← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 74/2015 van 28 mei 2015 Rolnummer : 5881 In zake : de prejudiciële
vraag over artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte
aansprakelijkheidsverzekering inzake motorr Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters
J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...)"
Uittreksel uit arrest nr. 74/2015 van 28 mei 2015 Rolnummer : 5881 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorr Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...) | Uittreksel uit arrest nr. 74/2015 van 28 mei 2015 Rolnummer : 5881 In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorr Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
Uittreksel uit arrest nr. 74/2015 van 28 mei 2015 | Uittreksel uit arrest nr. 74/2015 van 28 mei 2015 |
Rolnummer : 5881 | Rolnummer : 5881 |
In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis, § 1, tweede lid, | In zake : de prejudiciële vraag over artikel 29bis, § 1, tweede lid, |
van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte | van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte |
aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, zoals dat artikel | aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, zoals dat artikel |
werd gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 19 januari 2001 tot | werd gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 19 januari 2001 tot |
wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake | wijziging van diverse bepalingen betreffende de regeling inzake |
automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke | automatische vergoeding van de schade, geleden door zwakke |
weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen, gesteld door de | weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen, gesteld door de |
Politierechtbank te Dinant. | Politierechtbank te Dinant. |
Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de | samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke, T. | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, E. Derycke, T. |
Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de | Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de |
griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. | griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. |
Spreutels, | Spreutels, |
wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Bij vonnis van 24 maart 2014 in zake Stéphanie Lenoir, handelend zowel | Bij vonnis van 24 maart 2014 in zake Stéphanie Lenoir, handelend zowel |
uit eigen naam als in haar hoedanigheid van wettelijke bewindvoerster | uit eigen naam als in haar hoedanigheid van wettelijke bewindvoerster |
van haar minderjarige kinderen Zaccaria, Sofiann en Rania El Hajjaji, | van haar minderjarige kinderen Zaccaria, Sofiann en Rania El Hajjaji, |
en Alexandre Lenoir, tegen de nv van publiek recht « Nationale | en Alexandre Lenoir, tegen de nv van publiek recht « Nationale |
Maatschappij der Belgische Spoorwegen » en de nv van publiek recht « | Maatschappij der Belgische Spoorwegen » en de nv van publiek recht « |
Infrabel », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen | Infrabel », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen |
op 25 maart 2014, heeft de Politierechtbank te Dinant de volgende | op 25 maart 2014, heeft de Politierechtbank te Dinant de volgende |
prejudiciële vraag gesteld : | prejudiciële vraag gesteld : |
« Schendt artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de wet van 21 november | « Schendt artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de wet van 21 november |
1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake | 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake |
motorrijtuigen, gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001, in die zin | motorrijtuigen, gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001, in die zin |
geïnterpreteerd dat het de verkeersongevallen die zich voordoen op een | geïnterpreteerd dat het de verkeersongevallen die zich voordoen op een |
