← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 91/2011 van 31 mei 2011 Rolnummer 4944 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het
Grondwettelijk Hof, samengesteld u wijst
na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging "
| Uittreksel uit arrest nr. 91/2011 van 31 mei 2011 Rolnummer 4944 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld u wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | Uittreksel uit arrest nr. 91/2011 van 31 mei 2011 Rolnummer 4944 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld u wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 91/2011 van 31 mei 2011 | Uittreksel uit arrest nr. 91/2011 van 31 mei 2011 |
| Rolnummer 4944 | Rolnummer 4944 |
| In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1409bis van het | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1409bis van het |
| Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. | Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Luik. |
| Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
| samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de | samengesteld uit de voorzitters R. Henneuse en M. Bossuyt, en de |
| rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. | rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. |
| Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey en P. Nihoul, bijgestaan | Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey en P. Nihoul, bijgestaan |
| door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter | door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter |
| R. Henneuse, | R. Henneuse, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Bij arrest van 27 mei 2010 in zake Jean Berger tegen Thierry Giot en | Bij arrest van 27 mei 2010 in zake Jean Berger tegen Thierry Giot en |
| anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op | anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op |
| 2 juni 2010, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële | 2 juni 2010, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële |
| vraag gesteld : | vraag gesteld : |
| « Bestaat er een discriminatie die strijdig is met het | « Bestaat er een discriminatie die strijdig is met het |
| gelijkheidsbeginsel dat wordt gewaarborgd in de artikelen 10 en 11 van | gelijkheidsbeginsel dat wordt gewaarborgd in de artikelen 10 en 11 van |
| de Grondwet, tussen, enerzijds, de situatie van de beslagene die, | de Grondwet, tussen, enerzijds, de situatie van de beslagene die, |
| teneinde te verkrijgen dat wordt erkend dat de schadevergoedingen tot | teneinde te verkrijgen dat wordt erkend dat de schadevergoedingen tot |
| herstel van een inkomensverlies te wijten aan arbeidsongeschiktheid | herstel van een inkomensverlies te wijten aan arbeidsongeschiktheid |
| ingevolge een ongeval van gemeen recht niet vatbaar zijn voor beslag, | ingevolge een ongeval van gemeen recht niet vatbaar zijn voor beslag, |
| bij artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek verplicht wordt om | bij artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek verplicht wordt om |
| opmerkingen te formuleren binnen de zeer korte termijn van vijf dagen | opmerkingen te formuleren binnen de zeer korte termijn van vijf dagen |
| bedoeld in artikel 1408, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, waarbij | bedoeld in artikel 1408, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, waarbij |
| overigens tegen de beslissing van de beslagrechter geen hoger beroep | overigens tegen de beslissing van de beslagrechter geen hoger beroep |
| kan worden ingesteld, en, anderzijds, de situatie van de beslagene met | kan worden ingesteld, en, anderzijds, de situatie van de beslagene met |
| betrekking tot vergelijkbare schadevergoedingen die een | betrekking tot vergelijkbare schadevergoedingen die een |
| inkomensverlies compenseren dat voortvloeit uit een | inkomensverlies compenseren dat voortvloeit uit een |
| arbeidsongeschiktheid en die worden beschermd bij artikel 1410, § 1, | arbeidsongeschiktheid en die worden beschermd bij artikel 1410, § 1, |
| 4° en 5°, en § 2, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek, zonder dat | 4° en 5°, en § 2, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek, zonder dat |
| de beslagene tot enige formaliteit wordt gedwongen ? ». | de beslagene tot enige formaliteit wordt gedwongen ? ». |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling | Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling |
| B.1.1. Artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : | B.1.1. Artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek bepaalt : |
| « De schuldenaar die niet beschikt over inkomsten als bedoeld in | « De schuldenaar die niet beschikt over inkomsten als bedoeld in |
| artikel 1409, kan voor hem en zijn gezin de noodzakelijke inkomsten | artikel 1409, kan voor hem en zijn gezin de noodzakelijke inkomsten |
| behouden welke berekend worden overeenkomstig de artikelen 1409, § 1, | behouden welke berekend worden overeenkomstig de artikelen 1409, § 1, |
| en 1411. | en 1411. |
| Iedere aanspraak van de schuldenaar, steunend op het eerste lid, wordt | Iedere aanspraak van de schuldenaar, steunend op het eerste lid, wordt |
| aan de beslagrechter voorgelegd overeenkomstig artikel 1408, § 3. Deze | aan de beslagrechter voorgelegd overeenkomstig artikel 1408, § 3. Deze |
| kan de duur beperken tijdens welke deze inkomsten van de schuldenaar | kan de duur beperken tijdens welke deze inkomsten van de schuldenaar |
| niet voor beslag vatbaar zijn ». | niet voor beslag vatbaar zijn ». |
| B.1.2. Artikel 1408, § 3, van hetzelfde Wetboek bepaalt : | B.1.2. Artikel 1408, § 3, van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
| « De moeilijkheden inzake de toepassing van dit artikel worden | « De moeilijkheden inzake de toepassing van dit artikel worden |
| beslecht door de beslagrechter op grond van het proces-verbaal van | beslecht door de beslagrechter op grond van het proces-verbaal van |
| beslaglegging, waarin de opmerkingen van de beslagene, op straffe van | beslaglegging, waarin de opmerkingen van de beslagene, op straffe van |
| verval aan de gerechtsdeurwaarder mee te delen, hetzij op het tijdstip | verval aan de gerechtsdeurwaarder mee te delen, hetzij op het tijdstip |
| van het beslag, hetzij binnen vijf dagen na de betekening van de | van het beslag, hetzij binnen vijf dagen na de betekening van de |
| eerste akte van beslag, worden aangetekend. | eerste akte van beslag, worden aangetekend. |
| Bij de neerlegging ter griffie van een afschrift van het | Bij de neerlegging ter griffie van een afschrift van het |
| proces-verbaal van beslaglegging door de gerechtsdeurwaarder of door | proces-verbaal van beslaglegging door de gerechtsdeurwaarder of door |
| de meest gerede partij, binnen vijftien dagen na de overhandiging van | de meest gerede partij, binnen vijftien dagen na de overhandiging van |
| het afschrift van dat proces-verbaal of, indien daartoe grond bestaat, | het afschrift van dat proces-verbaal of, indien daartoe grond bestaat, |
