← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 170/2008 van 27 november 2008 Rolnummer 4391 In zake :
het beroep tot vernietiging van artikel 8 van de wet van 15 mei 2007 op de Algemene Inspectie en houdende
diverse bepalingen betreffende de rechtspositie van s Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt
en M. Melchior, en de rechter(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 170/2008 van 27 november 2008 Rolnummer 4391 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 8 van de wet van 15 mei 2007 op de Algemene Inspectie en houdende diverse bepalingen betreffende de rechtspositie van s Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...) | Uittreksel uit arrest nr. 170/2008 van 27 november 2008 Rolnummer 4391 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 8 van de wet van 15 mei 2007 op de Algemene Inspectie en houdende diverse bepalingen betreffende de rechtspositie van s Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...) |
---|---|
GRONDWETTELIJK HOF | GRONDWETTELIJK HOF |
Uittreksel uit arrest nr. 170/2008 van 27 november 2008 | Uittreksel uit arrest nr. 170/2008 van 27 november 2008 |
Rolnummer 4391 | Rolnummer 4391 |
In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 8 van de wet van 15 | In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 8 van de wet van 15 |
mei 2007 op de Algemene Inspectie en houdende diverse bepalingen | mei 2007 op de Algemene Inspectie en houdende diverse bepalingen |
betreffende de rechtspositie van sommige leden van de politiediensten, | betreffende de rechtspositie van sommige leden van de politiediensten, |
ingesteld door Bart Velle en anderen. | ingesteld door Bart Velle en anderen. |
Het Grondwettelijk Hof, | Het Grondwettelijk Hof, |
samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de | samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de |
rechters P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, | rechters P. Martens, R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, A. Alen, |
J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van | J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, J. Spreutels en T. Merckx-Van |
Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder | Goey, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder |
voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, | voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, |
wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 14 december | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 14 december |
2007 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 17 | 2007 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 17 |
december 2007, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 8 van | december 2007, is beroep tot vernietiging ingesteld van artikel 8 van |
de wet van 15 mei 2007 op de Algemene Inspectie en houdende diverse | de wet van 15 mei 2007 op de Algemene Inspectie en houdende diverse |
bepalingen betreffende de rechtspositie van sommige leden van de | bepalingen betreffende de rechtspositie van sommige leden van de |
politiediensten (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 15 juni | politiediensten (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 15 juni |
2007, derde editie) door Bart Velle, wonende te 1083 Brussel, | 2007, derde editie) door Bart Velle, wonende te 1083 Brussel, |
Cijnsstraat 21, Wim Willemijns, wonende te 9770 Kruishoutem, | Cijnsstraat 21, Wim Willemijns, wonende te 9770 Kruishoutem, |
Spilthoorestraat 10, Marc Claerhout, wonende te 8500 Kortrijk, | Spilthoorestraat 10, Marc Claerhout, wonende te 8500 Kortrijk, |
Condédreef 127, en Philip Van Hamme, wonende te 8310 Brugge, | Condédreef 127, en Philip Van Hamme, wonende te 8310 Brugge, |
Astridlaan 112. | Astridlaan 112. |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. In rechte |
(...) | (...) |
Ten aanzien van de bestreden bepalingen | Ten aanzien van de bestreden bepalingen |
B.1. Het beroep tot vernietiging is gericht tegen artikel 8 van de wet | B.1. Het beroep tot vernietiging is gericht tegen artikel 8 van de wet |
van 15 mei 2007 op de Algemene Inspectie en houdende diverse | van 15 mei 2007 op de Algemene Inspectie en houdende diverse |
bepalingen betreffende de rechtspositie van sommige leden van de | bepalingen betreffende de rechtspositie van sommige leden van de |
politiediensten (hierna : wet op de Algemene Inspectie). | politiediensten (hierna : wet op de Algemene Inspectie). |
Dat artikel bepaalt : | Dat artikel bepaalt : |
« Voor de uitvoering van hun opdrachten beschikken de leden van de | « Voor de uitvoering van hun opdrachten beschikken de leden van de |
Algemene Inspectie over een algemeen en permanent recht tot inspectie. | Algemene Inspectie over een algemeen en permanent recht tot inspectie. |
