← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 104/2016 van 30 juni 2016 Rolnummer : 6383 In zake : het
beroep tot vernietiging van een arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen en tot interpretatie van artikel
39, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenb Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter
E. De Groot en de rechters-v(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 104/2016 van 30 juni 2016 Rolnummer : 6383 In zake : het beroep tot vernietiging van een arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen en tot interpretatie van artikel 39, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenb Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter E. De Groot en de rechters-v(...) | Uittreksel uit arrest nr. 104/2016 van 30 juni 2016 Rolnummer : 6383 In zake : het beroep tot vernietiging van een arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen en tot interpretatie van artikel 39, § 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenb Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter E. De Groot en de rechters-v(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 104/2016 van 30 juni 2016 | Uittreksel uit arrest nr. 104/2016 van 30 juni 2016 |
| Rolnummer : 6383 | Rolnummer : 6383 |
| In zake : het beroep tot vernietiging van een arrest van het Hof van | In zake : het beroep tot vernietiging van een arrest van het Hof van |
| Beroep te Antwerpen en tot interpretatie van artikel 39, § 2, 2°, van | Beroep te Antwerpen en tot interpretatie van artikel 39, § 2, 2°, van |
| het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingesteld door Charles | het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingesteld door Charles |
| Rieter en Maria Ploegmakers. | Rieter en Maria Ploegmakers. |
| Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, | Het Grondwettelijk Hof, beperkte kamer, |
| samengesteld uit voorzitter E. De Groot en de rechters-verslaggevers | samengesteld uit voorzitter E. De Groot en de rechters-verslaggevers |
| T. Merckx-Van Goey en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. | T. Merckx-Van Goey en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. |
| Meersschaut, | Meersschaut, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 22 maart 2016 | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 22 maart 2016 |
| ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 maart | ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 24 maart |
| 2016, hebben Charles Rieter en Maria Ploegmakers, bijgestaan en | 2016, hebben Charles Rieter en Maria Ploegmakers, bijgestaan en |
| vertegenwoordigd door G. Keulers, belasting- en juridisch adviseur te | vertegenwoordigd door G. Keulers, belasting- en juridisch adviseur te |
| Wijnandsrade, Nederland, beroep tot vernietiging van een arrest van | Wijnandsrade, Nederland, beroep tot vernietiging van een arrest van |
| het Hof van Beroep te Antwerpen en tot interpretatie van artikel 39, § | het Hof van Beroep te Antwerpen en tot interpretatie van artikel 39, § |
| 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingesteld. | 2, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ingesteld. |
| Op 19 april 2016 hebben de rechters-verslaggevers T. Merckx-Van Goey | Op 19 april 2016 hebben de rechters-verslaggevers T. Merckx-Van Goey |
| en F. Daoût, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de | en F. Daoût, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de |
| bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de | bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, de |
| voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden | voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden |
| gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te | gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te |
| stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep | stellen een arrest te wijzen waarin wordt vastgesteld dat het beroep |
| tot vernietiging klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof | tot vernietiging klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof |
| behoort en bijgevolg niet ontvankelijk is. | behoort en bijgevolg niet ontvankelijk is. |
| De verzoekende partijen hebben een memorie met verantwoording | De verzoekende partijen hebben een memorie met verantwoording |
| ingediend. | ingediend. |
| (...) | (...) |
| II. In rechte | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. In het verzoekschrift wordt aangeklaagd dat de zesde kamer van | B.1. In het verzoekschrift wordt aangeklaagd dat de zesde kamer van |
| het Hof van Beroep te Antwerpen bij haar arrest van 2 juni 2009 in de | het Hof van Beroep te Antwerpen bij haar arrest van 2 juni 2009 in de |
| zaak nr. 2008/AR/1446 oordeelde dat de uitkering, in het jaar 2002, | zaak nr. 2008/AR/1446 oordeelde dat de uitkering, in het jaar 2002, |
| van een pensioen gevormd door middel van een levensverzekering ten | van een pensioen gevormd door middel van een levensverzekering ten |
| voordele van M. Rieter-Ploegmakers in België belastbaar is en niet in | voordele van M. Rieter-Ploegmakers in België belastbaar is en niet in |
| aanmerking komt voor een vrijstelling krachtens artikel 39, § 2, 2°, | aanmerking komt voor een vrijstelling krachtens artikel 39, § 2, 2°, |
| van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), | van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), |
| terwijl datzelfde rechtscollege in de zaak nr. 2008/AR/2432 oordeelde | terwijl datzelfde rechtscollege in de zaak nr. 2008/AR/2432 oordeelde |
| dat een volgens de verzoekende partijen vergelijkbare | dat een volgens de verzoekende partijen vergelijkbare |
| pensioenuitkering wel in aanmerking kwam voor de vrijstelling | pensioenuitkering wel in aanmerking kwam voor de vrijstelling |
| krachtens artikel 39, § 2, 2°, van het WIB 1992. | krachtens artikel 39, § 2, 2°, van het WIB 1992. |
| B.2. Krachtens artikel 142 van de Grondwet en de artikelen 1 en 26 van | B.2. Krachtens artikel 142 van de Grondwet en de artikelen 1 en 26 van |
| de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof doet | de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof doet |
| het Hof uitspraak over beroepen tot vernietiging van wetten, decreten | het Hof uitspraak over beroepen tot vernietiging van wetten, decreten |
| en ordonnanties of over prejudiciële vragen dienaangaande, gesteld | en ordonnanties of over prejudiciële vragen dienaangaande, gesteld |
| door rechtscolleges. | door rechtscolleges. |
| De hiervoor vermelde bepalingen verlenen het Hof niet de bevoegdheid | De hiervoor vermelde bepalingen verlenen het Hof niet de bevoegdheid |
| om te oordelen over het beroep tegen een rechterlijke beslissing | om te oordelen over het beroep tegen een rechterlijke beslissing |
| vanwege de interpretatie die daarin wordt gegeven aan een wetsbepaling | vanwege de interpretatie die daarin wordt gegeven aan een wetsbepaling |
| of om die wetsbepaling van toepassing te verklaren in een geding | of om die wetsbepaling van toepassing te verklaren in een geding |
| tussen de verzoekende partijen en de belastingadministratie. | tussen de verzoekende partijen en de belastingadministratie. |
| B.3. Bovendien, in zoverre het Hof, volgens de memorie met | B.3. Bovendien, in zoverre het Hof, volgens de memorie met |
| verantwoording van de verzoekende partijen, wordt verzocht « | verantwoording van de verzoekende partijen, wordt verzocht « |
| prejudicieel » te oordelen over artikel 39, § 2, 2°, van het WIB 1992, | prejudicieel » te oordelen over artikel 39, § 2, 2°, van het WIB 1992, |
| dient te worden opgemerkt dat prejudiciële vragen krachtens artikel | dient te worden opgemerkt dat prejudiciële vragen krachtens artikel |
| 142, derde lid, van de Grondwet enkel door rechtscolleges bij het Hof | 142, derde lid, van de Grondwet enkel door rechtscolleges bij het Hof |
| aanhangig kunnen worden gemaakt. | aanhangig kunnen worden gemaakt. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof, beperkte kamer, | het Hof, beperkte kamer, |
| met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, | met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, |
| verwerpt het verzoek. | verwerpt het verzoek. |
| Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, | Aldus gewezen in het Nederlands, het Frans en het Duits, |
| overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op | overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op |
| het Grondwettelijk Hof, op 30 juni 2016. | het Grondwettelijk Hof, op 30 juni 2016. |
| De griffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| E. De Groot | E. De Groot |