| van de betekening van het beslag aan de schuldenaar, bepaalt de | van de betekening van het beslag aan de schuldenaar, bepaalt de |
| beslagrechter dag en uur van het onderzoek en de regeling van de | beslagrechter dag en uur van het onderzoek en de regeling van de |
| moeilijkheden, de schuldeiser en de schuldenaar vooraf gehoord of | moeilijkheden, de schuldeiser en de schuldenaar vooraf gehoord of |
| opgeroepen. De griffier roept de partijen op en verwittigt de | opgeroepen. De griffier roept de partijen op en verwittigt de |
| instrumenterende gerechtsdeurwaarder. | instrumenterende gerechtsdeurwaarder. |
| De procedure kan niet worden voortgezet indien de in het vorige lid | De procedure kan niet worden voortgezet indien de in het vorige lid |
| bedoelde neerlegging van het afschrift van het proces-verbaal niet | bedoelde neerlegging van het afschrift van het proces-verbaal niet |
| heeft plaatsgehad. | heeft plaatsgehad. |
| De vordering schorst de vervolging, doch de goederen blijven onder | De vordering schorst de vervolging, doch de goederen blijven onder |
| beslag totdat uitspraak is gedaan. | beslag totdat uitspraak is gedaan. |
| De beslagrechter doet uitspraak bij voorrang boven alle andere zaken, | De beslagrechter doet uitspraak bij voorrang boven alle andere zaken, |
| zowel in aanwezigheid als bij ontstentenis van de partijen; zijn | zowel in aanwezigheid als bij ontstentenis van de partijen; zijn |
| beschikking is niet vatbaar voor verzet of hoger beroep; de | beschikking is niet vatbaar voor verzet of hoger beroep; de |
| rechtspleging kan onmiddellijk worden hervat ». | rechtspleging kan onmiddellijk worden hervat ». |
| B.1.3. Artikel 1410, §§ 1 en 2, van hetzelfde Wetboek bepaalt : | B.1.3. Artikel 1410, §§ 1 en 2, van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
| « § 1. Artikel 1409, § 1bis, § 2 en § 3, vindt bovendien toepassing op | « § 1. Artikel 1409, § 1bis, § 2 en § 3, vindt bovendien toepassing op |
| : | : |
| [...] | [...] |
| 4° de uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid en de | 4° de uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid en de |
| invaliditeitsuitkeringen betaald krachtens de wetgeving op de ziekte- | invaliditeitsuitkeringen betaald krachtens de wetgeving op de ziekte- |
| en invaliditeitsverzekering of de wet van 16 juni 1960 die onder meer | en invaliditeitsverzekering of de wet van 16 juni 1960 die onder meer |
| de maatschappelijke prestaties waarborgt ten gunste van de gewezen | de maatschappelijke prestaties waarborgt ten gunste van de gewezen |
| werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi en de wetgeving | werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi en de wetgeving |
| betreffende de overzeese sociale zekerheid; | betreffende de overzeese sociale zekerheid; |
| 5° de uitkeringen, renten en toelagen betaald krachtens de wetgeving | 5° de uitkeringen, renten en toelagen betaald krachtens de wetgeving |
| op de vergoeding van de schade uit arbeidsongevallen of | op de vergoeding van de schade uit arbeidsongevallen of |
| beroepsziekten, de genoemde wet van 16 juni 1960 of | beroepsziekten, de genoemde wet van 16 juni 1960 of |
| verzekeringsovereenkomsten aangegaan bij toepassing van de wetgeving | verzekeringsovereenkomsten aangegaan bij toepassing van de wetgeving |
| op de overzeese sociale zekerheid, met uitzondering van het gedeelte | op de overzeese sociale zekerheid, met uitzondering van het gedeelte |
| van de uitkering bedoeld in § 2, 4°, van dit artikel; | van de uitkering bedoeld in § 2, 4°, van dit artikel; |
| [...] | [...] |
| § 2. De volgende schuldvorderingen zijn niet vatbaar voor overdracht | § 2. De volgende schuldvorderingen zijn niet vatbaar voor overdracht |
| of beslag ten laste van de rechthebbende : | of beslag ten laste van de rechthebbende : |
| [...] | [...] |
| 4° het gedeelte van de vergoedingen uitgekeerd krachtens de wetgeving | 4° het gedeelte van de vergoedingen uitgekeerd krachtens de wetgeving |
| op de vergoeding van schade uit arbeidsongevallen die 100 pct. | op de vergoeding van schade uit arbeidsongevallen die 100 pct. |
| overschrijdt en toegekend wordt aan zwaar verminkten wier toestand de | overschrijdt en toegekend wordt aan zwaar verminkten wier toestand de |
| hulp van een andere persoon volstrekt en normaal vergt, evenals de | hulp van een andere persoon volstrekt en normaal vergt, evenals de |
| bedragen toegekend voor de behoefte aan andermans hulp krachtens de | bedragen toegekend voor de behoefte aan andermans hulp krachtens de |
| wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige | wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige |
| verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; | verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; |
| 5° de bedragen uit te keren : | 5° de bedragen uit te keren : |
| 1. aan de rechthebbende van geneeskundige verstrekkingen als | 1. aan de rechthebbende van geneeskundige verstrekkingen als |
| tegemoetkoming ten laste van de verzekering voor geneeskundige | tegemoetkoming ten laste van de verzekering voor geneeskundige |
| verzorging en uitkeringen of krachtens de wet van 16 juni 1960 of de | verzorging en uitkeringen of krachtens de wet van 16 juni 1960 of de |
| wetgeving betreffende de overzeese sociale zekerheid; | wetgeving betreffende de overzeese sociale zekerheid; |
| 2. als kosten voor geneeskundige, heelkundige, farmaceutische en | 2. als kosten voor geneeskundige, heelkundige, farmaceutische en |
| verplegingszorgen of als kosten voor prothesen en orthopedische | verplegingszorgen of als kosten voor prothesen en orthopedische |
| toestellen aan een door een arbeidsongeval of een beroepsziekte | toestellen aan een door een arbeidsongeval of een beroepsziekte |
| getroffen persoon krachtens de wetgeving betreffende de | getroffen persoon krachtens de wetgeving betreffende de |
| arbeidsongevallen of de beroepsziekten; | arbeidsongevallen of de beroepsziekten; |
| [...] ». | [...] ». |
| B.1.4. In de versie ervan die van toepassing is op het voor het | B.1.4. In de versie ervan die van toepassing is op het voor het |
| verwijzende rechtscollege hangende geschil, bepaalde artikel 1409 van | verwijzende rechtscollege hangende geschil, bepaalde artikel 1409 van |
| hetzelfde Wetboek : | hetzelfde Wetboek : |
| « § 1. Bedragen uitgekeerd ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, | « § 1. Bedragen uitgekeerd ter uitvoering van een arbeidsovereenkomst, |
| een leerovereenkomst, een statuut, een abonnement, alsmede die welke | een leerovereenkomst, een statuut, een abonnement, alsmede die welke |
| worden uitgekeerd aan personen die tegen loon onder het gezag van een | worden uitgekeerd aan personen die tegen loon onder het gezag van een |
| ander persoon arbeid verrichten buiten een arbeidsovereenkomst en het | ander persoon arbeid verrichten buiten een arbeidsovereenkomst en het |
| vakantiegeld betaald krachtens de wetgeving op de jaarlijkse vakantie, | vakantiegeld betaald krachtens de wetgeving op de jaarlijkse vakantie, |
| kunnen onbeperkt overgedragen of in beslag genomen worden, voor het | kunnen onbeperkt overgedragen of in beslag genomen worden, voor het |
