← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 99/2014 van 30 juni 2014 Rolnummer : 5611 In zake : de prejudiciële
vragen betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg
te Brussel. Het Grondwettelijk Hof, sa wijst na beraad het volgende arrest : I.
Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging"
| Uittreksel uit arrest nr. 99/2014 van 30 juni 2014 Rolnummer : 5611 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Het Grondwettelijk Hof, sa wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | Uittreksel uit arrest nr. 99/2014 van 30 juni 2014 Rolnummer : 5611 In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Het Grondwettelijk Hof, sa wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 99/2014 van 30 juni 2014 | Uittreksel uit arrest nr. 99/2014 van 30 juni 2014 |
| Rolnummer : 5611 | Rolnummer : 5611 |
| In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1382 van het | In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1382 van het |
| Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te | Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te |
| Brussel. | Brussel. |
| Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
| samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters | samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, de rechters |
| E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. | E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. |
| Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, en, overeenkomstig | Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, en, overeenkomstig |
| artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 60bis van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter M. Bossuyt, bijgestaan door de | Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter M. Bossuyt, bijgestaan door de |
| griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. | griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. |
| Spreutels, | Spreutels, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
| Bij vonnis van 16 januari 2013 in zake de gemeente Schaarbeek tegen de | Bij vonnis van 16 januari 2013 in zake de gemeente Schaarbeek tegen de |
| Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
| ingekomen op 13 maart 2013, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te | ingekomen op 13 maart 2013, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te |
| Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : | Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : |
| 1. « Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin | 1. « Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin |
| geïnterpreteerd dat het, om de aansprakelijkheid van de Staat in het | geïnterpreteerd dat het, om de aansprakelijkheid van de Staat in het |
| geding te brengen wegens fout van een magistraat in de uitoefening van | geding te brengen wegens fout van een magistraat in de uitoefening van |
| zijn rechtsprekend ambt, de inachtneming oplegt van een aan die | zijn rechtsprekend ambt, de inachtneming oplegt van een aan die |
| beslissing voorafgaande uitwissingsvoorwaarde en, bijgevolg, niet | beslissing voorafgaande uitwissingsvoorwaarde en, bijgevolg, niet |
| toepasbaar is wanneer de aansprakelijkheid van de Staat in het geding | toepasbaar is wanneer de aansprakelijkheid van de Staat in het geding |
| wordt gebracht wegens fout van een magistraat in het raam van een | wordt gebracht wegens fout van een magistraat in het raam van een |
| jurisdictionele beslissing die niet vatbaar is voor beroep, de | jurisdictionele beslissing die niet vatbaar is voor beroep, de |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen |
| met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van | met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van |
| de mens, in zoverre, in die zin geïnterpreteerd, het een onverantwoord | de mens, in zoverre, in die zin geïnterpreteerd, het een onverantwoord |
| verschil in het leven zou roepen tussen de personen die het voorwerp | verschil in het leven zou roepen tussen de personen die het voorwerp |
| hebben uitgemaakt van een rechterlijke beslissing die vatbaar is voor | hebben uitgemaakt van een rechterlijke beslissing die vatbaar is voor |
| beroep en diegenen die het voorwerp hebben uitgemaakt van een | beroep en diegenen die het voorwerp hebben uitgemaakt van een |
| rechterlijke beslissing die niet vatbaar is voor beroep ? »; | rechterlijke beslissing die niet vatbaar is voor beroep ? »; |
| 2. « Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin | 2. « Schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin |
| geïnterpreteerd dat, om de aansprakelijkheid van de Staat in het | geïnterpreteerd dat, om de aansprakelijkheid van de Staat in het |
| geding te brengen wegens fout van een magistraat in het raam van een | geding te brengen wegens fout van een magistraat in het raam van een |
| jurisdictionele beslissing, de inachtneming oplegt van een aan die | jurisdictionele beslissing, de inachtneming oplegt van een aan die |
| beslissing voorafgaande uitwissingsvoorwaarde, zelfs wanneer geen | beslissing voorafgaande uitwissingsvoorwaarde, zelfs wanneer geen |
| enkel beroep mogelijk is tegen die beslissing, de artikelen 10 en 11 | enkel beroep mogelijk is tegen die beslissing, de artikelen 10 en 11 |
| van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 | van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 |
| en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in | en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in |
| zoverre, in die zin geïnterpreteerd, het een onverantwoord onderscheid | zoverre, in die zin geïnterpreteerd, het een onverantwoord onderscheid |
| in het leven zou roepen tussen de personen die het voorwerp hebben | in het leven zou roepen tussen de personen die het voorwerp hebben |
| uitgemaakt van een rechterlijke beslissing die vatbaar is voor beroep | uitgemaakt van een rechterlijke beslissing die vatbaar is voor beroep |
| en diegenen die het voorwerp hebben uitgemaakt van een rechterlijke | en diegenen die het voorwerp hebben uitgemaakt van een rechterlijke |
| beslissing die niet vatbaar is voor beroep ? ». | beslissing die niet vatbaar is voor beroep ? ». |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1.1. Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : | B.1.1. Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt : |
| « Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt | « Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt |
| veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, | veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, |
| deze te vergoeden ». | deze te vergoeden ». |
| B.1.2. Opdat de Staat aansprakelijk kan worden gesteld wegens een fout | B.1.2. Opdat de Staat aansprakelijk kan worden gesteld wegens een fout |
| begaan in de uitoefening van de rechtsprekende functie, vereist, in de | begaan in de uitoefening van de rechtsprekende functie, vereist, in de |
| interpretatie van de verwijzende rechter, die bepaling in beginsel dat | interpretatie van de verwijzende rechter, die bepaling in beginsel dat |
| de betwiste handeling door een in kracht van gewijsde gegane | de betwiste handeling door een in kracht van gewijsde gegane |
| beslissing is herroepen, gewijzigd, vernietigd of ingetrokken wegens | beslissing is herroepen, gewijzigd, vernietigd of ingetrokken wegens |
| schending van een gevestigde rechtsnorm. | schending van een gevestigde rechtsnorm. |
| Die interpretatie steunt op de ter zake relevante rechtspraak van het | Die interpretatie steunt op de ter zake relevante rechtspraak van het |
| Hof van Cassatie (Cass., 19 december 1991, Arr. Cass, 1992, nr. 215; 8 | Hof van Cassatie (Cass., 19 december 1991, Arr. Cass, 1992, nr. 215; 8 |
| december 1994, Arr. Cass., 1994, nr. 541; 5 juni 2008, Arr. Cass., | december 1994, Arr. Cass., 1994, nr. 541; 5 juni 2008, Arr. Cass., |
| 2008, nr. 347; 27 juni 2008, Arr. Cass., 2008, nr. 411; 25 maart 2010, | 2008, nr. 347; 27 juni 2008, Arr. Cass., 2008, nr. 411; 25 maart 2010, |
| Arr. Cass., 2010, nr. 219). | Arr. Cass., 2010, nr. 219). |
| Zo heeft het Hof van Cassatie geoordeeld : | Zo heeft het Hof van Cassatie geoordeeld : |
| « Dat in de huidige stand van de wetgeving van de Staat, in de regel, | « Dat in de huidige stand van de wetgeving van de Staat, in de regel, |
| op basis van de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek | op basis van de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek |
| aansprakelijk kan worden verklaard voor de schade ten gevolge van een | aansprakelijk kan worden verklaard voor de schade ten gevolge van een |
| door een rechter of een ambtenaar van het openbaar ministerie begane | door een rechter of een ambtenaar van het openbaar ministerie begane |
| fout, wanneer die magistraat binnen de grenzen van zijn wettelijke | fout, wanneer die magistraat binnen de grenzen van zijn wettelijke |
| bevoegdheden heeft gehandeld of ieder redelijk en voorzichtig mens | bevoegdheden heeft gehandeld of ieder redelijk en voorzichtig mens |
