van de uitslagen van de sociale | representativiteit bepaald in functie van de uitslagen van de sociale |
verkiezingen op het niveau van het Waalse Gewest. | verkiezingen op het niveau van het Waalse Gewest. |
De leden van de Raad bedoeld in paragraaf 1, 3°, worden benoemd door | De leden van de Raad bedoeld in paragraaf 1, 3°, worden benoemd door |
de Regering uit dubbeltallen voorgedragen door de federaties of | de Regering uit dubbeltallen voorgedragen door de federaties of |
netwerken van milieuverenigingen in de zin van boek I van het | netwerken van milieuverenigingen in de zin van boek I van het |
Milieuwetboek. | Milieuwetboek. |
Het aantal leden toegewezen aan elke van deze federaties of netwerken, | Het aantal leden toegewezen aan elke van deze federaties of netwerken, |
wordt bepaald door de Regering ». | wordt bepaald door de Regering ». |
Artikel 3, § 1, van het decreet van 25 mei 1983, zoals het werd | Artikel 3, § 1, van het decreet van 25 mei 1983, zoals het werd |
gewijzigd bij artikel 4 van het decreet van 18 oktober 2018, bepaalt : | gewijzigd bij artikel 4 van het decreet van 18 oktober 2018, bepaalt : |
« De Raad kiest uit eigen kring één voorzitter en drie | « De Raad kiest uit eigen kring één voorzitter en drie |
ondervoorzitters. | ondervoorzitters. |
De Raad stelt een Bureau samen bestaande uit, naast de voorzitter en | De Raad stelt een Bureau samen bestaande uit, naast de voorzitter en |
de drie ondervoorzitters die er van rechtswege lid van zijn, uit | de drie ondervoorzitters die er van rechtswege lid van zijn, uit |
minstens een lid van elke representatieve organisatie zoals bedoeld in | minstens een lid van elke representatieve organisatie zoals bedoeld in |
artikel 2, § 1, 1° en 2°, en van een lid dat de federaties of | artikel 2, § 1, 1° en 2°, en van een lid dat de federaties of |
netwerken zoals bedoeld in artikel 2, § 1, 3°, vertegenwoordigt. Het | netwerken zoals bedoeld in artikel 2, § 1, 3°, vertegenwoordigt. Het |
voorzitterschap van het Bureau wordt door de voorzitter waargenomen. | voorzitterschap van het Bureau wordt door de voorzitter waargenomen. |
In het Bureau zetelt minstens één vertegenwoordiger van de Duitstalige | In het Bureau zetelt minstens één vertegenwoordiger van de Duitstalige |
Gemeenschap. | Gemeenschap. |
De Raad benoemt een secretaris-generaal en bepaalt de hiërarchische | De Raad benoemt een secretaris-generaal en bepaalt de hiërarchische |
structuur van zijn personeelsleden ». | structuur van zijn personeelsleden ». |
B.2.4. Artikel 8 van het decreet van 18 oktober 2018 wijzigt het | B.2.4. Artikel 8 van het decreet van 18 oktober 2018 wijzigt het |
decreet van het Waalse Gewest van 6 november 2008 « houdende | decreet van het Waalse Gewest van 6 november 2008 « houdende |
rationalisatie van de adviesverlenende functie ». | rationalisatie van de adviesverlenende functie ». |
Artikel 2, § 1, van het decreet van 6 november 2008 wordt aangevuld | Artikel 2, § 1, van het decreet van 6 november 2008 wordt aangevuld |
met een 21°, dat luidt als volgt : | met een 21°, dat luidt als volgt : |
« De volgende regels zijn van toepassing op de instellingen bedoeld in | « De volgende regels zijn van toepassing op de instellingen bedoeld in |
artikel 2 : | artikel 2 : |
[...] | [...] |
21° wanneer een beleidsgroep uit één of meerdere vertegenwoordigers | 21° wanneer een beleidsgroep uit één of meerdere vertegenwoordigers |
van milieuverenigingen die erkend zijn krachtens het Milieuwetboek, en | van milieuverenigingen die erkend zijn krachtens het Milieuwetboek, en |
uit de vertegenwoordigers van de sociale gesprekspartners op voorstel | uit de vertegenwoordigers van de sociale gesprekspartners op voorstel |
van de Economische, Sociale en Milieuraad van Wallonië bestaat, mag | van de Economische, Sociale en Milieuraad van Wallonië bestaat, mag |
het totale aantal vertegenwoordigers van de milieuverenigingen het | het totale aantal vertegenwoordigers van de milieuverenigingen het |
aantal dat in de samenstelling van bedoelde beleidsgroep aangegeven | aantal dat in de samenstelling van bedoelde beleidsgroep aangegeven |
is, niet overschrijden ». | is, niet overschrijden ». |
B.3. De verzoekende partijen leiden een enig middel af uit de | B.3. De verzoekende partijen leiden een enig middel af uit de |
schending, door de artikelen 4 en 8 van het decreet van 18 oktober | schending, door de artikelen 4 en 8 van het decreet van 18 oktober |
2018, van de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in samenhang | 2018, van de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, in samenhang |
gelezen met de artikelen 2, lid 4, 3, leden 3 en 4, en 6 tot 8 van het | gelezen met de artikelen 2, lid 4, 3, leden 3 en 4, en 6 tot 8 van het |
Verdrag « betreffende toegang tot informatie, inspraak in | Verdrag « betreffende toegang tot informatie, inspraak in |
besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden | besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden |
» gedaan te Aarhus op 25 juni 1998 (hierna : Verdrag van Aarhus). | » gedaan te Aarhus op 25 juni 1998 (hierna : Verdrag van Aarhus). |
Artikel 2, lid 4 van het Verdrag Aarhus bepaalt : | Artikel 2, lid 4 van het Verdrag Aarhus bepaalt : |
« Wordt onder ' het publiek ' verstaan één of meer natuurlijke of | « Wordt onder ' het publiek ' verstaan één of meer natuurlijke of |
rechtspersonen en, in overeenstemming met nationale wetgeving of | rechtspersonen en, in overeenstemming met nationale wetgeving of |
praktijk, hun verenigingen, organisaties of groepen ». | praktijk, hun verenigingen, organisaties of groepen ». |
