Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 25/2018 van 1 maart 2018 Rolnummers 6580 en 6582 In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 98 van het decreet van het Waalse Gewest van 23 juni 2016 houdende wijziging van het Milieuwetboek, van het Waterwet Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters L. (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 25/2018 van 1 maart 2018 Rolnummers 6580 en 6582 In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 98 van het decreet van het Waalse Gewest van 23 juni 2016 houdende wijziging van het Milieuwetboek, van het Waterwet Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters L. (...) Uittreksel uit arrest nr. 25/2018 van 1 maart 2018 Rolnummers 6580 en 6582 In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 98 van het decreet van het Waalse Gewest van 23 juni 2016 houdende wijziging van het Milieuwetboek, van het Waterwet Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters L. (...)
GRONDWETTELIJK HOF GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 25/2018 van 1 maart 2018 Uittreksel uit arrest nr. 25/2018 van 1 maart 2018
Rolnummers 6580 en 6582 Rolnummers 6580 en 6582
In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 98 van het decreet In zake : de beroepen tot vernietiging van artikel 98 van het decreet
van het Waalse Gewest van 23 juni 2016 houdende wijziging van het van het Waalse Gewest van 23 juni 2016 houdende wijziging van het
Milieuwetboek, van het Waterwetboek en van verscheidene decreten Milieuwetboek, van het Waterwetboek en van verscheidene decreten
inzake afvalstoffen en milieuvergunning, ingesteld door de vzw « inzake afvalstoffen en milieuvergunning, ingesteld door de vzw «
Belgisch Fonds voor de Inzameling en Verwerking van Belgisch Fonds voor de Inzameling en Verwerking van
Elektrohuishoudtoestellen » en anderen en door de vzw « Bebat » en Elektrohuishoudtoestellen » en anderen en door de vzw « Bebat » en
anderen. anderen.
Het Grondwettelijk Hof, Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters
L. Lavrysen, T. Merckx-Van Goey, F. Daoût en T. Giet, en, L. Lavrysen, T. Merckx-Van Goey, F. Daoût en T. Giet, en,
overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 overeenkomstig artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989
op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter E. De Groot, bijgestaan op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter E. De Groot, bijgestaan
door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter
J. Spreutels, J. Spreutels,
wijst na beraad het volgende arrest : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging
Bij twee verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 4 Bij twee verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij op 4
januari 2017 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn januari 2017 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn
ingekomen op 5 januari 2017, zijn beroepen tot vernietiging ingesteld ingekomen op 5 januari 2017, zijn beroepen tot vernietiging ingesteld
van artikel 98 van het decreet van het Waalse Gewest van 23 juni 2016 van artikel 98 van het decreet van het Waalse Gewest van 23 juni 2016
houdende wijziging van het Milieuwetboek, van het Waterwetboek en van houdende wijziging van het Milieuwetboek, van het Waterwetboek en van
verscheidene decreten inzake afvalstoffen en milieuvergunning verscheidene decreten inzake afvalstoffen en milieuvergunning
(bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 juli 2016) (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 8 juli 2016)
respectievelijk door de vzw « Belgisch Fonds voor de Inzameling en respectievelijk door de vzw « Belgisch Fonds voor de Inzameling en
Verwerking van Elektrohuishoudtoestellen », de vzw « Recupel Audio - Verwerking van Elektrohuishoudtoestellen », de vzw « Recupel Audio -
Video », de vzw « Recupel SDA », de vzw « Recupel ICT », de vzw « Video », de vzw « Recupel SDA », de vzw « Recupel ICT », de vzw «
Recupel E.T. & Garden », de vzw « LightRec », de vzw « MeLarec », de Recupel E.T. & Garden », de vzw « LightRec », de vzw « MeLarec », de
vzw « Recupel », de vzw « Federatie van de Elektriciteit en de vzw « Recupel », de vzw « Federatie van de Elektriciteit en de
Elektronica », de vzw « Agoria », de vzw « Belgische Federatie van de Elektronica », de vzw « Agoria », de vzw « Belgische Federatie van de
Toeleveranciers van Machines, Gebouwen en Uitrustingen voor de Toeleveranciers van Machines, Gebouwen en Uitrustingen voor de
Landbouw en voor de Groenvoorzieningen », de vzw « Belgische Landbouw en voor de Groenvoorzieningen », de vzw « Belgische
beroepsgroepering van invoerders en fabrieksagenten van gereedschap », beroepsgroepering van invoerders en fabrieksagenten van gereedschap »,
de nv « Miele », de nv « Electrolux Belgium » en de nv « BSH Home de nv « Miele », de nv « Electrolux Belgium » en de nv « BSH Home
Appliances » en door de vzw « Bebat », de vzw « Federatie van de Appliances » en door de vzw « Bebat », de vzw « Federatie van de
Elektriciteit en de Elektronica » en de vzw « Traxio », bijgestaan en Elektriciteit en de Elektronica » en de vzw « Traxio », bijgestaan en
vertegenwoordigd door Mr. D. Lagasse en Mr. A. Visschers, advocaten vertegenwoordigd door Mr. D. Lagasse en Mr. A. Visschers, advocaten
bij de balie te Brussel. bij de balie te Brussel.
