← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 129/2010 van 18 november 2010 Rolnummer 4822 In zake :
de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 80, derde lid, en 82, tweede lid, van de faillissementswet
van 8 augustus 1997, gesteld door het Hof van Beroep Het Grondwettelijk Hof, samengesteld
uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechter(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 129/2010 van 18 november 2010 Rolnummer 4822 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 80, derde lid, en 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door het Hof van Beroep Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechter(...) | Uittreksel uit arrest nr. 129/2010 van 18 november 2010 Rolnummer 4822 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 80, derde lid, en 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, gesteld door het Hof van Beroep Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de rechter(...) |
|---|---|
| GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 129/2010 van 18 november 2010 | Uittreksel uit arrest nr. 129/2010 van 18 november 2010 |
| Rolnummer 4822 | Rolnummer 4822 |
| In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 80, derde | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 80, derde |
| lid, en 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, | lid, en 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, |
| gesteld door het Hof van Beroep te Luik. | gesteld door het Hof van Beroep te Luik. |
| Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
| samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en M. Bossuyt, en de |
| rechters R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, | rechters R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, J.-P. Snappe, |
| J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey en P. | J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels, T. Merckx-Van Goey en P. |
| Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
| voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, | voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Bij arrest van 30 november 2009 in zake Carole Piret tegen de nv « AXA | Bij arrest van 30 november 2009 in zake Carole Piret tegen de nv « AXA |
| Bank Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is | Bank Belgium », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is |
| ingekomen op 3 december 2009, heeft het Hof van Beroep te Luik de | ingekomen op 3 december 2009, heeft het Hof van Beroep te Luik de |
| volgende prejudiciële vraag gesteld : | volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Is er geen sprake van een met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | « Is er geen sprake van een met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
| strijdige discriminatie tussen de situatie van de echtgenoot van de | strijdige discriminatie tussen de situatie van de echtgenoot van de |
| verschoonde gefailleerde en die van de persoon die een verklaring van | verschoonde gefailleerde en die van de persoon die een verklaring van |
| wettelijke samenwoning met de verschoonde gefailleerde heeft afgelegd, | wettelijke samenwoning met de verschoonde gefailleerde heeft afgelegd, |
| in zoverre de eerstgenoemde, die zich persoonlijk aansprakelijk heeft | in zoverre de eerstgenoemde, die zich persoonlijk aansprakelijk heeft |
| gesteld voor de schuld van zijn gefailleerde echtgenoot, door de | gesteld voor de schuld van zijn gefailleerde echtgenoot, door de |
| werking van de verschoonbaarheid wordt bevrijd van zijn verplichting, | werking van de verschoonbaarheid wordt bevrijd van zijn verplichting, |
| terwijl de laatstgenoemde, die zich samen met de gefailleerde heeft | terwijl de laatstgenoemde, die zich samen met de gefailleerde heeft |
| verbonden, niet wordt bevrijd, hoewel beiden ertoe gehouden zijn bij | verbonden, niet wordt bevrijd, hoewel beiden ertoe gehouden zijn bij |
| te dragen in de lasten van het samenleven en de inkomsten van de | te dragen in de lasten van het samenleven en de inkomsten van de |
| eerstgenoemde bijgevolg definitief zullen worden vrijgesteld, terwijl | eerstgenoemde bijgevolg definitief zullen worden vrijgesteld, terwijl |