Artikel 3, lid 3, van het Verdrag van Aarhus bepaalt : | Artikel 3, lid 3, van het Verdrag van Aarhus bepaalt : |
« Elke Partij bevordert milieueducatie en milieubewustzijn onder het | « Elke Partij bevordert milieueducatie en milieubewustzijn onder het |
publiek, in het bijzonder omtrent het verkrijgen van toegang tot | publiek, in het bijzonder omtrent het verkrijgen van toegang tot |
informatie, omtrent inspraak in besluitvorming en omtrent het | informatie, omtrent inspraak in besluitvorming en omtrent het |
verkrijgen van toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden ». | verkrijgen van toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden ». |
Artikel 3, lid 4, van het Verdrag van Aarhus bepaalt : | Artikel 3, lid 4, van het Verdrag van Aarhus bepaalt : |
« Elke Partij voorziet in passende erkenning van en steun aan | « Elke Partij voorziet in passende erkenning van en steun aan |
verenigingen, organisaties of groepen die milieubescherming bevorderen | verenigingen, organisaties of groepen die milieubescherming bevorderen |
en waarborgt dat haar nationale rechtstelsel strookt met deze | en waarborgt dat haar nationale rechtstelsel strookt met deze |
verplichting ». | verplichting ». |
De artikelen 6 tot 8 van het Verdrag van Aarhus bepalen : | De artikelen 6 tot 8 van het Verdrag van Aarhus bepalen : |
« Art. 6.Inspraak in besluiten over specifieke activiteiten. |
« Art. 6.Inspraak in besluiten over specifieke activiteiten. |
1. Elke Partij : | 1. Elke Partij : |
a) past de bepalingen van dit artikel toe ten aanzien van besluiten | a) past de bepalingen van dit artikel toe ten aanzien van besluiten |
over het al dan niet toestaan van voorgestelde activiteiten vermeld in | over het al dan niet toestaan van voorgestelde activiteiten vermeld in |
bijlage I; | bijlage I; |
b) past, in overeenstemming met haar nationale wetgeving, de | b) past, in overeenstemming met haar nationale wetgeving, de |
bepalingen van dit artikel ook toe op besluiten over niet in bijlage I | bepalingen van dit artikel ook toe op besluiten over niet in bijlage I |
vermelde voorgestelde activiteiten die een aanzienlijk effect op het | vermelde voorgestelde activiteiten die een aanzienlijk effect op het |
milieu kunnen hebben. Hiertoe bepalen de Partijen of een dergelijke | milieu kunnen hebben. Hiertoe bepalen de Partijen of een dergelijke |
voorgestelde activiteit onder deze bepalingen valt, en | voorgestelde activiteit onder deze bepalingen valt, en |
c) kan, indien haar nationale wetgeving hierin voorziet, per geval | c) kan, indien haar nationale wetgeving hierin voorziet, per geval |
besluiten de bepalingen van dit artikel niet toe te passen op | besluiten de bepalingen van dit artikel niet toe te passen op |
voorgestelde activiteiten voor nationale defensiedoeleinden, indien | voorgestelde activiteiten voor nationale defensiedoeleinden, indien |
die Partij meent dat een dergelijke toepassing op deze doeleinden van | die Partij meent dat een dergelijke toepassing op deze doeleinden van |
nadelige invloed zal zijn. | nadelige invloed zal zijn. |
2. Het betrokken publiek wordt, bij openbare bekendmaking of, indien | 2. Het betrokken publiek wordt, bij openbare bekendmaking of, indien |
van toepassing, individueel, vroegtijdig in een | van toepassing, individueel, vroegtijdig in een |
milieubesluitvormingsprocedure, en op adequate, tijdige en | milieubesluitvormingsprocedure, en op adequate, tijdige en |
doeltreffende wijze, geïnformeerd over onder meer : | doeltreffende wijze, geïnformeerd over onder meer : |
a) de voorgestelde activiteit en de aanvraag waarover een besluit zal | a) de voorgestelde activiteit en de aanvraag waarover een besluit zal |
worden genomen; | worden genomen; |
b) de aard van mogelijke besluiten of het ontwerp-besluit; | b) de aard van mogelijke besluiten of het ontwerp-besluit; |
c) de voor de besluitvorming verantwoordelijke overheidsinstantie; | c) de voor de besluitvorming verantwoordelijke overheidsinstantie; |
d) de beoogde procedure, met inbegrip van, in de gevallen waarin deze | d) de beoogde procedure, met inbegrip van, in de gevallen waarin deze |
informatie kan worden verstrekt : | informatie kan worden verstrekt : |
i) de aanvraag van de procedure; | i) de aanvraag van de procedure; |
ii) de mogelijkheden voor inspraak van het publiek; | ii) de mogelijkheden voor inspraak van het publiek; |
iii) de tijd en plaats van een beoogde openbare hoorzitting; | iii) de tijd en plaats van een beoogde openbare hoorzitting; |
iv) een aanduiding van de overheidsinstantie waarvan relevante | iv) een aanduiding van de overheidsinstantie waarvan relevante |
informatie kan worden verkregen en waarbij de relevante informatie | informatie kan worden verkregen en waarbij de relevante informatie |
voor het publiek ter inzage is gelegd; | voor het publiek ter inzage is gelegd; |
v) een aanduiding van de betreffende overheidsinstantie of enig ander | v) een aanduiding van de betreffende overheidsinstantie of enig ander |
officieel lichaam waarbij opmerkingen of vragen kunnen worden | officieel lichaam waarbij opmerkingen of vragen kunnen worden |
ingediend en van het tijdschema voor het doorgeven van opmerkingen of | ingediend en van het tijdschema voor het doorgeven van opmerkingen of |
vragen; en | vragen; en |
vi) een aanduiding van welke voor de voorgestelde activiteit relevante | vi) een aanduiding van welke voor de voorgestelde activiteit relevante |
milieu-informatie beschikbaar is; en | milieu-informatie beschikbaar is; en |
e) het feit dat de activiteit voorwerp is van een nationale of | e) het feit dat de activiteit voorwerp is van een nationale of |
