Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 Rolnummer 4725 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel 24 van de wet van 1 juli 2006 tot Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en P. Martens, en de rechters(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 Rolnummer 4725 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel 24 van de wet van 1 juli 2006 tot Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en P. Martens, en de rechters(...) Uittreksel uit arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 Rolnummer 4725 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij artikel 24 van de wet van 1 juli 2006 tot Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en P. Martens, en de rechters(...)
GRONDWETTELIJK HOF GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009 Uittreksel uit arrest nr. 172/2009 van 29 oktober 2009
Rolnummer 4725 Rolnummer 4725
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 323 van het
Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij Burgerlijk Wetboek, zoals van kracht vóór de opheffing ervan bij
artikel 24 van de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen artikel 24 van de wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de bepalingen
van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het vaststellen van de
afstamming en de gevolgen ervan, gesteld door de Rechtbank van eerste afstamming en de gevolgen ervan, gesteld door de Rechtbank van eerste
aanleg te Dendermonde. aanleg te Dendermonde.
Het Grondwettelijk Hof, Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en P. Martens, en de samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en P. Martens, en de
rechters M. Melchior, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman en E. rechters M. Melchior, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Moerman en E.
Derycke bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder Derycke bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt,
wijst na beraad het volgende arrest : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Bij vonnis van 28 mei 2009 in zake Nathalie Brunet tegen Rudi Van Bij vonnis van 28 mei 2009 in zake Nathalie Brunet tegen Rudi Van
Haelewijck en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is Haelewijck en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is
ingekomen op 12 juni 2009, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te ingekomen op 12 juni 2009, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te
Dendermonde de volgende prejudiciële vraag gesteld : Dendermonde de volgende prejudiciële vraag gesteld :
« Schendt artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek zoals van kracht voor « Schendt artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek zoals van kracht voor
de opheffing ervan bij wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de de opheffing ervan bij wet van 1 juli 2006 tot wijziging van de
bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het
vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan artikelen 10 en 11 vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan artikelen 10 en 11
van de Grondwet doordat zij aan de moeder en aan het kind wanneer dit van de Grondwet doordat zij aan de moeder en aan het kind wanneer dit
laatste meer dan 300 dagen na de datum van de feitelijke scheiding van laatste meer dan 300 dagen na de datum van de feitelijke scheiding van
de echtgenoten is geboren de mogelijkheid biedt het biologische de echtgenoten is geboren de mogelijkheid biedt het biologische
vaderschap gerechtelijk vast te stellen alleen in die gevallen waarin vaderschap gerechtelijk vast te stellen alleen in die gevallen waarin
de echtscheiding van de moeder en van de op basis van de de echtscheiding van de moeder en van de op basis van de
vaderschapsregel vermoede vader van het kind is uitgesproken op grond vaderschapsregel vermoede vader van het kind is uitgesproken op grond
van de artikelen 229, 231 of 232 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij van de artikelen 229, 231 of 232 van het Burgerlijk Wetboek, waarbij
aldus wordt uitgesloten dat ten aanzien van diezelfde personen aldus wordt uitgesloten dat ten aanzien van diezelfde personen
dezelfde datum van feitelijke scheiding in aanmerking kan worden dezelfde datum van feitelijke scheiding in aanmerking kan worden
genomen indien de echtgenoten door onderlinge toestemming zijn genomen indien de echtgenoten door onderlinge toestemming zijn
gescheiden ? ». gescheiden ? ».
Op 8 juli 2009 hebben de rechters-verslaggevers T. Merckx-Van Goey en Op 8 juli 2009 hebben de rechters-verslaggevers T. Merckx-Van Goey en
P. Martens, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de P. Martens, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de
bijzondere wet van 6 januari 1989, het Hof ervan in kennis gesteld dat bijzondere wet van 6 januari 1989, het Hof ervan in kennis gesteld dat
zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen een arrest van zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen een arrest van
onmiddellijk antwoord te wijzen. onmiddellijk antwoord te wijzen.
(...) (...)
III. In rechte III. In rechte
(...) (...)