| gedeelte van hun totaal bedrag boven 1 130 euro per kalendermaand. | gedeelte van hun totaal bedrag boven 1 130 euro per kalendermaand. |
| Het gedeelte van die bedragen boven 937 euro en tot ten hoogste 1.033 | Het gedeelte van die bedragen boven 937 euro en tot ten hoogste 1.033 |
| euro per kalendermaand, kan niet worden overgedragen of in beslag | euro per kalendermaand, kan niet worden overgedragen of in beslag |
| genomen voor meer dan 30 % in totaal, het gedeelte boven 1.033 euro en | genomen voor meer dan 30 % in totaal, het gedeelte boven 1.033 euro en |
| tot ten hoogste 1.130 euro per kalendermaand, kan niet worden | tot ten hoogste 1.130 euro per kalendermaand, kan niet worden |
| overgedragen of in beslag genomen voor meer dan 40 % in totaal; het | overgedragen of in beslag genomen voor meer dan 40 % in totaal; het |
| gedeelte boven 872 euro en tot ten hoogste 937 euro per kalendermaand, | gedeelte boven 872 euro en tot ten hoogste 937 euro per kalendermaand, |
| kan niet worden overgedragen of in beslag genomen voor meer dan een | kan niet worden overgedragen of in beslag genomen voor meer dan een |
| vijfde in totaal. | vijfde in totaal. |
| Het gedeelte van genoemde bedragen dat 872 euro per kalendermaand niet | Het gedeelte van genoemde bedragen dat 872 euro per kalendermaand niet |
| te boven gaat, is niet vatbaar voor overdracht of beslag. | te boven gaat, is niet vatbaar voor overdracht of beslag. |
| Wanneer de personen, bedoeld in het eerste lid, een kind of meerdere | Wanneer de personen, bedoeld in het eerste lid, een kind of meerdere |
| kinderen ten laste hebben, worden de bedragen vermeld in de voorgaande | kinderen ten laste hebben, worden de bedragen vermeld in de voorgaande |
| leden verhoogd met 53 euro per kind ten laste. De Koning bepaalt bij | leden verhoogd met 53 euro per kind ten laste. De Koning bepaalt bij |
| een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad wat moet | een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad wat moet |
| verstaan worden onder kind ten laste. | verstaan worden onder kind ten laste. |
| Hij bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad | Hij bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad |
| eveneens de regels voor de bewijsvoering, erin begrepen de | eveneens de regels voor de bewijsvoering, erin begrepen de |
| bewijskracht en de geldigheidsduur van de bewijzen alsook de regels | bewijskracht en de geldigheidsduur van de bewijzen alsook de regels |
| van rechtspleging. Daartoe kan Hij, tot 31 december 2004, wettelijke | van rechtspleging. Daartoe kan Hij, tot 31 december 2004, wettelijke |
| bepalingen uitvaardigen en wijzigen, zelfs inzake aangelegenheden die | bepalingen uitvaardigen en wijzigen, zelfs inzake aangelegenheden die |
| de Grondwet uitdrukkelijk aan de wet voorbehoudt, met uitsluiting van | de Grondwet uitdrukkelijk aan de wet voorbehoudt, met uitsluiting van |
| de aangelegenheden waarvoor de meerderheid voorgeschreven in artikel | de aangelegenheden waarvoor de meerderheid voorgeschreven in artikel |
| 4, derde lid, van de Grondwet wordt vereist. Vóór 1 januari 2005 dient | 4, derde lid, van de Grondwet wordt vereist. Vóór 1 januari 2005 dient |
| de Koning bij de Kamer van volksvertegenwoordigers een wetsontwerp in | de Koning bij de Kamer van volksvertegenwoordigers een wetsontwerp in |
| ter bekrachtiging van de besluiten uitgevaardigd krachtens dit lid en | ter bekrachtiging van de besluiten uitgevaardigd krachtens dit lid en |
| die wettelijke bepalingen uitvaardigen of wijzigen. De besluiten die | die wettelijke bepalingen uitvaardigen of wijzigen. De besluiten die |
| vóór 1 januari 2006 niet worden bekrachtigd hebben geen uitwerking. | vóór 1 januari 2006 niet worden bekrachtigd hebben geen uitwerking. |
| § 1bis. Inkomsten uit andere activiteiten dan deze bedoeld in § 1, | § 1bis. Inkomsten uit andere activiteiten dan deze bedoeld in § 1, |
| kunnen onbeperkt overgedragen of in beslag genomen worden, voor het | kunnen onbeperkt overgedragen of in beslag genomen worden, voor het |
| gedeelte van hun totaal bedrag boven 1.130 euro per kalendermaand. | gedeelte van hun totaal bedrag boven 1.130 euro per kalendermaand. |
| Het gedeelte van die bedragen boven 937 euro en tot ten hoogste 1.130 | Het gedeelte van die bedragen boven 937 euro en tot ten hoogste 1.130 |
| euro per kalendermaand, kan niet worden overgedragen of in beslag | euro per kalendermaand, kan niet worden overgedragen of in beslag |
| genomen voor meer dan twee vijfde in totaal; het gedeelte boven 872 | genomen voor meer dan twee vijfde in totaal; het gedeelte boven 872 |
| euro en tot ten hoogste 937 euro per kalendermaand, kan niet worden | euro en tot ten hoogste 937 euro per kalendermaand, kan niet worden |
| overgedragen of in beslag genomen voor meer dan een vijfde in totaal. | overgedragen of in beslag genomen voor meer dan een vijfde in totaal. |
| Het gedeelte van die bedragen dat 872 euro per kalendermaand niet te | Het gedeelte van die bedragen dat 872 euro per kalendermaand niet te |
| boven gaat, is niet vatbaar voor overdracht of beslag. | boven gaat, is niet vatbaar voor overdracht of beslag. |
| Wanneer personen die inkomsten genieten, bedoeld in het eerste lid, | Wanneer personen die inkomsten genieten, bedoeld in het eerste lid, |
| één of meer kinderen ten laste hebben, worden de bedragen vermeld in | één of meer kinderen ten laste hebben, worden de bedragen vermeld in |
| de voorgaande leden verhoogd met 53 euro per kind ten laste. De Koning | de voorgaande leden verhoogd met 53 euro per kind ten laste. De Koning |
| bepaalt bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit wat moet | bepaalt bij een in Ministerraad overlegd koninklijk besluit wat moet |
| verstaan worden onder kind ten laste. | verstaan worden onder kind ten laste. |
| Hij bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad | Hij bepaalt bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad |
| eveneens de regels voor de bewijsvoering, erin begrepen de | eveneens de regels voor de bewijsvoering, erin begrepen de |
| bewijskracht en de geldigheidsduur van de bewijzen alsook de regels | bewijskracht en de geldigheidsduur van de bewijzen alsook de regels |
| van rechtspleging. Daartoe kan Hij, tot 31 december 2004 wettelijke | van rechtspleging. Daartoe kan Hij, tot 31 december 2004 wettelijke |
| bepalingen uitvaardigen en wijzigen, zelfs inzake aangelegenheden die | bepalingen uitvaardigen en wijzigen, zelfs inzake aangelegenheden die |
| de Grondwet uitdrukkelijk aan de wet voorbehoudt met uitsluiting van | de Grondwet uitdrukkelijk aan de wet voorbehoudt met uitsluiting van |
| de aangelegenheden waarvoor de meerderheid voorgeschreven in artikel | de aangelegenheden waarvoor de meerderheid voorgeschreven in artikel |
| 4, derde lid, van de Grondwet wordt vereist. Voor 1 januari 2005 dient | 4, derde lid, van de Grondwet wordt vereist. Voor 1 januari 2005 dient |
| de Koning bij de Kamer van volksvertegenwoordigers een wetsontwerp in | de Koning bij de Kamer van volksvertegenwoordigers een wetsontwerp in |
