Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 142/2012 van 14 november 2012 Rolnummer 5313 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 3 van de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen van het ja Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 142/2012 van 14 november 2012 Rolnummer 5313 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 3 van de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen van het ja Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...) Uittreksel uit arrest nr. 142/2012 van 14 november 2012 Rolnummer 5313 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 3 van de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen van het ja Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechter(...)
GRONDWETTELIJK HOF GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 142/2012 van 14 november 2012 Uittreksel uit arrest nr. 142/2012 van 14 november 2012
Rolnummer 5313 Rolnummer 5313
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 3 van de wet van 28 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 3 van de wet van 28
juli 2011 tot wijziging van de wet van 4 december 2007 betreffende de juli 2011 tot wijziging van de wet van 4 december 2007 betreffende de
sociale verkiezingen van het jaar 2008, van de artikelen 2 en 3 van de sociale verkiezingen van het jaar 2008, van de artikelen 2 en 3 van de
wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 4 december 2007 tot wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 4 december 2007 tot
regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de
procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008, en van procedure aangaande de sociale verkiezingen van het jaar 2008, en van
artikel 2, vierde lid, van de wet van 28 juli 2011 tot bepaling van de artikel 2, vierde lid, van de wet van 28 juli 2011 tot bepaling van de
drempel van toepassing voor de instelling van de ondernemingsraden of drempel van toepassing voor de instelling van de ondernemingsraden of
de vernieuwing van hun leden ter gelegenheid van de sociale de vernieuwing van hun leden ter gelegenheid van de sociale
verkiezingen van het jaar 2012, ingesteld door de Nationale verkiezingen van het jaar 2012, ingesteld door de Nationale
Confederatie van het Kaderpersoneel (NCK) en anderen. Confederatie van het Kaderpersoneel (NCK) en anderen.
Het Grondwettelijk Hof, Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de
rechters E. De Groot, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey rechters E. De Groot, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey
en F. Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder en F. Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt,
wijst na beraad het volgende arrest : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 17 februari Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 17 februari
2012 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 2012 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20
februari 2012, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 3 van februari 2012, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 3 van
de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 4 december 2007 de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 4 december 2007
betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 (bekendgemaakt betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 (bekendgemaakt
in het Belgisch Staatsblad van 12 september 2011), van de artikelen 2 in het Belgisch Staatsblad van 12 september 2011), van de artikelen 2
en 3 van de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 4 en 3 van de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 4
december 2007 tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in december 2007 tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in
het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van het
jaar 2008 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 september jaar 2008 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 12 september
2011) en van artikel 2, vierde lid, van de wet van 28 juli 2011 tot 2011) en van artikel 2, vierde lid, van de wet van 28 juli 2011 tot
bepaling van de drempel van toepassing voor de instelling van de bepaling van de drempel van toepassing voor de instelling van de
ondernemingsraden of de vernieuwing van hun leden ter gelegenheid van ondernemingsraden of de vernieuwing van hun leden ter gelegenheid van
de sociale verkiezingen van het jaar 2012 (bekendgemaakt in het de sociale verkiezingen van het jaar 2012 (bekendgemaakt in het
Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2011) door de Nationale Belgisch Staatsblad van 31 augustus 2011) door de Nationale
Confederatie van het Kaderpersoneel (NCK), met zetel te 1030 Brussel, Confederatie van het Kaderpersoneel (NCK), met zetel te 1030 Brussel,
Lambermontlaan 171, de vzw « Inforcadre », met zetel te 1030 Brussel, Lambermontlaan 171, de vzw « Inforcadre », met zetel te 1030 Brussel,
Lambermontlaan 171, Herman Claus, wonende te 2060 Antwerpen, Wetstraat Lambermontlaan 171, Herman Claus, wonende te 2060 Antwerpen, Wetstraat
51, Karim Amezouj, wonende te 1853 Strombeek-Bever, Strombeeklinde 51, Karim Amezouj, wonende te 1853 Strombeek-Bever, Strombeeklinde
106, Michel Barin, wonende te 4470 Saint-Georges, rue Basse Marquet 106, Michel Barin, wonende te 4470 Saint-Georges, rue Basse Marquet
130, Serge Bodart, wonende te 5000 Namen, rue Jean Ciparisse 13, Erwin 130, Serge Bodart, wonende te 5000 Namen, rue Jean Ciparisse 13, Erwin
Boeynaems, wonende te 3900 Overpelt, Tennislaan 16, Marc Boone, Boeynaems, wonende te 3900 Overpelt, Tennislaan 16, Marc Boone,
wonende te 8310 Sint-Kruis (Brugge), Gemeneweideweg Noord 14, Vincent wonende te 8310 Sint-Kruis (Brugge), Gemeneweideweg Noord 14, Vincent
Borreman, wonende te 1730 Asse, Asbeekstraat 6, Alain Bosmans, wonende Borreman, wonende te 1730 Asse, Asbeekstraat 6, Alain Bosmans, wonende
te 6120 Jamioulx, rue François Vandamme 46, Kris Boucquez, wonende te te 6120 Jamioulx, rue François Vandamme 46, Kris Boucquez, wonende te
9990 Maldegem, Jef Tinellaan 17, Frédéric Boulet, wonende te 7940 9990 Maldegem, Jef Tinellaan 17, Frédéric Boulet, wonende te 7940
Cambron-Casteau, rue Notre-Dame 33, Jean Bours, wonende te 4960 Cambron-Casteau, rue Notre-Dame 33, Jean Bours, wonende te 4960
Malmedy, rue Martin Legros 1c, Hugo Brausch, wonende te 9120 Kemzeke, Malmedy, rue Martin Legros 1c, Hugo Brausch, wonende te 9120 Kemzeke,
Kleine Dauwstraat 16, Pierre Bulens, wonende te 1400 Nijvel, rue du Kleine Dauwstraat 16, Pierre Bulens, wonende te 1400 Nijvel, rue du
Paradis 31A, François Carette, wonende te 1200 Brussel, Paradis 31A, François Carette, wonende te 1200 Brussel,
Tramontanegaarde 16, Donato Castrignano, wonende te 6280 Gerpinnes, Tramontanegaarde 16, Donato Castrignano, wonende te 6280 Gerpinnes,
rue du Sondage 6, Eric Cloet, wonende te 8510 Marke, Cannaertstraat rue du Sondage 6, Eric Cloet, wonende te 8510 Marke, Cannaertstraat
54, Peter Comhaire, wonende te 2540 Hove, Patrijzenlaan 31, Jean-Marc 54, Peter Comhaire, wonende te 2540 Hove, Patrijzenlaan 31, Jean-Marc
Coos, wonende te 6850 Paliseul, route de Framont 29, Luc Cosijns, Coos, wonende te 6850 Paliseul, route de Framont 29, Luc Cosijns,
wonende te 1640 Sint-Genesius-Rode, Turkooislaan 39, Bernard Cremer, wonende te 1640 Sint-Genesius-Rode, Turkooislaan 39, Bernard Cremer,
wonende te 9130 Kieldrecht, Laagland 1, Stephane Cunin, wonende te wonende te 9130 Kieldrecht, Laagland 1, Stephane Cunin, wonende te
5330 Maillen, rue de Lustin 11, Robert Cuvelier, wonende te 1150 5330 Maillen, rue de Lustin 11, Robert Cuvelier, wonende te 1150
Brussel, Grote Prijzenlaan 120, Frank Cuypers, wonende te 9840 De Brussel, Grote Prijzenlaan 120, Frank Cuypers, wonende te 9840 De
Pinte, Warande 16, Hendrik De Baenst, wonende te 9130 Kieldrecht, Pinte, Warande 16, Hendrik De Baenst, wonende te 9130 Kieldrecht,
Wilgenlaan 16, Anne De Bremaecker, wonende te 6690 Salmchâteau Wilgenlaan 16, Anne De Bremaecker, wonende te 6690 Salmchâteau
(Vielsalm), rue du Vieux Château 12, Jos De Groef, wonende te 3090 (Vielsalm), rue du Vieux Château 12, Jos De Groef, wonende te 3090
Overijse, Annegijsboslaan 32, Jacques De Kegel, wonende te 9400 Overijse, Annegijsboslaan 32, Jacques De Kegel, wonende te 9400
Ninove, Astridlaan 128, Paul De Paepe, wonende te 2140 Borgerhout, Ninove, Astridlaan 128, Paul De Paepe, wonende te 2140 Borgerhout,
Sergeant De Bruynestraat 13, Sergeant De Bruynestraat 13,
Greta De Vos, wonende te 9000 Gent, Muinkkaai 51A, Wim Deceuninck, Greta De Vos, wonende te 9000 Gent, Muinkkaai 51A, Wim Deceuninck,
wonende te 2820 Rijmenam, Zilverberklaan 46, Frank De Clercq, wonende wonende te 2820 Rijmenam, Zilverberklaan 46, Frank De Clercq, wonende
te 9830 Sint-Martens-Latem, Vlieguit 41, Marie-Bernadette Degeye, te 9830 Sint-Martens-Latem, Vlieguit 41, Marie-Bernadette Degeye,
wonende te 1933 Sterrebeek, Maurice Despretlaan 42, Marc Deladrière, wonende te 1933 Sterrebeek, Maurice Despretlaan 42, Marc Deladrière,
wonende te 5310 Liernu, rue du Gros Chêne 86, Françoise Delflache, wonende te 5310 Liernu, rue du Gros Chêne 86, Françoise Delflache,
wonende te 1400 Nijvel, rue de l'Inradji 13, Christian Delhaye, wonende te 1400 Nijvel, rue de l'Inradji 13, Christian Delhaye,
wonende te 4500 Tihange, rue des Golettes 18, Philippe Demlenne, wonende te 4500 Tihange, rue des Golettes 18, Philippe Demlenne,
wonende te 1410 Waterloo, chaussée de Tervuren 124, Guy Demol, wonende wonende te 1410 Waterloo, chaussée de Tervuren 124, Guy Demol, wonende
te 5230 Pont-à-Celles, rue du May 14, Nicolas Deplus, wonende te 7022 te 5230 Pont-à-Celles, rue du May 14, Nicolas Deplus, wonende te 7022
Hyon, rue Houzeau 141, Hendrik Derweduwen, wonende te 9700 Oudenaarde, Hyon, rue Houzeau 141, Hendrik Derweduwen, wonende te 9700 Oudenaarde,
Ronsen Heerweg 5, Mia Dreesen, wonende te 3212 Pellenberg, Zavelstraat Ronsen Heerweg 5, Mia Dreesen, wonende te 3212 Pellenberg, Zavelstraat
18, Patrick Dumont, wonende te 3360 Korbeek-Lo, Nieuwstraat 52/A, 18, Patrick Dumont, wonende te 3360 Korbeek-Lo, Nieuwstraat 52/A,
Michel Drussart, wonende te 6210 Rêves, rue d'Egypte 18, Henri Michel Drussart, wonende te 6210 Rêves, rue d'Egypte 18, Henri
Fafchamps, wonende te 4820 Dison, rue Léopold 123, Cédric Georges, Fafchamps, wonende te 4820 Dison, rue Léopold 123, Cédric Georges,
wonende te 5380 Novilles-les-Bois, rue Massart 13, Walter Gianessi, wonende te 5380 Novilles-les-Bois, rue Massart 13, Walter Gianessi,
wonende te 6180 Courcelles, rue Verte 44, Xavier Godin, wonende te wonende te 6180 Courcelles, rue Verte 44, Xavier Godin, wonende te
7000 Bergen, avenue de Gaulle 77, Marc Grisard, wonende te 4053 7000 Bergen, avenue de Gaulle 77, Marc Grisard, wonende te 4053
Embourg, Voie de Liège 190, Georges Grosjean, wonende te 4260 Fallais, Embourg, Voie de Liège 190, Georges Grosjean, wonende te 4260 Fallais,
rue Saint-Sauveur 5, Carmen Havran, wonende te 5030 Gembloux, rue rue Saint-Sauveur 5, Carmen Havran, wonende te 5030 Gembloux, rue
Gustave Masset 34, Philippe Hendrickx, wonende te 1180 Brussel, Gustave Masset 34, Philippe Hendrickx, wonende te 1180 Brussel,
Papenkasteelstraat 54, Simonne Heusdains, wonende te 2400 Mol, Donk Papenkasteelstraat 54, Simonne Heusdains, wonende te 2400 Mol, Donk
96, Romano Hoofdman, wonende te 2440 Geel, Hollandsebaan 15/c, 96, Romano Hoofdman, wonende te 2440 Geel, Hollandsebaan 15/c,
Réginald Hoorickx, wonende te 1050 Brussel, Italiëlaan 32/43, Fabrice Réginald Hoorickx, wonende te 1050 Brussel, Italiëlaan 32/43, Fabrice
Humblet, wonende te 7866 Ollignies, chaussée Victor Lampe 74, Claudine Humblet, wonende te 7866 Ollignies, chaussée Victor Lampe 74, Claudine
Hustin, wonende te L-2152 Luxemburg, rue Van Der Meulen 38, Geert Ide, Hustin, wonende te L-2152 Luxemburg, rue Van Der Meulen 38, Geert Ide,
wonende te 8020 Oostkamp, Siemenslaan 14, Mark Janquart, wonende te wonende te 8020 Oostkamp, Siemenslaan 14, Mark Janquart, wonende te
1541 Sint-Pieters-Kapelle, Geraardsbergsestraat 10, Guido Janssens, 1541 Sint-Pieters-Kapelle, Geraardsbergsestraat 10, Guido Janssens,
wonende te 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem), Pieter Van Reysschootlaan wonende te 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem), Pieter Van Reysschootlaan
4, Johan Jeuris, wonende te 2390 Malle, Irislaan 7, Michel Joannes, 4, Johan Jeuris, wonende te 2390 Malle, Irislaan 7, Michel Joannes,
wonende te 1180 Brussel, Overhemlaan 13, Irène Kleinherenbrink, wonende te 1180 Brussel, Overhemlaan 13, Irène Kleinherenbrink,
wonende te 3130 Betekom, Onze-Lieve-Vrouwstraat 31, Gerda Lauwaert, wonende te 3130 Betekom, Onze-Lieve-Vrouwstraat 31, Gerda Lauwaert,
wonende te 1440 Kasteelbrakel, rue aux Manettes 23, Bart Lauwers, wonende te 1440 Kasteelbrakel, rue aux Manettes 23, Bart Lauwers,
wonende te 2840 Rumst, Pastoor Slegersstraat 7, Thomas L'Eglise, wonende te 2840 Rumst, Pastoor Slegersstraat 7, Thomas L'Eglise,
wonende te 1180 Brussel, Messidorlaan 43, Sabine Lelievre, wonende te wonende te 1180 Brussel, Messidorlaan 43, Sabine Lelievre, wonende te
1330 Rixensart, rue Edouard Dereume 21, Didier Lemaire, wonende te 1330 Rixensart, rue Edouard Dereume 21, Didier Lemaire, wonende te
4470 Saint-Georges, rue Basse Marquet 130, Patrick Lesage, wonende te 4470 Saint-Georges, rue Basse Marquet 130, Patrick Lesage, wonende te
1480 Tubeke, rue Try Haut 64, Alain Luypaert, wonende te 4577 Modave, 1480 Tubeke, rue Try Haut 64, Alain Luypaert, wonende te 4577 Modave,
Route de Limet 8D, Jo Maes, wonende te 1850 Grimbergen, Poddegemstraat Route de Limet 8D, Jo Maes, wonende te 1850 Grimbergen, Poddegemstraat
155, Renaud Mandelier, wonende te 7034 Bergen, Chemin Vert 45, Cécile 155, Renaud Mandelier, wonende te 7034 Bergen, Chemin Vert 45, Cécile
Mathy, wonende te 4347 Voroux-Goreux, rue de Velroux 43, Serge Mathy, wonende te 4347 Voroux-Goreux, rue de Velroux 43, Serge
Melisen, wonende te 4920 Aywaille, Allée des Epinoches 16, Raymond Melisen, wonende te 4920 Aywaille, Allée des Epinoches 16, Raymond
Michel, wonende te 6110 Montigny-le-Tilleul, rue du Grand Bry 10, Michel, wonende te 6110 Montigny-le-Tilleul, rue du Grand Bry 10,
Danny Mispelters, wonende te 3120 Tremelo, Emiel Dupontlaan 3, Martin Danny Mispelters, wonende te 3120 Tremelo, Emiel Dupontlaan 3, Martin
Montuclard, wonende te 1000 Brussel, Helihavenlaan 7, Geneviève Montuclard, wonende te 1000 Brussel, Helihavenlaan 7, Geneviève
Moreas, wonende te 4520 Wanze, rue du Taillis 173C, John Ostermeyer, Moreas, wonende te 4520 Wanze, rue du Taillis 173C, John Ostermeyer,
wonende te 2630 Aartselaar, Koekoekstraat 22, Giuseppe Palmeri, wonende te 2630 Aartselaar, Koekoekstraat 22, Giuseppe Palmeri,
wonende te 5651 Tarcienne, rue Lumsonry-1ere Avenue 144, Willy wonende te 5651 Tarcienne, rue Lumsonry-1ere Avenue 144, Willy
Pauwels, wonende te 1982 Elewijt, Sweynbeerstraat 46, Francesco Perta, Pauwels, wonende te 1982 Elewijt, Sweynbeerstraat 46, Francesco Perta,
wonende te 1070 Brussel, Boerkozenstraat 31, Christina Pinana wonende te 1070 Brussel, Boerkozenstraat 31, Christina Pinana
Lefebvre, wonende te 1930 Zaventem, Landbouwstraat 62, Ronny Polfliet, Lefebvre, wonende te 1930 Zaventem, Landbouwstraat 62, Ronny Polfliet,
wonende te 9800 Deinze, Basiel de Craenestraat 6, Stefano Pratola, wonende te 9800 Deinze, Basiel de Craenestraat 6, Stefano Pratola,
wonende te 1460 Itter, rue de Clabecq 17, Michel Quinet, wonende te wonende te 1460 Itter, rue de Clabecq 17, Michel Quinet, wonende te
1420 Eigenbrakel, avenue du Champ de la Bloquerie 59, Marianne 1420 Eigenbrakel, avenue du Champ de la Bloquerie 59, Marianne
Reignier, wonende te 1400 Nijvel, rue du Panier Vert 35, Luc Rogghe, Reignier, wonende te 1400 Nijvel, rue du Panier Vert 35, Luc Rogghe,
wonende te 8300 Knokke-Heist, Vlamingstraat 91/B, Geert Sabbe, wonende wonende te 8300 Knokke-Heist, Vlamingstraat 91/B, Geert Sabbe, wonende
te 8820 Torhout, Warandestraat 14, Piet Schelfhout, wonende te 7700 te 8820 Torhout, Warandestraat 14, Piet Schelfhout, wonende te 7700
Moeskroen, Vagevuurstraat 86, Jeroen Soogen, wonende te 3010 Moeskroen, Vagevuurstraat 86, Jeroen Soogen, wonende te 3010
Kessel-Lo, Kerkstraat 81, Mark Sterkcx, wonende te 2880 Hingene, Kessel-Lo, Kerkstraat 81, Mark Sterkcx, wonende te 2880 Hingene,
Koningin Astridlaan 109, Dominique Swerts, wonende te 4577 Koningin Astridlaan 109, Dominique Swerts, wonende te 4577
Strée-lez-Huy, rue Freddy Terwagne 29G, Sandra Tondeur, wonende te Strée-lez-Huy, rue Freddy Terwagne 29G, Sandra Tondeur, wonende te
6183 Trazegnies, rue de Pont-à-Celles 128, Laurent Van Caneghem, 6183 Trazegnies, rue de Pont-à-Celles 128, Laurent Van Caneghem,
wonende te 1160 Brussel, Joseph Chaudronlaan 97, Luc Van Den Bosch, wonende te 1160 Brussel, Joseph Chaudronlaan 97, Luc Van Den Bosch,
wonende te 9140 Temse, Ruisstraat 92, Alain Van Den Steen, wonende te wonende te 9140 Temse, Ruisstraat 92, Alain Van Den Steen, wonende te
4280 Hannuit, chemin des Dames 34, Daniel Van Haelst, wonende te 8420 4280 Hannuit, chemin des Dames 34, Daniel Van Haelst, wonende te 8420
Wenduine, Zeedijk 54A/O, Philippe Van Maele, wonende te 1040 Brussel, Wenduine, Zeedijk 54A/O, Philippe Van Maele, wonende te 1040 Brussel,
Vlieger Thieffrystraat 19, Olivier Vander Becken, wonende te 6150 Vlieger Thieffrystraat 19, Olivier Vander Becken, wonende te 6150
Anderlues, Impasse des Viviers 22, Alain Vanhee, wonende te 1050 Anderlues, Impasse des Viviers 22, Alain Vanhee, wonende te 1050
Brussel, Provooststraat 124, Mireille Vanheerentals, wonende te 2550 Brussel, Provooststraat 124, Mireille Vanheerentals, wonende te 2550
Kontich, Kauwlei 44, Jacques Vanhuysse, wonende te 9220 Hamme, Bunt Kontich, Kauwlei 44, Jacques Vanhuysse, wonende te 9220 Hamme, Bunt
11, Bernard Verdoncq, wonende te 7971 Basècles (Beloeil), rue Perche à 11, Bernard Verdoncq, wonende te 7971 Basècles (Beloeil), rue Perche à
l'Oiseau 28, Ivo Verhegghe, wonende te 9140 Temse, Kapelstraat 145, l'Oiseau 28, Ivo Verhegghe, wonende te 9140 Temse, Kapelstraat 145,
Patrick Verschueren, wonende te 2940 Hoevenen, Akkerstraat 45, Koen Patrick Verschueren, wonende te 2940 Hoevenen, Akkerstraat 45, Koen
Vertongen, wonende te 2980 Zoersel, Schriekbos 32, Sophie Volmer, Vertongen, wonende te 2980 Zoersel, Schriekbos 32, Sophie Volmer,
wonende te 1200 Brussel, Théodore Decuyperstraat 283, Hilde Willekens, wonende te 1200 Brussel, Théodore Decuyperstraat 283, Hilde Willekens,
wonende te 9051 Gent, Witbakkerstraat 14, Joël Wilmot, wonende te 1050 wonende te 9051 Gent, Witbakkerstraat 14, Joël Wilmot, wonende te 1050
Brussel, Ter Kamerenboslaan 66, Geert Wittemans, wonende te 3128 Brussel, Ter Kamerenboslaan 66, Geert Wittemans, wonende te 3128
Tremelo (Baal), Beulkenstraat 35, Jean-Marie Zeebergh, wonende te 6860 Tremelo (Baal), Beulkenstraat 35, Jean-Marie Zeebergh, wonende te 6860
Ebly, rue Saint-Martin 89, en Patrick Zoetardt, wonende te 1400 Ebly, rue Saint-Martin 89, en Patrick Zoetardt, wonende te 1400
Nijvel, Allée Fonds Avaux 7. Nijvel, Allée Fonds Avaux 7.
(...) (...)
II. In rechte II. In rechte
(...) (...)
Wat de bestreden bepalingen betreft Wat de bestreden bepalingen betreft
B.1.1. Krachtens artikel 21, § 1, van de wet van 20 september 1948 B.1.1. Krachtens artikel 21, § 1, van de wet van 20 september 1948
houdende organisatie van het bedrijfsleven (hierna : Wet Organisatie houdende organisatie van het bedrijfsleven (hierna : Wet Organisatie
Bedrijfsleven) en artikel 58 van de wet van 4 augustus 1996 Bedrijfsleven) en artikel 58 van de wet van 4 augustus 1996
betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun
werk (hierna : Welzijnswet) moeten de ondernemingsraad (hierna : OR) werk (hierna : Welzijnswet) moeten de ondernemingsraad (hierna : OR)
en het comité voor preventie en bescherming op het werk (hierna : en het comité voor preventie en bescherming op het werk (hierna :
CPBW) om de vier jaar worden verkozen. CPBW) om de vier jaar worden verkozen.
Beide wetten schrijven voor dat de Koning de periode waarin de sociale Beide wetten schrijven voor dat de Koning de periode waarin de sociale
verkiezingen moeten worden gehouden, alsook de procedure die daarbij verkiezingen moeten worden gehouden, alsook de procedure die daarbij
moet worden gevolgd, bepaalt. Zo werden de sociale verkiezingen van moet worden gevolgd, bepaalt. Zo werden de sociale verkiezingen van
2004 geregeld bij het koninklijk besluit van 15 mei 2003 betreffende 2004 geregeld bij het koninklijk besluit van 15 mei 2003 betreffende
de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op
het werk. het werk.
In 2007 werd er evenwel voor gekozen de sociale verkiezingen van 2008 In 2007 werd er evenwel voor gekozen de sociale verkiezingen van 2008
bij formele wet te regelen, omdat de toenmalige regering ontslagnemend bij formele wet te regelen, omdat de toenmalige regering ontslagnemend
was. De wetten van 4 december 2007 die de sociale verkiezingen van was. De wetten van 4 december 2007 die de sociale verkiezingen van
2008 regelden, namen de regeling van het voormelde koninklijk besluit 2008 regelden, namen de regeling van het voormelde koninklijk besluit
van 15 mei 2003 nagenoeg volledig over. Die wettelijke regeling van 15 mei 2003 nagenoeg volledig over. Die wettelijke regeling
beoogde dan ook geen afbreuk te doen aan de Wet Organisatie beoogde dan ook geen afbreuk te doen aan de Wet Organisatie
Bedrijfsleven, noch aan de Welzijnswet; in de parlementaire Bedrijfsleven, noch aan de Welzijnswet; in de parlementaire
voorbereiding werd zelfs beklemtoond dat de betrokken wetten in voorbereiding werd zelfs beklemtoond dat de betrokken wetten in
samenhang moesten worden gelezen (Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC samenhang moesten worden gelezen (Parl. St., Kamer, 2007-2008, DOC
52-0257/001, pp. 5-7). Omdat ook in 2011 de regering ontslagnemend 52-0257/001, pp. 5-7). Omdat ook in 2011 de regering ontslagnemend
was, werd ervoor gekozen ook de sociale verkiezingen van 2012 bij wet was, werd ervoor gekozen ook de sociale verkiezingen van 2012 bij wet
te regelen (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-1614/001, p. 5). Die te regelen (Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC 53-1614/001, p. 5). Die
wettelijke regeling is vervat in drie wetten van 28 juli 2012. De met wettelijke regeling is vervat in drie wetten van 28 juli 2012. De met
het onderhavige beroep bestreden bepalingen maken deel uit van die het onderhavige beroep bestreden bepalingen maken deel uit van die
wetten. wetten.
B.1.2. De wetgever beoogde met de drie wetten van 28 juli 2011 niet B.1.2. De wetgever beoogde met de drie wetten van 28 juli 2011 niet
alleen de sociale verkiezingen van 2012 te regelen, maar ook een kader alleen de sociale verkiezingen van 2012 te regelen, maar ook een kader
te bieden voor de sociale verkiezingen die nadien worden gehouden. Hij te bieden voor de sociale verkiezingen die nadien worden gehouden. Hij
heeft daarom twee wetten uitgevaardigd die de wetten van 4 december heeft daarom twee wetten uitgevaardigd die de wetten van 4 december
2007 wijzigen, alsook een nieuwe wet aangenomen. 2007 wijzigen, alsook een nieuwe wet aangenomen.
De eerste wet is de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van De eerste wet is de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van
4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008. 4 december 2007 betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008.
Artikel 2 van die wet heeft de woorden « van het jaar 2008 geschrapt Artikel 2 van die wet heeft de woorden « van het jaar 2008 geschrapt
in het opschrift van de gewijzigde wet, die thans « wet betreffende de in het opschrift van de gewijzigde wet, die thans « wet betreffende de
sociale verkiezingen » heet. Ook in diverse andere bepalingen van de sociale verkiezingen » heet. Ook in diverse andere bepalingen van de
gewijzigde wet zijn de woorden « van het jaar 2008 » geschrapt. gewijzigde wet zijn de woorden « van het jaar 2008 » geschrapt.
Artikel 3 van de wet betreffende de sociale verkiezingen luidt thans Artikel 3 van de wet betreffende de sociale verkiezingen luidt thans
als volgt : als volgt :
« Deze wet is van toepassing op de instelling of de vernieuwing van de « Deze wet is van toepassing op de instelling of de vernieuwing van de
ondernemingsraden bedoeld bij de wet van 28 juli 2011 tot bepaling van ondernemingsraden bedoeld bij de wet van 28 juli 2011 tot bepaling van
de drempel van toepassing voor de instelling van de ondernemingsraden de drempel van toepassing voor de instelling van de ondernemingsraden
of de vernieuwing van hun leden ter gelegenheid van de sociale of de vernieuwing van hun leden ter gelegenheid van de sociale
verkiezingen van het jaar 2012, alsook op de instelling of de verkiezingen van het jaar 2012, alsook op de instelling of de
vernieuwing van de comités voor preventie en bescherming op het werk. vernieuwing van de comités voor preventie en bescherming op het werk.
Ze is ook van toepassing op de werking van dezelfde organen ». Ze is ook van toepassing op de werking van dezelfde organen ».
De tweede wet is de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van De tweede wet is de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van
4 december 2007 tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld 4 december 2007 tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld
in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van in het kader van de procedure aangaande de sociale verkiezingen van
het jaar 2008. Artikel 2 van die wet heeft de woorden « van het jaar het jaar 2008. Artikel 2 van die wet heeft de woorden « van het jaar
2008 » geschrapt in het opschrift van de gewijzigde wet, die thans « 2008 » geschrapt in het opschrift van de gewijzigde wet, die thans «
wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader wet tot regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader
van de procedure aangaande de sociale verkiezingen » heet. Artikel 3 van de procedure aangaande de sociale verkiezingen » heet. Artikel 3
van de wijzigende wet schrapt de woorden « van het jaar 2008 » in van de wijzigende wet schrapt de woorden « van het jaar 2008 » in
diverse andere bepalingen van de gewijzigde wet. Artikel 2 van de diverse andere bepalingen van de gewijzigde wet. Artikel 2 van de
gewijzigde wet luidt thans als volgt : gewijzigde wet luidt thans als volgt :
« Deze wet is enkel van toepassing op de gerechtelijke beroepen « Deze wet is enkel van toepassing op de gerechtelijke beroepen
ingesteld in het kader van de procedures tot instelling of vernieuwing ingesteld in het kader van de procedures tot instelling of vernieuwing
van inspraakorganen die onderworpen zijn aan de wet van 4 december van inspraakorganen die onderworpen zijn aan de wet van 4 december
2007 betreffende de sociale verkiezingen ». 2007 betreffende de sociale verkiezingen ».
De derde wet is de wet van 28 juli 2011 tot bepaling van de drempel De derde wet is de wet van 28 juli 2011 tot bepaling van de drempel
van toepassing voor de instelling van de ondernemingsraden of de van toepassing voor de instelling van de ondernemingsraden of de
vernieuwing van hun leden ter gelegenheid van de sociale verkiezingen vernieuwing van hun leden ter gelegenheid van de sociale verkiezingen
van het jaar 2012. Hoewel het formeel om een nieuwe wet gaat, neemt van het jaar 2012. Hoewel het formeel om een nieuwe wet gaat, neemt
zij de bepalingen van de wet van 8 november 2007 tot bepaling van de zij de bepalingen van de wet van 8 november 2007 tot bepaling van de
drempel van toepassing voor de instelling van de ondernemingsraden of drempel van toepassing voor de instelling van de ondernemingsraden of
de vernieuwing van hun leden ter gelegenheid van de sociale de vernieuwing van hun leden ter gelegenheid van de sociale
verkiezingen van het jaar 2008 nagenoeg letterlijk over. verkiezingen van het jaar 2008 nagenoeg letterlijk over.
B.1.3. Als gevolg van artikel 3 van de wet betreffende de sociale B.1.3. Als gevolg van artikel 3 van de wet betreffende de sociale
verkiezingen zijn de regelingen die waren aangenomen voor de sociale verkiezingen zijn de regelingen die waren aangenomen voor de sociale
verkiezingen van 2008, van overeenkomstige toepassing op de sociale verkiezingen van 2008, van overeenkomstige toepassing op de sociale
verkiezingen van 2012, behoudens een aantal kleine wijzigingen. Het verkiezingen van 2012, behoudens een aantal kleine wijzigingen. Het
beroep is in de eerste plaats gericht tegen artikel 6, § 1, artikel beroep is in de eerste plaats gericht tegen artikel 6, § 1, artikel
10, eerste lid, 4°, artikel 10, tweede lid, artikel 11, eerste lid, 10, eerste lid, 4°, artikel 10, tweede lid, artikel 11, eerste lid,
3°, artikel 11, tweede lid, artikel 12, tweede lid, artikel 14, eerste 3°, artikel 11, tweede lid, artikel 12, tweede lid, artikel 14, eerste
lid, 6°, artikel 18, artikel 23, vierde lid, artikel 24, artikel 26, lid, 6°, artikel 18, artikel 23, vierde lid, artikel 24, artikel 26,
artikel 27, artikel 30, tweede lid, artikel 31, eerste lid, artikel artikel 27, artikel 30, tweede lid, artikel 31, eerste lid, artikel
33, § 1, artikel 41, artikel 69 en artikel 86 van de wet betreffende 33, § 1, artikel 41, artikel 69 en artikel 86 van de wet betreffende
de sociale verkiezingen, in de mate waarin zij door artikel 3 van de de sociale verkiezingen, in de mate waarin zij door artikel 3 van de
wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 4 december 2007 wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de wet van 4 december 2007
betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 van toepassing betreffende de sociale verkiezingen van het jaar 2008 van toepassing
worden verklaard op de sociale verkiezingen van 2012 en op alle worden verklaard op de sociale verkiezingen van 2012 en op alle
toekomstige sociale verkiezingen. toekomstige sociale verkiezingen.
B.1.4. Als gevolg van artikel 2 van de wet tot regeling van de B.1.4. Als gevolg van artikel 2 van de wet tot regeling van de
gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de procedure
aangaande de sociale verkiezingen, zijn de bepalingen inzake aangaande de sociale verkiezingen, zijn de bepalingen inzake
gerechtelijke beroepen tegen de sociale verkiezingen die waren gerechtelijke beroepen tegen de sociale verkiezingen die waren
aangenomen voor de sociale verkiezingen van 2008, van overeenkomstige aangenomen voor de sociale verkiezingen van 2008, van overeenkomstige
toepassing op de sociale verkiezingen van 2012, alsook op alle latere toepassing op de sociale verkiezingen van 2012, alsook op alle latere
sociale verkiezingen. Het beroep is in de tweede plaats gericht tegen sociale verkiezingen. Het beroep is in de tweede plaats gericht tegen
artikel 3, tweede lid, en tegen artikel 4, tweede lid, van de wet tot artikel 3, tweede lid, en tegen artikel 4, tweede lid, van de wet tot
regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de regeling van de gerechtelijke beroepen ingesteld in het kader van de
procedure aangaande de sociale verkiezingen, in de mate waarin zij procedure aangaande de sociale verkiezingen, in de mate waarin zij
door de artikelen 2 en 3 van de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van door de artikelen 2 en 3 van de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van
de wet van 4 december 2007 tot regeling van de gerechtelijke beroepen de wet van 4 december 2007 tot regeling van de gerechtelijke beroepen
ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale
verkiezingen van het jaar 2008 van toepassing worden verklaard op de verkiezingen van het jaar 2008 van toepassing worden verklaard op de
sociale verkiezingen van 2012 en op alle toekomstige sociale sociale verkiezingen van 2012 en op alle toekomstige sociale
verkiezingen. verkiezingen.
B.1.5. Ten derde is het beroep gericht tegen artikel 2, vierde lid, B.1.5. Ten derde is het beroep gericht tegen artikel 2, vierde lid,
van de wet van 28 juli 2011 tot bepaling van de drempel van toepassing van de wet van 28 juli 2011 tot bepaling van de drempel van toepassing
voor de instelling van de ondernemingsraden of de vernieuwing van hun voor de instelling van de ondernemingsraden of de vernieuwing van hun
leden ter gelegenheid van de sociale verkiezingen van het jaar 2012 leden ter gelegenheid van de sociale verkiezingen van het jaar 2012
(hierna : Drempelwet 2012). (hierna : Drempelwet 2012).
B.1.6. Tot slot is het beroep gericht tegen alle andere bepalingen van B.1.6. Tot slot is het beroep gericht tegen alle andere bepalingen van
de bestreden wetten waarvan de ongrondwettigheid zou voortvloeien uit de bestreden wetten waarvan de ongrondwettigheid zou voortvloeien uit
de in het verzoekschrift aangevoerde middelen. de in het verzoekschrift aangevoerde middelen.
B.2.1. Krachtens artikel 6, § 1, en artikel 86 van de wet van 4 B.2.1. Krachtens artikel 6, § 1, en artikel 86 van de wet van 4
december 2007 betreffende de sociale verkiezingen en artikel 2 van de december 2007 betreffende de sociale verkiezingen en artikel 2 van de
Drempelwet 2012 van 28 juli 2011 moet in alle ondernemingen die Drempelwet 2012 van 28 juli 2011 moet in alle ondernemingen die
gewoonlijk gemiddeld ten minste honderd werknemers tewerkstellen, een gewoonlijk gemiddeld ten minste honderd werknemers tewerkstellen, een
OR worden verkozen. OR worden verkozen.
In de ondernemingen waarin gewoonlijk gemiddeld ten minste vijftig In de ondernemingen waarin gewoonlijk gemiddeld ten minste vijftig
werknemers, maar minder dan honderd werknemers tewerkgesteld zijn, werknemers, maar minder dan honderd werknemers tewerkgesteld zijn,
moet weliswaar een OR worden opgericht, maar deze wordt niet verkozen moet weliswaar een OR worden opgericht, maar deze wordt niet verkozen
: het mandaat van afgevaardigden in de OR wordt in die ondernemingen : het mandaat van afgevaardigden in de OR wordt in die ondernemingen
uitgeoefend door de personeelsafgevaardigden verkozen in het CPBW. uitgeoefend door de personeelsafgevaardigden verkozen in het CPBW.
B.2.2. Krachtens artikel 18 van de wet van 4 december 2007 betreffende B.2.2. Krachtens artikel 18 van de wet van 4 december 2007 betreffende
de sociale verkiezingen geschiedt de verkiezing van de arbeiders en de de sociale verkiezingen geschiedt de verkiezing van de arbeiders en de
bedienden voor de verkiezing voor de OR steeds op afzonderlijke bedienden voor de verkiezing voor de OR steeds op afzonderlijke
kiezerslijsten. Daarnaast beschikken de jeugdige werknemers over kiezerslijsten. Daarnaast beschikken de jeugdige werknemers over
afzonderlijke kieslijsten, en bijgevolg een afzonderlijke afzonderlijke kieslijsten, en bijgevolg een afzonderlijke
vertegenwoordiging in de OR, indien de onderneming ten minste vertegenwoordiging in de OR, indien de onderneming ten minste
vijfentwintig jeugdige werknemers tewerkstelt. Indien de onderneming vijfentwintig jeugdige werknemers tewerkstelt. Indien de onderneming
ten minste vijftien kaderleden tewerkstelt, worden ook de kaderleden ten minste vijftien kaderleden tewerkstelt, worden ook de kaderleden
op afzonderlijke kieslijsten verkozen, zodat ook zij beschikken over op afzonderlijke kieslijsten verkozen, zodat ook zij beschikken over
een afzonderlijke vertegenwoordiging in de OR. een afzonderlijke vertegenwoordiging in de OR.
Daarentegen worden de kaderleden krachtens dezelfde bepaling nooit op Daarentegen worden de kaderleden krachtens dezelfde bepaling nooit op
afzonderlijke kieslijsten verkozen voor de verkiezing van het CPBW. afzonderlijke kieslijsten verkozen voor de verkiezing van het CPBW.
Voor dat comité bestaan enkel kieslijsten voor de arbeiders en de Voor dat comité bestaan enkel kieslijsten voor de arbeiders en de
bedienden, alsook, in voorkomend geval, voor de jeugdige werknemers. bedienden, alsook, in voorkomend geval, voor de jeugdige werknemers.
B.2.3. Uit een combinatie van de in B.2.1 en B.2.2 vermelde bepalingen B.2.3. Uit een combinatie van de in B.2.1 en B.2.2 vermelde bepalingen
volgt dat in ondernemingen waarin gewoonlijk gemiddeld ten minste volgt dat in ondernemingen waarin gewoonlijk gemiddeld ten minste
vijftig werknemers, maar minder dan honderd werknemers zijn vijftig werknemers, maar minder dan honderd werknemers zijn
tewerkgesteld, de kaderleden, zelfs indien ze met meer dan vijftien tewerkgesteld, de kaderleden, zelfs indien ze met meer dan vijftien
zijn, niet beschikken over een afzonderlijke vertegenwoordiging in de zijn, niet beschikken over een afzonderlijke vertegenwoordiging in de
OR, aangezien in die ondernemingen het CPBW zitting neemt als OR en de OR, aangezien in die ondernemingen het CPBW zitting neemt als OR en de
kaderleden niet over een afzonderlijke vertegenwoordiging in het CPBW kaderleden niet over een afzonderlijke vertegenwoordiging in het CPBW
beschikken. beschikken.
B.3. De verzoekende partijen voelen zich op twee manieren gegriefd B.3. De verzoekende partijen voelen zich op twee manieren gegriefd
door de bestreden bepalingen. In hun eerste middel bestrijden zij het door de bestreden bepalingen. In hun eerste middel bestrijden zij het
feit dat de kaderleden, in tegenstelling tot de arbeiders, de feit dat de kaderleden, in tegenstelling tot de arbeiders, de
bedienden en de jeugdige werknemers, niet over een afzonderlijke bedienden en de jeugdige werknemers, niet over een afzonderlijke
vertegenwoordiging in het CPBW beschikken. In hun tweede middel vertegenwoordiging in het CPBW beschikken. In hun tweede middel
bestrijden zij het feit dat kaderleden niet beschikken over een bestrijden zij het feit dat kaderleden niet beschikken over een
gewaarborgde vertegenwoordiging in de OR in ondernemingen waarin gewaarborgde vertegenwoordiging in de OR in ondernemingen waarin
gewoonlijk gemiddeld ten minste vijftig werknemers, maar minder dan gewoonlijk gemiddeld ten minste vijftig werknemers, maar minder dan
honderd werknemers zijn tewerkgesteld. Aangezien de tweede grief een honderd werknemers zijn tewerkgesteld. Aangezien de tweede grief een
gevolg is van de eerste, dienen beide middelen samen te worden gevolg is van de eerste, dienen beide middelen samen te worden
onderzocht. onderzocht.
De verzoekende partijen voeren daarentegen geen middelen aan tegen de De verzoekende partijen voeren daarentegen geen middelen aan tegen de
voorwaarde dat kaderleden hoe dan ook slechts recht hebben op een voorwaarde dat kaderleden hoe dan ook slechts recht hebben op een
gewaarborgde vertegenwoordiging in de OR indien de onderneming ten gewaarborgde vertegenwoordiging in de OR indien de onderneming ten
minste vijftien kaderleden tewerkstelt. minste vijftien kaderleden tewerkstelt.
Wat de ontvankelijkheid betreft Wat de ontvankelijkheid betreft
B.4.1. Het beroep is tijdig ingediend. Door bepalingen die initieel B.4.1. Het beroep is tijdig ingediend. Door bepalingen die initieel
slechts van toepassing waren op de sociale verkiezingen van 2008, van slechts van toepassing waren op de sociale verkiezingen van 2008, van
toepassing te verklaren op de sociale verkiezingen van 2012, heeft de toepassing te verklaren op de sociale verkiezingen van 2012, heeft de
wetgever de materie van de sociale verkiezingen immers in haar geheel wetgever de materie van de sociale verkiezingen immers in haar geheel
opnieuw geregeld. Dat de bepalingen die van toepassing zijn op de opnieuw geregeld. Dat de bepalingen die van toepassing zijn op de
sociale verkiezingen van 2012 inhoudelijk in grote lijnen dezelfde sociale verkiezingen van 2012 inhoudelijk in grote lijnen dezelfde
zijn dan diegene die van toepassing waren op de sociale verkiezingen zijn dan diegene die van toepassing waren op de sociale verkiezingen
van 2008 en zelfs formeel in dezelfde wettelijke norm vervat blijven, van 2008 en zelfs formeel in dezelfde wettelijke norm vervat blijven,
doet daaraan geen afbreuk, aangezien de wetgever van 28 juli 2011 zich doet daaraan geen afbreuk, aangezien de wetgever van 28 juli 2011 zich
de inhoud van die oude bepalingen heeft toegeëigend. de inhoud van die oude bepalingen heeft toegeëigend.
B.4.2. De verzoekende partijen doen blijken van het rechtens vereiste B.4.2. De verzoekende partijen doen blijken van het rechtens vereiste
belang bij de vernietiging van de bestreden bepalingen. De belang bij de vernietiging van de bestreden bepalingen. De
vernietiging van de bestreden bepalingen doet immers niet de vroegere vernietiging van de bestreden bepalingen doet immers niet de vroegere
stand van de wetgeving herleven, aangezien het toepassingsgebied stand van de wetgeving herleven, aangezien het toepassingsgebied
daarvan beperkt was tot de sociale verkiezingen van 2008. Overigens daarvan beperkt was tot de sociale verkiezingen van 2008. Overigens
zou het herstel van vroegere, voor de verzoekende partijen even zou het herstel van vroegere, voor de verzoekende partijen even
nadelige bepalingen geen afbreuk doen aan hun belang bij de nadelige bepalingen geen afbreuk doen aan hun belang bij de
vernietiging van de bestreden bepalingen, aangezien die vernietiging vernietiging van de bestreden bepalingen, aangezien die vernietiging
de wetgever, zelfs wanneer de gevolgen van de vernietigde bepalingen de wetgever, zelfs wanneer de gevolgen van de vernietigde bepalingen
zouden worden gehandhaafd, verplicht om de materie van de sociale zouden worden gehandhaafd, verplicht om de materie van de sociale
verkiezingen opnieuw te onderzoeken met het oog op het eventuele verkiezingen opnieuw te onderzoeken met het oog op het eventuele
uitvaardigen van nieuwe wetgeving, die aan de door het Hof uitvaardigen van nieuwe wetgeving, die aan de door het Hof
vastgestelde ongrondwettigheden tegemoetkomt. vastgestelde ongrondwettigheden tegemoetkomt.
Ook de omstandigheid dat de verzoekende partijen geen vordering tot Ook de omstandigheid dat de verzoekende partijen geen vordering tot
schorsing hebben gekoppeld aan hun beroep, de omstandigheid dat zij schorsing hebben gekoppeld aan hun beroep, de omstandigheid dat zij
niet tegen de voor hen even nadelige wetgeving tot regeling van de niet tegen de voor hen even nadelige wetgeving tot regeling van de
sociale verkiezingen van 2008 zijn opgekomen en de mogelijkheid dat sociale verkiezingen van 2008 zijn opgekomen en de mogelijkheid dat
het Hof de gevolgen van de bestreden bepalingen zou handhaven, doen het Hof de gevolgen van de bestreden bepalingen zou handhaven, doen
geen afbreuk aan het belang dat de verzoekende partijen hebben om de geen afbreuk aan het belang dat de verzoekende partijen hebben om de
vernietiging van de wetgeving op de sociale verkiezingen van 2012 te vernietiging van de wetgeving op de sociale verkiezingen van 2012 te
vorderen. vorderen.
B.4.3. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere B.4.3. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, moeten de middelen wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, moeten de middelen
van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het
Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de Hof de naleving waarborgt, zouden zijn geschonden, alsook welke de
bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in
welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn
geschonden. geschonden.
Die bepaling vereist derhalve dat de verzoekende partijen aangeven Die bepaling vereist derhalve dat de verzoekende partijen aangeven
welke de artikelen zijn die volgens hen een schending uitmaken van de welke de artikelen zijn die volgens hen een schending uitmaken van de
in de middelen uiteengezette normen waarvan het Hof de naleving in de middelen uiteengezette normen waarvan het Hof de naleving
verzekert. verzekert.
In zoverre het beroep tot vernietiging is ingesteld tegen « alle In zoverre het beroep tot vernietiging is ingesteld tegen « alle
andere artikelen waarvan de ongrondwettigheid zou voortvloeien uit de andere artikelen waarvan de ongrondwettigheid zou voortvloeien uit de
[door de verzoekende partijen] aangevoerde middelen », is de exceptie [door de verzoekende partijen] aangevoerde middelen », is de exceptie
gegrond. Het Hof beperkt zijn onderzoek dan ook tot de in B.1.3 tot gegrond. Het Hof beperkt zijn onderzoek dan ook tot de in B.1.3 tot
B.1.5 vermelde bepalingen. B.1.5 vermelde bepalingen.
B.4.4. Het Hof dient de omvang van het beroep tot vernietiging te B.4.4. Het Hof dient de omvang van het beroep tot vernietiging te
bepalen aan de hand van de inhoud van het verzoekschrift, inzonderheid bepalen aan de hand van de inhoud van het verzoekschrift, inzonderheid
op basis van de uiteenzetting van de middelen. Het beperkt zijn op basis van de uiteenzetting van de middelen. Het beperkt zijn
onderzoek tot de bepalingen waarvan wordt uiteengezet in welk opzicht onderzoek tot de bepalingen waarvan wordt uiteengezet in welk opzicht
zij de in de middelen aangevoerde bepalingen zouden schenden. zij de in de middelen aangevoerde bepalingen zouden schenden.
Het beroep is bijgevolg onontvankelijk in zoverre het gericht is tegen Het beroep is bijgevolg onontvankelijk in zoverre het gericht is tegen
de artikelen 2 en 3 van de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de de artikelen 2 en 3 van de wet van 28 juli 2011 tot wijziging van de
wet van 4 december 2007 tot regeling van de gerechtelijke beroepen wet van 4 december 2007 tot regeling van de gerechtelijke beroepen
ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale ingesteld in het kader van de procedure aangaande de sociale
verkiezingen van het jaar 2008. verkiezingen van het jaar 2008.
Ten gronde Ten gronde
B.5. De verzoekende partijen voeren aan dat de bestreden bepalingen de B.5. De verzoekende partijen voeren aan dat de bestreden bepalingen de
artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang
gelezen met de artikelen 6, 21, 22, 29 en 36 van het Herziene Europees gelezen met de artikelen 6, 21, 22, 29 en 36 van het Herziene Europees
Sociaal Handvest en met de artikelen 2 en 5 van het binnen de Sociaal Handvest en met de artikelen 2 en 5 van het binnen de
Internationale Arbeidsorganisatie gesloten Verdrag nr. 154 van 19 juni Internationale Arbeidsorganisatie gesloten Verdrag nr. 154 van 19 juni
1981 betreffende de bevordering van het collectief onderhandelen, 1981 betreffende de bevordering van het collectief onderhandelen,
schenden. schenden.
De artikelen 6, 21, 22 en 29 van het op 3 mei 1996 Herziene Europees De artikelen 6, 21, 22 en 29 van het op 3 mei 1996 Herziene Europees
Sociaal Handvest bepalen : Sociaal Handvest bepalen :
« Artikel 6 - Recht op collectief onderhandelen « Artikel 6 - Recht op collectief onderhandelen
Teneinde de onbelemmerde uitoefening van het recht op collectief Teneinde de onbelemmerde uitoefening van het recht op collectief
onderhandelen te waarborgen verbinden de Partijen zich : onderhandelen te waarborgen verbinden de Partijen zich :
1. paritair overleg tussen werknemers en werkgevers te bevorderen; 1. paritair overleg tussen werknemers en werkgevers te bevorderen;
2. indien nodig en nuttig de totstandkoming van een procedure te 2. indien nodig en nuttig de totstandkoming van een procedure te
bevorderen voor vrijwillige onderhandelingen tussen werkgevers of bevorderen voor vrijwillige onderhandelingen tussen werkgevers of
organisaties van werkgevers en organisaties van werknemers, met het organisaties van werkgevers en organisaties van werknemers, met het
oog op de bepaling van beloning en arbeidsvoorwaarden door middel van oog op de bepaling van beloning en arbeidsvoorwaarden door middel van
collectieve arbeidsovereenkomsten; collectieve arbeidsovereenkomsten;
3. de instelling en toepassing van een doelmatige procedure voor 3. de instelling en toepassing van een doelmatige procedure voor
bemiddeling en vrijwillige arbitrage inzake de beslechting van bemiddeling en vrijwillige arbitrage inzake de beslechting van
arbeidsgeschillen te bevorderen; arbeidsgeschillen te bevorderen;
en erkennen : en erkennen :
4. het recht van werknemers en werkgevers op collectief optreden in 4. het recht van werknemers en werkgevers op collectief optreden in
gevallen van belangengeschillen, met inbegrip van het stakingsrecht, gevallen van belangengeschillen, met inbegrip van het stakingsrecht,
behoudens verplichtingen uit hoofde van reeds eerder gesloten behoudens verplichtingen uit hoofde van reeds eerder gesloten
collectieve arbeidsovereenkomsten. collectieve arbeidsovereenkomsten.
[...] [...]
Artikel 21 - Recht op informatie en overleg Artikel 21 - Recht op informatie en overleg
Teneinde de onbelemmerde uitoefening te waarborgen van het recht van Teneinde de onbelemmerde uitoefening te waarborgen van het recht van
de werknemers op informatie en overleg binnen de onderneming verbinden de werknemers op informatie en overleg binnen de onderneming verbinden
de Partijen zich ertoe maatregelen te nemen of te bevorderen waardoor de Partijen zich ertoe maatregelen te nemen of te bevorderen waardoor
de werknemers of hun vertegenwoordigers, overeenkomstig de nationale de werknemers of hun vertegenwoordigers, overeenkomstig de nationale
wetgeving en praktijk, in staat worden gesteld om : wetgeving en praktijk, in staat worden gesteld om :
a. regelmatig of te gelegener tijd op een begrijpelijke wijze te a. regelmatig of te gelegener tijd op een begrijpelijke wijze te
worden geïnformeerd over de economische en financiële toestand van de worden geïnformeerd over de economische en financiële toestand van de
onderneming waarbij zij in dienst zijn, met dien verstande dat de onderneming waarbij zij in dienst zijn, met dien verstande dat de
openbaarmaking van bepaalde informatie, waardoor de onderneming zou openbaarmaking van bepaalde informatie, waardoor de onderneming zou
kunnen worden benadeeld, kan worden geweigerd of dat er kan worden kunnen worden benadeeld, kan worden geweigerd of dat er kan worden
geëist dat deze informatie vertrouwelijk wordt behandeld; en geëist dat deze informatie vertrouwelijk wordt behandeld; en
b. tijdig te worden geraadpleegd over voorgestelde beslissingen die de b. tijdig te worden geraadpleegd over voorgestelde beslissingen die de
belangen van werknemers aanzienlijk zouden kunnen beïnvloeden en met belangen van werknemers aanzienlijk zouden kunnen beïnvloeden en met
name over beslissingen die grote gevolgen zouden kunnen hebben voor de name over beslissingen die grote gevolgen zouden kunnen hebben voor de
werkgelegenheid binnen de onderneming. werkgelegenheid binnen de onderneming.
Artikel 22 - Recht deel te nemen aan de vaststelling en de verbetering Artikel 22 - Recht deel te nemen aan de vaststelling en de verbetering
van de werkomstandigheden en werkomgeving van de werkomstandigheden en werkomgeving
Teneinde de onbelemmerde uitoefening te waarborgen van het recht van Teneinde de onbelemmerde uitoefening te waarborgen van het recht van
de werknemers deel te nemen aan de vaststelling en de verbetering van de werknemers deel te nemen aan de vaststelling en de verbetering van
de werkomstandigheden en werkomgeving binnen de onderneming, verbinden de werkomstandigheden en werkomgeving binnen de onderneming, verbinden
de Partijen zich ertoe maatregelen te nemen of te bevorderen waardoor de Partijen zich ertoe maatregelen te nemen of te bevorderen waardoor
de werknemers of vertegenwoordigers, overeenkomstig de nationale de werknemers of vertegenwoordigers, overeenkomstig de nationale
wetgeving en praktijk, in staat worden gesteld bij te dragen tot : wetgeving en praktijk, in staat worden gesteld bij te dragen tot :
a. de vaststelling en de verbetering van de werkomstandigheden, de a. de vaststelling en de verbetering van de werkomstandigheden, de
werkindeling en de werkomgeving; werkindeling en de werkomgeving;
b. de bescherming van de gezondheid en de veiligheid binnen de b. de bescherming van de gezondheid en de veiligheid binnen de
onderneming; onderneming;
c. de organisatie van sociale en sociaal-culturele diensten en c. de organisatie van sociale en sociaal-culturele diensten en
voorzieningen binnen de onderneming; voorzieningen binnen de onderneming;
d. toezicht op naleving van de voorschriften op deze gebieden. d. toezicht op naleving van de voorschriften op deze gebieden.
[...] [...]
Artikel 29 - Recht op informatie en op overleg bij procedures inzake Artikel 29 - Recht op informatie en op overleg bij procedures inzake
collectief ontslag collectief ontslag
Teneinde de onbelemmerde uitoefening te waarborgen van het recht van Teneinde de onbelemmerde uitoefening te waarborgen van het recht van
de werknemers om in geval van collectief ontslag te worden de werknemers om in geval van collectief ontslag te worden
geïnformeerd en geraadpleegd, verbinden de Partijen zich ertoe ervoor geïnformeerd en geraadpleegd, verbinden de Partijen zich ertoe ervoor
te zorgen dat de werkgevers de werknemersvertegenwoordigers tijdig en te zorgen dat de werkgevers de werknemersvertegenwoordigers tijdig en
voor het collectief ontslag informeren en raadplegen over de voor het collectief ontslag informeren en raadplegen over de
mogelijkheden om de collectieve ontslagen te voorkomen of het aantal mogelijkheden om de collectieve ontslagen te voorkomen of het aantal
ervan te beperken en de gevolgen ervan te verzachten, bijvoorbeeld ervan te beperken en de gevolgen ervan te verzachten, bijvoorbeeld
door terug te vallen op sociale begeleidingsmaatregelen die in het door terug te vallen op sociale begeleidingsmaatregelen die in het
bijzonder gericht zijn op de hulp bij de herplaatsing of bij de bijzonder gericht zijn op de hulp bij de herplaatsing of bij de
herinschakeling van de betrokken werknemers ». herinschakeling van de betrokken werknemers ».
Het Herziene Europees Sociaal Handvest bevat geen artikel 36. De door Het Herziene Europees Sociaal Handvest bevat geen artikel 36. De door
de verzoekende partijen als artikel 36 weergegeven bepaling is de verzoekende partijen als artikel 36 weergegeven bepaling is
neergelegd in artikel E van deel V van dat Handvest, dat bepaalt : neergelegd in artikel E van deel V van dat Handvest, dat bepaalt :
« De door dit Handvest erkende rechten moeten gewaarborgd zijn zonder « De door dit Handvest erkende rechten moeten gewaarborgd zijn zonder
enig onderscheid dat is gebaseerd op ras, kleur, geslacht, taal, enig onderscheid dat is gebaseerd op ras, kleur, geslacht, taal,
godsdienst, politieke of elke andere overtuiging, nationale of sociale godsdienst, politieke of elke andere overtuiging, nationale of sociale
herkomst, gezondheid, het behoren tot een nationale minderheid, de herkomst, gezondheid, het behoren tot een nationale minderheid, de
geboorte of op elke andere situatie ». geboorte of op elke andere situatie ».
De artikelen 2 en 5 van het binnen de Internationale De artikelen 2 en 5 van het binnen de Internationale
Arbeidsorganisatie gesloten Verdrag nr. 154 van 19 juni 1981 Arbeidsorganisatie gesloten Verdrag nr. 154 van 19 juni 1981
betreffende de bevordering van het collectief onderhandelen bepalen : betreffende de bevordering van het collectief onderhandelen bepalen :
«

Art. 2.Voor de toepassing van dit Verdrag wordt onder de term '

«

Art. 2.Voor de toepassing van dit Verdrag wordt onder de term '

collectief onderhandelen ' verstaan alle onderhandelingen die collectief onderhandelen ' verstaan alle onderhandelingen die
plaatsvinden tussen een werkgever, een groep werkgevers of een of meer plaatsvinden tussen een werkgever, een groep werkgevers of een of meer
werkgeversorganisaties enerzijds en een of meer werknemersorganisaties werkgeversorganisaties enerzijds en een of meer werknemersorganisaties
anderzijds, om : anderzijds, om :
a) arbeids- en tewerkstellingsvoorwaarden vast te stellen; en/of a) arbeids- en tewerkstellingsvoorwaarden vast te stellen; en/of
b) betrekkingen tussen werkgevers en werknemers te regelen; en/of b) betrekkingen tussen werkgevers en werknemers te regelen; en/of
c) betrekkingen te regelen tussen werkgevers of hun organisaties en c) betrekkingen te regelen tussen werkgevers of hun organisaties en
een of meer werknemersorganisaties. een of meer werknemersorganisaties.
[...] [...]

Art. 5.1. Teneinde collectief onderhandelen te bevorderen, dienen aan

Art. 5.1. Teneinde collectief onderhandelen te bevorderen, dienen aan

de nationale omstandigheden aangepaste maatregelen te worden de nationale omstandigheden aangepaste maatregelen te worden
getroffen. getroffen.
2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde maatregelen dienen 2. De in het eerste lid van dit artikel bedoelde maatregelen dienen
ten doel te hebben : ten doel te hebben :
a) dat collectief onderhandelen mogelijk wordt gemaakt voor alle a) dat collectief onderhandelen mogelijk wordt gemaakt voor alle
werkgevers en alle categorieën van werknemers in de onder dit Verdrag werkgevers en alle categorieën van werknemers in de onder dit Verdrag
vallende takken van economische bedrijvigheid; vallende takken van economische bedrijvigheid;
b) dat collectief onderhandelen geleidelijk wordt uitgebreid tot alle b) dat collectief onderhandelen geleidelijk wordt uitgebreid tot alle
in artikel 2, letters a, b en c van dit Verdrag genoemde in artikel 2, letters a, b en c van dit Verdrag genoemde
aangelegenheden; aangelegenheden;
c) dat het tot stand komen van tussen organisaties van werkgevers en c) dat het tot stand komen van tussen organisaties van werkgevers en
van werknemers overeengekomen procedureregels wordt aangemoedigd; van werknemers overeengekomen procedureregels wordt aangemoedigd;
d) dat collectief onderhandelen niet wordt belemmerd door het d) dat collectief onderhandelen niet wordt belemmerd door het
ontbreken, tekort schieten of niet passend zijn van regels inzake de ontbreken, tekort schieten of niet passend zijn van regels inzake de
te hanteren procedure; te hanteren procedure;
e) dat de organen en procedures voor het regelen van arbeidsgeschillen e) dat de organen en procedures voor het regelen van arbeidsgeschillen
zo worden opgezet dat zij bijdragen tot de bevordering van collectief zo worden opgezet dat zij bijdragen tot de bevordering van collectief
onderhandelen ». onderhandelen ».
B.6.1. De Wet Organisatie Bedrijfsleven bevatte tussen 1948 en 1985 B.6.1. De Wet Organisatie Bedrijfsleven bevatte tussen 1948 en 1985
geen onderscheid tussen de kaderleden en de overige bedienden. Dat geen onderscheid tussen de kaderleden en de overige bedienden. Dat
onderscheid kwam er pas met de herstelwet van 22 januari 1985 houdende onderscheid kwam er pas met de herstelwet van 22 januari 1985 houdende
sociale bepalingen. Die wet paste in het kader van het economisch en sociale bepalingen. Die wet paste in het kader van het economisch en
financieel herstelbeleid dat de openbare financiën moest saneren, in financieel herstelbeleid dat de openbare financiën moest saneren, in
het bijzonder door het concurrentievermogen van de ondernemingen te het bijzonder door het concurrentievermogen van de ondernemingen te
vrijwaren (Parl. St., Senaat, 1984-1985, nr. 757/1, pp. 1-2). vrijwaren (Parl. St., Senaat, 1984-1985, nr. 757/1, pp. 1-2).
Hoofdstuk V (« Vertegenwoordiging van het kaderpersoneel ») van die Hoofdstuk V (« Vertegenwoordiging van het kaderpersoneel ») van die
wet beoogde deels tegemoet te komen aan een vraag die reeds gedurende wet beoogde deels tegemoet te komen aan een vraag die reeds gedurende
ruim een decennium werd gesteld door de representatieve organisaties ruim een decennium werd gesteld door de representatieve organisaties
van het kaderpersoneel, namelijk om de inspraak van het kaderpersoneel van het kaderpersoneel, namelijk om de inspraak van het kaderpersoneel
in de ondernemingen te verhogen. De wetgever overwoog dat de in de ondernemingen te verhogen. De wetgever overwoog dat de
specifieke belangenverdediging op het vlak van de onderneming het best specifieke belangenverdediging op het vlak van de onderneming het best
geschiedt in het kader van de OR, dat de kaderleden, net zoals de geschiedt in het kader van de OR, dat de kaderleden, net zoals de
bedienden en de arbeiders, werknemers zijn en dat de specifieke bedienden en de arbeiders, werknemers zijn en dat de specifieke
aanwezigheid van de kaderleden en hun inbreng in de OR het dynamisme aanwezigheid van de kaderleden en hun inbreng in de OR het dynamisme
van de inspraak zouden bevorderen (Parl. St., Senaat, 1984-1985, nr. van de inspraak zouden bevorderen (Parl. St., Senaat, 1984-1985, nr.
757/1, pp. 49-50). 757/1, pp. 49-50).
B.6.2. De wetgever diende die vertegenwoordiging van kaderleden B.6.2. De wetgever diende die vertegenwoordiging van kaderleden
evenwel te verzoenen met andere belangen : enerzijds, moest erover evenwel te verzoenen met andere belangen : enerzijds, moest erover
worden gewaakt dat die vertegenwoordiging niet inging tegen de worden gewaakt dat die vertegenwoordiging niet inging tegen de
hoofddoelstelling van de herstelwet, de bevordering van het hoofddoelstelling van de herstelwet, de bevordering van het
concurrentievermogen van de ondernemingen, bijvoorbeeld doordat het concurrentievermogen van de ondernemingen, bijvoorbeeld doordat het
aantal tegen ontslag beschermde personeelsleden, vooral in middelgrote aantal tegen ontslag beschermde personeelsleden, vooral in middelgrote
ondernemingen, te hoog zou oplopen; anderzijds, moest een compromis ondernemingen, te hoog zou oplopen; anderzijds, moest een compromis
worden bereikt tussen de sociale partners. worden bereikt tussen de sociale partners.
De werknemersorganisaties waren veeleer gewonnen voor een specifieke De werknemersorganisaties waren veeleer gewonnen voor een specifieke
vertegenwoordiging van kaderleden, maar verzetten zich tegen de vertegenwoordiging van kaderleden, maar verzetten zich tegen de
oprichting van een aparte structuur hiervoor en beklemtoonden dat de oprichting van een aparte structuur hiervoor en beklemtoonden dat de
vertegenwoordiging van het kaderpersoneel evenmin als gevolg mocht vertegenwoordiging van het kaderpersoneel evenmin als gevolg mocht
hebben dat het aantal mandaten voor arbeiders, bedienden en jeugdige hebben dat het aantal mandaten voor arbeiders, bedienden en jeugdige
werknemers zou worden verminderd. De werkgeversorganisaties kantten werknemers zou worden verminderd. De werkgeversorganisaties kantten
zich volledig tegen enige specifieke vertegenwoordiging van het zich volledig tegen enige specifieke vertegenwoordiging van het
kaderpersoneel in de OR of in het comité voor veiligheid, gezondheid kaderpersoneel in de OR of in het comité voor veiligheid, gezondheid
en verfraaiing van de werkplaatsen, de voorloper van het CPBW. Zij en verfraaiing van de werkplaatsen, de voorloper van het CPBW. Zij
eisten daarentegen dat het monopolie van de werknemersorganisaties eisten daarentegen dat het monopolie van de werknemersorganisaties
inzake de vertegenwoordiging van het kaderpersoneel werd doorbroken. inzake de vertegenwoordiging van het kaderpersoneel werd doorbroken.
Tevens beklemtoonden zij dat een regeling ten behoeve van de Tevens beklemtoonden zij dat een regeling ten behoeve van de
kaderleden geen verhoging van het aantal tegen ontslag beschermde kaderleden geen verhoging van het aantal tegen ontslag beschermde
personen met zich mocht meebrengen. personen met zich mocht meebrengen.
B.6.3. Het door de wetgever uitgewerkte compromis kwam erop neer dat B.6.3. Het door de wetgever uitgewerkte compromis kwam erop neer dat
de kaderleden weliswaar een afzonderlijke vertegenwoordiging kregen, de kaderleden weliswaar een afzonderlijke vertegenwoordiging kregen,
maar enkel in de OR, en dan nog slechts indien de onderneming ten maar enkel in de OR, en dan nog slechts indien de onderneming ten
minste vijftien kaderleden tewerkstelt. Ook werd bepaald dat elke minste vijftien kaderleden tewerkstelt. Ook werd bepaald dat elke
erkende organisatie van kaderleden, alsook individuele kaderleden, erkende organisatie van kaderleden, alsook individuele kaderleden,
kandidaten kunnen voordragen, indien zij de steun genieten van ten kandidaten kunnen voordragen, indien zij de steun genieten van ten
minste tien procent van de kaderleden van de onderneming. minste tien procent van de kaderleden van de onderneming.
Voor de toepassing van die regeling wordt het begrip « kaderleden » Voor de toepassing van die regeling wordt het begrip « kaderleden »
door artikel 14, § 1, 3°, van de Wet Organisatie Bedrijfsleven door artikel 14, § 1, 3°, van de Wet Organisatie Bedrijfsleven
gedefinieerd als « met uitsluiting van die welke deel uitmaken van het gedefinieerd als « met uitsluiting van die welke deel uitmaken van het
leidinggevend personeel in de zin van artikel 19, eerste lid, 2°, de leidinggevend personeel in de zin van artikel 19, eerste lid, 2°, de
bedienden, die in de onderneming een hogere functie uitoefenen, die in bedienden, die in de onderneming een hogere functie uitoefenen, die in
het algemeen voorbehouden wordt aan de houder van een diploma van een het algemeen voorbehouden wordt aan de houder van een diploma van een
bepaald niveau of aan diegene die een evenwaardige beroepservaring bepaald niveau of aan diegene die een evenwaardige beroepservaring
heeft ». Volgens de wetgever was een soepele definitie vereist, omdat heeft ». Volgens de wetgever was een soepele definitie vereist, omdat
de kaderleden een heterogene categorie van werknemers zijn, a fortiori de kaderleden een heterogene categorie van werknemers zijn, a fortiori
wanneer rekening wordt gehouden met de veranderlijke sociale en wanneer rekening wordt gehouden met de veranderlijke sociale en
organisatorische realiteit in de ondernemingen. Die definitie moest organisatorische realiteit in de ondernemingen. Die definitie moest
volgens de wetgever worden geconcretiseerd door de rechtspraak van de volgens de wetgever worden geconcretiseerd door de rechtspraak van de
arbeidsgerechten (Parl. St., Senaat, 1984-1985, nr. 757/1, p. 51). arbeidsgerechten (Parl. St., Senaat, 1984-1985, nr. 757/1, p. 51).
B.6.4. Ook de maatregel die inhoudt dat de OR niet meer moet worden B.6.4. Ook de maatregel die inhoudt dat de OR niet meer moet worden
verkozen in ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste vijftig, verkozen in ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld ten minste vijftig,
maar minder dan honderd personeelsleden tewerkstellen, maar dat hun maar minder dan honderd personeelsleden tewerkstellen, maar dat hun
mandaat voortaan wordt uitgeoefend door de leden van het CPBW, vindt mandaat voortaan wordt uitgeoefend door de leden van het CPBW, vindt
zijn oorsprong in de voormelde herstelwet. Hiermee wenste de wetgever, zijn oorsprong in de voormelde herstelwet. Hiermee wenste de wetgever,
specifiek ten aanzien van die ondernemingen, het aantal tegen ontslag specifiek ten aanzien van die ondernemingen, het aantal tegen ontslag
beschermde personen binnen de perken te houden. beschermde personen binnen de perken te houden.
B.7.1. De wetgever heeft geoordeeld dat, gelet op de specifieke plaats B.7.1. De wetgever heeft geoordeeld dat, gelet op de specifieke plaats
die de kaderleden innemen in een onderneming en gelet op de die de kaderleden innemen in een onderneming en gelet op de
organisatie van hun belangen, zij afzonderlijk dienden te worden organisatie van hun belangen, zij afzonderlijk dienden te worden
vertegenwoordigd in de OR. vertegenwoordigd in de OR.
Krachtens artikel 15 van de Wet Organisatie Bedrijfsleven is de OR Krachtens artikel 15 van de Wet Organisatie Bedrijfsleven is de OR
bevoegd voor verschillende materies. Zo dient hij te zoeken naar bevoegd voor verschillende materies. Zo dient hij te zoeken naar
maatregelen die de geest van samenwerking tussen het ondernemingshoofd maatregelen die de geest van samenwerking tussen het ondernemingshoofd
en zijn personeel kunnen bevorderen. Ook beschikt de OR over het recht en zijn personeel kunnen bevorderen. Ook beschikt de OR over het recht
om op bepaalde tijdstippen economische en financiële informatie van om op bepaalde tijdstippen economische en financiële informatie van
het ondernemingshoofd te verkrijgen. Op het ondernemingshoofd rust de het ondernemingshoofd te verkrijgen. Op het ondernemingshoofd rust de
plicht om de OR te raadplegen over verschillende sociale materies, plicht om de OR te raadplegen over verschillende sociale materies,
zoals het tewerkstellingsbeleid, de beroepsopleiding en -omscholing, zoals het tewerkstellingsbeleid, de beroepsopleiding en -omscholing,
de personeelsaangelegenheden en de wijziging van de de personeelsaangelegenheden en de wijziging van de
arbeidsomstandigheden en -voorwaarden. De OR beschikt zelfs over een arbeidsomstandigheden en -voorwaarden. De OR beschikt zelfs over een
beperkt medebeslissingsrecht inzake het arbeidsreglement en het beheer beperkt medebeslissingsrecht inzake het arbeidsreglement en het beheer
van maatschappelijke werken. van maatschappelijke werken.
Het CPBW is daarentegen krachtens artikel 65 van de Welzijnswet Het CPBW is daarentegen krachtens artikel 65 van de Welzijnswet
bevoegd voor materies die betrekking hebben op het welzijn van de bevoegd voor materies die betrekking hebben op het welzijn van de
werknemers bij de uitvoering van hun werk. Recentere wetgeving heeft werknemers bij de uitvoering van hun werk. Recentere wetgeving heeft
het CPBW bijkomende bevoegdheden opgedragen, met name inzake pesten op het CPBW bijkomende bevoegdheden opgedragen, met name inzake pesten op
het werk en inzake de psychosociale belasting veroorzaakt door het het werk en inzake de psychosociale belasting veroorzaakt door het
werk. werk.
Krachtens artikel 65bis van de Welzijnswet is het CPBW, bij Krachtens artikel 65bis van de Welzijnswet is het CPBW, bij
ontstentenis van een OR, bovendien bevoegd om de economische en ontstentenis van een OR, bovendien bevoegd om de economische en
financiële informatie te ontvangen die anders aan de OR zou worden financiële informatie te ontvangen die anders aan de OR zou worden
meegedeeld. Krachtens artikel 65decies van dezelfde wet dient het meegedeeld. Krachtens artikel 65decies van dezelfde wet dient het
CPBW, bij ontstentenis van een OR en een vakbondsafvaardiging, te CPBW, bij ontstentenis van een OR en een vakbondsafvaardiging, te
worden geraadpleegd inzake nachtprestaties, collectief ontslag, de worden geraadpleegd inzake nachtprestaties, collectief ontslag, de
overdracht van de onderneming, de invoering van nieuwe technologieën overdracht van de onderneming, de invoering van nieuwe technologieën
en de invoering van nieuwe arbeidsregelingen. Die hypotheses kunnen en de invoering van nieuwe arbeidsregelingen. Die hypotheses kunnen
zich slechts voordoen in ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld minder zich slechts voordoen in ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld minder
dan honderd, maar ten minste vijftig personeelsleden tewerkstellen. dan honderd, maar ten minste vijftig personeelsleden tewerkstellen.
Door te oordelen dat de bevoegdheden van de OR een afzonderlijke Door te oordelen dat de bevoegdheden van de OR een afzonderlijke
vertegenwoordiging van kaderleden in de OR rechtvaardigen, terwijl vertegenwoordiging van kaderleden in de OR rechtvaardigen, terwijl
inzake de bevoegdheden van het CPBW, die afzonderlijke inzake de bevoegdheden van het CPBW, die afzonderlijke
vertegenwoordiging niet noodzakelijk is, omdat de positie van de vertegenwoordiging niet noodzakelijk is, omdat de positie van de
kaderleden niet fundamenteel verschillend is van die van de andere kaderleden niet fundamenteel verschillend is van die van de andere
bedienden, heeft de wetgever geen kennelijk onredelijke beslissing bedienden, heeft de wetgever geen kennelijk onredelijke beslissing
genomen. genomen.
B.7.2. De bestreden bepalingen hebben overigens geenszins als gevolg B.7.2. De bestreden bepalingen hebben overigens geenszins als gevolg
dat de kaderleden verstoken zijn van vertegenwoordiging in het CPBW. dat de kaderleden verstoken zijn van vertegenwoordiging in het CPBW.
Uit de in B.6.3 vermelde definitie blijkt immers dat kaderleden Uit de in B.6.3 vermelde definitie blijkt immers dat kaderleden
bedienden zijn. Bijgevolg kunnen zij, telkens wanneer zij niet over bedienden zijn. Bijgevolg kunnen zij, telkens wanneer zij niet over
eigen kieslijsten of een eigen kiescollege beschikken, opkomen en eigen kieslijsten of een eigen kiescollege beschikken, opkomen en
stemmen op de lijsten van de bedienden. stemmen op de lijsten van de bedienden.
Bovendien vloeit uit een afwezigheid van kaderleden in het CPBW niet Bovendien vloeit uit een afwezigheid van kaderleden in het CPBW niet
voort dat de belangen van het kaderpersoneel in dat orgaan niet aan voort dat de belangen van het kaderpersoneel in dat orgaan niet aan
bod komen. De personeelsvertegenwoordigers vertegenwoordigen immers bod komen. De personeelsvertegenwoordigers vertegenwoordigen immers
niet alleen hun kiezers, maar alle personeelsleden van de onderneming. niet alleen hun kiezers, maar alle personeelsleden van de onderneming.
B.8. Het feit dat de kaderleden niet beschikken over een afzonderlijke B.8. Het feit dat de kaderleden niet beschikken over een afzonderlijke
vertegenwoordiging in ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld minder vertegenwoordiging in ondernemingen die gewoonlijk gemiddeld minder
dan honderd, maar ten minste vijftig personeelsleden tewerkstellen, is dan honderd, maar ten minste vijftig personeelsleden tewerkstellen, is
een gevolg van de omstandigheid dat in die ondernemingen de OR niet een gevolg van de omstandigheid dat in die ondernemingen de OR niet
wordt verkozen, maar dat de mandatarissen in het CPBW, waarin de wordt verkozen, maar dat de mandatarissen in het CPBW, waarin de
kaderleden niet over een afzonderlijke vertegenwoordiging beschikken, kaderleden niet over een afzonderlijke vertegenwoordiging beschikken,
zitting nemen als mandatarissen in de OR. zitting nemen als mandatarissen in de OR.
Indien een onderneming met een dergelijk personeelsbestand evenwel Indien een onderneming met een dergelijk personeelsbestand evenwel
vijftien of meer kaderleden telt, zullen zij in de praktijk vijftien of meer kaderleden telt, zullen zij in de praktijk
probleemloos worden verkozen op de lijsten van de bedienden, zodat probleemloos worden verkozen op de lijsten van de bedienden, zodat
doorgaans zowel in het CPBW als in de OR kaderleden zitting zullen doorgaans zowel in het CPBW als in de OR kaderleden zitting zullen
nemen. Indien er toch geen kaderleden in die organen zitting nemen, nemen. Indien er toch geen kaderleden in die organen zitting nemen,
rust op de vertegenwoordigers die er wel zitting nemen, de rust op de vertegenwoordigers die er wel zitting nemen, de
verplichting om ook de belangen van de kaderleden te behartigen. verplichting om ook de belangen van de kaderleden te behartigen.
B.9. Een toetsing van de bestreden bepalingen aan artikel 23 van de B.9. Een toetsing van de bestreden bepalingen aan artikel 23 van de
Grondwet, aan de artikelen 6, 21, 22, 29 en 36 van het Herziene Grondwet, aan de artikelen 6, 21, 22, 29 en 36 van het Herziene
Europees Sociaal Handvest en aan de artikelen 2 en 5 van het binnen de Europees Sociaal Handvest en aan de artikelen 2 en 5 van het binnen de
Internationale Arbeidsorganisatie gesloten Verdrag nr. 154 van 19 juni Internationale Arbeidsorganisatie gesloten Verdrag nr. 154 van 19 juni
1981 betreffende de bevordering van het collectief onderhandelen, in 1981 betreffende de bevordering van het collectief onderhandelen, in
samenhang gelezen met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, leidt samenhang gelezen met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, leidt
niet tot een andere conclusie. niet tot een andere conclusie.
B.10. Er blijkt niet dat de wetgever een kennelijk onredelijke B.10. Er blijkt niet dat de wetgever een kennelijk onredelijke
maatregel heeft genomen. Bijgevolg zijn de middelen niet gegrond. maatregel heeft genomen. Bijgevolg zijn de middelen niet gegrond.
Om die redenen, Om die redenen,
het Hof het Hof
verwerpt het beroep. verwerpt het beroep.
Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits,
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op
het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 14 november het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 14 november
2012. 2012.
De griffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux P.-Y. Dutilleux
De voorzitter, De voorzitter,
M. Bossuyt M. Bossuyt
^