← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 36/2016 van 3 maart 2016 Rolnummer : 6159 In zake : de prejudiciële
vraag over artikel 37, § 20, derde lid, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende
de verplichte verzekering voor geneeskundige ver Het Grondwettelijk
Hof, samengesteld uit voorzitter J. Spreutels, rechter A. Alen, waarnemend vo(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 36/2016 van 3 maart 2016 Rolnummer : 6159 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 37, § 20, derde lid, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige ver Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter J. Spreutels, rechter A. Alen, waarnemend vo(...) | Uittreksel uit arrest nr. 36/2016 van 3 maart 2016 Rolnummer : 6159 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 37, § 20, derde lid, van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige ver Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit voorzitter J. Spreutels, rechter A. Alen, waarnemend vo(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 36/2016 van 3 maart 2016 | Uittreksel uit arrest nr. 36/2016 van 3 maart 2016 |
| Rolnummer : 6159 | Rolnummer : 6159 |
| In zake : de prejudiciële vraag over artikel 37, § 20, derde lid, van | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 37, § 20, derde lid, van |
| de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte | de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte |
| verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, ingevoegd | verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, ingevoegd |
| bij artikel 140 van de programmawet van 22 december 2008, gesteld door | bij artikel 140 van de programmawet van 22 december 2008, gesteld door |
| het Hof van Beroep te Brussel. | het Hof van Beroep te Brussel. |
| Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
| samengesteld uit voorzitter J. Spreutels, rechter A. Alen, waarnemend | samengesteld uit voorzitter J. Spreutels, rechter A. Alen, waarnemend |
| voorzitter, en de rechters J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van | voorzitter, en de rechters J.-P. Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van |
| Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. | Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. |
| Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, | Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Bij arrest van 30 januari 2015 in zake Patricia Leroy tegen de | Bij arrest van 30 januari 2015 in zake Patricia Leroy tegen de |
| Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
| ingekomen op 13 februari 2015, heeft het Hof van Beroep te Brussel de | ingekomen op 13 februari 2015, heeft het Hof van Beroep te Brussel de |
| volgende prejudiciële vraag gesteld : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Schendt artikel 37, § 20, derde lid, van de gecoördineerde wet van | « Schendt artikel 37, § 20, derde lid, van de gecoördineerde wet van |
| 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige | 14 juli 1994 betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige |
| verzorging en uitkeringen, ingevoegd bij artikel 140 van de | verzorging en uitkeringen, ingevoegd bij artikel 140 van de |
| programmawet van 22 december 2008, de artikelen 10, 11 en 23 van de | programmawet van 22 december 2008, de artikelen 10, 11 en 23 van de |
| Grondwet, afzonderlijk en in samenhang gelezen met artikel 14 van het | Grondwet, afzonderlijk en in samenhang gelezen met artikel 14 van het |
| Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de | Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de |
| fundamentele vrijheden, met artikel 1 van het Europees Sociaal | fundamentele vrijheden, met artikel 1 van het Europees Sociaal |
| Handvest en met het beginsel van rechtszekerheid, in zoverre het, | Handvest en met het beginsel van rechtszekerheid, in zoverre het, |
| onder de tabacologen die instonden voor de bijstand bij | onder de tabacologen die instonden voor de bijstand bij |
| tabaksontwenning vóór de inwerkingtreding ervan, twee categorieën van | tabaksontwenning vóór de inwerkingtreding ervan, twee categorieën van |
| tabacologen tot stand brengt : diegenen die het recht hebben verkregen | tabacologen tot stand brengt : diegenen die het recht hebben verkregen |
| om te worden erkend, namelijk de beoefenaars van een | om te worden erkend, namelijk de beoefenaars van een |
