← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 201/2011 van 22 december 2011 Rolnummer 5200 In zake :
het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 2, 4, 5, 6 en 9 van de wet van 13
augustus 2011 « tot wijziging van het Wetboek van strafvo Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters
M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechte(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 201/2011 van 22 december 2011 Rolnummer 5200 In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 2, 4, 5, 6 en 9 van de wet van 13 augustus 2011 « tot wijziging van het Wetboek van strafvo Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechte(...) | Uittreksel uit arrest nr. 201/2011 van 22 december 2011 Rolnummer 5200 In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de artikelen 2, 4, 5, 6 en 9 van de wet van 13 augustus 2011 « tot wijziging van het Wetboek van strafvo Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de rechte(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
Uittreksel uit arrest nr. 201/2011 van 22 december 2011 | Uittreksel uit arrest nr. 201/2011 van 22 december 2011 |
Rolnummer 5200 | Rolnummer 5200 |
In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de | In zake : het beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging van de |
artikelen 2, 4, 5, 6 en 9 van de wet van 13 augustus 2011 « tot | artikelen 2, 4, 5, 6 en 9 van de wet van 13 augustus 2011 « tot |
wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli | wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli |
1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt | 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt |
verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te | verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te |
verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door | verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door |
hem te worden bijgestaan », ingesteld door Luc Lamine. | hem te worden bijgestaan », ingesteld door Luc Lamine. |
Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en R. Henneuse, en de |
rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, J.-P. |
Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. | Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en F. |
Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | Daoût, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging | I. Onderwerp van de vordering en rechtspleging |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 september | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 september |
2011 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 9 | 2011 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 9 |
september 2011, heeft Luc Lamine, wonende te 3110 Rotselaar, Steenweg | september 2011, heeft Luc Lamine, wonende te 3110 Rotselaar, Steenweg |
op Wezemaal 90, beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging | op Wezemaal 90, beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging |
ingesteld van de artikelen 2, 4, 5, 6 en 9 van de wet van 13 augustus | ingesteld van de artikelen 2, 4, 5, 6 en 9 van de wet van 13 augustus |
2011 « tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet | 2011 « tot wijziging van het Wetboek van strafvordering en van de wet |
van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen | van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen |
die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten | die wordt verhoord en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten |
te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door | te verlenen, waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door |
hem te worden bijgestaan » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad | hem te worden bijgestaan » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad |
van 5 september 2011). | van 5 september 2011). |
Bij hetzelfde verzoekschrift vorderde de verzoekende partij eveneens | Bij hetzelfde verzoekschrift vorderde de verzoekende partij eveneens |
de gehele of gedeeltelijke schorsing van dezelfde wetsbepalingen. Bij | de gehele of gedeeltelijke schorsing van dezelfde wetsbepalingen. Bij |
het arrest nr. 177/2011 van 10 november 2011 (bekendgemaakt in het | het arrest nr. 177/2011 van 10 november 2011 (bekendgemaakt in het |
Belgisch Staatsblad van 5 december 2011) heeft het Hof de vordering | Belgisch Staatsblad van 5 december 2011) heeft het Hof de vordering |
tot schorsing verworpen. | tot schorsing verworpen. |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. In rechte |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de bestreden bepalingen | Ten aanzien van de bestreden bepalingen |
B.1.1. Het beroep tot vernietiging is in de eerste plaats gericht | B.1.1. Het beroep tot vernietiging is in de eerste plaats gericht |
tegen artikel 6 van de wet van 13 augustus 2011 « tot wijziging van | tegen artikel 6 van de wet van 13 augustus 2011 « tot wijziging van |
het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 | het Wetboek van strafvordering en van de wet van 20 juli 1990 |
betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord | betreffende de voorlopige hechtenis, om aan elkeen die wordt verhoord |
en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, | en aan elkeen wiens vrijheid wordt benomen rechten te verlenen, |
waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te | waaronder het recht om een advocaat te raadplegen en door hem te |
worden bijgestaan ». Die bepaling voegt in het nieuwe hoofdstuk II/1 | worden bijgestaan ». Die bepaling voegt in het nieuwe hoofdstuk II/1 |
(« Het bevel tot verlenging ») van de wet van 20 juli 1990 betreffende | (« Het bevel tot verlenging ») van de wet van 20 juli 1990 betreffende |
de voorlopige hechtenis een nieuw artikel 15bis in, dat bepaalt : | de voorlopige hechtenis een nieuw artikel 15bis in, dat bepaalt : |
« De onderzoeksrechter, die handelt op vordering van de procureur des | « De onderzoeksrechter, die handelt op vordering van de procureur des |
Konings of ambtshalve optreedt, kan een bevel verlenen tot verlenging | Konings of ambtshalve optreedt, kan een bevel verlenen tot verlenging |
van de in artikel 1, 1° of artikel 2 bedoelde termijnen. | van de in artikel 1, 1° of artikel 2 bedoelde termijnen. |
De vrijheidsbeneming die het gevolg is van dat bevel mag in geen geval | De vrijheidsbeneming die het gevolg is van dat bevel mag in geen geval |
langer duren dan vierentwintig uur te rekenen vanaf de betekening van | langer duren dan vierentwintig uur te rekenen vanaf de betekening van |
het bevel. | het bevel. |
Het bevel is met redenen omkleed en kan slechts eenmaal verleend | Het bevel is met redenen omkleed en kan slechts eenmaal verleend |
worden. Het vermeldt de gegevens die het ingaan van een nieuwe termijn | worden. Het vermeldt de gegevens die het ingaan van een nieuwe termijn |
verantwoorden, te weten : | verantwoorden, te weten : |
1° de ernstige aanwijzingen van schuld aan een misdaad of een | 1° de ernstige aanwijzingen van schuld aan een misdaad of een |
wanbedrijf; | wanbedrijf; |