| die van de laatstgenoemde bezwaard blijven, met als gevolg dat de | die van de laatstgenoemde bezwaard blijven, met als gevolg dat de |
| gefailleerde zelf, wanneer hij wettelijk samenwoont buiten het | gefailleerde zelf, wanneer hij wettelijk samenwoont buiten het |
| huwelijk, in tegenstelling tot de gehuwde, mogelijk nog indirect moet | huwelijk, in tegenstelling tot de gehuwde, mogelijk nog indirect moet |
| tegemoetkomen in de betaling van de schulden van diegene met wie hij | tegemoetkomen in de betaling van de schulden van diegene met wie hij |
| samenleeft ? ». | samenleeft ? ». |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 82 | B.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van artikel 82 |
| van de faillissementswet van 8 augustus 1997 (hierna : de | van de faillissementswet van 8 augustus 1997 (hierna : de |
| faillissementswet) met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in | faillissementswet) met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in |
| zoverre de echtgenoot van een verschoonbaar verklaarde gefailleerde | zoverre de echtgenoot van een verschoonbaar verklaarde gefailleerde |
| verschillend wordt behandeld in vergelijking met de wettelijk | verschillend wordt behandeld in vergelijking met de wettelijk |
| samenwonende van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde. De | samenwonende van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde. De |
| eerstgenoemde, die persoonlijk aansprakelijk is voor de schuld van | eerstgenoemde, die persoonlijk aansprakelijk is voor de schuld van |
| zijn gefailleerde echtgenoot, wordt van zijn verplichting bevrijd, | zijn gefailleerde echtgenoot, wordt van zijn verplichting bevrijd, |
| terwijl de laatstgenoemde, die persoonlijk aansprakelijk is voor de | terwijl de laatstgenoemde, die persoonlijk aansprakelijk is voor de |
| schuld van zijn gefailleerde samenwonende, niet van zijn verplichting | schuld van zijn gefailleerde samenwonende, niet van zijn verplichting |
| wordt bevrijd. | wordt bevrijd. |
| B.2. Zoals het gedeeltelijk werd vervangen bij de wet van 20 juli 2005 | B.2. Zoals het gedeeltelijk werd vervangen bij de wet van 20 juli 2005 |
| en gewijzigd bij de wet van 18 juli 2008, bepaalt artikel 82 van de | en gewijzigd bij de wet van 18 juli 2008, bepaalt artikel 82 van de |
| faillissementswet : | faillissementswet : |
| « Indien de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, kan hij niet | « Indien de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, kan hij niet |
| meer vervolgd worden door zijn schuldeisers. | meer vervolgd worden door zijn schuldeisers. |
| De echtgenoot van de gefailleerde die persoonlijk aansprakelijk is | De echtgenoot van de gefailleerde die persoonlijk aansprakelijk is |
| voor de schuld van zijn echtgenoot, of de voormalige echtgenoot die | voor de schuld van zijn echtgenoot, of de voormalige echtgenoot die |
| persoonlijk aansprakelijk is voor de schuld die zijn voormalige | persoonlijk aansprakelijk is voor de schuld die zijn voormalige |
| echtgenoot tijdens de duur van het huwelijk was aangegaan, wordt | echtgenoot tijdens de duur van het huwelijk was aangegaan, wordt |
| ingevolge de verschoonbaarheid van die verplichting bevrijd. | ingevolge de verschoonbaarheid van die verplichting bevrijd. |
| De verschoonbaarheid heeft noch gevolgen voor de onderhoudschulden, | De verschoonbaarheid heeft noch gevolgen voor de onderhoudschulden, |
| noch voor de schulden voortvloeiend uit de verplichting tot herstel | noch voor de schulden voortvloeiend uit de verplichting tot herstel |
| van de schade verbonden aan het overlijden of aan de aantasting van de | van de schade verbonden aan het overlijden of aan de aantasting van de |
| lichamelijke integriteit van een persoon waaraan de gefailleerde | lichamelijke integriteit van een persoon waaraan de gefailleerde |
| schuld heeft ». | schuld heeft ». |
| B.3. De in het geding zijnde bepaling maakt deel uit van de | B.3. De in het geding zijnde bepaling maakt deel uit van de |
| faillissementswetgeving die in essentie ertoe strekt een billijk | faillissementswetgeving die in essentie ertoe strekt een billijk |