B.1. Voordat het werd opgeheven bij de wet van 1 juli 2006 tot B.1. Voordat het werd opgeheven bij de wet van 1 juli 2006 tot
wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking wijziging van de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek met betrekking
tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan, bepaalde tot het vaststellen van de afstamming en de gevolgen ervan, bepaalde
artikel 320, 4°, van het Burgerlijk Wetboek : artikel 320, 4°, van het Burgerlijk Wetboek :
« Wanneer het vaderschap dat vaststaat krachtens artikel 315 of 317 « Wanneer het vaderschap dat vaststaat krachtens artikel 315 of 317
niet bevestigd wordt door het bezit van staat, kan het kind met niet bevestigd wordt door het bezit van staat, kan het kind met
machtiging van de rechtbank van eerste aanleg van zijn woonplaats, machtiging van de rechtbank van eerste aanleg van zijn woonplaats,
worden erkend door een andere man dan de echtgenoot : worden erkend door een andere man dan de echtgenoot :
[...] [...]
4° ingeval het kind geboren is meer dan 300 dagen na de datum van de 4° ingeval het kind geboren is meer dan 300 dagen na de datum van de
feitelijke scheiding wanneer de echtscheiding is uitgesproken feitelijke scheiding wanneer de echtscheiding is uitgesproken
krachtens de artikelen 229, 231 of 232 ». krachtens de artikelen 229, 231 of 232 ».
Artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek luidde als volgt : Artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek luidde als volgt :
« Wanneer het vaderschap dat vaststaat krachtens artikel 315 of 317 « Wanneer het vaderschap dat vaststaat krachtens artikel 315 of 317
niet bevestigd wordt door het bezit van staat, kan het vaderschap van niet bevestigd wordt door het bezit van staat, kan het vaderschap van
een andere man dan de echtgenoot bij vonnis worden vastgesteld in de een andere man dan de echtgenoot bij vonnis worden vastgesteld in de
gevallen bepaald in artikel 320 ». gevallen bepaald in artikel 320 ».
B.2. De artikelen 231 en 232 van het Burgerlijk Wetboek werden B.2. De artikelen 231 en 232 van het Burgerlijk Wetboek werden
opgeheven bij de wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van opgeheven bij de wet van 27 april 2007 betreffende de hervorming van
de echtscheiding. Artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek was bijgevolg de echtscheiding. Artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek was bijgevolg
van toepassing wanneer de echtscheiding was uitgesproken op grond van van toepassing wanneer de echtscheiding was uitgesproken op grond van
de duurzame ontwrichting van het huwelijk, maar niet wanneer de de duurzame ontwrichting van het huwelijk, maar niet wanneer de
echtscheiding tot stand was gekomen door onderlinge toestemming, zoals echtscheiding tot stand was gekomen door onderlinge toestemming, zoals
bedoeld in artikel 230 van het Burgerlijk Wetboek. bedoeld in artikel 230 van het Burgerlijk Wetboek.
B.3.1. In het arrest nr. 61/2000 van 25 mei 2000 overwoog het Hof, wat B.3.1. In het arrest nr. 61/2000 van 25 mei 2000 overwoog het Hof, wat
artikel 320, 4°, (oud) van het Burgerlijk Wetboek betreft, het artikel 320, 4°, (oud) van het Burgerlijk Wetboek betreft, het
volgende : volgende :
« B.3. Het in het geding zijnde artikel 320, 4°, roept, zowel onder de « B.3. Het in het geding zijnde artikel 320, 4°, roept, zowel onder de
kinderen als onder diegenen die beweren de biologische vader ervan te kinderen als onder diegenen die beweren de biologische vader ervan te
zijn, een verschil in behandeling in het leven ten aanzien van de zijn, een verschil in behandeling in het leven ten aanzien van de
mogelijkheid om ` het biologische vaderschap in de plaats te stellen mogelijkheid om ` het biologische vaderschap in de plaats te stellen
van het wettelijke vaderschap ΄ naargelang de echtscheiding van van het wettelijke vaderschap ΄ naargelang de echtscheiding van
de vermoedelijke verwekkers van het kind verkregen is op basis van de vermoedelijke verwekkers van het kind verkregen is op basis van
artikel 229, 231 of 232 van het Burgerlijk Wetboek ofwel of het gaat artikel 229, 231 of 232 van het Burgerlijk Wetboek ofwel of het gaat
om een echtscheiding door onderlinge toestemming uitgesproken op basis om een echtscheiding door onderlinge toestemming uitgesproken op basis
van artikel 233 van dat Wetboek ». van artikel 233 van dat Wetboek ».