| moet aannemen dat hij binnen die grenzen heeft gehandeld; dat echter, | moet aannemen dat hij binnen die grenzen heeft gehandeld; dat echter, |
| indien die handeling het rechtstreeks voorwerp is van de | indien die handeling het rechtstreeks voorwerp is van de |
| rechtsprekende functie, de vordering tot vergoeding van de schade, in | rechtsprekende functie, de vordering tot vergoeding van de schade, in |
| de regel, echter slechts ontvankelijk is als de litigieuze akte bij | de regel, echter slechts ontvankelijk is als de litigieuze akte bij |
| een in kracht van gewijsde gegane beslissing ingetrokken, gewijzigd, | een in kracht van gewijsde gegane beslissing ingetrokken, gewijzigd, |
| vernietigd of herroepen is wegens schending van een gevestigde | vernietigd of herroepen is wegens schending van een gevestigde |
| rechtsnorm en derhalve geen gezag van gewijsde meer heeft; | rechtsnorm en derhalve geen gezag van gewijsde meer heeft; |
| Dat binnen die grenzen de aansprakelijkheid van de Staat voor de | Dat binnen die grenzen de aansprakelijkheid van de Staat voor de |
| schadeverwekkende handeling van de Rechterlijke Macht niet strijdig is | schadeverwekkende handeling van de Rechterlijke Macht niet strijdig is |
| met de grondwettelijke of wettelijke bepalingen, en evenmin | met de grondwettelijke of wettelijke bepalingen, en evenmin |
| onverenigbaar is met de beginselen van de scheiding der machten en van | onverenigbaar is met de beginselen van de scheiding der machten en van |
| het gezag van het rechterlijk gewijsde; dat die aansprakelijkheid | het gezag van het rechterlijk gewijsde; dat die aansprakelijkheid |
| evenmin onverenigbaar is met de onafhankelijkheid van de Rechterlijke | evenmin onverenigbaar is met de onafhankelijkheid van de Rechterlijke |
| Macht en van de magistraten ervan, die de bepalingen van het | Macht en van de magistraten ervan, die de bepalingen van het |
| Gerechtelijk Wetboek betreffende de procedure van verhaal op de | Gerechtelijk Wetboek betreffende de procedure van verhaal op de |
| rechter willen beschermen, nu die onafhankelijkheid blijkbaar | rechter willen beschermen, nu die onafhankelijkheid blijkbaar |
| voldoende gewaarborgd is door de wettelijke onmogelijkheid om | voldoende gewaarborgd is door de wettelijke onmogelijkheid om |
| magistraten persoonlijk aansprakelijk te stellen buiten de gevallen | magistraten persoonlijk aansprakelijk te stellen buiten de gevallen |
| waarin zij strafrechtelijk zijn veroordeeld en de gevallen waarin | waarin zij strafrechtelijk zijn veroordeeld en de gevallen waarin |
| verhaal op de rechter mogelijk is » (Cass., 19 december 1991, | verhaal op de rechter mogelijk is » (Cass., 19 december 1991, |
| voormeld). | voormeld). |
| « De fout van een magistraat waarvoor de Staat op basis van de | « De fout van een magistraat waarvoor de Staat op basis van de |
| artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk kan | artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek aansprakelijk kan |
| zijn bestaat in de regel in een gedraging die, ofwel neerkomt op een | zijn bestaat in de regel in een gedraging die, ofwel neerkomt op een |
| verkeerd optreden dat moet worden beoordeeld naar de maatstaf van een | verkeerd optreden dat moet worden beoordeeld naar de maatstaf van een |
| normaal zorgvuldig en omzichtig magistraat, die in dezelfde | normaal zorgvuldig en omzichtig magistraat, die in dezelfde |
| omstandigheden verkeert, ofwel, behoudens onoverkomelijke dwaling of | omstandigheden verkeert, ofwel, behoudens onoverkomelijke dwaling of |
| enige andere rechtvaardigingsgrond, een schending inhoudt van een | enige andere rechtvaardigingsgrond, een schending inhoudt van een |
| nationaalrechtelijke norm of van een internationaal verdrag met | nationaalrechtelijke norm of van een internationaal verdrag met |
| rechtstreekse werking in de interne rechtsorde, waarbij de magistraat | rechtstreekse werking in de interne rechtsorde, waarbij de magistraat |
| verplicht is niets te doen of op een bepaalde manier wel iets te doen. | verplicht is niets te doen of op een bepaalde manier wel iets te doen. |
| Wanneer de betwiste handeling, zoals te dezen, bovendien het | Wanneer de betwiste handeling, zoals te dezen, bovendien het |
| rechtstreeks voorwerp is van de rechtsprekende functie, is de Staat in | rechtstreeks voorwerp is van de rechtsprekende functie, is de Staat in |
| de regel alleen aansprakelijk als de litigieuze handeling door een in | de regel alleen aansprakelijk als de litigieuze handeling door een in |
| kracht van gewijsde gegane beslissing is ingetrokken, gewijzigd, | kracht van gewijsde gegane beslissing is ingetrokken, gewijzigd, |
| vernietigd of herroepen wegens schending van een gevestigde | vernietigd of herroepen wegens schending van een gevestigde |
| rechtsnorm. | rechtsnorm. |
| Vóór die intrekking, wijziging, vernietiging of herroeping bestaat er | Vóór die intrekking, wijziging, vernietiging of herroeping bestaat er |
| geen vergoedbare schade. | geen vergoedbare schade. |
| Er anders over beslissen zou het gezag ondermijnen van de | Er anders over beslissen zou het gezag ondermijnen van de |
| rechtsmiddelen en in strijd zijn met de wezenlijke regels van de | rechtsmiddelen en in strijd zijn met de wezenlijke regels van de |
| rechterlijke organisatie en met de opdracht gegeven aan de hoven en | rechterlijke organisatie en met de opdracht gegeven aan de hoven en |
| rechtbanken » (Cass., 5 juni 2008, Arr. Cass., 2008, nr. 349). | rechtbanken » (Cass., 5 juni 2008, Arr. Cass., 2008, nr. 349). |
| B.1.3. Uit de verwijzingsbeslissing en de bewoordingen van de | B.1.3. Uit de verwijzingsbeslissing en de bewoordingen van de |
| prejudiciële vragen blijkt voorts dat de verplichting een voorafgaande | prejudiciële vragen blijkt voorts dat de verplichting een voorafgaande |
| uitwissing van de rechterlijke beslissing te verkrijgen, door de | uitwissing van de rechterlijke beslissing te verkrijgen, door de |
| verwijzende rechter wordt geïnterpreteerd als een voorwaarde voor de | verwijzende rechter wordt geïnterpreteerd als een voorwaarde voor de |
| ontvankelijkheid van de voor hem gebrachte herstelvordering, waarop in | ontvankelijkheid van de voor hem gebrachte herstelvordering, waarop in |
| het onderhavige geval geen enkele uitzondering bestaat. | het onderhavige geval geen enkele uitzondering bestaat. |
| Het is in die interpretatie dat het Hof antwoordt op de prejudiciële | Het is in die interpretatie dat het Hof antwoordt op de prejudiciële |
| vragen. | vragen. |
| B.2.1. Het voor de verwijzende rechter hangende geschil heeft | B.2.1. Het voor de verwijzende rechter hangende geschil heeft |
| betrekking op een aansprakelijkheidsvordering die door de gemeente | betrekking op een aansprakelijkheidsvordering die door de gemeente |
| Schaarbeek tegen de Belgische Staat is gericht wegens vermeende fouten | Schaarbeek tegen de Belgische Staat is gericht wegens vermeende fouten |
| die de Raad van State zou hebben begaan bij het onderzoek van een | die de Raad van State zou hebben begaan bij het onderzoek van een |
| beroep tot herziening dat door die gemeente is ingesteld tegen de | beroep tot herziening dat door die gemeente is ingesteld tegen de |
| beslissing van het Rechtscollege van het Brusselse Hoofdstedelijke | beslissing van het Rechtscollege van het Brusselse Hoofdstedelijke |
| Gewest, dat het beroep van de vernoemde gemeente waarin werd betwist | Gewest, dat het beroep van de vernoemde gemeente waarin werd betwist |
| dat een gemeenteraadslid aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldeed, | dat een gemeenteraadslid aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden voldeed, |
| had verworpen. | had verworpen. |
| Volgens de gemeente Schaarbeek zou de Raad van State zich ten onrechte | Volgens de gemeente Schaarbeek zou de Raad van State zich ten onrechte |
| ervan hebben onthouden een toetsing met volle rechtsmacht uit te | ervan hebben onthouden een toetsing met volle rechtsmacht uit te |
| voeren, zijn beslissing niet correct hebben gemotiveerd en de termijn | voeren, zijn beslissing niet correct hebben gemotiveerd en de termijn |
| bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 15 juli 1956 « tot | bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 15 juli 1956 « tot |
| regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de | regeling van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de |
| Raad van State, in geval van beroep als bedoeld bij artikel 76bis van | Raad van State, in geval van beroep als bedoeld bij artikel 76bis van |
| de gemeentekieswet » hebben geschonden. | de gemeentekieswet » hebben geschonden. |
| Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat, volgens de verwijzende | Uit de verwijzingsbeslissing blijkt dat, volgens de verwijzende |
| rechter, de gemeente Schaarbeek de vernietiging van het arrest van de | rechter, de gemeente Schaarbeek de vernietiging van het arrest van de |
| Raad van State niet kon verkrijgen door de uitoefening van de | Raad van State niet kon verkrijgen door de uitoefening van de |