2° de bijzondere omstandigheden van het voorliggende geval. | 2° de bijzondere omstandigheden van het voorliggende geval. |
Het wordt aan de betrokkene betekend binnen een termijn van | Het wordt aan de betrokkene betekend binnen een termijn van |
vierentwintig uren. Die termijn gaat in op het tijdstip dat wordt | vierentwintig uren. Die termijn gaat in op het tijdstip dat wordt |
bepaald door artikel 1, 2° of 3°, of door artikel 2, 5°. Bij gebrek | bepaald door artikel 1, 2° of 3°, of door artikel 2, 5°. Bij gebrek |
aan een regelmatige betekening binnen de termijn die de wet bepaalt, | aan een regelmatige betekening binnen de termijn die de wet bepaalt, |
wordt de persoon vrijgelaten. | wordt de persoon vrijgelaten. |
Het bevel tot verlenging wordt onmiddellijk meegedeeld aan de | Het bevel tot verlenging wordt onmiddellijk meegedeeld aan de |
procureur des Konings. Er kan geen rechtsmiddel tegen worden | procureur des Konings. Er kan geen rechtsmiddel tegen worden |
ingesteld. | ingesteld. |
Tijdens de nieuwe periode van vierentwintig uur heeft de persoon het | Tijdens de nieuwe periode van vierentwintig uur heeft de persoon het |
recht gedurende dertig minuten vertrouwelijk overleg te plegen met | recht gedurende dertig minuten vertrouwelijk overleg te plegen met |
zijn advocaat ». | zijn advocaat ». |
B.1.2. Daarnaast beoogt de verzoeker de vernietiging van de artikelen | B.1.2. Daarnaast beoogt de verzoeker de vernietiging van de artikelen |
2, 4, 5 en 9 van de wet van 13 augustus 2011, zij het slechts in | 2, 4, 5 en 9 van de wet van 13 augustus 2011, zij het slechts in |
zoverre daarin wordt verwezen naar het voormelde artikel 15bis. | zoverre daarin wordt verwezen naar het voormelde artikel 15bis. |
B.2. De wet van 13 augustus 2011 heeft als doel de Belgische wetgeving | B.2. De wet van 13 augustus 2011 heeft als doel de Belgische wetgeving |
in overeenstemming te brengen met de zogenaamde Salduz-rechtspraak van | in overeenstemming te brengen met de zogenaamde Salduz-rechtspraak van |
het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Volgens die rechtspraak | het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Volgens die rechtspraak |
heeft eenieder die wordt ondervraagd door de politie, recht op | heeft eenieder die wordt ondervraagd door de politie, recht op |
bijstand van een advocaat vanaf het eerste verhoor en mag, indien dat | bijstand van een advocaat vanaf het eerste verhoor en mag, indien dat |
recht wordt geschonden, een strafrechtelijke veroordeling niet worden | recht wordt geschonden, een strafrechtelijke veroordeling niet worden |
gebaseerd op bekentenissen die de verdachte tijdens het eerste | gebaseerd op bekentenissen die de verdachte tijdens het eerste |
politieverhoor heeft afgelegd (EHRM, 27 november 2008, Salduz t. | politieverhoor heeft afgelegd (EHRM, 27 november 2008, Salduz t. |
Turkije, § 55). Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft | Turkije, § 55). Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft |
later verduidelijkt dat elk verhoor van een van zijn vrijheid beroofde | later verduidelijkt dat elk verhoor van een van zijn vrijheid beroofde |
verdachte zonder bijstand van een advocaat, wanneer die afwezigheid | verdachte zonder bijstand van een advocaat, wanneer die afwezigheid |
niet kan worden verantwoord door dwingende redenen, een schending | niet kan worden verantwoord door dwingende redenen, een schending |
uitmaakt van de artikelen 6.1 en 6.3 van het Europees Verdrag voor de | uitmaakt van de artikelen 6.1 en 6.3 van het Europees Verdrag voor de |
rechten van de mens, zelfs indien de verdachte tijdens dat verhoor van | rechten van de mens, zelfs indien de verdachte tijdens dat verhoor van |
zijn zwijgrecht gebruik heeft gemaakt (EHRM, 24 september 2009, | zijn zwijgrecht gebruik heeft gemaakt (EHRM, 24 september 2009, |
Pishchalnikov t. Rusland, § 81; EHRM, 13 oktober 2009, Dayanan t. | Pishchalnikov t. Rusland, § 81; EHRM, 13 oktober 2009, Dayanan t. |
Turkije, § 33). Het Hof heeft wel gepreciseerd dat een | Turkije, § 33). Het Hof heeft wel gepreciseerd dat een |
strafrechtelijke veroordeling in dat geval mogelijk blijft, indien die | strafrechtelijke veroordeling in dat geval mogelijk blijft, indien die |
niet louter is gebaseerd op de in afwezigheid van de advocaat | niet louter is gebaseerd op de in afwezigheid van de advocaat |
afgelegde bekentenissen, maar de schuld op grond van andere elementen | afgelegde bekentenissen, maar de schuld op grond van andere elementen |
is aangetoond (EHRM, 21 december 2010, Hovanesian t. Bulgarije). Tot | is aangetoond (EHRM, 21 december 2010, Hovanesian t. Bulgarije). Tot |
slot verduidelijkte het Hof dat een voorafgaand vertrouwelijk overleg | slot verduidelijkte het Hof dat een voorafgaand vertrouwelijk overleg |
met de advocaat niet volstaat indien die laatste niet effectief | met de advocaat niet volstaat indien die laatste niet effectief |
tijdens het daarop volgende verhoor aanwezig is (EHRM, 14 oktober | tijdens het daarop volgende verhoor aanwezig is (EHRM, 14 oktober |
2010, Brusco t. Frankrijk). | 2010, Brusco t. Frankrijk). |
B.3.1. Daartoe voegt artikel 4 van de wet van 13 augustus 2011 een | B.3.1. Daartoe voegt artikel 4 van de wet van 13 augustus 2011 een |
nieuw artikel 2bis in de wet van 20 juli 1990 betreffende de | nieuw artikel 2bis in de wet van 20 juli 1990 betreffende de |
voorlopige hechtenis in. Die bepaling kent aan eenieder die van zijn | voorlopige hechtenis in. Die bepaling kent aan eenieder die van zijn |
vrijheid is beroofd, een recht toe op vertrouwelijk overleg met een | vrijheid is beroofd, een recht toe op vertrouwelijk overleg met een |
advocaat, dat vooraf moet gaan aan het eerste verhoor. Indien de | advocaat, dat vooraf moet gaan aan het eerste verhoor. Indien de |
verdachte geen beroep doet op een zelf gekozen advocaat, dient een | verdachte geen beroep doet op een zelf gekozen advocaat, dient een |
advocaat te worden aangesteld. De advocaat dient aanwezig te zijn | advocaat te worden aangesteld. De advocaat dient aanwezig te zijn |
binnen twee uur na de eerste contactname met de permanentiedienst | binnen twee uur na de eerste contactname met de permanentiedienst |
georganiseerd door de balies. Het vertrouwelijke overleg mag maximaal | georganiseerd door de balies. Het vertrouwelijke overleg mag maximaal |
30 minuten duren. Afstand van dat recht kan enkel worden gedaan door | 30 minuten duren. Afstand van dat recht kan enkel worden gedaan door |
een meerderjarige en na vertrouwelijk telefonisch contact met de | een meerderjarige en na vertrouwelijk telefonisch contact met de |
permanentiedienst. Van de afstand wordt akte genomen in een door de | permanentiedienst. Van de afstand wordt akte genomen in een door de |
verdachte gedateerd en ondertekend document. | verdachte gedateerd en ondertekend document. |
Dezelfde bepaling kent, in paragraaf 2 ervan, de betrokkene het recht | Dezelfde bepaling kent, in paragraaf 2 ervan, de betrokkene het recht |
toe op bijstand door zijn advocaat tijdens de verhoren die op het | toe op bijstand door zijn advocaat tijdens de verhoren die op het |
