← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 81/2016 van 2 juni 2016 Rolnummer : 6035 In zake : de prejudiciële
vragen over de artikelen 2, c) tot e), 35, § 2, 49 en 57 van de wet van 31 januari 2009 betreffende
de continuïteit van de ondernemingen, vóór d Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de
voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 81/2016 van 2 juni 2016 Rolnummer : 6035 In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 2, c) tot e), 35, § 2, 49 en 57 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, vóór d Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...) | Uittreksel uit arrest nr. 81/2016 van 2 juni 2016 Rolnummer : 6035 In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 2, c) tot e), 35, § 2, 49 en 57 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, vóór d Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 81/2016 van 2 juni 2016 | Uittreksel uit arrest nr. 81/2016 van 2 juni 2016 |
| Rolnummer : 6035 | Rolnummer : 6035 |
| In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 2, c) tot e), 35, § | In zake : de prejudiciële vragen over de artikelen 2, c) tot e), 35, § |
| 2, 49 en 57 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit | 2, 49 en 57 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit |
| van de ondernemingen, vóór de wijziging ervan bij de wet van 27 mei | van de ondernemingen, vóór de wijziging ervan bij de wet van 27 mei |
| 2013, gesteld door het Arbeidshof te Luik, afdeling Namen. | 2013, gesteld door het Arbeidshof te Luik, afdeling Namen. |
| Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
| samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de | samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de |
| rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. | rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. |
| Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. | Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. |
| Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder | Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder |
| voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, | voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
| Bij arrest van 9 september 2014 in zake de nv « Agrimat » tegen | Bij arrest van 9 september 2014 in zake de nv « Agrimat » tegen |
| Jean-Claude Clementz, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | Jean-Claude Clementz, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
| ingekomen op 16 september 2014, heeft het Arbeidshof te Luik, afdeling | ingekomen op 16 september 2014, heeft het Arbeidshof te Luik, afdeling |
| Namen, de volgende prejudiciële vragen gesteld : | Namen, de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
| « 1. Schenden de artikelen 2, c) tot e), 35, § 2, 49 en 57 van de wet | « 1. Schenden de artikelen 2, c) tot e), 35, § 2, 49 en 57 van de wet |
| van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, | van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, |
| in de versie ervan die op het onderhavige geval van toepassing is, | in de versie ervan die op het onderhavige geval van toepassing is, |
| namelijk vóór de aanneming van de wijziging ingevoerd bij de wet van | namelijk vóór de aanneming van de wijziging ingevoerd bij de wet van |
| 27 mei 2013 die een artikel 49/1, vierde lid, invoert, de artikelen 10 | 27 mei 2013 die een artikel 49/1, vierde lid, invoert, de artikelen 10 |
| en 11 van de Grondwet en voeren zij een discriminatie in doordat de | en 11 van de Grondwet en voeren zij een discriminatie in doordat de |
| schuldvordering in de opschorting van een werknemer die wordt | schuldvordering in de opschorting van een werknemer die wordt |
| ontslagen vóór het vonnis dat de procedure van gerechtelijke | ontslagen vóór het vonnis dat de procedure van gerechtelijke |
| reorganisatie opent, kan worden verminderd of onderworpen aan | reorganisatie opent, kan worden verminderd of onderworpen aan |
| betalingstermijnen zoals eender welke andere schuldvordering in de | betalingstermijnen zoals eender welke andere schuldvordering in de |
| opschorting, terwijl de schuldvorderingen ontstaan uit | opschorting, terwijl de schuldvorderingen ontstaan uit |
| arbeidsprestaties vóór de opening van de procedure een onderscheiden | arbeidsprestaties vóór de opening van de procedure een onderscheiden |
| en specifieke behandeling zouden moeten ondergaan, namelijk niet | en specifieke behandeling zouden moeten ondergaan, namelijk niet |
| worden onderworpen aan een vermindering, noch aan betalingstermijnen, | worden onderworpen aan een vermindering, noch aan betalingstermijnen, |
| zoals de schuldvorderingen ontstaan uit arbeidsprestaties in de loop | zoals de schuldvorderingen ontstaan uit arbeidsprestaties in de loop |
| van de procedure, zoals daarin wordt voorzien in de nieuwe versie van | van de procedure, zoals daarin wordt voorzien in de nieuwe versie van |
| de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen gewijzigd bij | de wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen gewijzigd bij |
| de wet van 27 mei 2013 ? | de wet van 27 mei 2013 ? |
| Dient de vraag bevestigend te worden beantwoord in zoverre het bij de | Dient de vraag bevestigend te worden beantwoord in zoverre het bij de |
| wet van 27 mei 2013 ingevoerde artikel 49/1 niet terugwerkt tot de | wet van 27 mei 2013 ingevoerde artikel 49/1 niet terugwerkt tot de |
| procedures die nog niet zijn afgesloten ? | procedures die nog niet zijn afgesloten ? |
| 2. Schendt artikel 49 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de | 2. Schendt artikel 49 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de |
| continuïteit van de ondernemingen, in de versie vóór de wijziging | continuïteit van de ondernemingen, in de versie vóór de wijziging |
| ervan bij de wet van 27 mei 2013 tot wijziging van verschillende | ervan bij de wet van 27 mei 2013 tot wijziging van verschillende |
| wetgevingen inzake de continuïteit van de ondernemingen, in samenhang | wetgevingen inzake de continuïteit van de ondernemingen, in samenhang |
| gelezen met de artikelen 2, c) tot e), en 57 van dezelfde wet, de | gelezen met de artikelen 2, c) tot e), en 57 van dezelfde wet, de |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het, met name door | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het, met name door |
| zonder beperking betalingstermijnen en schuldverminderingen in | zonder beperking betalingstermijnen en schuldverminderingen in |
| kapitaal en interesten toe te staan, alle gewone schuldeisers in de | kapitaal en interesten toe te staan, alle gewone schuldeisers in de |
| opschorting identiek behandelt, terwijl de houders van | opschorting identiek behandelt, terwijl de houders van |
| schuldvorderingen ontstaan uit arbeidsprestaties vóór de opening van | schuldvorderingen ontstaan uit arbeidsprestaties vóór de opening van |
| de procedure zich bevinden in een situatie die verschilt van die van | de procedure zich bevinden in een situatie die verschilt van die van |
| de andere schuldeisers, hetgeen eveneens een verschillende behandeling | de andere schuldeisers, hetgeen eveneens een verschillende behandeling |