| beschikbare rechtsmiddelen. | beschikbare rechtsmiddelen. |
| B.2.2. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot dat geval. | B.2.2. Het Hof beperkt zijn onderzoek tot dat geval. |
| B.3.1. Aan het Hof worden vragen gesteld over de bestaanbaarheid van | B.3.1. Aan het Hof worden vragen gesteld over de bestaanbaarheid van |
| artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van | artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van |
| de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met de artikelen | de Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met de artikelen |
| 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in | 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in |
| zoverre die bepaling een onverantwoord verschil in behandeling zou | zoverre die bepaling een onverantwoord verschil in behandeling zou |
| instellen tussen, enerzijds, de slachtoffers van een fout begaan in de | instellen tussen, enerzijds, de slachtoffers van een fout begaan in de |
| uitoefening van de rechtsprekende functie die, tegen de in het geding | uitoefening van de rechtsprekende functie die, tegen de in het geding |
| zijnde rechterlijke beslissing, over daadwerkelijke rechtsmiddelen | zijnde rechterlijke beslissing, over daadwerkelijke rechtsmiddelen |
| beschikken, en, anderzijds, de slachtoffers van een fout begaan in de | beschikken, en, anderzijds, de slachtoffers van een fout begaan in de |
| uitoefening van de rechtsprekende functie die ofwel niet beschikken | uitoefening van de rechtsprekende functie die ofwel niet beschikken |
| over rechtsmiddelen tegen de in het geding zijnde rechterlijke | over rechtsmiddelen tegen de in het geding zijnde rechterlijke |
| beslissing (eerste prejudiciële vraag) ofwel de onregelmatigheid die, | beslissing (eerste prejudiciële vraag) ofwel de onregelmatigheid die, |
| volgens hen, die beslissing nietig maakt, niet nuttig kunnen doen | volgens hen, die beslissing nietig maakt, niet nuttig kunnen doen |
| gelden ter staving van de rechtsmiddelen waarover zij formeel | gelden ter staving van de rechtsmiddelen waarover zij formeel |
| beschikken (tweede prejudiciële vraag). | beschikken (tweede prejudiciële vraag). |
| B.3.2. Het arrest van de Raad van State waarvan sprake voor de | B.3.2. Het arrest van de Raad van State waarvan sprake voor de |
| verwijzende rechter kon, binnen de grenzen bepaald bij artikel 158 van | verwijzende rechter kon, binnen de grenzen bepaald bij artikel 158 van |
| de Grondwet en bij artikel 33 van de gecoördineerde wetten van 12 | de Grondwet en bij artikel 33 van de gecoördineerde wetten van 12 |
| januari 1973 op de Raad van State, het voorwerp uitmaken van een | januari 1973 op de Raad van State, het voorwerp uitmaken van een |
| voorziening in cassatie alsook, binnen de grenzen die respectievelijk | voorziening in cassatie alsook, binnen de grenzen die respectievelijk |
| zijn vastgelegd bij artikel 31 van dezelfde gecoördineerde wetten en | zijn vastgelegd bij artikel 31 van dezelfde gecoördineerde wetten en |
| bij artikel 17 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | bij artikel 17 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Grondwettelijk Hof, het voorwerp uitmaken van een vordering tot | Grondwettelijk Hof, het voorwerp uitmaken van een vordering tot |
| herziening en intrekking. | herziening en intrekking. |
| B.3.3. Daaruit volgt dat de eerste prejudiciële vraag, in zoverre zij | B.3.3. Daaruit volgt dat de eerste prejudiciële vraag, in zoverre zij |
| betrekking heeft op een vergelijking die klaarblijkelijk niet relevant | betrekking heeft op een vergelijking die klaarblijkelijk niet relevant |
| is voor de oplossing van het geschil dat voor de verwijzende rechter | is voor de oplossing van het geschil dat voor de verwijzende rechter |
| hangende is, geen antwoord behoeft. | hangende is, geen antwoord behoeft. |
| B.4.1. In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht twee | B.4.1. In de tweede prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht twee |
| categorieën van slachtoffers van een fout begaan in het kader van de | categorieën van slachtoffers van een fout begaan in het kader van de |
| uitoefening van rechtsprekende functies te vergelijken naargelang zij | uitoefening van rechtsprekende functies te vergelijken naargelang zij |
| al dan niet eenzelfde grief van onwettigheid nuttig kunnen aanvoeren | al dan niet eenzelfde grief van onwettigheid nuttig kunnen aanvoeren |
| in het kader van de rechtsmiddelen die tegen de betwiste rechterlijke | in het kader van de rechtsmiddelen die tegen de betwiste rechterlijke |
| beslissing openstaan. Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, zoals | beslissing openstaan. Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, zoals |
| geïnterpreteerd door de verwijzende rechter, legt de verplichting op | geïnterpreteerd door de verwijzende rechter, legt de verplichting op |
| in beide gevallen de voorafgaande uitwissing van de betwiste | in beide gevallen de voorafgaande uitwissing van de betwiste |
| beslissing te verkrijgen. | beslissing te verkrijgen. |
| Daaruit volgt dat de vergelijking in de prejudiciële vraag in | Daaruit volgt dat de vergelijking in de prejudiciële vraag in |
| werkelijkheid betrekking heeft op de bestaanbaarheid met het beginsel | werkelijkheid betrekking heeft op de bestaanbaarheid met het beginsel |
| van gelijkheid en niet-discriminatie van een identieke behandeling van | van gelijkheid en niet-discriminatie van een identieke behandeling van |
| die beide categorieën van rechtzoekenden. | die beide categorieën van rechtzoekenden. |
| B.4.2. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie verzet zich | B.4.2. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie verzet zich |
| ertegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van de | ertegen dat categorieën van personen, die zich ten aanzien van de |
| beschouwde maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, op | beschouwde maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, op |
| identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke | identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke |
| verantwoording bestaat. | verantwoording bestaat. |
| Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
| rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
| en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het beginsel van |
| gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat | gelijkheid en niet-discriminatie is geschonden wanneer vaststaat dat |
| geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende | geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende |
| middelen en het beoogde doel. | middelen en het beoogde doel. |
| B.5.1. De beperking van de grieven die kunnen leiden tot de | B.5.1. De beperking van de grieven die kunnen leiden tot de |
| verbreking, de intrekking of de herziening van een arrest van de Raad | verbreking, de intrekking of de herziening van een arrest van de Raad |
| van State is als dusdanig niet onredelijk, zelfs indien daaruit volgt | van State is als dusdanig niet onredelijk, zelfs indien daaruit volgt |
| dat bepaalde onregelmatigheden, die zijn begaan naar aanleiding van | dat bepaalde onregelmatigheden, die zijn begaan naar aanleiding van |
| die beslissing, niet kunnen leiden tot de vernietiging ervan. | die beslissing, niet kunnen leiden tot de vernietiging ervan. |
| Het behoort tot de logica zelf van een stelsel van rechtsmiddelen dat, | Het behoort tot de logica zelf van een stelsel van rechtsmiddelen dat, |
| wat de draagwijdte ervan betreft, rekening wordt gehouden met het | wat de draagwijdte ervan betreft, rekening wordt gehouden met het |
| bijzonder gezag van de in laatste aanleg gewezen beslissingen, die in | bijzonder gezag van de in laatste aanleg gewezen beslissingen, die in |
| beginsel door hogere rechtscolleges worden genomen. | beginsel door hogere rechtscolleges worden genomen. |
| B.5.2. Het Hof moet bepalen of de wetgever, door in dergelijke | B.5.2. Het Hof moet bepalen of de wetgever, door in dergelijke |
| omstandigheden de verplichting op te leggen van de voorafgaande | omstandigheden de verplichting op te leggen van de voorafgaande |
| uitwissing van de betwiste rechterlijke beslissing opdat de | uitwissing van de betwiste rechterlijke beslissing opdat de |
| aansprakelijkheid van de Staat in het geding zou kunnen worden | aansprakelijkheid van de Staat in het geding zou kunnen worden |
| gebracht, twee categorieën van slachtoffers die zich in wezenlijk | gebracht, twee categorieën van slachtoffers die zich in wezenlijk |
| verschillende situaties bevinden, zonder redelijke verantwoording op | verschillende situaties bevinden, zonder redelijke verantwoording op |
| dezelfde wijze zou hebben behandeld. | dezelfde wijze zou hebben behandeld. |
| B.6. Gelet op de aard en de gevolgen van de in het geding zijnde | B.6. Gelet op de aard en de gevolgen van de in het geding zijnde |