voormelde vertrouwelijke overleg volgen. Die bijstand heeft | voormelde vertrouwelijke overleg volgen. Die bijstand heeft |
uitsluitend als doel toezicht mogelijk te maken op de eerbiediging van | uitsluitend als doel toezicht mogelijk te maken op de eerbiediging van |
het recht zichzelf niet te beschuldigen, op de wijze waarop de | het recht zichzelf niet te beschuldigen, op de wijze waarop de |
ondervraagde persoon tijdens het verhoor wordt behandeld, inzonderheid | ondervraagde persoon tijdens het verhoor wordt behandeld, inzonderheid |
op het al dan niet kennelijk uitoefenen van ongeoorloofde druk of | op het al dan niet kennelijk uitoefenen van ongeoorloofde druk of |
dwang, en op de kennisgeving van de rechten van verdediging aan de | dwang, en op de kennisgeving van de rechten van verdediging aan de |
verdachte. | verdachte. |
B.3.2. Krachtens artikel 2 van de wet van 13 augustus 2011, dat | B.3.2. Krachtens artikel 2 van de wet van 13 augustus 2011, dat |
artikel 47bis van het Wetboek van strafvordering wijzigt, dient | artikel 47bis van het Wetboek van strafvordering wijzigt, dient |
tijdens het verhoor waarvan sprake in B.3.1, aan elke persoon die | tijdens het verhoor waarvan sprake in B.3.1, aan elke persoon die |
wordt verhoord aangaande misdrijven die hem ten laste kunnen worden | wordt verhoord aangaande misdrijven die hem ten laste kunnen worden |
gelegd, op beknopte wijze kennis te worden gegeven van de feiten | gelegd, op beknopte wijze kennis te worden gegeven van de feiten |
waarover hij zal worden verhoord. Tevens dient hem te worden | waarover hij zal worden verhoord. Tevens dient hem te worden |
meegedeeld dat hij niet kan worden verplicht zichzelf te beschuldigen, | meegedeeld dat hij niet kan worden verplicht zichzelf te beschuldigen, |
dat hij na de bekendmaking van zijn identiteit de keuze heeft om een | dat hij na de bekendmaking van zijn identiteit de keuze heeft om een |
verklaring af te leggen, de gestelde vragen te beantwoorden of te | verklaring af te leggen, de gestelde vragen te beantwoorden of te |
zwijgen, en dat hij recht heeft op een vertrouwelijk overleg met een | zwijgen, en dat hij recht heeft op een vertrouwelijk overleg met een |
advocaat. | advocaat. |
B.3.3. Artikel 15bis van de wet van 20 juli 1990 betreffende de | B.3.3. Artikel 15bis van de wet van 20 juli 1990 betreffende de |
voorlopige hechtenis, ingevoegd bij artikel 6 van de bestreden wet, | voorlopige hechtenis, ingevoegd bij artikel 6 van de bestreden wet, |
maakt het mogelijk de in artikel 1, 1°, of de in artikel 2 van die wet | maakt het mogelijk de in artikel 1, 1°, of de in artikel 2 van die wet |
van 20 juli 1990 bedoelde vrijheidsberoving met 24 uur te verlengen. | van 20 juli 1990 bedoelde vrijheidsberoving met 24 uur te verlengen. |
Die laatste artikelen bepalen : | Die laatste artikelen bepalen : |
« Artikel 1.Voor de aanhouding bij op heterdaad ontdekte misdaad of |
« Artikel 1.Voor de aanhouding bij op heterdaad ontdekte misdaad of |
op heterdaad ontdekt wanbedrijf gelden de volgende regels : | op heterdaad ontdekt wanbedrijf gelden de volgende regels : |
1° de vrijheidsbeneming mag in geen geval langer duren dan | 1° de vrijheidsbeneming mag in geen geval langer duren dan |
vierentwintig uren; | vierentwintig uren; |
2° de agenten van de openbare macht stellen de verdachte van wie zij | 2° de agenten van de openbare macht stellen de verdachte van wie zij |
de vlucht hebben verhinderd, onmiddellijk ter beschikking van de | de vlucht hebben verhinderd, onmiddellijk ter beschikking van de |
officier van gerechtelijke politie. De termijn van vierentwintig uren | officier van gerechtelijke politie. De termijn van vierentwintig uren |
waarvan sprake is in het 1°, gaat in op het ogenblik dat de verdachte, | waarvan sprake is in het 1°, gaat in op het ogenblik dat de verdachte, |
ten gevolge van het optreden van de agent van de openbare macht, niet | ten gevolge van het optreden van de agent van de openbare macht, niet |
meer beschikt over de vrijheid van komen en gaan; | meer beschikt over de vrijheid van komen en gaan; |
3° iedere particulier die iemand vasthoudt die bij een misdaad of | 3° iedere particulier die iemand vasthoudt die bij een misdaad of |
wanbedrijf op heterdaad betrapt werd, geeft de feiten onverwijld aan | wanbedrijf op heterdaad betrapt werd, geeft de feiten onverwijld aan |
bij een agent van de openbare macht. De termijn van vierentwintig uren | bij een agent van de openbare macht. De termijn van vierentwintig uren |
waarvan sprake is in het 1°, gaat in op het ogenblik dat die aangifte | waarvan sprake is in het 1°, gaat in op het ogenblik dat die aangifte |
wordt gedaan; | wordt gedaan; |
4° zodra de officier van gerechtelijke politie tot aanhouding is | 4° zodra de officier van gerechtelijke politie tot aanhouding is |
overgegaan, deelt hij dit onverwijld mee aan de procureur des Konings | overgegaan, deelt hij dit onverwijld mee aan de procureur des Konings |
door middel van de snelste communicatiemiddelen. Hij voert de bevelen | door middel van de snelste communicatiemiddelen. Hij voert de bevelen |
van deze magistraat uit, zowel wat de vrijheidsbeneming als wat de uit | van deze magistraat uit, zowel wat de vrijheidsbeneming als wat de uit |
te voeren plichten betreft; | te voeren plichten betreft; |
5° indien het misdrijf het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk | 5° indien het misdrijf het voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk |
onderzoek, wordt de in het 4° bedoelde mededeling gedaan aan de | onderzoek, wordt de in het 4° bedoelde mededeling gedaan aan de |
onderzoeksrechter; | onderzoeksrechter; |
6° van de aanhouding wordt proces-verbaal opgemaakt. | 6° van de aanhouding wordt proces-verbaal opgemaakt. |
Dit proces-verbaal vermeldt : | Dit proces-verbaal vermeldt : |
a) het juiste uur van de effectieve vrijheidsbeneming, met nauwkeurige | a) het juiste uur van de effectieve vrijheidsbeneming, met nauwkeurige |
opgave van de omstandigheden waarin de vrijheidsbeneming tot stand | opgave van de omstandigheden waarin de vrijheidsbeneming tot stand |
gekomen is; | gekomen is; |
b) de mededelingen gedaan overeenkomstig het 4° en het 5°, met opgave | b) de mededelingen gedaan overeenkomstig het 4° en het 5°, met opgave |
van het juiste uur en van de beslissingen genomen door de magistraat. | van het juiste uur en van de beslissingen genomen door de magistraat. |
Art. 2.Buiten het geval van op heterdaad ontdekte misdaad of op |
Art. 2.Buiten het geval van op heterdaad ontdekte misdaad of op |
heterdaad ontdekt wanbedrijf, kan een persoon tegen wie ernstige | heterdaad ontdekt wanbedrijf, kan een persoon tegen wie ernstige |
aanwijzingen van schuld aan een misdaad of een wanbedrijf bestaan, | aanwijzingen van schuld aan een misdaad of een wanbedrijf bestaan, |
slechts ter beschikking van de rechter worden gesteld, en voor een | slechts ter beschikking van de rechter worden gesteld, en voor een |
termijn die niet langer duurt dan vierentwintig uren, met inachtneming | termijn die niet langer duurt dan vierentwintig uren, met inachtneming |
