← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 144/2011 van 22 september 2011 Rolnummer 5056 In zake
: de prejudiciële vraag betreffende artikel 579, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het
Arbeidshof te Bergen. Het Grondwettelijk Hof, samenge wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de
prejudiciële vraag en rechtspleging "
Uittreksel uit arrest nr. 144/2011 van 22 september 2011 Rolnummer 5056 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 579, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. Het Grondwettelijk Hof, samenge wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | Uittreksel uit arrest nr. 144/2011 van 22 september 2011 Rolnummer 5056 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 579, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. Het Grondwettelijk Hof, samenge wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
Uittreksel uit arrest nr. 144/2011 van 22 september 2011 | Uittreksel uit arrest nr. 144/2011 van 22 september 2011 |
Rolnummer 5056 | Rolnummer 5056 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 579, 1°, van het | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 579, 1°, van het |
Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. | Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. |
Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
samengesteld uit rechter J.-P. Snappe, waarnemend voorzitter, | samengesteld uit rechter J.-P. Snappe, waarnemend voorzitter, |
voorzitter M. Bossuyt, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. | voorzitter M. Bossuyt, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. |
Moerman, J. Spreutels en T. Merckx-Van Goey, bijgestaan door de | Moerman, J. Spreutels en T. Merckx-Van Goey, bijgestaan door de |
griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter J.-P. | griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van rechter J.-P. |
Snappe, | Snappe, |
wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
Bij arrest van 15 november 2010 in zake Claude Dupont tegen de cvba « | Bij arrest van 15 november 2010 in zake Claude Dupont tegen de cvba « |
P&V Verzekeringen », het gemeentebestuur van Dour en « P&V | P&V Verzekeringen », het gemeentebestuur van Dour en « P&V |
Gemeenschappelijke Kas tegen de Arbeidsongevallen », waarvan de | Gemeenschappelijke Kas tegen de Arbeidsongevallen », waarvan de |
expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 november 2010, | expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 18 november 2010, |
heeft het Arbeidshof te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld | heeft het Arbeidshof te Bergen de volgende prejudiciële vraag gesteld |
: | : |
« Schendt artikel 579, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek, in die | « Schendt artikel 579, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek, in die |
interpretatie dat de arbeidsgerechten geen kennis kunnen nemen van | interpretatie dat de arbeidsgerechten geen kennis kunnen nemen van |
geschillen met betrekking tot de toepassing van de | geschillen met betrekking tot de toepassing van de |
arbeidsongevallenwetgeving (in het kader waarvan moet worden begrepen | arbeidsongevallenwetgeving (in het kader waarvan moet worden begrepen |
alle wettelijke reglementeringen krachtens welke vergoedingen voor | alle wettelijke reglementeringen krachtens welke vergoedingen voor |
arbeidsongevallen moeten worden toegekend) en geen kennis kunnen nemen | arbeidsongevallen moeten worden toegekend) en geen kennis kunnen nemen |
van geschillen met betrekking tot de toepassing van een | van geschillen met betrekking tot de toepassing van een |
gemeenrechtelijke verzekeringsovereenkomst die, op grond van artikel | gemeenrechtelijke verzekeringsovereenkomst die, op grond van artikel |
55 van bijlage 3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1971, moet | 55 van bijlage 3 van het koninklijk besluit van 6 mei 1971, moet |
worden gesloten door de gemeentelijke overheid die vrijwillige | worden gesloten door de gemeentelijke overheid die vrijwillige |