Zij kunnen de personen bedoeld in artikel 5 vrij horen en mogen, na | Zij kunnen de personen bedoeld in artikel 5 vrij horen en mogen, na |
hun bevoegde overheid ingelicht te hebben, de lokalen betreden waarin | hun bevoegde overheid ingelicht te hebben, de lokalen betreden waarin |
de betrokkenen hun ambt uitoefenen. Zij mogen ter plaatse alle | de betrokkenen hun ambt uitoefenen. Zij mogen ter plaatse alle |
documenten en voorwerpen die nuttig zijn voor hun opdrachten | documenten en voorwerpen die nuttig zijn voor hun opdrachten |
raadplegen, een kopie ervan maken, ze zich laten bezorgen en ze zo | raadplegen, een kopie ervan maken, ze zich laten bezorgen en ze zo |
nodig in beslag nemen. | nodig in beslag nemen. |
De kopieën worden kosteloos afgegeven. | De kopieën worden kosteloos afgegeven. |
Indien blijkt dat de documenten, stukken en/of voorwerpen betrekking | Indien blijkt dat de documenten, stukken en/of voorwerpen betrekking |
hebben op een lopend opsporings of gerechtelijk onderzoek, kunnen zij | hebben op een lopend opsporings of gerechtelijk onderzoek, kunnen zij |
ze zich enkel laten bezorgen of in beslag nemen mits het akkoord van | ze zich enkel laten bezorgen of in beslag nemen mits het akkoord van |
de bevoegde magistraat. | de bevoegde magistraat. |
Behalve voor wat de gerechtelijke opdrachten betreft, legt de Algemene | Behalve voor wat de gerechtelijke opdrachten betreft, legt de Algemene |
Inspectie de resultaten van haar opdrachten voor aan de minister van | Inspectie de resultaten van haar opdrachten voor aan de minister van |
Binnenlandse Zaken en in voorkomend geval aan de minister van | Binnenlandse Zaken en in voorkomend geval aan de minister van |
Justitie, aan de overheid of de instantie die haar heeft gevat, en, | Justitie, aan de overheid of de instantie die haar heeft gevat, en, |
wanneer de opdracht betrekking heeft op een korps van de lokale | wanneer de opdracht betrekking heeft op een korps van de lokale |
politie, tevens aan de burgemeester in de ééngemeentezone of aan het | politie, tevens aan de burgemeester in de ééngemeentezone of aan het |
politiecollege in de meergemeentezone. | politiecollege in de meergemeentezone. |
Wanneer, naar aanleiding van de uitoefening van haar opdrachten, | Wanneer, naar aanleiding van de uitoefening van haar opdrachten, |
feiten worden vastgesteld, die tot een tuchtprocedure aanleiding | feiten worden vastgesteld, die tot een tuchtprocedure aanleiding |
kunnen geven, geeft de Algemene Inspectie hiervan kennis aan de | kunnen geven, geeft de Algemene Inspectie hiervan kennis aan de |
bevoegde tuchtrechtelijke overheid ». | bevoegde tuchtrechtelijke overheid ». |
B.2. Het bestreden artikel maakt deel uit van titel II - « De algemene | B.2. Het bestreden artikel maakt deel uit van titel II - « De algemene |
Inspectie van de federale politie en van de lokale politie » - van de | Inspectie van de federale politie en van de lokale politie » - van de |
wet van 15 mei 2007. | wet van 15 mei 2007. |
Het neemt grotendeels de inhoud van de artikelen 147 en 148 van de wet | Het neemt grotendeels de inhoud van de artikelen 147 en 148 van de wet |
van 7 december 1998 « tot organisatie van een geïntegreerde | van 7 december 1998 « tot organisatie van een geïntegreerde |
politiedienst, gestructureerd op twee niveaus » over. | politiedienst, gestructureerd op twee niveaus » over. |
Bij artikel 28 van de wet op de Algemene Inspectie worden, onder meer, | Bij artikel 28 van de wet op de Algemene Inspectie worden, onder meer, |
de voormelde artikelen 147 en 148 opgeheven. | de voormelde artikelen 147 en 148 opgeheven. |
B.3.1. Artikel 5 van de wet van 15 mei 2007 omschrijft de opdrachten | B.3.1. Artikel 5 van de wet van 15 mei 2007 omschrijft de opdrachten |
van de Algemene Inspectie als volgt : | van de Algemene Inspectie als volgt : |
« De Algemene Inspectie, als van de politiediensten onafhankelijk | « De Algemene Inspectie, als van de politiediensten onafhankelijk |
controleorgaan dat ressorteert onder de uitvoerende macht, waakt over | controleorgaan dat ressorteert onder de uitvoerende macht, waakt over |
het optimaliseren van het functioneren van de federale politie en de | het optimaliseren van het functioneren van de federale politie en de |
lokale politie evenals van hun componenten, en dit met respect voor de | lokale politie evenals van hun componenten, en dit met respect voor de |
democratie en de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden. | democratie en de bescherming van de fundamentele rechten en vrijheden. |
De personeelsleden zijn, onder het gezag en de leiding van de | De personeelsleden zijn, onder het gezag en de leiding van de |
Inspecteur-generaal en de adjuncten-Inspecteur-generaal, belast met | Inspecteur-generaal en de adjuncten-Inspecteur-generaal, belast met |
taken met betrekking tot de bevoegdheden die aan de Algemene Inspectie | taken met betrekking tot de bevoegdheden die aan de Algemene Inspectie |