| evenwicht tot stand te brengen tussen de belangen van de schuldenaar | evenwicht tot stand te brengen tussen de belangen van de schuldenaar |
| en de belangen van de schuldeisers. | en de belangen van de schuldeisers. |
| De verklaring van verschoonbaarheid vormt voor de gefailleerde een | De verklaring van verschoonbaarheid vormt voor de gefailleerde een |
| gunstmaatregel die hem in staat stelt zijn activiteiten op een | gunstmaatregel die hem in staat stelt zijn activiteiten op een |
| aangezuiverde basis te hervatten, en zulks niet alleen in zijn belang | aangezuiverde basis te hervatten, en zulks niet alleen in zijn belang |
| maar ook in het belang van zijn schuldeisers of sommigen onder hen die | maar ook in het belang van zijn schuldeisers of sommigen onder hen die |
| belang erbij kunnen hebben dat hun schuldenaar zijn activiteiten op | belang erbij kunnen hebben dat hun schuldenaar zijn activiteiten op |
| een dergelijke basis hervat, waarbij het voortzetten van een handels- | een dergelijke basis hervat, waarbij het voortzetten van een handels- |
| of industriële activiteit bovendien het algemeen belang kan dienen | of industriële activiteit bovendien het algemeen belang kan dienen |
| (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, pp. 35 en 36). | (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, pp. 35 en 36). |
| De wetgever, die van oordeel is dat « de mogelijkheid tot herstel | De wetgever, die van oordeel is dat « de mogelijkheid tot herstel |
| [...] utopisch [blijft] indien [de gefailleerde] de last van het | [...] utopisch [blijft] indien [de gefailleerde] de last van het |
| passief moet blijven dragen », heeft gemeend dat « het [...] immers | passief moet blijven dragen », heeft gemeend dat « het [...] immers |
| niet te verantwoorden [is] dat het in gebreke blijven van de | niet te verantwoorden [is] dat het in gebreke blijven van de |
| schuldenaar als gevolg van omstandigheden waarvan hij het slachtoffer | schuldenaar als gevolg van omstandigheden waarvan hij het slachtoffer |
| is, hem verhindert andere activiteiten te verrichten » (Parl. St., | is, hem verhindert andere activiteiten te verrichten » (Parl. St., |
| Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, p. 50). | Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, p. 50). |
| Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever « op een | Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever « op een |
| evenwichtige wijze rekening [heeft willen] houden met de gecombineerde | evenwichtige wijze rekening [heeft willen] houden met de gecombineerde |
| belangen van de gefailleerde zelf, van de schuldeisers, de werknemers | belangen van de gefailleerde zelf, van de schuldeisers, de werknemers |
| en de economie in zijn geheel » en voor een menselijke regeling heeft | en de economie in zijn geheel » en voor een menselijke regeling heeft |
| willen zorgen die de rechten van alle betrokken partijen in acht neemt | willen zorgen die de rechten van alle betrokken partijen in acht neemt |
| (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, p. 29). | (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, p. 29). |
| B.4. Artikel 82, tweede lid, bevrijdt de echtgenoot van de | B.4. Artikel 82, tweede lid, bevrijdt de echtgenoot van de |
| verschoonbaar verklaarde gefailleerde, die persoonlijk aansprakelijk | verschoonbaar verklaarde gefailleerde, die persoonlijk aansprakelijk |
| is voor de schuld van de gefailleerde, van zijn verplichtingen. | is voor de schuld van de gefailleerde, van zijn verplichtingen. |
| Het Hof dient te onderzoeken of die maatregel een discriminatie | Het Hof dient te onderzoeken of die maatregel een discriminatie |
| inhoudt ten aanzien van de wettelijk samenwonende van de verschoonbaar | inhoudt ten aanzien van de wettelijk samenwonende van de verschoonbaar |
| verklaarde gefailleerde die persoonlijk aansprakelijk is voor de | verklaarde gefailleerde die persoonlijk aansprakelijk is voor de |
| schuld van die gefailleerde. | schuld van die gefailleerde. |
| Daarbij dient rekening te worden gehouden met de respectieve kenmerken | Daarbij dient rekening te worden gehouden met de respectieve kenmerken |