| ter bekrachtiging van de besluiten uitgevaardigd krachtens dit lid en | ter bekrachtiging van de besluiten uitgevaardigd krachtens dit lid en |
| die wettelijke bepalingen uitvaardigen of wijzigen. De besluiten die | die wettelijke bepalingen uitvaardigen of wijzigen. De besluiten die |
| voor 1 januari 2006 niet worden bekrachtigd hebben geen uitwerking. | voor 1 januari 2006 niet worden bekrachtigd hebben geen uitwerking. |
| § 2. Elk jaar past de Koning de in § 1 en § 1bis bepaalde bedragen | § 2. Elk jaar past de Koning de in § 1 en § 1bis bepaalde bedragen |
| aan, rekening houdend met het indexcijfer van de consumptieprijzen van | aan, rekening houdend met het indexcijfer van de consumptieprijzen van |
| de maand november van elk jaar. | de maand november van elk jaar. |
| Voor de bedragen vermeld in de eerste drie leden van § 1 en § 1bis is | Voor de bedragen vermeld in de eerste drie leden van § 1 en § 1bis is |
| het aanvangsindexcijfer dat van de maand november 1989. Voor het | het aanvangsindexcijfer dat van de maand november 1989. Voor het |
| bedrag vermeld in het vierde lid van § 1 en § 1bis is het | bedrag vermeld in het vierde lid van § 1 en § 1bis is het |
| aanvangsindexcijfer dat van de maand van de publicatie in het Belgisch | aanvangsindexcijfer dat van de maand van de publicatie in het Belgisch |
| Staatsblad van de wet van 24 maart 2000 tot wijziging van de artikelen | Staatsblad van de wet van 24 maart 2000 tot wijziging van de artikelen |
| 1409, 1409bis, 1410 en 1411 van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog | 1409, 1409bis, 1410 en 1411 van het Gerechtelijk Wetboek, met het oog |
| op de aanpassing van het bedrag van het loon dat niet vatbaar is voor | op de aanpassing van het bedrag van het loon dat niet vatbaar is voor |
| overdracht of beslag. | overdracht of beslag. |
| Elke verhoging of verlaging van het indexcijfer brengt een verhoging | Elke verhoging of verlaging van het indexcijfer brengt een verhoging |
| of verlaging van de bedragen met zich mee, overeenkomstig de volgende | of verlaging van de bedragen met zich mee, overeenkomstig de volgende |
| formule : het nieuwe bedrag is gelijk aan het basisbedrag, | formule : het nieuwe bedrag is gelijk aan het basisbedrag, |
| vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het | vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het |
| aanvangsindexcijfer. Het resultaat wordt afgerond tot het hogere | aanvangsindexcijfer. Het resultaat wordt afgerond tot het hogere |
| honderdtal. | honderdtal. |
| Het aldus aangepaste laatste bedrag mag evenwel nooit lager zijn dan | Het aldus aangepaste laatste bedrag mag evenwel nooit lager zijn dan |
| het bedrag bepaald bij artikel 2, § 1, 1°, van de wet van 7 augustus | het bedrag bepaald bij artikel 2, § 1, 1°, van de wet van 7 augustus |
| 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, dat van | 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, dat van |
| kracht zal zijn op 1 januari van het jaar volgend op de aanpassing, | kracht zal zijn op 1 januari van het jaar volgend op de aanpassing, |
| afgerond tot het hogere duizendtal. | afgerond tot het hogere duizendtal. |
| Binnen de eerste vijftien dagen van de maand december van elk jaar, | Binnen de eerste vijftien dagen van de maand december van elk jaar, |
| worden de nieuwe bedragen bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad . | worden de nieuwe bedragen bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad . |
| Zij worden van kracht vanaf 1 januari van het jaar volgend op hun | Zij worden van kracht vanaf 1 januari van het jaar volgend op hun |
| aanpassing. | aanpassing. |
| § 3. De Koning kan bovendien de in § 1 en § 1bis bepaalde bedragen na | § 3. De Koning kan bovendien de in § 1 en § 1bis bepaalde bedragen na |
| advies van de Nationale Arbeidsraad aanpassen, rekening houdend met de | advies van de Nationale Arbeidsraad aanpassen, rekening houdend met de |
| economische toestand. | economische toestand. |
| Het besluit treedt in werking op 1 januari van het jaar na dat waarin | Het besluit treedt in werking op 1 januari van het jaar na dat waarin |
| het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ». | het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad ». |
| B.1.5. Volgens het verwijzende rechtscollege vallen de krachtens | B.1.5. Volgens het verwijzende rechtscollege vallen de krachtens |
| artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek geïnde schadevergoedingen | artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek geïnde schadevergoedingen |
| onder de toepassingssfeer van artikel 1409bis van het Gerechtelijk | onder de toepassingssfeer van artikel 1409bis van het Gerechtelijk |
| Wetboek en dient de schuldenaar die op grond van die bepaling voor hem | Wetboek en dient de schuldenaar die op grond van die bepaling voor hem |
| en zijn gezin de noodzakelijke inkomsten wenst te behouden, binnen de | en zijn gezin de noodzakelijke inkomsten wenst te behouden, binnen de |
| termijn van vijf dagen vastgesteld in artikel 1408, § 3, van het | termijn van vijf dagen vastgesteld in artikel 1408, § 3, van het |
| Gerechtelijk Wetboek, zijn opmerkingen voor te leggen teneinde te | Gerechtelijk Wetboek, zijn opmerkingen voor te leggen teneinde te |
| laten erkennen dat de door hem geïnde vergoedingen niet vatbaar zijn | laten erkennen dat de door hem geïnde vergoedingen niet vatbaar zijn |
| voor beslag. Het is in die interpretatie dat het Hof de prejudiciële | voor beslag. Het is in die interpretatie dat het Hof de prejudiciële |
| vraag beantwoordt. | vraag beantwoordt. |
| Ten gronde | Ten gronde |
| B.2. Het Hof wordt ondervraagd over het verschil in behandeling | B.2. Het Hof wordt ondervraagd over het verschil in behandeling |
| tussen, enerzijds, de schuldenaar-beslagene die krachtens artikel 1382 | tussen, enerzijds, de schuldenaar-beslagene die krachtens artikel 1382 |
| van het Burgerlijk Wetboek schuldeiser is van een schadevergoeding ter | van het Burgerlijk Wetboek schuldeiser is van een schadevergoeding ter |
| compensatie van het inkomensverlies dat te wijten is aan een | compensatie van het inkomensverlies dat te wijten is aan een |
| arbeidsongeschiktheid ingevolge een ongeval van gemeen recht en, | arbeidsongeschiktheid ingevolge een ongeval van gemeen recht en, |
| anderzijds, de schuldenaar-beslagene die schuldeiser is van één van de | anderzijds, de schuldenaar-beslagene die schuldeiser is van één van de |
| vergoedingen bedoeld in artikel 1410, § 1, 4° en 5°, en § 2, 4° en 5°, | vergoedingen bedoeld in artikel 1410, § 1, 4° en 5°, en § 2, 4° en 5°, |
| van het Gerechtelijk Wetboek : terwijl de eerste categorie van | van het Gerechtelijk Wetboek : terwijl de eerste categorie van |
| personen krachtens artikel 1409bis, tweede lid, van het Gerechtelijk | personen krachtens artikel 1409bis, tweede lid, van het Gerechtelijk |
| Wetboek binnen de termijn van vijf dagen vastgesteld in artikel 1408, | Wetboek binnen de termijn van vijf dagen vastgesteld in artikel 1408, |
| § 3, van het Gerechtelijk Wetboek zijn opmerkingen moet voorleggen | § 3, van het Gerechtelijk Wetboek zijn opmerkingen moet voorleggen |