| vereist ? Die verschillende situatie vloeit voort uit de overwegingen | vereist ? Die verschillende situatie vloeit voort uit de overwegingen |
| met betrekking tot de bescherming van het loon die met name de | met betrekking tot de bescherming van het loon die met name de |
| aanneming hebben verantwoord van het Verdrag van de Internationale | aanneming hebben verantwoord van het Verdrag van de Internationale |
| Arbeidsorganisatie nr. 95 van 1 juli 1949 betreffende de bescherming | Arbeidsorganisatie nr. 95 van 1 juli 1949 betreffende de bescherming |
| van het loon, die van de wet van 12 april 1965 betreffende de | van het loon, die van de wet van 12 april 1965 betreffende de |
| bescherming van het loon der werknemers en van de bepalingen van | bescherming van het loon der werknemers en van de bepalingen van |
| strafrechtelijke aard die daarin zijn opgenomen, en die van artikel | strafrechtelijke aard die daarin zijn opgenomen, en die van artikel |
| 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, dat het recht op een billijke | 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, dat het recht op een billijke |
| beloning waarborgt. | beloning waarborgt. |
| 3. Schenden de artikelen 49 en 57 van de wet van 31 januari 2009 | 3. Schenden de artikelen 49 en 57 van de wet van 31 januari 2009 |
| betreffende de continuïteit van de ondernemingen, in de versie vóór de | betreffende de continuïteit van de ondernemingen, in de versie vóór de |
| wijziging ervan bij de wet van 27 mei 2013 tot wijziging van | wijziging ervan bij de wet van 27 mei 2013 tot wijziging van |
| verschillende wetgevingen inzake de continuïteit van de ondernemingen, | verschillende wetgevingen inzake de continuïteit van de ondernemingen, |
| in samenhang gelezen met artikel 2, c) tot e), van dezelfde wet, in | in samenhang gelezen met artikel 2, c) tot e), van dezelfde wet, in |
| zoverre zij het mogelijk maken dat aan een werknemer die houder is van | zoverre zij het mogelijk maken dat aan een werknemer die houder is van |
| een schuldvordering die is ontstaan uit arbeidsprestaties vóór de | een schuldvordering die is ontstaan uit arbeidsprestaties vóór de |
| opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie, een | opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie, een |
| vermindering van zijn schuldvordering of een spreiding van zijn | vermindering van zijn schuldvordering of een spreiding van zijn |
| uitbetaling wordt opgelegd, artikel 23 van de Grondwet, met inbegrip | uitbetaling wordt opgelegd, artikel 23 van de Grondwet, met inbegrip |
| van het daarin vervatte standstill-effect, dat het recht op een | van het daarin vervatte standstill-effect, dat het recht op een |
| billijke beloning waarborgt ? | billijke beloning waarborgt ? |
| 4. Moet het antwoord op die vragen verschillend zijn naargelang de | 4. Moet het antwoord op die vragen verschillend zijn naargelang de |
| niet-betaling van de in het geding zijnde schuldvordering | niet-betaling van de in het geding zijnde schuldvordering |
| strafrechtelijk wordt bestraft ? ». | strafrechtelijk wordt bestraft ? ». |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen |
| B.1. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de | B.1. De verwijzende rechter ondervraagt het Hof over de |
| bestaanbaarheid met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, van de | bestaanbaarheid met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, van de |
| artikelen 2, c) tot e), 35, § 2, 49 en 57 van de wet van 31 januari | artikelen 2, c) tot e), 35, § 2, 49 en 57 van de wet van 31 januari |
| 2009 « betreffende de continuïteit van de ondernemingen » (hierna | 2009 « betreffende de continuïteit van de ondernemingen » (hierna |
| WCO). | WCO). |
| Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het probleem | Uit de motivering van de verwijzingsbeslissing blijkt dat het probleem |
| waarover het Hof wordt ondervraagd uitsluitend betrekking heeft op de | waarover het Hof wordt ondervraagd uitsluitend betrekking heeft op de |
| artikelen 2, c) tot e), 49 en 57 van die wet, zodat het Hof zijn | artikelen 2, c) tot e), 49 en 57 van die wet, zodat het Hof zijn |
| onderzoek daartoe beperkt. | onderzoek daartoe beperkt. |
| In de voor de verwijzende rechter toepasselijke versie ervan bepaalden | In de voor de verwijzende rechter toepasselijke versie ervan bepaalden |
| die artikelen : | die artikelen : |
| « Art. 2.Voor de toepassing van deze wet verstaat men onder : |
« Art. 2.Voor de toepassing van deze wet verstaat men onder : |
| [...] | [...] |
| c) ' schuldvorderingen in de opschorting ' : de schuldvorderingen | c) ' schuldvorderingen in de opschorting ' : de schuldvorderingen |
| ontstaan voor het vonnis dat de procedure van gerechtelijke | ontstaan voor het vonnis dat de procedure van gerechtelijke |
| reorganisatie opent of die uit het verzoekschrift of beslissingen | reorganisatie opent of die uit het verzoekschrift of beslissingen |
| genomen in het kader van de procedure volgen; | genomen in het kader van de procedure volgen; |
| d) ' buitengewone schuldvorderingen in de opschorting ' : de | d) ' buitengewone schuldvorderingen in de opschorting ' : de |
| schuldvorderingen in de opschorting die gewaarborgd zijn door een | schuldvorderingen in de opschorting die gewaarborgd zijn door een |
| bijzonder voorrecht of een hypotheek en de schuldvorderingen van de | bijzonder voorrecht of een hypotheek en de schuldvorderingen van de |
| schuldeisers-eigenaars; | schuldeisers-eigenaars; |
| e) ' gewone schuldvorderingen in de opschorting ' : de | e) ' gewone schuldvorderingen in de opschorting ' : de |
| schuldvorderingen in de opschorting andere dan de buitengewone | schuldvorderingen in de opschorting andere dan de buitengewone |
| schuldvorderingen in de opschorting; ». | schuldvorderingen in de opschorting; ». |
| « Art. 49.Het plan vermeldt de voorgestelde betalingstermijnen en de |
« Art. 49.Het plan vermeldt de voorgestelde betalingstermijnen en de |
| verminderingen op de schuldvorderingen in de opschorting, in kapitaal | verminderingen op de schuldvorderingen in de opschorting, in kapitaal |
| en intresten. Het kan in de omzetting van schuldvorderingen in | en intresten. Het kan in de omzetting van schuldvorderingen in |
| aandelen voorzien, alsook in een gedifferentieerde regeling voor | aandelen voorzien, alsook in een gedifferentieerde regeling voor |
| bepaalde categorieën van schuldvorderingen, onder meer op grond van de | bepaalde categorieën van schuldvorderingen, onder meer op grond van de |
| omvang of van de aard ervan. Het plan kan eveneens in een maatregel | omvang of van de aard ervan. Het plan kan eveneens in een maatregel |
| voorzien voor de verzaking aan de interesten of de herschikking van de | voorzien voor de verzaking aan de interesten of de herschikking van de |
| betaling ervan, alsook in de prioritaire aanrekening van de bedragen | betaling ervan, alsook in de prioritaire aanrekening van de bedragen |
| die zijn gerealiseerd op de hoofdsom van de schuldvordering. | die zijn gerealiseerd op de hoofdsom van de schuldvordering. |
| Het plan kan ook de gevolgen evalueren die de goedkeuring van het plan | Het plan kan ook de gevolgen evalueren die de goedkeuring van het plan |
