Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 48/2016 van 24 maart 2016 Rolnummer : 6172 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 27, 28, 29 en 31 van het Vlaamse decreet van 13 juli 2012 houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpass Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 48/2016 van 24 maart 2016 Rolnummer : 6172 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 27, 28, 29 en 31 van het Vlaamse decreet van 13 juli 2012 houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpass Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...) Uittreksel uit arrest nr. 48/2016 van 24 maart 2016 Rolnummer : 6172 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 27, 28, 29 en 31 van het Vlaamse decreet van 13 juli 2012 houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpass Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de recht(...)
GRONDWETTELIJK HOF GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 48/2016 van 24 maart 2016 Uittreksel uit arrest nr. 48/2016 van 24 maart 2016
Rolnummer : 6172 Rolnummer : 6172
In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 27, 28, 29 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 27, 28, 29
en 31 van het Vlaamse decreet van 13 juli 2012 houdende bepalingen tot en 31 van het Vlaamse decreet van 13 juli 2012 houdende bepalingen tot
begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012 begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012
(meeneembaarheid van registratierechten), gesteld door de Rechtbank (meeneembaarheid van registratierechten), gesteld door de Rechtbank
van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen.
Het Grondwettelijk Hof, Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de
rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. rechters L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E.
Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R.
Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder
voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, voorzitterschap van voorzitter E. De Groot,
wijst na beraad het volgende arrest : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging
Bij vonnis van 4 maart 2015 in zake Jean Marinus en Nadine Blij tegen Bij vonnis van 4 maart 2015 in zake Jean Marinus en Nadine Blij tegen
het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
ingekomen op 23 maart 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg ingekomen op 23 maart 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg
Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vragen gesteld Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vragen gesteld
: :
« 1. Schendt artikel 31 van het Decreet van 13 juli 2012 ' houdende « 1. Schendt artikel 31 van het Decreet van 13 juli 2012 ' houdende
bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting
2012 ' de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, afzonderlijk genomen 2012 ' de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, afzonderlijk genomen
en of in samenhang beschouwd met enerzijds artikel 1 van het eerste en of in samenhang beschouwd met enerzijds artikel 1 van het eerste
Aanvullend Protocol bij het EVRM en het rechtszekerheidsbeginsel, het Aanvullend Protocol bij het EVRM en het rechtszekerheidsbeginsel, het
vertrouwensbeginsel en het beginsel van verbod van retroactiviteit van vertrouwensbeginsel en het beginsel van verbod van retroactiviteit van
wetten en anderzijds met het gezag van arrest 48/2012 van 22 maart wetten en anderzijds met het gezag van arrest 48/2012 van 22 maart
2012 van het Grondwettelijk Hof ? »; 2012 van het Grondwettelijk Hof ? »;
« 2. Schenden artikelen 27, 28 en 29 van het Decreet van 13 juli 2012 « 2. Schenden artikelen 27, 28 en 29 van het Decreet van 13 juli 2012
' houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de ' houdende bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de
begroting 2012 ' de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat begroting 2012 ' de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat
deze ongerechtvaardigde discriminatie invoeren wanneer kopers op een deze ongerechtvaardigde discriminatie invoeren wanneer kopers op een
eerdere aankoop registratierecht hebben betaald, naargelang zij de eerdere aankoop registratierecht hebben betaald, naargelang zij de
volgende aankoop van een nieuwe hoofdverblijfplaats onder het stelsel volgende aankoop van een nieuwe hoofdverblijfplaats onder het stelsel
van de registratierechten doen, dan wel uitsluitend onder het stelsel van de registratierechten doen, dan wel uitsluitend onder het stelsel
van de BTW, omdat zij in het eerste geval het eerder betaalde van de BTW, omdat zij in het eerste geval het eerder betaalde
registratierecht meteen in rekening kunnen brengen en in het andere registratierecht meteen in rekening kunnen brengen en in het andere
geval slechts bij een (hypothetische) aankoop onder het stelsel van de geval slechts bij een (hypothetische) aankoop onder het stelsel van de
registratierechten ? ». registratierechten ? ».
(...) (...)
III. In rechte III. In rechte
(...) (...)
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen en hun Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen en hun
voorgeschiedenis voorgeschiedenis
B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de artikelen 27, 28, B.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op de artikelen 27, 28,
29 en 31 van het decreet van 13 juli 2012 houdende bepalingen tot 29 en 31 van het decreet van 13 juli 2012 houdende bepalingen tot
begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012. begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting 2012.
Die artikelen maken deel uit van hoofdstuk 12 (« Registratierechten ») Die artikelen maken deel uit van hoofdstuk 12 (« Registratierechten »)
van het voormelde decreet. Zij wijzigen de regeling inzake de van het voormelde decreet. Zij wijzigen de regeling inzake de
meeneembaarheid van de registratierechten, die bij decreet van 1 meeneembaarheid van de registratierechten, die bij decreet van 1
februari 2002 in het Vlaamse Gewest werd ingevoerd. februari 2002 in het Vlaamse Gewest werd ingevoerd.
De meeneembaarheid betreft, onder bepaalde voorwaarden, de teruggave De meeneembaarheid betreft, onder bepaalde voorwaarden, de teruggave
aan de belastingplichtige, bij de verkoop van zijn woning en de aan de belastingplichtige, bij de verkoop van zijn woning en de
aankoop van een andere woning, van de reeds op de vorige aankoop aankoop van een andere woning, van de reeds op de vorige aankoop
betaalde registratierechten, hetzij door een verrekening met de nog te betaalde registratierechten, hetzij door een verrekening met de nog te
betalen registratierechten (artikel 613 van het Wetboek der betalen registratierechten (artikel 613 van het Wetboek der
registratie-, hypotheek- en griffierechten), hetzij door een registratie-, hypotheek- en griffierechten), hetzij door een
daadwerkelijke teruggave van de reeds betaalde registratierechten daadwerkelijke teruggave van de reeds betaalde registratierechten
(artikel 212bis van hetzelfde Wetboek). (artikel 212bis van hetzelfde Wetboek).