zijn toegekend. | zijn toegekend. |
De Algemene Inspectie onderzoekt de werking, activiteiten en de | De Algemene Inspectie onderzoekt de werking, activiteiten en de |
werkwijzen van de politiediensten. | werkwijzen van de politiediensten. |
Zij gaat in het bijzonder de toepassing na van de wetten, | Zij gaat in het bijzonder de toepassing na van de wetten, |
verordeningen, bevelen, onderrichtingen en richtlijnen, alsook van de | verordeningen, bevelen, onderrichtingen en richtlijnen, alsook van de |
normen en standaarden. Zij neemt deel aan de definiëring, het naleven | normen en standaarden. Zij neemt deel aan de definiëring, het naleven |
en de actualisering van de politionele deontologie. Zij onderzoekt | en de actualisering van de politionele deontologie. Zij onderzoekt |
regelmatig de efficiëntie en de doeltreffendheid van de federale | regelmatig de efficiëntie en de doeltreffendheid van de federale |
politie en van de korpsen van de lokale politie, onverminderd de | politie en van de korpsen van de lokale politie, onverminderd de |
interne procedures van die diensten. | interne procedures van die diensten. |
De Algemene Inspectie oefent haar bevoegdheden uit betreffende de | De Algemene Inspectie oefent haar bevoegdheden uit betreffende de |
evaluatie en de opleiding van het personeel ». | evaluatie en de opleiding van het personeel ». |
B.3.2. Tijdens de parlementaire voorbereiding preciseerde de minister | B.3.2. Tijdens de parlementaire voorbereiding preciseerde de minister |
van Binnenlandse Zaken dat | van Binnenlandse Zaken dat |
« zowel het Vast Comité P als de Algemene Inspectie twee | « zowel het Vast Comité P als de Algemene Inspectie twee |
controle-instellingen van de politie zijn. Er is een groot onderscheid | controle-instellingen van de politie zijn. Er is een groot onderscheid |
tussen beide : het Vast Comité P hangt namelijk af van het Parlement | tussen beide : het Vast Comité P hangt namelijk af van het Parlement |
terwijl de Algemene Inspectie onder de uitvoerende macht (ministers | terwijl de Algemene Inspectie onder de uitvoerende macht (ministers |
van Justitie en van Binnenlandse Zaken) valt. Het voorliggende | van Justitie en van Binnenlandse Zaken) valt. Het voorliggende |
wetsvoorstel eerbiedigt dat onderscheid. | wetsvoorstel eerbiedigt dat onderscheid. |
Het Vast Comité P, alsook de parlementaire begeleidingscommissie, | Het Vast Comité P, alsook de parlementaire begeleidingscommissie, |
vormen de waarborgen bij uitstek voor de democratische werking van de | vormen de waarborgen bij uitstek voor de democratische werking van de |
politiediensten. De Algemene Inspectie is een instrument van toezicht | politiediensten. De Algemene Inspectie is een instrument van toezicht |
op de politiediensten waarover de ministers van Justitie en | op de politiediensten waarover de ministers van Justitie en |
Binnenlandse Zaken beschikken om de goede werking van de | Binnenlandse Zaken beschikken om de goede werking van de |
politiediensten te controleren door middel van gerichte enquêtes naar | politiediensten te controleren door middel van gerichte enquêtes naar |
aanleiding van klachten van burgers, op verzoek van een politiezone of | aanleiding van klachten van burgers, op verzoek van een politiezone of |
gerechtelijke overheid. In dat opzicht kan de Algemene Inspectie een | gerechtelijke overheid. In dat opzicht kan de Algemene Inspectie een |
bemiddelingsrol spelen tussen de burgers en de politie. De Inspectie | bemiddelingsrol spelen tussen de burgers en de politie. De Inspectie |
speelt ook een rol in statutaire aangelegenheden aangezien zij de | speelt ook een rol in statutaire aangelegenheden aangezien zij de |
examen- en evaluatiecommissie voor de benoemingen en de promoties | examen- en evaluatiecommissie voor de benoemingen en de promoties |
voorzit. Tot slot is de Inspectie belast met de algemene evaluatie van | voorzit. Tot slot is de Inspectie belast met de algemene evaluatie van |
de werking en de organisatie van de federale en de lokale politie. | de werking en de organisatie van de federale en de lokale politie. |
Om een doeltreffende controle te kunnen garanderen moeten het Vast | Om een doeltreffende controle te kunnen garanderen moeten het Vast |
Comité P en de Algemene inspectie voldoende onafhankelijk zijn van de | Comité P en de Algemene inspectie voldoende onafhankelijk zijn van de |
politiediensten. Tot op heden is die onafhankelijkheid, vooral op | politiediensten. Tot op heden is die onafhankelijkheid, vooral op |
statutair vlak, niet gegarandeerd. Voor de promoties bijvoorbeeld, | statutair vlak, niet gegarandeerd. Voor de promoties bijvoorbeeld, |
hangen zij af van de instanties die zij controleren. Dit wetsvoorstel | hangen zij af van de instanties die zij controleren. Dit wetsvoorstel |
garandeert die statutaire onafhankelijkheid. | garandeert die statutaire onafhankelijkheid. |