B.3.2. In dezelfde mate roept artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek, B.3.2. In dezelfde mate roept artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek,
dat inzake de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap naar de dat inzake de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap naar de
toepassingsvoorwaarden van artikel 320 (oud) van het Burgerlijk toepassingsvoorwaarden van artikel 320 (oud) van het Burgerlijk
Wetboek verwijst, een verschil in behandeling in het leven op grond Wetboek verwijst, een verschil in behandeling in het leven op grond
van de echtscheidingsgrond van de ouders van het kind wiens afstamming van de echtscheidingsgrond van de ouders van het kind wiens afstamming
in het geding is. in het geding is.
B.4. In dat arrest oordeelde het Hof dat dat verschil in behandeling B.4. In dat arrest oordeelde het Hof dat dat verschil in behandeling
niet redelijkerwijze verantwoord was. Het Hof overwoog het volgende : niet redelijkerwijze verantwoord was. Het Hof overwoog het volgende :
« B.5.3. De mogelijkheid om het wettelijk vaderschap toe te kennen aan « B.5.3. De mogelijkheid om het wettelijk vaderschap toe te kennen aan
de biologische vader wanneer het kind geboren is meer dan 300 dagen na de biologische vader wanneer het kind geboren is meer dan 300 dagen na
de feitelijke scheiding van zijn moeder en haar echtgenoot, de feitelijke scheiding van zijn moeder en haar echtgenoot,
beantwoordt aan een van de door de wetgever nagestreefde beantwoordt aan een van de door de wetgever nagestreefde
doelstellingen bij de aanneming van de wet van 31 maart 1987. Het ging doelstellingen bij de aanneming van de wet van 31 maart 1987. Het ging
immers erom, wat de afstamming betreft, ` de waarheid zoveel mogelijk immers erom, wat de afstamming betreft, ` de waarheid zoveel mogelijk
te benaderen `, dit wil zeggen de ` biologische afstamming ` (Parl. te benaderen `, dit wil zeggen de ` biologische afstamming ` (Parl.
St., Senaat, 1977-1978, nr. 305-1, p. 3). Die doelstelling werd echter St., Senaat, 1977-1978, nr. 305-1, p. 3). Die doelstelling werd echter
gematigd door de wil van de wetgever om ` de rust der families ` in gematigd door de wil van de wetgever om ` de rust der families ` in
acht te nemen en ze te beschermen (ibid., p. 15). acht te nemen en ze te beschermen (ibid., p. 15).
Teneinde, in een zekere mate, die beide doelstellingen met elkaar te Teneinde, in een zekere mate, die beide doelstellingen met elkaar te
verzoenen, heeft de wetgever de indeplaatsstelling van vaderschap aan verzoenen, heeft de wetgever de indeplaatsstelling van vaderschap aan
bepaalde voorwaarden onderworpen. In de eerste plaats heeft hij ze bepaalde voorwaarden onderworpen. In de eerste plaats heeft hij ze
uitgesloten wanneer het vaderschap van de echtgenoot bevestigd wordt uitgesloten wanneer het vaderschap van de echtgenoot bevestigd wordt
door het bezit van staat. Vervolgens heeft hij aan een rechtbank de door het bezit van staat. Vervolgens heeft hij aan een rechtbank de
zorg toevertrouwd om ` de juistheid van de na te leven voorwaarden [na zorg toevertrouwd om ` de juistheid van de na te leven voorwaarden [na
te gaan] ` en ` [te] onderzoeken of de erkenning aan de werkelijkheid te gaan] ` en ` [te] onderzoeken of de erkenning aan de werkelijkheid
beantwoordt `, zonder evenwel te ` oordelen over de opportuniteit van beantwoordt `, zonder evenwel te ` oordelen over de opportuniteit van
de erkenning ` (Parl. St., Senaat, 1984-1985, nr. 904-2, p. 85). de erkenning ` (Parl. St., Senaat, 1984-1985, nr. 904-2, p. 85).