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6580 en 6582 van de rol van Die zaken, ingeschreven onder de nummers 6580 en 6582 van de rol van
het Hof, werden samengevoegd. het Hof, werden samengevoegd.
(...) (...)
II. In rechte II. In rechte
(...) (...)
Ten aanzien van de bestreden bepaling en de context ervan Ten aanzien van de bestreden bepaling en de context ervan
B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 98 B.1.1. De verzoekende partijen vorderen de vernietiging van artikel 98
van het decreet van het Waalse Gewest van 23 juni 2016 « houdende van het decreet van het Waalse Gewest van 23 juni 2016 « houdende
wijziging van het Milieuwetboek, van het Waterwetboek en van wijziging van het Milieuwetboek, van het Waterwetboek en van
verscheidene decreten inzake afvalstoffen en milieuvergunning ». Dat verscheidene decreten inzake afvalstoffen en milieuvergunning ». Dat
artikel voegt een nieuw hoofdstuk VIbis in, getiteld « Belasting op de artikel voegt een nieuw hoofdstuk VIbis in, getiteld « Belasting op de
instellingen die de terugnameplicht uitvoeren », in het fiscaal instellingen die de terugnameplicht uitvoeren », in het fiscaal
decreet van 22 maart 2007 « tot bevordering van afvalpreventie en decreet van 22 maart 2007 « tot bevordering van afvalpreventie en
-valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van
6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen
inzake de directe gewestelijke belastingen » (hierna : het fiscaal inzake de directe gewestelijke belastingen » (hierna : het fiscaal
decreet). decreet).
Dat nieuwe hoofdstuk omvat de artikelen 26/1 tot 26/4, die bepalen : Dat nieuwe hoofdstuk omvat de artikelen 26/1 tot 26/4, die bepalen :
«

Art. 26/1.Voor het kalenderjaar 2016 wordt ten gunste van het

«

Art. 26/1.Voor het kalenderjaar 2016 wordt ten gunste van het

Waalse Gewest een belasting ingevoerd ten laste van de instellingen Waalse Gewest een belasting ingevoerd ten laste van de instellingen
die voor de uitvoering van de terugnameplicht van de producenten die voor de uitvoering van de terugnameplicht van de producenten
zorgen krachtens artikel 8bis van het decreet van 27 juni 1996 zorgen krachtens artikel 8bis van het decreet van 27 juni 1996
betreffende de afvalstoffen en waarvan de eigen fondsen en betreffende de afvalstoffen en waarvan de eigen fondsen en
voorschotten op 31 december 2013 groter zijn dan de behoeften die voorschotten op 31 december 2013 groter zijn dan de behoeften die
nodig zijn voor de uitvoering van de terugnameplicht gedurende 24 nodig zijn voor de uitvoering van de terugnameplicht gedurende 24
maanden. maanden.
De behoeften bedoeld in het eerste lid worden berekend op basis van De behoeften bedoeld in het eerste lid worden berekend op basis van
een gemiddelde van de werkingskosten over de vijf laatste boekjaren. een gemiddelde van de werkingskosten over de vijf laatste boekjaren.

Art. 26/2.De grondslag van de belasting is de inning bij de

Art. 26/2.De grondslag van de belasting is de inning bij de

verbruikers, uiterlijk 31 december 2013, van de bijdrage voor de verbruikers, uiterlijk 31 december 2013, van de bijdrage voor de
financiering van de afvalbeheersverplichtingen. financiering van de afvalbeheersverplichtingen.