spoorweg die volledig is afgezonderd van het verkeer op de plaatsen | spoorweg die volledig is afgezonderd van het verkeer op de plaatsen |
bedoeld in artikel 2, § 1, van dezelfde wet maar die wordt gebruikt | bedoeld in artikel 2, § 1, van dezelfde wet maar die wordt gebruikt |
door een persoon die daartoe uitdrukkelijk is gemachtigd in het raam | door een persoon die daartoe uitdrukkelijk is gemachtigd in het raam |
van zijn werk, niet uitsluit van de regeling inzake automatische | van zijn werk, niet uitsluit van de regeling inzake automatische |
vergoeding, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ». | vergoeding, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 29bis, § 1, van | B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 29bis, § 1, van |
de wet van 21 november 1989 « betreffende de verplichte | de wet van 21 november 1989 « betreffende de verplichte |
aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen », zoals gewijzigd | aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen », zoals gewijzigd |
bij de wet van 19 januari 2001 « tot wijziging van diverse bepalingen | bij de wet van 19 januari 2001 « tot wijziging van diverse bepalingen |
betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, | betreffende de regeling inzake automatische vergoeding van de schade, |
geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen » | geleden door zwakke weggebruikers en passagiers van motorrijtuigen » |
(hierna : wet van 21 november 1989), dat bepaalt : | (hierna : wet van 21 november 1989), dat bepaalt : |
« Bij een verkeersongeval waarbij een of meer motorrijtuigen betrokken | « Bij een verkeersongeval waarbij een of meer motorrijtuigen betrokken |
zijn, op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, wordt, met | zijn, op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, wordt, met |
uitzondering van de stoffelijke schade en de schade geleden door de | uitzondering van de stoffelijke schade en de schade geleden door de |
bestuurder van elk van de betrokken motorrijtuigen, alle schade | bestuurder van elk van de betrokken motorrijtuigen, alle schade |
geleden door de slachtoffers en hun rechthebbenden en voortvloeiend | geleden door de slachtoffers en hun rechthebbenden en voortvloeiend |
uit lichamelijke letsels of het overlijden, met inbegrip van de | uit lichamelijke letsels of het overlijden, met inbegrip van de |
kledijschade, hoofdelijk vergoed door de verzekeraars die de | kledijschade, hoofdelijk vergoed door de verzekeraars die de |
aansprakelijkheid van de eigenaar, de bestuurder of de houder van de | aansprakelijkheid van de eigenaar, de bestuurder of de houder van de |
motorrijtuigen overeenkomstig deze wet dekken. Deze bepaling is ook | motorrijtuigen overeenkomstig deze wet dekken. Deze bepaling is ook |
van toepassing indien de schade opzettelijk werd veroorzaakt door de | van toepassing indien de schade opzettelijk werd veroorzaakt door de |
bestuurder. | bestuurder. |
Bij een verkeersongeval waarbij een motorrijtuig is betrokken dat aan | Bij een verkeersongeval waarbij een motorrijtuig is betrokken dat aan |
spoorstaven is gebonden, rust de verplichting tot schadevergoeding die | spoorstaven is gebonden, rust de verplichting tot schadevergoeding die |
in het voorgaande lid is bepaald, op de eigenaar van het motorrijtuig. | in het voorgaande lid is bepaald, op de eigenaar van het motorrijtuig. |
[...] ». | [...] ». |
De vraag heeft meer bepaald betrekking op het tweede lid van die | De vraag heeft meer bepaald betrekking op het tweede lid van die |
bepaling. | bepaling. |
B.2. Het ongeval dat aan de oorsprong ligt van het geschil voor de | B.2. Het ongeval dat aan de oorsprong ligt van het geschil voor de |
verwijzende rechter betreft een arbeider die door een trein werd | verwijzende rechter betreft een arbeider die door een trein werd |
aangereden terwijl hij werkzaamheden uitvoerde op een spoorweg met het | aangereden terwijl hij werkzaamheden uitvoerde op een spoorweg met het |