grensoverschrijdende milieu-effectrapportage. | grensoverschrijdende milieu-effectrapportage. |
3. De inspraakprocedures omvatten redelijke termijnen voor de | 3. De inspraakprocedures omvatten redelijke termijnen voor de |
verschillende fasen, die voldoende tijd laten voor het informeren van | verschillende fasen, die voldoende tijd laten voor het informeren van |
het publiek in overeenstemming met het voorgaande tweede lid en voor | het publiek in overeenstemming met het voorgaande tweede lid en voor |
het publiek om zich gedurende de milieubesluitvorming doeltreffend | het publiek om zich gedurende de milieubesluitvorming doeltreffend |
voor te bereiden en deel te nemen. | voor te bereiden en deel te nemen. |
4. Elke Partij voorziet in vroegtijdige inspraak, wanneer alle opties | 4. Elke Partij voorziet in vroegtijdige inspraak, wanneer alle opties |
open zijn en doeltreffende inspraak kan plaatsvinden. | open zijn en doeltreffende inspraak kan plaatsvinden. |
5. Elke Partij zou, indien van toepassing, potentiële aanvragers aan | 5. Elke Partij zou, indien van toepassing, potentiële aanvragers aan |
dienen te moedigen het betrokken publiek te identificeren, discussies | dienen te moedigen het betrokken publiek te identificeren, discussies |
aan te gaan en informatie te verstrekken betreffende de doelstellingen | aan te gaan en informatie te verstrekken betreffende de doelstellingen |
van hun aanvraag alvorens een vergunning aan te vragen. | van hun aanvraag alvorens een vergunning aan te vragen. |
6. Elke Partij stelt aan de bevoegde overheidsinstanties de eis dat | 6. Elke Partij stelt aan de bevoegde overheidsinstanties de eis dat |
zij het betrokken publiek voor inzage toegang verschaffen, op verzoek | zij het betrokken publiek voor inzage toegang verschaffen, op verzoek |
wanneer het nationale recht dit vereist, kosteloos en zodra deze | wanneer het nationale recht dit vereist, kosteloos en zodra deze |
beschikbaar wordt, tot alle informatie die relevant is voor de in dit | beschikbaar wordt, tot alle informatie die relevant is voor de in dit |
artikel bedoelde besluitvorming die beschikbaar is ten tijde van de | artikel bedoelde besluitvorming die beschikbaar is ten tijde van de |
inspraakprocedure, onverminderd het recht van Partijen te weigeren | inspraakprocedure, onverminderd het recht van Partijen te weigeren |
bepaalde informatie bekend te maken in overstemming met het derde en | bepaalde informatie bekend te maken in overstemming met het derde en |
vierde lid van artikel 4. De relevante informatie omvat ten minste, en | vierde lid van artikel 4. De relevante informatie omvat ten minste, en |
onverminderd de bepalingen van artikel 4 : | onverminderd de bepalingen van artikel 4 : |
a) een beschrijving van het terrein en de fysieke en technische | a) een beschrijving van het terrein en de fysieke en technische |
kenmerken van de voorgestelde activiteit, met inbegrip van een | kenmerken van de voorgestelde activiteit, met inbegrip van een |
prognose van de verwachte residuen en emissies; | prognose van de verwachte residuen en emissies; |
b) een beschrijving van de belangrijkste effecten van de voorgestelde | b) een beschrijving van de belangrijkste effecten van de voorgestelde |
activiteit op het milieu; | activiteit op het milieu; |
c) een beschrijving van de beoogde maatregelen om de effecten, met | c) een beschrijving van de beoogde maatregelen om de effecten, met |
inbegrip van emissies, te voorkomen en/of te verminderen; | inbegrip van emissies, te voorkomen en/of te verminderen; |
d) een niet-technische samenvatting van het voorgaande; | d) een niet-technische samenvatting van het voorgaande; |
e) een schets van de voornaamste door de aanvrager bestudeerde | e) een schets van de voornaamste door de aanvrager bestudeerde |
alternatieven, en | alternatieven, en |
f) in overeenstemming met de nationale wetgeving, de voornaamste aan | f) in overeenstemming met de nationale wetgeving, de voornaamste aan |
de overheidsinstantie uitgebrachte rapporten en adviezen op het | de overheidsinstantie uitgebrachte rapporten en adviezen op het |
tijdstip waarop het betrokken publiek dient te worden geïnformeerd in | tijdstip waarop het betrokken publiek dient te worden geïnformeerd in |
overeenstemming met het voorgaande tweede lid. | overeenstemming met het voorgaande tweede lid. |
7. Inspraakprocedures bieden het publiek de mogelijkheid schriftelijk | 7. Inspraakprocedures bieden het publiek de mogelijkheid schriftelijk |
of, indien van toepassing, tijdens een hoorzitting of onderzoek met de | of, indien van toepassing, tijdens een hoorzitting of onderzoek met de |
verzoeker, alle opmerkingen, informatie, analyses of meningen naar | verzoeker, alle opmerkingen, informatie, analyses of meningen naar |
voren te brengen die het relevant acht voor de voorgestelde | voren te brengen die het relevant acht voor de voorgestelde |
activiteit. | activiteit. |
8. Elke Partij waarborgt dat in het besluit naar behoren rekening | 8. Elke Partij waarborgt dat in het besluit naar behoren rekening |
wordt gehouden met het resultaat van de inspraak. | wordt gehouden met het resultaat van de inspraak. |
9. Elke Partij waarborgt dat, wanneer het besluit is genomen door de | 9. Elke Partij waarborgt dat, wanneer het besluit is genomen door de |
overheidsinstantie, het publiek terstond over het besluit wordt | overheidsinstantie, het publiek terstond over het besluit wordt |
ingelicht in overeenstemming met de toepasselijke procedures. Elke | ingelicht in overeenstemming met de toepasselijke procedures. Elke |
Partij maakt de tekst van het besluit toegankelijk voor het publiek | Partij maakt de tekst van het besluit toegankelijk voor het publiek |