van de volgende regels : | van de volgende regels : |
1° de beslissing tot vrijheidsbeneming kan alleen worden genomen door | 1° de beslissing tot vrijheidsbeneming kan alleen worden genomen door |
de procureur des Konings; | de procureur des Konings; |
2° indien deze persoon poogt te vluchten of poogt zich te onttrekken | 2° indien deze persoon poogt te vluchten of poogt zich te onttrekken |
aan het toezicht van een agent van de openbare macht, mogen bewarende | aan het toezicht van een agent van de openbare macht, mogen bewarende |
maatregelen worden getroffen in afwachting dat de procureur des | maatregelen worden getroffen in afwachting dat de procureur des |
Konings, onverwijld door de snelste communicatiemiddelen op de hoogte | Konings, onverwijld door de snelste communicatiemiddelen op de hoogte |
gebracht, een beslissing neemt; | gebracht, een beslissing neemt; |
3° van de beslissing tot aanhouding wordt onverwijld kennis gegeven | 3° van de beslissing tot aanhouding wordt onverwijld kennis gegeven |
aan de betrokkene. Deze kennisgeving bestaat in het mondeling | aan de betrokkene. Deze kennisgeving bestaat in het mondeling |
mededelen van de beslissing in de taal van de rechtspleging; | mededelen van de beslissing in de taal van de rechtspleging; |
4° er wordt een proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal vermeldt | 4° er wordt een proces-verbaal opgemaakt. Dit proces-verbaal vermeldt |
: | : |
a) de beslissing van de procureur des Konings, de door hem getroffen | a) de beslissing van de procureur des Konings, de door hem getroffen |
maatregelen en de wijze waarop deze zijn medegedeeld; | maatregelen en de wijze waarop deze zijn medegedeeld; |
b) het juiste uur van de effectieve vrijheidsbeneming, met nauwkeurige | b) het juiste uur van de effectieve vrijheidsbeneming, met nauwkeurige |
opgave van de omstandigheden waarin de vrijheidsbeneming tot stand | opgave van de omstandigheden waarin de vrijheidsbeneming tot stand |
gekomen is; | gekomen is; |
c) het juiste uur van de kennisgeving aan de betrokkene van de | c) het juiste uur van de kennisgeving aan de betrokkene van de |
beslissing tot aanhouding. | beslissing tot aanhouding. |
5° de aangehouden of vastgehouden persoon wordt in vrijheid gesteld | 5° de aangehouden of vastgehouden persoon wordt in vrijheid gesteld |
zodra de maatregel niet langer noodzakelijk is. De vrijheidsbeneming | zodra de maatregel niet langer noodzakelijk is. De vrijheidsbeneming |
mag in geen geval langer duren dan vierentwintig uren te rekenen van | mag in geen geval langer duren dan vierentwintig uren te rekenen van |
de kennisgeving van de beslissing of, ingeval er bewarende | de kennisgeving van de beslissing of, ingeval er bewarende |
dwangmaatregelen zijn genomen, te rekenen van het ogenblik dat de | dwangmaatregelen zijn genomen, te rekenen van het ogenblik dat de |
persoon niet meer beschikt over de vrijheid van komen en gaan; | persoon niet meer beschikt over de vrijheid van komen en gaan; |
6° wanneer de zaak aanhangig is bij de onderzoeksrechter, oefent deze | 6° wanneer de zaak aanhangig is bij de onderzoeksrechter, oefent deze |
de bevoegdheden uit die dit artikel aan de procureur des Konings | de bevoegdheden uit die dit artikel aan de procureur des Konings |
opdraagt ». | opdraagt ». |
Het nieuwe artikel 15bis werd in de parlementaire voorbereiding | Het nieuwe artikel 15bis werd in de parlementaire voorbereiding |
voorgesteld als een noodzakelijk gevolg van de nieuwe procedurele | voorgesteld als een noodzakelijk gevolg van de nieuwe procedurele |
waarborgen. Het zou niet altijd mogelijk zijn een bevel tot aanhouding | waarborgen. Het zou niet altijd mogelijk zijn een bevel tot aanhouding |
te betekenen binnen een termijn van 24 uur, indien de procedures | te betekenen binnen een termijn van 24 uur, indien de procedures |
bedoeld in het nieuwe artikel 47bis, § 2, van het Wetboek van | bedoeld in het nieuwe artikel 47bis, § 2, van het Wetboek van |
Strafvordering en in het nieuwe artikel 2bis van de wet van 20 juli | Strafvordering en in het nieuwe artikel 2bis van de wet van 20 juli |
1990 betreffende de voorlopige hechtenis zouden worden nageleefd. De | 1990 betreffende de voorlopige hechtenis zouden worden nageleefd. De |
minister van Justitie zette hieromtrent het volgende uiteen : | minister van Justitie zette hieromtrent het volgende uiteen : |
« De arrestatietermijn van 24 uren is een korte termijn waarbinnen | « De arrestatietermijn van 24 uren is een korte termijn waarbinnen |
veel moet gebeuren. In de huidige situatie is het een termijn die al | veel moet gebeuren. In de huidige situatie is het een termijn die al |
onder druk staat. | onder druk staat. |
Niettegenstaande de nieuwe rechten die op basis van het wetsontwerp | Niettegenstaande de nieuwe rechten die op basis van het wetsontwerp |
binnen deze termijn ter uitvoering moeten worden gelegd, werd toch de | binnen deze termijn ter uitvoering moeten worden gelegd, werd toch de |
fundamentele keuze gemaakt tot het behoud van de termijn van 24 uur, | fundamentele keuze gemaakt tot het behoud van de termijn van 24 uur, |
als zijnde een belangrijk principe voor de bescherming van de vrijheid | als zijnde een belangrijk principe voor de bescherming van de vrijheid |
van personen. | van personen. |
Nochtans was men ook niet blind voor het feit dat bij de invoering van | Nochtans was men ook niet blind voor het feit dat bij de invoering van |
de bijstand van de advocaat de termijn van 24 uur in sommige dossiers | de bijstand van de advocaat de termijn van 24 uur in sommige dossiers |
moeilijk houdbaar wordt. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn bij grote | moeilijk houdbaar wordt. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn bij grote |
onderzoeken, waarbij verschillende personen zijn aangehouden, zeker | onderzoeken, waarbij verschillende personen zijn aangehouden, zeker |
wanneer dezen moeten bijgestaan worden door tolken. | wanneer dezen moeten bijgestaan worden door tolken. |
Het wetsvoorstel bepaalt dat ingeval er ernstige aanwijzingen van | Het wetsvoorstel bepaalt dat ingeval er ernstige aanwijzingen van |
schuld aan een misdaad of wanbedrijf zijn en ingeval er zich | schuld aan een misdaad of wanbedrijf zijn en ingeval er zich |
bijzondere omstandigheden voordoen, de onderzoeksrechter een met | bijzondere omstandigheden voordoen, de onderzoeksrechter een met |
redenen omkleed bevel tot verlenging kan verlenen. | redenen omkleed bevel tot verlenging kan verlenen. |
De vrijheidsbeneming als gevolg van dit bevel, kan niet langer duren | De vrijheidsbeneming als gevolg van dit bevel, kan niet langer duren |
dan 24 uur te rekenen van de betekening van het bevel, die moet | dan 24 uur te rekenen van de betekening van het bevel, die moet |
gebeuren binnen de eerste termijn van 24 uren » (Parl. St., Kamer, | gebeuren binnen de eerste termijn van 24 uren » (Parl. St., Kamer, |
2010-2011, DOC 53-1279/005, pp. 10-11). | 2010-2011, DOC 53-1279/005, pp. 10-11). |
In de parlementaire voorbereiding wordt ook aangegeven dat de wetgever | In de parlementaire voorbereiding wordt ook aangegeven dat de wetgever |