| gezondheidszorgberoep en de licentiaten in de psychologie, onder de | gezondheidszorgberoep en de licentiaten in de psychologie, onder de |
| enige voorwaarde geslaagd te zijn voor de eindproeven van een | enige voorwaarde geslaagd te zijn voor de eindproeven van een |
| specifieke opleiding - zodat hun optreden kan worden terugbetaald door | specifieke opleiding - zodat hun optreden kan worden terugbetaald door |
| het RIZIV - en diegenen die dat recht niet hebben verkregen, hoewel | het RIZIV - en diegenen die dat recht niet hebben verkregen, hoewel |
| zij deden blijken van een nuttige ervaring als tabacoloog en geslaagd | zij deden blijken van een nuttige ervaring als tabacoloog en geslaagd |
| waren voor de eindproeven van een specifieke opleiding in tabacologie | waren voor de eindproeven van een specifieke opleiding in tabacologie |
| ? ». | ? ». |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 37, § 20, van | B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 37, § 20, van |
| de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige | de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige |
| verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 (hierna : de | verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 (hierna : de |
| ZIV-wet), dat bepaalt : | ZIV-wet), dat bepaalt : |
| « De Koning stelt, na advies van het Verzekeringscomité, de | « De Koning stelt, na advies van het Verzekeringscomité, de |
| tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor | tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging voor |
| de in artikel 34, 14°, 20°bis, 24° en 25°, bedoelde verstrekkingen | de in artikel 34, 14°, 20°bis, 24° en 25°, bedoelde verstrekkingen |
| vast, alsmede de voorwaarden van terugbetaling. Hij kan bepalen dat | vast, alsmede de voorwaarden van terugbetaling. Hij kan bepalen dat |
| die tegemoetkomingen worden toegekend onder de vorm van een forfaitair | die tegemoetkomingen worden toegekend onder de vorm van een forfaitair |
| bedrag of van een maximumbedrag voor een periode die Hij bepaalt. | bedrag of van een maximumbedrag voor een periode die Hij bepaalt. |
| De Koning stelt de erkenningsvoorwaarden vast van de tabacologen die, | De Koning stelt de erkenningsvoorwaarden vast van de tabacologen die, |
| naast de doctors in de geneeskunde, kunnen instaan voor de bijstand | naast de doctors in de geneeskunde, kunnen instaan voor de bijstand |
| bij tabaksontwenning. | bij tabaksontwenning. |
| Die tabacologen dienen ofwel licentiaten in de psychologie te zijn, | Die tabacologen dienen ofwel licentiaten in de psychologie te zijn, |
| ofwel beoefenaars van een gezondheidszorgberoep zoals bedoeld in het | ofwel beoefenaars van een gezondheidszorgberoep zoals bedoeld in het |
| koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de | koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de |
| uitoefening van de gezondheidszorgberoepen en moeten eveneens hebben | uitoefening van de gezondheidszorgberoepen en moeten eveneens hebben |
| voldaan aan de eindtest van een specifieke opleiding tabacologie | voldaan aan de eindtest van een specifieke opleiding tabacologie |
| erkend door de Koning ». | erkend door de Koning ». |
| Krachtens artikel 34, eerste lid, 24°, omvatten de verstrekkingen in | Krachtens artikel 34, eerste lid, 24°, omvatten de verstrekkingen in |
| de zin van de ZIV-wet « de hulp bij de tabaksontwenning ». | de zin van de ZIV-wet « de hulp bij de tabaksontwenning ». |
| B.2.1. Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid na te gaan van het | B.2.1. Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid na te gaan van het |
| derde lid van het voormelde artikel 37, § 20, met de artikelen 10, 11 | derde lid van het voormelde artikel 37, § 20, met de artikelen 10, 11 |
| en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14 | en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 14 |
| van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 1 | van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 1 |
| van het Europees Sociaal Handvest en met het beginsel van | van het Europees Sociaal Handvest en met het beginsel van |
| rechtszekerheid. De prejudiciële vraag heeft betrekking op het | rechtszekerheid. De prejudiciële vraag heeft betrekking op het |
| verschil in behandeling, ten aanzien van de terugbetaling van de | verschil in behandeling, ten aanzien van de terugbetaling van de |