B.2. Bij decreet van 23 december 2010 houdende wijziging van het B.2. Bij decreet van 23 december 2010 houdende wijziging van het
Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, wat het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, wat het
vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten vermijden van een gelijktijdige heffing van btw en registratierechten
op eenzelfde terrein betreft, heeft de decreetgever de regeling van de op eenzelfde terrein betreft, heeft de decreetgever de regeling van de
meeneembaarheid aangepast aan de btw-wetgeving, die met ingang van 1 meeneembaarheid aangepast aan de btw-wetgeving, die met ingang van 1
januari 2011 werd gewijzigd. januari 2011 werd gewijzigd.
Wanneer voorheen een gebouw onder het btw-stelsel werd overgedragen, Wanneer voorheen een gebouw onder het btw-stelsel werd overgedragen,
werd die rechtshandeling krachtens artikel 159, 8°, van het Wetboek werd die rechtshandeling krachtens artikel 159, 8°, van het Wetboek
der registratie-, hypotheek- en griffierechten vrijgesteld van het der registratie-, hypotheek- en griffierechten vrijgesteld van het
evenredige registratierecht. Die vrijstelling gold evenwel niet voor evenredige registratierecht. Die vrijstelling gold evenwel niet voor
de grond begrepen in de overeenkomst. de grond begrepen in de overeenkomst.
De artikelen 142 tot 148 van de programmawet van 23 december 2009 De artikelen 142 tot 148 van de programmawet van 23 december 2009
hebben, met ingang van 1 januari 2011, de overdracht van het terrein hebben, met ingang van 1 januari 2011, de overdracht van het terrein
dat behoort bij een nieuw gebouw of een gedeelte van een nieuw gebouw dat behoort bij een nieuw gebouw of een gedeelte van een nieuw gebouw
eveneens aan het btw-stelsel onderworpen wanneer de overdracht van het eveneens aan het btw-stelsel onderworpen wanneer de overdracht van het
gebouw aan dat stelsel is onderworpen. gebouw aan dat stelsel is onderworpen.
De wetgever beoogde daarmee tegemoet te komen aan een arrest van het De wetgever beoogde daarmee tegemoet te komen aan een arrest van het
Hof van Justitie waarin werd geoordeeld « dat de keuze voor Hof van Justitie waarin werd geoordeeld « dat de keuze voor
belastingheffing bij levering van gebouwen of gedeelten van gebouwen belastingheffing bij levering van gebouwen of gedeelten van gebouwen
en het erbij behorend terrein betrekking moet hebben op de gebouwen of en het erbij behorend terrein betrekking moet hebben op de gebouwen of
gedeelten van gebouwen en, onlosmakelijk daarmee verbonden, het erbij gedeelten van gebouwen en, onlosmakelijk daarmee verbonden, het erbij
behorend terrein » (HvJ, 8 juni 2000, C-400/98, Breitsohl). behorend terrein » (HvJ, 8 juni 2000, C-400/98, Breitsohl).
De gewijzigde btw-wetgeving had als gevolg dat de koper van een nieuw De gewijzigde btw-wetgeving had als gevolg dat de koper van een nieuw
gebouw geen registratierechten meer verschuldigd was en dus ook niet gebouw geen registratierechten meer verschuldigd was en dus ook niet
langer het voordeel van de meeneembaarheid van de registratierechten langer het voordeel van de meeneembaarheid van de registratierechten
kon genieten. kon genieten.
B.3. Hoewel het decreet van 23 december 2010 beoogde de regels inzake B.3. Hoewel het decreet van 23 december 2010 beoogde de regels inzake
registratierechten « in overeenstemming te brengen met de gewijzigde registratierechten « in overeenstemming te brengen met de gewijzigde
btw-regels voor bijhorende terreinen » (Parl. St., Vlaams Parlement, btw-regels voor bijhorende terreinen » (Parl. St., Vlaams Parlement,
2010-2011, nr. 789/1, p. 2), heeft het verzuimd een gelijkaardige 2010-2011, nr. 789/1, p. 2), heeft het verzuimd een gelijkaardige
teruggave van de registratierechten tevens toe te staan indien de teruggave van de registratierechten tevens toe te staan indien de
nieuwe woning onder het btw-stelsel wordt verworven. nieuwe woning onder het btw-stelsel wordt verworven.
Bij zijn arrest nr. 48/2012 van 22 maart 2012 heeft het Hof vervolgens Bij zijn arrest nr. 48/2012 van 22 maart 2012 heeft het Hof vervolgens
geoordeeld dat de kopers van een nieuwe woning met bijbehorende grond geoordeeld dat de kopers van een nieuwe woning met bijbehorende grond
onder het btw-stelsel worden gediscrimineerd ten opzichte van de onder het btw-stelsel worden gediscrimineerd ten opzichte van de
andere kopers van een woning doordat zij, wanneer zij hun vorige andere kopers van een woning doordat zij, wanneer zij hun vorige
woning verkopen, geen teruggave van in het verleden reeds betaalde woning verkopen, geen teruggave van in het verleden reeds betaalde
registratierechten kunnen verkrijgen. Het heeft bijgevolg het decreet registratierechten kunnen verkrijgen. Het heeft bijgevolg het decreet
van 23 december 2010 vernietigd, wegens schending van de artikelen 10, van 23 december 2010 vernietigd, wegens schending van de artikelen 10,
11 en 172 van de Grondwet, « in zoverre het niet de teruggave van de 11 en 172 van de Grondwet, « in zoverre het niet de teruggave van de
registratierechten toestaat bij de aankoop van een nieuwe woning met registratierechten toestaat bij de aankoop van een nieuwe woning met
bijbehorende grond onder het btw-stelsel ». bijbehorende grond onder het btw-stelsel ».
Het Hof heeft bij hetzelfde arrest geoordeeld dat het bestuur de Het Hof heeft bij hetzelfde arrest geoordeeld dat het bestuur de
grondwettigheid dient te herstellen door de registratierechten terug grondwettigheid dient te herstellen door de registratierechten terug
te geven, ook indien de nieuwe woning onder het btw-stelsel wordt te geven, ook indien de nieuwe woning onder het btw-stelsel wordt
verworven. verworven.