tezamen met de redenen en overwegingen waarop het besluit is | tezamen met de redenen en overwegingen waarop het besluit is |
gebaseerd. | gebaseerd. |
10. Elke Partij waarborgt dat, wanneer een overheidsinstantie de | 10. Elke Partij waarborgt dat, wanneer een overheidsinstantie de |
voorwaarden voor het uitvoeren van een in het eerste lid bedoelde | voorwaarden voor het uitvoeren van een in het eerste lid bedoelde |
activiteit heroverweegt of aanpast, de bepalingen van de leden 2 tot | activiteit heroverweegt of aanpast, de bepalingen van de leden 2 tot |
en met 9 van dit artikel dienovereenkomstig worden toegepast, waar dit | en met 9 van dit artikel dienovereenkomstig worden toegepast, waar dit |
van toepassing is. | van toepassing is. |
11. Elke Partij past, binnen het kader van haar nationale wetgeving, | 11. Elke Partij past, binnen het kader van haar nationale wetgeving, |
voor zover mogelijk en passend, bepalingen van dit artikel toe op | voor zover mogelijk en passend, bepalingen van dit artikel toe op |
besluiten over het al dan niet toestaan van de introductie in het | besluiten over het al dan niet toestaan van de introductie in het |
milieu van genetisch gemodificeerde organismen. | milieu van genetisch gemodificeerde organismen. |
Art. 7.Inspraak betreffende plannen, programma's en beleid betrekking |
Art. 7.Inspraak betreffende plannen, programma's en beleid betrekking |
hebbende op het milieu. | hebbende op het milieu. |
Elke Partij treft passende praktische en/of andere voorzieningen voor | Elke Partij treft passende praktische en/of andere voorzieningen voor |
inspraak voor het publiek gedurende de voorbereiding van plannen en | inspraak voor het publiek gedurende de voorbereiding van plannen en |
programma's betrekking hebbende op het milieu, binnen een transparant | programma's betrekking hebbende op het milieu, binnen een transparant |
en eerlijk kader, na het publiek de benodigde informatie te hebben | en eerlijk kader, na het publiek de benodigde informatie te hebben |
verstrekt. In dit kader wordt artikel 6, derde, vierde en achtste lid | verstrekt. In dit kader wordt artikel 6, derde, vierde en achtste lid |
toegepast. Het publiek dat kan inspreken wordt door de betreffende | toegepast. Het publiek dat kan inspreken wordt door de betreffende |
overheidsinstantie aangewezen met inachtneming van de doelstellingen | overheidsinstantie aangewezen met inachtneming van de doelstellingen |
van dit Verdrag. Voor zover passend spant elke Partij zich in om, bij | van dit Verdrag. Voor zover passend spant elke Partij zich in om, bij |
de voorbereiding van beleid betrekking hebbende op het milieu | de voorbereiding van beleid betrekking hebbende op het milieu |
mogelijkheden te scheppen voor inspraak. | mogelijkheden te scheppen voor inspraak. |
Art. 8.Inspraak tijdens de voorbereiding van uitvoerende regelingen |
Art. 8.Inspraak tijdens de voorbereiding van uitvoerende regelingen |
en/of algemeen toepasselijke wettelijk bindende normatieve | en/of algemeen toepasselijke wettelijk bindende normatieve |
instrumenten. | instrumenten. |
Elke Partij tracht doeltreffende inspraak in een passend stadium te | Elke Partij tracht doeltreffende inspraak in een passend stadium te |
bevorderen, en terwijl opties nog openstaan, gedurende de | bevorderen, en terwijl opties nog openstaan, gedurende de |
voorbereiding door overheidsinstanties van uitvoerende regelingen en | voorbereiding door overheidsinstanties van uitvoerende regelingen en |
andere algemeen toepasselijke wettelijk bindende regels die een | andere algemeen toepasselijke wettelijk bindende regels die een |
aanzienlijk effect kunnen hebben op het milieu. Hiertoe zouden de | aanzienlijk effect kunnen hebben op het milieu. Hiertoe zouden de |
volgende stappen dienen te worden genomen : | volgende stappen dienen te worden genomen : |
a) er zouden voor doeltreffende inspraak toereikende termijnen dienen | a) er zouden voor doeltreffende inspraak toereikende termijnen dienen |
te worden vastgesteld; | te worden vastgesteld; |
b) ontwerp-regels zouden dienen te worden gepubliceerd of anderszins | b) ontwerp-regels zouden dienen te worden gepubliceerd of anderszins |
aan het publiek beschikbaar te worden gesteld; en | aan het publiek beschikbaar te worden gesteld; en |
c) het publiek zou in de gelegenheid dienen te worden gesteld | c) het publiek zou in de gelegenheid dienen te worden gesteld |
opmerkingen te maken, rechtstreeks of via representatieve | opmerkingen te maken, rechtstreeks of via representatieve |
overlegorganen. | overlegorganen. |
Met het resultaat van de inspraak wordt zoveel mogelijk rekening | Met het resultaat van de inspraak wordt zoveel mogelijk rekening |
gehouden ». | gehouden ». |
B.4. In hun eerste onderdeel verwijten de verzoekende partijen artikel | B.4. In hun eerste onderdeel verwijten de verzoekende partijen artikel |
4 van het decreet van 18 oktober 2018 dat het de vertegenwoordiging | 4 van het decreet van 18 oktober 2018 dat het de vertegenwoordiging |
van de federaties of netwerken bedoeld in artikel 2, § 1, 3°, van het | van de federaties of netwerken bedoeld in artikel 2, § 1, 3°, van het |
decreet van 25 mei 1983 beperkt tot een enkele vertegenwoordiger | decreet van 25 mei 1983 beperkt tot een enkele vertegenwoordiger |
binnen het bureau van de CESEW, ongeacht het aantal leden waarover die | binnen het bureau van de CESEW, ongeacht het aantal leden waarover die |
federaties of netwerken beschikken binnen de Raad, terwijl elke | federaties of netwerken beschikken binnen de Raad, terwijl elke |
