Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 150/2015 van 29 oktober 2015 Rolnummer : 5919 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 96 en 136, tweede lid, van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot w Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 150/2015 van 29 oktober 2015 Rolnummer : 5919 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 96 en 136, tweede lid, van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot w Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...) Uittreksel uit arrest nr. 150/2015 van 29 oktober 2015 Rolnummer : 5919 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 96 en 136, tweede lid, van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de gerechtelijke arrondissementen en tot w Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...)
GRONDWETTELIJK HOF GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 150/2015 van 29 oktober 2015 Uittreksel uit arrest nr. 150/2015 van 29 oktober 2015
Rolnummer : 5919 Rolnummer : 5919
In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 96 en 136, In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 96 en 136,
tweede lid, van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de tweede lid, van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de
gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk
Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de
rechterlijke orde, ingesteld door Anne Colin en anderen. rechterlijke orde, ingesteld door Anne Colin en anderen.
Het Grondwettelijk Hof, Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, F. Daoût en T. Giet, rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman, F. Daoût en T. Giet,
bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van
voorzitter J. Spreutels, voorzitter J. Spreutels,
wijst na beraad het volgende arrest : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 juni 2014 Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 juni 2014
ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 10 juni ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 10 juni
2014, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 96 en 136, 2014, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 96 en 136,
tweede lid, van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de tweede lid, van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van de
gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het Gerechtelijk
Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de leden van de
rechterlijke orde (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 rechterlijke orde (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10
december 2013, tweede editie) door Anne Colin, Brigitte Gribomont, december 2013, tweede editie) door Anne Colin, Brigitte Gribomont,
Eric Labar, Bernard Lebeau, Christine Lessoye en Jean-Marc Ruchard, Eric Labar, Bernard Lebeau, Christine Lessoye en Jean-Marc Ruchard,
bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Herman, advocaat bij de bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Herman, advocaat bij de
balie te Charleroi. balie te Charleroi.
(...) (...)
II. In rechte II. In rechte
(...) (...)
B.1. De verzoekende partijen leiden een enig middel af uit de B.1. De verzoekende partijen leiden een enig middel af uit de
schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in voorkomend
geval in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel, door de geval in samenhang gelezen met het rechtszekerheidsbeginsel, door de
artikelen 96 en 136 van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van artikelen 96 en 136 van de wet van 1 december 2013 tot hervorming van
de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het de gerechtelijke arrondissementen en tot wijziging van het
Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de Gerechtelijk Wetboek met het oog op een grotere mobiliteit van de
leden van de rechterlijke orde. Zij verwijten de wetgever dat hij de leden van de rechterlijke orde. Zij verwijten de wetgever dat hij de
aan de toegevoegde rechters toegekende weddebijslag heeft afgeschaft, aan de toegevoegde rechters toegekende weddebijslag heeft afgeschaft,
in tegenstelling tot de aan de gewezen korpschefs, hoofdgriffiers en in tegenstelling tot de aan de gewezen korpschefs, hoofdgriffiers en
hoofdsecretarissen toegekende weddebijslagen. hoofdsecretarissen toegekende weddebijslagen.
B.2.1. Artikel 96 van de bestreden wet bepaalt : B.2.1. Artikel 96 van de bestreden wet bepaalt :
« In artikel 357 van [het Gerechtelijk] Wetboek, laatstelijk gewijzigd « In artikel 357 van [het Gerechtelijk] Wetboek, laatstelijk gewijzigd
bij de wet van 29 december 2010, worden de volgende wijzigingen bij de wet van 29 december 2010, worden de volgende wijzigingen
aangebracht : aangebracht :
1° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 6° opgeheven; 1° in paragraaf 1 wordt de bepaling onder 6° opgeheven;
2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden ' en aan de 2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden ' en aan de
toegevoegde substituut-procureurs des Konings ' opgeheven ». toegevoegde substituut-procureurs des Konings ' opgeheven ».
Vóór de wijziging ervan bij de bestreden bepaling luidde artikel 357 Vóór de wijziging ervan bij de bestreden bepaling luidde artikel 357
van het Gerechtelijk Wetboek : van het Gerechtelijk Wetboek :
« § 1. Toegekend worden : « § 1. Toegekend worden :
[...] [...]
6° een weddebijslag van 2 602,89 EUR aan de toegevoegde rechters 6° een weddebijslag van 2 602,89 EUR aan de toegevoegde rechters
bedoeld in artikel 86bis en aan de toegevoegde substituut-procureurs bedoeld in artikel 86bis en aan de toegevoegde substituut-procureurs
des Konings; deze weddebijslag wordt gehalveerd wanneer de laatste des Konings; deze weddebijslag wordt gehalveerd wanneer de laatste
weddebijslag bedoeld in artikel 360bis wordt toegekend; weddebijslag bedoeld in artikel 360bis wordt toegekend;
[...] ». [...] ».