B.4.1. Als gevolg van het voormelde arrest heeft de decreetgever de B.4.1. Als gevolg van het voormelde arrest heeft de decreetgever de
regeling inzake de meeneembaarheid van de registratierechten opnieuw regeling inzake de meeneembaarheid van de registratierechten opnieuw
gewijzigd bij de thans in het geding zijnde bepalingen. De strekking gewijzigd bij de thans in het geding zijnde bepalingen. De strekking
daarvan wordt in de parlementaire voorbereiding op de volgende wijze daarvan wordt in de parlementaire voorbereiding op de volgende wijze
uiteengezet : uiteengezet :
« Bij de totstandkoming van de meeneembaarheid van registratierechten « Bij de totstandkoming van de meeneembaarheid van registratierechten
(decreet van 1 februari 2002) werd door de Raad van State, afdeling (decreet van 1 februari 2002) werd door de Raad van State, afdeling
Wetgeving, reeds aangegeven dat artikel 212bis van het Wetboek der Wetgeving, reeds aangegeven dat artikel 212bis van het Wetboek der
registratie-, hypotheek- en griffierechten zo geredigeerd werd dat de registratie-, hypotheek- en griffierechten zo geredigeerd werd dat de
registratierechten op de oorspronkelijke aankoop worden teruggegeven registratierechten op de oorspronkelijke aankoop worden teruggegeven
terwijl het wellicht de bedoeling van de stellers was de rechten terwijl het wellicht de bedoeling van de stellers was de rechten
betaald naar aanleiding van de nieuwe aankoop terug te geven ten betaald naar aanleiding van de nieuwe aankoop terug te geven ten
belope van de rechten betaald bij de oorspronkelijke aankoop. belope van de rechten betaald bij de oorspronkelijke aankoop.
Destijds werd niet op de suggestie van de Raad van State ingegaan. Er Destijds werd niet op de suggestie van de Raad van State ingegaan. Er
werd immers gevreesd dat een dergelijke tekstaanpassing de tekst werd immers gevreesd dat een dergelijke tekstaanpassing de tekst
bijkomend zou verzwaren, terwijl de aanpassing geen enkel gevolg zou bijkomend zou verzwaren, terwijl de aanpassing geen enkel gevolg zou
hebben voor de rechthebbenden. hebben voor de rechthebbenden.
Ondertussen is echter gebleken dat de bedenking van de Raad van State Ondertussen is echter gebleken dat de bedenking van de Raad van State
niet louter theoretisch is. niet louter theoretisch is.
Het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 48/2012 van 22 maart 2012 Het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 48/2012 van 22 maart 2012
heeft immers duidelijk gemaakt dat de decreetgever de regelgeving heeft immers duidelijk gemaakt dat de decreetgever de regelgeving
anders had moeten redigeren. De suggestie van de Raad van State maakt anders had moeten redigeren. De suggestie van de Raad van State maakt
duidelijk welk concept de decreetgever werkelijk voor ogen had. duidelijk welk concept de decreetgever werkelijk voor ogen had.
In lijn met het advies van de Raad van State van destijds en de aard In lijn met het advies van de Raad van State van destijds en de aard
van de teruggave wordt daarom nu de formulering - voor wat de van de teruggave wordt daarom nu de formulering - voor wat de
meeneembaarheid door teruggave betreft - aangepast. Niet zozeer de meeneembaarheid door teruggave betreft - aangepast. Niet zozeer de
registratierechten op de oorspronkelijke aankoop maar wel de registratierechten op de oorspronkelijke aankoop maar wel de
registratierechten betaald naar aanleiding van de nieuwe aankoop registratierechten betaald naar aanleiding van de nieuwe aankoop
worden, naargelang de situatie, ofwel onmiddellijk verminderd (via worden, naargelang de situatie, ofwel onmiddellijk verminderd (via
verrekening), ofwel later teruggegeven. verrekening), ofwel later teruggegeven.
Het is trouwens niet logisch dat het Vlaamse Gewest registratierechten Het is trouwens niet logisch dat het Vlaamse Gewest registratierechten
zou kunnen teruggeven die betaald geweest zijn op een ogenblik dat zou kunnen teruggeven die betaald geweest zijn op een ogenblik dat
deze gedeeltelijk of integraal aan de federale overheid toekwamen. Het deze gedeeltelijk of integraal aan de federale overheid toekwamen. Het
is correcter te stellen dat de registratierechten betaald op de is correcter te stellen dat de registratierechten betaald op de
recente aankopen worden terug betaald ten belope van de rechten die op recente aankopen worden terug betaald ten belope van de rechten die op
de aankoop van de oude hoofdverblijfplaats werden betaald. de aankoop van de oude hoofdverblijfplaats werden betaald.
Deze aanpassing maakt meteen duidelijk dat wanneer er - om welke reden Deze aanpassing maakt meteen duidelijk dat wanneer er - om welke reden
dan ook - geen registratierechten werden betaald naar aanleiding van dan ook - geen registratierechten werden betaald naar aanleiding van
de aankoop van de nieuwe hoofdverblijfplaats, er ook geen aanleiding de aankoop van de nieuwe hoofdverblijfplaats, er ook geen aanleiding
kan zijn tot teruggave van rechten in toepassing van de kan zijn tot teruggave van rechten in toepassing van de
meeneembaarheid. Een overheid kan immers slechts registratierechten meeneembaarheid. Een overheid kan immers slechts registratierechten
teruggeven aan een belastingplichtige, wanneer laatstgenoemde teruggeven aan een belastingplichtige, wanneer laatstgenoemde
daadwerkelijk registratierechten verschuldigd is. daadwerkelijk registratierechten verschuldigd is.