werkgeversorganisatie en elke vakorganisatie die vertegenwoordigd is | werkgeversorganisatie en elke vakorganisatie die vertegenwoordigd is |
in de Raad, ongeacht het aantal leden waarover zij binnen die Raad | in de Raad, ongeacht het aantal leden waarover zij binnen die Raad |
beschikt, van rechtswege een lid in het bureau heeft. | beschikt, van rechtswege een lid in het bureau heeft. |
B.5. De memorie van toelichting bij het bestreden decreet vermeldt : | B.5. De memorie van toelichting bij het bestreden decreet vermeldt : |
« Ter uitvoering van de regionale beleidsverklaring wil onderhavig | « Ter uitvoering van de regionale beleidsverklaring wil onderhavig |
ontwerpdecreet het decreet van 25 mei 1983 tot wijziging, wat de | ontwerpdecreet het decreet van 25 mei 1983 tot wijziging, wat de |
Economische Raad van het Waalse Gewest betreft, van de kaderwet van 15 | Economische Raad van het Waalse Gewest betreft, van de kaderwet van 15 |
juli 1970 houdende organisatie van de planning en economische | juli 1970 houdende organisatie van de planning en economische |
decentralisatie en tot oprichting van een Economische en Sociale Raad | decentralisatie en tot oprichting van een Economische en Sociale Raad |
van Wallonië wijzigen, teneinde de volgende elementen te herzien : | van Wallonië wijzigen, teneinde de volgende elementen te herzien : |
- de samenstelling van de Raad door daaraan zes bijkomende leden toe | - de samenstelling van de Raad door daaraan zes bijkomende leden toe |
te voegen die de milieuverenigingen vertegenwoordigen; | te voegen die de milieuverenigingen vertegenwoordigen; |
- de samenstelling van het Bureau van de Raad door daarin tevens de | - de samenstelling van het Bureau van de Raad door daarin tevens de |
vertegenwoordiging van de milieuverenigingen te verzekeren via de | vertegenwoordiging van de milieuverenigingen te verzekeren via de |
aanwezigheid van een lid. | aanwezigheid van een lid. |
Zes nieuwe leden zullen worden voorgedragen door de federaties of | Zes nieuwe leden zullen worden voorgedragen door de federaties of |
netwerken van milieuverenigingen in de zin van boek I van het | netwerken van milieuverenigingen in de zin van boek I van het |
Milieuwetboek en zullen door de Regering worden benoemd. | Milieuwetboek en zullen door de Regering worden benoemd. |
De samenstelling van het bureau van de Raad zal de diversiteit van de | De samenstelling van het bureau van de Raad zal de diversiteit van de |
in de Raad aanwezige organisaties weerspiegelen » (Parl. St., Waals | in de Raad aanwezige organisaties weerspiegelen » (Parl. St., Waals |
Parlement, 2018-2019, nr. 1169/1, p. 7). | Parlement, 2018-2019, nr. 1169/1, p. 7). |
De commentaar bij artikel 4 vermeldt : | De commentaar bij artikel 4 vermeldt : |
« De samenstelling van het Bureau van de Raad wordt gewijzigd om | « De samenstelling van het Bureau van de Raad wordt gewijzigd om |
daarin ook de vertegenwoordiging van de milieuverenigingen te | daarin ook de vertegenwoordiging van de milieuverenigingen te |
verzekeren. | verzekeren. |
Bovendien wordt het principe dat de samenstelling van het Bureau | Bovendien wordt het principe dat de samenstelling van het Bureau |
regelt aangepast uit zorg voor evenwicht opdat het Bureau de | regelt aangepast uit zorg voor evenwicht opdat het Bureau de |
diversiteit van de in de Raad aanwezige representatieve organisaties | diversiteit van de in de Raad aanwezige representatieve organisaties |
weerspiegelt : er wordt aldus bepaald dat elke representatieve | weerspiegelt : er wordt aldus bepaald dat elke representatieve |
organisatie voortaan over minstens één lid beschikt in het Bureau van | organisatie voortaan over minstens één lid beschikt in het Bureau van |
de Raad en dat daarin ook een lid zitting neemt dat de | de Raad en dat daarin ook een lid zitting neemt dat de |
milieuverenigingen vertegenwoordigt » (ibid., p. 8). | milieuverenigingen vertegenwoordigt » (ibid., p. 8). |
De afdeling wetgeving van de Raad van State heeft opgemerkt : | De afdeling wetgeving van de Raad van State heeft opgemerkt : |
« Rekening houdend met het feit dat uit het ontworpen artikel 2, § 1, | « Rekening houdend met het feit dat uit het ontworpen artikel 2, § 1, |
3°, en § 2, vijfde lid, volgt dat verscheidene federaties of netwerken | 3°, en § 2, vijfde lid, volgt dat verscheidene federaties of netwerken |
van milieuverenigingen zullen kunnen worden vertegenwoordigd binnen de | van milieuverenigingen zullen kunnen worden vertegenwoordigd binnen de |
Raad, zijn de woorden ' van een lid van de federatie of netwerk zoals | Raad, zijn de woorden ' van een lid van de federatie of netwerk zoals |
bedoeld in artikel 2, § 1, 3° ', ambigu want zij maken het niet | bedoeld in artikel 2, § 1, 3° ', ambigu want zij maken het niet |
mogelijk te bepalen of, naar het voorbeeld van de representatieve | mogelijk te bepalen of, naar het voorbeeld van de representatieve |
organisaties bedoeld in artikel 2, § 1, 1° en 2°, waarvoor | organisaties bedoeld in artikel 2, § 1, 1° en 2°, waarvoor |
uitdrukkelijk is bepaald dat ' iedere organisatie ' zal | uitdrukkelijk is bepaald dat ' iedere organisatie ' zal |
vertegenwoordigd zijn in het Bureau, iedere federatie of netwerk van | vertegenwoordigd zijn in het Bureau, iedere federatie of netwerk van |
milieuverenigingen vertegenwoordigd in de Raad ook vertegenwoordigd | milieuverenigingen vertegenwoordigd in de Raad ook vertegenwoordigd |
zal kunnen zijn in het Bureau of veeleer één enkel lid dat door die | zal kunnen zijn in het Bureau of veeleer één enkel lid dat door die |