B.2.2. Artikel 136 van de bestreden wet bepaalt : B.2.2. Artikel 136 van de bestreden wet bepaalt :
« De toepassing van deze wet kan geen afbreuk doen aan de wedden, de « De toepassing van deze wet kan geen afbreuk doen aan de wedden, de
weddeverhogingen, de weddebijslagen en pensioenen van de magistraten, weddeverhogingen, de weddebijslagen en pensioenen van de magistraten,
de hoofdgriffiers en hoofdsecretarissen, de griffiers, secretarissen, de hoofdgriffiers en hoofdsecretarissen, de griffiers, secretarissen,
en de personeelsleden van de griffies en parketsecretariaten die op en de personeelsleden van de griffies en parketsecretariaten die op
het ogenblik van de inwerkingtreding ervan in functie zijn. het ogenblik van de inwerkingtreding ervan in functie zijn.
In afwijking van het eerste lid behouden de toegevoegde rechters en In afwijking van het eerste lid behouden de toegevoegde rechters en
toegevoegde substituten bedoeld in artikel 150 de weddebijslag niet ». toegevoegde substituten bedoeld in artikel 150 de weddebijslag niet ».
B.3.1. Vóór de opheffing ervan bij artikel 23 van de bestreden wet, B.3.1. Vóór de opheffing ervan bij artikel 23 van de bestreden wet,
machtigde artikel 86bis van het Gerechtelijk Wetboek de Koning om machtigde artikel 86bis van het Gerechtelijk Wetboek de Koning om
toegevoegde rechters te benoemen « per rechtsgebied van het hof van toegevoegde rechters te benoemen « per rechtsgebied van het hof van
beroep of van het arbeidshof », en regelde het meer bepaald hun beroep of van het arbeidshof », en regelde het meer bepaald hun
aantal, hun ambt en de modaliteiten van hun optreden. Het derde lid aantal, hun ambt en de modaliteiten van hun optreden. Het derde lid
preciseerde onder meer dat die toegevoegde rechters werden aangewezen preciseerde onder meer dat die toegevoegde rechters werden aangewezen
om hun ambt volgens de behoeften van de dienst tijdelijk uit te om hun ambt volgens de behoeften van de dienst tijdelijk uit te
oefenen, bij een of meer rechtbanken van eerste aanleg, oefenen, bij een of meer rechtbanken van eerste aanleg,
arbeidsrechtbanken of rechtbanken van koophandel gelegen binnen het arbeidsrechtbanken of rechtbanken van koophandel gelegen binnen het
rechtsgebied van, naar gelang van het geval, het hof van beroep of het rechtsgebied van, naar gelang van het geval, het hof van beroep of het
arbeidshof. In tegenstelling tot de overige rechters, die, bij de arbeidshof. In tegenstelling tot de overige rechters, die, bij de
invoering van het ambt van toegevoegd rechter, in beginsel hun ambt invoering van het ambt van toegevoegd rechter, in beginsel hun ambt
bij één rechtbank uitoefenden, konden zij hun ambt bij meerdere bij één rechtbank uitoefenden, konden zij hun ambt bij meerdere
rechtbanken uitoefenen. Bij artikel 357, § 1, 6°, van het Gerechtelijk rechtbanken uitoefenen. Bij artikel 357, § 1, 6°, van het Gerechtelijk
Wetboek werd aan die toegevoegde rechters een weddebijslag toegekend, Wetboek werd aan die toegevoegde rechters een weddebijslag toegekend,
waarvan die bepaling het bedrag vaststelde. waarvan die bepaling het bedrag vaststelde.
Artikel 86bis van het Gerechtelijk Wetboek werd opgeheven bij artikel Artikel 86bis van het Gerechtelijk Wetboek werd opgeheven bij artikel
23 van de wet van 1 december 2013. Het voormelde artikel 357, § 1, 6°, 23 van de wet van 1 december 2013. Het voormelde artikel 357, § 1, 6°,
werd op zijn beurt opgeheven bij artikel 96, 1°, van de bestreden wet. werd op zijn beurt opgeheven bij artikel 96, 1°, van de bestreden wet.
Ten slotte bepaalt artikel 136, tweede lid, ervan dat, « in afwijking Ten slotte bepaalt artikel 136, tweede lid, ervan dat, « in afwijking
van het eerste lid [...] de toegevoegde rechters en toegevoegde van het eerste lid [...] de toegevoegde rechters en toegevoegde
substituten bedoeld in artikel 150 de weddebijslag niet [behouden] ». substituten bedoeld in artikel 150 de weddebijslag niet [behouden] ».
B.3.2. Artikel 150, § 1, van de bestreden wet bepaalt onder meer dat B.3.2. Artikel 150, § 1, van de bestreden wet bepaalt onder meer dat
de toegevoegde rechters met opdracht in een rechtbank van eerste de toegevoegde rechters met opdracht in een rechtbank van eerste
aanleg, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk aanleg, zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk
Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging van rechtswege worden benoemd « Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging van rechtswege worden benoemd «
in een rechtbank van eerste aanleg waarin zij zijn aangewezen [...] in een rechtbank van eerste aanleg waarin zij zijn aangewezen [...]
en, in subsidiaire orde, in alle rechtbanken van eerste aanleg van het en, in subsidiaire orde, in alle rechtbanken van eerste aanleg van het
rechtsgebied van het hof van beroep ». Artikel 150, § 3, bepaalt dat rechtsgebied van het hof van beroep ». Artikel 150, § 3, bepaalt dat
de toegevoegde rechters met opdracht in de rechtbanken van koophandel, de toegevoegde rechters met opdracht in de rechtbanken van koophandel,
met dezelfde voormelde vrijstellingen, « in de rechtbank van met dezelfde voormelde vrijstellingen, « in de rechtbank van
koophandel van het rechtsgebied van het hof van beroep » worden koophandel van het rechtsgebied van het hof van beroep » worden
benoemd. Artikel 150, § 4, bepaalt dat de toegevoegde rechters met benoemd. Artikel 150, § 4, bepaalt dat de toegevoegde rechters met
opdracht in de arbeidsrechtbanken, met dezelfde voormelde opdracht in de arbeidsrechtbanken, met dezelfde voormelde
vrijstellingen, « in de arbeidsrechtbank van het rechtsgebied van het vrijstellingen, « in de arbeidsrechtbank van het rechtsgebied van het
arbeidshof » worden benoemd. arbeidshof » worden benoemd.
B.3.3. Tijdens de parlementaire voorbereiding werden de voormelde B.3.3. Tijdens de parlementaire voorbereiding werden de voormelde
artikelen 23, 136 en 150 als volgt toegelicht : artikelen 23, 136 en 150 als volgt toegelicht :
«