| teneinde te laten erkennen dat de door die categorie van personen | teneinde te laten erkennen dat de door die categorie van personen |
| geïnde vergoedingen niet vatbaar zijn voor beslag, is de beperking van | geïnde vergoedingen niet vatbaar zijn voor beslag, is de beperking van |
| de inbeslagneming van de vergoedingen bedoeld in artikel 1410, § 1, 4° | de inbeslagneming van de vergoedingen bedoeld in artikel 1410, § 1, 4° |
| en 5°, en § 2, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek automatisch. | en 5°, en § 2, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek automatisch. |
| B.3.1. Ofschoon de prejudiciële vraag zowel artikel 1410, § 1, 4° en | B.3.1. Ofschoon de prejudiciële vraag zowel artikel 1410, § 1, 4° en |
| 5°, als artikel 1410, § 2, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek | 5°, als artikel 1410, § 2, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek |
| beoogt, blijkt uit de motieven van de verwijzingsbeslissing dat de | beoogt, blijkt uit de motieven van de verwijzingsbeslissing dat de |
| situatie van de schuldenaar-beslagene die een schadevergoeding tot | situatie van de schuldenaar-beslagene die een schadevergoeding tot |
| herstel van een inkomensverlies te wijten aan arbeidsongeschiktheid | herstel van een inkomensverlies te wijten aan arbeidsongeschiktheid |
| geniet, enkel dienstig kan worden vergeleken met die van de | geniet, enkel dienstig kan worden vergeleken met die van de |
| schuldenaar-beslagene die een van de vergoedingen geniet die zijn | schuldenaar-beslagene die een van de vergoedingen geniet die zijn |
| vermeld in artikel 1410, § 1, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek. | vermeld in artikel 1410, § 1, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek. |
| Artikel 1410, § 2, 5°, van het genoemde Wetboek betreft immers niet | Artikel 1410, § 2, 5°, van het genoemde Wetboek betreft immers niet |
| een vergoeding die bestemd is om het inkomensverlies te wijten aan een | een vergoeding die bestemd is om het inkomensverlies te wijten aan een |
| blijvende ongeschiktheid te compenseren, maar de sommen die moeten | blijvende ongeschiktheid te compenseren, maar de sommen die moeten |
| worden betaald als terugbetaling van geneeskundige kosten of | worden betaald als terugbetaling van geneeskundige kosten of |
| geneeskundige verstrekkingen. De in artikel 1410, § 2, 4°, bedoelde | geneeskundige verstrekkingen. De in artikel 1410, § 2, 4°, bedoelde |
| vergoeding heeft betrekking op een geval dat dermate bijzonder is dat | vergoeding heeft betrekking op een geval dat dermate bijzonder is dat |
| het niet vergelijkbaar is met de situatie waarin de | het niet vergelijkbaar is met de situatie waarin de |
| schuldenaar-beslagene, appellant voor de verwijzende rechter, zich | schuldenaar-beslagene, appellant voor de verwijzende rechter, zich |
| bevindt. | bevindt. |
| B.3.2. Het Hof onderzoekt dus het in het geding zijnde verschil in | B.3.2. Het Hof onderzoekt dus het in het geding zijnde verschil in |
| behandeling slechts in het licht van de procedurale regeling die is | behandeling slechts in het licht van de procedurale regeling die is |
| ingevoerd ten aanzien van de vergoedingen bedoeld in artikel 1410, § | ingevoerd ten aanzien van de vergoedingen bedoeld in artikel 1410, § |
| 1, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek. | 1, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek. |
| B.4.1. In het wetsontwerp dat heeft geleid tot de wet van 14 januari | B.4.1. In het wetsontwerp dat heeft geleid tot de wet van 14 januari |
| 1993 « tot wijziging van titel I, voorafgaande regels, en titel III, | 1993 « tot wijziging van titel I, voorafgaande regels, en titel III, |
| gedwongen tenuitvoerlegging, van deel V van het Gerechtelijk Wetboek | gedwongen tenuitvoerlegging, van deel V van het Gerechtelijk Wetboek |
| inzake het bewarend beslag en de middelen tot tenuitvoerlegging en tot | inzake het bewarend beslag en de middelen tot tenuitvoerlegging en tot |
| wijziging van artikel 476 van de wet van 18 april 1851 betreffende het | wijziging van artikel 476 van de wet van 18 april 1851 betreffende het |
| faillissement, de bankbreuk en het uitstel van betaling », waarbij | faillissement, de bankbreuk en het uitstel van betaling », waarbij |
| artikel 1409bis werd ingevoegd in het Gerechtelijk Wetboek, bepaalde | artikel 1409bis werd ingevoegd in het Gerechtelijk Wetboek, bepaalde |
| dat artikel dat de schuldenaar die niet beschikt over de in artikel | dat artikel dat de schuldenaar die niet beschikt over de in artikel |
| 1409 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde inkomsten, de noodzakelijke | 1409 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde inkomsten, de noodzakelijke |
| inkomsten kan behouden « die door de beslagrechter worden vastgesteld | inkomsten kan behouden « die door de beslagrechter worden vastgesteld |
| ». Die bepaling werd in de parlementaire voorbereiding als volgt | ». Die bepaling werd in de parlementaire voorbereiding als volgt |
| verantwoord : | verantwoord : |
| « Artikel 1409 voorziet alleen in de bescherming van de bedragen | « Artikel 1409 voorziet alleen in de bescherming van de bedragen |
| uitgekeerd aan personen die tegen loon onder het gezag van een ander | uitgekeerd aan personen die tegen loon onder het gezag van een ander |
| persoon arbeid verrichten. Ook degenen die enkel over andere | persoon arbeid verrichten. Ook degenen die enkel over andere |
| inkomsten, zonder bepaling van hun oorsprong, beschikken, moeten, naar | inkomsten, zonder bepaling van hun oorsprong, beschikken, moeten, naar |
| het voorbeeld van de inkomsten bedoeld in artikel 1409, gevrijwaard | het voorbeeld van de inkomsten bedoeld in artikel 1409, gevrijwaard |
| worden tegen beslag » (Parl. St., Kamer, 1989-1990, nr. 1114/1, p. 5). | worden tegen beslag » (Parl. St., Kamer, 1989-1990, nr. 1114/1, p. 5). |
| B.4.2. Tijdens de bespreking van het wetsontwerp kwam de vraag aan bod | B.4.2. Tijdens de bespreking van het wetsontwerp kwam de vraag aan bod |
| of het niet wenselijk zou zijn dat alle schuldenaars, ongeacht de | of het niet wenselijk zou zijn dat alle schuldenaars, ongeacht de |
| oorsprong van hun inkomsten, aanspraak kunnen maken op de bescherming | oorsprong van hun inkomsten, aanspraak kunnen maken op de bescherming |
| die voortvloeit uit artikel 1409 van het Gerechtelijk Wetboek (Parl. | die voortvloeit uit artikel 1409 van het Gerechtelijk Wetboek (Parl. |
| St., Kamer, 1989-1990, nr. 1114/6, pp. 7 en 15). Bijgevolg werd | St., Kamer, 1989-1990, nr. 1114/6, pp. 7 en 15). Bijgevolg werd |
| artikel 3 van het wetsontwerp, dat artikel 1409bis van het | artikel 3 van het wetsontwerp, dat artikel 1409bis van het |
| Gerechtelijk Wetboek invoegt, bij amendement vervangen door de | Gerechtelijk Wetboek invoegt, bij amendement vervangen door de |
| bestaande tekst, luidens welke iedere aanspraak van een schuldenaar | bestaande tekst, luidens welke iedere aanspraak van een schuldenaar |
| die niet beschikt over inkomsten zoals bedoeld in artikel 1409 van het | die niet beschikt over inkomsten zoals bedoeld in artikel 1409 van het |