Art. 26/3.Het bedrag van de verschuldigde belasting is vastgelegd op

Art. 26/3.Het bedrag van de verschuldigde belasting is vastgelegd op

5,22 % van de eigen fondsen van de belastingplichtigen zoals ze 5,22 % van de eigen fondsen van de belastingplichtigen zoals ze
voorkomen in de voor het jaar 2013 goedgekeurde jaarrekeningen, voorkomen in de voor het jaar 2013 goedgekeurde jaarrekeningen,
vermenigvuldigd met het aantal inwoners in het Waalse Gewest en vermenigvuldigd met het aantal inwoners in het Waalse Gewest en
gedeeld door het aantal inwoners in België op 1 januari van hetzelfde gedeeld door het aantal inwoners in België op 1 januari van hetzelfde
jaar. jaar.

Art. 26/4.De belasting bedoeld in dit hoofdstuk kan niet doorberekend

Art. 26/4.De belasting bedoeld in dit hoofdstuk kan niet doorberekend

worden in de bijdragen ten laste van de verbruikers ». worden in de bijdragen ten laste van de verbruikers ».
B.1.2. Bij artikel 26 van het decreet van 21 december 2016 houdende de B.1.2. Bij artikel 26 van het decreet van 21 december 2016 houdende de
algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het
begrotingsjaar 2017 worden de woorden « Voor het kalenderjaar 2016 », begrotingsjaar 2017 worden de woorden « Voor het kalenderjaar 2016 »,
in artikel 26/1 van het fiscaal decreet, vervangen door de woorden « in artikel 26/1 van het fiscaal decreet, vervangen door de woorden «
Voor de jaren 2016 tot 2021 ». Voor de jaren 2016 tot 2021 ».
B.2.1. Krachtens artikel 8bis van het decreet van 27 juni 1996 B.2.1. Krachtens artikel 8bis van het decreet van 27 juni 1996
betreffende de afvalstoffen vermag de Waalse Regering aan de betreffende de afvalstoffen vermag de Waalse Regering aan de
producenten een terugnameplicht op te leggen voor goederen of producenten een terugnameplicht op te leggen voor goederen of
afvalstoffen uit commercialisering of uit het gebruik voor eigen afvalstoffen uit commercialisering of uit het gebruik voor eigen
behoefte van goederen, grondstoffen of producten met het oog op de behoefte van goederen, grondstoffen of producten met het oog op de
preventie, het hergebruik, de recycling, de nuttige toepassing of een preventie, het hergebruik, de recycling, de nuttige toepassing of een
aangepast beheer van die goederen of afvalstoffen en op de aangepast beheer van die goederen of afvalstoffen en op de
internalisering van het geheel of van een deel van de beheerskosten. internalisering van het geheel of van een deel van de beheerskosten.
De terugnameplicht omvat de dekking van de desbetreffende kosten. De terugnameplicht omvat de dekking van de desbetreffende kosten.
B.2.2. De regeling van de terugnameplicht maakt deel uit van « het B.2.2. De regeling van de terugnameplicht maakt deel uit van « het
ruimere concept van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in ruimere concept van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid in
de zin van artikel 8 van de richtlijn 2008/98/EG van 19 november 2008 de zin van artikel 8 van de richtlijn 2008/98/EG van 19 november 2008
betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen
» (Parl. St., Waals Parlement, 2015-2016, nr. 484/1, p. 7). » (Parl. St., Waals Parlement, 2015-2016, nr. 484/1, p. 7).
B.2.3. De Europese Unie streeft in haar milieubeleid naar een hoog B.2.3. De Europese Unie streeft in haar milieubeleid naar een hoog
niveau van bescherming, rekening houdend met de uiteenlopende niveau van bescherming, rekening houdend met de uiteenlopende
situaties in de verschillende regio's van de Unie. Haar beleid berust situaties in de verschillende regio's van de Unie. Haar beleid berust
op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen, het op het voorzorgsbeginsel en het beginsel van preventief handelen, het
beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron dienen te
worden bestreden, en het beginsel « de vervuiler betaalt » (artikel worden bestreden, en het beginsel « de vervuiler betaalt » (artikel
191, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese 191, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie). Unie).