Art. 23.De minister legt uit dat dit artikel tot wijziging van

«

Art. 23.De minister legt uit dat dit artikel tot wijziging van

artikel 86bis van het Gerechtelijk Wetboek strekt tot de opheffing van artikel 86bis van het Gerechtelijk Wetboek strekt tot de opheffing van
de wettelijke basis voor het benoemen van toegevoegde rechters in de de wettelijke basis voor het benoemen van toegevoegde rechters in de
rechtbanken van eerste aanleg, rechtbanken van koophandel en rechtbanken van eerste aanleg, rechtbanken van koophandel en
arbeidsrechtbanken. Immers, enerzijds zorgt de territoriale arbeidsrechtbanken. Immers, enerzijds zorgt de territoriale
uitbreiding van de arrondissementen ervoor dat wat thans voor uitbreiding van de arrondissementen ervoor dat wat thans voor
mobiliteitsproblemen tussen verschillende arrondissementen zorgt, voor mobiliteitsproblemen tussen verschillende arrondissementen zorgt, voor
een deel zal kunnen worden teruggebracht tot een kwestie van interne een deel zal kunnen worden teruggebracht tot een kwestie van interne
organisatie van de rechtbank van eerste aanleg of van het parket van organisatie van de rechtbank van eerste aanleg of van het parket van
de procureur des Konings. de procureur des Konings.
Anderzijds, daar de rechtbanken van koophandel, de arbeidsrechtbanken Anderzijds, daar de rechtbanken van koophandel, de arbeidsrechtbanken
en de arbeidsauditoraten, buiten de uitzonderlijke gevallen van Eupen en de arbeidsauditoraten, buiten de uitzonderlijke gevallen van Eupen
en het rechtsgebied van Brussel, respectievelijk gefuseerd worden tot en het rechtsgebied van Brussel, respectievelijk gefuseerd worden tot
één rechtbank van koophandel of arbeidsrechtbank of één één rechtbank van koophandel of arbeidsrechtbank of één
arbeidsauditoraat per rechtsgebied, zijn de toegevoegde magistraten op arbeidsauditoraat per rechtsgebied, zijn de toegevoegde magistraten op
dat niveau niet meer verantwoord » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC dat niveau niet meer verantwoord » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC
53-2858/007, pp. 74-75). 53-2858/007, pp. 74-75).
«