Voorliggende wijziging is meer dan een louter technische oplossing Voorliggende wijziging is meer dan een louter technische oplossing
voor een juridische ongelijkheid, beschreven door het Grondwettelijk voor een juridische ongelijkheid, beschreven door het Grondwettelijk
Hof. De wijziging wordt ook doorgevoerd vanuit een gewijzigde Hof. De wijziging wordt ook doorgevoerd vanuit een gewijzigde
beleidsdoelstelling met betrekking tot de meeneembaarheid. Die beleidsdoelstelling met betrekking tot de meeneembaarheid. Die
doelstelling betreft niet langer de mobiliteit van huisbezitters, maar doelstelling betreft niet langer de mobiliteit van huisbezitters, maar
het verminderen van het verschuldigd bedrag aan registratierechten bij het verminderen van het verschuldigd bedrag aan registratierechten bij
een opeenvolgende betaling van deze rechten » (Parl. St., Vlaams een opeenvolgende betaling van deze rechten » (Parl. St., Vlaams
Parlement, 2011-2012, nr. 1636/1, pp. 17-18). Parlement, 2011-2012, nr. 1636/1, pp. 17-18).
B.4.2. De decreetgever heeft ervoor gekozen de aankoop van een nieuwe B.4.2. De decreetgever heeft ervoor gekozen de aankoop van een nieuwe
woning onder het btw-stelsel te « neutraliseren » : een dergelijke woning onder het btw-stelsel te « neutraliseren » : een dergelijke
aankoop geeft weliswaar geen aanleiding tot teruggave van de in het aankoop geeft weliswaar geen aanleiding tot teruggave van de in het
verleden reeds betaalde registratierechten, maar hij verhindert niet verleden reeds betaalde registratierechten, maar hij verhindert niet
dat die registratierechten bij een volgende aankoop waarvoor opnieuw dat die registratierechten bij een volgende aankoop waarvoor opnieuw
registratierechten verschuldigd zijn, worden teruggegeven. registratierechten verschuldigd zijn, worden teruggegeven.
De meeneembaarheid wordt met andere woorden uitgesteld, zodat het De meeneembaarheid wordt met andere woorden uitgesteld, zodat het
recht op teruggave niet definitief verloren gaat : recht op teruggave niet definitief verloren gaat :
« Deze wijziging zorgt er bovendien voor dat indien op de aankoop van « Deze wijziging zorgt er bovendien voor dat indien op de aankoop van
een vorige hoofdverblijfplaats geen evenredige registratierechten een vorige hoofdverblijfplaats geen evenredige registratierechten
werden betaald maar wel btw, er geen ' verlies ' is van werden betaald maar wel btw, er geen ' verlies ' is van
meeneembaarheid van eerder betaalde registratierechten op een vorige meeneembaarheid van eerder betaalde registratierechten op een vorige
hoofdverblijfplaats mits voor de ganse keten van verrichtingen steeds hoofdverblijfplaats mits voor de ganse keten van verrichtingen steeds
aan alle termijnvoorwaarden werd voldaan. Op deze manier krijgen aan alle termijnvoorwaarden werd voldaan. Op deze manier krijgen
natuurlijke personen-eigenaars de kans om, eens de nieuwbouwwoning als natuurlijke personen-eigenaars de kans om, eens de nieuwbouwwoning als
hoofdverblijfplaats opnieuw wordt geruild voor een bestaande woning, hoofdverblijfplaats opnieuw wordt geruild voor een bestaande woning,
eveneens te genieten van een korting op de nieuw te betalen eveneens te genieten van een korting op de nieuw te betalen
registratierechten, ten belope van de eerder betaalde registratierechten, ten belope van de eerder betaalde
registratierechten » (ibid., p. 18). registratierechten » (ibid., p. 18).
B.4.3. Artikel 27 van het decreet van 13 juli 2012 heeft in titel I, B.4.3. Artikel 27 van het decreet van 13 juli 2012 heeft in titel I,
hoofdstuk IV, afdeling 1, van het Wetboek der registratie-, hypotheek- hoofdstuk IV, afdeling 1, van het Wetboek der registratie-, hypotheek-
en griffierechten een paragraaf 4ter ingevoegd, met als opschrift « en griffierechten een paragraaf 4ter ingevoegd, met als opschrift «
Neutralisering van een aankoop onder het btw-stelsel in een keten van Neutralisering van een aankoop onder het btw-stelsel in een keten van
verrichtingen in het kader van het stelsel van meeneembare verrichtingen in het kader van het stelsel van meeneembare
registratierechten bij aankoop van een nieuwe hoofdverblijfplaats ». registratierechten bij aankoop van een nieuwe hoofdverblijfplaats ».
In die paragraaf werd bij dezelfde bepaling een artikel 616 ingevoegd, In die paragraaf werd bij dezelfde bepaling een artikel 616 ingevoegd,
die als volgt luidt : die als volgt luidt :
« Voor de toepassing van de artikelen van § 4bis en voor de toepassing « Voor de toepassing van de artikelen van § 4bis en voor de toepassing
van artikel 212bis wordt met een verrichting als bedoeld in artikel 613, van artikel 212bis wordt met een verrichting als bedoeld in artikel 613,
eerste lid, of in artikel 212bis, eerste lid, gelijkgesteld een eerste lid, of in artikel 212bis, eerste lid, gelijkgesteld een
combinatie van twee dergelijke verrichtingen waarbij de voorlaatste combinatie van twee dergelijke verrichtingen waarbij de voorlaatste
aankoop van het evenredig registratierecht werd vrijgesteld van de aankoop van het evenredig registratierecht werd vrijgesteld van de
heffing van het evenredig recht bij toepassing van artikel 159, 8°. heffing van het evenredig recht bij toepassing van artikel 159, 8°.
De verrekening of de teruggave, al naargelang het geval geschiedt De verrekening of de teruggave, al naargelang het geval geschiedt
alsdan rekening houdende met het wettelijk aandeel van de natuurlijke alsdan rekening houdende met het wettelijk aandeel van de natuurlijke
persoon in de registratierechten verschuldigd op de aankoop persoon in de registratierechten verschuldigd op de aankoop
voorafgaand aan die welke werd gedaan met toepassing van de voorafgaand aan die welke werd gedaan met toepassing van de
vrijstelling bepaald in artikel 159, 8°. vrijstelling bepaald in artikel 159, 8°.