De voormelde richtlijn 2008/98/EG refereert aan het beginsel « de De voormelde richtlijn 2008/98/EG refereert aan het beginsel « de
vervuiler betaalt » als een leidend beginsel op Europees en vervuiler betaalt » als een leidend beginsel op Europees en
internationaal niveau. Conform dat beginsel moeten de kosten van de internationaal niveau. Conform dat beginsel moeten de kosten van de
afvalverwijdering worden gedragen door de huidige of de vorige houder afvalverwijdering worden gedragen door de huidige of de vorige houder
van de afvalstoffen of door de producent van het product waaruit het van de afvalstoffen of door de producent van het product waaruit het
afval voortkomt (overweging 1). De producent en de houder van de afval voortkomt (overweging 1). De producent en de houder van de
afvalstoffen moeten het afval beheren op een manier die een hoog afvalstoffen moeten het afval beheren op een manier die een hoog
niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu
waarborgt (overweging 26). De invoering van de uitgebreide waarborgt (overweging 26). De invoering van de uitgebreide
producentenverantwoordelijkheid is een van de middelen die ertoe producentenverantwoordelijkheid is een van de middelen die ertoe
moeten bijdragen dat bij het ontwerpen en produceren van goederen het moeten bijdragen dat bij het ontwerpen en produceren van goederen het
efficiënte gebruik van grondstoffen gedurende de gehele levenscyclus efficiënte gebruik van grondstoffen gedurende de gehele levenscyclus
van de goederen, met inbegrip van reparatie, hergebruik, demontage en van de goederen, met inbegrip van reparatie, hergebruik, demontage en
recycling, ten volle in aanmerking wordt genomen en wordt recycling, ten volle in aanmerking wordt genomen en wordt
gefaciliteerd, zonder dat het vrij verkeer van goederen in de interne gefaciliteerd, zonder dat het vrij verkeer van goederen in de interne
markt in het gedrang komt (overweging 27). De kosten dienen zo te markt in het gedrang komt (overweging 27). De kosten dienen zo te
worden berekend dat zij de reële milieukosten van de productie en het worden berekend dat zij de reële milieukosten van de productie en het
beheer van het afval weergeven (overweging 25). beheer van het afval weergeven (overweging 25).
De kosten van het afvalbeheer worden, overeenkomstig het beginsel « de De kosten van het afvalbeheer worden, overeenkomstig het beginsel « de
vervuiler betaalt », gedragen door de eerste afvalproducent, de vervuiler betaalt », gedragen door de eerste afvalproducent, de
huidige of de vorige houders van afvalstoffen (artikel 14, lid 1, van huidige of de vorige houders van afvalstoffen (artikel 14, lid 1, van
de richtlijn). De lidstaten kunnen besluiten de kosten van het de richtlijn). De lidstaten kunnen besluiten de kosten van het
afvalbeheer geheel of gedeeltelijk te laten dragen door de producent afvalbeheer geheel of gedeeltelijk te laten dragen door de producent
van het product waaruit het afval is voortgekomen, en de distributeurs van het product waaruit het afval is voortgekomen, en de distributeurs
van een dergelijk product in deze kosten te laten delen (artikel 14, van een dergelijk product in deze kosten te laten delen (artikel 14,
lid 2). lid 2).
B.3.1. Met toepassing van artikel 2 van het besluit van de Waalse B.3.1. Met toepassing van artikel 2 van het besluit van de Waalse
Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht Regering van 23 september 2010 tot invoering van een terugnameplicht
voor bepaalde afvalstoffen zijn met name afval van batterijen en voor bepaalde afvalstoffen zijn met name afval van batterijen en
accu's en afgedankte elektrische of elektronische apparatuur accu's en afgedankte elektrische of elektronische apparatuur
onderworpen aan de terugnameplicht. onderworpen aan de terugnameplicht.