Het wetsvoorstel legt eveneens op een samenhangende manier de regels | Het wetsvoorstel legt eveneens op een samenhangende manier de regels |
van de werking van de Algemene Inspectie vast. Tot op heden waren er | van de werking van de Algemene Inspectie vast. Tot op heden waren er |
leemten in de wetgeving met name inzake rechtshulp voor de leden van | leemten in de wetgeving met name inzake rechtshulp voor de leden van |
de Algemene Inspectie, zoals bepaald in de wet op het politieambt » | de Algemene Inspectie, zoals bepaald in de wet op het politieambt » |
(Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2947/004, p. 5). | (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2947/004, p. 5). |
B.4. In de verantwoording van het amendement dat tot het bestreden | B.4. In de verantwoording van het amendement dat tot het bestreden |
artikel 8 heeft geleid, wordt dat artikel als volgt toegelicht : | artikel 8 heeft geleid, wordt dat artikel als volgt toegelicht : |
« Dit artikel herneemt wat voorzien werd in de artikelen 147 en 148 | « Dit artikel herneemt wat voorzien werd in de artikelen 147 en 148 |
van de wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie. | van de wet van 7 december 1998 op de geïntegreerde politie. |
Het recht van de leden van de Algemene Inspectie om hun opdrachten uit | Het recht van de leden van de Algemene Inspectie om hun opdrachten uit |
te voeren is algemeen en permanent, wat tot gevolg heeft dat het niet | te voeren is algemeen en permanent, wat tot gevolg heeft dat het niet |
kan worden beperkt, noch in tijd, noch wat betreft zijn wettelijke | kan worden beperkt, noch in tijd, noch wat betreft zijn wettelijke |
inhoud. | inhoud. |
De leden van de inspectie mogen voor de uitvoering van hun opdracht | De leden van de inspectie mogen voor de uitvoering van hun opdracht |
ten allen tijde de lokalen van de politiediensten betreden. | ten allen tijde de lokalen van de politiediensten betreden. |
Zonder afbreuk te doen aan het principe van transparantie moet dit | Zonder afbreuk te doen aan het principe van transparantie moet dit |
voorrecht bestaan daar het mogelijk is dat deze plaatsen niet | voorrecht bestaan daar het mogelijk is dat deze plaatsen niet |
permanent toegankelijk zijn en de betrokkene afwezig is. | permanent toegankelijk zijn en de betrokkene afwezig is. |
De aanwezigheid van een getuige kan gewenst zijn. | De aanwezigheid van een getuige kan gewenst zijn. |
Het moet ondermeer mogelijk zijn om na te gaan of het gevoelige | Het moet ondermeer mogelijk zijn om na te gaan of het gevoelige |
materiaal - denk hier meerbepaald aan wapens - bewaard wordt, rekening | materiaal - denk hier meerbepaald aan wapens - bewaard wordt, rekening |
houdend met de veiligheidsnormen. | houdend met de veiligheidsnormen. |
Het feit van documenten in beslag te kunnen nemen wordt onder meer | Het feit van documenten in beslag te kunnen nemen wordt onder meer |
verantwoord door het feit dat het louter maken van afschriften | verantwoord door het feit dat het louter maken van afschriften |
arbeidsintensief kan uitvallen en technische middelen vereist die niet | arbeidsintensief kan uitvallen en technische middelen vereist die niet |
aanwezig zijn. Zoals het artikel voorziet kunnen inbeslagnames | aanwezig zijn. Zoals het artikel voorziet kunnen inbeslagnames |
betrekking hebben op alle nuttige stukken en/of voorwerpen. | betrekking hebben op alle nuttige stukken en/of voorwerpen. |
Voor een meergemeentezone is het politiecollege het equivalent van de | Voor een meergemeentezone is het politiecollege het equivalent van de |
burgemeester in de ééngemeentezone. | burgemeester in de ééngemeentezone. |
Wanneer naar aanleiding van de uitoefening van haar opdrachten, feiten | Wanneer naar aanleiding van de uitoefening van haar opdrachten, feiten |
vastgesteld worden, die tot een tuchtprocedure aanleiding kunnen | vastgesteld worden, die tot een tuchtprocedure aanleiding kunnen |
geven, geeft de Algemene Inspectie hiervan kennis aan de bevoegde | geven, geeft de Algemene Inspectie hiervan kennis aan de bevoegde |
tuchtrechtelijke overheid. De inspectie vervult een signaalfunctie, | tuchtrechtelijke overheid. De inspectie vervult een signaalfunctie, |
vooral wanneer er onmiddellijk maatregelen dienen genomen te worden. | vooral wanneer er onmiddellijk maatregelen dienen genomen te worden. |
Bij vaststelling van een misdrijf zal de inspectie eveneens handelen | Bij vaststelling van een misdrijf zal de inspectie eveneens handelen |
in overeenstemming met artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering » | in overeenstemming met artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering » |
(Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, pp. 27-28). | (Parl. St., Kamer, 2006-2007, DOC 51-2947/002, pp. 27-28). |
Ten aanzien van de ontvankelijkheid | Ten aanzien van de ontvankelijkheid |