Art. 132.Deze hervorming mag geen [af]breuk doen aan de pecuniaire

«

Art. 132.Deze hervorming mag geen [af]breuk doen aan de pecuniaire

en pensioenrechten van de magistraten, griffiers, secretarissen en het en pensioenrechten van de magistraten, griffiers, secretarissen en het
ander gerechtspersoneel binnen de rechtbanken en parketten. Een ander gerechtspersoneel binnen de rechtbanken en parketten. Een
uitzondering is voorzien voor de premie die voorzien was voor uitzondering is voorzien voor de premie die voorzien was voor
toegevoegde rechters. Omdat deze categorie ophoudt te bestaan en wordt toegevoegde rechters. Omdat deze categorie ophoudt te bestaan en wordt
opgenomen in het kader, verdwijnt ook die premie » (Parl. St., Kamer, opgenomen in het kader, verdwijnt ook die premie » (Parl. St., Kamer,
2012-2013, DOC 53-2858/001, pp. 52-53). 2012-2013, DOC 53-2858/001, pp. 52-53).
«

Art. 144.De minister licht toe dat krachtens deze bepaling de

«

Art. 144.De minister licht toe dat krachtens deze bepaling de

toegevoegde rechters in de rechtbank van eerste aanleg en de toegevoegde rechters in de rechtbank van eerste aanleg en de
toegevoegde substituten van de procureur des Konings worden opgenomen toegevoegde substituten van de procureur des Konings worden opgenomen
in de personeelsformatie » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC in de personeelsformatie » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC
53-2858/007, p. 169). 53-2858/007, p. 169).
B.4.1. Zoals blijkt uit de voormelde parlementaire voorbereiding, kan B.4.1. Zoals blijkt uit de voormelde parlementaire voorbereiding, kan
de afschaffing van het ambt van toegevoegd magistraat worden de afschaffing van het ambt van toegevoegd magistraat worden
verantwoord door het feit dat de behoeften die de invoering van dat verantwoord door het feit dat de behoeften die de invoering van dat
ambt hadden gerechtvaardigd - de afwezigheid van magistraten, wegens ambt hadden gerechtvaardigd - de afwezigheid van magistraten, wegens
ziekte of een opdracht, alsook werkoverlast opvangen - voortaan werden ziekte of een opdracht, alsook werkoverlast opvangen - voortaan werden
gelenigd door de algehele hervorming die bij de bestreden wet is gelenigd door de algehele hervorming die bij de bestreden wet is
ingevoerd, en in het bijzonder door de uitbreiding van het ingevoerd, en in het bijzonder door de uitbreiding van het
rechtsgebied van de rechtbanken en de grotere mobiliteit die gepaard rechtsgebied van de rechtbanken en de grotere mobiliteit die gepaard
gaat met die uitbreiding van territoriale bevoegdheid. gaat met die uitbreiding van territoriale bevoegdheid.
Aangezien het ambt van toegevoegd magistraat aldus werd afgeschaft, Aangezien het ambt van toegevoegd magistraat aldus werd afgeschaft,
moest eveneens, voor de toekomst, de eraan verbonden weddebijslag moest eveneens, voor de toekomst, de eraan verbonden weddebijslag
worden afgeschaft. worden afgeschaft.
Het Hof moet nagaan of het voor de reeds benoemde toegevoegde Het Hof moet nagaan of het voor de reeds benoemde toegevoegde
magistraten, redelijk verantwoord is de weddebijslag die voordien aan magistraten, redelijk verantwoord is de weddebijslag die voordien aan
hun ambt verbonden was, af te schaffen, zelfs al blijven die hun ambt verbonden was, af te schaffen, zelfs al blijven die
magistraten onderworpen aan de uitgebreide mobiliteitsregeling, die is magistraten onderworpen aan de uitgebreide mobiliteitsregeling, die is
vastgelegd bij artikel 150, § § 1 en 4, van de bestreden wet. vastgelegd bij artikel 150, § § 1 en 4, van de bestreden wet.
B.4.2.1. Zoals blijkt uit de bovenvermelde parlementaire B.4.2.1. Zoals blijkt uit de bovenvermelde parlementaire
voorbereiding, strekte de invoering, bij de wet van 28 maart 2000, van voorbereiding, strekte de invoering, bij de wet van 28 maart 2000, van