| zou meebrengen voor de betrokken schuldeisers. | zou meebrengen voor de betrokken schuldeisers. |
| Het kan ook bepalen dat geen schuldvergelijking mogelijk zal zijn | Het kan ook bepalen dat geen schuldvergelijking mogelijk zal zijn |
| tussen de schuldvorderingen in de opschorting en de schulden van de | tussen de schuldvorderingen in de opschorting en de schulden van de |
| schuldeiser-titularis die zijn ontstaan na de homologatie. Een | schuldeiser-titularis die zijn ontstaan na de homologatie. Een |
| dergelijk voorstel kan niet gedaan worden met betrekking tot | dergelijk voorstel kan niet gedaan worden met betrekking tot |
| samenhangende vorderingen. | samenhangende vorderingen. |
| Wanneer de continuïteit van de onderneming een vermindering van de | Wanneer de continuïteit van de onderneming een vermindering van de |
| loonmassa vereist, wordt in een sociaal luik van het reorganisatieplan | loonmassa vereist, wordt in een sociaal luik van het reorganisatieplan |
| voorzien, voor zover over een dergelijk plan niet eerder was | voorzien, voor zover over een dergelijk plan niet eerder was |
| onderhandeld. In voorkomend geval kan het in ontslagen voorzien. | onderhandeld. In voorkomend geval kan het in ontslagen voorzien. |
| Bij de uitwerking van dit plan worden de vertegenwoordigers van het | Bij de uitwerking van dit plan worden de vertegenwoordigers van het |
| personeel in de ondernemingsraad, of, indien er geen is, in het comité | personeel in de ondernemingsraad, of, indien er geen is, in het comité |
| voor preventie en bescherming op het werk, of, indien er geen is, de | voor preventie en bescherming op het werk, of, indien er geen is, de |
| vakbondsafvaardiging of, indien er geen is, een werknemersafvaardiging | vakbondsafvaardiging of, indien er geen is, een werknemersafvaardiging |
| gehoord ». | gehoord ». |
| « Art. 57.De homologatie van het reorganisatieplan maakt het bindend |
« Art. 57.De homologatie van het reorganisatieplan maakt het bindend |
| voor alle schuldeisers in de opschorting. | voor alle schuldeisers in de opschorting. |
| De betwiste, maar na de homologatie gerechtelijk erkende | De betwiste, maar na de homologatie gerechtelijk erkende |
| schuldvorderingen in de opschorting, worden betaald op de wijze die is | schuldvorderingen in de opschorting, worden betaald op de wijze die is |
| bepaald voor de schuldvorderingen van dezelfde aard. In geen geval kan | bepaald voor de schuldvorderingen van dezelfde aard. In geen geval kan |
| de uitvoering van het reorganisatieplan geheel of gedeeltelijk | de uitvoering van het reorganisatieplan geheel of gedeeltelijk |
| opgeschort worden door de met betrekking tot deze betwistingen genomen | opgeschort worden door de met betrekking tot deze betwistingen genomen |
| beslissingen. | beslissingen. |
| De schuldvorderingen in de opschorting die niet opgenomen zijn in de | De schuldvorderingen in de opschorting die niet opgenomen zijn in de |
| in artikel 17, § 2, 7°, bedoelde lijst, in voorkomend geval gewijzigd | in artikel 17, § 2, 7°, bedoelde lijst, in voorkomend geval gewijzigd |
| met toepassing van artikel 46, en die geen aanleiding hebben gegeven | met toepassing van artikel 46, en die geen aanleiding hebben gegeven |
| tot betwisting, worden betaald na de volledige uitvoering van het | tot betwisting, worden betaald na de volledige uitvoering van het |
| plan, op de wijze die is bepaald voor de schuldvorderingen van | plan, op de wijze die is bepaald voor de schuldvorderingen van |
| dezelfde aard. Indien de schuldeiser niet behoorlijk werd ingelicht | dezelfde aard. Indien de schuldeiser niet behoorlijk werd ingelicht |
| tijdens de opschorting, wordt hij betaald op de wijze en in de mate | tijdens de opschorting, wordt hij betaald op de wijze en in de mate |
| die het gehomologeerd plan bepaalt voor gelijkaardige | die het gehomologeerd plan bepaalt voor gelijkaardige |
| schuldvorderingen. | schuldvorderingen. |
| Tenzij het plan uitdrukkelijk anders bepaalt, bevrijdt de volledige | Tenzij het plan uitdrukkelijk anders bepaalt, bevrijdt de volledige |
| uitvoering ervan de schuldenaar geheel en definitief, voor alle | uitvoering ervan de schuldenaar geheel en definitief, voor alle |
| schuldvorderingen die erin voorkomen. | schuldvorderingen die erin voorkomen. |
| Onverminderd de artikelen 2043bis tot 2043octies van het Burgerlijk | Onverminderd de artikelen 2043bis tot 2043octies van het Burgerlijk |
| Wetboek komt het plan de medeschuldenaars en de personen die een | Wetboek komt het plan de medeschuldenaars en de personen die een |
| persoonlijke zekerheid hebben gesteld niet ten goede ». | persoonlijke zekerheid hebben gesteld niet ten goede ». |
| B.2.1. De wet van 27 mei 2013 « tot wijziging van verschillende | B.2.1. De wet van 27 mei 2013 « tot wijziging van verschillende |
| wetgevingen inzake de continuïteit van de ondernemingen », | wetgevingen inzake de continuïteit van de ondernemingen », |
| bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 juli 2013, heeft het | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 22 juli 2013, heeft het |
| in het geding zijnde artikel 2, c), gewijzigd : | in het geding zijnde artikel 2, c), gewijzigd : |
| artikel 2 van die wet voegt in artikel 2, c), van de WCO het woord « | artikel 2 van die wet voegt in artikel 2, c), van de WCO het woord « |
| gerechtelijke » in tussen de woorden « verzoekschrift of » en de | gerechtelijke » in tussen de woorden « verzoekschrift of » en de |
| woorden « beslissingen genomen ». | woorden « beslissingen genomen ». |
| B.2.2. Dezelfde wet van 27 mei 2013 heeft in de WCO een artikel 49/1, | B.2.2. Dezelfde wet van 27 mei 2013 heeft in de WCO een artikel 49/1, |
| vierde lid, ingevoegd, dat luidt : | vierde lid, ingevoegd, dat luidt : |
| « Het plan kan geen vermindering of kwijtschelding bevatten van | « Het plan kan geen vermindering of kwijtschelding bevatten van |
| schuldvorderingen die zijn ontstaan uit vóór de opening van de | schuldvorderingen die zijn ontstaan uit vóór de opening van de |
| procedure verrichte arbeidsprestaties ». | procedure verrichte arbeidsprestaties ». |
| B.2.3. Krachtens artikel 62 van die wet treden die wijzigingen in | B.2.3. Krachtens artikel 62 van die wet treden die wijzigingen in |
| werking tien dagen na de bekendmaking van de wet van 27 mei 2013 in | werking tien dagen na de bekendmaking van de wet van 27 mei 2013 in |
| het Belgisch Staatsblad. | het Belgisch Staatsblad. |
| Die wijzigingen hebben dus geen gevolgen voor het geschil dat | Die wijzigingen hebben dus geen gevolgen voor het geschil dat |
| aanleiding heeft gegeven tot de prejudiciële vragen, zodat het Hof de | aanleiding heeft gegeven tot de prejudiciële vragen, zodat het Hof de |
| in het geding zijnde bepalingen, alsook de tekst van de WCO onderzoekt | in het geding zijnde bepalingen, alsook de tekst van de WCO onderzoekt |
| in de versie die van toepassing is op het voor de verwijzende rechter | in de versie die van toepassing is op het voor de verwijzende rechter |
| hangende geschil. | hangende geschil. |
| B.3. De voormelde wet van 31 januari 2009, in de versie ervan die van | B.3. De voormelde wet van 31 januari 2009, in de versie ervan die van |