B.3.2. Om die verplichting na te komen, kunnen de betrokken B.3.2. Om die verplichting na te komen, kunnen de betrokken
producenten ofwel zelf voldoen aan hun terugnameplicht, ofwel die producenten ofwel zelf voldoen aan hun terugnameplicht, ofwel die
verplichting laten uitvoeren door een erkende instelling waarbij zij verplichting laten uitvoeren door een erkende instelling waarbij zij
zijn aangesloten of een milieuovereenkomst sluiten zoals bedoeld in zijn aangesloten of een milieuovereenkomst sluiten zoals bedoeld in
het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten het decreet van 20 december 2001 betreffende de milieuovereenkomsten
en in dat kader de uitvoering van de verplichtingen geheel of en in dat kader de uitvoering van de verplichtingen geheel of
gedeeltelijk toevertrouwen aan een beheersorgaan (artikel 8bis, § 3, gedeeltelijk toevertrouwen aan een beheersorgaan (artikel 8bis, § 3,
van het voormelde decreet van 27 juni 1996 en artikel 3, § 1, van het van het voormelde decreet van 27 juni 1996 en artikel 3, § 1, van het
voormelde besluit van 23 september 2010). voormelde besluit van 23 september 2010).
B.3.3. De organen die zijn erkend voor het nakomen van de B.3.3. De organen die zijn erkend voor het nakomen van de
verplichtingen die inherent zijn aan de terugname van de afvalstoffen verplichtingen die inherent zijn aan de terugname van de afvalstoffen
in kwestie en het orgaan dat instaat voor het beheer van de in kwestie en het orgaan dat instaat voor het beheer van de
milieuovereenkomst dienen te worden opgericht in de vorm van een milieuovereenkomst dienen te worden opgericht in de vorm van een
vereniging zonder winstoogmerk (artikel 11, 1°, en artikel 22, § 1, vereniging zonder winstoogmerk (artikel 11, 1°, en artikel 22, § 1,
van hetzelfde besluit). Zij zijn belast met de inzameling van van hetzelfde besluit). Zij zijn belast met de inzameling van
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur of van gebruikte afgedankte elektrische en elektronische apparatuur of van gebruikte
batterijen en accu's. Zij worden gefinancierd door middel van de batterijen en accu's. Zij worden gefinancierd door middel van de
milieubijdragen die de aangesloten producenten, op wie de milieubijdragen die de aangesloten producenten, op wie de
terugnameplicht rust, per apparaat, batterij of accu aan hen betalen terugnameplicht rust, per apparaat, batterij of accu aan hen betalen
bij het op de markt brengen van het betrokken product, en door de bij het op de markt brengen van het betrokken product, en door de
ledenbijdragen van de aangesloten producenten. ledenbijdragen van de aangesloten producenten.
B.4. De bestreden bepaling legt aan de instellingen die de uitvoering B.4. De bestreden bepaling legt aan de instellingen die de uitvoering
van de terugnameplicht van de producenten verzekeren, een belasting op van de terugnameplicht van de producenten verzekeren, een belasting op
die wordt berekend op hun eigen vermogen en voorzieningen. die wordt berekend op hun eigen vermogen en voorzieningen.
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de beroepen Ten aanzien van de ontvankelijkheid van de beroepen
B.5.1. De Waalse Regering werpt een eerste exceptie van B.5.1. De Waalse Regering werpt een eerste exceptie van
onontvankelijkheid van de beroepen op die is afgeleid uit de onontvankelijkheid van de beroepen op die is afgeleid uit de
ontstentenis van een wettig belang van alle verzoekende partijen om in ontstentenis van een wettig belang van alle verzoekende partijen om in
rechte te treden. rechte te treden.
B.5.2. De personen die aan een belasting zijn onderworpen, hebben in B.5.2. De personen die aan een belasting zijn onderworpen, hebben in
beginsel belang erbij de vernietiging ervan voor het Hof te vorderen. beginsel belang erbij de vernietiging ervan voor het Hof te vorderen.
Dat belang wordt niet onwettig om reden dat de fiscale decreetgever, Dat belang wordt niet onwettig om reden dat de fiscale decreetgever,
met de betwiste belasting, financiële reserves wil beogen die « met de betwiste belasting, financiële reserves wil beogen die «
overmatig zijn geworden » en groter zijn dan de behoeften van die overmatig zijn geworden » en groter zijn dan de behoeften van die
instellingen, en die hij bijgevolg « in het licht van het beginsel ' instellingen, en die hij bijgevolg « in het licht van het beginsel '
de vervuiler betaalt ' onverantwoord » acht (Parl. St., Waals de vervuiler betaalt ' onverantwoord » acht (Parl. St., Waals
Parlement, 2015-2016, nr. 484/1, p. 114). Parlement, 2015-2016, nr. 484/1, p. 114).