| Gerechtelijk Wetboek en die voor hem en zijn gezin de noodzakelijke | Gerechtelijk Wetboek en die voor hem en zijn gezin de noodzakelijke |
| inkomsten wenst te behouden, door de beslagrechter wordt beslecht | inkomsten wenst te behouden, door de beslagrechter wordt beslecht |
| overeenkomstig artikel 1408, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek. Dat | overeenkomstig artikel 1408, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek. Dat |
| amendement werd als volgt verantwoord : | amendement werd als volgt verantwoord : |
| « De geschillen met betrekking tot de toepassing van het voorgestelde | « De geschillen met betrekking tot de toepassing van het voorgestelde |
| artikel 1409bis, eerste lid, worden door de beslagrechter beslecht | artikel 1409bis, eerste lid, worden door de beslagrechter beslecht |
| overeenkomstig de bij het voorgestelde artikel 1408, § 3, bepaalde | overeenkomstig de bij het voorgestelde artikel 1408, § 3, bepaalde |
| procedure. | procedure. |
| Aangezien het beslag op inkomsten gewoonlijk plaatsvindt bij wijze van | Aangezien het beslag op inkomsten gewoonlijk plaatsvindt bij wijze van |
| derdenbeslag, gaat de duur van vijf dagen in op de dag van aanzegging | derdenbeslag, gaat de duur van vijf dagen in op de dag van aanzegging |
| van het derdenbeslag. Derhalve is het belangrijk dat de akte van | van het derdenbeslag. Derhalve is het belangrijk dat de akte van |
| derdenbeslag de voorgestelde artikelen 1409bis en 1408, § 3, | derdenbeslag de voorgestelde artikelen 1409bis en 1408, § 3, |
| overneemt. | overneemt. |
| De rechter kan de niet-vatbaarheid voor beslag waarop de schuldenaar | De rechter kan de niet-vatbaarheid voor beslag waarop de schuldenaar |
| zich krachtens het eerste lid kan beroepen, beperken in de tijd. | zich krachtens het eerste lid kan beroepen, beperken in de tijd. |
| De schuldenaar moet een staat van zijn inkomsten voorleggen, zodat hij | De schuldenaar moet een staat van zijn inkomsten voorleggen, zodat hij |
| in geen enkel geval het voordeel van de voorgestelde bepaling geniet | in geen enkel geval het voordeel van de voorgestelde bepaling geniet |
| wanneer hij over nog andere inkomsten beschikt » (Parl. St., Kamer, | wanneer hij over nog andere inkomsten beschikt » (Parl. St., Kamer, |
| 1989-1990, nr. 1114/4, p. 6). | 1989-1990, nr. 1114/4, p. 6). |
| B.4.3. Tijdens de bespreking in commissie werd hieraan nog het | B.4.3. Tijdens de bespreking in commissie werd hieraan nog het |
| volgende toegevoegd : | volgende toegevoegd : |
| « Artikel 3 bepaalt dat ook de schuldenaar die geen loon of | « Artikel 3 bepaalt dat ook de schuldenaar die geen loon of |
| weddetrekkende is, de voor hem en zijn gezin noodzakelijke inkomsten | weddetrekkende is, de voor hem en zijn gezin noodzakelijke inkomsten |
| kan behouden. | kan behouden. |
| Zoals gewijzigd door het Regeringsamendement nr. 18 (Stuk nr. 1114/4), | Zoals gewijzigd door het Regeringsamendement nr. 18 (Stuk nr. 1114/4), |
| bepaalt genoemd artikel daarenboven dat deze inkomsten worden berekend | bepaalt genoemd artikel daarenboven dat deze inkomsten worden berekend |
| overeenkomstig de artikelen 1409 en 1411. | overeenkomstig de artikelen 1409 en 1411. |
| De beslagrechter kan evenwel de termijn tijdens welke deze inkomsten | De beslagrechter kan evenwel de termijn tijdens welke deze inkomsten |
| niet voor beslag vatbaar zijn beperken. Deze beperkte periode moet | niet voor beslag vatbaar zijn beperken. Deze beperkte periode moet |
| door de schuldenaar worden benut om een staat van zijn inkomsten voor | door de schuldenaar worden benut om een staat van zijn inkomsten voor |
| te leggen. Zulks belet dat hij het voordeel van de voorgestelde | te leggen. Zulks belet dat hij het voordeel van de voorgestelde |
| bepalingen zou genieten, hoewel hij nog over andere inkomsten | bepalingen zou genieten, hoewel hij nog over andere inkomsten |
| beschikt. | beschikt. |
| Sommige leden zijn van oordeel dat dit artikel een nieuwe | Sommige leden zijn van oordeel dat dit artikel een nieuwe |
| discriminatie van de zelfstandigen inhoudt, vermits de rechter de | discriminatie van de zelfstandigen inhoudt, vermits de rechter de |
| bescherming van hun inkomsten kan beperken in de tijd. Zij wijzen er | bescherming van hun inkomsten kan beperken in de tijd. Zij wijzen er |
| eveneens op dat heel wat bestuurders van ondernemingen ' pro forma ' | eveneens op dat heel wat bestuurders van ondernemingen ' pro forma ' |
| een arbeidsovereenkomst met hun onderneming afsluiten en aldus een | een arbeidsovereenkomst met hun onderneming afsluiten en aldus een |
| voordeliger sociaal statuut verwerven. | voordeliger sociaal statuut verwerven. |
| Voor de Staatssecretaris staat het vast dat de inkomsten van | Voor de Staatssecretaris staat het vast dat de inkomsten van |
| zelfstandigen minder gemakkelijk kunnen gekend zijn dan die van | zelfstandigen minder gemakkelijk kunnen gekend zijn dan die van |
| werknemers. Men kan dus niet gewagen van een discriminatie ten | werknemers. Men kan dus niet gewagen van een discriminatie ten |
| opzichte van loon- en weddetrekkenden, aangezien deze laatsten zich in | opzichte van loon- en weddetrekkenden, aangezien deze laatsten zich in |
| een andere situatie bevinden. | een andere situatie bevinden. |
| Overigens vallen ook loon-en weddetrekkenden die andere inkomsten | Overigens vallen ook loon-en weddetrekkenden die andere inkomsten |
| hebben, onder de bepalingen van dit artikel » (Parl. St., Kamer, | hebben, onder de bepalingen van dit artikel » (Parl. St., Kamer, |
| 1989-1990, nr. 1114/6, pp. 29-30). | 1989-1990, nr. 1114/6, pp. 29-30). |
| Hierop werd een amendement dat bepaalde dat de schuldenaar die niet | Hierop werd een amendement dat bepaalde dat de schuldenaar die niet |
| over de bij artikel 1409 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde | over de bij artikel 1409 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde |
| inkomsten beschikt, voor zichzelf en zijn gezin de noodzakelijke | inkomsten beschikt, voor zichzelf en zijn gezin de noodzakelijke |
| inkomsten berekend overeenkomstig die bepaling mag behouden, | inkomsten berekend overeenkomstig die bepaling mag behouden, |
| ingetrokken en werd het in B.4.2 vermelde amendement aangenomen | ingetrokken en werd het in B.4.2 vermelde amendement aangenomen |
| (ibid., p. 30). | (ibid., p. 30). |
| B.5. Uit wat voorafgaat, vloeit voort dat de wetgever van oordeel was | B.5. Uit wat voorafgaat, vloeit voort dat de wetgever van oordeel was |
| dat de schuldenaar die niet beschikt over de in artikel 1409 van dat | dat de schuldenaar die niet beschikt over de in artikel 1409 van dat |
| Wetboek bedoelde inkomsten, de noodzakelijke inkomsten berekend | Wetboek bedoelde inkomsten, de noodzakelijke inkomsten berekend |
| overeenkomstig die bepaling vermag te behouden, maar dat een | overeenkomstig die bepaling vermag te behouden, maar dat een |
| rechterlijke tussenkomst noodzakelijk is, onder meer om na te gaan of | rechterlijke tussenkomst noodzakelijk is, onder meer om na te gaan of |