| toepassing is op het geschil voor de verwijzende rechter, voorziet in | toepassing is op het geschil voor de verwijzende rechter, voorziet in |
| een zogeheten procedure « van gerechtelijke reorganisatie » die strekt | een zogeheten procedure « van gerechtelijke reorganisatie » die strekt |
| tot het behoud, onder het toezicht van de rechter, van de continuïteit | tot het behoud, onder het toezicht van de rechter, van de continuïteit |
| van het geheel of een gedeelte van de onderneming in moeilijkheden of | van het geheel of een gedeelte van de onderneming in moeilijkheden of |
| van haar activiteiten (artikel 16, eerste lid, van de WCO); die | van haar activiteiten (artikel 16, eerste lid, van de WCO); die |
| procedure maakt het mogelijk aan de schuldenaar een opschorting toe te | procedure maakt het mogelijk aan de schuldenaar een opschorting toe te |
| kennen (waarvan de duur door de rechter wordt vastgesteld krachtens | kennen (waarvan de duur door de rechter wordt vastgesteld krachtens |
| artikel 24, § 2, van de WCO) teneinde hetzij een gerechtelijke | artikel 24, § 2, van de WCO) teneinde hetzij een gerechtelijke |
| reorganisatie tot stand te brengen door een minnelijk akkoord tussen | reorganisatie tot stand te brengen door een minnelijk akkoord tussen |
| schuldeisers en schuldenaar, beoogd in artikel 43, of door een | schuldeisers en schuldenaar, beoogd in artikel 43, of door een |
| collectief akkoord van de schuldeisers, beoogd in de artikelen 44 en | collectief akkoord van de schuldeisers, beoogd in de artikelen 44 en |
| volgende, hetzij de overdracht toe te staan aan derden van het geheel | volgende, hetzij de overdracht toe te staan aan derden van het geheel |
| of een gedeelte van de onderneming of haar activiteiten, beoogd in de | of een gedeelte van de onderneming of haar activiteiten, beoogd in de |
| artikelen 59 en volgende (artikel 16, tweede lid, van de WCO). | artikelen 59 en volgende (artikel 16, tweede lid, van de WCO). |
| Naast het verbod om de middelen van tenuitvoerlegging voort te zetten, | Naast het verbod om de middelen van tenuitvoerlegging voort te zetten, |
| bepaalt de wet van 31 januari 2009 dat geen enkel ander beslag dan een | bepaalt de wet van 31 januari 2009 dat geen enkel ander beslag dan een |
| bewarend beslag kan worden gelegd door de schuldeisers in de | bewarend beslag kan worden gelegd door de schuldeisers in de |
| opschorting tijdens de opschorting (artikel 31 van de WCO). Zij brengt | opschorting tijdens de opschorting (artikel 31 van de WCO). Zij brengt |
| evenwel niet de rechten van de pandhoudende schuldeiser in het geding | evenwel niet de rechten van de pandhoudende schuldeiser in het geding |
| wanneer het gaat om specifiek verpande schuldvorderingen (artikel 32 | wanneer het gaat om specifiek verpande schuldvorderingen (artikel 32 |
| van de WCO), staat de vrijwillige betaling van schuldvorderingen in de | van de WCO), staat de vrijwillige betaling van schuldvorderingen in de |
| opschorting door de schuldenaar niet in de weg, noch de rechtstreekse | opschorting door de schuldenaar niet in de weg, noch de rechtstreekse |
| vordering (artikel 33 van de WCO), noch de schuldvergelijking van de | vordering (artikel 33 van de WCO), noch de schuldvergelijking van de |
| verknochte schuldvorderingen (artikel 34 van de WCO), noch de | verknochte schuldvorderingen (artikel 34 van de WCO), noch de |
| mogelijkheid om de schuldenaar failliet te verklaren of de | mogelijkheid om de schuldenaar failliet te verklaren of de |
| gerechtelijke ontbinding van de vennootschap die schuldenaar is te | gerechtelijke ontbinding van de vennootschap die schuldenaar is te |
| veroorzaken (artikel 30 van de WCO) en maakt in beginsel geen einde | veroorzaken (artikel 30 van de WCO) en maakt in beginsel geen einde |
| aan de lopende overeenkomsten (artikel 35, § 1, van de WCO). | aan de lopende overeenkomsten (artikel 35, § 1, van de WCO). |
| Ten aanzien van de eerste en de tweede prejudiciële vraag | Ten aanzien van de eerste en de tweede prejudiciële vraag |
| B.4. Uit de feiten van het bodemgeschil en de motieven van de | B.4. Uit de feiten van het bodemgeschil en de motieven van de |
| verwijzingsbeslissing blijkt dat het voor de verwijzende rechter | verwijzingsbeslissing blijkt dat het voor de verwijzende rechter |
| gebrachte geschil betrekking heeft op een werknemer die is ontslagen | gebrachte geschil betrekking heeft op een werknemer die is ontslagen |
| enkele dagen vóór de indiening van het verzoekschrift tot | enkele dagen vóór de indiening van het verzoekschrift tot |
| gerechtelijke reorganisatie, ten gevolge van een herstructurering van | gerechtelijke reorganisatie, ten gevolge van een herstructurering van |
| het personeel om economische redenen. Die ontslagen werknemer eist | het personeel om economische redenen. Die ontslagen werknemer eist |
| voor het verwijzende rechtscollege de betaling van een | voor het verwijzende rechtscollege de betaling van een |
| opzeggingsvergoeding die, met toepassing van artikel 39, § 1, van de | opzeggingsvergoeding die, met toepassing van artikel 39, § 1, van de |
| wet van 3 juli 1978 « betreffende de arbeidsovereenkomsten » (hierna : | wet van 3 juli 1978 « betreffende de arbeidsovereenkomsten » (hierna : |
| de wet van 3 juli 1978), verschuldigd is wegens de beslissing van de | de wet van 3 juli 1978), verschuldigd is wegens de beslissing van de |
| werkgever om, zonder inachtneming van een opzeggingstermijn, een | werkgever om, zonder inachtneming van een opzeggingstermijn, een |
| arbeidsovereenkomst te beëindigen. | arbeidsovereenkomst te beëindigen. |
| B.5. Vóór de wijziging ervan bij de artikelen 14 en 27, 1°, van de wet | B.5. Vóór de wijziging ervan bij de artikelen 14 en 27, 1°, van de wet |
| van 26 december 2013 « betreffende de invoering van een | van 26 december 2013 « betreffende de invoering van een |
| eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de | eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de |
| opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen », | opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen », |
| bepaalde artikel 39, § 1, van de wet van 3 juli 1978 : | bepaalde artikel 39, § 1, van de wet van 3 juli 1978 : |
| « Is de overeenkomst voor onbepaalde tijd gesloten, dan is de partij | « Is de overeenkomst voor onbepaalde tijd gesloten, dan is de partij |
| die de overeenkomst beëindigt zonder dringende reden of zonder | die de overeenkomst beëindigt zonder dringende reden of zonder |
| inachtneming van de opzeggingstermijn vastgesteld in de artikelen 59, | inachtneming van de opzeggingstermijn vastgesteld in de artikelen 59, |
| 82, 83, 84 en 115, gehouden de andere partij een vergoeding te betalen | 82, 83, 84 en 115, gehouden de andere partij een vergoeding te betalen |
| die gelijk is aan het lopend loon dat overeenstemt hetzij met de duur | die gelijk is aan het lopend loon dat overeenstemt hetzij met de duur |
| van de opzeggingstermijn, hetzij met het resterende gedeelte van die | van de opzeggingstermijn, hetzij met het resterende gedeelte van die |