| maatregel, bevinden de beide categorieën van personen die worden | maatregel, bevinden de beide categorieën van personen die worden |
| vergeleken, zich in wezenlijk verschillende situaties. | vergeleken, zich in wezenlijk verschillende situaties. |
| Alleen de eerste daarvan beschikt immers over een beroep dat het | Alleen de eerste daarvan beschikt immers over een beroep dat het |
| mogelijk maakt daadwerkelijk de vernietiging van de betwiste | mogelijk maakt daadwerkelijk de vernietiging van de betwiste |
| rechterlijke beslissing te verkrijgen. In de interpretatie van de | rechterlijke beslissing te verkrijgen. In de interpretatie van de |
| verwijzende rechter is de voorafgaande uitwissing van die beslissing | verwijzende rechter is de voorafgaande uitwissing van die beslissing |
| echter een noodzakelijke voorwaarde voor het in het geding brengen van | echter een noodzakelijke voorwaarde voor het in het geding brengen van |
| de aansprakelijkheid van de Staat, zelfs wanneer de rechtsmiddelen die | de aansprakelijkheid van de Staat, zelfs wanneer de rechtsmiddelen die |
| tegen die beslissing beschikbaar zijn, het niet mogelijk maken de | tegen die beslissing beschikbaar zijn, het niet mogelijk maken de |
| uitwissing ervan wegens de aangevoerde fout te verkrijgen. | uitwissing ervan wegens de aangevoerde fout te verkrijgen. |
| B.7.1. Uit de door het Hof van Cassatie gegeven interpretatie van | B.7.1. Uit de door het Hof van Cassatie gegeven interpretatie van |
| artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek blijkt dat de voorwaarde van | artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek blijkt dat de voorwaarde van |
| voorafgaande uitwissing van de in het geding zijnde rechterlijke | voorafgaande uitwissing van de in het geding zijnde rechterlijke |
| beslissing ertoe strekt de rechtszekerheid te waarborgen en de | beslissing ertoe strekt de rechtszekerheid te waarborgen en de |
| coherentie van het jurisdictionele bestel te vrijwaren. | coherentie van het jurisdictionele bestel te vrijwaren. |
| B.7.2. Het beginsel van rechtszekerheid, dat inherent is aan de | B.7.2. Het beginsel van rechtszekerheid, dat inherent is aan de |
| interne rechtsorde, alsook aan de rechtsorde van de Europese Unie en | interne rechtsorde, alsook aan de rechtsorde van de Europese Unie en |
| aan het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (zie het arrest | aan het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (zie het arrest |
| nr. 125/2011 van 7 juli 2011, B.5.4), verzet zich ertegen dat een | nr. 125/2011 van 7 juli 2011, B.5.4), verzet zich ertegen dat een |
| geschil tot in het oneindige wordt voortgezet, zij het in andere | geschil tot in het oneindige wordt voortgezet, zij het in andere |
| vormen. De herstelvordering die bij de rechter die uitspraak doet over | vormen. De herstelvordering die bij de rechter die uitspraak doet over |
| de aansprakelijkheid is ingesteld, strekt echter, niettegenstaande de | de aansprakelijkheid is ingesteld, strekt echter, niettegenstaande de |
| vergoedende aard ervan, noodzakelijkerwijs ertoe de in het geding | vergoedende aard ervan, noodzakelijkerwijs ertoe de in het geding |
| zijnde rechterlijke beslissing of de procedure die daartoe heeft | zijnde rechterlijke beslissing of de procedure die daartoe heeft |
| geleid, te betwisten. | geleid, te betwisten. |
| B.7.3. De coherentie van het jurisdictionele bestel verzet zich | B.7.3. De coherentie van het jurisdictionele bestel verzet zich |
| bovendien ertegen dat de door een rechterlijke instantie begane | bovendien ertegen dat de door een rechterlijke instantie begane |
| onwettigheden op een andere wijze worden gesanctioneerd dan door het | onwettigheden op een andere wijze worden gesanctioneerd dan door het |
| aanwenden van de rechtsmiddelen. | aanwenden van de rechtsmiddelen. |
| B.8.1. De coherentie van het jurisdictionele bestel en de | B.8.1. De coherentie van het jurisdictionele bestel en de |
| rechtszekerheid vrijwaren zijn wettige doelstellingen. | rechtszekerheid vrijwaren zijn wettige doelstellingen. |
| B.8.2. In zoverre de in het geding zijnde bepaling het mogelijk maakt | B.8.2. In zoverre de in het geding zijnde bepaling het mogelijk maakt |
| te beletten dat de partij die in een proces in het ongelijk wordt | te beletten dat de partij die in een proces in het ongelijk wordt |
| gesteld, de regelmatigheid van de rechterlijke beslissingen waarbij | gesteld, de regelmatigheid van de rechterlijke beslissingen waarbij |
| zij wordt afgewezen, in voorkomend geval tot in het oneindige, | zij wordt afgewezen, in voorkomend geval tot in het oneindige, |
| betwist, wordt daarmee de doelstelling van rechtszekerheid die men | betwist, wordt daarmee de doelstelling van rechtszekerheid die men |
| ermee wenst te verwezenlijken, op relevante wijze nagestreefd. | ermee wenst te verwezenlijken, op relevante wijze nagestreefd. |
| B.8.3. Daarentegen waarborgt de in het geding zijnde bepaling niet op | B.8.3. Daarentegen waarborgt de in het geding zijnde bepaling niet op |
| voldoende relevante wijze de coherentie van het jurisdictionele | voldoende relevante wijze de coherentie van het jurisdictionele |
| bestel. | bestel. |
| Immers, hoewel een dergelijke doelstelling redelijkerwijs kan worden | Immers, hoewel een dergelijke doelstelling redelijkerwijs kan worden |
| nagestreefd door het verbod dat aan de rechter die uitspraak doet over | nagestreefd door het verbod dat aan de rechter die uitspraak doet over |
| de aansprakelijkheid, is opgelegd om het bestaan van een fout in de | de aansprakelijkheid, is opgelegd om het bestaan van een fout in de |
| beslissing die is aangenomen - of in de rechtspleging die is gevoerd - | beslissing die is aangenomen - of in de rechtspleging die is gevoerd - |
| door een rechterlijke instantie die hiërarchisch hoger staat dan die | door een rechterlijke instantie die hiërarchisch hoger staat dan die |
| rechter of die tot een andere rechtsorde behoort, alleen te | rechter of die tot een andere rechtsorde behoort, alleen te |
| beoordelen, dient te worden vastgesteld dat de | beoordelen, dient te worden vastgesteld dat de |
| aansprakelijkheidsvordering tegen de Staat wegens een fout begaan in | aansprakelijkheidsvordering tegen de Staat wegens een fout begaan in |
| de uitoefening van de rechtsprekende functie ontvankelijk is zodra de | de uitoefening van de rechtsprekende functie ontvankelijk is zodra de |
| betwiste rechterlijke beslissing door een in kracht van gewijsde | betwiste rechterlijke beslissing door een in kracht van gewijsde |
| gegane beslissing is ingetrokken, gewijzigd, vernietigd of herroepen | gegane beslissing is ingetrokken, gewijzigd, vernietigd of herroepen |
| wegens schending van een gevestigde rechtsnorm. | wegens schending van een gevestigde rechtsnorm. |
| Het is daarentegen niet vereist dat de voor de rechter die uitspraak | Het is daarentegen niet vereist dat de voor de rechter die uitspraak |
| doet over de aansprakelijkheid, aangevoerde fout de onwettigheid vormt | doet over de aansprakelijkheid, aangevoerde fout de onwettigheid vormt |
| die de voorafgaande uitwissing van de betwiste rechterlijke beslissing | die de voorafgaande uitwissing van de betwiste rechterlijke beslissing |
| heeft verantwoord (Cass., 27 juni 2008, voormeld). | heeft verantwoord (Cass., 27 juni 2008, voormeld). |
| Meer nog, er is geoordeeld dat een dergelijke | Meer nog, er is geoordeeld dat een dergelijke |
| aansprakelijkheidsvordering ontvankelijk is wanneer de vermeende | aansprakelijkheidsvordering ontvankelijk is wanneer de vermeende |
| foutieve beslissing is ingetrokken, zonder dat enig gebrek is | foutieve beslissing is ingetrokken, zonder dat enig gebrek is |
| vastgesteld dat de wettigheid ervan aantast, voor zover het | vastgesteld dat de wettigheid ervan aantast, voor zover het |
| slachtoffer, wegens die intrekking, « juridisch geen aantoonbaar | slachtoffer, wegens die intrekking, « juridisch geen aantoonbaar |
| belang meer heeft om nog te vragen dat de litigieuze beslissing zou | belang meer heeft om nog te vragen dat de litigieuze beslissing zou |
| worden opzij geschoven » (Cass., 5 juni 2008, Arr. Cass., 2008, nr. | worden opzij geschoven » (Cass., 5 juni 2008, Arr. Cass., 2008, nr. |
| 347). | 347). |
| B.8.4. Niettegenstaande de inachtneming van de voorwaarde inzake de | B.8.4. Niettegenstaande de inachtneming van de voorwaarde inzake de |
| voorafgaande uitwissing van de betwiste rechterlijke beslissing, is | voorafgaande uitwissing van de betwiste rechterlijke beslissing, is |
| het dus niet uitgesloten dat de rechter, die uitspraak doet over de | het dus niet uitgesloten dat de rechter, die uitspraak doet over de |
| aansprakelijkheid zich dient uit te spreken over een onregelmatigheid | aansprakelijkheid zich dient uit te spreken over een onregelmatigheid |
| begaan in de uitoefening van de rechtsprekende functie die niet is | begaan in de uitoefening van de rechtsprekende functie die niet is |
| gesanctioneerd door middel van de uitoefening van de rechtsmiddelen. | gesanctioneerd door middel van de uitoefening van de rechtsmiddelen. |