B.5. De Ministerraad betwist de ontvankelijkheid van het beroep, | B.5. De Ministerraad betwist de ontvankelijkheid van het beroep, |
aangezien de verzoekende partijen niet van het vereiste belang zouden | aangezien de verzoekende partijen niet van het vereiste belang zouden |
doen blijken. De vier verzoekende partijen zouden niet aannemelijk | doen blijken. De vier verzoekende partijen zouden niet aannemelijk |
maken dat zij door de bestreden bepalingen rechtstreeks en ongunstig | maken dat zij door de bestreden bepalingen rechtstreeks en ongunstig |
in hun situatie zouden kunnen worden geraakt. | in hun situatie zouden kunnen worden geraakt. |
Bovendien zijn de tweede, de derde en de vierde verzoekende partij met | Bovendien zijn de tweede, de derde en de vierde verzoekende partij met |
vakbondsverlof, zodat zij niet het voorwerp van een onderzoek door de | vakbondsverlof, zodat zij niet het voorwerp van een onderzoek door de |
Algemene Inspectie zouden kunnen uitmaken. Bijgevolg zouden de | Algemene Inspectie zouden kunnen uitmaken. Bijgevolg zouden de |
bestreden bepalingen die partijen thans geen nadeel kunnen berokkenen. | bestreden bepalingen die partijen thans geen nadeel kunnen berokkenen. |
B.6.1. De eerste verzoekende partij is inspecteur van politie en | B.6.1. De eerste verzoekende partij is inspecteur van politie en |
behoort tot de lokale politie. In die hoedanigheid kan zij het | behoort tot de lokale politie. In die hoedanigheid kan zij het |
voorwerp van een onderzoek door de Algemene Inspectie zijn, waardoor | voorwerp van een onderzoek door de Algemene Inspectie zijn, waardoor |
zij in haar situatie rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden | zij in haar situatie rechtstreeks en ongunstig zou kunnen worden |
geraakt, des te meer nu wordt aangevoerd dat de bestreden bepalingen | geraakt, des te meer nu wordt aangevoerd dat de bestreden bepalingen |
bepaalde grondrechten van de personeelsleden van de politiediensten | bepaalde grondrechten van de personeelsleden van de politiediensten |
zouden kunnen aantasten. | zouden kunnen aantasten. |
B.6.2. Aangezien de eerste verzoekende partij van een belang doet | B.6.2. Aangezien de eerste verzoekende partij van een belang doet |
blijken, dient niet te worden onderzocht of zulks ook voor de andere | blijken, dient niet te worden onderzocht of zulks ook voor de andere |
verzoekende partijen het geval is. | verzoekende partijen het geval is. |
B.6.3. De exceptie wordt verworpen. | B.6.3. De exceptie wordt verworpen. |
Ten gronde | Ten gronde |
B.7. Het enige middel is afgeleid uit de schending van de artikelen | B.7. Het enige middel is afgeleid uit de schending van de artikelen |
10, 11, 12, 15 en 22 van de Grondwet. | 10, 11, 12, 15 en 22 van de Grondwet. |
Het omvat vier onderdelen die betrekking hebben op de schending van | Het omvat vier onderdelen die betrekking hebben op de schending van |
respectievelijk artikel 22 (eerste onderdeel), artikel 12 (tweede | respectievelijk artikel 22 (eerste onderdeel), artikel 12 (tweede |
onderdeel), artikel 15 (derde onderdeel), alsook de artikelen 10 en 11 | onderdeel), artikel 15 (derde onderdeel), alsook de artikelen 10 en 11 |
(vierde onderdeel) van de Grondwet. | (vierde onderdeel) van de Grondwet. |
Wat de schending van artikel 22 van de Grondwet betreft | Wat de schending van artikel 22 van de Grondwet betreft |
B.8.1. Artikel 22 van de Grondwet bepaalt : | B.8.1. Artikel 22 van de Grondwet bepaalt : |
« Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven en zijn | « Ieder heeft recht op eerbiediging van zijn privé-leven en zijn |
gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de | gezinsleven, behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de |
wet bepaald. | wet bepaald. |
De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de | De wet, het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel waarborgen de |
bescherming van dat recht ». | bescherming van dat recht ». |
B.8.2. Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens | B.8.2. Artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens |
bepaalt : | bepaalt : |
« 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn | « 1. Eenieder heeft recht op eerbiediging van zijn privéleven, zijn |
gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. | gezinsleven, zijn huis en zijn briefwisseling. |
2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking | 2. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan met betrekking |
tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien | tot de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien |
en in een democratische samenleving nodig is in het belang van 's | en in een democratische samenleving nodig is in het belang van 's |
lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn | lands veiligheid, de openbare veiligheid, of het economisch welzijn |