geen « systematische verlenging, noch [...] een automatische | geen « systematische verlenging, noch [...] een automatische |
verlenging van 24 uren naar 48 uren » mogelijk heeft willen maken, | verlenging van 24 uren naar 48 uren » mogelijk heeft willen maken, |
maar heeft gekozen voor een punctuele verlenging van de | maar heeft gekozen voor een punctuele verlenging van de |
arrestatietermijn, in de concrete gevallen waarin is aangetoond dat | arrestatietermijn, in de concrete gevallen waarin is aangetoond dat |
dit verantwoord is (Parl. St., Senaat, 2010-2011, nr. 5-663/1, p. 29). | dit verantwoord is (Parl. St., Senaat, 2010-2011, nr. 5-663/1, p. 29). |
Hij heeft in het bijzonder rekening willen houden met het risico van | Hij heeft in het bijzonder rekening willen houden met het risico van |
overschrijding van de termijn van 24 uur in de grote strafrechtelijke | overschrijding van de termijn van 24 uur in de grote strafrechtelijke |
onderzoeken waarin aangehouden personen mogelijkerwijs niet snel de | onderzoeken waarin aangehouden personen mogelijkerwijs niet snel de |
mogelijkheid zouden hebben om overleg te plegen met een advocaat | mogelijkheid zouden hebben om overleg te plegen met een advocaat |
(ibid., p. 28). Hij heeft ten slotte geoordeeld dat een verlenging van | (ibid., p. 28). Hij heeft ten slotte geoordeeld dat een verlenging van |
de termijn het mogelijk kon maken dat de onderzoeksrechter beter wordt | de termijn het mogelijk kon maken dat de onderzoeksrechter beter wordt |
geïnformeerd alvorens een voorlopige hechtenis te bevelen, hetgeen kan | geïnformeerd alvorens een voorlopige hechtenis te bevelen, hetgeen kan |
bijdragen tot de bescherming van de vrijheid van de betrokkenen | bijdragen tot de bescherming van de vrijheid van de betrokkenen |
(ibid.). Bovendien moet worden beklemtoond dat het bevel tot | (ibid.). Bovendien moet worden beklemtoond dat het bevel tot |
verlenging met redenen moet zijn omkleed en de elementen moet | verlenging met redenen moet zijn omkleed en de elementen moet |
vermelden die het ingaan van een nieuwe termijn verantwoorden, | vermelden die het ingaan van een nieuwe termijn verantwoorden, |
namelijk de ernstige aanwijzingen van schuld aan een misdaad of een | namelijk de ernstige aanwijzingen van schuld aan een misdaad of een |
wanbedrijf en de bijzondere omstandigheden van het voorliggende geval. | wanbedrijf en de bijzondere omstandigheden van het voorliggende geval. |
Zulks houdt in dat een dossier met alle noodzakelijke elementen wordt | Zulks houdt in dat een dossier met alle noodzakelijke elementen wordt |
opgesteld teneinde de mogelijkheid te bieden aan de procureur des | opgesteld teneinde de mogelijkheid te bieden aan de procureur des |
Konings om tot vorderingen over te gaan, en aan de onderzoeksrechter | Konings om tot vorderingen over te gaan, en aan de onderzoeksrechter |
om zijn bevel met redenen te omkleden. | om zijn bevel met redenen te omkleden. |
Ten aanzien van het belang van de verzoeker | Ten aanzien van het belang van de verzoeker |
B.4.1. Artikel 142 van de Grondwet en artikel 2, 2°, van de bijzondere | B.4.1. Artikel 142 van de Grondwet en artikel 2, 2°, van de bijzondere |
wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat iedere | wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof vereisen dat iedere |
natuurlijke persoon die een beroep instelt, doet blijken van een | natuurlijke persoon die een beroep instelt, doet blijken van een |
belang om voor het Hof in rechte te treden. Het vereiste belang is | belang om voor het Hof in rechte te treden. Het vereiste belang is |
slechts aanwezig bij diegenen die door de bestreden norm rechtstreeks | slechts aanwezig bij diegenen die door de bestreden norm rechtstreeks |
en ongunstig in hun situatie zouden kunnen worden geraakt. Daaruit | en ongunstig in hun situatie zouden kunnen worden geraakt. Daaruit |
volgt dat de actio popularis niet toelaatbaar is. | volgt dat de actio popularis niet toelaatbaar is. |
B.4.2. De habeas corpus is in alle omstandigheden een dermate | B.4.2. De habeas corpus is in alle omstandigheden een dermate |
essentieel aspect van de vrijheid van de burger, dat iedere fysieke | essentieel aspect van de vrijheid van de burger, dat iedere fysieke |
persoon die zich op het Belgische grondgebied bevindt er voortdurend | persoon die zich op het Belgische grondgebied bevindt er voortdurend |
belang bij heeft dat de regels betreffende de aanhouding en de | belang bij heeft dat de regels betreffende de aanhouding en de |
terbeschikkingstelling van het strafgerecht de individuele vrijheid | terbeschikkingstelling van het strafgerecht de individuele vrijheid |
waarborgen. Er kan derhalve niet staande worden gehouden dat een wet | waarborgen. Er kan derhalve niet staande worden gehouden dat een wet |
betreffende de voorlopige hechtenis slechts die personen aanbelangt | betreffende de voorlopige hechtenis slechts die personen aanbelangt |
die het voorwerp uitmaken of hebben uitgemaakt van een | die het voorwerp uitmaken of hebben uitgemaakt van een |
strafrechtelijke procedure. Het is dan ook niet nodig de door de | strafrechtelijke procedure. Het is dan ook niet nodig de door de |
verzoeker aangevoerde elementen betreffende zijn bijzondere | verzoeker aangevoerde elementen betreffende zijn bijzondere |
persoonlijke toestand te onderzoeken. | persoonlijke toestand te onderzoeken. |
B.4.3. Het beroep is ontvankelijk. | B.4.3. Het beroep is ontvankelijk. |
Ten gronde | Ten gronde |
B.5. In zijn eerste middel voert de verzoeker aan dat artikel 15bis | B.5. In zijn eerste middel voert de verzoeker aan dat artikel 15bis |
van de wet van 20 juli 1990, ingevoegd bij artikel 6 van de bestreden | van de wet van 20 juli 1990, ingevoegd bij artikel 6 van de bestreden |
wet, een schending inhoudt van artikel 12 van de Grondwet, in | wet, een schending inhoudt van artikel 12 van de Grondwet, in |
samenhang gelezen met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de | samenhang gelezen met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de |
rechten van de mens, doordat die bepaling het mogelijk maakt dat de | rechten van de mens, doordat die bepaling het mogelijk maakt dat de |
duur van de effectieve vrijheidsbeneming tijdens welke nog geen bevel | duur van de effectieve vrijheidsbeneming tijdens welke nog geen bevel |
tot aanhouding wordt betekend, de 24 uur overschrijdt, zonder dat de | tot aanhouding wordt betekend, de 24 uur overschrijdt, zonder dat de |
verdachte tijdens de eerste periode van 24 uur door de | verdachte tijdens de eerste periode van 24 uur door de |
onderzoeksrechter wordt ondervraagd. | onderzoeksrechter wordt ondervraagd. |
B.6. Artikel 12, derde lid, van de Grondwet bepaalt : | B.6. Artikel 12, derde lid, van de Grondwet bepaalt : |
« Behalve bij ontdekking op heterdaad kan niemand worden aangehouden | « Behalve bij ontdekking op heterdaad kan niemand worden aangehouden |
dan krachtens een met redenen omkleed bevel van de rechter, dat moet | dan krachtens een met redenen omkleed bevel van de rechter, dat moet |