brandweerlieden in haar dienst tewerkstelt en dezelfde waarborgen moet | brandweerlieden in haar dienst tewerkstelt en dezelfde waarborgen moet |
bieden als die waarin de wet van 3 juli 1967 voor de | bieden als die waarin de wet van 3 juli 1967 voor de |
beroepsbrandweerlieden voorziet, de beginselen van gelijkheid en | beroepsbrandweerlieden voorziet, de beginselen van gelijkheid en |
niet-discriminatie gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de | niet-discriminatie gewaarborgd bij de artikelen 10 en 11 van de |
Grondwet, met dien verstande dat beide groepen van brandweerlieden (de | Grondwet, met dien verstande dat beide groepen van brandweerlieden (de |
vrijwilligers en het beroepspersoneel) zich onbetwistbaar bevinden in | vrijwilligers en het beroepspersoneel) zich onbetwistbaar bevinden in |
een vergelijkbare situatie, aangezien zij zijn blootgesteld aan | een vergelijkbare situatie, aangezien zij zijn blootgesteld aan |
dezelfde risico's op ongevallen, zelfs indien een belangrijk verschil | dezelfde risico's op ongevallen, zelfs indien een belangrijk verschil |
bestaat tussen beide groepen in zoverre de vrijwillige brandweerlieden | bestaat tussen beide groepen in zoverre de vrijwillige brandweerlieden |
zijn onttrokken aan de toepassing van de wet van 27 juni 1969 tot | zijn onttrokken aan de toepassing van de wet van 27 juni 1969 tot |
herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de | herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de |
maatschappelijke zekerheid der arbeiders wanneer hun trimestriële | maatschappelijke zekerheid der arbeiders wanneer hun trimestriële |
bezoldiging niet meer bedraagt dan 785,95 euro (geïndexeerd bedrag) | bezoldiging niet meer bedraagt dan 785,95 euro (geïndexeerd bedrag) |
(situatie waarin de heer Dupont zich bevindt), terwijl de | (situatie waarin de heer Dupont zich bevindt), terwijl de |
beroepsbrandweerlieden van hun kant zonder enige uitzondering zijn | beroepsbrandweerlieden van hun kant zonder enige uitzondering zijn |
onderworpen aan het socialezekerheidsstelsel dat op de werknemers van | onderworpen aan het socialezekerheidsstelsel dat op de werknemers van |
de overheidssector van toepassing is ? ». | de overheidssector van toepassing is ? ». |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 579, 1°, van | B.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 579, 1°, van |
het Gerechtelijk Wetboek, dat bepaalt : | het Gerechtelijk Wetboek, dat bepaalt : |
« De arbeidsrechtbank neemt kennis : | « De arbeidsrechtbank neemt kennis : |
1° van de vorderingen betreffende de vergoeding van schade | 1° van de vorderingen betreffende de vergoeding van schade |
voortkomende uit arbeidsongevallen, uit ongevallen op de weg van en | voortkomende uit arbeidsongevallen, uit ongevallen op de weg van en |
naar het werk en uit beroepsziekten ». | naar het werk en uit beroepsziekten ». |
B.2. De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of | B.2. De prejudiciële vraag strekt ertoe van het Hof te vernemen of |
artikel 579, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek bestaanbaar is met de | artikel 579, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek bestaanbaar is met de |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat |
uitsluitend de slachtoffers van arbeidsongevallen en ongevallen op de | uitsluitend de slachtoffers van arbeidsongevallen en ongevallen op de |
weg van en naar het werk hun vorderingen betreffende de vergoeding van | weg van en naar het werk hun vorderingen betreffende de vergoeding van |
de uit de voormelde ongevallen voortvloeiende schade aanhangig kunnen | de uit de voormelde ongevallen voortvloeiende schade aanhangig kunnen |
maken bij de arbeidsrechtbank wanneer zij zijn verzekerd krachtens de | maken bij de arbeidsrechtbank wanneer zij zijn verzekerd krachtens de |
wet van 3 juli 1967 « betreffende de preventie van of de | wet van 3 juli 1967 « betreffende de preventie van of de |
schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg | schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg |
naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector » en | naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector » en |