oog op de vervanging van houten dwarsliggers door betonnen | oog op de vervanging van houten dwarsliggers door betonnen |
dwarsliggers. | dwarsliggers. |
Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid na te gaan, met de artikelen | Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid na te gaan, met de artikelen |
10 en 11 van de Grondwet, van artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de | 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 29bis, § 1, tweede lid, van de |
wet van 21 november 1989 in die interpretatie dat die bepaling de | wet van 21 november 1989 in die interpretatie dat die bepaling de |
verkeersongevallen op een spoorweg die volledig afgezonderd is van het | verkeersongevallen op een spoorweg die volledig afgezonderd is van het |
verkeer op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, van dezelfde wet, | verkeer op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, van dezelfde wet, |
maar die wordt gebruikt door een persoon die daartoe uitdrukkelijk is | maar die wordt gebruikt door een persoon die daartoe uitdrukkelijk is |
gemachtigd in het kader van zijn werk, niet zou uitsluiten van de | gemachtigd in het kader van zijn werk, niet zou uitsluiten van de |
daarin bepaalde regeling van de automatische vergoeding. | daarin bepaalde regeling van de automatische vergoeding. |
B.3.1. Bij zijn arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 heeft het Hof voor | B.3.1. Bij zijn arrest nr. 35/2012 van 8 maart 2012 heeft het Hof voor |
recht gezegd dat de in het geding zijnde bepaling, in zoverre zij de | recht gezegd dat de in het geding zijnde bepaling, in zoverre zij de |
verkeersongevallen waarbij een trein betrokken is die rijdt op een | verkeersongevallen waarbij een trein betrokken is die rijdt op een |
spoorweg die volledig is afgezonderd van het verkeer op de plaatsen | spoorweg die volledig is afgezonderd van het verkeer op de plaatsen |
bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 21 november 1989, niet | bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 21 november 1989, niet |
uitsluit van de regeling inzake automatische schadevergoeding, de | uitsluit van de regeling inzake automatische schadevergoeding, de |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. |
De zaak die aanleiding heeft gegeven tot dat arrest, had betrekking op | De zaak die aanleiding heeft gegeven tot dat arrest, had betrekking op |
een ongeval met een voetganger die zich op of in de nabijheid van een | een ongeval met een voetganger die zich op of in de nabijheid van een |
spoorweg bevond en die door een trein is aangereden, terwijl die | spoorweg bevond en die door een trein is aangereden, terwijl die |
laatste reed op een plaats waar de spoorweg volledig afgezonderd was | laatste reed op een plaats waar de spoorweg volledig afgezonderd was |
van de voor het verkeer opengestelde wegen. | van de voor het verkeer opengestelde wegen. |
B.3.2. In de zaak voor de verwijzende rechter was het slachtoffer van | B.3.2. In de zaak voor de verwijzende rechter was het slachtoffer van |
het ongeval ertoe gemachtigd zich te bevinden op de spoorweg in het | het ongeval ertoe gemachtigd zich te bevinden op de spoorweg in het |
kader van zijn werk. Zoals de verwijzende rechter immers aangeeft, | kader van zijn werk. Zoals de verwijzende rechter immers aangeeft, |
bepaalt artikel 5, 3°, van het koninklijk besluit van 20 december 2007 | bepaalt artikel 5, 3°, van het koninklijk besluit van 20 december 2007 |
houdende reglement van de politie op de spoorwegen dat het voor al wie | houdende reglement van de politie op de spoorwegen dat het voor al wie |
niet behoort tot het daartoe aangewezen personeel van de betrokken | niet behoort tot het daartoe aangewezen personeel van de betrokken |
spoorwegonderneming, van de infrastructuurbeheerder of van de | spoorwegonderneming, van de infrastructuurbeheerder of van de |
stationbeheerder verboden is de gedeelten van de | stationbeheerder verboden is de gedeelten van de |
spoorweginfrastructuur waar de aanwezigheid van het publiek niet is | spoorweginfrastructuur waar de aanwezigheid van het publiek niet is |