| termijn. De vergoeding is nochtans steeds gelijk aan het lopend loon | termijn. De vergoeding is nochtans steeds gelijk aan het lopend loon |
| dat overeenstemt met de duur van de opzeggingstermijn, wanneer de | dat overeenstemt met de duur van de opzeggingstermijn, wanneer de |
| opzegging uitgaat van de werkgever en met miskenning van het bepaalde | opzegging uitgaat van de werkgever en met miskenning van het bepaalde |
| in artikel 38, § 3, van deze wet of in artikel 40 van de arbeidswet | in artikel 38, § 3, van deze wet of in artikel 40 van de arbeidswet |
| van 16 maart 1971. | van 16 maart 1971. |
| De opzeggingsvergoeding behelst niet alleen het lopende loon, maar ook | De opzeggingsvergoeding behelst niet alleen het lopende loon, maar ook |
| de voordelen verworven krachtens de overeenkomst ». | de voordelen verworven krachtens de overeenkomst ». |
| B.6. Met de eerste en de tweede prejudiciële vraag wenst de | B.6. Met de eerste en de tweede prejudiciële vraag wenst de |
| verwijzende rechter te vernemen of de in het geding zijnde bepalingen | verwijzende rechter te vernemen of de in het geding zijnde bepalingen |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, doordat de | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden, doordat de |
| schuldvordering in de opschorting van een werknemer die wordt | schuldvordering in de opschorting van een werknemer die wordt |
| ontslagen vóór het vonnis dat de procedure van gerechtelijke | ontslagen vóór het vonnis dat de procedure van gerechtelijke |
| reorganisatie opent, op dezelfde wijze als de andere schuldvorderingen | reorganisatie opent, op dezelfde wijze als de andere schuldvorderingen |
| in de opschorting en zonder enige beperking kan worden verminderd of | in de opschorting en zonder enige beperking kan worden verminderd of |
| onderworpen aan betalingstermijnen, terwijl de houders van | onderworpen aan betalingstermijnen, terwijl de houders van |
| schuldvorderingen ontstaan uit arbeidsprestaties vóór de opening van | schuldvorderingen ontstaan uit arbeidsprestaties vóór de opening van |
| de procedure zich bevinden in een situatie die verschilt van die van | de procedure zich bevinden in een situatie die verschilt van die van |
| de andere schuldeisers, hetgeen eveneens een verschillende behandeling | de andere schuldeisers, hetgeen eveneens een verschillende behandeling |
| vereist. | vereist. |
| B.7. In de eerste prejudiciële vraag voegt de verwijzende rechter | B.7. In de eerste prejudiciële vraag voegt de verwijzende rechter |
| daaraan toe dat de schuldvorderingen uit arbeidsprestaties ontstaan in | daaraan toe dat de schuldvorderingen uit arbeidsprestaties ontstaan in |
| de loop van de procedure en, sinds de invoeging van artikel 49/1 in de | de loop van de procedure en, sinds de invoeging van artikel 49/1 in de |
| wet van 31 januari 2009 door de wet van 27 mei 2013, de | wet van 31 januari 2009 door de wet van 27 mei 2013, de |
| schuldvorderingen die zijn ontstaan uit vóór de opening van de | schuldvorderingen die zijn ontstaan uit vóór de opening van de |
| procedure verrichte arbeidsprestaties, niet kunnen worden onderworpen | procedure verrichte arbeidsprestaties, niet kunnen worden onderworpen |
| aan verminderingen of betalingstermijnen. | aan verminderingen of betalingstermijnen. |
| De verwijzende rechter maakt eveneens een vergelijking tussen de | De verwijzende rechter maakt eveneens een vergelijking tussen de |
| eerste categorie van werknemers en de werknemers die de toepassing | eerste categorie van werknemers en de werknemers die de toepassing |
| genieten, sinds de inwerkingtreding ervan, van artikel 49/1, vierde | genieten, sinds de inwerkingtreding ervan, van artikel 49/1, vierde |
| lid, van de WCO, ingevoegd bij de wet van 27 mei 2013, wegens de | lid, van de WCO, ingevoegd bij de wet van 27 mei 2013, wegens de |
| ontstentenis van een retroactieve werking van die bepaling voor de | ontstentenis van een retroactieve werking van die bepaling voor de |
| procedures die nog niet zijn afgesloten. | procedures die nog niet zijn afgesloten. |
| Het feit dat artikel 49/1, vierde lid, van de WCO, vanaf de | Het feit dat artikel 49/1, vierde lid, van de WCO, vanaf de |
| inwerkingtreding van de wet van 27 mei 2013, voorziet in een | inwerkingtreding van de wet van 27 mei 2013, voorziet in een |
| bijzondere bescherming ten aanzien van sommige schuldvorderingen in de | bijzondere bescherming ten aanzien van sommige schuldvorderingen in de |
| opschorting, in de context van een algemene aanpassing van de WCO, | opschorting, in de context van een algemene aanpassing van de WCO, |
| maakt het niet mogelijk te besluiten dat de in het geding zijnde | maakt het niet mogelijk te besluiten dat de in het geding zijnde |
| bepalingen, in de versie ervan die van toepassing is voor de | bepalingen, in de versie ervan die van toepassing is voor de |
| verwijzende rechter, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden. | verwijzende rechter, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schenden. |
| Bovendien blijkt uit de stukken van de procedure dat de homologatie | Bovendien blijkt uit de stukken van de procedure dat de homologatie |
| door de rechtbank van koophandel het voorwerp heeft uitgemaakt van een | door de rechtbank van koophandel het voorwerp heeft uitgemaakt van een |
| definitief vonnis van de rechtbank van koophandel vóór de | definitief vonnis van de rechtbank van koophandel vóór de |
| inwerkingtreding van de wet van 27 mei 2013. | inwerkingtreding van de wet van 27 mei 2013. |
| B.8. Het Hof werd reeds over de bestaanbaarheid met de Grondwet van de | B.8. Het Hof werd reeds over de bestaanbaarheid met de Grondwet van de |
| in het geding zijnde artikelen 2, c) tot e), 49 en 57 van de WCO, vóór | in het geding zijnde artikelen 2, c) tot e), 49 en 57 van de WCO, vóór |
| de wijziging ervan bij de wet van 27 mei 2013, ondervraagd. | de wijziging ervan bij de wet van 27 mei 2013, ondervraagd. |
| Het Hof heeft bij zijn arrest nr. 162/2013 van 21 november 2013 | Het Hof heeft bij zijn arrest nr. 162/2013 van 21 november 2013 |
| geoordeeld dat het verschil in behandeling in het reorganisatieplan | geoordeeld dat het verschil in behandeling in het reorganisatieplan |
| tussen een werknemer die is ontslagen vóór de indiening, door zijn | tussen een werknemer die is ontslagen vóór de indiening, door zijn |
| werkgever, van een verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie en | werkgever, van een verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie en |
| een werknemer die tijdens de periode van de opschorting is ontslagen, | een werknemer die tijdens de periode van de opschorting is ontslagen, |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schendt. |
| Bij zijn arrest nr. 8/2012 van 18 januari 2012 heeft het Hof | Bij zijn arrest nr. 8/2012 van 18 januari 2012 heeft het Hof |
| geoordeeld dat wanneer het reorganisatieplan voorziet in een | geoordeeld dat wanneer het reorganisatieplan voorziet in een |
| gedifferentieerde regeling voor bepaalde categorieën van | gedifferentieerde regeling voor bepaalde categorieën van |
| schuldvorderingen, de rechtbank van koophandel dient na te gaan of | schuldvorderingen, de rechtbank van koophandel dient na te gaan of |