Bij een gelijkgestelde verrichting als bedoeld in het eerste lid, moet Bij een gelijkgestelde verrichting als bedoeld in het eerste lid, moet
in het document dat de vraag tot toepassing van artikel 613 bevat of in het document dat de vraag tot toepassing van artikel 613 bevat of
in het document dat het verzoek tot teruggave bevat, het afschrift van in het document dat het verzoek tot teruggave bevat, het afschrift van
het registratierelaas en de vermelding van het wettelijk aandeel van het registratierelaas en de vermelding van het wettelijk aandeel van
de natuurlijke persoon in de rechten als bedoeld in artikel 614, de natuurlijke persoon in de rechten als bedoeld in artikel 614,
eerste lid, 2°, en artikel 212bis, zesde lid, 2°, betrekking hebben op eerste lid, 2°, en artikel 212bis, zesde lid, 2°, betrekking hebben op
de aankoop voorafgaand aan die welke werd gedaan met toepassing van de de aankoop voorafgaand aan die welke werd gedaan met toepassing van de
vrijstelling bepaald in artikel 159, 8°. vrijstelling bepaald in artikel 159, 8°.
Naast de vermeldingen vereist bij artikel 614, eerste lid, 3°, of bij Naast de vermeldingen vereist bij artikel 614, eerste lid, 3°, of bij
artikel 212bis, zesde lid, 3°, die in het kader van een gelijkgestelde artikel 212bis, zesde lid, 3°, die in het kader van een gelijkgestelde
verrichting, zoals bedoeld in het eerste lid, de tweede verrichting in verrichting, zoals bedoeld in het eerste lid, de tweede verrichting in
de combinatie betreffen, moet de natuurlijke persoon bovendien de combinatie betreffen, moet de natuurlijke persoon bovendien
betreffende de eerste verrichting in de combinatie vermelden : betreffende de eerste verrichting in de combinatie vermelden :
1° indien de eerste verrichting in de combinatie een verrichting is 1° indien de eerste verrichting in de combinatie een verrichting is
als bedoeld in artikel 613, eerste lid : als bedoeld in artikel 613, eerste lid :
a) dat hij op enig ogenblik in de periode van achttien maanden a) dat hij op enig ogenblik in de periode van achttien maanden
voorafgaand aan de verkoop of verdeling ervan zijn hoofdverblijfplaats voorafgaand aan de verkoop of verdeling ervan zijn hoofdverblijfplaats
heeft gehad in de eerste woning in de gelijkgestelde verrichting; heeft gehad in de eerste woning in de gelijkgestelde verrichting;
b) dat hij zijn hoofdverblijfplaats had gevestigd op de plaats van de b) dat hij zijn hoofdverblijfplaats had gevestigd op de plaats van de
woning aangekocht met toepassing van de vrijstelling van het evenredig woning aangekocht met toepassing van de vrijstelling van het evenredig
recht binnen twee jaar na : recht binnen twee jaar na :
- ofwel de datum van de registratie van het document dat tot de - ofwel de datum van de registratie van het document dat tot de
toepassing van de vrijstelling van de heffing van het evenredig recht toepassing van de vrijstelling van de heffing van het evenredig recht
op de aankoop van die woning aanleiding heeft gegeven, wanneer dat op de aankoop van die woning aanleiding heeft gegeven, wanneer dat
document binnen de ervoor bepaalde termijn ter registratie wordt document binnen de ervoor bepaalde termijn ter registratie wordt
aangeboden; aangeboden;
- ofwel de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie, - ofwel de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie,
wanneer het document dat tot de toepassing van de vrijstelling van de wanneer het document dat tot de toepassing van de vrijstelling van de
heffing van het evenredig recht op de aankoop aanleiding heeft heffing van het evenredig recht op de aankoop aanleiding heeft
gegeven, werd aangeboden na het verstrijken van de daarvoor bepaalde gegeven, werd aangeboden na het verstrijken van de daarvoor bepaalde
termijn; termijn;
of of
2° indien de eerste verrichting in de combinatie een verrichting is 2° indien de eerste verrichting in de combinatie een verrichting is
als bedoeld in artikel 212bis, eerste lid : als bedoeld in artikel 212bis, eerste lid :
a) dat hij op enig ogenblik in de periode van achttien maanden a) dat hij op enig ogenblik in de periode van achttien maanden
voorafgaand aan de aankoop van de woning met toepassing van de voorafgaand aan de aankoop van de woning met toepassing van de
vrijstelling van het evenredig recht, zijn hoofdverblijfplaats heeft vrijstelling van het evenredig recht, zijn hoofdverblijfplaats heeft
gehad in de eerste woning in de gelijkgestelde verrichting; gehad in de eerste woning in de gelijkgestelde verrichting;
b) dat hij zijn hoofdverblijfplaats had gevestigd op de plaats van de b) dat hij zijn hoofdverblijfplaats had gevestigd op de plaats van de
woning aangekocht met toepassing van de vrijstelling van het evenredig woning aangekocht met toepassing van de vrijstelling van het evenredig
recht binnen twee jaar na : recht binnen twee jaar na :
- ofwel de datum van de registratie van het document dat tot de - ofwel de datum van de registratie van het document dat tot de
vrijstelling van de heffing van het evenredig recht op de aankoop vrijstelling van de heffing van het evenredig recht op de aankoop
ervan aanleiding heeft gegeven, wanneer dat document binnen de ervoor ervan aanleiding heeft gegeven, wanneer dat document binnen de ervoor
bepaalde termijn ter registratie werd aangeboden; bepaalde termijn ter registratie werd aangeboden;
- ofwel de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie, - ofwel de uiterste datum voor tijdige aanbieding ter registratie,
wanneer het document dat tot de vrijstelling van de heffing van het wanneer het document dat tot de vrijstelling van de heffing van het
evenredig recht op de aankoop ervan aanleiding heeft gegeven, werd evenredig recht op de aankoop ervan aanleiding heeft gegeven, werd
aangeboden na het verstrijken van de daarvoor bepaalde termijn ». aangeboden na het verstrijken van de daarvoor bepaalde termijn ».