| verstrekkingen in het kader van de bijstand bij tabaksontwenning aan | verstrekkingen in het kader van de bijstand bij tabaksontwenning aan |
| de patiënten, onder de tabacologen die een dergelijke bijstand | de patiënten, onder de tabacologen die een dergelijke bijstand |
| verstrekten vóór de inwerkingtreding van de in het geding zijnde | verstrekten vóór de inwerkingtreding van de in het geding zijnde |
| bepaling, naargelang zij, krachtens die bepaling, al dan niet het | bepaling, naargelang zij, krachtens die bepaling, al dan niet het |
| recht hebben om te worden erkend. | recht hebben om te worden erkend. |
| Alleen de beoefenaars van een gezondheidszorgberoep in de zin van het | Alleen de beoefenaars van een gezondheidszorgberoep in de zin van het |
| koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de | koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de |
| uitoefening van de gezondheidsberoepen en de psychologen hebben | uitoefening van de gezondheidsberoepen en de psychologen hebben |
| toegang tot de erkenning als tabacoloog, mits zij slagen voor | toegang tot de erkenning als tabacoloog, mits zij slagen voor |
| eindproeven van een specifieke opleiding in tabacologie. Aan de | eindproeven van een specifieke opleiding in tabacologie. Aan de |
| personen die een beroep op een erkende tabacoloog doen om bijstand bij | personen die een beroep op een erkende tabacoloog doen om bijstand bij |
| tabaksontwenning te verkrijgen, kunnen de erelonen die zij voor die | tabaksontwenning te verkrijgen, kunnen de erelonen die zij voor die |
| verstrekkingen betalen, worden terugbetaald. De tabacologen die geen | verstrekkingen betalen, worden terugbetaald. De tabacologen die geen |
| beoefenaars van een gezondheidszorgberoep noch psycholoog zijn, kunnen | beoefenaars van een gezondheidszorgberoep noch psycholoog zijn, kunnen |
| daarentegen niet worden erkend. Hieruit vloeit voort dat, hoewel zij | daarentegen niet worden erkend. Hieruit vloeit voort dat, hoewel zij |
| op geldige wijze bijstand bij tabaksontwenning kunnen verstrekken, de | op geldige wijze bijstand bij tabaksontwenning kunnen verstrekken, de |
| erelonen met betrekking tot hun verstrekkingen niet het voorwerp | erelonen met betrekking tot hun verstrekkingen niet het voorwerp |
| kunnen uitmaken van een terugbetaling door de | kunnen uitmaken van een terugbetaling door de |
| gezondheidszorgverzekeraar. | gezondheidszorgverzekeraar. |
| B.2.2. In tegenstelling tot wat de Ministerraad aanvoert, brengt de in | B.2.2. In tegenstelling tot wat de Ministerraad aanvoert, brengt de in |
| het geding zijnde bepaling wel degelijk een verschil in behandeling | het geding zijnde bepaling wel degelijk een verschil in behandeling |
| teweeg dat nadelig is voor de tabacologen die geen beoefenaars van een | teweeg dat nadelig is voor de tabacologen die geen beoefenaars van een |
| gezondheidszorgberoep, noch psycholoog zijn en dus niet kunnen worden | gezondheidszorgberoep, noch psycholoog zijn en dus niet kunnen worden |
| erkend. Hoewel het juist is dat die bepaling hun niet verbiedt het | erkend. Hoewel het juist is dat die bepaling hun niet verbiedt het |
| beroep van tabacoloog uit te oefenen, kan het gegeven dat hun erelonen | beroep van tabacoloog uit te oefenen, kan het gegeven dat hun erelonen |
| geen aanleiding kunnen geven tot een terugbetaling ten laste van de | geen aanleiding kunnen geven tot een terugbetaling ten laste van de |
| gezondheidszorgverzekeraar, terwijl de voor dezelfde verstrekkingen | gezondheidszorgverzekeraar, terwijl de voor dezelfde verstrekkingen |
| verschuldigde erelonen van de tabacologen die beoefenaars van een | verschuldigde erelonen van de tabacologen die beoefenaars van een |
| gezondheidszorgberoep of psycholoog zijn, aanleiding kunnen geven tot | gezondheidszorgberoep of psycholoog zijn, aanleiding kunnen geven tot |
| een terugbetaling, de patiënten ontmoedigen om een beroep te doen op | een terugbetaling, de patiënten ontmoedigen om een beroep te doen op |
| hun bijstand bij tabaksontwenning en, bijgevolg, de uitoefening van | hun bijstand bij tabaksontwenning en, bijgevolg, de uitoefening van |
| hun beroep hinderen. | hun beroep hinderen. |
| B.2.3. Met de prejudiciële vraag wordt het Hof overigens niet verzocht | B.2.3. Met de prejudiciële vraag wordt het Hof overigens niet verzocht |