| van het huwelijk en van de wettelijke samenwoning, enerzijds, en met | van het huwelijk en van de wettelijke samenwoning, enerzijds, en met |
| de economische en sociale doelstellingen van de in het geding zijnde | de economische en sociale doelstellingen van de in het geding zijnde |
| maatregel, anderzijds. | maatregel, anderzijds. |
| B.5. Het verschil in behandeling tussen echtgenoten en wettelijk | B.5. Het verschil in behandeling tussen echtgenoten en wettelijk |
| samenwonenden steunt op het feit dat hun juridische toestand | samenwonenden steunt op het feit dat hun juridische toestand |
| verschilt, zowel wat hun persoonlijke verplichtingen jegens elkaar, | verschilt, zowel wat hun persoonlijke verplichtingen jegens elkaar, |
| als wat hun vermogensrechtelijke toestand betreft. | als wat hun vermogensrechtelijke toestand betreft. |
| Die verschillende juridische toestand kan in bepaalde gevallen, | Die verschillende juridische toestand kan in bepaalde gevallen, |
| wanneer die verband houdt met het doel van de maatregel, een verschil | wanneer die verband houdt met het doel van de maatregel, een verschil |
| in behandeling tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden | in behandeling tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden |
| rechtvaardigen. Er dient bijgevolg te worden onderzocht of de | rechtvaardigen. Er dient bijgevolg te worden onderzocht of de |
| respectieve kenmerken van het huwelijk en van de wettelijke | respectieve kenmerken van het huwelijk en van de wettelijke |
| samenwoning - in verband met het onderwerp en het doel van de in het | samenwoning - in verband met het onderwerp en het doel van de in het |
| geding zijnde maatregel - verantwoorden dat de wettelijk samenwonende | geding zijnde maatregel - verantwoorden dat de wettelijk samenwonende |
| van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde niet van zijn | van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde niet van zijn |
| verplichting wordt bevrijd door de werking van de verschoonbaarheid, | verplichting wordt bevrijd door de werking van de verschoonbaarheid, |
| in tegenstelling tot de echtgenoot van de verschoonbaar verklaarde | in tegenstelling tot de echtgenoot van de verschoonbaar verklaarde |
| gefailleerde, die eveneens aansprakelijk is voor de schuld van die | gefailleerde, die eveneens aansprakelijk is voor de schuld van die |
| laatstgenoemde. | laatstgenoemde. |
| B.6.1. Echtgenoten zijn elkaar hulp en bijstand verschuldigd (artikel | B.6.1. Echtgenoten zijn elkaar hulp en bijstand verschuldigd (artikel |
| 213 van het Burgerlijk Wetboek); zij genieten de bescherming van de | 213 van het Burgerlijk Wetboek); zij genieten de bescherming van de |
| gezinswoonst en de huisraad (artikel 215 van het Burgerlijk Wetboek); | gezinswoonst en de huisraad (artikel 215 van het Burgerlijk Wetboek); |
| de echtgenoten moeten hun inkomsten bij voorrang besteden aan hun | de echtgenoten moeten hun inkomsten bij voorrang besteden aan hun |
| bijdrage in de lasten van het huwelijk (artikel 217 van het Burgerlijk | bijdrage in de lasten van het huwelijk (artikel 217 van het Burgerlijk |
| Wetboek), waarin zij moeten bijdragen naar vermogen (artikel 221 van | Wetboek), waarin zij moeten bijdragen naar vermogen (artikel 221 van |
| het Burgerlijk Wetboek). Schulden die door een der echtgenoten worden | het Burgerlijk Wetboek). Schulden die door een der echtgenoten worden |
| aangegaan ten behoeve van de huishouding en de opvoeding van de | aangegaan ten behoeve van de huishouding en de opvoeding van de |
| kinderen verbinden de andere echtgenoot hoofdelijk, behoudens wanneer | kinderen verbinden de andere echtgenoot hoofdelijk, behoudens wanneer |
| zij, gelet op de bestaansmiddelen van het gezin, buitensporig zijn | zij, gelet op de bestaansmiddelen van het gezin, buitensporig zijn |
| (artikel 222 van het Burgerlijk Wetboek). | (artikel 222 van het Burgerlijk Wetboek). |
| B.6.2. Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van | B.6.2. Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van |