federaties of netwerken wordt voorgedragen aan de Raad lid zal zijn | federaties of netwerken wordt voorgedragen aan de Raad lid zal zijn |
van dat Bureau » (ibid., p. 11). | van dat Bureau » (ibid., p. 11). |
Een amendement dat ertoe strekt binnen het bureau van de CESEW het | Een amendement dat ertoe strekt binnen het bureau van de CESEW het |
aantal vertegenwoordigers van de milieuverenigingen op te trekken tot | aantal vertegenwoordigers van de milieuverenigingen op te trekken tot |
twee werd verworpen (Parl. St., Waals Parlement, 2018-2019, nr. | twee werd verworpen (Parl. St., Waals Parlement, 2018-2019, nr. |
1169/4, p. 8). Als antwoord op dat amendement heeft de | 1169/4, p. 8). Als antwoord op dat amendement heeft de |
minister-president in de commissie verklaard : | minister-president in de commissie verklaard : |
« Op de verwijten die hem worden gemaakt dat hij de werking van de | « Op de verwijten die hem worden gemaakt dat hij de werking van de |
Economische en Sociale Raad van het Waalse Gewest in de war stuurt, | Economische en Sociale Raad van het Waalse Gewest in de war stuurt, |
antwoordt de spreker dat de voorstellen ter tafel hem evenwichtig | antwoordt de spreker dat de voorstellen ter tafel hem evenwichtig |
lijken en pleit hij ervoor dat momenteel niet verder wordt gegaan. De | lijken en pleit hij ervoor dat momenteel niet verder wordt gegaan. De |
thans voorliggende elementen zijn reeds een teken van aanzienlijke | thans voorliggende elementen zijn reeds een teken van aanzienlijke |
openheid » (ibid., p. 7). | openheid » (ibid., p. 7). |
B.6.1. Boek I van het Milieuwetboek organiseert een systeem van | B.6.1. Boek I van het Milieuwetboek organiseert een systeem van |
erkenning en structurele subsidiëring van de milieuverenigingen | erkenning en structurele subsidiëring van de milieuverenigingen |
teneinde zich te gedragen naar het voormelde artikel 3, lid 4 van het | teneinde zich te gedragen naar het voormelde artikel 3, lid 4 van het |
Verdrag van Aarhus. | Verdrag van Aarhus. |
De Waalse Regering erkent de milieuverenigingen voor zover zij een | De Waalse Regering erkent de milieuverenigingen voor zover zij een |
aanvraag indienen (artikel D.28-29 van het Milieuwetboek) en voor | aanvraag indienen (artikel D.28-29 van het Milieuwetboek) en voor |
zover zij aan verschillende voorwaarden beantwoorden (artikelen D.28-5 | zover zij aan verschillende voorwaarden beantwoorden (artikelen D.28-5 |
tot 28-8 van hetzelfde Wetboek), waaronder het feit dat zij tot | tot 28-8 van hetzelfde Wetboek), waaronder het feit dat zij tot |
voornaamste doel hebben « de milieubescherming, de verbetering van de | voornaamste doel hebben « de milieubescherming, de verbetering van de |
staat van het leefmilieu, de milieuopvoeding en de bewustmaking voor | staat van het leefmilieu, de milieuopvoeding en de bewustmaking voor |
het leefmilieu ». De toegekende erkenning heeft betrekking op een van | het leefmilieu ». De toegekende erkenning heeft betrekking op een van |
de drie volgende categorieën : verbond of net; gewestelijke vereniging | de drie volgende categorieën : verbond of net; gewestelijke vereniging |
of plaatselijke vereniging (artikel D.28-4 van het Wetboek). Om erkend | of plaatselijke vereniging (artikel D.28-4 van het Wetboek). Om erkend |
te worden als « verbond of net » moet de vereniging in het bijzonder | te worden als « verbond of net » moet de vereniging in het bijzonder |
onder andere « een opdracht ter vertegenwoordiging van de verenigingen | onder andere « een opdracht ter vertegenwoordiging van de verenigingen |
uitoefenen, met name in de door het Waalse Gewest opgericht | uitoefenen, met name in de door het Waalse Gewest opgericht |
adviescommissies en -raden » (artikel D.28-6 van het Milieuwetboek). | adviescommissies en -raden » (artikel D.28-6 van het Milieuwetboek). |
Onder die verenigingen werden er twee erkend in de categorie « verbond | Onder die verenigingen werden er twee erkend in de categorie « verbond |
of net » : « Inter-Environnement Wallonie » (IEW) en « Réseau | of net » : « Inter-Environnement Wallonie » (IEW) en « Réseau |
Information et Diffusion en Education à l'Environnement » (Réseau | Information et Diffusion en Education à l'Environnement » (Réseau |
IDEE), zijnde de verzoekende partijen. | IDEE), zijnde de verzoekende partijen. |
B.6.2. De milieuverenigingen hebben ook inspraak in de besluitvorming | B.6.2. De milieuverenigingen hebben ook inspraak in de besluitvorming |
inzake leefomgeving, met name door vertegenwoordigers die zitting | inzake leefomgeving, met name door vertegenwoordigers die zitting |
nemen in de adviesorganen, teneinde artikel 8 van het Verdrag van | nemen in de adviesorganen, teneinde artikel 8 van het Verdrag van |
Aarhus uit te voeren. Met toepassing met name van de decreten van het | Aarhus uit te voeren. Met toepassing met name van de decreten van het |
Waalse Gewest van 6 november 2008 « houdende rationalisering van de | Waalse Gewest van 6 november 2008 « houdende rationalisering van de |
adviesverlenende functie », beschikken de milieuverenigingen over | adviesverlenende functie », beschikken de milieuverenigingen over |
leden die hen vertegenwoordigen binnen de beleidsgroep « | leden die hen vertegenwoordigen binnen de beleidsgroep « |
Wetenschappelijk Beleid », de beleidsgroep « Mobiliteit », de | Wetenschappelijk Beleid », de beleidsgroep « Mobiliteit », de |
beleidsgroep « Leefmilieu », de beleidsgroep « Ruimtelijke Ordening », | beleidsgroep « Leefmilieu », de beleidsgroep « Ruimtelijke Ordening », |
de beleidsgroep « Landelijke Aangelegenheden » en de beleidsgroep « | de beleidsgroep « Landelijke Aangelegenheden » en de beleidsgroep « |