| de situatie van de appellante voor de verwijzende rechter op twee | de situatie van de appellante voor de verwijzende rechter op twee |
| verschillende ogenblikken te vergelijken, namelijk vóór en na de | verschillende ogenblikken te vergelijken, namelijk vóór en na de |
| inwerkingtreding van de in het geding zijnde bepaling, maar wel, | inwerkingtreding van de in het geding zijnde bepaling, maar wel, |
| enerzijds, de situatie van de appellante en de personen die, net als | enerzijds, de situatie van de appellante en de personen die, net als |
| zij, zijn geslaagd voor de eindproeven van een specifieke opleiding | zij, zijn geslaagd voor de eindproeven van een specifieke opleiding |
| die toegang verleent tot het beroep van tabacoloog maar geen | die toegang verleent tot het beroep van tabacoloog maar geen |
| beoefenaars van een gezondheidszorgberoep noch psycholoog zijn en, | beoefenaars van een gezondheidszorgberoep noch psycholoog zijn en, |
| anderzijds, de situatie van de personen die voor dezelfde proeven zijn | anderzijds, de situatie van de personen die voor dezelfde proeven zijn |
| geslaagd en beoefenaars van een gezondheidszorgberoep of psycholoog | geslaagd en beoefenaars van een gezondheidszorgberoep of psycholoog |
| zijn, te vergelijken in het licht van die bepaling. | zijn, te vergelijken in het licht van die bepaling. |
| B.3.1. De in het geding zijnde bepaling is bij artikel 140 van de | B.3.1. De in het geding zijnde bepaling is bij artikel 140 van de |
| programmawet van 22 december 2008 ingevoegd. Vóór de inwerkingtreding | programmawet van 22 december 2008 ingevoegd. Vóór de inwerkingtreding |
| van die programmawet maakten alleen de bijstand en de farmaceutische | van die programmawet maakten alleen de bijstand en de farmaceutische |
| verstrekkingen voor tabaksontwenning bij zwangere vrouwen en hun | verstrekkingen voor tabaksontwenning bij zwangere vrouwen en hun |
| partner het voorwerp uit van een terugbetaling, krachtens artikel 34, | partner het voorwerp uit van een terugbetaling, krachtens artikel 34, |
| eerste lid, 24°, van de ZIV-wet, zoals het was ingevoegd bij artikel | eerste lid, 24°, van de ZIV-wet, zoals het was ingevoegd bij artikel |
| 62 van de programmawet van 27 december 2004. | 62 van de programmawet van 27 december 2004. |
| B.3.2. In de parlementaire voorbereiding van artikel 140 van de | B.3.2. In de parlementaire voorbereiding van artikel 140 van de |
| programmawet van 22 december 2008 wordt aangegeven : | programmawet van 22 december 2008 wordt aangegeven : |
| « Deze afdeling heeft tot doel de mogelijkheid tot terugbetaling van | « Deze afdeling heeft tot doel de mogelijkheid tot terugbetaling van |
| bijstand bij tabaksontwenning die momenteel is voorbehouden aan | bijstand bij tabaksontwenning die momenteel is voorbehouden aan |
| zwangere vrouwen en hun partner uit te breiden tot alle rechthebbenden | zwangere vrouwen en hun partner uit te breiden tot alle rechthebbenden |
| van de verzekering voor geneeskundige verzorging. | van de verzekering voor geneeskundige verzorging. |
| Deze uitbreiding is voorzien door het Nationaal Kankerplan, dat de | Deze uitbreiding is voorzien door het Nationaal Kankerplan, dat de |
| nadruk legt op de strijd tegen zowel actief als passief tabaksgebruik | nadruk legt op de strijd tegen zowel actief als passief tabaksgebruik |
| en moet zo vlug mogelijk worden uitgevoerd. | en moet zo vlug mogelijk worden uitgevoerd. |
| Men stelt vast dat een substantiële stijging van de middelen voor | Men stelt vast dat een substantiële stijging van de middelen voor |
| preventie van tabaksgebruik en voor begeleiding van rokers, samen met | preventie van tabaksgebruik en voor begeleiding van rokers, samen met |
| krachtdadige maatregelen tegen tabaksgebruik in sommige landen, | krachtdadige maatregelen tegen tabaksgebruik in sommige landen, |
| waaronder België, heeft geleid tot een daling van het tabaksgebruik. | waaronder België, heeft geleid tot een daling van het tabaksgebruik. |
| Een van de maatregelen van dit plan is het uitbreiden van de | Een van de maatregelen van dit plan is het uitbreiden van de |
| mogelijkheid tot terugbetaling van de hulp bij het stoppen met roken | mogelijkheid tot terugbetaling van de hulp bij het stoppen met roken |
| voor alle rokers, en niet alleen voor zwangere vrouwen en hun partner | voor alle rokers, en niet alleen voor zwangere vrouwen en hun partner |