B.4.4. Artikel 28 van het decreet van 13 juli 2012 heeft in artikel B.4.4. Artikel 28 van het decreet van 13 juli 2012 heeft in artikel
212bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten 212bis van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten
de volgende wijzigingen aangebracht : de volgende wijzigingen aangebracht :
« 1° in het eerste lid worden tussen de woorden ' een woning ' en de « 1° in het eerste lid worden tussen de woorden ' een woning ' en de
woorden ' waarin hij op enig ogenblik zijn hoofdverblijfplaats heeft woorden ' waarin hij op enig ogenblik zijn hoofdverblijfplaats heeft
gehad ' de woorden ', gelegen in het Vlaamse Gewest, ' ingevoegd; gehad ' de woorden ', gelegen in het Vlaamse Gewest, ' ingevoegd;
2° in hetzelfde lid worden de woorden ' overeenkomstig de artikelen 2° in hetzelfde lid worden de woorden ' overeenkomstig de artikelen
44, 53, 2°, en 57, verschuldigd waren op de aankoop van de verkochte 44, 53, 2°, en 57, verschuldigd waren op de aankoop van de verkochte
of verdeelde woning of van de bouwgrond waarop die woning is opgericht of verdeelde woning of van de bouwgrond waarop die woning is opgericht
' vervangen door de woorden ' geheven werden op de aankoop van het ' vervangen door de woorden ' geheven werden op de aankoop van het
onroerend goed dat hij als zijn nieuwe hoofdverblijfplaats aanwendt of onroerend goed dat hij als zijn nieuwe hoofdverblijfplaats aanwendt of
bestemt '; bestemt ';
3° in het derde lid worden de woorden ' het bedrag van het wettelijk 3° in het derde lid worden de woorden ' het bedrag van het wettelijk
aandeel van de natuurlijke persoon in de rechten geheven op de nieuwe aandeel van de natuurlijke persoon in de rechten geheven op de nieuwe
aankoop ' vervangen door de woorden ' het bedrag van het wettelijk aankoop ' vervangen door de woorden ' het bedrag van het wettelijk
aandeel van de natuurlijke persoon in de rechten die overeenkomstig de aandeel van de natuurlijke persoon in de rechten die overeenkomstig de
artikelen 44, 53, 2°, of 57 verschuldigd waren op de aankoop van de artikelen 44, 53, 2°, of 57 verschuldigd waren op de aankoop van de
verkochte of verdeelde woning of van de bouwgrond waarop die woning verkochte of verdeelde woning of van de bouwgrond waarop die woning
werd opgericht ' ». werd opgericht ' ».
B.4.5. Artikel 29 van het decreet van 13 juli 2012 heeft in artikel B.4.5. Artikel 29 van het decreet van 13 juli 2012 heeft in artikel
212ter van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten 212ter van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten
de volgende wijzigingen aangebracht : de volgende wijzigingen aangebracht :
« 1° in het tweede lid worden tussen de woorden ' de artikelen 613, ' « 1° in het tweede lid worden tussen de woorden ' de artikelen 613, '
en de woorden ' en 212bis ' de woorden ' 616 ' ingevoegd; en de woorden ' en 212bis ' de woorden ' 616 ' ingevoegd;
2° in het derde lid worden de woorden ' vereist bij het artikel 46bis, 2° in het derde lid worden de woorden ' vereist bij het artikel 46bis,
vierde lid, 2°, b), c) en d); bij het artikel 614, eerste lid, 2° en vierde lid, 2°, b), c) en d); bij het artikel 614, eerste lid, 2° en
3°, bij het artikel 46ter, of bij het artikel 212bis, zesde lid, 2° en 3°, bij het artikel 46ter, of bij het artikel 212bis, zesde lid, 2° en
3° ' vervangen door de woorden ' vereist bij het artikel 46bis, vierde 3° ' vervangen door de woorden ' vereist bij het artikel 46bis, vierde
lid, 2°, b), c) en d), bij het artikel 46ter, bij het artikel 616, lid, 2°, b), c) en d), bij het artikel 46ter, bij het artikel 616,
eerste lid, 2° en 3°, bij het artikel 616, vierde en vijfde lid, of eerste lid, 2° en 3°, bij het artikel 616, vierde en vijfde lid, of
bij het artikel 212bis, zesde lid, 2° en 3° ' ». bij het artikel 212bis, zesde lid, 2° en 3° ' ».
B.4.6. Krachtens artikel 31 van het decreet van 13 juli 2012 hebben de B.4.6. Krachtens artikel 31 van het decreet van 13 juli 2012 hebben de
voormelde artikelen 27 tot 29 uitwerking met ingang van 1 januari voormelde artikelen 27 tot 29 uitwerking met ingang van 1 januari
2011. 2011.
Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag
B.5. De verwijzende rechter wenst in de eerste plaats van het Hof te B.5. De verwijzende rechter wenst in de eerste plaats van het Hof te
vernemen of artikel 31 van het decreet van 13 juli 2012, doordat die vernemen of artikel 31 van het decreet van 13 juli 2012, doordat die
bepaling terugwerkende kracht verleent aan de artikelen 27 tot 29 van bepaling terugwerkende kracht verleent aan de artikelen 27 tot 29 van
hetzelfde decreet, op discriminerende wijze afbreuk doet aan het hetzelfde decreet, op discriminerende wijze afbreuk doet aan het
rechtszekerheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het verbod van rechtszekerheidsbeginsel, het vertrouwensbeginsel, het verbod van
retroactiviteit en het gezag van gewijsde van het arrest nr. 48/2012 retroactiviteit en het gezag van gewijsde van het arrest nr. 48/2012
en daardoor ook strijdig is met het eigendomsrecht, zoals gewaarborgd en daardoor ook strijdig is met het eigendomsrecht, zoals gewaarborgd
bij artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van bij artikel 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van
het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de
rechten van de mens. rechten van de mens.