toegelaten, te betreden of er zich te bevinden, behoudens | toegelaten, te betreden of er zich te bevinden, behoudens |
schriftelijke en voorafgaande toestemming van de | schriftelijke en voorafgaande toestemming van de |
infrastructuurbeheerder. | infrastructuurbeheerder. |
B.3.3. De hypothese van een ongeval met betrekking tot die categorie | B.3.3. De hypothese van een ongeval met betrekking tot die categorie |
van slachtoffers verschilt van die van een ongeval met een voetganger | van slachtoffers verschilt van die van een ongeval met een voetganger |
die zich bevindt op of in de nabijheid van het spoor zonder daartoe | die zich bevindt op of in de nabijheid van het spoor zonder daartoe |
gemachtigd te zijn. | gemachtigd te zijn. |
B.4.1. In haar memorie voert de NMBS aan dat het door het slachtoffer | B.4.1. In haar memorie voert de NMBS aan dat het door het slachtoffer |
van het ongeval gelopen risico een beroepsrisico zou zijn louter omdat | van het ongeval gelopen risico een beroepsrisico zou zijn louter omdat |
het werkzaamheden moest verrichten, en geen risico in verband met het | het werkzaamheden moest verrichten, en geen risico in verband met het |
verkeer. Bijgevolg zou het vergoedingsstelsel moeten worden toegepast | verkeer. Bijgevolg zou het vergoedingsstelsel moeten worden toegepast |
waarin bundel 572 van het algemeen reglement personeel en sociale | waarin bundel 572 van het algemeen reglement personeel en sociale |
zaken voorziet, die een stelsel voor de vergoeding van | zaken voorziet, die een stelsel voor de vergoeding van |
arbeidsongevallen invoert dat vergelijkbaar is met datgene dat is | arbeidsongevallen invoert dat vergelijkbaar is met datgene dat is |
geregeld bij de arbeidsongevallenwetten van 3 juli 1967 en van 10 | geregeld bij de arbeidsongevallenwetten van 3 juli 1967 en van 10 |
april 1971, respectievelijk in de overheidssector en in de | april 1971, respectievelijk in de overheidssector en in de |
privésector. | privésector. |
B.4.2. Het staat aan de verwijzende rechter de bepalingen vast te | B.4.2. Het staat aan de verwijzende rechter de bepalingen vast te |
stellen die op het aan hem voorgelegde geschil van toepassing zijn; de | stellen die op het aan hem voorgelegde geschil van toepassing zijn; de |
partijen zijn niet ertoe gemachtigd die keuze ter discussie te stellen | partijen zijn niet ertoe gemachtigd die keuze ter discussie te stellen |
voor het Hof. Het Hof zou zich overigens enkel van een antwoord op de | voor het Hof. Het Hof zou zich overigens enkel van een antwoord op de |
gestelde vraag kunnen onthouden indien het antwoord op die vraag | gestelde vraag kunnen onthouden indien het antwoord op die vraag |
klaarblijkelijk niet nuttig zou zijn voor de oplossing van dat | klaarblijkelijk niet nuttig zou zijn voor de oplossing van dat |
geschil. | geschil. |
B.4.3. Artikel 14bis van de wet van 3 juli 1967 betreffende de | B.4.3. Artikel 14bis van de wet van 3 juli 1967 betreffende de |
preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor | preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor |
ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de | ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de |
overheidssector bepaalt : | overheidssector bepaalt : |
« § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 29bis van de wet van 21 | « § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 29bis van de wet van 21 |
november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering | november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering |
inzake motorrijtuigen, blijven de in artikel 1 bedoelde rechtspersonen | inzake motorrijtuigen, blijven de in artikel 1 bedoelde rechtspersonen |
of instellingen alsook degenen die de in artikel 1bis bedoelde | of instellingen alsook degenen die de in artikel 1bis bedoelde |
personeelscategorieën tewerkstellen verplicht de uit deze wet | personeelscategorieën tewerkstellen verplicht de uit deze wet |