| B.9.1. Uit de in B.1.2 aangehaalde rechtspraak van het Hof van | B.9.1. Uit de in B.1.2 aangehaalde rechtspraak van het Hof van |
| Cassatie blijkt bovendien dat de in het geding zijnde maatregel ook | Cassatie blijkt bovendien dat de in het geding zijnde maatregel ook |
| ertoe strekt de inachtneming van het gezag van gewijsde te waarborgen | ertoe strekt de inachtneming van het gezag van gewijsde te waarborgen |
| alsook de verplichting op te leggen de beschikbare rechtsmiddelen uit | alsook de verplichting op te leggen de beschikbare rechtsmiddelen uit |
| te putten. | te putten. |
| Die doelstellingen zijn legitiem. Het Hof moet echter voorts in het | Die doelstellingen zijn legitiem. Het Hof moet echter voorts in het |
| bijzonder erop toezien dat zij met de in het geding zijnde maatregel | bijzonder erop toezien dat zij met de in het geding zijnde maatregel |
| op relevante en evenredige wijze worden nagestreefd. | op relevante en evenredige wijze worden nagestreefd. |
| B.9.2. In dat opzicht gaat het feit in alle gevallen te eisen dat een | B.9.2. In dat opzicht gaat het feit in alle gevallen te eisen dat een |
| arrest van de Raad van State uit de juridische ordening verdwenen is | arrest van de Raad van State uit de juridische ordening verdwenen is |
| teneinde het mogelijk te maken dat de Staat aansprakelijk wordt | teneinde het mogelijk te maken dat de Staat aansprakelijk wordt |
| gesteld, verder dan hetgeen noodzakelijk is om de verplichte | gesteld, verder dan hetgeen noodzakelijk is om de verplichte |
| eerbiediging van het beginsel van het gezag van gewijsde te | eerbiediging van het beginsel van het gezag van gewijsde te |
| waarborgen. | waarborgen. |
| Wanneer, zoals in de aan de verwijzende rechter voorgelegde zaak, de | Wanneer, zoals in de aan de verwijzende rechter voorgelegde zaak, de |
| genoemde beslissing slechts een relatief gezag van gewijsde heeft, | genoemde beslissing slechts een relatief gezag van gewijsde heeft, |
| verzet de verplichte eerbiediging van dat gezag in elk geval zich niet | verzet de verplichte eerbiediging van dat gezag in elk geval zich niet |
| ertegen dat een nieuw proces wordt gevoerd waarvan het voorwerp niet | ertegen dat een nieuw proces wordt gevoerd waarvan het voorwerp niet |
| identiek is. | identiek is. |
| B.9.3. De handhaving van de voorwaarde van de voorafgaande uitwissing | B.9.3. De handhaving van de voorwaarde van de voorafgaande uitwissing |
| in gevallen waarin, zoals te dezen, geen enkel rechtsmiddel tegen de | in gevallen waarin, zoals te dezen, geen enkel rechtsmiddel tegen de |
| rechterlijke beslissing doeltreffend was, kan bovendien niet redelijk | rechterlijke beslissing doeltreffend was, kan bovendien niet redelijk |
| worden verantwoord door de doelstelling die erin bestaat ervoor te | worden verantwoord door de doelstelling die erin bestaat ervoor te |
| zorgen dat de beschikbare rechtsmiddelen worden uitgeput. | zorgen dat de beschikbare rechtsmiddelen worden uitgeput. |
| B.10. Daaruit volgt dat de in het geding zijnde bepaling te dezen een | B.10. Daaruit volgt dat de in het geding zijnde bepaling te dezen een |
| relevante maatregel is teneinde de rechtszekerheid te waarborgen. | relevante maatregel is teneinde de rechtszekerheid te waarborgen. |
| B.11. Het Hof dient derhalve nog te beoordelen of de in het geding | B.11. Het Hof dient derhalve nog te beoordelen of de in het geding |
| zijnde bepaling een billijk evenwicht tot stand heeft gebracht tussen | zijnde bepaling een billijk evenwicht tot stand heeft gebracht tussen |
| het recht van het slachtoffer om toegang te hebben tot een rechter | het recht van het slachtoffer om toegang te hebben tot een rechter |
| teneinde de vergoeding van zijn schade te verkrijgen, en het vereiste | teneinde de vergoeding van zijn schade te verkrijgen, en het vereiste |
| van de rechtszekerheid, die de in het geding zijnde bepaling wenst te | van de rechtszekerheid, die de in het geding zijnde bepaling wenst te |
| vrijwaren. | vrijwaren. |
| B.12. Het recht op toegang tot de rechter is niet absoluut. Zo heeft | B.12. Het recht op toegang tot de rechter is niet absoluut. Zo heeft |
| het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat artikel 6 | het Europees Hof voor de Rechten van de Mens geoordeeld dat artikel 6 |
| van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens niet is | van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens niet is |
| geschonden door bepalingen die het slachtoffer van een fout begaan | geschonden door bepalingen die het slachtoffer van een fout begaan |
| door de organen van de Staat in zekere mate beletten de vergoeding van | door de organen van de Staat in zekere mate beletten de vergoeding van |
| zijn schade te verkrijgen, ongeacht of die bepalingen materiële | zijn schade te verkrijgen, ongeacht of die bepalingen materiële |
| beperkingen van het in het geding zijnde burgerlijk recht of zelfs | beperkingen van het in het geding zijnde burgerlijk recht of zelfs |
| echte procedurele hinderpalen voor de verdediging in rechte van dat | echte procedurele hinderpalen voor de verdediging in rechte van dat |
| recht vormen (EHRM, grote kamer, 19 december 2005, Roche t. Verenigd | recht vormen (EHRM, grote kamer, 19 december 2005, Roche t. Verenigd |
| Koninkrijk, §§ 119 e.v.; 28 mei 1985, Ashingdane t. Verenigd | Koninkrijk, §§ 119 e.v.; 28 mei 1985, Ashingdane t. Verenigd |
| Koninkrijk, §§ 59 e.v.; grote kamer, 14 december 2006, Markovic t. | Koninkrijk, §§ 59 e.v.; grote kamer, 14 december 2006, Markovic t. |
| Italië, §§ 92 e.v.). | Italië, §§ 92 e.v.). |
| B.13.1. Ten aanzien van het belang van de doelstellingen die ermee | B.13.1. Ten aanzien van het belang van de doelstellingen die ermee |
| worden nagestreefd, kan ervan worden uitgegaan dat met de in het | worden nagestreefd, kan ervan worden uitgegaan dat met de in het |
| geding zijnde bepaling op algemene wijze een billijk evenwicht tussen | geding zijnde bepaling op algemene wijze een billijk evenwicht tussen |
| de op het spel staande belangen tot stand is gebracht door te vereisen | de op het spel staande belangen tot stand is gebracht door te vereisen |
| dat de Staat niet aansprakelijk kan worden gesteld zolang de betwiste | dat de Staat niet aansprakelijk kan worden gesteld zolang de betwiste |
| rechterlijke beslissing niet is uitgewist door middel van de | rechterlijke beslissing niet is uitgewist door middel van de |
| beschikbare rechtsmiddelen. | beschikbare rechtsmiddelen. |
| B.13.2. Wanneer, zoals te dezen, de aangevoerde fout is begaan door | B.13.2. Wanneer, zoals te dezen, de aangevoerde fout is begaan door |
| een in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie en wanneer | een in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie en wanneer |
| die fout, wegens de beperkte rechtsmiddelen, niet kan leiden tot de | die fout, wegens de beperkte rechtsmiddelen, niet kan leiden tot de |
| herroeping, de vernietiging, de wijziging of de intrekking van haar | herroeping, de vernietiging, de wijziging of de intrekking van haar |
| beslissing, wordt het slachtoffer echter tegelijkertijd het recht om | beslissing, wordt het slachtoffer echter tegelijkertijd het recht om |
| de Staat aansprakelijk te stellen en de mogelijkheid om de vermeende | de Staat aansprakelijk te stellen en de mogelijkheid om de vermeende |
| onregelmatigheid die door die rechtsprekende instantie zou zijn begaan | onregelmatigheid die door die rechtsprekende instantie zou zijn begaan |
| aan een jurisdictionele beoordeling te onderwerpen, ontzegd. | aan een jurisdictionele beoordeling te onderwerpen, ontzegd. |
| Het Hof dient te bepalen of een dergelijk gevolg, dat eigen is aan de | Het Hof dient te bepalen of een dergelijk gevolg, dat eigen is aan de |
| fout begaan door een in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke | fout begaan door een in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke |
| instantie, evenredig is ten opzichte van de nagestreefde doelstelling. | instantie, evenredig is ten opzichte van de nagestreefde doelstelling. |
| B.14. Bij ontstentenis van elke kans om de onregelmatigheid, die | B.14. Bij ontstentenis van elke kans om de onregelmatigheid, die |
| zogenaamd zou zijn begaan door de in laatste aanleg rechtsprekende | zogenaamd zou zijn begaan door de in laatste aanleg rechtsprekende |
| rechterlijke instantie, door middel van de beschikbare rechtsmiddelen | rechterlijke instantie, door middel van de beschikbare rechtsmiddelen |
| te laten sanctioneren, is het recht voor de persoon die zich door die | te laten sanctioneren, is het recht voor de persoon die zich door die |
| onregelmatigheid geschaad acht, om een aansprakelijkheidsvordering in | onregelmatigheid geschaad acht, om een aansprakelijkheidsvordering in |
| te stellen, in een rechtsstaat van des te crucialer belang. | te stellen, in een rechtsstaat van des te crucialer belang. |
| Immers, het is precies in een dergelijk geval - wanneer er geen | Immers, het is precies in een dergelijk geval - wanneer er geen |