een weddebijslag voor de toegevoegde magistraten ertoe de beperkte een weddebijslag voor de toegevoegde magistraten ertoe de beperkte
aantrekkingskracht van dat ambt te verhelpen : aantrekkingskracht van dat ambt te verhelpen :
« Men mag immers niet uit het oog verliezen dat de job van toegevoegd « Men mag immers niet uit het oog verliezen dat de job van toegevoegd
magistraat vrij ondankbaar is. Hij wordt ingezet daar waar er magistraat vrij ondankbaar is. Hij wordt ingezet daar waar er
problemen zijn en krijgt nooit de gelegenheid om zich ergens in te problemen zijn en krijgt nooit de gelegenheid om zich ergens in te
burgeren. burgeren.
Daarenboven impliceert de inwerkingtreding van de wet op de Hoge Raad Daarenboven impliceert de inwerkingtreding van de wet op de Hoge Raad
dat de toegevoegde magistraten niet in aanmerking komen om in een dat de toegevoegde magistraten niet in aanmerking komen om in een
adjunct-mandaat te worden aangewezen dit in tegenstelling tot gewone adjunct-mandaat te worden aangewezen dit in tegenstelling tot gewone
magistraten en art. 100-magistraten, wat toch een belangrijk, magistraten en art. 100-magistraten, wat toch een belangrijk,
weliswaar potentieel, financieel verlies betekent. Tegenover deze weliswaar potentieel, financieel verlies betekent. Tegenover deze
nadelen mag wel een financiële compensatie staan » (Parl. St., Kamer, nadelen mag wel een financiële compensatie staan » (Parl. St., Kamer,
1999-2000, DOC 50-0307/002, pp. 3-4). 1999-2000, DOC 50-0307/002, pp. 3-4).
De betrokken weddebijslag had dus tot doel de nadelen van het ambt van De betrokken weddebijslag had dus tot doel de nadelen van het ambt van
toegevoegd magistraat te compenseren. toegevoegd magistraat te compenseren.
B.4.2.2. De bestreden wet van 1 december 2013 wijzigt in hoofdzaak het B.4.2.2. De bestreden wet van 1 december 2013 wijzigt in hoofdzaak het
statuut van de toegevoegde magistraten benoemd vóór haar statuut van de toegevoegde magistraten benoemd vóór haar
inwerkingtreding, wat betreft de nadelen die voorheen aan dat ambt inwerkingtreding, wat betreft de nadelen die voorheen aan dat ambt
verbonden waren. verbonden waren.
Zij genieten voortaan het voordeel van een definitieve aanstelling en Zij genieten voortaan het voordeel van een definitieve aanstelling en
worden opgenomen in het kader (artikel 150); door die benoeming komen worden opgenomen in het kader (artikel 150); door die benoeming komen
zij eveneens in aanmerking voor een aanwijzing voor een zij eveneens in aanmerking voor een aanwijzing voor een
adjunct-mandaat. Artikel 151 van de bestreden wet bepaalt dat die adjunct-mandaat. Artikel 151 van de bestreden wet bepaalt dat die
magistraten de anciënniteit die zij hebben verworven als toegevoegd magistraten de anciënniteit die zij hebben verworven als toegevoegd
magistraat behouden en rang hebben vanaf de datum van hun benoeming magistraat behouden en rang hebben vanaf de datum van hun benoeming
als toegevoegd magistraat. als toegevoegd magistraat.
Het is bijgevolg redelijk verantwoord dat de toegevoegde magistraten, Het is bijgevolg redelijk verantwoord dat de toegevoegde magistraten,
die, krachtens het voormelde artikel 86bis, reeds waren benoemd « per die, krachtens het voormelde artikel 86bis, reeds waren benoemd « per
rechtsgebied van het hof van beroep of van het arbeidshof », niet meer rechtsgebied van het hof van beroep of van het arbeidshof », niet meer
de weddebijslag genieten die ertoe strekte de aan hun ambt verbonden de weddebijslag genieten die ertoe strekte de aan hun ambt verbonden
nadelen te compenseren, en dat ondanks het behoud, door de bestreden nadelen te compenseren, en dat ondanks het behoud, door de bestreden
wet, van een zekere mobiliteit. Daarentegen blijven de gewezen wet, van een zekere mobiliteit. Daarentegen blijven de gewezen
korpschefs, hoofdgriffiers en hoofdsecretarissen krachtens de korpschefs, hoofdgriffiers en hoofdsecretarissen krachtens de