| samenleven van twee personen die een schriftelijke verklaring van | samenleven van twee personen die een schriftelijke verklaring van |
| wettelijke samenwoning hebben afgelegd (artikel 1475 van het | wettelijke samenwoning hebben afgelegd (artikel 1475 van het |
| Burgerlijk Wetboek). De wettelijke samenwoning houdt op wanneer een | Burgerlijk Wetboek). De wettelijke samenwoning houdt op wanneer een |
| van de partijen in het huwelijk treedt of overlijdt. Zij kan tevens | van de partijen in het huwelijk treedt of overlijdt. Zij kan tevens |
| door de samenwonenden worden beëindigd, in onderlinge overeenstemming | door de samenwonenden worden beëindigd, in onderlinge overeenstemming |
| of eenzijdig, door middel van een schriftelijke verklaring bij de | of eenzijdig, door middel van een schriftelijke verklaring bij de |
| ambtenaar van de burgerlijke stand, die daarvan melding maakt in het | ambtenaar van de burgerlijke stand, die daarvan melding maakt in het |
| bevolkingsregister (artikel 1476 van het Burgerlijk Wetboek). | bevolkingsregister (artikel 1476 van het Burgerlijk Wetboek). |
| Op de wettelijke samenwoning zijn de volgende bepalingen toepasselijk | Op de wettelijke samenwoning zijn de volgende bepalingen toepasselijk |
| : de wettelijke bescherming van de gezinswoning (artikelen 215, 220, § | : de wettelijke bescherming van de gezinswoning (artikelen 215, 220, § |
| 1, en 224, § 1, 1, van het Burgerlijk Wetboek) wordt van | 1, en 224, § 1, 1, van het Burgerlijk Wetboek) wordt van |
| overeenkomstige toepassing verklaard op de wettelijke samenwoning; de | overeenkomstige toepassing verklaard op de wettelijke samenwoning; de |
| wettelijk samenwonenden dragen bij in de lasten van het samenleven | wettelijk samenwonenden dragen bij in de lasten van het samenleven |
| naar evenredigheid van hun mogelijkheden en iedere niet-buitensporige | naar evenredigheid van hun mogelijkheden en iedere niet-buitensporige |
| schuld die door een der wettelijk samenwonenden wordt aangegaan ten | schuld die door een der wettelijk samenwonenden wordt aangegaan ten |
| behoeve van het samenleven en van de kinderen die door hen worden | behoeve van het samenleven en van de kinderen die door hen worden |
| opgevoed, verbindt de andere samenwonende hoofdelijk (artikel 1477 van | opgevoed, verbindt de andere samenwonende hoofdelijk (artikel 1477 van |
| het Burgerlijk Wetboek). | het Burgerlijk Wetboek). |
| B.7. Wanneer de wetgever in de faillissementswet een mogelijkheid | B.7. Wanneer de wetgever in de faillissementswet een mogelijkheid |
| invoert om de gefailleerde verschoonbaar te verklaren en de gevolgen | invoert om de gefailleerde verschoonbaar te verklaren en de gevolgen |
| van de verschoonbaarheid uitbreidt tot de echtgenoot van de | van de verschoonbaarheid uitbreidt tot de echtgenoot van de |
| gefailleerde die zich persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld voor de | gefailleerde die zich persoonlijk aansprakelijk heeft gesteld voor de |
| schuld van de gefailleerde, terwijl die gunstmaatregel niet ten goede | schuld van de gefailleerde, terwijl die gunstmaatregel niet ten goede |
| komt aan de wettelijk samenwonende die zich eveneens persoonlijk | komt aan de wettelijk samenwonende die zich eveneens persoonlijk |
| aansprakelijk heeft gesteld voor de schuld van de gefailleerde, | aansprakelijk heeft gesteld voor de schuld van de gefailleerde, |
| behandelt hij personen die gehouden zijn tot de regeling van dezelfde | behandelt hij personen die gehouden zijn tot de regeling van dezelfde |
| schulden, op verschillende wijze. | schulden, op verschillende wijze. |
| Immers, in beide situaties hebben de echtgenoot en de wettelijk | Immers, in beide situaties hebben de echtgenoot en de wettelijk |
| samenwonende een persoonlijke verplichting aangegaan of zijn ze | samenwonende een persoonlijke verplichting aangegaan of zijn ze |
| daartoe gehouden, die evenwel geen betrekking heeft op de betaling van | daartoe gehouden, die evenwel geen betrekking heeft op de betaling van |
| een eigen schuld, maar op de vereffening van een schuld van de | een eigen schuld, maar op de vereffening van een schuld van de |
| gefailleerde hoofdschuldenaar. | gefailleerde hoofdschuldenaar. |