B.6. De niet-retroactiviteit van de wetten is een waarborg die tot B.6. De niet-retroactiviteit van de wetten is een waarborg die tot
doel heeft rechtsonzekerheid te voorkomen. Die waarborg vereist dat de doel heeft rechtsonzekerheid te voorkomen. Die waarborg vereist dat de
inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat de inhoud van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat de
rechtzoekende de gevolgen van een bepaalde handeling in redelijke mate rechtzoekende de gevolgen van een bepaalde handeling in redelijke mate
kan voorzien op het ogenblik dat die handeling wordt gesteld. De kan voorzien op het ogenblik dat die handeling wordt gesteld. De
terugwerkende kracht is enkel verantwoord indien die absoluut terugwerkende kracht is enkel verantwoord indien die absoluut
noodzakelijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van noodzakelijk is voor de verwezenlijking van een doelstelling van
algemeen belang. algemeen belang.
Indien bovendien blijkt dat de terugwerkende kracht tot doel of gevolg Indien bovendien blijkt dat de terugwerkende kracht tot doel of gevolg
heeft dat de afloop van een of andere gerechtelijke procedure in een heeft dat de afloop van een of andere gerechtelijke procedure in een
bepaalde zin wordt beïnvloed of dat de rechtscolleges worden bepaalde zin wordt beïnvloed of dat de rechtscolleges worden
verhinderd zich uit te spreken over een welbepaalde rechtsvraag, verhinderd zich uit te spreken over een welbepaalde rechtsvraag,
vereist de aard van het in het geding zijnde beginsel dat buitengewone vereist de aard van het in het geding zijnde beginsel dat buitengewone
omstandigheden of dwingende motieven van algemeen belang het optreden omstandigheden of dwingende motieven van algemeen belang het optreden
van de wetgever verantwoorden, dat, ten nadele van een categorie van van de wetgever verantwoorden, dat, ten nadele van een categorie van
burgers, afbreuk doet aan de aan allen geboden jurisdictionele burgers, afbreuk doet aan de aan allen geboden jurisdictionele
waarborgen. waarborgen.
B.7. In de parlementaire voorbereiding wordt de terugwerkende kracht B.7. In de parlementaire voorbereiding wordt de terugwerkende kracht
op de volgende wijze verantwoord : op de volgende wijze verantwoord :
« In het licht van het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 48/2012 « In het licht van het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 48/2012
treden de wijzigingen in werking op 1 januari 2011. Op die manier treden de wijzigingen in werking op 1 januari 2011. Op die manier
wordt tegemoet gekomen aan de (gedeeltelijke) vernietiging van het wordt tegemoet gekomen aan de (gedeeltelijke) vernietiging van het
Grondwettelijk Hof van het decreet van 23 december 2010 houdende Grondwettelijk Hof van het decreet van 23 december 2010 houdende
wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en wijziging van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en
griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van griffierechten, wat het vermijden van een gelijktijdige heffing van
btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft. Dat decreet btw en registratierechten op eenzelfde terrein betreft. Dat decreet
trad immers in werking op 1 januari 2011. Omdat het hof niet zomaar trad immers in werking op 1 januari 2011. Omdat het hof niet zomaar
het decreet zelf vernietigde, maar veeleer de lacune in het decreet het decreet zelf vernietigde, maar veeleer de lacune in het decreet
ongrondwettig achtte, is het noodzakelijk voorliggende regeling ongrondwettig achtte, is het noodzakelijk voorliggende regeling
uitwerking te laten hebben op dezelfde datum als het bestreden decreet uitwerking te laten hebben op dezelfde datum als het bestreden decreet
» (Parl. St., Vlaams Parlement, 2011-2012, nr. 1636/1, p. 20). » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2011-2012, nr. 1636/1, p. 20).
Volgens de Vlaamse Regering zou er bijgevolg een wettelijk vacuüm zijn Volgens de Vlaamse Regering zou er bijgevolg een wettelijk vacuüm zijn
geweest, tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van het decreet geweest, tot op het ogenblik van de inwerkingtreding van het decreet
van 13 juli 2012, indien de decreetgever aan de betrokken bepalingen van 13 juli 2012, indien de decreetgever aan de betrokken bepalingen
van dat decreet geen terugwerkende kracht had verleend. van dat decreet geen terugwerkende kracht had verleend.
B.8. Zoals in B.3 reeds is vermeld, heeft het Hof bij zijn arrest nr. B.8. Zoals in B.3 reeds is vermeld, heeft het Hof bij zijn arrest nr.
48/2012 van 22 maart 2012 het decreet van 23 december 2010 vernietigd 48/2012 van 22 maart 2012 het decreet van 23 december 2010 vernietigd
in zoverre het niet de teruggave van de registratierechten toestaat in zoverre het niet de teruggave van de registratierechten toestaat
bij de aankoop van een nieuwe woning met bijbehorende grond onder het bij de aankoop van een nieuwe woning met bijbehorende grond onder het
btw-stelsel. In weerwil van wat de Vlaamse Regering aanvoert, blijkt btw-stelsel. In weerwil van wat de Vlaamse Regering aanvoert, blijkt
uit het arrest dat die vernietiging rechtstreekse rechtsgevolgen uit het arrest dat die vernietiging rechtstreekse rechtsgevolgen
sorteerde. Het Hof oordeelde immers uitdrukkelijk dat het bestuur de sorteerde. Het Hof oordeelde immers uitdrukkelijk dat het bestuur de
registratierechten diende terug te geven, ook indien de nieuwe woning registratierechten diende terug te geven, ook indien de nieuwe woning
onder het btw-stelsel wordt verworven (B.15). Het betrof geen onder het btw-stelsel wordt verworven (B.15). Het betrof geen
teruggave van btw, maar van in het verleden reeds betaalde teruggave van btw, maar van in het verleden reeds betaalde
registratierechten. registratierechten.