| dienstige rechtsmiddelen bestaan aan het eind waarvan de betwiste | dienstige rechtsmiddelen bestaan aan het eind waarvan de betwiste |
| beslissing kan worden vernietigd, hetgeen het meestal mogelijk maakt | beslissing kan worden vernietigd, hetgeen het meestal mogelijk maakt |
| de schade van de bij die beslissing afgewezen partij, ten minste | de schade van de bij die beslissing afgewezen partij, ten minste |
| grotendeels, te vermijden of te herstellen - dat het recht om een | grotendeels, te vermijden of te herstellen - dat het recht om een |
| herstelvordering in te stellen - laatste redmiddel om niet de | herstelvordering in te stellen - laatste redmiddel om niet de |
| genoegdoening voor zijn aanspraak voor de rechterlijke instantie | genoegdoening voor zijn aanspraak voor de rechterlijke instantie |
| waarvan de beslissing wordt bekritiseerd, maar enkel een | waarvan de beslissing wordt bekritiseerd, maar enkel een |
| schadeloosstelling te verkrijgen - het meest noodzakelijk is. | schadeloosstelling te verkrijgen - het meest noodzakelijk is. |
| B.15. Zolang de betwiste beslissing niet is uitgewist, kan het feit te | B.15. Zolang de betwiste beslissing niet is uitgewist, kan het feit te |
| beletten dat het slachtoffer van een fout begaan door een in laatste | beletten dat het slachtoffer van een fout begaan door een in laatste |
| aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie in de uitoefening van | aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie in de uitoefening van |
| haar rechtsprekende functie, de aansprakelijkheid van de Staat in het | haar rechtsprekende functie, de aansprakelijkheid van de Staat in het |
| geding kan brengen, ten opzichte van de nagestreefde doelstelling | geding kan brengen, ten opzichte van de nagestreefde doelstelling |
| onevenredige gevolgen met zich meebrengen. | onevenredige gevolgen met zich meebrengen. |
| B.16. De noodzaak een evenwicht tussen het rechtszekerheidsbeginsel, | B.16. De noodzaak een evenwicht tussen het rechtszekerheidsbeginsel, |
| enerzijds, en het recht op toegang tot de rechter, anderzijds, te | enerzijds, en het recht op toegang tot de rechter, anderzijds, te |
| vrijwaren vereist echter dat de Staat slechts aansprakelijk kan worden | vrijwaren vereist echter dat de Staat slechts aansprakelijk kan worden |
| gesteld indien de in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke | gesteld indien de in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke |
| instantie in de uitoefening van haar rechtsprekende functie een | instantie in de uitoefening van haar rechtsprekende functie een |
| voldoende gekwalificeerde schending begaat van de toepasselijke | voldoende gekwalificeerde schending begaat van de toepasselijke |
| rechtsregels. | rechtsregels. |
| B.17. In dat opzicht dient erop te worden gewezen dat de | B.17. In dat opzicht dient erop te worden gewezen dat de |
| onmogelijkheid om ten laste van de Staat de vergoeding te verkrijgen | onmogelijkheid om ten laste van de Staat de vergoeding te verkrijgen |
| van een door een in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke | van een door een in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke |
| instantie begane lichtere fout zolang de in het geding zijnde | instantie begane lichtere fout zolang de in het geding zijnde |
| beslissing niet is uitgewist, geen onevenredige aantasting van het | beslissing niet is uitgewist, geen onevenredige aantasting van het |
| recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel, zoals het is gewaarborgd bij | recht op een daadwerkelijk rechtsmiddel, zoals het is gewaarborgd bij |
| de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag voor de rechten van de |
| mens, met zich meebrengt. | mens, met zich meebrengt. |
| B.18.1. Zonder dat het noodzakelijk is zich af te vragen of het voor | B.18.1. Zonder dat het noodzakelijk is zich af te vragen of het voor |
| de verwijzende rechter hangende geschil betrekking heeft op een recht, | de verwijzende rechter hangende geschil betrekking heeft op een recht, |
| dat - wat meer is - van burgerlijke aard is, in de zin van artikel 6 | dat - wat meer is - van burgerlijke aard is, in de zin van artikel 6 |
| van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (zie in dat | van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (zie in dat |
| verband echter EHRM, grote kamer, 19 oktober 2005, Roche t. Verenigd | verband echter EHRM, grote kamer, 19 oktober 2005, Roche t. Verenigd |
| Koninkrijk, §§ 116 e.v.; beslissing, 13 oktober 2009, Panjeheighalehei | Koninkrijk, §§ 116 e.v.; beslissing, 13 oktober 2009, Panjeheighalehei |
| t. Denemarken), volstaat het immers vast te stellen dat het door dat | t. Denemarken), volstaat het immers vast te stellen dat het door dat |
| artikel gewaarborgde recht op toegang tot de rechter niet absoluut is | artikel gewaarborgde recht op toegang tot de rechter niet absoluut is |
| en, zoals in B.12 in herinnering is gebracht, impliciet aanvaarde | en, zoals in B.12 in herinnering is gebracht, impliciet aanvaarde |
| grenzen kent. | grenzen kent. |
| Tot die aanvaardbare beperkingen behoren de maatregelen waarbij aan | Tot die aanvaardbare beperkingen behoren de maatregelen waarbij aan |
| sommige slachtoffers het recht wordt ontzegd om vergoeding te | sommige slachtoffers het recht wordt ontzegd om vergoeding te |
| verkrijgen voor de schade veroorzaakt door een fout van de overheid | verkrijgen voor de schade veroorzaakt door een fout van de overheid |
| voor zover « een hele reeks van burgerlijke rechtsvorderingen » niet « | voor zover « een hele reeks van burgerlijke rechtsvorderingen » niet « |
| aan de bevoegdheid van de rechtbanken » is onttrokken en voor zover « | aan de bevoegdheid van de rechtbanken » is onttrokken en voor zover « |
| uitgebreide groepen of categorieën van personen » niet « van elke | uitgebreide groepen of categorieën van personen » niet « van elke |
| burgerrechtelijke aansprakelijkheid » zijn vrijgesteld (EHRM, grote | burgerrechtelijke aansprakelijkheid » zijn vrijgesteld (EHRM, grote |
| kamer, 14 december 2006 voormeld, § 97). | kamer, 14 december 2006 voormeld, § 97). |
| B.18.2. De regel krachtens welke, zolang de betwiste beslissing niet | B.18.2. De regel krachtens welke, zolang de betwiste beslissing niet |
| is uitgewist, alleen de voldoende gekwalificeerde schending, door een | is uitgewist, alleen de voldoende gekwalificeerde schending, door een |
| in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie, van de | in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie, van de |
| toepasselijke rechtsregels, het mogelijk maakt de Staat aansprakelijk | toepasselijke rechtsregels, het mogelijk maakt de Staat aansprakelijk |
| te stellen wegens een fout begaan in de uitoefening van de | te stellen wegens een fout begaan in de uitoefening van de |
| rechtsprekende functie, beperkt zich echter ertoe « de contouren te | rechtsprekende functie, beperkt zich echter ertoe « de contouren te |
| preciseren van de delictuele aansprakelijkheid » van de Staat (ibid., | preciseren van de delictuele aansprakelijkheid » van de Staat (ibid., |
| § 112) zonder « een onschendbaarheid, in de feiten of in de praktijk, | § 112) zonder « een onschendbaarheid, in de feiten of in de praktijk, |
| » te verankeren « wegens het vermeend absolute of algemene karakter | » te verankeren « wegens het vermeend absolute of algemene karakter |
| ervan », aangezien hij « slechts » betrekking heeft « op één aspect | ervan », aangezien hij « slechts » betrekking heeft « op één aspect |
| van de uitoefening van de bevoegdheden en plichten van de overheid en | van de uitoefening van de bevoegdheden en plichten van de overheid en |
| niet in die zin kan worden beschouwd dat hij tot gevolg heeft gehad | niet in die zin kan worden beschouwd dat hij tot gevolg heeft gehad |
| een hele reeks van burgerlijke rechtsvorderingen willekeurig aan de | een hele reeks van burgerlijke rechtsvorderingen willekeurig aan de |
| bevoegdheid van de rechtbanken te onttrekken » (EHRM, grote kamer, 10 | bevoegdheid van de rechtbanken te onttrekken » (EHRM, grote kamer, 10 |
| mei 2001, Z en anderen t. Verenigd Koninkrijk, § 98). | mei 2001, Z en anderen t. Verenigd Koninkrijk, § 98). |
| Ten aanzien van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van | Ten aanzien van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van |
| de mens beperkt die regel zich dus ertoe « de omvang van de controle | de mens beperkt die regel zich dus ertoe « de omvang van de controle |
| die een rechter kan uitoefenen op » een jurisdictionele handeling te | die een rechter kan uitoefenen op » een jurisdictionele handeling te |
| beperken. | beperken. |
| B.19. Wat vervolgens de inachtneming van artikel 13 van het Europees | B.19. Wat vervolgens de inachtneming van artikel 13 van het Europees |
| Verdrag voor de rechten van de mens betreft, wijst het Hof allereerst | Verdrag voor de rechten van de mens betreft, wijst het Hof allereerst |