B.5.3. Voor het overige, aangezien het belang van de eerste tot de B.5.3. Voor het overige, aangezien het belang van de eerste tot de
achtste verzoekende partij in de zaak nr. 6580 en van de eerste achtste verzoekende partij in de zaak nr. 6580 en van de eerste
verzoekende partij in de zaak nr. 6582, die aan de bestreden belasting verzoekende partij in de zaak nr. 6582, die aan de bestreden belasting
zijn onderworpen, vaststaat, is het niet nodig om de andere excepties zijn onderworpen, vaststaat, is het niet nodig om de andere excepties
van onontvankelijkheid van de beroepen met betrekking tot het belang van onontvankelijkheid van de beroepen met betrekking tot het belang
van de andere verzoekende partijen om in rechte te treden, te van de andere verzoekende partijen om in rechte te treden, te
onderzoeken. onderzoeken.
Ten aanzien van de territoriale bevoegdheid Ten aanzien van de territoriale bevoegdheid
B.6. Het Hof onderzoekt eerst het tweede middel, dat in hoofdzaak B.6. Het Hof onderzoekt eerst het tweede middel, dat in hoofdzaak
betrekking heeft op de territoriale belastingbevoegdheid van het betrekking heeft op de territoriale belastingbevoegdheid van het
Waalse Gewest. Dat middel is afgeleid uit de schending van de Waalse Gewest. Dat middel is afgeleid uit de schending van de
artikelen 5, 39, 134, 143, § 1, en 170, § 2, van de Grondwet, van artikelen 5, 39, 134, 143, § 1, en 170, § 2, van de Grondwet, van
artikel 1ter van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de artikel 1ter van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de
financiering van de gemeenschappen en de gewesten, van artikel 6, § 1, financiering van de gemeenschappen en de gewesten, van artikel 6, § 1,
VI, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot VI, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot
hervorming der instellingen, van het beginsel van de exclusieve hervorming der instellingen, van het beginsel van de exclusieve
verdeling van de bevoegdheden, van het beginsel van het vrij verkeer verdeling van de bevoegdheden, van het beginsel van het vrij verkeer
van diensten en van het beginsel van de federale loyauteit. van diensten en van het beginsel van de federale loyauteit.
De verzoekende partijen voeren aan dat de bestreden belasting niet kan De verzoekende partijen voeren aan dat de bestreden belasting niet kan
worden gelokaliseerd op het grondgebied van het Waalse Gewest, zodat worden gelokaliseerd op het grondgebied van het Waalse Gewest, zodat
de situatie die zij beoogt, eveneens kan worden beoogd door de andere de situatie die zij beoogt, eveneens kan worden beoogd door de andere
gewestwetgevers, aangezien het betrokken eigen vermogen wordt gewestwetgevers, aangezien het betrokken eigen vermogen wordt
voortgebracht door de activiteit die de instellingen die de belasting voortgebracht door de activiteit die de instellingen die de belasting
verschuldigd zijn, ontwikkelen op het hele Belgische grondgebied. verschuldigd zijn, ontwikkelen op het hele Belgische grondgebied.
B.7.1. Artikel 170, § 2, van de Grondwet bepaalt : B.7.1. Artikel 170, § 2, van de Grondwet bepaalt :
« Geen belasting ten behoeve van de gemeenschap of het gewest kan « Geen belasting ten behoeve van de gemeenschap of het gewest kan
worden ingevoerd dan door een decreet of een in artikel 134 bedoelde worden ingevoerd dan door een decreet of een in artikel 134 bedoelde
regel. regel.
De wet bepaalt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde De wet bepaalt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde
belastingen, de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt ». belastingen, de uitzonderingen waarvan de noodzakelijkheid blijkt ».