worden betekend bij de aanhouding of uiterlijk binnen vierentwintig | worden betekend bij de aanhouding of uiterlijk binnen vierentwintig |
uren ». | uren ». |
Artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt | Artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens bepaalt |
: | : |
« 1. Eenieder heeft recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid. | « 1. Eenieder heeft recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid. |
Niemand mag van zijn vrijheid worden beroofd, behalve in de navolgende | Niemand mag van zijn vrijheid worden beroofd, behalve in de navolgende |
gevallen en langs wettelijke weg : | gevallen en langs wettelijke weg : |
a) indien hij op rechtmatige wijze wordt gevangen gehouden na | a) indien hij op rechtmatige wijze wordt gevangen gehouden na |
veroordeling door een daartoe bevoegde rechter; | veroordeling door een daartoe bevoegde rechter; |
b) indien hij op rechtmatige wijze is gearresteerd of gevangen wordt | b) indien hij op rechtmatige wijze is gearresteerd of gevangen wordt |
gehouden, wegens weigering een overeenkomstig de wet door een rechter | gehouden, wegens weigering een overeenkomstig de wet door een rechter |
gegeven bevel op te volgen of teneinde de nakoming van een door de wet | gegeven bevel op te volgen of teneinde de nakoming van een door de wet |
voorgeschreven verplichting te verzekeren; | voorgeschreven verplichting te verzekeren; |
c) indien hij op rechtmatige wijze is gearresteerd of gevangen | c) indien hij op rechtmatige wijze is gearresteerd of gevangen |
gehouden ten einde voor de bevoegde rechterlijke instantie te worden | gehouden ten einde voor de bevoegde rechterlijke instantie te worden |
geleid, wanneer redelijke termen aanwezig zijn om te vermoeden, dat | geleid, wanneer redelijke termen aanwezig zijn om te vermoeden, dat |
hij een strafbaar feit heeft begaan of indien er redelijke gronden | hij een strafbaar feit heeft begaan of indien er redelijke gronden |
zijn om aan te nemen dat het noodzakelijk is hem te beletten een | zijn om aan te nemen dat het noodzakelijk is hem te beletten een |
strafbaar feit te begaan of te ontvluchten nadat hij dit heeft begaan; | strafbaar feit te begaan of te ontvluchten nadat hij dit heeft begaan; |
d) in het geval van rechtmatige gevangenhouding van een minderjarige | d) in het geval van rechtmatige gevangenhouding van een minderjarige |
met het doel in te grijpen in zijn opvoeding of in het geval van zijn | met het doel in te grijpen in zijn opvoeding of in het geval van zijn |
rechtmatige gevangenhouding, ten einde hem voor het bevoegde gezag te | rechtmatige gevangenhouding, ten einde hem voor het bevoegde gezag te |
geleiden; | geleiden; |
e) in het geval van rechtmatige gevangenhouding van personen die een | e) in het geval van rechtmatige gevangenhouding van personen die een |
besmettelijke ziekte zouden kunnen verspreiden, van geesteszieken, van | besmettelijke ziekte zouden kunnen verspreiden, van geesteszieken, van |
verslaafden aan alcohol of verdovende middelen of van landlopers; | verslaafden aan alcohol of verdovende middelen of van landlopers; |
f) in het geval van rechtmatige arrestatie of gevangenhouding van | f) in het geval van rechtmatige arrestatie of gevangenhouding van |
personen ten einde hen te beletten op onrechtmatige wijze het land | personen ten einde hen te beletten op onrechtmatige wijze het land |
binnen te komen, of indien tegen hen een uitwijzings- of | binnen te komen, of indien tegen hen een uitwijzings- of |
uitleveringsprocedure hangende is. | uitleveringsprocedure hangende is. |
[...] | [...] |
3. Eenieder die gearresteerd is of gevangen wordt gehouden, | 3. Eenieder die gearresteerd is of gevangen wordt gehouden, |
overeenkomstig lid 1 c) van dit artikel moet onmiddellijk voor een | overeenkomstig lid 1 c) van dit artikel moet onmiddellijk voor een |
rechter worden geleid of voor een andere autoriteit die door de wet | rechter worden geleid of voor een andere autoriteit die door de wet |
bevoegd verklaard is om rechterlijke macht uit te oefenen en heeft het | bevoegd verklaard is om rechterlijke macht uit te oefenen en heeft het |
recht binnen een redelijke termijn berecht te worden of hangende het | recht binnen een redelijke termijn berecht te worden of hangende het |
proces in vrijheid te worden gesteld. De invrijheidstelling kan | proces in vrijheid te worden gesteld. De invrijheidstelling kan |
afhankelijk worden gesteld van een waarborg voor de verschijning van | afhankelijk worden gesteld van een waarborg voor de verschijning van |
de betrokkene in rechte. | de betrokkene in rechte. |
[...] ». | [...] ». |
B.7. Gelet op het fundamentele belang van de habeas corpus dienen alle | B.7. Gelet op het fundamentele belang van de habeas corpus dienen alle |
beperkingen op de individuele vrijheid restrictief te worden | beperkingen op de individuele vrijheid restrictief te worden |
geïnterpreteerd en dient hun grondwettigheid met de grootste | geïnterpreteerd en dient hun grondwettigheid met de grootste |
omzichtigheid te worden onderzocht. | omzichtigheid te worden onderzocht. |
B.8.1. Wanneer een verdragsbepaling die België bindt, een draagwijdte | B.8.1. Wanneer een verdragsbepaling die België bindt, een draagwijdte |
heeft die analoog is aan die van één van de grondwetsbepalingen | heeft die analoog is aan die van één van de grondwetsbepalingen |
waarvan de toetsing tot de bevoegdheid van het Hof behoort en waarvan | waarvan de toetsing tot de bevoegdheid van het Hof behoort en waarvan |
de schending wordt aangevoerd, vormen de waarborgen vervat in die | de schending wordt aangevoerd, vormen de waarborgen vervat in die |
verdragsbepaling een onlosmakelijk geheel met de waarborgen die in de | verdragsbepaling een onlosmakelijk geheel met de waarborgen die in de |
betrokken grondwetsbepalingen zijn opgenomen. | betrokken grondwetsbepalingen zijn opgenomen. |
B.8.2. Vermits zowel artikel 12 van de Grondwet als artikel 5 van het | B.8.2. Vermits zowel artikel 12 van de Grondwet als artikel 5 van het |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens het recht op individuele | Europees Verdrag voor de rechten van de mens het recht op individuele |
vrijheid waarborgen, dient het Hof, bij de toetsing aan de in het | vrijheid waarborgen, dient het Hof, bij de toetsing aan de in het |
eerste middel aangehaalde grondwetsbepaling, rekening te houden met de | eerste middel aangehaalde grondwetsbepaling, rekening te houden met de |
voormelde verdragsbepaling. | voormelde verdragsbepaling. |
B.8.3. De verwijzing naar het interne recht in artikel 5 van dat | B.8.3. De verwijzing naar het interne recht in artikel 5 van dat |
Verdrag, houdt in dat rekening wordt gehouden met de in artikel 12, | Verdrag, houdt in dat rekening wordt gehouden met de in artikel 12, |
derde lid, van de Grondwet besloten waarborgen. | derde lid, van de Grondwet besloten waarborgen. |
B.9.1. Aan het vereiste van artikel 12, derde lid, van de Grondwet is | B.9.1. Aan het vereiste van artikel 12, derde lid, van de Grondwet is |
voldaan indien bij de aanhouding een met redenen omkleed bevel van de | voldaan indien bij de aanhouding een met redenen omkleed bevel van de |