Het juridische vacuüm waarnaar de Vlaamse Regering verwijst, was Het juridische vacuüm waarnaar de Vlaamse Regering verwijst, was
derhalve onbestaande. Het arrest heeft het verschil in behandeling derhalve onbestaande. Het arrest heeft het verschil in behandeling
niet in stand gehouden, maar beoogde de gelijkheid daadwerkelijk te niet in stand gehouden, maar beoogde de gelijkheid daadwerkelijk te
herstellen. De rechtsgevolgen van dat arrest vormen een inherent herstellen. De rechtsgevolgen van dat arrest vormen een inherent
onderdeel van de rechtsorde. onderdeel van de rechtsorde.
B.9. In het licht van de scheiding der machten, die de Vlaamse B.9. In het licht van de scheiding der machten, die de Vlaamse
Regering in haar memorie van antwoord in herinnering brengt, behoort Regering in haar memorie van antwoord in herinnering brengt, behoort
het tot de beoordelingsbevoegdheid van de decreetgever te beslissen het tot de beoordelingsbevoegdheid van de decreetgever te beslissen
wanneer een beleidswijziging noodzakelijk is. Hij kan zelfs oordelen wanneer een beleidswijziging noodzakelijk is. Hij kan zelfs oordelen
dat die beleidswijziging met onmiddellijke ingang moet worden dat die beleidswijziging met onmiddellijke ingang moet worden
doorgevoerd en is in beginsel niet ertoe gehouden in een doorgevoerd en is in beginsel niet ertoe gehouden in een
overgangsregeling te voorzien. Dat geldt des te meer in fiscale overgangsregeling te voorzien. Dat geldt des te meer in fiscale
aangelegenheden, waar de wetgever over een ruime aangelegenheden, waar de wetgever over een ruime
beoordelingsbevoegdheid beschikt. Die ruime beoordelingsbevoegdheid, beoordelingsbevoegdheid beschikt. Die ruime beoordelingsbevoegdheid,
noch de scheiding der machten staan de decreetgever evenwel toe de noch de scheiding der machten staan de decreetgever evenwel toe de
rechtsorde retroactief te wijzigen, zonder dat aangetoond is dat er rechtsorde retroactief te wijzigen, zonder dat aangetoond is dat er
buitengewone omstandigheden of dwingende redenen van algemeen belang buitengewone omstandigheden of dwingende redenen van algemeen belang
voorhanden zijn. De samenhang van het belastingstelsel en de voorhanden zijn. De samenhang van het belastingstelsel en de
coherentie van de wetgeving, waaraan de Vlaamse Regering refereert, coherentie van de wetgeving, waaraan de Vlaamse Regering refereert,
zijn weliswaar doelstellingen die de decreetgever ertoe kunnen brengen zijn weliswaar doelstellingen die de decreetgever ertoe kunnen brengen
de regeling inzake de meeneembaarheid te wijzigen, maar zij kunnen de regeling inzake de meeneembaarheid te wijzigen, maar zij kunnen
niet volstaan om de retroactieve werking van die wijziging te niet volstaan om de retroactieve werking van die wijziging te
verantwoorden. verantwoorden.
B.10. Artikel 31 van het decreet van 13 juli 2012 is niet bestaanbaar B.10. Artikel 31 van het decreet van 13 juli 2012 is niet bestaanbaar
met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met
het rechtszekerheidsbeginsel. het rechtszekerheidsbeginsel.
B.11. De eerste prejudiciële vraag dient bevestigend te worden B.11. De eerste prejudiciële vraag dient bevestigend te worden
beantwoord. beantwoord.
Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag Ten aanzien van de tweede prejudiciële vraag
B.12. De verwijzende rechter wenst in de tweede plaats te vernemen of B.12. De verwijzende rechter wenst in de tweede plaats te vernemen of
de artikelen 27 tot 29 van het decreet van 13 juli 2012 het de artikelen 27 tot 29 van het decreet van 13 juli 2012 het
gelijkheidsbeginsel schenden, zoals gewaarborgd bij de artikelen 10, gelijkheidsbeginsel schenden, zoals gewaarborgd bij de artikelen 10,
11 en 172 van de Grondwet, doordat zij de kopers van een woning die in 11 en 172 van de Grondwet, doordat zij de kopers van een woning die in
het verleden reeds registratierechten betaalden verschillend het verleden reeds registratierechten betaalden verschillend
behandelen « naargelang zij de volgende aankoop van een nieuwe behandelen « naargelang zij de volgende aankoop van een nieuwe
hoofdverblijfplaats onder het stelsel van de registratierechten doen, hoofdverblijfplaats onder het stelsel van de registratierechten doen,
dan wel uitsluitend onder het stelsel van de BTW, omdat zij in het dan wel uitsluitend onder het stelsel van de BTW, omdat zij in het
eerste geval het eerder betaalde registratierecht meteen in rekening eerste geval het eerder betaalde registratierecht meteen in rekening
kunnen brengen en in het andere geval slechts bij een (hypothetische) kunnen brengen en in het andere geval slechts bij een (hypothetische)
aankoop onder het stelsel van de registratierechten ». aankoop onder het stelsel van de registratierechten ».
B.13. Rekening houdend met het antwoord op de eerste prejudiciële B.13. Rekening houdend met het antwoord op de eerste prejudiciële
vraag, is het antwoord op de tweede prejudiciële vraag niet nodig om vraag, is het antwoord op de tweede prejudiciële vraag niet nodig om
het geschil voor de verwijzende rechter te beslechten. het geschil voor de verwijzende rechter te beslechten.
B.14. De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. B.14. De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.
Om die redenen, Om die redenen,
het Hof het Hof
zegt voor recht : zegt voor recht :
- Artikel 31 van het Vlaamse decreet van 13 juli 2012 houdende - Artikel 31 van het Vlaamse decreet van 13 juli 2012 houdende
bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting bepalingen tot begeleiding van de tweede aanpassing van de begroting
2012 schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang 2012 schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang
gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel. gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel.
- De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord. - De tweede prejudiciële vraag behoeft geen antwoord.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof,
op 24 maart 2016. op 24 maart 2016.
De griffier, De voorzitter, De griffier, De voorzitter,
P.-Y. Dutilleux E. De Groot P.-Y. Dutilleux E. De Groot
^