van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van | van het land, de bescherming van de openbare orde en het voorkomen van |
strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, | strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, |
of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». | of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen ». |
B.9.1. Het recht op de eerbiediging van het privéleven en het | B.9.1. Het recht op de eerbiediging van het privéleven en het |
gezinsleven heeft als essentieel doel de personen te beschermen tegen | gezinsleven heeft als essentieel doel de personen te beschermen tegen |
inmengingen in hun privéleven, hun gezinsleven, hun woning of hun | inmengingen in hun privéleven, hun gezinsleven, hun woning of hun |
briefwisseling. Het voorstel dat is voorafgegaan aan de aanneming van | briefwisseling. Het voorstel dat is voorafgegaan aan de aanneming van |
artikel 22 van de Grondwet beklemtoonde « de bescherming van de | artikel 22 van de Grondwet beklemtoonde « de bescherming van de |
persoon, de erkenning van zijn identiteit en de belangrijkheid van | persoon, de erkenning van zijn identiteit en de belangrijkheid van |
zijn ontplooiing en die van zijn gezin » (Parl. St., Senaat, | zijn ontplooiing en die van zijn gezin » (Parl. St., Senaat, |
1991-1992, nr. 100-4/2°, p. 3). | 1991-1992, nr. 100-4/2°, p. 3). |
B.9.2. Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 22 van de | B.9.2. Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 22 van de |
Grondwet blijkt dat de Grondwetgever « een zo groot mogelijke | Grondwet blijkt dat de Grondwetgever « een zo groot mogelijke |
concordantie [heeft willen nastreven] met artikel 8 van het Europees | concordantie [heeft willen nastreven] met artikel 8 van het Europees |
Verdrag tot Bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele | Verdrag tot Bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele |
vrijheden (EVRM), teneinde betwistingen over de inhoud van dit | vrijheden (EVRM), teneinde betwistingen over de inhoud van dit |
Grondwetsartikel respectievelijk artikel 8 van het EVRM te vermijden | Grondwetsartikel respectievelijk artikel 8 van het EVRM te vermijden |
[...] » (Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 997/5, p. 2). | [...] » (Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 997/5, p. 2). |
B.9.3. De rechten die bij artikel 22 van de Grondwet en bij artikel 8 | B.9.3. De rechten die bij artikel 22 van de Grondwet en bij artikel 8 |
van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens worden | van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens worden |
gewaarborgd, zijn niet absoluut. Hoewel artikel 22 van de Grondwet aan | gewaarborgd, zijn niet absoluut. Hoewel artikel 22 van de Grondwet aan |
eenieder het recht op eerbiediging van zijn privéleven en zijn | eenieder het recht op eerbiediging van zijn privéleven en zijn |
gezinsleven toekent, voegt die bepaling daaraan immers onmiddellijk | gezinsleven toekent, voegt die bepaling daaraan immers onmiddellijk |
toe : « behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet | toe : « behoudens in de gevallen en onder de voorwaarden door de wet |
bepaald ». | bepaald ». |
De voormelde bepalingen vereisen dat elke overheidsinmenging in het | De voormelde bepalingen vereisen dat elke overheidsinmenging in het |
recht op eerbiediging van het privéleven en het gezinsleven wordt | recht op eerbiediging van het privéleven en het gezinsleven wordt |
voorgeschreven door een voldoende precieze wettelijke bepaling en dat | voorgeschreven door een voldoende precieze wettelijke bepaling en dat |
zij beantwoordt aan een dwingende maatschappelijke behoefte, dit wil | zij beantwoordt aan een dwingende maatschappelijke behoefte, dit wil |
zeggen evenredig zijn met de nagestreefde wettige doelstelling. | zeggen evenredig zijn met de nagestreefde wettige doelstelling. |
B.10.1. Het bestreden artikel 8 strekt ertoe de Algemene Inspectie | B.10.1. Het bestreden artikel 8 strekt ertoe de Algemene Inspectie |
middelen ter beschikking te stellen om haar opdrachten inzake de | middelen ter beschikking te stellen om haar opdrachten inzake de |
inspectie van de werking van de federale en van de lokale politie | inspectie van de werking van de federale en van de lokale politie |
doeltreffend te kunnen uitvoeren. | doeltreffend te kunnen uitvoeren. |
B.10.2. In dat kader kunnen de leden van de Algemene Inspectie « alle | B.10.2. In dat kader kunnen de leden van de Algemene Inspectie « alle |
documenten en voorwerpen die nuttig zijn voor hun opdrachten | documenten en voorwerpen die nuttig zijn voor hun opdrachten |
raadplegen, een kopie ervan maken, ze zich laten bezorgen en ze zo | raadplegen, een kopie ervan maken, ze zich laten bezorgen en ze zo |
