← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 79/2012 van 14 juni 2012 Rolnummers 5237, 5238, 5239, 5240, 5241,
5242 en 5243 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen L4142-1, § 2,
8°, en L5431-1 van het Waalse Wetboek van de plaatselijke de Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse
en M. Bossuyt, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 79/2012 van 14 juni 2012 Rolnummers 5237, 5238, 5239, 5240, 5241, 5242 en 5243 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen L4142-1, § 2, 8°, en L5431-1 van het Waalse Wetboek van de plaatselijke de Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...) | Uittreksel uit arrest nr. 79/2012 van 14 juni 2012 Rolnummers 5237, 5238, 5239, 5240, 5241, 5242 en 5243 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen L4142-1, § 2, 8°, en L5431-1 van het Waalse Wetboek van de plaatselijke de Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de rechter(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
Uittreksel uit arrest nr. 79/2012 van 14 juni 2012 | Uittreksel uit arrest nr. 79/2012 van 14 juni 2012 |
Rolnummers 5237, 5238, 5239, 5240, 5241, 5242 en 5243 | Rolnummers 5237, 5238, 5239, 5240, 5241, 5242 en 5243 |
In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen L4142-1, § | In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen L4142-1, § |
2, 8°, en L5431-1 van het Waalse Wetboek van de plaatselijke | 2, 8°, en L5431-1 van het Waalse Wetboek van de plaatselijke |
democratie en de decentralisatie, gesteld door de Raad van State. | democratie en de decentralisatie, gesteld door de Raad van State. |
Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de | samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke, |
J. Spreutels, P. Nihoul en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. | J. Spreutels, P. Nihoul en F. Daoût, bijgestaan door de griffier F. |
Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, | Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter R. Henneuse, |
wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Bij arresten nrs. 216.250, 216.248, 216.247, 216.244, 216.249, 216.245 | Bij arresten nrs. 216.250, 216.248, 216.247, 216.244, 216.249, 216.245 |
en 216.246 van 10 november 2011 in zake respectievelijk Benoît | en 216.246 van 10 november 2011 in zake respectievelijk Benoît |
Debatty, Freddy Rixhon, Frédéric Staquet, Hervé Jacquemin, Paolo | Debatty, Freddy Rixhon, Frédéric Staquet, Hervé Jacquemin, Paolo |
Buscema, Olivier Zonderman en Michel Duchêne, tegen het Waalse Gewest, | Buscema, Olivier Zonderman en Michel Duchêne, tegen het Waalse Gewest, |
waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 14 | waarvan de expedities ter griffie van het Hof zijn ingekomen op 14 |
november 2011, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag | november 2011, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag |
gesteld : | gesteld : |
« Schenden de artikelen L5431-1 en L4142-1, § 2, 8°, van het Wetboek | « Schenden de artikelen L5431-1 en L4142-1, § 2, 8°, van het Wetboek |
van de plaatselijke democratie en de decentralisatie artikel 10 van de | van de plaatselijke democratie en de decentralisatie artikel 10 van de |
Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met de artikelen 6, | Grondwet, in voorkomend geval in samenhang gelezen met de artikelen 6, |
10, 11 en 17 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de | 10, 11 en 17 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de |
mens en de fundamentele vrijheden en met artikel 3 van het Eerste | mens en de fundamentele vrijheden en met artikel 3 van het Eerste |
Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, | Aanvullend Protocol bij dat Verdrag, |
- in zoverre zij bepalen dat het verval van een mandaat voor de | - in zoverre zij bepalen dat het verval van een mandaat voor de |
houders van oorspronkelijke mandaten die niet hebben voldaan aan de | houders van oorspronkelijke mandaten die niet hebben voldaan aan de |
verplichtingen tot jaarlijkse aangifte van de uitgeoefende mandaten en | verplichtingen tot jaarlijkse aangifte van de uitgeoefende mandaten en |
de ontvangen vergoedingen, gepaard gaat met een onverkiesbaarheid van | de ontvangen vergoedingen, gepaard gaat met een onverkiesbaarheid van |
zes jaar, | zes jaar, |
- in zoverre zij, voor die mandaathouders, maar in één sanctie | - in zoverre zij, voor die mandaathouders, maar in één sanctie |
voorzien, namelijk het verval, | voorzien, namelijk het verval, |
- terwijl een burgemeester of een schepen die zich schuldig maakt aan | - terwijl een burgemeester of een schepen die zich schuldig maakt aan |
kennelijk wangedrag, door de Regering kan worden gestraft met een | kennelijk wangedrag, door de Regering kan worden gestraft met een |
schorsing van maximaal drie maanden of met een afzetting, zonder dat | schorsing van maximaal drie maanden of met een afzetting, zonder dat |
enige onverkiesbaarheid daaruit volgt ? ». | enige onverkiesbaarheid daaruit volgt ? ». |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5237, 5238, 5239, 5240, 5241, | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 5237, 5238, 5239, 5240, 5241, |
5242 en 5243 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. | 5242 en 5243 van de rol van het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. In rechte |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen en het onderwerp | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen en het onderwerp |
van de prejudiciële vraag | van de prejudiciële vraag |
B.1. Artikel L5421-1 van het Waalse Wetboek van de plaatselijke | B.1. Artikel L5421-1 van het Waalse Wetboek van de plaatselijke |
democratie en de decentralisatie (hierna : WWPDD) bepaalt : | democratie en de decentralisatie (hierna : WWPDD) bepaalt : |