voortvloeiende vergoedingen en renten uit te betalen. | voortvloeiende vergoedingen en renten uit te betalen. |
§ 2. De overeenkomstig artikel 29bis van de voormelde wet van 21 | § 2. De overeenkomstig artikel 29bis van de voormelde wet van 21 |
november 1989 toegekende vergoeding, die geen betrekking kan hebben op | november 1989 toegekende vergoeding, die geen betrekking kan hebben op |
de vergoeding van de lichamelijke schade zoals zij gedekt is door deze | de vergoeding van de lichamelijke schade zoals zij gedekt is door deze |
wet, mag samengevoegd worden met de krachtens deze wet toegekende | wet, mag samengevoegd worden met de krachtens deze wet toegekende |
vergoedingen. | vergoedingen. |
[...] ». | [...] ». |
Artikel 48bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 bepaalt : | Artikel 48bis van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 bepaalt : |
« § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 29bis van de wet van 21 | « § 1. Onverminderd de bepalingen van artikel 29bis van de wet van 21 |
november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering | november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering |
inzake motorrijtuigen, is de verzekeringsonderneming verplicht de | inzake motorrijtuigen, is de verzekeringsonderneming verplicht de |
vergoedingen die voortvloeien uit deze wet te betalen binnen de in de | vergoedingen die voortvloeien uit deze wet te betalen binnen de in de |
artikelen 41 en 42 gestelde termijnen. | artikelen 41 en 42 gestelde termijnen. |
§ 2. De overeenkomstig artikel 29bis van de voornoemde wet van 21 | § 2. De overeenkomstig artikel 29bis van de voornoemde wet van 21 |
november 1989 toegekende vergoeding, die geen betrekking kan hebben op | november 1989 toegekende vergoeding, die geen betrekking kan hebben op |
de vergoeding van de lichamelijke schade zoals zij gedekt is door deze | de vergoeding van de lichamelijke schade zoals zij gedekt is door deze |
wet, mag samengevoegd worden met de krachtens deze wet toegekende | wet, mag samengevoegd worden met de krachtens deze wet toegekende |
vergoedingen ». | vergoedingen ». |
B.4.4. Uit de hiervoor aangehaalde bepalingen blijkt dat zij van | B.4.4. Uit de hiervoor aangehaalde bepalingen blijkt dat zij van |
toepassing zijn zonder afbreuk te doen aan het in het geding zijnde | toepassing zijn zonder afbreuk te doen aan het in het geding zijnde |
artikel 29bis en dat de op grond van dat laatste artikel toegekende | artikel 29bis en dat de op grond van dat laatste artikel toegekende |
vergoeding kan worden gecumuleerd met de vergoedingen die voortvloeien | vergoeding kan worden gecumuleerd met de vergoedingen die voortvloeien |
uit die bepalingen. | uit die bepalingen. |
B.4.5. De exceptie wordt verworpen. | B.4.5. De exceptie wordt verworpen. |
B.5. Bij zijn arrest nr. 93/2006 van 7 juni 2006 heeft het Hof | B.5. Bij zijn arrest nr. 93/2006 van 7 juni 2006 heeft het Hof |
geoordeeld dat, in tegenstelling tot artikel 29bis, § 1, eerste lid, | geoordeeld dat, in tegenstelling tot artikel 29bis, § 1, eerste lid, |
het tweede lid van die bepaling de erbij ingevoerde | het tweede lid van die bepaling de erbij ingevoerde |
schadevergoedingsregeling niet beperkt tot de plaatsen bedoeld in | schadevergoedingsregeling niet beperkt tot de plaatsen bedoeld in |
artikel 2, § 1, zijnde de openbare weg, de terreinen die toegankelijk | artikel 2, § 1, zijnde de openbare weg, de terreinen die toegankelijk |
zijn voor het publiek en de terreinen die slechts toegankelijk zijn | zijn voor het publiek en de terreinen die slechts toegankelijk zijn |
voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen. | voor een zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen. |
Volgens het arrest van 11 januari 2010 van het Hof van Cassatie, Arr. | Volgens het arrest van 11 januari 2010 van het Hof van Cassatie, Arr. |
Cass., 2010, nr. 17, « [blijkt] uit de parlementaire voorbereiding van | Cass., 2010, nr. 17, « [blijkt] uit de parlementaire voorbereiding van |