B.5.4. Het criterium van de wijze van echtscheiding vertoont geen B.5.4. Het criterium van de wijze van echtscheiding vertoont geen
relevante band met de aldus nagestreefde doelstellingen. Indien het relevante band met de aldus nagestreefde doelstellingen. Indien het
vaderschap van de echtgenoot niet bevestigd wordt door het bezit van vaderschap van de echtgenoot niet bevestigd wordt door het bezit van
staat en wanneer een feitelijke scheiding wordt gevolgd door een staat en wanneer een feitelijke scheiding wordt gevolgd door een
echtscheiding en een kind geboren wordt meer dan 300 dagen na die echtscheiding en een kind geboren wordt meer dan 300 dagen na die
feitelijke scheiding, bestaat er geen reden meer om aan dat kind en feitelijke scheiding, bestaat er geen reden meer om aan dat kind en
zijn biologische vader het recht tot vaststelling van de afstamming te zijn biologische vader het recht tot vaststelling van de afstamming te
weigeren. De in artikel 320 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde weigeren. De in artikel 320 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde
machtiging van de rechter, die bovendien geëist wordt in alle machtiging van de rechter, die bovendien geëist wordt in alle
gevallen, maakt het mogelijk te onderzoeken of een feitelijke gevallen, maakt het mogelijk te onderzoeken of een feitelijke
scheiding werkelijk heeft plaatsgevonden meer dan 300 dagen vóór de scheiding werkelijk heeft plaatsgevonden meer dan 300 dagen vóór de
geboorte, wat overeenkomt met de zorg van de wetgever om te garanderen geboorte, wat overeenkomt met de zorg van de wetgever om te garanderen
dat de erkenning overeenstemt met de werkelijkheid. dat de erkenning overeenstemt met de werkelijkheid.
Bovendien, wanneer de echtscheiding wordt uitgesproken, of het nu Bovendien, wanneer de echtscheiding wordt uitgesproken, of het nu
wegens feitelijke scheiding is, op grond van bepaalde feiten of door wegens feitelijke scheiding is, op grond van bepaalde feiten of door
onderlinge toestemming, verdwijnt de gezinskern en is er dus in elk onderlinge toestemming, verdwijnt de gezinskern en is er dus in elk
van die gevallen geen ` rust der families ` meer die dient te worden van die gevallen geen ` rust der families ` meer die dient te worden
beschermd ». beschermd ».
B.5. Om dezelfde reden schendt de in het geding zijnde bepaling het B.5. Om dezelfde reden schendt de in het geding zijnde bepaling het
beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. De omstandigheid dat de beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie. De omstandigheid dat de
houder van de vordering in casu niet de beweerde biologische vader is, houder van de vordering in casu niet de beweerde biologische vader is,
maar de moeder, beïnvloedt die vaststelling niet, aangezien de maar de moeder, beïnvloedt die vaststelling niet, aangezien de
doelstelling om de biologische waarheid zoveel mogelijk te benaderen, doelstelling om de biologische waarheid zoveel mogelijk te benaderen,
niet afhangt van wie de vordering uitoefent. niet afhangt van wie de vordering uitoefent.
Die doelstelling hangt evenmin af van de omstandigheid dat die houder Die doelstelling hangt evenmin af van de omstandigheid dat die houder
alternatieve vorderingen ter beschikking had of nog heeft. Bovendien alternatieve vorderingen ter beschikking had of nog heeft. Bovendien
kan, sinds de inwerkingtreding van de wet van 1 juli 2006, ook de kan, sinds de inwerkingtreding van de wet van 1 juli 2006, ook de
beweerde biologische vader de vordering bedoeld in artikel 318 van het beweerde biologische vader de vordering bedoeld in artikel 318 van het
Burgerlijk Wetboek uitoefenen. Burgerlijk Wetboek uitoefenen.
B.6. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. B.6. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord.
Om die redenen, Om die redenen,
het Hof het Hof
zegt voor recht : zegt voor recht :
Artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 Artikel 323 van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11
van de Grondwet, in zoverre het, in de in artikel 320, 4°, (oud) van van de Grondwet, in zoverre het, in de in artikel 320, 4°, (oud) van
het Burgerlijk Wetboek bedoelde hypothese, niet van toepassing is in het Burgerlijk Wetboek bedoelde hypothese, niet van toepassing is in
geval van echtscheiding door onderlinge toestemming. geval van echtscheiding door onderlinge toestemming.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op de openbare
terechtzitting van 29 oktober 2009. terechtzitting van 29 oktober 2009.
De griffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
De voorzitter, De voorzitter,
M. Bossuyt. M. Bossuyt.
^