| erop dat de voor de verwijzende rechter bekritiseerde beslissing van | erop dat de voor de verwijzende rechter bekritiseerde beslissing van |
| de Raad van State betrekking heeft op een betwisting van electorale | de Raad van State betrekking heeft op een betwisting van electorale |
| aard, die buiten het toepassingsgebied van artikel 6 van het Europees | aard, die buiten het toepassingsgebied van artikel 6 van het Europees |
| Verdrag valt. | Verdrag valt. |
| Zonder dat het noodzakelijk is te bepalen of een ander van de bij het | Zonder dat het noodzakelijk is te bepalen of een ander van de bij het |
| Europees Verdrag voor de rechten van de mens of de Aanvullende | Europees Verdrag voor de rechten van de mens of de Aanvullende |
| Protocollen ervan gewaarborgde rechten kon zijn geschonden door de in | Protocollen ervan gewaarborgde rechten kon zijn geschonden door de in |
| het geding zijnde beslissing van de Raad van State, volstaat het | het geding zijnde beslissing van de Raad van State, volstaat het |
| bovendien vast te stellen dat de procedurele waarborgen ten aanzien | bovendien vast te stellen dat de procedurele waarborgen ten aanzien |
| van de toegang tot een daadwerkelijk rechtsmiddel, vervat in artikel | van de toegang tot een daadwerkelijk rechtsmiddel, vervat in artikel |
| 13 van het Europees Verdrag, minder strikt zijn dan die welke zijn | 13 van het Europees Verdrag, minder strikt zijn dan die welke zijn |
| vastgelegd bij artikel 6 van het Verdrag en dat ze dus in elk geval | vastgelegd bij artikel 6 van het Verdrag en dat ze dus in elk geval |
| niet door de in het geding zijnde bepaling zoals geïnterpreteerd in | niet door de in het geding zijnde bepaling zoals geïnterpreteerd in |
| B.16 kunnen zijn geschonden (EHRM, 12 januari 2010, Grieks-katholieke | B.16 kunnen zijn geschonden (EHRM, 12 januari 2010, Grieks-katholieke |
| parochie Sâmbata Bihor t. Roemenië, § 85; 15 juli 2003, Ernst en | parochie Sâmbata Bihor t. Roemenië, § 85; 15 juli 2003, Ernst en |
| anderen t. België, §§ 80-81). | anderen t. België, §§ 80-81). |
| B.20.1. Hoewel een lichte fout even aanzienlijke schade met zich kan | B.20.1. Hoewel een lichte fout even aanzienlijke schade met zich kan |
| meebrengen als een zware fout, dient ten aanzien van de afzonderlijk | meebrengen als een zware fout, dient ten aanzien van de afzonderlijk |
| gelezen artikelen 10 en 11 van de Grondwet rekening te worden gehouden | gelezen artikelen 10 en 11 van de Grondwet rekening te worden gehouden |
| met de beslissende rol die de in laatste aanleg rechtsprekende | met de beslissende rol die de in laatste aanleg rechtsprekende |
| rechterlijke instanties spelen in de interpretatie en de toepassing | rechterlijke instanties spelen in de interpretatie en de toepassing |
| van het recht en met het bijzondere gezag dat aan hun beslissingen | van het recht en met het bijzondere gezag dat aan hun beslissingen |
| wordt toegekend. | wordt toegekend. |
| Het nastreven van een billijk evenwicht tussen het | Het nastreven van een billijk evenwicht tussen het |
| rechtszekerheidsbeginsel, enerzijds, en het recht op toegang tot de | rechtszekerheidsbeginsel, enerzijds, en het recht op toegang tot de |
| rechter, anderzijds, kan aldus verantwoorden dat het recht op de | rechter, anderzijds, kan aldus verantwoorden dat het recht op de |
| volledige vergoeding van de schade veroorzaakt door een fout begaan | volledige vergoeding van de schade veroorzaakt door een fout begaan |
| door een in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie in de | door een in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie in de |
| uitoefening van haar rechtsprekende functie slechts wordt gewaarborgd, | uitoefening van haar rechtsprekende functie slechts wordt gewaarborgd, |
| zonder de voorafgaande uitwissing van de betwiste rechterlijke | zonder de voorafgaande uitwissing van de betwiste rechterlijke |
| beslissing te vereisen, indien de rechterlijke instantie op voldoende | beslissing te vereisen, indien de rechterlijke instantie op voldoende |
| gekwalificeerde wijze een toepasselijke rechtsregel heeft geschonden. | gekwalificeerde wijze een toepasselijke rechtsregel heeft geschonden. |
| B.20.2. Vereisen dat de fout begaan door de in laatste aanleg | B.20.2. Vereisen dat de fout begaan door de in laatste aanleg |
| rechtsprekende rechterlijke instantie, aantoonbaar en ernstig is, | rechtsprekende rechterlijke instantie, aantoonbaar en ernstig is, |
| maakt het bovendien mogelijk het risico op vergissingen te verminderen | maakt het bovendien mogelijk het risico op vergissingen te verminderen |
| bij de rechter die uitspraak doet over de aansprakelijkheid en die | bij de rechter die uitspraak doet over de aansprakelijkheid en die |
| ermee is belast de onwettigheid van de beslissing die is genomen, of | ermee is belast de onwettigheid van de beslissing die is genomen, of |
| van de procedure die is gevolgd door een in laatste aanleg uitspraak | van de procedure die is gevolgd door een in laatste aanleg uitspraak |
| doende rechterlijke instantie alleen te beoordelen, vergissingen die | doende rechterlijke instantie alleen te beoordelen, vergissingen die |
| zelf aanleiding zouden kunnen geven tot een opeenvolging van | zelf aanleiding zouden kunnen geven tot een opeenvolging van |
| aansprakelijkheidsvorderingen. | aansprakelijkheidsvorderingen. |
| B.21. Rekening houdend met de noodzaak om de waarborgen die zijn | B.21. Rekening houdend met de noodzaak om de waarborgen die zijn |
| toegekend door het recht van de Europese Unie, enerzijds, en door het | toegekend door het recht van de Europese Unie, enerzijds, en door het |
| interne recht, anderzijds, te harmoniseren, houdt het Hof rekening met | interne recht, anderzijds, te harmoniseren, houdt het Hof rekening met |
| de rechtspraak van het Hof van Justitie, krachtens welke de in laatste | de rechtspraak van het Hof van Justitie, krachtens welke de in laatste |
| aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie die een bepaling van het | aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie die een bepaling van het |
| recht van de Europese Unie op voldoende gekwalificeerde wijze schendt | recht van de Europese Unie op voldoende gekwalificeerde wijze schendt |
| die ten doel heeft aan de particulieren rechten te verlenen, de Staat | die ten doel heeft aan de particulieren rechten te verlenen, de Staat |
| aansprakelijk maakt tegenover de particulier die aantoont dat die | aansprakelijk maakt tegenover de particulier die aantoont dat die |
| schending hem een nadeel heeft berokkend, waarbij de voorwaarden voor | schending hem een nadeel heeft berokkend, waarbij de voorwaarden voor |
| de ontvankelijkheid van een dergelijke vordering, die door de | de ontvankelijkheid van een dergelijke vordering, die door de |
| lidstaten kunnen worden bepaald in het kader van hun procedurele | lidstaten kunnen worden bepaald in het kader van hun procedurele |
| autonomie, bovendien de uitoefening van een dergelijk voorrecht niet « | autonomie, bovendien de uitoefening van een dergelijk voorrecht niet « |
| in de praktijk onmogelijk of uiterst moeilijk » mogen maken (zie HvJ, | in de praktijk onmogelijk of uiterst moeilijk » mogen maken (zie HvJ, |
| 30 september 2003, Köbler, C-224/01, punten 34, 47 en 53-59, en, over | 30 september 2003, Köbler, C-224/01, punten 34, 47 en 53-59, en, over |
| de grenzen van de procedurele autonomie van de lidstaten, HvJ, 12 | de grenzen van de procedurele autonomie van de lidstaten, HvJ, 12 |
| december 2013, Test Claimants in the Franked Investment Income Group | december 2013, Test Claimants in the Franked Investment Income Group |
| Litigation, C-362/12, punten 31-32). | Litigation, C-362/12, punten 31-32). |
| B.22. Het Hof van Justitie dat moest preciseren wat het verstond onder | B.22. Het Hof van Justitie dat moest preciseren wat het verstond onder |
| een voldoende gekwalificeerde schending van de rechtsregels van de | een voldoende gekwalificeerde schending van de rechtsregels van de |
| Unie, heeft geoordeeld : | Unie, heeft geoordeeld : |
| « Om te bepalen of aan die voorwaarde is voldaan, dient de nationale | « Om te bepalen of aan die voorwaarde is voldaan, dient de nationale |
| rechter bij wie een schadevordering aanhangig is, rekening te houden | rechter bij wie een schadevordering aanhangig is, rekening te houden |
| met alle elementen die de aan hem voorgelegde situatie kenmerken. | met alle elementen die de aan hem voorgelegde situatie kenmerken. |
| Die elementen zijn onder meer : de mate van duidelijkheid en | Die elementen zijn onder meer : de mate van duidelijkheid en |
| nauwkeurigheid van de geschonden regel, de vraag of de schending | nauwkeurigheid van de geschonden regel, de vraag of de schending |
| opzettelijk is begaan, de al dan niet verschoonbaarheid van de | opzettelijk is begaan, de al dan niet verschoonbaarheid van de |
| rechtsdwaling, het eventueel door een gemeenschapsinstelling ingenomen | rechtsdwaling, het eventueel door een gemeenschapsinstelling ingenomen |
| standpunt en de schending door de betrokken rechter van zijn | standpunt en de schending door de betrokken rechter van zijn |