| de schuldenaar in kwestie wel degelijk niet over andere inkomsten | de schuldenaar in kwestie wel degelijk niet over andere inkomsten |
| beschikt. Die afweging past in de algemene doelstelling van de | beschikt. Die afweging past in de algemene doelstelling van de |
| wetgever die beoogt « een billijk evenwicht te bereiken tussen de | wetgever die beoogt « een billijk evenwicht te bereiken tussen de |
| kordaatheid waarvan de schuldeiser, die te maken heeft met de | kordaatheid waarvan de schuldeiser, die te maken heeft met de |
| nalatigheid en soms met de oneerlijkheid van de schuldenaar, blijk mag | nalatigheid en soms met de oneerlijkheid van de schuldenaar, blijk mag |
| geven en de rechtvaardige redelijkheid die men uit humanitair oogpunt | geven en de rechtvaardige redelijkheid die men uit humanitair oogpunt |
| moet betrachten » (Parl. St., Kamer, 1989-1990, nr. 1114/1, p. 1). | moet betrachten » (Parl. St., Kamer, 1989-1990, nr. 1114/1, p. 1). |
| B.6.1. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op de | B.6.1. Het in het geding zijnde verschil in behandeling berust op de |
| aard van de inkomsten in kwestie. Artikel 1410, § 1, 4° en 5°, van het | aard van de inkomsten in kwestie. Artikel 1410, § 1, 4° en 5°, van het |
| Gerechtelijk Wetboek betreft, enerzijds, uitkeringen wegens | Gerechtelijk Wetboek betreft, enerzijds, uitkeringen wegens |
| arbeidsongeschiktheid en de invaliditeitsuitkeringen en, anderzijds, | arbeidsongeschiktheid en de invaliditeitsuitkeringen en, anderzijds, |
| uitkeringen, renten en toelagen betaald krachtens de wetgeving op de | uitkeringen, renten en toelagen betaald krachtens de wetgeving op de |
| vergoeding van de schade uit arbeidsongevallen of beroepsziekten. Het | vergoeding van de schade uit arbeidsongevallen of beroepsziekten. Het |
| in het geding zijnde artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek | in het geding zijnde artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek |
| betreft alle andere inkomsten dan die welke zijn vermeld in artikel | betreft alle andere inkomsten dan die welke zijn vermeld in artikel |
| 1409 van het Gerechtelijk Wetboek. | 1409 van het Gerechtelijk Wetboek. |
| Wat inzonderheid de krachtens artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek | Wat inzonderheid de krachtens artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek |
| geïnde schadevergoedingen betreft die, volgens het verwijzende | geïnde schadevergoedingen betreft die, volgens het verwijzende |
| rechtscollege onder de toepassingssfeer van artikel 1409bis van het | rechtscollege onder de toepassingssfeer van artikel 1409bis van het |
| Gerechtelijk Wetboek vallen, dient te worden vastgesteld dat die | Gerechtelijk Wetboek vallen, dient te worden vastgesteld dat die |
| schadevergoedingen de door het slachtoffer geleden schade in zijn | schadevergoedingen de door het slachtoffer geleden schade in zijn |
| geheel vergoeden. Een schadevergoeding ter compensatie van het | geheel vergoeden. Een schadevergoeding ter compensatie van het |
| inkomensverlies dat te wijten is aan een arbeidsongeschiktheid | inkomensverlies dat te wijten is aan een arbeidsongeschiktheid |
| ingevolge een ongeval van gemeen recht, zal derhalve de gederfde | ingevolge een ongeval van gemeen recht, zal derhalve de gederfde |
| inkomsten integraal vergoeden. Ze beperkt zich evenwel niet daartoe | inkomsten integraal vergoeden. Ze beperkt zich evenwel niet daartoe |
| maar betreft evenzeer de andere - morele of materiële - schade die het | maar betreft evenzeer de andere - morele of materiële - schade die het |
| slachtoffer zou hebben geleden. Een dergelijke schadevergoeding wordt | slachtoffer zou hebben geleden. Een dergelijke schadevergoeding wordt |
| in beginsel niet periodiek maar in éénmaal uitbetaald. Bovendien valt | in beginsel niet periodiek maar in éénmaal uitbetaald. Bovendien valt |
| niet uit te sluiten dat, op het ogenblik dat die schadevergoeding | niet uit te sluiten dat, op het ogenblik dat die schadevergoeding |
| wordt betaald, de arbeidsongeschiktheid een einde heeft genomen, zodat | wordt betaald, de arbeidsongeschiktheid een einde heeft genomen, zodat |
| het slachtoffer inmiddels opnieuw over andere inkomsten beschikt. | het slachtoffer inmiddels opnieuw over andere inkomsten beschikt. |
| De in artikel 1410, § 1, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek | De in artikel 1410, § 1, 4° en 5°, van het Gerechtelijk Wetboek |
| bedoelde uitkeringen, daarentegen, compenseren in de regel slechts een | bedoelde uitkeringen, daarentegen, compenseren in de regel slechts een |
| gedeelte van de door de uitkeringsgerechtigde gederfde | gedeelte van de door de uitkeringsgerechtigde gederfde |
| arbeidsinkomsten. Ze worden periodiek en niet eenmalig betaald. | arbeidsinkomsten. Ze worden periodiek en niet eenmalig betaald. |
| Wanneer de arbeidsongeschiktheid of invaliditeit volledig zijn, kunnen | Wanneer de arbeidsongeschiktheid of invaliditeit volledig zijn, kunnen |
| zij bovendien niet worden gecombineerd met andere beroepsinkomsten. | zij bovendien niet worden gecombineerd met andere beroepsinkomsten. |
| B.6.2. In zoverre de wetgever, enerzijds, de schuldenaar die niet | B.6.2. In zoverre de wetgever, enerzijds, de schuldenaar die niet |
| beschikt over inkomsten als bedoeld in artikel 1409 van het | beschikt over inkomsten als bedoeld in artikel 1409 van het |
| Gerechtelijk Wetboek, beoogt te beschermen en, anderzijds, zich ervan | Gerechtelijk Wetboek, beoogt te beschermen en, anderzijds, zich ervan |
| wil gewissen dat de schuldenaar in kwestie wel degelijk niet over | wil gewissen dat de schuldenaar in kwestie wel degelijk niet over |
| andere inkomsten beschikt, streeft hij, mede gelet op het nagestreefde | andere inkomsten beschikt, streeft hij, mede gelet op het nagestreefde |
| evenwicht - vermeld in B.5 - tussen schuldeisers en schuldenaren, een | evenwicht - vermeld in B.5 - tussen schuldeisers en schuldenaren, een |
| wettig doel na. | wettig doel na. |
| B.6.3. Het Hof dient evenwel nog na te gaan of de in het geding zijnde | B.6.3. Het Hof dient evenwel nog na te gaan of de in het geding zijnde |
| bepalingen evenredig zijn met het door de wetgever nagestreefde doel. | bepalingen evenredig zijn met het door de wetgever nagestreefde doel. |
| B.7.1. In dat verband dient te worden vastgesteld dat de schuldenaar | B.7.1. In dat verband dient te worden vastgesteld dat de schuldenaar |
| die niet beschikt over inkomsten als bedoeld in artikel 1409 van het | die niet beschikt over inkomsten als bedoeld in artikel 1409 van het |
| Gerechtelijk Wetboek, de beslagrechter kan vragen voor hem en zijn | Gerechtelijk Wetboek, de beslagrechter kan vragen voor hem en zijn |
| gezin de noodzakelijke inkomsten te behouden, overeenkomstig de | gezin de noodzakelijke inkomsten te behouden, overeenkomstig de |
| procedure bepaald in artikel 1408, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, | procedure bepaald in artikel 1408, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, |
| luidens welke bepaling de schuldenaar-beslagene zijn opmerkingen op | luidens welke bepaling de schuldenaar-beslagene zijn opmerkingen op |