nodig in beslag nemen » (artikel 8, tweede lid, tweede zin). | nodig in beslag nemen » (artikel 8, tweede lid, tweede zin). |
Persoonlijke documenten en voorwerpen zijn, in beginsel, niet « nuttig | Persoonlijke documenten en voorwerpen zijn, in beginsel, niet « nuttig |
» voor de uitvoering van de inspectieopdrachten. Wanneer evenwel zou | » voor de uitvoering van de inspectieopdrachten. Wanneer evenwel zou |
blijken dat zulks wel het geval is, is het niet onverantwoord | blijken dat zulks wel het geval is, is het niet onverantwoord |
persoonlijke documenten en voorwerpen aan dezelfde behandeling als | persoonlijke documenten en voorwerpen aan dezelfde behandeling als |
niet-persoonlijke documenten en voorwerpen te onderwerpen. | niet-persoonlijke documenten en voorwerpen te onderwerpen. |
In beide gevallen dient het « nuttig zijn » voor de uitvoering van de | In beide gevallen dient het « nuttig zijn » voor de uitvoering van de |
inspectieopdrachten, strikt te worden geïnterpreteerd, en zulks onder | inspectieopdrachten, strikt te worden geïnterpreteerd, en zulks onder |
de controle van de overheden die met het toezicht op de leden van de | de controle van de overheden die met het toezicht op de leden van de |
Algemene Inspectie zijn belast. | Algemene Inspectie zijn belast. |
Bovendien kunnen de leden van de Algemene Inspectie zich enkel | Bovendien kunnen de leden van de Algemene Inspectie zich enkel |
documenten of voorwerpen laten bezorgen of in beslag nemen « mits het | documenten of voorwerpen laten bezorgen of in beslag nemen « mits het |
akkoord van de bevoegde magistraat », wanneer blijkt dat die | akkoord van de bevoegde magistraat », wanneer blijkt dat die |
documenten of voorwerpen op een lopend opsporings- of gerechtelijk | documenten of voorwerpen op een lopend opsporings- of gerechtelijk |
onderzoek betrekking hebben (artikel 8, vierde lid). | onderzoek betrekking hebben (artikel 8, vierde lid). |
De bestreden maatregel houdt geen onevenredige aantasting in van het | De bestreden maatregel houdt geen onevenredige aantasting in van het |
recht op eerbiediging van het privéleven van de betrokken | recht op eerbiediging van het privéleven van de betrokken |
personeelsleden van de politie. | personeelsleden van de politie. |
B.10.3. Het eerste onderdeel van het middel is niet gegrond. | B.10.3. Het eerste onderdeel van het middel is niet gegrond. |
Wat de schending van artikel 12, tweede lid, van de Grondwet betreft | Wat de schending van artikel 12, tweede lid, van de Grondwet betreft |
B.11.1. Het laatste lid van het bestreden artikel 8 bepaalt dat, | B.11.1. Het laatste lid van het bestreden artikel 8 bepaalt dat, |
wanneer naar aanleiding van de uitoefening van haar opdrachten, feiten | wanneer naar aanleiding van de uitoefening van haar opdrachten, feiten |
worden vastgesteld, die tot een tuchtprocedure aanleiding kunnen | worden vastgesteld, die tot een tuchtprocedure aanleiding kunnen |
geven, de Algemene Inspectie hiervan kennis geeft aan de bevoegde | geven, de Algemene Inspectie hiervan kennis geeft aan de bevoegde |
tuchtrechtelijke overheid. | tuchtrechtelijke overheid. |
Die bepaling heeft uitsluitend betrekking op het tuchtrecht, en niet | Die bepaling heeft uitsluitend betrekking op het tuchtrecht, en niet |
op het strafrecht, zodat artikel 12, tweede lid, van de Grondwet, | op het strafrecht, zodat artikel 12, tweede lid, van de Grondwet, |
waarin het wettigheidsbeginsel in strafzaken is opgenomen, te dezen | waarin het wettigheidsbeginsel in strafzaken is opgenomen, te dezen |
niet van toepassing is. | niet van toepassing is. |
B.11.2. Bovendien verleent de bestreden maatregel geen enkele | B.11.2. Bovendien verleent de bestreden maatregel geen enkele |
bevoegdheid aan de Algemene Inspectie om de tuchtprocedure zelf uit te | bevoegdheid aan de Algemene Inspectie om de tuchtprocedure zelf uit te |
oefenen. Enkel de tuchtoverheden kunnen beslissen om al dan niet | oefenen. Enkel de tuchtoverheden kunnen beslissen om al dan niet |
gevolg te geven aan de inlichtingen die door de Algemene Inspectie | gevolg te geven aan de inlichtingen die door de Algemene Inspectie |
worden bezorgd. De Algemene Inspectie vervult enkel een « | worden bezorgd. De Algemene Inspectie vervult enkel een « |
signaalfunctie », zoals in de in B.4 aangehaalde parlementaire | signaalfunctie », zoals in de in B.4 aangehaalde parlementaire |
voorbereiding wordt vermeld. | voorbereiding wordt vermeld. |
B.11.3. Het tweede onderdeel van het middel is niet gegrond. | B.11.3. Het tweede onderdeel van het middel is niet gegrond. |
Wat de schending van artikel 15 van de Grondwet betreft | Wat de schending van artikel 15 van de Grondwet betreft |
B.12.1. De Ministerraad betwist het belang van de eerste en de tweede | B.12.1. De Ministerraad betwist het belang van de eerste en de tweede |
verzoekende partij bij dat onderdeel van het middel : de eerste en de | verzoekende partij bij dat onderdeel van het middel : de eerste en de |