| voor die gedifferentieerde regeling een redelijke verantwoording | voor die gedifferentieerde regeling een redelijke verantwoording |
| bestaat. Indien dat niet het geval is, dient zij de homologatie van | bestaat. Indien dat niet het geval is, dient zij de homologatie van |
| het reorganisatieplan in beginsel te weigeren wegens de strijdigheid | het reorganisatieplan in beginsel te weigeren wegens de strijdigheid |
| ervan met de openbare orde. | ervan met de openbare orde. |
| B.9.1. Artikel 49 van de WCO, vóór de wijziging ervan bij de wet van | B.9.1. Artikel 49 van de WCO, vóór de wijziging ervan bij de wet van |
| 27 mei 2013, laat veel vrijheid aan de schuldenaar om binnen zijn | 27 mei 2013, laat veel vrijheid aan de schuldenaar om binnen zijn |
| reorganisatieplan het statuut en de concrete verhaalbaarheid van alle | reorganisatieplan het statuut en de concrete verhaalbaarheid van alle |
| schuldvorderingen in de opschorting te bepalen. | schuldvorderingen in de opschorting te bepalen. |
| B.9.2. Krachtens hetzelfde artikel, vóór de wijziging ervan bij de wet | B.9.2. Krachtens hetzelfde artikel, vóór de wijziging ervan bij de wet |
| van 27 mei 2013, vermeldt het reorganisatieplan de voorgestelde | van 27 mei 2013, vermeldt het reorganisatieplan de voorgestelde |
| betalingstermijnen en de verminderingen op de schuldvorderingen in de | betalingstermijnen en de verminderingen op de schuldvorderingen in de |
| opschorting, in kapitaal en intresten. Het kan onder meer in de | opschorting, in kapitaal en intresten. Het kan onder meer in de |
| omzetting van schuldvorderingen in aandelen voorzien, alsook in een | omzetting van schuldvorderingen in aandelen voorzien, alsook in een |
| gedifferentieerde regeling voor bepaalde categorieën van | gedifferentieerde regeling voor bepaalde categorieën van |
| schuldvorderingen, onder meer op grond van de omvang of van de aard | schuldvorderingen, onder meer op grond van de omvang of van de aard |
| ervan. | ervan. |
| B.9.3. Het reorganisatieplan wordt bindend voor alle schuldeisers in | B.9.3. Het reorganisatieplan wordt bindend voor alle schuldeisers in |
| de opschorting, wanneer het wordt gehomologeerd door de rechtbank van | de opschorting, wanneer het wordt gehomologeerd door de rechtbank van |
| koophandel, die die homologatie, krachtens artikel 55, tweede lid, van | koophandel, die die homologatie, krachtens artikel 55, tweede lid, van |
| de WCO, vóór de wijziging ervan bij de wet van 27 mei 2013, slechts | de WCO, vóór de wijziging ervan bij de wet van 27 mei 2013, slechts |
| kan weigeren « in geval van niet naleving van de pleegvormen door deze | kan weigeren « in geval van niet naleving van de pleegvormen door deze |
| wet opgelegd of wegens schending van de openbare orde ». | wet opgelegd of wegens schending van de openbare orde ». |
| Het homologatievonnis is in wezen een vaststelling door de rechtbank | Het homologatievonnis is in wezen een vaststelling door de rechtbank |
| dat het reeds door de schuldeisers goedgekeurde plan geen enkele | dat het reeds door de schuldeisers goedgekeurde plan geen enkele |
| schending met zich meebrengt van de openbare orde en de door de WCO | schending met zich meebrengt van de openbare orde en de door de WCO |
| opgelegde pleegvormen naleeft. | opgelegde pleegvormen naleeft. |
| B.10. De schuldvordering met betrekking tot een opzeggingsvergoeding | B.10. De schuldvordering met betrekking tot een opzeggingsvergoeding |
| van een werknemer, die is ontstaan vóór de indiening van een | van een werknemer, die is ontstaan vóór de indiening van een |
| verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, is een gewone | verzoekschrift tot gerechtelijke reorganisatie, is een gewone |
| schuldvordering in de opschorting. | schuldvordering in de opschorting. |
| B.11. De mogelijkheid, in het plan van gerechtelijke reorganisatie, om | B.11. De mogelijkheid, in het plan van gerechtelijke reorganisatie, om |
| een gewone schuldvordering in de opschorting te verminderen of die te | een gewone schuldvordering in de opschorting te verminderen of die te |
| onderwerpen aan in de tijd gespreide betalingsmodaliteiten, houdt | onderwerpen aan in de tijd gespreide betalingsmodaliteiten, houdt |
| verband met de inhoud van het reorganisatieplan. | verband met de inhoud van het reorganisatieplan. |
| De gewone schuldvorderingen in de opschorting met betrekking tot een | De gewone schuldvorderingen in de opschorting met betrekking tot een |
| opzeggingsvergoeding kunnen dus, met toepassing van artikel 49 van de | opzeggingsvergoeding kunnen dus, met toepassing van artikel 49 van de |
| WCO, het voorwerp uitmaken van een bijzondere regeling in het plan van | WCO, het voorwerp uitmaken van een bijzondere regeling in het plan van |
| gerechtelijke reorganisatie. | gerechtelijke reorganisatie. |
| B.12. De wetgever beoogde met de aanneming van het voormelde artikel | B.12. De wetgever beoogde met de aanneming van het voormelde artikel |
| 49, dat kan raken aan de legitieme verwachtingen van schuldeisers, « | 49, dat kan raken aan de legitieme verwachtingen van schuldeisers, « |
| de duurzame ontwikkeling en het gezond maken van de ondernemingen | de duurzame ontwikkeling en het gezond maken van de ondernemingen |
| [voort te zetten] » (Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC 52-160/002, p. | [voort te zetten] » (Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC 52-160/002, p. |
| 39). | 39). |
| De wetgever heeft met die procedure de draagwijdte willen verruimen | De wetgever heeft met die procedure de draagwijdte willen verruimen |
| van de regelgeving op het gerechtelijk akkoord, die zij vervangt | van de regelgeving op het gerechtelijk akkoord, die zij vervangt |
| (ibid., DOC 52-0160/002, pp. 39 en 82). Hij heeft getracht het doel | (ibid., DOC 52-0160/002, pp. 39 en 82). Hij heeft getracht het doel |
| van behoud van de continuïteit van de onderneming te verzoenen met dat | van behoud van de continuïteit van de onderneming te verzoenen met dat |
| van vrijwaring van de rechten van de schuldeisers : « [De materie met | van vrijwaring van de rechten van de schuldeisers : « [De materie met |
| betrekking tot de gevolgen van de gerechtelijke reorganisatie] is een | betrekking tot de gevolgen van de gerechtelijke reorganisatie] is een |
| van de moeilijkste die er bestaat omdat een insolventiewetgeving | van de moeilijkste die er bestaat omdat een insolventiewetgeving |
| rekening moet houden met zeer uiteenlopende belangen : de belangen van | rekening moet houden met zeer uiteenlopende belangen : de belangen van |
| de schuldeisers die wensen betaald te worden op zo kort mogelijke tijd | de schuldeisers die wensen betaald te worden op zo kort mogelijke tijd |
| en de nood om de reorganisatie een kans te geven (met inbegrip van een | en de nood om de reorganisatie een kans te geven (met inbegrip van een |
| reorganisatie door overdracht van de onderneming). De regel is dat de | reorganisatie door overdracht van de onderneming). De regel is dat de |
| continuïteit en van de onderneming en van de contracten behouden | continuïteit en van de onderneming en van de contracten behouden |