« § 1. Indien het controleorgaan in de uitoefening van zijn opdrachten | « § 1. Indien het controleorgaan in de uitoefening van zijn opdrachten |
de afwezigheid vaststelt van een aangifte terwijl die vereist was, een | de afwezigheid vaststelt van een aangifte terwijl die vereist was, een |
afwijking opmerkt of een onregelmatigheid vermoedt, stelt het een | afwijking opmerkt of een onregelmatigheid vermoedt, stelt het een |
advies op waarin de tekortkomingen opgenomen worden die de betrokken | advies op waarin de tekortkomingen opgenomen worden die de betrokken |
persoon aangewreven zouden kunnen worden. Onder betrokken persoon | persoon aangewreven zouden kunnen worden. Onder betrokken persoon |
worden al naar gelang de mandataris of de niet-verkozen persoon | worden al naar gelang de mandataris of de niet-verkozen persoon |
verstaan. | verstaan. |
Van dat advies wordt per aangetekend schrijven kennis gegeven. | Van dat advies wordt per aangetekend schrijven kennis gegeven. |
§ 2. De betrokken persoon beschikt over een termijn van vijftien volle | § 2. De betrokken persoon beschikt over een termijn van vijftien volle |
dagen vanaf de kennisgeving van het advies om per aangetekend | dagen vanaf de kennisgeving van het advies om per aangetekend |
schrijven gericht aan het controleorgaan haar opmerkingen of | schrijven gericht aan het controleorgaan haar opmerkingen of |
rechtgezette aangifte te gelde te maken, eventueel samen met een | rechtgezette aangifte te gelde te maken, eventueel samen met een |
verzoek om gehoord te worden. Die termijn wordt opgeschort tussen 15 | verzoek om gehoord te worden. Die termijn wordt opgeschort tussen 15 |
juli en 15 augustus. | juli en 15 augustus. |
§ 3. De hoorzitting wordt, indien erom verzocht wordt, gehouden in een | § 3. De hoorzitting wordt, indien erom verzocht wordt, gehouden in een |
termijn van veertig volle dagen vanaf de datum van ontvangst door het | termijn van veertig volle dagen vanaf de datum van ontvangst door het |
controleorgaan van het aangetekend schrijven bedoeld in § 2. De | controleorgaan van het aangetekend schrijven bedoeld in § 2. De |
betrokken persoon kan door een raadsman bijgestaan worden. | betrokken persoon kan door een raadsman bijgestaan worden. |
Van de hoorzitting wordt een proces-verbaal opgesteld dat binnen acht | Van de hoorzitting wordt een proces-verbaal opgesteld dat binnen acht |
volle dagen volgend op de hoorzitting per aangetekend schrijven aan de | volle dagen volgend op de hoorzitting per aangetekend schrijven aan de |
betrokken persoon gericht wordt. Zij beschikt over een termijn van | betrokken persoon gericht wordt. Zij beschikt over een termijn van |
drie volle dagen volgend op de datum van ontvangst van het | drie volle dagen volgend op de datum van ontvangst van het |
proces-verbaal om zijn opmerkingen per aangetekend schrijven voor te | proces-verbaal om zijn opmerkingen per aangetekend schrijven voor te |
dragen. Bij ontstentenis wordt het proces-verbaal als definitief | dragen. Bij ontstentenis wordt het proces-verbaal als definitief |
beschouwd. | beschouwd. |
§ 4. Het controleorgaan treft zijn beslissing : | § 4. Het controleorgaan treft zijn beslissing : |
- binnen de vijfenzeventig volle dagen na de kennisgeving van zijn | - binnen de vijfenzeventig volle dagen na de kennisgeving van zijn |
advies als de betrokken persoon niet gereageerd heeft; | advies als de betrokken persoon niet gereageerd heeft; |
- binnen de vijfenzeventig volle dagen na de ontvangst van de | - binnen de vijfenzeventig volle dagen na de ontvangst van de |
opmerkingen of de rechtgezette aangifte van de mandataris als de | opmerkingen of de rechtgezette aangifte van de mandataris als de |
betrokken persoon niet gehoord is; | betrokken persoon niet gehoord is; |
- binnen de vijfenzeventig volle dagen na de definitieve opmaak van | - binnen de vijfenzeventig volle dagen na de definitieve opmaak van |
het proces-verbaal van de hoorzitting als die plaats heeft gevonden. | het proces-verbaal van de hoorzitting als die plaats heeft gevonden. |
De beslissing van het controleorgaan wordt per aangetekend schrijven | De beslissing van het controleorgaan wordt per aangetekend schrijven |
gericht aan de betrokken persoon. | gericht aan de betrokken persoon. |
Er kan op grond van artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad | Er kan op grond van artikel 14 van de gecoördineerde wetten op de Raad |
van State een beroep tegen die beslissing worden ingediend. | van State een beroep tegen die beslissing worden ingediend. |
§ 5. Als het controleorgaan binnen de zes maanden volgend op de | § 5. Als het controleorgaan binnen de zes maanden volgend op de |
ontvangst van de aangifte het advies bedoeld in § 1 niet verzonden | ontvangst van de aangifte het advies bedoeld in § 1 niet verzonden |
heeft, wordt de aangifte geacht overeen te stemmen met de bepalingen | heeft, wordt de aangifte geacht overeen te stemmen met de bepalingen |
van het Wetboek voor het referentiejaar ». | van het Wetboek voor het referentiejaar ». |
Artikel L5431-1 van hetzelfde Wetboek bepaalt : | Artikel L5431-1 van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
« § 1. De Regering kan na afloop van de procedure bepaald in paragraaf | « § 1. De Regering kan na afloop van de procedure bepaald in paragraaf |
2 het verval vaststellen : | 2 het verval vaststellen : |
- van de oorspronkelijke mandaten, met inbegrip van de uitvoerende | - van de oorspronkelijke mandaten, met inbegrip van de uitvoerende |
oorspronkelijke mandaten, en van de afgeleide mandaten van elke | oorspronkelijke mandaten, en van de afgeleide mandaten van elke |
gemeente- of provinciemandataris; | gemeente- of provinciemandataris; |
- van de mandaten toevertrouwd aan niet-verkozen personen ten gevolge | - van de mandaten toevertrouwd aan niet-verkozen personen ten gevolge |
van een beslissing getroffen door een orgaan van de gemeente, de | van een beslissing getroffen door een orgaan van de gemeente, de |
provincie, een intercommunale, een zelfstandig gemeente- of | provincie, een intercommunale, een zelfstandig gemeente- of |
provinciebedrijf of een huisvestingsmaatschappij, | provinciebedrijf of een huisvestingsmaatschappij, |
indien de betrokken persoon geen aangifte heeft ingediend, willens en | indien de betrokken persoon geen aangifte heeft ingediend, willens en |
wetens een valse aangifte heeft ingediend of nagelaten heeft de | wetens een valse aangifte heeft ingediend of nagelaten heeft de |
onverschuldigd gekregen sommen binnen de haar toebedeelde termijn | onverschuldigd gekregen sommen binnen de haar toebedeelde termijn |
terug te betalen. | terug te betalen. |
§ 2. Het controleorgaan deelt aan betrokkene per aangetekend schrijven | § 2. Het controleorgaan deelt aan betrokkene per aangetekend schrijven |
een kennisgeving mee van de feiten die het verval kunnen inhouden. | een kennisgeving mee van de feiten die het verval kunnen inhouden. |
Ten vroegste twintig dagen na het overmaken van de kennisgeving en na | Ten vroegste twintig dagen na het overmaken van de kennisgeving en na |
de betrokken persoon, eventueel bijgestaan door een raadsman van haar | de betrokken persoon, eventueel bijgestaan door een raadsman van haar |
keuze, te hebben gehoord als zij daarom heeft verzocht binnen een | keuze, te hebben gehoord als zij daarom heeft verzocht binnen een |
termijn van acht dagen te rekenen van de ontvangst van de | termijn van acht dagen te rekenen van de ontvangst van de |
kennisgeving, kan de Regering het verval vaststellen in een | kennisgeving, kan de Regering het verval vaststellen in een |
gemotiveerde beslissing. | gemotiveerde beslissing. |
Van die beslissing wordt door toedoen van de Regering kennis gegeven | Van die beslissing wordt door toedoen van de Regering kennis gegeven |
aan de betrokken persoon en aan het orgaan waarin zij haar | aan de betrokken persoon en aan het orgaan waarin zij haar |
oorspronkelijke en afgeleide mandaten uitoefent. | oorspronkelijke en afgeleide mandaten uitoefent. |
Er kan op grond van artikel 16 van de gecoördineerde wetten op de Raad | Er kan op grond van artikel 16 van de gecoördineerde wetten op de Raad |
van State een beroep tegen die beslissing worden ingediend. Het moet | van State een beroep tegen die beslissing worden ingediend. Het moet |
ingediend worden binnen de vijftien dagen na kennisgeving ervan. | ingediend worden binnen de vijftien dagen na kennisgeving ervan. |
Indien de betrokkene, na de kennisgeving bedoeld in § 2, lid 3, te | Indien de betrokkene, na de kennisgeving bedoeld in § 2, lid 3, te |
hebben ontvangen, zijn bediening blijft uitoefenen hoewel hij kennis | hebben ontvangen, zijn bediening blijft uitoefenen hoewel hij kennis |
heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met de straffen | heeft van de oorzaak van het verval, is hij strafbaar met de straffen |
bepaald in artikel 262 van het Strafwetboek ». | bepaald in artikel 262 van het Strafwetboek ». |
Artikel L4142-1, § 2, 8°, van hetzelfde Wetboek bepaalt : | Artikel L4142-1, § 2, 8°, van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
« Niet verkiesbaar zijn : | « Niet verkiesbaar zijn : |
[...] | [...] |
Zij die van hun mandaat vervallen zijn overeenkomstig artikel L5431-1, | Zij die van hun mandaat vervallen zijn overeenkomstig artikel L5431-1, |
waarbij die onverkiesbaarheid verstrijkt zes jaar na kennisgeving van | waarbij die onverkiesbaarheid verstrijkt zes jaar na kennisgeving van |
de beslissing van de Regering, of diens afgevaardigde, waarbij dat | de beslissing van de Regering, of diens afgevaardigde, waarbij dat |
verval vastgesteld wordt ». | verval vastgesteld wordt ». |
B.2. De Raad van State vraagt het Hof of de voormelde artikelen | B.2. De Raad van State vraagt het Hof of de voormelde artikelen |
L5431-1 en L4142-1, § 2, 8°, bestaanbaar zijn met artikel 10 van de | L5431-1 en L4142-1, § 2, 8°, bestaanbaar zijn met artikel 10 van de |
Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6, 10, 11 | Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 6, 10, 11 |
en 17 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met | en 17 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met |
artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag. Het | artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag. Het |
verwijzende rechtscollege stelt in de eerste plaats vast dat die | verwijzende rechtscollege stelt in de eerste plaats vast dat die |
bepalingen, ten aanzien van de mandatarissen die niet hebben voldaan | bepalingen, ten aanzien van de mandatarissen die niet hebben voldaan |
aan de verplichtingen tot jaarlijkse aangifte van de uitgeoefende | aan de verplichtingen tot jaarlijkse aangifte van de uitgeoefende |
mandaten en ontvangen vergoedingen, erin voorzien dat het verval van | mandaten en ontvangen vergoedingen, erin voorzien dat het verval van |
het mandaat gepaard gaat met een automatische onverkiesbaarheid van | het mandaat gepaard gaat met een automatische onverkiesbaarheid van |
zes jaar. Vervolgens merkt het op dat dezelfde bepalingen, ten aanzien | zes jaar. Vervolgens merkt het op dat dezelfde bepalingen, ten aanzien |
van diezelfde mandatarissen, slechts voorzien in één sanctie, namelijk | van diezelfde mandatarissen, slechts voorzien in één sanctie, namelijk |
het verval van het mandaat, dat gepaard gaat met een automatische | het verval van het mandaat, dat gepaard gaat met een automatische |
onverkiesbaarheid van zes jaar, terwijl een burgemeester of een | onverkiesbaarheid van zes jaar, terwijl een burgemeester of een |
schepen die zich schuldig maakt aan kennelijk wangedrag, door de | schepen die zich schuldig maakt aan kennelijk wangedrag, door de |
Regering kan worden bestraft met een schorsing van hoogstens drie | Regering kan worden bestraft met een schorsing van hoogstens drie |
maanden of een afzetting zonder dat daaruit enige onverkiesbaarheid | maanden of een afzetting zonder dat daaruit enige onverkiesbaarheid |
voortvloeit. | voortvloeit. |
Ten aanzien van de bevoegdheid van het Hof | Ten aanzien van de bevoegdheid van het Hof |
B.3. De Waalse Regering voert aan dat het Hof niet bevoegd zou zijn om | B.3. De Waalse Regering voert aan dat het Hof niet bevoegd zou zijn om |
de prejudiciële vraag te beantwoorden, aangezien daarin verschillende | de prejudiciële vraag te beantwoorden, aangezien daarin verschillende |
categorieën van burgers en verschillende gedragingen met elkaar worden | categorieën van burgers en verschillende gedragingen met elkaar worden |
vergeleken. Zij merkt op dat, enerzijds, de bepalingen betreffende de | vergeleken. Zij merkt op dat, enerzijds, de bepalingen betreffende de |
verplichting om de mandaten en de vergoedingen aan te geven, van | verplichting om de mandaten en de vergoedingen aan te geven, van |
toepassing zijn op alle plaatselijke mandatarissen, met inbegrip van | toepassing zijn op alle plaatselijke mandatarissen, met inbegrip van |
de burgemeesters en schepenen en dat, anderzijds, de sanctie die op de | de burgemeesters en schepenen en dat, anderzijds, de sanctie die op de |
laatstgenoemden kan worden toegepast wanneer hun kennelijk wangedrag | laatstgenoemden kan worden toegepast wanneer hun kennelijk wangedrag |
wordt verweten, gedragingen betreft die vallen onder het tuchtrecht | wordt verweten, gedragingen betreft die vallen onder het tuchtrecht |
dat op uitvoerende ambten van toepassing is. | dat op uitvoerende ambten van toepassing is. |
B.4.1 Uit de formulering van de prejudiciële vraag en de motivering | B.4.1 Uit de formulering van de prejudiciële vraag en de motivering |
van de verwijzingsarresten blijkt dat de Raad van State met name wil | van de verwijzingsarresten blijkt dat de Raad van State met name wil |
weten of het in het geding zijnde artikel L5431-1, in samenhang | weten of het in het geding zijnde artikel L5431-1, in samenhang |
gelezen met artikel L4142-1, § 2, 8°, van het WWPDD, in strijd is met | gelezen met artikel L4142-1, § 2, 8°, van het WWPDD, in strijd is met |
het gelijkheidsbeginsel in zoverre de Waalse Regering alleen het | het gelijkheidsbeginsel in zoverre de Waalse Regering alleen het |
verval van het mandaat kan uitspreken ten aanzien van de mandatarissen | verval van het mandaat kan uitspreken ten aanzien van de mandatarissen |
die niet hebben voldaan aan de verplichting tot jaarlijkse aangifte | die niet hebben voldaan aan de verplichting tot jaarlijkse aangifte |
van de uitgeoefende mandaten, verval dat van rechtswege gepaard gaat | van de uitgeoefende mandaten, verval dat van rechtswege gepaard gaat |
met een onverkiesbaarheid van zes jaar, terwijl een burgemeester of | met een onverkiesbaarheid van zes jaar, terwijl een burgemeester of |
een schepen die zich schuldig maakt aan kennelijk wangedrag kan worden | een schepen die zich schuldig maakt aan kennelijk wangedrag kan worden |
bestraft met ofwel een schorsing van maximaal drie maanden, ofwel een | bestraft met ofwel een schorsing van maximaal drie maanden, ofwel een |
afzetting zonder dat daaruit overigens enige onverkiesbaarheid | afzetting zonder dat daaruit overigens enige onverkiesbaarheid |
voortvloeit. | voortvloeit. |
B.4.2. Hoewel de burgemeesters en de schepenen zich in objectief | B.4.2. Hoewel de burgemeesters en de schepenen zich in objectief |
verschillende situaties bevinden, daar de tuchtsancties die hen kunnen | verschillende situaties bevinden, daar de tuchtsancties die hen kunnen |
treffen wegens kennelijk wangedrag immers van toepassing zijn op | treffen wegens kennelijk wangedrag immers van toepassing zijn op |
laakbare handelingen die buiten hun ambten worden verricht, bevinden | laakbare handelingen die buiten hun ambten worden verricht, bevinden |
de plaatselijke mandatarissen aan wie, door hetzelfde Wetboek, een | de plaatselijke mandatarissen aan wie, door hetzelfde Wetboek, een |
opdracht van algemeen belang is toevertrouwd, zich in een situatie die | opdracht van algemeen belang is toevertrouwd, zich in een situatie die |
vergelijkbaar is in zoverre het WWPDD voor de eerstgenoemden en de | vergelijkbaar is in zoverre het WWPDD voor de eerstgenoemden en de |
laatstgenoemden verkiesbaarheidsregels en verplichtingen vaststelt | laatstgenoemden verkiesbaarheidsregels en verplichtingen vaststelt |
waaraan zij zijn onderworpen. | waaraan zij zijn onderworpen. |
Ten gronde | Ten gronde |
B.5. Ten aanzien van het verschil in behandeling waarop in de | B.5. Ten aanzien van het verschil in behandeling waarop in de |
prejudiciële vraag wordt gewezen tussen, enerzijds, de mandatarissen | prejudiciële vraag wordt gewezen tussen, enerzijds, de mandatarissen |
die in de in het geding zijnde bepalingen worden beoogd en, | die in de in het geding zijnde bepalingen worden beoogd en, |
anderzijds, de burgemeesters en schepenen die zijn schuldig bevonden | anderzijds, de burgemeesters en schepenen die zijn schuldig bevonden |
aan kennelijk wangedrag, ofwel een schorsing van drie maanden, ofwel | aan kennelijk wangedrag, ofwel een schorsing van drie maanden, ofwel |
een afzetting kunnen oplopen, zonder door een onverkiesbaarheid te | een afzetting kunnen oplopen, zonder door een onverkiesbaarheid te |
worden getroffen, dient te worden vastgesteld dat, wat betreft hun | worden getroffen, dient te worden vastgesteld dat, wat betreft hun |
verplichting om hun mandaten en vergoedingen aan te geven, dat | verplichting om hun mandaten en vergoedingen aan te geven, dat |
verschil in behandeling niet bestaat. De burgemeesters en de | verschil in behandeling niet bestaat. De burgemeesters en de |
schepenen, die in het Waalse Gewest allen verkozen mandatarissen zijn, | schepenen, die in het Waalse Gewest allen verkozen mandatarissen zijn, |
zijn immers gehouden tot dezelfde aangifteplicht en riskeren dus | zijn immers gehouden tot dezelfde aangifteplicht en riskeren dus |
dezelfde sancties wanneer daaraan niet wordt voldaan. Wat daarentegen | dezelfde sancties wanneer daaraan niet wordt voldaan. Wat daarentegen |
de gedragingen van de burgemeesters en schepenen buiten hun mandaten | de gedragingen van de burgemeesters en schepenen buiten hun mandaten |
betreft, vermocht de Waalse decreetgever te voorzien in een regeling | betreft, vermocht de Waalse decreetgever te voorzien in een regeling |
van specifieke tuchtsancties die aan verschillende doelstellingen | van specifieke tuchtsancties die aan verschillende doelstellingen |
beantwoordt. | beantwoordt. |
Hieruit vloeit voort dat het aangevoerde verschil in behandeling niet | Hieruit vloeit voort dat het aangevoerde verschil in behandeling niet |
bestaat en dat de prejudiciële vraag in dat verband geen antwoord | bestaat en dat de prejudiciële vraag in dat verband geen antwoord |
behoeft. | behoeft. |
B.6. Het Hof moet voorts nagaan of de onverkiesbaarheid van zes jaar | B.6. Het Hof moet voorts nagaan of de onverkiesbaarheid van zes jaar |
die automatisch voortvloeit uit het uitgesproken verval, niet op | die automatisch voortvloeit uit het uitgesproken verval, niet op |
onevenredige wijze afbreuk doet aan het fundamenteel recht op de | onevenredige wijze afbreuk doet aan het fundamenteel recht op de |
verkiesbaarheid van de plaatselijke mandatarissen ten aanzien van wie | verkiesbaarheid van de plaatselijke mandatarissen ten aanzien van wie |
een dergelijk verval is uitgesproken. | een dergelijk verval is uitgesproken. |
B.7. Het recht om verkiesbaar te zijn is een fundamenteel recht in een | B.7. Het recht om verkiesbaar te zijn is een fundamenteel recht in een |
rechtstaat dat, krachtens artikel 10 van de Grondwet, zonder | rechtstaat dat, krachtens artikel 10 van de Grondwet, zonder |
discriminatie moet worden gewaarborgd. Dat recht is evenwel niet | discriminatie moet worden gewaarborgd. Dat recht is evenwel niet |
absoluut. Het kan worden beperkt op voorwaarde dat die beperkingen dat | absoluut. Het kan worden beperkt op voorwaarde dat die beperkingen dat |
recht niet wezenlijk aantasten, noch het effectieve karakter ervan | recht niet wezenlijk aantasten, noch het effectieve karakter ervan |
tenietdoen, een gewettigd doel nastreven en evenredig zijn met dat | tenietdoen, een gewettigd doel nastreven en evenredig zijn met dat |
doel. | doel. |
B.8.1. Het decreet van 8 december 2005 houdende wijziging van sommige | B.8.1. Het decreet van 8 december 2005 houdende wijziging van sommige |
bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de | bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke democratie en de |
decentralisatie heeft de vergoeding die de plaatselijke mandatarissen | decentralisatie heeft de vergoeding die de plaatselijke mandatarissen |
tijdens de uitoefening van hun mandaten, met inbegrip van de eventuele | tijdens de uitoefening van hun mandaten, met inbegrip van de eventuele |
afgeleide mandaten, niet mogen overschrijden, bepaald op anderhalve | afgeleide mandaten, niet mogen overschrijden, bepaald op anderhalve |
keer het bedrag van de parlementaire vergoeding. | keer het bedrag van de parlementaire vergoeding. |
Om de naleving van die beperking te verzekeren, is erin voorzien, | Om de naleving van die beperking te verzekeren, is erin voorzien, |
enerzijds, de plaatselijke mandatarissen ertoe te verplichten | enerzijds, de plaatselijke mandatarissen ertoe te verplichten |
jaarlijks alle uitgeoefende mandaten en de vergoedingen die werden | jaarlijks alle uitgeoefende mandaten en de vergoedingen die werden |
geïnd voor de uitoefening van de openbare mandaten aan te geven en, | geïnd voor de uitoefening van de openbare mandaten aan te geven en, |
anderzijds, een sanctie op te leggen wanneer die aangifte niet wordt | anderzijds, een sanctie op te leggen wanneer die aangifte niet wordt |
gedaan, namelijk een verval van de mandaten, uitgesproken door de | gedaan, namelijk een verval van de mandaten, uitgesproken door de |
Waalse Regering na afloop van een tegensprekelijke procedure of, in | Waalse Regering na afloop van een tegensprekelijke procedure of, in |
voorkomend geval, door de Raad van State wanneer een beroep tot | voorkomend geval, door de Raad van State wanneer een beroep tot |
herziening van de vorige beslissing is ingesteld. Dat verval gaat | herziening van de vorige beslissing is ingesteld. Dat verval gaat |
gepaard met een onverkiesbaarheid van zes jaar die de mandataris ten | gepaard met een onverkiesbaarheid van zes jaar die de mandataris ten |
aanzien van wie het verval is uitgesproken, automatisch treft. | aanzien van wie het verval is uitgesproken, automatisch treft. |
B.8.2. Die bepalingen, ingevoegd via parlementaire amendementen, zijn | B.8.2. Die bepalingen, ingevoegd via parlementaire amendementen, zijn |
als volgt verantwoord : | als volgt verantwoord : |
« De gemeentelijke mandatarissen zijn, wegens hun hoedanigheid van | « De gemeentelijke mandatarissen zijn, wegens hun hoedanigheid van |
plaatselijk mandataris, geroepen tot deelname in de ene of de andere | plaatselijk mandataris, geroepen tot deelname in de ene of de andere |
hoedanigheid aan het beheer van rechtspersonen of zelfs van feitelijke | hoedanigheid aan het beheer van rechtspersonen of zelfs van feitelijke |
verenigingen. In die zin gebeurt het dat zij een vergoeding genieten | verenigingen. In die zin gebeurt het dat zij een vergoeding genieten |
(presentiegelden, emolumenten, enz.). Het is essentieel die situatie | (presentiegelden, emolumenten, enz.). Het is essentieel die situatie |
te reglementeren, teneinde een onredelijke toename van cumulaties te | te reglementeren, teneinde een onredelijke toename van cumulaties te |
voorkomen en het de betrokkenen niet mogelijk te maken financiële | voorkomen en het de betrokkenen niet mogelijk te maken financiële |
voordelen te innen die niet evenredig zijn met hun ambten. Het betreft | voordelen te innen die niet evenredig zijn met hun ambten. Het betreft |
hier een maatregel die essentieel is voor het moraliseren van het | hier een maatregel die essentieel is voor het moraliseren van het |
plaatselijke politieke leven » (Parl. St., Waals Parlement, 2004-2005, | plaatselijke politieke leven » (Parl. St., Waals Parlement, 2004-2005, |
nr. 204-3, p. 3). | nr. 204-3, p. 3). |
Op het ogenblik van de codificatie van het voormelde decreet, door de | Op het ogenblik van de codificatie van het voormelde decreet, door de |
goedkeuring van het decreet van 19 juni 2008 « houdende ratificatie | goedkeuring van het decreet van 19 juni 2008 « houdende ratificatie |
van het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007 ter | van het besluit van de Waalse Regering van 20 december 2007 ter |
uitvoering van artikel 55 van het decreet van 8 december 2005 houdende | uitvoering van artikel 55 van het decreet van 8 december 2005 houdende |
wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke | wijziging van sommige bepalingen van het Wetboek van de plaatselijke |
democratie en de decentralisatie », is eraan herinnerd dat « die | democratie en de decentralisatie », is eraan herinnerd dat « die |
bepalingen ertoe strekken de transparantie te bevorderen » (CRAC, | bepalingen ertoe strekken de transparantie te bevorderen » (CRAC, |
Waals Parlement, 2007-2008, nr. 137, 27 mei 2008, p. 6). | Waals Parlement, 2007-2008, nr. 137, 27 mei 2008, p. 6). |
Tijdens de parlementaire voorbereiding is eveneens verwezen naar de | Tijdens de parlementaire voorbereiding is eveneens verwezen naar de |
ethische doelstellingen inzake het plaatselijke politieke leven. Aldus | ethische doelstellingen inzake het plaatselijke politieke leven. Aldus |
is met name verklaard dat « de politiek in een democratie alleen maar | is met name verklaard dat « de politiek in een democratie alleen maar |
baat heeft bij het bevorderen van de transparantie ten aanzien van de | baat heeft bij het bevorderen van de transparantie ten aanzien van de |
burgers, daar dat integraal deel uitmaakt van het veel ruimere begrip | burgers, daar dat integraal deel uitmaakt van het veel ruimere begrip |
van het behoorlijk bestuur » (CRI, Waals Parlement, 2007-2008, nr. 20, | van het behoorlijk bestuur » (CRI, Waals Parlement, 2007-2008, nr. 20, |
11 juni 2008, p. 30). Er is hieraan toegevoegd : | 11 juni 2008, p. 30). Er is hieraan toegevoegd : |
« Het behoorlijk bestuur, zowel op plaatselijk als op een ander | « Het behoorlijk bestuur, zowel op plaatselijk als op een ander |
niveau, is door iedereen altijd beschouwd geweest als een prioritaire | niveau, is door iedereen altijd beschouwd geweest als een prioritaire |
doelstelling. Dat behoorlijk bestuur is primordiaal wanneer men de | doelstelling. Dat behoorlijk bestuur is primordiaal wanneer men de |
naleving van de democratie wil verzekeren en eenieder | naleving van de democratie wil verzekeren en eenieder |
verantwoordelijkheidszin wil bijbrengen. [...] | verantwoordelijkheidszin wil bijbrengen. [...] |
[...] | [...] |
De unanimiteit van de goedkeuring in de Commissie getuigt van het feit | De unanimiteit van de goedkeuring in de Commissie getuigt van het feit |
dat alle politieke fracties zich bewust zijn van de noodzaak van | dat alle politieke fracties zich bewust zijn van de noodzaak van |
transparantie en ethiek in de uitoefening van de openbare mandaten » | transparantie en ethiek in de uitoefening van de openbare mandaten » |
(ibid., p. 32). | (ibid., p. 32). |
B.8.3. De door de Waalse decreetgever opgelegde verplichting om de | B.8.3. De door de Waalse decreetgever opgelegde verplichting om de |
mandaten jaarlijks aan te geven, verplichting die, wanneer daaraan | mandaten jaarlijks aan te geven, verplichting die, wanneer daaraan |
niet wordt voldaan, gepaard gaat met een verval dat wordt uitgesproken | niet wordt voldaan, gepaard gaat met een verval dat wordt uitgesproken |
na afloop van een tegensprekelijke procedure, is een middel dat | na afloop van een tegensprekelijke procedure, is een middel dat |
relevant en redelijk verantwoord is in het licht van het nagestreefde | relevant en redelijk verantwoord is in het licht van het nagestreefde |
doel bestaande in een grotere transparantie en een beter beheer op | doel bestaande in een grotere transparantie en een beter beheer op |
plaatselijk niveau. | plaatselijk niveau. |
B.8.4. Zoals andere gevallen van onverkiesbaarheid waarin het WWPDD | B.8.4. Zoals andere gevallen van onverkiesbaarheid waarin het WWPDD |
voorziet, is de onverkiesbaarheid van zes jaar die automatisch de | voorziet, is de onverkiesbaarheid van zes jaar die automatisch de |
gemeentelijke mandatarissen treft ten aanzien van wie het verval van | gemeentelijke mandatarissen treft ten aanzien van wie het verval van |
het mandaat is uitgesproken, verantwoord door de wil om de | het mandaat is uitgesproken, verantwoord door de wil om de |
doeltreffendheid van de in het geding zijnde bepaling van het WWPDD te | doeltreffendheid van de in het geding zijnde bepaling van het WWPDD te |
verzekeren, bepaling die alle gemeentelijke en provinciale | verzekeren, bepaling die alle gemeentelijke en provinciale |
mandatarissen ertoe verplicht jaarlijks hun mandaten en vergoedingen | mandatarissen ertoe verplicht jaarlijks hun mandaten en vergoedingen |
aan te geven. Hiermee streeft de Waalse decreetgever een wettig doel | aan te geven. Hiermee streeft de Waalse decreetgever een wettig doel |
na. | na. |
De automatische onverkiesbaarheid van zes jaar die is verbonden met | De automatische onverkiesbaarheid van zes jaar die is verbonden met |
dat verval, is een keuze die niet onredelijk is om diezelfde | dat verval, is een keuze die niet onredelijk is om diezelfde |
doelstellingen te bereiken, aangezien de verkozen mandatarissen bewust | doelstellingen te bereiken, aangezien de verkozen mandatarissen bewust |
niet hebben willen voldoen aan de aangifteplicht, zonder bovendien de | niet hebben willen voldoen aan de aangifteplicht, zonder bovendien de |
verantwoording te willen of te kunnen voorleggen die het Wetboek hen | verantwoording te willen of te kunnen voorleggen die het Wetboek hen |
toelaat voor te leggen tijdens de tegensprekelijke procedure die aan | toelaat voor te leggen tijdens de tegensprekelijke procedure die aan |
de uitspraak van de sanctie voorafgaat. | de uitspraak van de sanctie voorafgaat. |
De Waalse decreetgever heeft overigens erover gewaakt de duur van die | De Waalse decreetgever heeft overigens erover gewaakt de duur van die |
onverkiesbaarheid in de tijd te beperken, waarbij hij heeft gekozen | onverkiesbaarheid in de tijd te beperken, waarbij hij heeft gekozen |
voor een termijn van zes jaar na de vaststelling van het verval. Die | voor een termijn van zes jaar na de vaststelling van het verval. Die |
keuze is gegrond op een objectief criterium, namelijk de duur van zes | keuze is gegrond op een objectief criterium, namelijk de duur van zes |
jaar van de gemeentelijke mandaten, waarbij alle mandatarissen ten | jaar van de gemeentelijke mandaten, waarbij alle mandatarissen ten |
aanzien van wie een verval is uitgesproken, op dezelfde wijze worden | aanzien van wie een verval is uitgesproken, op dezelfde wijze worden |
behandeld : ongeacht het ogenblik van de zittingsperiode waarin zij | behandeld : ongeacht het ogenblik van de zittingsperiode waarin zij |
niet zouden hebben voldaan aan de in het geding zijnde aangifteplicht, | niet zouden hebben voldaan aan de in het geding zijnde aangifteplicht, |
kan ten aanzien van hen het verval van hun lopend mandaat en de | kan ten aanzien van hen het verval van hun lopend mandaat en de |
onverkiesbaarheid voor de volgende verkiezing worden uitgesproken. | onverkiesbaarheid voor de volgende verkiezing worden uitgesproken. |
B.8.5. Hoewel het juist is dat de onverkiesbaarheid automatisch is | B.8.5. Hoewel het juist is dat de onverkiesbaarheid automatisch is |
verbonden met het verval van het mandaat en niet voortvloeit uit een | verbonden met het verval van het mandaat en niet voortvloeit uit een |
afzonderlijke beslissing van de Regering of de Raad van State die | afzonderlijke beslissing van de Regering of de Raad van State die |
uitspraak doet op een beroep dat met toepassing van artikel L4142-1, § | uitspraak doet op een beroep dat met toepassing van artikel L4142-1, § |
2, is ingesteld, kan het verval alleen worden uitgesproken door de | 2, is ingesteld, kan het verval alleen worden uitgesproken door de |
Waalse Regering na een tegensprekelijke procedure tijdens welke de | Waalse Regering na een tegensprekelijke procedure tijdens welke de |
Regering dient na te gaan of dat verval evenredig is met de aan haar | Regering dient na te gaan of dat verval evenredig is met de aan haar |
voorgelegde feitelijke en juridische elementen, en bij een individuele | voorgelegde feitelijke en juridische elementen, en bij een individuele |
en gemotiveerde beslissing waartegen een beroep tot herziening kan | en gemotiveerde beslissing waartegen een beroep tot herziening kan |
worden ingesteld voor de Raad van State, onafhankelijk administratief | worden ingesteld voor de Raad van State, onafhankelijk administratief |
rechtscollege waaraan een bevoegdheid met volle rechtsmacht is | rechtscollege waaraan een bevoegdheid met volle rechtsmacht is |
toegekend. | toegekend. |
Uit artikel L5421 van het WWPDD, aangehaald in B.1, blijkt aldus dat | Uit artikel L5421 van het WWPDD, aangehaald in B.1, blijkt aldus dat |
het controleorgaan eerst een advies opstelt over de verweten | het controleorgaan eerst een advies opstelt over de verweten |
tekortkomingen en dat de betrokkene zijn opmerkingen over dat advies | tekortkomingen en dat de betrokkene zijn opmerkingen over dat advies |
kan meedelen, zijn aangifte kan rechtzetten en kan verzoeken om te | kan meedelen, zijn aangifte kan rechtzetten en kan verzoeken om te |
worden gehoord. Uit de procedurestukken blijkt eveneens dat de | worden gehoord. Uit de procedurestukken blijkt eveneens dat de |
mogelijkheid om de aangifte recht te zetten, door het controleorgaan | mogelijkheid om de aangifte recht te zetten, door het controleorgaan |
is begrepen als de mogelijkheid om die aangifte, zelfs buiten de | is begrepen als de mogelijkheid om die aangifte, zelfs buiten de |
termijnen, te doen. Datzelfde artikel bepaalt voorts dat de betrokkene | termijnen, te doen. Datzelfde artikel bepaalt voorts dat de betrokkene |
zijn opmerkingen kan formuleren over het proces-verbaal van de | zijn opmerkingen kan formuleren over het proces-verbaal van de |
hoorzitting waarom hij zou hebben verzocht. | hoorzitting waarom hij zou hebben verzocht. |
Verder blijkt uit artikel L5431-1 van het WWPDD, eveneens aangehaald | Verder blijkt uit artikel L5431-1 van het WWPDD, eveneens aangehaald |
in B.1, dat de Waalse Regering kan beslissen het verval uit te spreken | in B.1, dat de Waalse Regering kan beslissen het verval uit te spreken |
na de betrokkene te hebben gehoord indien die laatste daarom verzoekt | na de betrokkene te hebben gehoord indien die laatste daarom verzoekt |
en dat tegen die beslissing eveneens beroep kan worden ingesteld voor | en dat tegen die beslissing eveneens beroep kan worden ingesteld voor |
de Raad van State. | de Raad van State. |
Ten slotte geven de procedurestukken aan dat de Waalse Regering | Ten slotte geven de procedurestukken aan dat de Waalse Regering |
gebruik heeft gemaakt van haar beoordelingsbevoegdheid door alleen de | gebruik heeft gemaakt van haar beoordelingsbevoegdheid door alleen de |
mandatarissen te bestraffen die hun aangifte niet hebben ingediend | mandatarissen te bestraffen die hun aangifte niet hebben ingediend |
gedurende twee opeenvolgende jaren, ondanks de herinneringen van het | gedurende twee opeenvolgende jaren, ondanks de herinneringen van het |
controleorgaan. | controleorgaan. |
B.8.6. Rekening houdend met het beperkte karakter in de tijd van de | B.8.6. Rekening houdend met het beperkte karakter in de tijd van de |
onverkiesbaarheid en met het bestaan van een interne tegensprekelijke | onverkiesbaarheid en met het bestaan van een interne tegensprekelijke |
procedure en, in voorkomend geval, van een beroep met volle | procedure en, in voorkomend geval, van een beroep met volle |
rechtsmacht voor de Raad van State, hebben de in het geding zijnde | rechtsmacht voor de Raad van State, hebben de in het geding zijnde |
bepalingen geen onevenredige gevolgen. | bepalingen geen onevenredige gevolgen. |
B.9. Bijgevolg zijn de in het geding zijnde bepalingen bestaanbaar met | B.9. Bijgevolg zijn de in het geding zijnde bepalingen bestaanbaar met |
artikel 10 van de Grondwet. | artikel 10 van de Grondwet. |
B.10.1. De lezing van artikel 10 van de Grondwet in samenhang met de | B.10.1. De lezing van artikel 10 van de Grondwet in samenhang met de |
artikelen 6, 10, 11 en 17 van het Europees Verdrag voor de rechten van | artikelen 6, 10, 11 en 17 van het Europees Verdrag voor de rechten van |
de mens en met artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat | de mens en met artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat |
Verdrag leidt niet tot een ander resultaat. | Verdrag leidt niet tot een ander resultaat. |
B.10.2. Artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens | B.10.2. Artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
is trouwens niet van toepassing op geschillen betreffende verkiezingen | is trouwens niet van toepassing op geschillen betreffende verkiezingen |
(EHRM, 21 oktober 1997, Pierre-Bloch t. Frankrijk). | (EHRM, 21 oktober 1997, Pierre-Bloch t. Frankrijk). |
B.10.3. Voor zover er sprake is van een inmenging in de door de | B.10.3. Voor zover er sprake is van een inmenging in de door de |
artikelen 10 en 11 van datzelfde Verdrag gewaarborgde vrijheid van | artikelen 10 en 11 van datzelfde Verdrag gewaarborgde vrijheid van |
meningsuiting en van vereniging, is die, om de in B.8 vermelde | meningsuiting en van vereniging, is die, om de in B.8 vermelde |
redenen, redelijk verantwoord. | redenen, redelijk verantwoord. |
B.10.4. Artikel 17 van het Europees Verdrag voor de rechten van de | B.10.4. Artikel 17 van het Europees Verdrag voor de rechten van de |
mens bepaalt dat « geen der bepalingen van dit Verdrag mag worden | mens bepaalt dat « geen der bepalingen van dit Verdrag mag worden |
uitgelegd als zou zij voor een Staat, een groep of een persoon het | uitgelegd als zou zij voor een Staat, een groep of een persoon het |
recht inhouden enige activiteit aan de dag te leggen of enige daad te | recht inhouden enige activiteit aan de dag te leggen of enige daad te |
verrichten welke ten doel heeft de rechten of vrijheden welke in het | verrichten welke ten doel heeft de rechten of vrijheden welke in het |
Verdrag zijn vermeld, te vernietigen of deze rechten en vrijheden meer | Verdrag zijn vermeld, te vernietigen of deze rechten en vrijheden meer |
te beperken dan bij dit Verdrag is voorzien ». Aldus beoogt die | te beperken dan bij dit Verdrag is voorzien ». Aldus beoogt die |
bepaling misbruik van grondrechten door een antidemocratisch regime, | bepaling misbruik van grondrechten door een antidemocratisch regime, |
groeperingen of individuen van de beschermingssfeer van het Europees | groeperingen of individuen van de beschermingssfeer van het Europees |
Verdrag voor de rechten van de mens uit te sluiten. Te dezen kan er | Verdrag voor de rechten van de mens uit te sluiten. Te dezen kan er |
evenwel geen sprake zijn van een dergelijk misbruik. | evenwel geen sprake zijn van een dergelijk misbruik. |
B.10.5 Ten slotte hebben de in het Waalse Gewest georganiseerde | B.10.5 Ten slotte hebben de in het Waalse Gewest georganiseerde |
verkiezingen van de gemeente- en de provincieraden geen betrekking op | verkiezingen van de gemeente- en de provincieraden geen betrekking op |
het « kiezen van de wetgevende macht » in de zin van het voormelde | het « kiezen van de wetgevende macht » in de zin van het voormelde |
artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag | artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag |
voor de rechten van de mens. Bijgevolg is die bepaling niet van | voor de rechten van de mens. Bijgevolg is die bepaling niet van |
toepassing. | toepassing. |
B.11. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.11. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
Om die redenen, | Om die redenen, |
het Hof | het Hof |
zegt voor recht : | zegt voor recht : |
De artikelen L5431-1 en L4142-1, § 2, 8°, van het Waalse Wetboek van | De artikelen L5431-1 en L4142-1, § 2, 8°, van het Waalse Wetboek van |
de plaatselijke democratie en de decentralisatie schenden niet artikel | de plaatselijke democratie en de decentralisatie schenden niet artikel |
10 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen | 10 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen |
6, 10, 11 en 17 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens | 6, 10, 11 en 17 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
en met artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag. | en met artikel 3 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 14 juni 2012. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 14 juni 2012. |
De griffier, | De griffier, |
F. Meersschaut | F. Meersschaut |
De voorzitter, | De voorzitter, |
R. Henneuse | R. Henneuse |