Energie ». In het kader van die hervorming van de adviesverlenende | Energie ». In het kader van die hervorming van de adviesverlenende |
functie verzekert de CESEW voortaan het secretariaat van de voormelde | functie verzekert de CESEW voortaan het secretariaat van de voormelde |
beleidsgroepen. | beleidsgroepen. |
B.7. Bij het bestreden decreet wil de decreetgever de | B.7. Bij het bestreden decreet wil de decreetgever de |
milieuverenigingen integreren binnen de CESEW, die in het Waalse | milieuverenigingen integreren binnen de CESEW, die in het Waalse |
Gewest, sinds de kaderwet van 15 juli 1970 het centrale orgaan is voor | Gewest, sinds de kaderwet van 15 juli 1970 het centrale orgaan is voor |
advies en overleg tussen de sociale partners. | advies en overleg tussen de sociale partners. |
De CESEW heeft een negatief advies uitgebracht over het voorontwerp | De CESEW heeft een negatief advies uitgebracht over het voorontwerp |
van decreet : | van decreet : |
« De Waalse sociale gesprekpartners delen mee dat zij zich tegen dit | « De Waalse sociale gesprekpartners delen mee dat zij zich tegen dit |
voorontwerp van decreet verzetten. Ze zijn immers van mening dat het | voorontwerp van decreet verzetten. Ze zijn immers van mening dat het |
de in 2017 goedgekeurde hervorming van de adviesverlenende functie in | de in 2017 goedgekeurde hervorming van de adviesverlenende functie in |
vraag stelt en het model van sociaal overleg dreigt in gevaar te | vraag stelt en het model van sociaal overleg dreigt in gevaar te |
brengen » (Parl. St., Waals Parlement, 2018-2019, nr. 1169/1, p. 26). | brengen » (Parl. St., Waals Parlement, 2018-2019, nr. 1169/1, p. 26). |
B.8. Meer precies heeft de decreetgever bij het bestreden artikel 4 de | B.8. Meer precies heeft de decreetgever bij het bestreden artikel 4 de |
samenstelling van het Bureau van de CESEW herzien door in twee wijzen | samenstelling van het Bureau van de CESEW herzien door in twee wijzen |
van vertegenwoordiging te voorzien. | van vertegenwoordiging te voorzien. |
De eerste wijze betreft de vertegenwoordiging van de representatieve | De eerste wijze betreft de vertegenwoordiging van de representatieve |
organisaties die aanwezig zijn in de Raad, namelijk diegene die de | organisaties die aanwezig zijn in de Raad, namelijk diegene die de |
sociale gesprekpartners vertegenwoordigen. Zoals in B.5 is vermeld, | sociale gesprekpartners vertegenwoordigen. Zoals in B.5 is vermeld, |
wordt « uit zorg voor evenwicht opdat het Bureau de diversiteit van de | wordt « uit zorg voor evenwicht opdat het Bureau de diversiteit van de |
in de Raad aanwezige representatieve organisaties weerspiegelt » | in de Raad aanwezige representatieve organisaties weerspiegelt » |
bepaald dat elke representatieve organisatie voortaan over minstens | bepaald dat elke representatieve organisatie voortaan over minstens |
één lid in het bureau van de Raad beschikt. | één lid in het bureau van de Raad beschikt. |
De tweede wijze betreft de vertegenwoordiging van de | De tweede wijze betreft de vertegenwoordiging van de |
milieuverenigingen die aanwezig zijn in de Raad : er wordt voorzien in | milieuverenigingen die aanwezig zijn in de Raad : er wordt voorzien in |
een lid dat de twee verenigingen die zijn erkend als verbond of net | een lid dat de twee verenigingen die zijn erkend als verbond of net |
vertegenwoordigt. | vertegenwoordigt. |
B.9. De decreetgever beschikt over een ruime beoordelingsbevoegdheid | B.9. De decreetgever beschikt over een ruime beoordelingsbevoegdheid |
op socio-economisch vlak. Gelet op de opdracht van de CESEW en zijn | op socio-economisch vlak. Gelet op de opdracht van de CESEW en zijn |
samenstelling die voornamelijk is gericht op de sociale partners, | samenstelling die voornamelijk is gericht op de sociale partners, |
vermocht de decreetgever redelijkerwijze te oordelen dat alle | vermocht de decreetgever redelijkerwijze te oordelen dat alle |
representatieve organisaties van de sociale partners moesten | representatieve organisaties van de sociale partners moesten |
vertegenwoordigd zijn in het bureau van de CESEW en dat de aanwijzing | vertegenwoordigd zijn in het bureau van de CESEW en dat de aanwijzing |
van een enkel lid voor de erkende milieuverenigingen voldoende | van een enkel lid voor de erkende milieuverenigingen voldoende |
representatief is voor die milieuverenigingen binnen het bureau, | representatief is voor die milieuverenigingen binnen het bureau, |
waarbij dat lid wordt aangewezen door de Waalse Regering op voorstel | waarbij dat lid wordt aangewezen door de Waalse Regering op voorstel |
van de in de Raad aanwezige milieuverenigingen. | van de in de Raad aanwezige milieuverenigingen. |
B.10. Het eerste onderdeel van het enig middel is niet gegrond. | B.10. Het eerste onderdeel van het enig middel is niet gegrond. |
B.11. In hun tweede onderdeel verwijten de verzoekende partijen | B.11. In hun tweede onderdeel verwijten de verzoekende partijen |
artikel 8 van het decreet van 18 oktober 2018 dat artikel 2, § 1, van | artikel 8 van het decreet van 18 oktober 2018 dat artikel 2, § 1, van |
het decreet van het Waalse Gewest van 6 november 2008 « houdende | het decreet van het Waalse Gewest van 6 november 2008 « houdende |
rationalisering van de adviesverlenende functie » aanvult, dat het een | rationalisering van de adviesverlenende functie » aanvult, dat het een |
aanvullende regel uitvaardigt waarin wordt gepreciseerd dat wanneer | aanvullende regel uitvaardigt waarin wordt gepreciseerd dat wanneer |
een beleidsgroep uit één of meer vertegenwoordigers van | een beleidsgroep uit één of meer vertegenwoordigers van |