| blijft, maar het is vanzelfsprekend dat in een periode van acute | blijft, maar het is vanzelfsprekend dat in een periode van acute |
| betaalmoeilijkheden de handhaving van de rechten bedreigd wordt » | betaalmoeilijkheden de handhaving van de rechten bedreigd wordt » |
| (ibid., DOC 52-0160/005, p. 10). | (ibid., DOC 52-0160/005, p. 10). |
| B.13. De rechtbank van koophandel dient overeenkomstig artikel 55 van | B.13. De rechtbank van koophandel dient overeenkomstig artikel 55 van |
| de WCO, vóór de wijziging ervan bij de wet van 27 mei 2013, de | de WCO, vóór de wijziging ervan bij de wet van 27 mei 2013, de |
| homologatie van een reorganisatieplan evenwel te weigeren wegens | homologatie van een reorganisatieplan evenwel te weigeren wegens |
| schending van de openbare orde. | schending van de openbare orde. |
| B.14.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de behandeling in | B.14.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de behandeling in |
| het reorganisatieplan, van een schuldvordering die haar grondslag | het reorganisatieplan, van een schuldvordering die haar grondslag |
| vindt in een opzeggingsvergoeding van een werknemer die werd ontslagen | vindt in een opzeggingsvergoeding van een werknemer die werd ontslagen |
| vóór de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie. | vóór de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie. |
| B.14.2. Bij de beëindiging van een arbeidsrelatie van onbepaalde duur | B.14.2. Bij de beëindiging van een arbeidsrelatie van onbepaalde duur |
| op initiatief van de werkgever heeft de werknemer, op grond van de in | op initiatief van de werkgever heeft de werknemer, op grond van de in |
| B.5 vermelde regeling in de arbeidsovereenkomstenwet, recht op een | B.5 vermelde regeling in de arbeidsovereenkomstenwet, recht op een |
| redelijke opzeggingstermijn, dan wel op een plaatsvervangende | redelijke opzeggingstermijn, dan wel op een plaatsvervangende |
| vergoeding in functie van onder meer de duur van de reeds verrichte | vergoeding in functie van onder meer de duur van de reeds verrichte |
| arbeidsprestaties. Aldus is de werkgever in geval van de beëindiging | arbeidsprestaties. Aldus is de werkgever in geval van de beëindiging |
| ofwel het loon op de vervaldagen tijdens de opzeggingstermijn, ofwel | ofwel het loon op de vervaldagen tijdens de opzeggingstermijn, ofwel |
| een onmiddellijke opzeggingsvergoeding, die overeenstemt met het loon | een onmiddellijke opzeggingsvergoeding, die overeenstemt met het loon |
| dat een werknemer zou bekomen tijdens de in acht te nemen | dat een werknemer zou bekomen tijdens de in acht te nemen |
| opzeggingstermijn, verschuldigd. | opzeggingstermijn, verschuldigd. |
| B.14.3. De wetgever heeft het niet wenselijk geacht de werkgever die | B.14.3. De wetgever heeft het niet wenselijk geacht de werkgever die |
| een werknemer ontslaat altijd ertoe te verplichten hem tijdens de hele | een werknemer ontslaat altijd ertoe te verplichten hem tijdens de hele |
| duur van de opzegging verder tewerk te stellen. De eventuele | duur van de opzegging verder tewerk te stellen. De eventuele |
| moeilijkheden verbonden aan een dergelijke situatie konden worden | moeilijkheden verbonden aan een dergelijke situatie konden worden |
| vermeden met naleving van de belangen van de werknemer, door de | vermeden met naleving van de belangen van de werknemer, door de |
| betaling van een forfaitaire opzeggingsvergoeding die overeenstemt met | betaling van een forfaitaire opzeggingsvergoeding die overeenstemt met |
| het loon dat de werknemer gedurende de opzeggingsperiode zou hebben | het loon dat de werknemer gedurende de opzeggingsperiode zou hebben |
| verkregen. | verkregen. |
| B.14.4. Het recht op een opzeggingsvergoeding strekt ertoe, behoudens | B.14.4. Het recht op een opzeggingsvergoeding strekt ertoe, behoudens |
| in bijzondere ontslagomstandigheden, de sociale en financiële gevolgen | in bijzondere ontslagomstandigheden, de sociale en financiële gevolgen |
| van het einde van de arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur voor een | van het einde van de arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur voor een |
| werknemer die zijn vaste dienstbetrekking verliest, te beperken door | werknemer die zijn vaste dienstbetrekking verliest, te beperken door |
| een inkomen te waarborgen gedurende een zekere tijd, waarbij die | een inkomen te waarborgen gedurende een zekere tijd, waarbij die |
| termijn hem in staat moet stellen opnieuw een betrekking te vinden. | termijn hem in staat moet stellen opnieuw een betrekking te vinden. |
| Aldus beoogde de wetgever, overigens in overeenstemming met artikel | Aldus beoogde de wetgever, overigens in overeenstemming met artikel |
| 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, de werknemer de nodige financiële | 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, de werknemer de nodige financiële |
| middelen te verzekeren om zijn bestaanszekerheid te waarborgen (Parl. | middelen te verzekeren om zijn bestaanszekerheid te waarborgen (Parl. |
| St., Senaat, B.Z., 1991-1992, nr. 100-2/3°, p. 17). | St., Senaat, B.Z., 1991-1992, nr. 100-2/3°, p. 17). |
| B.15.1. Zoals is vermeld in B.11, kunnen de schuldvorderingen in de | B.15.1. Zoals is vermeld in B.11, kunnen de schuldvorderingen in de |
| opschorting die hun grondslag vinden in een arbeidsovereenkomst, | opschorting die hun grondslag vinden in een arbeidsovereenkomst, |
| waaronder die gekoppeld aan een opzeggingsvergoeding, wegens de aard | waaronder die gekoppeld aan een opzeggingsvergoeding, wegens de aard |
| ervan, het voorwerp uitmaken van een bijzondere regeling in het plan | ervan, het voorwerp uitmaken van een bijzondere regeling in het plan |
| van gerechtelijke reorganisatie. | van gerechtelijke reorganisatie. |
| B.15.2. Wanneer de opzeggingsvergoeding van de werknemer die is | B.15.2. Wanneer de opzeggingsvergoeding van de werknemer die is |
| ontslagen vóór het vonnis tot opening van de procedure van | ontslagen vóór het vonnis tot opening van de procedure van |
| gerechtelijke reorganisatie een gewone schuldvordering in de | gerechtelijke reorganisatie een gewone schuldvordering in de |
| opschorting is, betekent die kwalificatie dus niet dat de belangen van | opschorting is, betekent die kwalificatie dus niet dat de belangen van |
| de werknemers niet in aanmerking worden genomen in de modaliteiten van | de werknemers niet in aanmerking worden genomen in de modaliteiten van |
| het plan van gerechtelijke reorganisatie, in het licht van het door de | het plan van gerechtelijke reorganisatie, in het licht van het door de |
| in het geding zijnde wet nagestreefde doel van continuïteit. | in het geding zijnde wet nagestreefde doel van continuïteit. |
| B.16.1. De mogelijkheid die artikel 49, eerste lid, van de wet van 31 | B.16.1. De mogelijkheid die artikel 49, eerste lid, van de wet van 31 |
| januari 2009 biedt om in het reorganisatieplan in een | januari 2009 biedt om in het reorganisatieplan in een |
| gedifferentieerde regeling voor bepaalde categorieën van | gedifferentieerde regeling voor bepaalde categorieën van |
| schuldvorderingen te voorzien, kan niet zo worden begrepen dat zij | schuldvorderingen te voorzien, kan niet zo worden begrepen dat zij |