| Ten aanzien van de echtgenoot die zich persoonlijk heeft verbonden ten | Ten aanzien van de echtgenoot die zich persoonlijk heeft verbonden ten |
| gunste van zijn gefailleerde echtgenoot, kunnen de vervolgingen, door | gunste van zijn gefailleerde echtgenoot, kunnen de vervolgingen, door |
| de schuldeisers van de gefailleerde, op zijn goederen, wegens de | de schuldeisers van de gefailleerde, op zijn goederen, wegens de |
| uitbreiding van de gevolgen van de verschoonbaarheid, niet langer | uitbreiding van de gevolgen van de verschoonbaarheid, niet langer |
| plaatsvinden. De wettelijk samenwonende die zich persoonlijk heeft | plaatsvinden. De wettelijk samenwonende die zich persoonlijk heeft |
| verbonden ten gunste van zijn gefailleerde samenwonende, geniet | verbonden ten gunste van zijn gefailleerde samenwonende, geniet |
| daarentegen geenszins de gevolgen van de verschoonbaarheid en blijft | daarentegen geenszins de gevolgen van de verschoonbaarheid en blijft |
| ertoe gehouden, op zijn bestaande en toekomstige goederen, een schuld | ertoe gehouden, op zijn bestaande en toekomstige goederen, een schuld |
| aan te zuiveren waarvoor zijn wettelijk samenwonende niet langer kan | aan te zuiveren waarvoor zijn wettelijk samenwonende niet langer kan |
| worden vervolgd. | worden vervolgd. |
| Door de regel van de verschoonbaarheid niet uit te breiden tot de | Door de regel van de verschoonbaarheid niet uit te breiden tot de |
| wettelijk samenwonenden die zich persoonlijk aansprakelijk hebben | wettelijk samenwonenden die zich persoonlijk aansprakelijk hebben |
| gesteld voor de schuld van hun gefailleerde samenwonende, heeft de | gesteld voor de schuld van hun gefailleerde samenwonende, heeft de |
| wetgever een verschil in behandeling ingevoerd dat, ten aanzien van | wetgever een verschil in behandeling ingevoerd dat, ten aanzien van |
| het in B.3 omschreven doel, niet redelijk verantwoord is. | het in B.3 omschreven doel, niet redelijk verantwoord is. |
| B.8. Aangezien de in B.7 vastgestelde leemte zich bevindt in de aan | B.8. Aangezien de in B.7 vastgestelde leemte zich bevindt in de aan |
| het Hof voorgelegde tekst, komt het de verwijzende rechter toe een | het Hof voorgelegde tekst, komt het de verwijzende rechter toe een |
| einde te maken aan de door het Hof vastgestelde ongrondwettigheid, | einde te maken aan de door het Hof vastgestelde ongrondwettigheid, |
| vermits die vaststelling is uitgedrukt in voldoende precieze en | vermits die vaststelling is uitgedrukt in voldoende precieze en |
| volledige bewoordingen om toe te laten dat de in het geding zijnde | volledige bewoordingen om toe te laten dat de in het geding zijnde |
| bepaling wordt toegepast met inachtneming van de artikelen 10 en 11 | bepaling wordt toegepast met inachtneming van de artikelen 10 en 11 |
| van de Grondwet. | van de Grondwet. |
| B.9. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. | B.9. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| zegt voor recht : | zegt voor recht : |
| In zoverre artikel 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 | In zoverre artikel 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 |
| augustus 1997 niet in de mogelijkheid voorziet voor de wettelijk | augustus 1997 niet in de mogelijkheid voorziet voor de wettelijk |
| samenwonende die persoonlijk aansprakelijk is voor de schuld van de | samenwonende die persoonlijk aansprakelijk is voor de schuld van de |
| verschoonbaar verklaarde gefailleerde die met hem wettelijk | verschoonbaar verklaarde gefailleerde die met hem wettelijk |
| samenwoont, om van zijn verplichtingen te worden bevrijd, schendt het | samenwoont, om van zijn verplichtingen te worden bevrijd, schendt het |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| Aldus uitgesproken in het Frans en in het Nederlands, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Frans en in het Nederlands, overeenkomstig |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 18 november | Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 18 november |
| 2010. | 2010. |
| De griffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| M. Melchior. | M. Melchior. |