milieuverenigingen en uit de vertegenwoordigers van de sociale | milieuverenigingen en uit de vertegenwoordigers van de sociale |
gesprekspartners bestaat op voorstel van de CESEW, het totale aantal | gesprekspartners bestaat op voorstel van de CESEW, het totale aantal |
vertegenwoordigers van de milieuverenigingen het aantal dat in de | vertegenwoordigers van de milieuverenigingen het aantal dat in de |
samenstelling van bedoelde beleidsgroep is aangegeven niet mag | samenstelling van bedoelde beleidsgroep is aangegeven niet mag |
overschrijden. Niets zou verantwoorden dat die begrenzing van de | overschrijden. Niets zou verantwoorden dat die begrenzing van de |
aanwezigheid van de leden in de beleidsgroepen enkel van toepassing is | aanwezigheid van de leden in de beleidsgroepen enkel van toepassing is |
op de leden van de milieuverenigingen. | op de leden van de milieuverenigingen. |
B.12. De memorie van toelichting bij het bestreden decreet vermeldt : | B.12. De memorie van toelichting bij het bestreden decreet vermeldt : |
« Het evenwicht tussen de verschillende representatieve organisaties | « Het evenwicht tussen de verschillende representatieve organisaties |
binnen de beleidsgroepen wordt gehandhaafd via een wijziging van het | binnen de beleidsgroepen wordt gehandhaafd via een wijziging van het |
decreet van 6 november 2008 houdende rationalisering van de | decreet van 6 november 2008 houdende rationalisering van de |
adviesverlenende functie » (Parl. St., Waals Parlement, 2018-2019, nr. | adviesverlenende functie » (Parl. St., Waals Parlement, 2018-2019, nr. |
1169/1, p. 7). | 1169/1, p. 7). |
De commentaar bij artikel 8 vermeldt : | De commentaar bij artikel 8 vermeldt : |
« Ten gevolge van de wijziging van de samenstelling van de Raad strekt | « Ten gevolge van de wijziging van de samenstelling van de Raad strekt |
de bepaling ertoe hetzelfde evenwicht van de verschillende | de bepaling ertoe hetzelfde evenwicht van de verschillende |
representatieve organisaties binnen de beleidsgroepen te handhaven | representatieve organisaties binnen de beleidsgroepen te handhaven |
door het decreet van 6 november 2008 houdende rationalisering van de | door het decreet van 6 november 2008 houdende rationalisering van de |
adviesverlenende functie te wijzigen » (ibid., p. 8). | adviesverlenende functie te wijzigen » (ibid., p. 8). |
Een amendement dat ertoe strekte artikel 8 te schrappen werd verworpen | Een amendement dat ertoe strekte artikel 8 te schrappen werd verworpen |
(Parl. St., Waals Parlement, 2018-2019, nr. 1169/4, p. 8). Dat | (Parl. St., Waals Parlement, 2018-2019, nr. 1169/4, p. 8). Dat |
amendement werd verantwoord als volgt : | amendement werd verantwoord als volgt : |
« Het voorliggende amendement strekt ertoe artikel 8 van het | « Het voorliggende amendement strekt ertoe artikel 8 van het |
ontwerpdecreet te schrappen aangezien het voorziet in een wat | ontwerpdecreet te schrappen aangezien het voorziet in een wat |
bijzonder mechanisme, dat erin bestaat dat wanneer een beleidsgroep is | bijzonder mechanisme, dat erin bestaat dat wanneer een beleidsgroep is |
samengesteld uit één of meer vertegenwoordigers van de | samengesteld uit één of meer vertegenwoordigers van de |
milieuverenigingen en de vertegenwoordigers van de sociale | milieuverenigingen en de vertegenwoordigers van de sociale |
gesprekpartners, het totale aantal vertegenwoordigers van de | gesprekpartners, het totale aantal vertegenwoordigers van de |
milieuverenigingen het aantal dat in de samenstelling van de bedoelde | milieuverenigingen het aantal dat in de samenstelling van de bedoelde |
beleidsgroep is aangegeven niet mag overschrijden. | beleidsgroep is aangegeven niet mag overschrijden. |
Dat is dus een begrenzingsmechanisme. | Dat is dus een begrenzingsmechanisme. |
De Ecolo-fractie kan pleiten voor een begrenzing maar dat blijkt | De Ecolo-fractie kan pleiten voor een begrenzing maar dat blijkt |
discriminerend aangezien die enkel betrekking heeft op één van de | discriminerend aangezien die enkel betrekking heeft op één van de |
categorieën van vertegenwoordigers binnen de beleidsgroep » (ibid.). | categorieën van vertegenwoordigers binnen de beleidsgroep » (ibid.). |
B.13. De decreetgever vermocht redelijkerwijze te oordelen dat, naar | B.13. De decreetgever vermocht redelijkerwijze te oordelen dat, naar |
aanleiding van de wijziging van de samenstelling van de raad van de | aanleiding van de wijziging van de samenstelling van de raad van de |
CESEW, het noodzakelijk was hetzelfde evenwicht tussen de | CESEW, het noodzakelijk was hetzelfde evenwicht tussen de |
verschillende representatieve organisaties binnen de beleidsgroepen te | verschillende representatieve organisaties binnen de beleidsgroepen te |
handhaven door het aantal vertegenwoordigers van de milieuverenigingen | handhaven door het aantal vertegenwoordigers van de milieuverenigingen |
te begrenzen. | te begrenzen. |
B.14. Het tweede onderdeel van het enige middel is niet gegrond. | B.14. Het tweede onderdeel van het enige middel is niet gegrond. |
Om die redenen, | Om die redenen, |
het Hof | het Hof |
verwerpt het beroep. | verwerpt het beroep. |
Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, | Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, |
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op | overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op |
het Grondwettelijk Hof, op 19 november 2020. | het Grondwettelijk Hof, op 19 november 2020. |
De griffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | De voorzitter, |
F. Daoût | F. Daoût |