| verschillen in behandeling zou toelaten die niet redelijk verantwoord | verschillen in behandeling zou toelaten die niet redelijk verantwoord |
| zijn. Omgekeerd verbiedt het beginsel van gelijkheid en | zijn. Omgekeerd verbiedt het beginsel van gelijkheid en |
| niet-discriminatie om categorieën van personen die zich in wezenlijke | niet-discriminatie om categorieën van personen die zich in wezenlijke |
| verschillende situaties bevinden, zonder redelijke verantwoording | verschillende situaties bevinden, zonder redelijke verantwoording |
| identiek te behandelen. | identiek te behandelen. |
| B.16.2. In het licht van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en | B.16.2. In het licht van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en |
| rekening houdend met hetgeen vermeld is in B.14.4, dient artikel 49, | rekening houdend met hetgeen vermeld is in B.14.4, dient artikel 49, |
| eerste lid, van de wet van 31 januari 2009, zoals het van toepassing | eerste lid, van de wet van 31 januari 2009, zoals het van toepassing |
| was vóór de invoeging van artikel 49/1 in diezelfde wet, zo te worden | was vóór de invoeging van artikel 49/1 in diezelfde wet, zo te worden |
| geïnterpreteerd dat de schuldenaar, bij het opstellen van het | geïnterpreteerd dat de schuldenaar, bij het opstellen van het |
| reorganisatieplan, dient rekening te houden met de bijzondere aard van | reorganisatieplan, dient rekening te houden met de bijzondere aard van |
| de schuldvordering die betrekking heeft op een opzeggingsvergoeding | de schuldvordering die betrekking heeft op een opzeggingsvergoeding |
| die is ontstaan vóór de opening van de procedure van gerechtelijke | die is ontstaan vóór de opening van de procedure van gerechtelijke |
| reorganisatie en dat het niet toelaat die schuldvordering zodanig te | reorganisatie en dat het niet toelaat die schuldvordering zodanig te |
| verminderen, dat de bestaanszekerheid van de werknemer in het gedrang | verminderen, dat de bestaanszekerheid van de werknemer in het gedrang |
| komt. | komt. |
| B.16.3. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is van | B.16.3. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is van |
| openbare orde. Aldus dient de rechtbank van koophandel de homologatie | openbare orde. Aldus dient de rechtbank van koophandel de homologatie |
| van het reorganisatieplan te weigeren indien de bescherming van de | van het reorganisatieplan te weigeren indien de bescherming van de |
| werknemer niet is gewaarborgd overeenkomstig de interpretatie vermeld | werknemer niet is gewaarborgd overeenkomstig de interpretatie vermeld |
| in B.16.2. | in B.16.2. |
| B.17. Onder voorbehoud van de in B.16 vermelde interpretatie dienen de | B.17. Onder voorbehoud van de in B.16 vermelde interpretatie dienen de |
| eerste en de tweede prejudiciële vraag ontkennend te worden | eerste en de tweede prejudiciële vraag ontkennend te worden |
| beantwoord. | beantwoord. |
| Ten aanzien van de derde prejudiciële vraag | Ten aanzien van de derde prejudiciële vraag |
| B.18. Met de derde prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht de | B.18. Met de derde prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht de |
| bestaanbaarheid, in het licht van artikel 23 van de Grondwet, met | bestaanbaarheid, in het licht van artikel 23 van de Grondwet, met |
| inbegrip van het daarin vervatte standstill-effect, dat het recht op | inbegrip van het daarin vervatte standstill-effect, dat het recht op |
| een billijke beloning waarborgt, te onderzoeken van de artikelen 49 en | een billijke beloning waarborgt, te onderzoeken van de artikelen 49 en |
| 57 van de wet van 31 januari 2009, in samenhang gelezen met artikel 2, | 57 van de wet van 31 januari 2009, in samenhang gelezen met artikel 2, |
| c) tot e), van dezelfde wet, in zoverre zij het mogelijk maken dat aan | c) tot e), van dezelfde wet, in zoverre zij het mogelijk maken dat aan |
| een werknemer die houder is van een schuldvordering die is ontstaan | een werknemer die houder is van een schuldvordering die is ontstaan |
| uit arbeidsprestaties vóór de opening van de procedure van | uit arbeidsprestaties vóór de opening van de procedure van |
| gerechtelijke reorganisatie, een vermindering van zijn schuldvordering | gerechtelijke reorganisatie, een vermindering van zijn schuldvordering |
| of een spreiding van zijn uitbetaling wordt opgelegd. | of een spreiding van zijn uitbetaling wordt opgelegd. |
| B.19. Gelet op het antwoord dat is gegeven op de eerste twee | B.19. Gelet op het antwoord dat is gegeven op de eerste twee |
| prejudiciële vragen en de in B.16 vermelde interpretatie, behoeft de | prejudiciële vragen en de in B.16 vermelde interpretatie, behoeft de |
| derde prejudiciële vraag geen antwoord. | derde prejudiciële vraag geen antwoord. |
| Ten aanzien van de vierde prejudiciële vraag | Ten aanzien van de vierde prejudiciële vraag |
| B.20. In de vierde prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht te zeggen | B.20. In de vierde prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht te zeggen |
| of het antwoord op de eerste drie prejudiciële vragen verschillend zou | of het antwoord op de eerste drie prejudiciële vragen verschillend zou |
| zijn indien de niet-betaling van een opzeggingsvergoeding een | zijn indien de niet-betaling van een opzeggingsvergoeding een |
| strafrechtelijk misdrijf is. | strafrechtelijk misdrijf is. |
| B.21. Het al dan niet strafbaar zijn van de niet-betaling van een | B.21. Het al dan niet strafbaar zijn van de niet-betaling van een |
| opzeggingsvergoeding wijzigt niets aan de antwoorden op de eerste, de | opzeggingsvergoeding wijzigt niets aan de antwoorden op de eerste, de |
| tweede en de derde prejudiciële vraag. | tweede en de derde prejudiciële vraag. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| zegt voor recht : | zegt voor recht : |
| - Onder voorbehoud van de interpretatie vermeld in B.16, schenden de | - Onder voorbehoud van de interpretatie vermeld in B.16, schenden de |
| artikelen 2, c) tot e), 49 en 57 van de wet van 31 januari 2009 | artikelen 2, c) tot e), 49 en 57 van de wet van 31 januari 2009 |
| betreffende de continuïteit van de ondernemingen, vóór de wijziging | betreffende de continuïteit van de ondernemingen, vóór de wijziging |
| ervan bij de wet van 27 mei 2013 tot wijziging van verschillende | ervan bij de wet van 27 mei 2013 tot wijziging van verschillende |
| wetgevingen inzake de continuïteit van ondernemingen en vóór de | wetgevingen inzake de continuïteit van ondernemingen en vóór de |
| invoeging door die wet van artikel 49/1 in de wet van 31 januari 2009, | invoeging door die wet van artikel 49/1 in de wet van 31 januari 2009, |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
| - De derde prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. | - De derde prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. |
| Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
| 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| op 2 juni 2016. | op 2 juni 2016. |
| De griffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| J. Spreutels | J. Spreutels |