B.7.2. Artikel 1ter van de bijzondere wet van 16 januari 1989 B.7.2. Artikel 1ter van de bijzondere wet van 16 januari 1989
betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten
bepaalt : bepaalt :
« De uitoefening van de fiscale bevoegdheden van de gewesten als « De uitoefening van de fiscale bevoegdheden van de gewesten als
bedoeld in deze wet gebeurt met naleving van de in artikel 143 van de bedoeld in deze wet gebeurt met naleving van de in artikel 143 van de
Grondwet bedoelde federale loyauteit en het algemeen normatief kader Grondwet bedoelde federale loyauteit en het algemeen normatief kader
van de economische unie en de monetaire eenheid, alsmede van de van de economische unie en de monetaire eenheid, alsmede van de
volgende principes : volgende principes :
1° de uitsluiting van elke deloyale fiscale concurrentie; 1° de uitsluiting van elke deloyale fiscale concurrentie;
2° de vermijding van dubbele belasting; 2° de vermijding van dubbele belasting;
3° het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal. 3° het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal.
Bij een door een overheid gegrond geacht verzoek van een Bij een door een overheid gegrond geacht verzoek van een
belastingplichtige houdende vermijding van dubbele belasting treedt belastingplichtige houdende vermijding van dubbele belasting treedt
die overheid in overleg met de andere betrokken overheden teneinde de die overheid in overleg met de andere betrokken overheden teneinde de
belastingheffing die strijdig is met het in het eerste lid, 2°, belastingheffing die strijdig is met het in het eerste lid, 2°,
vermelde principe ongedaan te maken. vermelde principe ongedaan te maken.
In het raam van het Overlegcomité als bedoeld in artikel 31 van de In het raam van het Overlegcomité als bedoeld in artikel 31 van de
gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen wordt gewone wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der instellingen wordt
jaarlijks een overleg gehouden over het fiscaal beleid en over de in jaarlijks een overleg gehouden over het fiscaal beleid en over de in
het eerste lid bedoelde principes ». het eerste lid bedoelde principes ».
Die bepaling geldt enkel voor de uitoefening van de fiscale Die bepaling geldt enkel voor de uitoefening van de fiscale
bevoegdheden van de gewesten als bedoeld in de bijzondere bevoegdheden van de gewesten als bedoeld in de bijzondere
financieringswet. Zij geldt dus niet voor de uitoefening van hun eigen financieringswet. Zij geldt dus niet voor de uitoefening van hun eigen
fiscale bevoegdheid, bedoeld in B.7.1, die rechtstreeks uit de fiscale bevoegdheid, bedoeld in B.7.1, die rechtstreeks uit de
Grondwet voortvloeit. Grondwet voortvloeit.
B.8. Uit de voormelde bepalingen blijkt niet het territoriale B.8. Uit de voormelde bepalingen blijkt niet het territoriale
toepassingsgebied van de eigen fiscale bevoegdheid van de toepassingsgebied van de eigen fiscale bevoegdheid van de
deelentiteiten. Wat de gewesten betreft, volgt uit artikel 19, § 3, deelentiteiten. Wat de gewesten betreft, volgt uit artikel 19, § 3,
van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen en uit artikel 7, tweede lid, van de bijzondere wet van instellingen en uit artikel 7, tweede lid, van de bijzondere wet van
12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen dat hun 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen dat hun
decreten of ordonnanties slechts van toepassing zijn in het eigen decreten of ordonnanties slechts van toepassing zijn in het eigen
gewest. Elke regeling die een wetgever uitvaardigt, moet kunnen worden gewest. Elke regeling die een wetgever uitvaardigt, moet kunnen worden
gelokaliseerd binnen het gebied waarvoor hij bevoegd is, zodat iedere gelokaliseerd binnen het gebied waarvoor hij bevoegd is, zodat iedere
concrete verhouding of situatie slechts door één enkele wetgever wordt concrete verhouding of situatie slechts door één enkele wetgever wordt
geregeld. geregeld.
B.9.1. Het aanknopingspunt van de belasting, zoals het in de bestreden B.9.1. Het aanknopingspunt van de belasting, zoals het in de bestreden
bepaling is opgevat, kan niet worden gelokaliseerd binnen het bepaling is opgevat, kan niet worden gelokaliseerd binnen het
grondgebied waarvoor het Waalse Gewest bevoegd is. De belasting beoogt grondgebied waarvoor het Waalse Gewest bevoegd is. De belasting beoogt
immers alle beheersorganen, ongeacht waar zij zijn gevestigd, en treft immers alle beheersorganen, ongeacht waar zij zijn gevestigd, en treft
hun gehele eigen vermogen en niet slechts sommige fondsen van de hun gehele eigen vermogen en niet slechts sommige fondsen van de
vereniging die zouden toelaten de territoriale herkomst van de erin vereniging die zouden toelaten de territoriale herkomst van de erin
vervatte middelen vast te stellen. vervatte middelen vast te stellen.