niet wanneer zij zijn verzekerd door een ongevallenverzekering van | niet wanneer zij zijn verzekerd door een ongevallenverzekering van |
gemeen recht die krachtens artikel 55 van bijlage nr. 3 bij het | gemeen recht die krachtens artikel 55 van bijlage nr. 3 bij het |
koninklijk besluit van 6 mei 1971 « tot vaststelling van de modellen | koninklijk besluit van 6 mei 1971 « tot vaststelling van de modellen |
van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de | van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de |
gemeentelijke brandweerdiensten » met een verzekeraar moet worden | gemeentelijke brandweerdiensten » met een verzekeraar moet worden |
gesloten en dezelfde waarborgen moet bieden als die waarin de | gesloten en dezelfde waarborgen moet bieden als die waarin de |
voormelde wet van 3 juli 1967 voorziet. | voormelde wet van 3 juli 1967 voorziet. |
B.3.1. In zijn arrest nr. 94/2009 van 4 juni 2009 heeft het Hof | B.3.1. In zijn arrest nr. 94/2009 van 4 juni 2009 heeft het Hof |
geoordeeld : | geoordeeld : |
« In de interpretatie dat de arbeidsrechtbank niet bevoegd is om | « In de interpretatie dat de arbeidsrechtbank niet bevoegd is om |
kennis te nemen van vorderingen betreffende de vergoeding van schade | kennis te nemen van vorderingen betreffende de vergoeding van schade |
voortkomende uit ongevallen die worden gedekt door een | voortkomende uit ongevallen die worden gedekt door een |
gemeenrechtelijke ongevallenverzekering voor cursisten in | gemeenrechtelijke ongevallenverzekering voor cursisten in |
beroepsopleiding, schendt artikel 579, 1°, van het Gerechtelijk | beroepsopleiding, schendt artikel 579, 1°, van het Gerechtelijk |
Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ». | Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet ». |
B.3.2. Te dezen gaat het echter niet meer erom de situatie van de | B.3.2. Te dezen gaat het echter niet meer erom de situatie van de |
werknemers en leerjongens van een onderneming, enerzijds, en die van | werknemers en leerjongens van een onderneming, enerzijds, en die van |
cursisten in beroepsopleiding, anderzijds, met elkaar te vergelijken | cursisten in beroepsopleiding, anderzijds, met elkaar te vergelijken |
wat betreft de rechtbank die bevoegd is om kennis te nemen van de | wat betreft de rechtbank die bevoegd is om kennis te nemen van de |
vorderingen tot vergoeding van schade wegens een arbeidsongeval, maar | vorderingen tot vergoeding van schade wegens een arbeidsongeval, maar |
wel vast te stellen of hetzelfde verschil in behandeling dat bestaat | wel vast te stellen of hetzelfde verschil in behandeling dat bestaat |
tussen de beroepsbrandweerlieden, enerzijds, en de vrijwillige | tussen de beroepsbrandweerlieden, enerzijds, en de vrijwillige |
brandweerlieden die niet aan de sociale zekerheid zijn onderworpen, | brandweerlieden die niet aan de sociale zekerheid zijn onderworpen, |
anderzijds, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | anderzijds, bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die hypothese. | Het Hof beperkt zijn onderzoek tot die hypothese. |
B.4. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op een | B.4. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op een |
objectief criterium, namelijk de wijze waarop de schade wordt | objectief criterium, namelijk de wijze waarop de schade wordt |
verzekerd, op basis respectievelijk van een gemeenrechtelijke | verzekerd, op basis respectievelijk van een gemeenrechtelijke |
ongevallenverzekering of van de voormelde wet van 3 juli 1967. | ongevallenverzekering of van de voormelde wet van 3 juli 1967. |
B.5. De aard van de ongevallen die aanleiding geven tot de vorderingen | B.5. De aard van de ongevallen die aanleiding geven tot de vorderingen |
tot vergoeding van de daaruit voortvloeiende schade en de omvang van | tot vergoeding van de daaruit voortvloeiende schade en de omvang van |
de waarborgen die door de verzekeraars moeten worden verstrekt, zijn | de waarborgen die door de verzekeraars moeten worden verstrekt, zijn |
identiek of soortgelijk. | identiek of soortgelijk. |