artikelen 154, 158 en 159 van de bestreden wet bijzondere artikelen 154, 158 en 159 van de bestreden wet bijzondere
verantwoordelijkheden uitoefenen bij de nieuwe korpschefs, verantwoordelijkheden uitoefenen bij de nieuwe korpschefs,
hoofdgriffiers of hoofdsecretarissen. Het is dan ook niet onredelijk hoofdgriffiers of hoofdsecretarissen. Het is dan ook niet onredelijk
om hun weddebijslag te behouden. om hun weddebijslag te behouden.
B.5. De toetsing van de bestreden maatregelen aan de artikelen 10 en B.5. De toetsing van de bestreden maatregelen aan de artikelen 10 en
11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het
rechtszekerheidsbeginsel, leidt niet tot een andere conclusie. rechtszekerheidsbeginsel, leidt niet tot een andere conclusie.
Wanneer de wetgever meent dat een beleidsverandering noodzakelijk is, Wanneer de wetgever meent dat een beleidsverandering noodzakelijk is,
kan hij immers beslissen daaraan een onmiddellijk gevolg te geven en kan hij immers beslissen daaraan een onmiddellijk gevolg te geven en
in beginsel is hij niet ertoe gehouden te voorzien in een in beginsel is hij niet ertoe gehouden te voorzien in een
overgangsregeling. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn slechts overgangsregeling. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn slechts
geschonden indien de ontstentenis van een overgangsmaatregel leidt tot geschonden indien de ontstentenis van een overgangsmaatregel leidt tot
een verschil in behandeling waarvoor geen redelijke verantwoording een verschil in behandeling waarvoor geen redelijke verantwoording
bestaat of indien aan het vertrouwensbeginsel op buitensporige wijze bestaat of indien aan het vertrouwensbeginsel op buitensporige wijze
afbreuk wordt gedaan. Het vertrouwensbeginsel is nauw verbonden met afbreuk wordt gedaan. Het vertrouwensbeginsel is nauw verbonden met
het rechtszekerheidsbeginsel, dat de wetgever verbiedt om zonder het rechtszekerheidsbeginsel, dat de wetgever verbiedt om zonder
objectieve en redelijke verantwoording afbreuk te doen aan het belang objectieve en redelijke verantwoording afbreuk te doen aan het belang
van de rechtsonderhorigen om in staat te zijn de rechtsgevolgen van van de rechtsonderhorigen om in staat te zijn de rechtsgevolgen van
hun handelingen te voorzien. hun handelingen te voorzien.
De bestreden bepaling is evenwel redelijk verantwoord om de in B.4 De bestreden bepaling is evenwel redelijk verantwoord om de in B.4
uiteengezette redenen. Daarenboven raakt de afschaffing van een uiteengezette redenen. Daarenboven raakt de afschaffing van een
weddebijslag het vertrouwensbeginsel niet op buitensporige wijze weddebijslag het vertrouwensbeginsel niet op buitensporige wijze
wanneer het ambt waarvoor die weddebijslag werd toegekend, is wanneer het ambt waarvoor die weddebijslag werd toegekend, is
verdwenen en wanneer het statuut van de magistraten die hem genoten, verdwenen en wanneer het statuut van de magistraten die hem genoten,
substantieel is gewijzigd bij de bestreden bepalingen, ook gelet op de substantieel is gewijzigd bij de bestreden bepalingen, ook gelet op de
nadelen die die weddebijslag compenseerde. nadelen die die weddebijslag compenseerde.
B.6. Het enige middel is niet gegrond. B.6. Het enige middel is niet gegrond.
Om die redenen, Om die redenen,
het Hof het Hof
verwerpt het beroep. verwerpt het beroep.
Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits,
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op
het Grondwettelijk Hof, op 29 oktober 2015. het Grondwettelijk Hof, op 29 oktober 2015.
De griffier, De griffier,
F. Meersschaut F. Meersschaut
De voorzitter, De voorzitter,
J. Spreutels J. Spreutels
^
Etaamb.be maakt gebruik van cookies
Etaamb.be gebruikt cookies om uw taalvoorkeur te onthouden en om beter te begrijpen hoe etaamb.be gebruikt wordt.
DoorgaanMeer details
x