rechter wordt betekend dat die aanhouding gelast of nog indien | rechter wordt betekend dat die aanhouding gelast of nog indien |
uiterlijk binnen 24 uur vanaf de aanhouding een met redenen omkleed | uiterlijk binnen 24 uur vanaf de aanhouding een met redenen omkleed |
bevel van de rechter wordt betekend dat die aanhouding bevestigt. | bevel van de rechter wordt betekend dat die aanhouding bevestigt. |
Het in artikel 15bis van de wet van 20 juli 1990 bedoelde bevel tot | Het in artikel 15bis van de wet van 20 juli 1990 bedoelde bevel tot |
verlenging is een « met redenen omkleed bevel van de rechter », in de | verlenging is een « met redenen omkleed bevel van de rechter », in de |
zin van artikel 12, derde lid, van de Grondwet. Dat bevel vermeldt | zin van artikel 12, derde lid, van de Grondwet. Dat bevel vermeldt |
immers de gegevens die het ingaan van een nieuwe en eenmalige termijn | immers de gegevens die het ingaan van een nieuwe en eenmalige termijn |
verantwoorden, inzonderheid de ernstige aanwijzingen van schuld aan | verantwoorden, inzonderheid de ernstige aanwijzingen van schuld aan |
een misdaad of een wanbedrijf en de bijzondere redenen van het | een misdaad of een wanbedrijf en de bijzondere redenen van het |
voorliggende geval (zie in dat opzicht het advies van de afdeling | voorliggende geval (zie in dat opzicht het advies van de afdeling |
wetgeving van de Raad van State, Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC | wetgeving van de Raad van State, Parl. St., Kamer, 2010-2011, DOC |
53-1279/002, p. 5). | 53-1279/002, p. 5). |
B.9.2. Aan het vereiste van artikel 5.3 van het Europees Verdrag voor | B.9.2. Aan het vereiste van artikel 5.3 van het Europees Verdrag voor |
de rechten van de mens is voldaan indien de persoon die is aangehouden | de rechten van de mens is voldaan indien de persoon die is aangehouden |
overeenkomstig artikel 5.1, c), van hetzelfde Verdrag, onmiddellijk | overeenkomstig artikel 5.1, c), van hetzelfde Verdrag, onmiddellijk |
voor een rechter wordt geleid. Die rechter dient de verdachte | voor een rechter wordt geleid. Die rechter dient de verdachte |
persoonlijk te verhoren (EHRM, 18 februari 1999, Hood t. Verenigd | persoonlijk te verhoren (EHRM, 18 februari 1999, Hood t. Verenigd |
Koninkrijk, § 60; grote kamer, 29 maart 2010, Medvedyev e.a. t. | Koninkrijk, § 60; grote kamer, 29 maart 2010, Medvedyev e.a. t. |
Frankrijk, § 124) en dient zich zo spoedig mogelijk op grond van | Frankrijk, § 124) en dient zich zo spoedig mogelijk op grond van |
juridische criteria uit te spreken over het bestaan van de redenen die | juridische criteria uit te spreken over het bestaan van de redenen die |
de aanhouding wettigen; indien die redenen ontbreken, moet hij de | de aanhouding wettigen; indien die redenen ontbreken, moet hij de |
invrijheidstelling bevelen (EHRM, 25 maart 1999, Nikolova t. | invrijheidstelling bevelen (EHRM, 25 maart 1999, Nikolova t. |
Bulgarije, § 49). | Bulgarije, § 49). |
De uit de toepassing van artikel 15bis van de wet van 20 juli 1990 | De uit de toepassing van artikel 15bis van de wet van 20 juli 1990 |
voortvloeiende termijn van maximaal 48 uur voldoet aan de voormelde | voortvloeiende termijn van maximaal 48 uur voldoet aan de voormelde |
vereiste van onmiddellijkheid (EHRM, 29 april 1999, Aquilina t. Malta, | vereiste van onmiddellijkheid (EHRM, 29 april 1999, Aquilina t. Malta, |
§ 51; 15 december 2004, Ikincisoy t. Turkije, § 103; 6 oktober 2005, | § 51; 15 december 2004, Ikincisoy t. Turkije, § 103; 6 oktober 2005, |
H.Y. en Hü.Y. t. Turkije, § 141; grote kamer, 3 oktober 2006, McKay t. | H.Y. en Hü.Y. t. Turkije, § 141; grote kamer, 3 oktober 2006, McKay t. |
Verenigd Koninkrijk, §§ 47-48). | Verenigd Koninkrijk, §§ 47-48). |
B.9.3. Vóór het verstrijken van die termijn van 48 uur staat het in | B.9.3. Vóór het verstrijken van die termijn van 48 uur staat het in |
voorkomend geval aan de onderzoeksrechter, overeenkomstig artikel 16 | voorkomend geval aan de onderzoeksrechter, overeenkomstig artikel 16 |
van de wet van 20 juli 1990, een aanhoudingsbevel uit te vaardigen na | van de wet van 20 juli 1990, een aanhoudingsbevel uit te vaardigen na |
de verdachte te hebben ondervraagd en gehoord. | de verdachte te hebben ondervraagd en gehoord. |
B.9.4. Het uitgangspunt dat artikel 12, derde lid, van de Grondwet en | B.9.4. Het uitgangspunt dat artikel 12, derde lid, van de Grondwet en |
artikel 5.3 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens een | artikel 5.3 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens een |
onlosmakelijk geheel vormen, impliceert niet dat voorafgaand aan het | onlosmakelijk geheel vormen, impliceert niet dat voorafgaand aan het |
rechterlijk bevel, bedoeld in de eerstgenoemde bepaling, de | rechterlijk bevel, bedoeld in de eerstgenoemde bepaling, de |
aangehouden persoon door de rechter dient te worden gehoord, zoals | aangehouden persoon door de rechter dient te worden gehoord, zoals |
vereist door de laatstgenoemde bepaling. | vereist door de laatstgenoemde bepaling. |
Bovendien vormt het feit dat de beslissing tot verlenging wordt | Bovendien vormt het feit dat de beslissing tot verlenging wordt |
genomen door een magistraat die onafhankelijk is van de vervolgende | genomen door een magistraat die onafhankelijk is van de vervolgende |
overheid, een waarborg voor de verdachte. | overheid, een waarborg voor de verdachte. |
B.10. Het eerste middel is niet gegrond. | B.10. Het eerste middel is niet gegrond. |
B.11. In zijn tweede middel voert de verzoeker aan dat het voormelde | B.11. In zijn tweede middel voert de verzoeker aan dat het voormelde |
artikel 15bis een schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de | artikel 15bis een schending inhoudt van de artikelen 10 en 11 van de |
Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 5 en 6 van het | Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 5 en 6 van het |
Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 48, lid 2, | Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 48, lid 2, |
van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met de | van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met de |
algemene beginselen van behoorlijke rechtspraak, waaronder het | algemene beginselen van behoorlijke rechtspraak, waaronder het |
beginsel van het recht van verdediging en het beginsel audi alteram | beginsel van het recht van verdediging en het beginsel audi alteram |
partem. Die bepalingen en beginselen zouden zijn geschonden doordat de | partem. Die bepalingen en beginselen zouden zijn geschonden doordat de |
verdachte niet wordt gehoord, terwijl het openbaar ministerie wel | verdachte niet wordt gehoord, terwijl het openbaar ministerie wel |
wordt gehoord, doordat de verdachte zou worden benadeeld ten opzichte | wordt gehoord, doordat de verdachte zou worden benadeeld ten opzichte |
van de « inverdenkinggestelde » in de zin van artikel 16, § 2, van de | van de « inverdenkinggestelde » in de zin van artikel 16, § 2, van de |
wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, die wel door | wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, die wel door |