| straffe van verval aan de gerechtsdeurwaarder dient mee te delen, | straffe van verval aan de gerechtsdeurwaarder dient mee te delen, |
| hetzij op het tijdstip van het beslag, hetzij binnen vijf dagen na de | hetzij op het tijdstip van het beslag, hetzij binnen vijf dagen na de |
| betekening van de eerste akte van beslag. Die opmerkingen worden | betekening van de eerste akte van beslag. Die opmerkingen worden |
| aangetekend in het proces-verbaal van beslaglegging waarvan de | aangetekend in het proces-verbaal van beslaglegging waarvan de |
| gerechtsdeurwaarder of de meest gerede partij een afschrift neerlegt | gerechtsdeurwaarder of de meest gerede partij een afschrift neerlegt |
| ter griffie, waarop de beslagrechter de dag en het uur bepaalt van het | ter griffie, waarop de beslagrechter de dag en het uur bepaalt van het |
| onderzoek en de regeling van de moeilijkheden, de schuldeiser en de | onderzoek en de regeling van de moeilijkheden, de schuldeiser en de |
| schuldenaar vooraf gehoord of opgeroepen. | schuldenaar vooraf gehoord of opgeroepen. |
| B.7.2. Die procedure is niet van die aard dat de rechten van de | B.7.2. Die procedure is niet van die aard dat de rechten van de |
| schuldenaar-beslagene die een schadevergoeding geniet op grond van | schuldenaar-beslagene die een schadevergoeding geniet op grond van |
| artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, op onevenredige wijze worden | artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek, op onevenredige wijze worden |
| beperkt. Het is juist dat de betrokkene zijn opmerkingen op straffe | beperkt. Het is juist dat de betrokkene zijn opmerkingen op straffe |
| van verval aan de gerechtsdeurwaarder dient mee te delen, hetzij op | van verval aan de gerechtsdeurwaarder dient mee te delen, hetzij op |
| het tijdstip van het beslag, hetzij binnen vijf dagen na de betekening | het tijdstip van het beslag, hetzij binnen vijf dagen na de betekening |
| van de eerste akte van beslag. Die vereiste sluit evenwel aan bij de | van de eerste akte van beslag. Die vereiste sluit evenwel aan bij de |
| zorg van de wetgever om de geschillen inzake het beslag met de nodige | zorg van de wetgever om de geschillen inzake het beslag met de nodige |
| spoed af te handelen en elk uitstel dienaangaande te vermijden. Het | spoed af te handelen en elk uitstel dienaangaande te vermijden. Het |
| amendement dat tot artikel 1408, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek | amendement dat tot artikel 1408, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek |
| heeft geleid, werd als volgt verantwoord : | heeft geleid, werd als volgt verantwoord : |
| « Op grond van het amendement worden de geschillen inzake de | « Op grond van het amendement worden de geschillen inzake de |
| niet-vatbaarheid voor beslag voor de beslagrechter gebracht volgens de | niet-vatbaarheid voor beslag voor de beslagrechter gebracht volgens de |
| gebruikelijke vorm - zijnde de artikelen 1219, § 2, tweede lid, 1582, | gebruikelijke vorm - zijnde de artikelen 1219, § 2, tweede lid, 1582, |
| vijfde lid, 1632 en 1646 van het Gerechtelijk Wetboek, waardoor iedere | vijfde lid, 1632 en 1646 van het Gerechtelijk Wetboek, waardoor iedere |
| vertraging in de rechtspleging wordt voorkomen » (Parl. St., Kamer, | vertraging in de rechtspleging wordt voorkomen » (Parl. St., Kamer, |
| 1989-1990, nr. 1114/4, p. 6). | 1989-1990, nr. 1114/4, p. 6). |
| Tijdens de bespreking van die bepaling in de Kamer van | Tijdens de bespreking van die bepaling in de Kamer van |
| volksvertegenwoordigers hebben meerdere leden overigens de vrees geuit | volksvertegenwoordigers hebben meerdere leden overigens de vrees geuit |
| « dat de procedure meestal een dilatoir karakter zal hebben » (Parl. | « dat de procedure meestal een dilatoir karakter zal hebben » (Parl. |
| St., Kamer, 1989-1990, nr. 1114/6, p. 28). In de Senaat werd daar nog | St., Kamer, 1989-1990, nr. 1114/6, p. 28). In de Senaat werd daar nog |
| het volgende aan toegevoegd : | het volgende aan toegevoegd : |
| « Het zal vrij eenvoudig zijn om betwistingen te doen ontstaan | « Het zal vrij eenvoudig zijn om betwistingen te doen ontstaan |
| waarover de beslagrechter zich zal moeten uitspreken al was het maar | waarover de beslagrechter zich zal moeten uitspreken al was het maar |
| om een uitstel af te dwingen en de procedures aldus af te remmen, om | om een uitstel af te dwingen en de procedures aldus af te remmen, om |
| de kosten op te drijven en de schuldeisers te ontmoedigen » (Parl. | de kosten op te drijven en de schuldeisers te ontmoedigen » (Parl. |
| St., Senaat, B.Z. 1991-1992, nr. 353/2, p. 8). | St., Senaat, B.Z. 1991-1992, nr. 353/2, p. 8). |
| B.7.3. Overigens bepaalt artikel 1502 van het Gerechtelijk Wetboek dat | B.7.3. Overigens bepaalt artikel 1502 van het Gerechtelijk Wetboek dat |
| in het exploot van uitvoerend beslag op roerend goed op straffe van | in het exploot van uitvoerend beslag op roerend goed op straffe van |
| nietigheid de tekst van artikel 1408, § 3, van datzelfde Wetboek dient | nietigheid de tekst van artikel 1408, § 3, van datzelfde Wetboek dient |
| te worden opgenomen. Aldus is het de schuldenaar-beslagene genoegzaam | te worden opgenomen. Aldus is het de schuldenaar-beslagene genoegzaam |
| bekend dat hij zijn opmerkingen op straffe van verval aan de | bekend dat hij zijn opmerkingen op straffe van verval aan de |
| gerechtsdeurwaarder dient mee te delen, hetzij op het tijdstip van het | gerechtsdeurwaarder dient mee te delen, hetzij op het tijdstip van het |
| beslag, hetzij binnen vijf dagen na de betekening van de eerste akte | beslag, hetzij binnen vijf dagen na de betekening van de eerste akte |
| van beslag. | van beslag. |
| B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. | B.8. De prejudiciële vraag dient ontkennend te worden beantwoord. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het hof | het hof |
| zegt voor recht : | zegt voor recht : |
| Artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek schendt niet de artikelen | Artikel 1409bis van het Gerechtelijk Wetboek schendt niet de artikelen |
| 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het niet op automatische wijze de | 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het niet op automatische wijze de |
| volledige of gedeeltelijke onvatbaarheid voor beslag oplegt voor de | volledige of gedeeltelijke onvatbaarheid voor beslag oplegt voor de |
| inkomsten die in die bepaling worden beoogd en overeenkomstig de | inkomsten die in die bepaling worden beoogd en overeenkomstig de |
| artikelen 1409, § 1, en 1411 van hetzelfde Wetboek worden berekend. | artikelen 1409, § 1, en 1411 van hetzelfde Wetboek worden berekend. |
| Aldus uitgesproken in het Frans en in het Nederlands, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Frans en in het Nederlands, overeenkomstig |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 31 mei 2011. | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 31 mei 2011. |
| De griffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| De Voorzitter, | De Voorzitter, |
| R. Henneuse. | R. Henneuse. |