de wet van 19 januari 2001 [...] dat de wetgever doelt op elk ongeval | de wet van 19 januari 2001 [...] dat de wetgever doelt op elk ongeval |
waarbij een aan spoorstaven gebonden motorrijtuig betrokken is en | waarbij een aan spoorstaven gebonden motorrijtuig betrokken is en |
waarvan een zwakke weggebruiker het slachtoffer was, ongeacht de | waarvan een zwakke weggebruiker het slachtoffer was, ongeacht de |
plaats waar een dergelijk ongeval zich voordoet » en niet enkel op « | plaats waar een dergelijk ongeval zich voordoet » en niet enkel op « |
de ongevallen die zich voordoen op een plaats waar het aan spoorstaven | de ongevallen die zich voordoen op een plaats waar het aan spoorstaven |
gebonden voertuig de openbare weg volgt of dwarst ». | gebonden voertuig de openbare weg volgt of dwarst ». |
B.6. Het mechanisme van de automatische vergoeding van de slachtoffers | B.6. Het mechanisme van de automatische vergoeding van de slachtoffers |
van verkeersongevallen waarin artikel 29bis voorziet, heeft derhalve | van verkeersongevallen waarin artikel 29bis voorziet, heeft derhalve |
een ruimer toepassingsgebied ratione loci wanneer bij het | een ruimer toepassingsgebied ratione loci wanneer bij het |
verkeersongeval een spoorvoertuig is betrokken dan wanneer dat laatste | verkeersongeval een spoorvoertuig is betrokken dan wanneer dat laatste |
niet het geval is. | niet het geval is. |
B.7. In enkele arresten heeft het Hof vastgesteld dat de voorheen | B.7. In enkele arresten heeft het Hof vastgesteld dat de voorheen |
bestaande uitsluiting van de regeling inzake automatische | bestaande uitsluiting van de regeling inzake automatische |
schadevergoeding wanneer bij het verkeersongeval een spoorvoertuig is | schadevergoeding wanneer bij het verkeersongeval een spoorvoertuig is |
betrokken, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. Immers, het | betrokken, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. Immers, het |
gegeven dat spoorvoertuigen in een eigen bedding rijden, kan weliswaar | gegeven dat spoorvoertuigen in een eigen bedding rijden, kan weliswaar |
verantwoorden dat zij in de regel niet onder de toepassing van het | verantwoorden dat zij in de regel niet onder de toepassing van het |
algemeen reglement van de politie op het wegverkeer vallen maar die | algemeen reglement van de politie op het wegverkeer vallen maar die |
vaststelling is niet van dien aard dat op voldoende wijze kan worden | vaststelling is niet van dien aard dat op voldoende wijze kan worden |
aangetoond dat spoorvoertuigen, wanneer zij van de openbare weg | aangetoond dat spoorvoertuigen, wanneer zij van de openbare weg |
gebruik maken of de openbare weg geheel of gedeeltelijk kruisen, een | gebruik maken of de openbare weg geheel of gedeeltelijk kruisen, een |
risico met zich meebrengen dat zodanig kleiner zou zijn dat het | risico met zich meebrengen dat zodanig kleiner zou zijn dat het |
instellen van een fundamenteel verschillende schadevergoedingsregeling | instellen van een fundamenteel verschillende schadevergoedingsregeling |
zou kunnen worden verantwoord (zie de arresten nrs. 92/98, 158/2003 en | zou kunnen worden verantwoord (zie de arresten nrs. 92/98, 158/2003 en |
93/2006). | 93/2006). |
B.8.1. Bij de opheffing van de vastgestelde discriminatie, meer | B.8.1. Bij de opheffing van de vastgestelde discriminatie, meer |
bepaald door bij de wet van 19 januari 2001 de verkeersongevallen | bepaald door bij de wet van 19 januari 2001 de verkeersongevallen |
waarbij een spoorvoertuig is betrokken op te nemen in de in het geding | waarbij een spoorvoertuig is betrokken op te nemen in de in het geding |
zijnde schadevergoedingsregeling, vermocht de wetgever, voor de andere | zijnde schadevergoedingsregeling, vermocht de wetgever, voor de andere |
voertuigen dan spoorvoertuigen, het toepassingsgebied ratione loci van | voertuigen dan spoorvoertuigen, het toepassingsgebied ratione loci van |
artikel 29bis te beperken tot verkeersongevallen die zich voordoen op | artikel 29bis te beperken tot verkeersongevallen die zich voordoen op |
de openbare weg, op een terrein dat toegankelijk is voor het publiek | de openbare weg, op een terrein dat toegankelijk is voor het publiek |
of op een terrein dat slechts toegankelijk is voor een zeker aantal | of op een terrein dat slechts toegankelijk is voor een zeker aantal |
personen die het recht hebben om er te komen. De uitsluiting van de | personen die het recht hebben om er te komen. De uitsluiting van de |
ongevallen op een privéterrein, die werd verantwoord door het risico | ongevallen op een privéterrein, die werd verantwoord door het risico |
van misbruiken en fraude (Parl. St., Kamer, 1999-2000, DOC | van misbruiken en fraude (Parl. St., Kamer, 1999-2000, DOC |
50-2010/005, p. 10), werd niet strijdig bevonden met de artikelen 10 | 50-2010/005, p. 10), werd niet strijdig bevonden met de artikelen 10 |
en 11 van de Grondwet (zie het arrest nr. 158/2002). | en 11 van de Grondwet (zie het arrest nr. 158/2002). |
B.8.2. Wat de spoorvoertuigen betreft, vermocht de wetgever rekening | B.8.2. Wat de spoorvoertuigen betreft, vermocht de wetgever rekening |
te houden met het risico dat zij veroorzaken wanneer zij rijden op | te houden met het risico dat zij veroorzaken wanneer zij rijden op |
plaatsen die niet volledig afgezonderd zijn van de plaatsen bedoeld in | plaatsen die niet volledig afgezonderd zijn van de plaatsen bedoeld in |
artikel 2, § 1, van de in het geding zijnde wet, omdat dat risico | artikel 2, § 1, van de in het geding zijnde wet, omdat dat risico |
vergelijkbaar is met het risico dat wordt veroorzaakt door andere | vergelijkbaar is met het risico dat wordt veroorzaakt door andere |
voertuigen. Dat geldt zelfs wanneer het verkeer op de openbare weg | voertuigen. Dat geldt zelfs wanneer het verkeer op de openbare weg |
tijdelijk verboden is door het neerlaten van veiligheidsbarrières of | tijdelijk verboden is door het neerlaten van veiligheidsbarrières of |
door verkeerslichten bestemd om treinen te laten doorrijden. | door verkeerslichten bestemd om treinen te laten doorrijden. |
B.8.3. Bij zijn voormelde arrest nr. 35/2012 heeft het Hof evenwel | B.8.3. Bij zijn voormelde arrest nr. 35/2012 heeft het Hof evenwel |
geoordeeld dat, wanneer de trein op een spoorweg rijdt die volledig | geoordeeld dat, wanneer de trein op een spoorweg rijdt die volledig |
afgezonderd is van het verkeer op de plaatsen bedoeld in het voormelde | afgezonderd is van het verkeer op de plaatsen bedoeld in het voormelde |
artikel 2, § 1, het risico dat door dat voertuig wordt veroorzaakt | artikel 2, § 1, het risico dat door dat voertuig wordt veroorzaakt |
voor de zwakke weggebruiker, diende te worden beschouwd als wezenlijk | voor de zwakke weggebruiker, diende te worden beschouwd als wezenlijk |
verschillend van het risico dat voor diezelfde weggebruiker wordt | verschillend van het risico dat voor diezelfde weggebruiker wordt |
veroorzaakt door voertuigen die op de in het voormelde artikel 2, § 1, | veroorzaakt door voertuigen die op de in het voormelde artikel 2, § 1, |
bedoelde plaatsen rijden. | bedoelde plaatsen rijden. |
Het heeft daaruit besloten dat, in zoverre zij de eigenaars van | Het heeft daaruit besloten dat, in zoverre zij de eigenaars van |
treinen ertoe verplicht de schade te vergoeden die voortvloeit uit een | treinen ertoe verplicht de schade te vergoeden die voortvloeit uit een |
ongeval dat zich in die omstandigheden heeft voorgedaan, de in het | ongeval dat zich in die omstandigheden heeft voorgedaan, de in het |
geding zijnde bepaling niet redelijk is verantwoord. | geding zijnde bepaling niet redelijk is verantwoord. |
B.8.4. Het feit dat het aan een spoorweg gebonden voertuig zich | B.8.4. Het feit dat het aan een spoorweg gebonden voertuig zich |
bevindt op een plaats die volledig afgezonderd is van de rest van het | bevindt op een plaats die volledig afgezonderd is van de rest van het |
verkeer heeft daarentegen geen enkel gevolg voor het risico dat dat | verkeer heeft daarentegen geen enkel gevolg voor het risico dat dat |
voertuig inhoudt voor de personen die ertoe gemachtigd zijn zich op de | voertuig inhoudt voor de personen die ertoe gemachtigd zijn zich op de |
spoorweg te begeven in het kader van hun werk. Er is derhalve geen | spoorweg te begeven in het kader van hun werk. Er is derhalve geen |
enkele redelijke verantwoording om de verkeersongevallen waarbij een | enkele redelijke verantwoording om de verkeersongevallen waarbij een |
voertuig is betrokken dat op een spoorweg rijdt die volledig | voertuig is betrokken dat op een spoorweg rijdt die volledig |
afgezonderd is van het verkeer op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § | afgezonderd is van het verkeer op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § |
1, van de wet van 21 november 1989, wanneer het slachtoffer van het | 1, van de wet van 21 november 1989, wanneer het slachtoffer van het |
ongeval een persoon is die ertoe gemachtigd is zich op de spoorweg te | ongeval een persoon is die ertoe gemachtigd is zich op de spoorweg te |
begeven in het kader van zijn werk, uit te sluiten van de regeling van | begeven in het kader van zijn werk, uit te sluiten van de regeling van |
de automatische vergoeding die is ingevoerd bij artikel 29bis van | de automatische vergoeding die is ingevoerd bij artikel 29bis van |
dezelfde wet. | dezelfde wet. |
Het is immers niet redelijk verantwoord dat die persoon wordt | Het is immers niet redelijk verantwoord dat die persoon wordt |
uitgesloten van de automatische vergoeding waarin het in het geding | uitgesloten van de automatische vergoeding waarin het in het geding |
zijnde artikel 29bis voorziet, om de enige reden dat, op het ogenblik | zijnde artikel 29bis voorziet, om de enige reden dat, op het ogenblik |
van het ongeval waarvan hij het slachtoffer is, het voertuig rijdt op | van het ongeval waarvan hij het slachtoffer is, het voertuig rijdt op |
een volledig afgezonderde spoorweg, terwijl hij die vergoeding zou | een volledig afgezonderde spoorweg, terwijl hij die vergoeding zou |
kunnen genieten wanneer het voertuig rijdt op de plaatsen die niet | kunnen genieten wanneer het voertuig rijdt op de plaatsen die niet |
volledig zijn afgezonderd van de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, | volledig zijn afgezonderd van de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, |
van de wet van 21 november 1989. | van de wet van 21 november 1989. |
B.9. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.9. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Om die redenen, | Om die redenen, |
het Hof | het Hof |
zegt voor recht : | zegt voor recht : |
In die zin geïnterpreteerd dat het de verkeersongevallen met een | In die zin geïnterpreteerd dat het de verkeersongevallen met een |
voertuig dat rijdt op een spoorweg die volledig afgezonderd is van het | voertuig dat rijdt op een spoorweg die volledig afgezonderd is van het |
verkeer op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 21 | verkeer op de plaatsen bedoeld in artikel 2, § 1, van de wet van 21 |
november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering | november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering |
inzake motorrijtuigen, wanneer het slachtoffer van het ongeval een | inzake motorrijtuigen, wanneer het slachtoffer van het ongeval een |
persoon is die ertoe gemachtigd is zich te begeven op een spoorweg in | persoon is die ertoe gemachtigd is zich te begeven op een spoorweg in |
het kader van zijn werk, niet uitsluit van het stelsel van de | het kader van zijn werk, niet uitsluit van het stelsel van de |
automatische vergoeding, schendt artikel 29bis, § 1, tweede lid, van | automatische vergoeding, schendt artikel 29bis, § 1, tweede lid, van |
dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001, de artikelen | dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 19 januari 2001, de artikelen |
10 en 11 van de Grondwet niet. | 10 en 11 van de Grondwet niet. |
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
op 28 mei 2015. | op 28 mei 2015. |
De griffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | De voorzitter, |
J. Spreutels | J. Spreutels |