| zoals momenteel het geval is. | zoals momenteel het geval is. |
| De bijstand voor tabaksontwenning kan gebeuren door ofwel een | De bijstand voor tabaksontwenning kan gebeuren door ofwel een |
| geneesheer (huisarts of specialist) ofwel door een tabacoloog. Deze | geneesheer (huisarts of specialist) ofwel door een tabacoloog. Deze |
| laatste is een beoefenaar van een gezondheidszorgberoep of een | laatste is een beoefenaar van een gezondheidszorgberoep of een |
| psycholoog die een door de Koning erkende opleiding tabacologie heeft | psycholoog die een door de Koning erkende opleiding tabacologie heeft |
| gevolgd en daarvoor is geslaagd » (Parl. St., Kamer, 2008-2009, DOC | gevolgd en daarvoor is geslaagd » (Parl. St., Kamer, 2008-2009, DOC |
| 52-1607/001, p. 82). | 52-1607/001, p. 82). |
| B.4.1. Teneinde de uitgaven van de ziekte- en invaliditeitsverzekering | B.4.1. Teneinde de uitgaven van de ziekte- en invaliditeitsverzekering |
| te beperken en de mogelijkheid te behouden om die te beheersen, komt | te beperken en de mogelijkheid te behouden om die te beheersen, komt |
| het in beginsel enkel aan de wetgever toe om te bepalen welke | het in beginsel enkel aan de wetgever toe om te bepalen welke |
| geneeskundige verstrekkingen worden terugbetaald door de verzekering | geneeskundige verstrekkingen worden terugbetaald door de verzekering |
| voor geneeskundige verzorging en zijn beleid ter zake te wijzigen, | voor geneeskundige verzorging en zijn beleid ter zake te wijzigen, |
| zonder dat het Hof zijn beoordeling ter zake in de plaats vermag te | zonder dat het Hof zijn beoordeling ter zake in de plaats vermag te |
| stellen van die van de wetgever. | stellen van die van de wetgever. |
| B.4.2. Het behoort eveneens tot de verantwoordelijkheid van de | B.4.2. Het behoort eveneens tot de verantwoordelijkheid van de |
| wetgever, wanneer hij voorziet in de terugbetaling van geneeskundige | wetgever, wanneer hij voorziet in de terugbetaling van geneeskundige |
| verstrekkingen, om zich ervan te vergewissen dat die uitgaan van | verstrekkingen, om zich ervan te vergewissen dat die uitgaan van |
| daartoe bevoegde en gekwalificeerde personen. In dat opzicht is het | daartoe bevoegde en gekwalificeerde personen. In dat opzicht is het |
| niet zonder redelijke verantwoording de terugbetaling van de | niet zonder redelijke verantwoording de terugbetaling van de |
| verstrekkingen in het kader van de bijstand bij tabaksontwenning te | verstrekkingen in het kader van de bijstand bij tabaksontwenning te |
| beperken tot die welke uitgaan van, naast de doctors in de | beperken tot die welke uitgaan van, naast de doctors in de |
| geneeskunde, de personen die een basisopleiding hebben gevolgd als | geneeskunde, de personen die een basisopleiding hebben gevolgd als |
| ofwel beoefenaar van een gezondheidszorgberoep in de zin van het | ofwel beoefenaar van een gezondheidszorgberoep in de zin van het |
| koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967, ofwel psycholoog en | koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967, ofwel psycholoog en |
| die zijn geslaagd voor een specifieke opleiding. De problematiek van | die zijn geslaagd voor een specifieke opleiding. De problematiek van |
| de tabaksontwenning houdt immers verband met de gezondheid en vertoont | de tabaksontwenning houdt immers verband met de gezondheid en vertoont |
| psychologische aspecten, zodat de wetgever vermocht ervan uit te gaan | psychologische aspecten, zodat de wetgever vermocht ervan uit te gaan |
| dat de beroepsbeoefenaars in die sectoren het meest bekwaam zijn om | dat de beroepsbeoefenaars in die sectoren het meest bekwaam zijn om |
| een kwalitatieve bijstand bij tabaksontwenning te verlenen. | een kwalitatieve bijstand bij tabaksontwenning te verlenen. |
| B.5. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat de in het geding zijnde | B.5. Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat de in het geding zijnde |
| bepaling, in zoverre zij de mogelijkheid om als tabacoloog te worden | bepaling, in zoverre zij de mogelijkheid om als tabacoloog te worden |
| erkend, beperkt tot de licentiaten in de psychologie en de beoefenaars | erkend, beperkt tot de licentiaten in de psychologie en de beoefenaars |
| van een gezondheidszorgberoep in de zin van het koninklijk besluit nr. | van een gezondheidszorgberoep in de zin van het koninklijk besluit nr. |