B.9.2. Het gegeven dat het bedrag van de belasting, met toepassing van B.9.2. Het gegeven dat het bedrag van de belasting, met toepassing van
artikel 26/3 van het fiscaal decreet zoals ingevoegd bij de bestreden artikel 26/3 van het fiscaal decreet zoals ingevoegd bij de bestreden
bepaling, wordt gekoppeld aan een coëfficiënt die overeenstemt met het bepaling, wordt gekoppeld aan een coëfficiënt die overeenstemt met het
percentage van de Waalse bevolking ten opzichte van de hele Belgische percentage van de Waalse bevolking ten opzichte van de hele Belgische
bevolking, kan die conclusie niet wijzigen. Er is immers niet bevolking, kan die conclusie niet wijzigen. Er is immers niet
noodzakelijk een verband tussen het aantal inwoners in het Waalse noodzakelijk een verband tussen het aantal inwoners in het Waalse
Gewest en het deel van de activiteiten van de beoogde verenigingen op Gewest en het deel van de activiteiten van de beoogde verenigingen op
het grondgebied van het Waalse Gewest, zodat het niet mogelijk is te het grondgebied van het Waalse Gewest, zodat het niet mogelijk is te
besluiten dat de gekozen berekeningswijze toelaat alleen fondsen te besluiten dat de gekozen berekeningswijze toelaat alleen fondsen te
belasten die voortkomen uit activiteiten die op dat grondgebied zijn belasten die voortkomen uit activiteiten die op dat grondgebied zijn
gelokaliseerd. gelokaliseerd.
B.10.1. De bestreden bepaling valt dus niet onder de territoriale B.10.1. De bestreden bepaling valt dus niet onder de territoriale
bevoegdheid van het Waalse Gewest. Het tweede middel is gegrond. bevoegdheid van het Waalse Gewest. Het tweede middel is gegrond.
B.10.2. De bestreden bepaling dient derhalve te worden vernietigd, B.10.2. De bestreden bepaling dient derhalve te worden vernietigd,
zonder dat het nodig is de andere middelen te onderzoeken. zonder dat het nodig is de andere middelen te onderzoeken.
B.10.3. Artikel 26 van het decreet van 21 december 2016 houdende de B.10.3. Artikel 26 van het decreet van 21 december 2016 houdende de
algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het algemene ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het
begrotingsjaar 2017, dat de woorden « Voor het kalenderjaar 2016 » in begrotingsjaar 2017, dat de woorden « Voor het kalenderjaar 2016 » in
het vernietigde artikel 26/1 van het fiscaal decreet, vervangt door de het vernietigde artikel 26/1 van het fiscaal decreet, vervangt door de
woorden « Voor de jaren 2016 tot 2021 », dient eveneens te worden woorden « Voor de jaren 2016 tot 2021 », dient eveneens te worden
vernietigd, daar beide bepalingen onlosmakelijk met elkaar verbonden vernietigd, daar beide bepalingen onlosmakelijk met elkaar verbonden
zijn. zijn.
Om die redenen, Om die redenen,
het Hof het Hof
vernietigt : vernietigt :
- artikel 98 van het decreet van het Waalse Gewest van 23 juni 2016 - artikel 98 van het decreet van het Waalse Gewest van 23 juni 2016
houdende wijziging van het Milieuwetboek, van het Waterwetboek en van houdende wijziging van het Milieuwetboek, van het Waterwetboek en van
verscheidene decreten inzake afvalstoffen en milieuvergunning; verscheidene decreten inzake afvalstoffen en milieuvergunning;
- artikel 26 van het decreet van 21 december 2016 houdende de algemene - artikel 26 van het decreet van 21 december 2016 houdende de algemene
ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar ontvangstenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar
2017. 2017.
Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits,
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op
het Grondwettelijk Hof, op 1 maart 2018. het Grondwettelijk Hof, op 1 maart 2018.
De griffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, De voorzitter,
J. Spreutels J. Spreutels
^