tweede verzoekende partij zouden, als wijkagenten, niet het voorwerp | tweede verzoekende partij zouden, als wijkagenten, niet het voorwerp |
van een huiszoeking kunnen uitmaken, aangezien geen enkele | van een huiszoeking kunnen uitmaken, aangezien geen enkele |
regelgevende tekst betreffende de wijkwerking een wijkagent zou | regelgevende tekst betreffende de wijkwerking een wijkagent zou |
toelaten zijn taken geheel of gedeeltelijk thuis uit te oefenen. | toelaten zijn taken geheel of gedeeltelijk thuis uit te oefenen. |
B.12.2. Wanneer een verzoekende partij belang heeft bij de | B.12.2. Wanneer een verzoekende partij belang heeft bij de |
vernietiging van de bestreden bepalingen, dient niet te worden | vernietiging van de bestreden bepalingen, dient niet te worden |
onderzocht of zij bovendien belang heeft bij elk van de door haar | onderzocht of zij bovendien belang heeft bij elk van de door haar |
aangevoerde middelen of onderdelen ervan. | aangevoerde middelen of onderdelen ervan. |
B.12.3. De exceptie wordt verworpen. | B.12.3. De exceptie wordt verworpen. |
B.13.1. Artikel 15 van de Grondwet bepaalt : | B.13.1. Artikel 15 van de Grondwet bepaalt : |
« De woning is onschendbaar; geen huiszoeking kan plaatshebben dan in | « De woning is onschendbaar; geen huiszoeking kan plaatshebben dan in |
de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft ». | de gevallen die de wet bepaalt en in de vorm die zij voorschrijft ». |
B.13.2. Op grond van het bestreden artikel 8, tweede lid, eerste zin, | B.13.2. Op grond van het bestreden artikel 8, tweede lid, eerste zin, |
mogen de leden van de Algemene Inspectie, na de bevoegde overheid van | mogen de leden van de Algemene Inspectie, na de bevoegde overheid van |
de betrokken personeelsleden te hebben ingelicht, « de lokalen | de betrokken personeelsleden te hebben ingelicht, « de lokalen |
betreden waarin de betrokkenen hun ambt uitoefenen ». | betreden waarin de betrokkenen hun ambt uitoefenen ». |
B.13.3. Dat de leden van de Algemene Inspectie te allen tijde de | B.13.3. Dat de leden van de Algemene Inspectie te allen tijde de |
lokalen van de politiediensten kunnen betreden, ook in afwezigheid van | lokalen van de politiediensten kunnen betreden, ook in afwezigheid van |
de betrokkene, is redelijkerwijze verantwoord, aangezien zij de hun | de betrokkene, is redelijkerwijze verantwoord, aangezien zij de hun |
toegekende opdrachten doeltreffend moeten kunnen uitoefenen. Zo moet | toegekende opdrachten doeltreffend moeten kunnen uitoefenen. Zo moet |
het onder meer mogelijk zijn om, zoals in de in B.4 aangehaalde | het onder meer mogelijk zijn om, zoals in de in B.4 aangehaalde |
parlementaire voorbereiding is vermeld, na te gaan of gevoelig | parlementaire voorbereiding is vermeld, na te gaan of gevoelig |
materiaal, zoals wapens, overeenkomstig de geldende veiligheidsnormen | materiaal, zoals wapens, overeenkomstig de geldende veiligheidsnormen |
wordt bewaard. | wordt bewaard. |
B.13.4. Uit dezelfde parlementaire voorbereiding blijkt dat met « de | B.13.4. Uit dezelfde parlementaire voorbereiding blijkt dat met « de |
lokalen [...] waarin de betrokkenen hun ambt uitoefenen », uitsluitend | lokalen [...] waarin de betrokkenen hun ambt uitoefenen », uitsluitend |
« de lokalen van de politiediensten » zijn bedoeld. | « de lokalen van de politiediensten » zijn bedoeld. |
B.13.5. Het derde onderdeel van het middel is niet gegrond. | B.13.5. Het derde onderdeel van het middel is niet gegrond. |
Wat de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet betreft | Wat de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet betreft |
B.14. De verzoekende partijen voeren een schending aan van de | B.14. De verzoekende partijen voeren een schending aan van de |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Vermits die schending uitsluitend | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Vermits die schending uitsluitend |
geformuleerd werd in het licht van de aangevoerde schendingen van de | geformuleerd werd in het licht van de aangevoerde schendingen van de |
artikelen 12, 15 en 22 van de Grondwet, is het vierde onderdeel van | artikelen 12, 15 en 22 van de Grondwet, is het vierde onderdeel van |
het middel evenmin gegrond. | het middel evenmin gegrond. |
Om die redenen, | Om die redenen, |
het Hof | het Hof |
verwerpt het beroep. | verwerpt het beroep. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, | Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, |
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op | overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989, op |
de openbare terechtzitting van 27 november 2008. | de openbare terechtzitting van 27 november 2008. |
De griffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
De voorzitter, | De voorzitter, |
M. Bossuyt. | M. Bossuyt. |