| verplichting om op grond van artikel 234, derde alinea, EG, een | verplichting om op grond van artikel 234, derde alinea, EG, een |
| prejudiciële vraag te stellen. | prejudiciële vraag te stellen. |
| In ieder geval is een schending van het gemeenschapsrecht voldoende | In ieder geval is een schending van het gemeenschapsrecht voldoende |
| gekwalificeerd, wanneer 's Hofs rechtspraak op het gebied bij het | gekwalificeerd, wanneer 's Hofs rechtspraak op het gebied bij het |
| nemen van de betrokken beslissing kennelijk is miskend (zie, in deze | nemen van de betrokken beslissing kennelijk is miskend (zie, in deze |
| zin, arrest Brasserie du pêcheur en Factortame, reeds aangehaald, punt | zin, arrest Brasserie du pêcheur en Factortame, reeds aangehaald, punt |
| 57) » (HvJ, 30 september 2003 voormeld, punten 54-56; grote kamer, 13 | 57) » (HvJ, 30 september 2003 voormeld, punten 54-56; grote kamer, 13 |
| juni 2006, Traghetti del Mediterraneo, C-173/03, punt 32). | juni 2006, Traghetti del Mediterraneo, C-173/03, punt 32). |
| Teneinde het gelijkheidsbeginsel in acht te nemen, staat het aan de | Teneinde het gelijkheidsbeginsel in acht te nemen, staat het aan de |
| aansprakelijkheidsrechter rekening te houden met dergelijke elementen | aansprakelijkheidsrechter rekening te houden met dergelijke elementen |
| teneinde te bepalen of de door een in laatste aanleg rechtsprekende | teneinde te bepalen of de door een in laatste aanleg rechtsprekende |
| rechterlijke instantie gemaakte fout, buiten de toepassingssfeer van | rechterlijke instantie gemaakte fout, buiten de toepassingssfeer van |
| het recht van de Europese Unie, een voldoende gekwalificeerde | het recht van de Europese Unie, een voldoende gekwalificeerde |
| schending vormt van de toepasselijke rechtsregels. | schending vormt van de toepasselijke rechtsregels. |
| B.23. Daaruit volgt dat artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek niet | B.23. Daaruit volgt dat artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek niet |
| bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de | bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de |
| interpretatie volgens welke het, zolang de in het geding zijnde | interpretatie volgens welke het, zolang de in het geding zijnde |
| rechterlijke beslissing niet is ingetrokken, herroepen, gewijzigd of | rechterlijke beslissing niet is ingetrokken, herroepen, gewijzigd of |
| vernietigd, het niet mogelijk maakt de Staat aansprakelijk te stellen | vernietigd, het niet mogelijk maakt de Staat aansprakelijk te stellen |
| wegens een fout begaan in de uitoefening van haar rechtsprekende | wegens een fout begaan in de uitoefening van haar rechtsprekende |
| functie door een rechterlijke instantie die in laatste aanleg | functie door een rechterlijke instantie die in laatste aanleg |
| uitspraak heeft gedaan, wanneer die rechterlijke instantie de | uitspraak heeft gedaan, wanneer die rechterlijke instantie de |
| toepasselijke rechtsregels op voldoende gekwalificeerde wijze heeft | toepasselijke rechtsregels op voldoende gekwalificeerde wijze heeft |
| geschonden terwijl die fout, gelet op de beperkte rechtsmiddelen die | geschonden terwijl die fout, gelet op de beperkte rechtsmiddelen die |
| tegen die beslissing openstaan, het niet mogelijk maakt de | tegen die beslissing openstaan, het niet mogelijk maakt de |
| vernietiging ervan te verkrijgen. | vernietiging ervan te verkrijgen. |
| B.24. Het Hof doet echter opmerken dat de in het geding zijnde | B.24. Het Hof doet echter opmerken dat de in het geding zijnde |
| bepaling een andere interpretatie kan krijgen volgens welke het feit | bepaling een andere interpretatie kan krijgen volgens welke het feit |
| dat de betwiste beslissing niet is ingetrokken, herroepen, gewijzigd | dat de betwiste beslissing niet is ingetrokken, herroepen, gewijzigd |
| of vernietigd niet tot gevolg heeft te beletten dat de rechter die | of vernietigd niet tot gevolg heeft te beletten dat de rechter die |
| uitspraak doet over de aansprakelijkheid de Staat kan veroordelen | uitspraak doet over de aansprakelijkheid de Staat kan veroordelen |
| wegens een fout begaan door een rechterlijke instantie in de | wegens een fout begaan door een rechterlijke instantie in de |
| uitoefening van haar rechtsprekende functie en die in laatste aanleg | uitoefening van haar rechtsprekende functie en die in laatste aanleg |
| uitspraak heeft gedaan, wanneer die fout een voldoende gekwalificeerde | uitspraak heeft gedaan, wanneer die fout een voldoende gekwalificeerde |
| schending vormt van de toepasselijke rechtsregels en wanneer die fout, | schending vormt van de toepasselijke rechtsregels en wanneer die fout, |
| gelet op de beperkte rechtsmiddelen die tegen de genoemde beslissing | gelet op de beperkte rechtsmiddelen die tegen de genoemde beslissing |
| openstaan, het niet mogelijk maakt de vernietiging ervan te | openstaan, het niet mogelijk maakt de vernietiging ervan te |
| verkrijgen. | verkrijgen. |
| B.25. In die interpretatie is de in het geding zijnde bepaling | B.25. In die interpretatie is de in het geding zijnde bepaling |
| bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in | bestaanbaar met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in |
| samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag | samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 van het Europees Verdrag |
| voor de rechten van de mens. | voor de rechten van de mens. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| zegt voor recht : | zegt voor recht : |
| - Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en | - Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en |
| 11 van de Grondwet indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het | 11 van de Grondwet indien het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het |
| belet dat de Staat aansprakelijk kan worden gesteld wegens een fout | belet dat de Staat aansprakelijk kan worden gesteld wegens een fout |
| begaan in de uitoefening van de rechtsprekende functie door een | begaan in de uitoefening van de rechtsprekende functie door een |
| rechterlijke instantie die in laatste aanleg uitspraak heeft gedaan, | rechterlijke instantie die in laatste aanleg uitspraak heeft gedaan, |
| zolang die beslissing niet is ingetrokken, herroepen, gewijzigd of | zolang die beslissing niet is ingetrokken, herroepen, gewijzigd of |
| vernietigd, zelfs al bestaat die fout in een voldoende gekwalificeerde | vernietigd, zelfs al bestaat die fout in een voldoende gekwalificeerde |
| schending van de toepasselijke rechtsregels en zelfs al maakt die | schending van de toepasselijke rechtsregels en zelfs al maakt die |
| fout, gelet op de beperkte rechtsmiddelen die tegen de genoemde | fout, gelet op de beperkte rechtsmiddelen die tegen de genoemde |
| beslissing openstaan, het niet mogelijk de vernietiging ervan te | beslissing openstaan, het niet mogelijk de vernietiging ervan te |
| verkrijgen. | verkrijgen. |
| - Dezelfde bepaling schendt niet de artikelen 10 en 11 van de | - Dezelfde bepaling schendt niet de artikelen 10 en 11 van de |
| Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 | Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6 en 13 |
| van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, indien zij in | van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, indien zij in |
| die zin wordt geïnterpreteerd dat zij niet belet dat de Staat | die zin wordt geïnterpreteerd dat zij niet belet dat de Staat |
| aansprakelijk kan worden gesteld wegens een fout begaan in de | aansprakelijk kan worden gesteld wegens een fout begaan in de |
| uitoefening van de rechtsprekende functie door een rechterlijke | uitoefening van de rechtsprekende functie door een rechterlijke |
| instantie die in laatste aanleg uitspraak heeft gedaan, zolang die | instantie die in laatste aanleg uitspraak heeft gedaan, zolang die |
| beslissing niet is ingetrokken, herroepen, gewijzigd of vernietigd, | beslissing niet is ingetrokken, herroepen, gewijzigd of vernietigd, |
| wanneer die fout bestaat in een voldoende gekwalificeerde schending | wanneer die fout bestaat in een voldoende gekwalificeerde schending |
| van de toepasselijke rechtsregels en wanneer die fout, gelet op de | van de toepasselijke rechtsregels en wanneer die fout, gelet op de |
| beperkte rechtsmiddelen die tegen de genoemde beslissing openstaan, | beperkte rechtsmiddelen die tegen de genoemde beslissing openstaan, |
| het niet mogelijk maakt de vernietiging ervan te verkrijgen. | het niet mogelijk maakt de vernietiging ervan te verkrijgen. |
| Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel | Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel |
| 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, | 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, |
| op 30 juni 2014. | op 30 juni 2014. |
| De griffier, | De griffier, |
| F. Meersschaut | F. Meersschaut |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| J. Spreutels | J. Spreutels |