| 78 van 10 november 1967 die zijn geslaagd voor de eindproeven van een | 78 van 10 november 1967 die zijn geslaagd voor de eindproeven van een |
| erkende specifieke opleiding in tabacologie, niet zonder redelijke | erkende specifieke opleiding in tabacologie, niet zonder redelijke |
| verantwoording is. | verantwoording is. |
| Het onderzoek van de in het geding zijnde bepaling in het licht van | Het onderzoek van de in het geding zijnde bepaling in het licht van |
| artikel 23 van de Grondwet, van artikel 14 van het Europees Verdrag | artikel 23 van de Grondwet, van artikel 14 van het Europees Verdrag |
| voor de rechten van de mens en van artikel 1 van het Europees Sociaal | voor de rechten van de mens en van artikel 1 van het Europees Sociaal |
| Handvest leidt niet tot een andere conclusie. Het Hof moet voorts | Handvest leidt niet tot een andere conclusie. Het Hof moet voorts |
| nagaan of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de | nagaan of de in het geding zijnde bepaling bestaanbaar is met de |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het |
| beginsel van rechtszekerheid. | beginsel van rechtszekerheid. |
| B.6. Indien de wetgever een beleidswijziging noodzakelijk acht, vermag | B.6. Indien de wetgever een beleidswijziging noodzakelijk acht, vermag |
| hij te oordelen dat die beleidswijziging met onmiddellijke ingang moet | hij te oordelen dat die beleidswijziging met onmiddellijke ingang moet |
| worden doorgevoerd en is hij in beginsel niet ertoe gehouden in een | worden doorgevoerd en is hij in beginsel niet ertoe gehouden in een |
| overgangsregeling te voorzien. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet | overgangsregeling te voorzien. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
| zijn slechts geschonden indien de overgangsregeling of de ontstentenis | zijn slechts geschonden indien de overgangsregeling of de ontstentenis |
| daarvan tot een verschil in behandeling leidt waarvoor geen redelijke | daarvan tot een verschil in behandeling leidt waarvoor geen redelijke |
| verantwoording bestaat of indien aan het vertrouwensbeginsel op | verantwoording bestaat of indien aan het vertrouwensbeginsel op |
| buitensporige wijze afbreuk wordt gedaan. | buitensporige wijze afbreuk wordt gedaan. |
| B.7. Te dezen bestaat de draagwijdte, noch het gevolg van de in het | B.7. Te dezen bestaat de draagwijdte, noch het gevolg van de in het |
| geding zijnde bepaling erin de betrokken tabacologen wier | geding zijnde bepaling erin de betrokken tabacologen wier |
| verstrekkingen niet voorheen het voorwerp hebben uitgemaakt noch het | verstrekkingen niet voorheen het voorwerp hebben uitgemaakt noch het |
| voorwerp kunnen uitmaken van een terugbetaling door de verzekering | voorwerp kunnen uitmaken van een terugbetaling door de verzekering |
| voor geneeskundige verzorging, te beletten hun beroep verder uit te | voor geneeskundige verzorging, te beletten hun beroep verder uit te |
| oefenen. Zij maakt derhalve geen inbreuk op het vertrouwensbeginsel. | oefenen. Zij maakt derhalve geen inbreuk op het vertrouwensbeginsel. |
| B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| zegt voor recht : | zegt voor recht : |
| Artikel 37, § 20, derde lid, van de wet betreffende de verplichte | Artikel 37, § 20, derde lid, van de wet betreffende de verplichte |
| verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, | verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, |
| gecoördineerd op 14 juli 1994, schendt niet de artikelen 10 en 11 van | gecoördineerd op 14 juli 1994, schendt niet de artikelen 10 en 11 van |
| de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 23 van de | de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 23 van de |
| Grondwet, met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van | Grondwet, met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van |
| de mens, met artikel 1 van het Europees Sociaal Handvest en met het | de mens, met artikel 1 van het Europees Sociaal Handvest en met het |
| beginsel van rechtszekerheid. | beginsel van rechtszekerheid. |
| Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
| 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| op 3 maart 2016. | op 3 maart 2016. |
| De griffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| J. Spreutels | J. Spreutels |