De loutere omstandigheid dat die waarborgen onderscheidenlijk door de | De loutere omstandigheid dat die waarborgen onderscheidenlijk door de |
overheid overeenkomstig artikel 16 van de voormelde wet van 3 juli | overheid overeenkomstig artikel 16 van de voormelde wet van 3 juli |
1967 dan wel in een gemeenrechtelijke verzekering zijn verstrekt, kan | 1967 dan wel in een gemeenrechtelijke verzekering zijn verstrekt, kan |
niet verantwoorden dat verschillende rechtbanken bevoegd zouden zijn | niet verantwoorden dat verschillende rechtbanken bevoegd zouden zijn |
om uitspraak te doen over die vorderingen. | om uitspraak te doen over die vorderingen. |
De vertrouwdheid van de arbeidsrechtbanken met de geschillen inzake | De vertrouwdheid van de arbeidsrechtbanken met de geschillen inzake |
arbeidsongevallen, de specifieke samenstelling van die rechtscolleges | arbeidsongevallen, de specifieke samenstelling van die rechtscolleges |
en de procedurele bijzonderheden, waaronder de wijze waarop de zaak | en de procedurele bijzonderheden, waaronder de wijze waarop de zaak |
bij de rechtbank wordt ingeleid (artikel 704 van het Gerechtelijk | bij de rechtbank wordt ingeleid (artikel 704 van het Gerechtelijk |
Wetboek), de bijstand van en de vertegenwoordiging door een | Wetboek), de bijstand van en de vertegenwoordiging door een |
afgevaardigde van een representatieve werknemersorganisatie (artikel | afgevaardigde van een representatieve werknemersorganisatie (artikel |
728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek) en de mogelijkheid van advies | 728, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek) en de mogelijkheid van advies |
van het arbeidsauditoraat (artikel 766 van het Gerechtelijk Wetboek), | van het arbeidsauditoraat (artikel 766 van het Gerechtelijk Wetboek), |
bieden bijkomende waarborgen, die niet mogen worden onthouden aan | bieden bijkomende waarborgen, die niet mogen worden onthouden aan |
personen die zich in vergelijkbare omstandigheden bevinden. | personen die zich in vergelijkbare omstandigheden bevinden. |
Bovendien zou de onderscheiden bevoegdheid van de rechtbank van eerste | Bovendien zou de onderscheiden bevoegdheid van de rechtbank van eerste |
aanleg en van de arbeidsrechtbank ertoe kunnen leiden dat eenzelfde | aanleg en van de arbeidsrechtbank ertoe kunnen leiden dat eenzelfde |
arbeidsongeval waarbij zowel een vrijwillige brandweerman als een | arbeidsongeval waarbij zowel een vrijwillige brandweerman als een |
beroepsbrandweerman zijn betrokken, door onderscheiden rechtbanken zou | beroepsbrandweerman zijn betrokken, door onderscheiden rechtbanken zou |
moeten worden beoordeeld. Daaruit volgt dat de onderscheiden | moeten worden beoordeeld. Daaruit volgt dat de onderscheiden |
bevoegdheid van de arbeidsrechtbank en de rechtbank van eerste aanleg | bevoegdheid van de arbeidsrechtbank en de rechtbank van eerste aanleg |
ter zake niet redelijk is verantwoord. | ter zake niet redelijk is verantwoord. |
B.6. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. | B.6. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. |
Om die redenen, | Om die redenen, |
het Hof | het Hof |
zegt voor recht : | zegt voor recht : |
In de interpretatie dat de arbeidsrechtbank niet bevoegd is om kennis | In de interpretatie dat de arbeidsrechtbank niet bevoegd is om kennis |
te nemen van vorderingen betreffende de vergoeding van schade | te nemen van vorderingen betreffende de vergoeding van schade |
voortkomende uit ongevallen die worden gedekt door een | voortkomende uit ongevallen die worden gedekt door een |
gemeenrechtelijke ongevallenverzekering voor vrijwillige | gemeenrechtelijke ongevallenverzekering voor vrijwillige |
brandweerlieden, schendt artikel 579, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek | brandweerlieden, schendt artikel 579, 1°, van het Gerechtelijk Wetboek |
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 22 september | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 22 september |
2011. | 2011. |
De griffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De wnd. voorzitter, | De wnd. voorzitter, |
J.-P. Snappe | J.-P. Snappe |