de onderzoeksrechter dient te worden gehoord, en doordat artikel 15bis | de onderzoeksrechter dient te worden gehoord, en doordat artikel 15bis |
kan worden toegepast in het kader van een zogenaamde mini-instructie. | kan worden toegepast in het kader van een zogenaamde mini-instructie. |
B.12.1. De rechten van de verdediging en het recht op een eerlijk | B.12.1. De rechten van de verdediging en het recht op een eerlijk |
proces zijn fundamenteel in een rechtsstaat. Het beginsel van de | proces zijn fundamenteel in een rechtsstaat. Het beginsel van de |
wapengelijkheid tussen de vervolgende partij en de verdediging, alsook | wapengelijkheid tussen de vervolgende partij en de verdediging, alsook |
het contradictoire karakter van het proces, met inbegrip van de | het contradictoire karakter van het proces, met inbegrip van de |
procedure, zijn fundamentele elementen van het recht op een eerlijk | procedure, zijn fundamentele elementen van het recht op een eerlijk |
proces. | proces. |
Een beperking van de voormelde beginselen kan evenwel worden | Een beperking van de voormelde beginselen kan evenwel worden |
verantwoord, niet alleen wanneer hogere belangen in het geding zijn | verantwoord, niet alleen wanneer hogere belangen in het geding zijn |
die dienen te worden afgewogen tegen de rechten van de beklaagde (zie | die dienen te worden afgewogen tegen de rechten van de beklaagde (zie |
o.a. arrest nr. 105/2007 van 19 juli 2007, B.11), maar ook indien de | o.a. arrest nr. 105/2007 van 19 juli 2007, B.11), maar ook indien de |
beperking noodzakelijk is om de inachtneming van andere grondrechten | beperking noodzakelijk is om de inachtneming van andere grondrechten |
te waarborgen. | te waarborgen. |
B.12.2. Zoals in B.2 reeds is vermeld, beoogt de bestreden wet, | B.12.2. Zoals in B.2 reeds is vermeld, beoogt de bestreden wet, |
teneinde tegemoet te komen aan de Salduz-rechtspraak, op een | teneinde tegemoet te komen aan de Salduz-rechtspraak, op een |
structurele wijze het recht op bijstand van een advocaat vanaf het | structurele wijze het recht op bijstand van een advocaat vanaf het |
eerste verhoor te waarborgen. Aangezien de wetgever zich realiseerde « | eerste verhoor te waarborgen. Aangezien de wetgever zich realiseerde « |
dat bij de invoering van de bijstand van de advocaat de termijn van 24 | dat bij de invoering van de bijstand van de advocaat de termijn van 24 |
uur in sommige dossiers moeilijk houdbaar wordt » (Parl. St., Kamer, | uur in sommige dossiers moeilijk houdbaar wordt » (Parl. St., Kamer, |
2010-2011, DOC 53-1279/005, p. 11), vermocht hij toe te staan dat die | 2010-2011, DOC 53-1279/005, p. 11), vermocht hij toe te staan dat die |
termijn in bijzondere omstandigheden, zonder dat de beklaagde daarover | termijn in bijzondere omstandigheden, zonder dat de beklaagde daarover |
wordt gehoord, kan worden verlengd, teneinde het recht op bijstand van | wordt gehoord, kan worden verlengd, teneinde het recht op bijstand van |
een advocaat vanaf het eerste verhoor in alle omstandigheden te | een advocaat vanaf het eerste verhoor in alle omstandigheden te |
waarborgen. | waarborgen. |
B.12.3. Rekening houdend met de strikt bepaalde toepassingsvoorwaarden | B.12.3. Rekening houdend met de strikt bepaalde toepassingsvoorwaarden |
van het bevel tot verlenging alsook met de korte en eenmalige termijn | van het bevel tot verlenging alsook met de korte en eenmalige termijn |
van de verlenging, na afloop waarvan de verdachte in voorkomend geval | van de verlenging, na afloop waarvan de verdachte in voorkomend geval |
alsnog door de onderzoeksrechter wordt gehoord, heeft de wetgever niet | alsnog door de onderzoeksrechter wordt gehoord, heeft de wetgever niet |
op onevenredige wijze afbreuk gedaan aan de rechten van de betrokken | op onevenredige wijze afbreuk gedaan aan de rechten van de betrokken |
personen. | personen. |
Het eerste onderdeel van het tweede middel is niet gegrond. | Het eerste onderdeel van het tweede middel is niet gegrond. |
B.13.1. De verdachte die het voorwerp is van een bevel tot verlenging, | B.13.1. De verdachte die het voorwerp is van een bevel tot verlenging, |
bedoeld in artikel 15bis van de wet van 20 juli 1990, bevindt zich in | bedoeld in artikel 15bis van de wet van 20 juli 1990, bevindt zich in |
een andere situatie dan de inverdenkinggestelde die het voorwerp is | een andere situatie dan de inverdenkinggestelde die het voorwerp is |
van een gerechtelijk onderzoek en tegen wie een bevel tot aanhouding | van een gerechtelijk onderzoek en tegen wie een bevel tot aanhouding |
kan worden uitgevaardigd. | kan worden uitgevaardigd. |
B.13.2. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van | B.13.2. Het verschil in behandeling tussen bepaalde categorieën van |
personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende | personen dat voortvloeit uit de toepassing van verschillende |
procedureregels in verschillende omstandigheden, houdt op zich geen | procedureregels in verschillende omstandigheden, houdt op zich geen |
discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake kunnen zijn | discriminatie in. Van discriminatie zou slechts sprake kunnen zijn |
indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing | indien het verschil in behandeling dat voortvloeit uit de toepassing |
van die procedureregels, een onevenredige beperking van de rechten van | van die procedureregels, een onevenredige beperking van de rechten van |
de daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. | de daarbij betrokken personen met zich zou meebrengen. |
B.13.3. Zoals in B.12.3 reeds werd vastgesteld, heeft de wetgever niet | B.13.3. Zoals in B.12.3 reeds werd vastgesteld, heeft de wetgever niet |
op onevenredige wijze afbreuk gedaan aan de rechten van de betrokken | op onevenredige wijze afbreuk gedaan aan de rechten van de betrokken |
personen. | personen. |
Het feit dat het bevel tot verlenging zou kunnen worden verleend in de | Het feit dat het bevel tot verlenging zou kunnen worden verleend in de |
loop van een procedure van mini-instructie, bedoeld in artikel | loop van een procedure van mini-instructie, bedoeld in artikel |
28septies van het Wetboek van strafvordering, wijzigt die conclusie | 28septies van het Wetboek van strafvordering, wijzigt die conclusie |
niet. | niet. |
Het tweede en het derde onderdeel van het tweede middel zijn niet | Het tweede en het derde onderdeel van het tweede middel zijn niet |
gegrond. | gegrond. |
Om die redenen, | Om die redenen, |
het Hof | het Hof |
verwerpt het beroep. | verwerpt het beroep. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, | Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, |
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op | overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op |
het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 22 december | het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 22 december |
2011. | 2011. |
De griffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | De voorzitter, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |