← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 167/2006 van 8 november 2006 Rolnummer 3895 In zake :
de prejudiciële vraag betreffende artikel 21, § 2, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie
van het bedrijfsleven en de artikelen 1 en 2 van d Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior
en A. Arts, en de rechters P. Mart(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 167/2006 van 8 november 2006 Rolnummer 3895 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 21, § 2, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en de artikelen 1 en 2 van d Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) | Uittreksel uit arrest nr. 167/2006 van 8 november 2006 Rolnummer 3895 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 21, § 2, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven en de artikelen 1 en 2 van d Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 167/2006 van 8 november 2006 | Uittreksel uit arrest nr. 167/2006 van 8 november 2006 |
| Rolnummer 3895 | Rolnummer 3895 |
| In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 21, § 2, van de | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 21, § 2, van de |
| wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven | wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven |
| en de artikelen 1 en 2 van de wet van 19 maart 1991 houdende | en de artikelen 1 en 2 van de wet van 19 maart 1991 houdende |
| bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de | bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de |
| ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en | ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en |
| verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de | verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de |
| kandidaat-personeelsafgevaardigden, gesteld door de Arbeidsrechtbank | kandidaat-personeelsafgevaardigden, gesteld door de Arbeidsrechtbank |
| te Luik. | te Luik. |
| Het Arbitragehof, | Het Arbitragehof, |
| samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
| P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Snappe, | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Snappe, |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
| voorzitter M. Melchior, | voorzitter M. Melchior, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Bij vonnis van 3 februari 2006 in zake D. Castronovo en anderen tegen | Bij vonnis van 3 februari 2006 in zake D. Castronovo en anderen tegen |
| de NV Mono Car Styling, waarvan de expeditie ter griffie van het | de NV Mono Car Styling, waarvan de expeditie ter griffie van het |
| Arbitragehof is ingekomen op 10 februari 2006, heeft de | Arbitragehof is ingekomen op 10 februari 2006, heeft de |
| Arbeidsrechtbank te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Arbeidsrechtbank te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Schenden artikel 21, § 2, van de wet van 20 september 1948 houdende | « Schenden artikel 21, § 2, van de wet van 20 september 1948 houdende |
| organisatie van het bedrijfsleven en de artikelen 1 en 2 van de wet | organisatie van het bedrijfsleven en de artikelen 1 en 2 van de wet |
| van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de | van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de |
| personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor | personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor |
| veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor | veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor |
| de kandidaat-personeelsafgevaardigden, in die zin geïnterpreteerd dat | de kandidaat-personeelsafgevaardigden, in die zin geïnterpreteerd dat |
| de afgevaardigde elke bescherming tegen ontslag verliest wanneer hij | de afgevaardigde elke bescherming tegen ontslag verliest wanneer hij |
| zijn mandaat neerlegt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | zijn mandaat neerlegt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
| aangezien de verkozen kandidaat minder goed beschermd is tegen ontslag | aangezien de verkozen kandidaat minder goed beschermd is tegen ontslag |
| dan de niet-verkozen kandidaat ? ». | dan de niet-verkozen kandidaat ? ». |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. De artikelen 1 en 2 van de wet van 19 maart 1991 « houdende | B.1. De artikelen 1 en 2 van de wet van 19 maart 1991 « houdende |
| bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de | bijzondere ontslagregeling voor de personeelsafgevaardigden in de |
| ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en | ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en |
| verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de | verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor de |
| kandidaat-personeelsafgevaardigden » bepalen : | kandidaat-personeelsafgevaardigden » bepalen : |
| « Artikel 1.§ 1. Deze wet is van toepassing : |
« Artikel 1.§ 1. Deze wet is van toepassing : |
| 1° op de gewone en plaatsvervangende leden die het personeel in de | 1° op de gewone en plaatsvervangende leden die het personeel in de |
| ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en | ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en |
| verfraaiing van de werkplaatsen vertegenwoordigen; | verfraaiing van de werkplaatsen vertegenwoordigen; |
| 2° op de kandidaten voor de verkiezingen van de vertegenwoordigers van | 2° op de kandidaten voor de verkiezingen van de vertegenwoordigers van |
| het personeel in diezelfde organen; | het personeel in diezelfde organen; |
| 3° op de werkgevers welke voormelde personen tewerkstellen. | 3° op de werkgevers welke voormelde personen tewerkstellen. |
| § 2. Voor de toepassing van deze wet verstaat men onder : | § 2. Voor de toepassing van deze wet verstaat men onder : |
| 1° personeelsafgevaardigde : het gewoon of het plaatsvervangend lid | 1° personeelsafgevaardigde : het gewoon of het plaatsvervangend lid |
| als bedoeld in § 1, 1°; | als bedoeld in § 1, 1°; |
| 2° kandidaat-personeelsafgevaardigde : de kandidaat als bedoeld in § | 2° kandidaat-personeelsafgevaardigde : de kandidaat als bedoeld in § |
| 1, 2°; | 1, 2°; |
| [...] | [...] |
Artikel 2.§ 1. De personeelsafgevaardigden en de |
Artikel 2.§ 1. De personeelsafgevaardigden en de |
| kandidaat-personeelsafgevaardigden kunnen slechts worden ontslagen om | kandidaat-personeelsafgevaardigden kunnen slechts worden ontslagen om |
| een dringende reden die vooraf door het arbeidsgerecht aangenomen | een dringende reden die vooraf door het arbeidsgerecht aangenomen |
| werd, of om economische of technische redenen die vooraf door het | werd, of om economische of technische redenen die vooraf door het |
| bevoegd paritair orgaan werden erkend. | bevoegd paritair orgaan werden erkend. |
| Voor de toepassing van dit artikel geldt als ontslag : | Voor de toepassing van dit artikel geldt als ontslag : |
| 1° elke beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever, | 1° elke beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werkgever, |
| gedaan met of zonder vergoeding, al dan niet met naleving van een | gedaan met of zonder vergoeding, al dan niet met naleving van een |
| opzegging, die ter kennis wordt gebracht gedurende de periode bedoeld | opzegging, die ter kennis wordt gebracht gedurende de periode bedoeld |
| in de §§ 2 of 3; | in de §§ 2 of 3; |
| 2° elke beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werknemer | 2° elke beëindiging van de arbeidsovereenkomst door de werknemer |
| wegens feiten die een reden uitmaken die ten laste van de werkgever | wegens feiten die een reden uitmaken die ten laste van de werkgever |
| kan gelegd worden; | kan gelegd worden; |
| 3° het niet in acht nemen door de werkgever van de beschikking van de | 3° het niet in acht nemen door de werkgever van de beschikking van de |
| voorzitter van de arbeidsrechtbank, genomen met toepassing van artikel | voorzitter van de arbeidsrechtbank, genomen met toepassing van artikel |
| 5, § 3 en waarin besloten wordt tot de voortzetting van de uitvoering | 5, § 3 en waarin besloten wordt tot de voortzetting van de uitvoering |
| van de arbeidsovereenkomst tijdens de procedure voor de | van de arbeidsovereenkomst tijdens de procedure voor de |
| arbeidsgerechten. | arbeidsgerechten. |
| § 2. De personeelsafgevaardigden genieten het voordeel van de | § 2. De personeelsafgevaardigden genieten het voordeel van de |
| bepalingen van § 1 gedurende een periode die loopt vanaf de dertigste | bepalingen van § 1 gedurende een periode die loopt vanaf de dertigste |
| dag voorafgaand aan de aanplakking van het bericht dat de | dag voorafgaand aan de aanplakking van het bericht dat de |
| verkiezingsdatum vaststelt, tot de datum waarop de bij de volgende | verkiezingsdatum vaststelt, tot de datum waarop de bij de volgende |
| verkiezingen verkozen kandidaten worden aangesteld. | verkiezingen verkozen kandidaten worden aangesteld. |
| Wanneer de minimumpersoneelsbezetting voorzien voor de oprichting van | Wanneer de minimumpersoneelsbezetting voorzien voor de oprichting van |
| een raad of een comité niet meer is bereikt en er bijgevolg geen | een raad of een comité niet meer is bereikt en er bijgevolg geen |
| aanleiding is tot hernieuwing van deze organen, genieten de bij de | aanleiding is tot hernieuwing van deze organen, genieten de bij de |
| vorige verkiezingen verkozen kandidaten verder het voordeel van de | vorige verkiezingen verkozen kandidaten verder het voordeel van de |
| bepalingen van deze paragraaf gedurende zes maanden, te rekenen vanaf | bepalingen van deze paragraaf gedurende zes maanden, te rekenen vanaf |
| de eerste dag van de door de Koning vastgestelde periode der | de eerste dag van de door de Koning vastgestelde periode der |
| verkiezingen. Dit is eveneens het geval wanneer er geen nieuwe | verkiezingen. Dit is eveneens het geval wanneer er geen nieuwe |
| verkiezingen moeten georganiseerd worden bij ontstentenis van de | verkiezingen moeten georganiseerd worden bij ontstentenis van de |
| vereiste kandidaturen. | vereiste kandidaturen. |
| Het voordeel van de bepalingen van deze paragraaf wordt niet meer | Het voordeel van de bepalingen van deze paragraaf wordt niet meer |
| toegekend aan de personeelsafgevaardigden die de leeftijd van | toegekend aan de personeelsafgevaardigden die de leeftijd van |
| vijfenzestig jaar bereiken, behoudens wanneer de onderneming de | vijfenzestig jaar bereiken, behoudens wanneer de onderneming de |
| gewoonte heeft de categorie van werknemers, waartoe zij behoren in | gewoonte heeft de categorie van werknemers, waartoe zij behoren in |
| dienst te houden. | dienst te houden. |
| § 3. De kandidaat-personeelsafgevaardigden die bij de verkiezingen van | § 3. De kandidaat-personeelsafgevaardigden die bij de verkiezingen van |
| de vertegenwoordigers van het personeel voor de raden en voor de | de vertegenwoordigers van het personeel voor de raden en voor de |
| comités worden voorgedragen en aan de voorwaarden van verkiesbaarheid | comités worden voorgedragen en aan de voorwaarden van verkiesbaarheid |
| voldoen, genieten het voordeel van de bepalingen van de §§ 1 en 2 zo | voldoen, genieten het voordeel van de bepalingen van de §§ 1 en 2 zo |
| het hun eerste kandidatuur betreft. | het hun eerste kandidatuur betreft. |
| De kandidaat-personeelsafgevaardigden als bedoeld in het eerste lid | De kandidaat-personeelsafgevaardigden als bedoeld in het eerste lid |
| genieten het voordeel van de bepalingen van de §§ 1 en 2 gedurende een | genieten het voordeel van de bepalingen van de §§ 1 en 2 gedurende een |
| periode die loopt vanaf de dertigste dag voorafgaand aan de | periode die loopt vanaf de dertigste dag voorafgaand aan de |
| aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen vastlegt, | aanplakking van het bericht dat de datum van de verkiezingen vastlegt, |
| en een einde neemt twee jaar na de aanplakking van de uitslag der | en een einde neemt twee jaar na de aanplakking van de uitslag der |
| verkiezingen zo zij reeds kandidaat waren en niet werden verkozen bij | verkiezingen zo zij reeds kandidaat waren en niet werden verkozen bij |
| de vorige verkiezingen. | de vorige verkiezingen. |
| Het voordeel van de bepalingen van deze paragraaf wordt eveneens | Het voordeel van de bepalingen van deze paragraaf wordt eveneens |
| toegekend aan de kandidaten voorgedragen bij verkiezingen die nietig | toegekend aan de kandidaten voorgedragen bij verkiezingen die nietig |
| werden verklaard. | werden verklaard. |
| § 4. Het mandaat van de personeelsafgevaardigden, of de hoedanigheid | § 4. Het mandaat van de personeelsafgevaardigden, of de hoedanigheid |
| van kandidaat-personeelsafgevaardigde mag voor de betrokkene noch | van kandidaat-personeelsafgevaardigde mag voor de betrokkene noch |
| nadelen, noch bijzondere voordelen tot gevolg hebben. | nadelen, noch bijzondere voordelen tot gevolg hebben. |
| § 5. De personeelsafgevaardigden en de | § 5. De personeelsafgevaardigden en de |
| kandidaat-personeelsafgevaardigden mogen niet worden overgeplaatst van | kandidaat-personeelsafgevaardigden mogen niet worden overgeplaatst van |
| een technische bedrijfseenheid naar een andere van een zelfde | een technische bedrijfseenheid naar een andere van een zelfde |
| juridische entiteit, tenzij zij schriftelijk hun instemming betuigen | juridische entiteit, tenzij zij schriftelijk hun instemming betuigen |
| op het ogenblik dat de beslissing wordt genomen of indien er | op het ogenblik dat de beslissing wordt genomen of indien er |
| economische of technische redenen aanwezig zijn die vooraf door het | economische of technische redenen aanwezig zijn die vooraf door het |
| bevoegd paritair orgaan in de zin van artikel 3, § 1, eerste lid, | bevoegd paritair orgaan in de zin van artikel 3, § 1, eerste lid, |
| werden erkend. | werden erkend. |
| De overplaatsing van één afdeling van een technische bedrijfseenheid | De overplaatsing van één afdeling van een technische bedrijfseenheid |
| naar een andere van dezelfde technische bedrijfseenheid wordt | naar een andere van dezelfde technische bedrijfseenheid wordt |
| beschouwd als niet bestaande voor de toepassing van deze wet indien | beschouwd als niet bestaande voor de toepassing van deze wet indien |
| zij gebeurd is binnen de zes maanden die de sluiting van deze nieuwe | zij gebeurd is binnen de zes maanden die de sluiting van deze nieuwe |
| afdeling voorafgaan. | afdeling voorafgaan. |
| § 6. Geen enkele andere wijze van beëindiging van de | § 6. Geen enkele andere wijze van beëindiging van de |
| arbeidsovereenkomst dan die bepaald in § 1, mag ingeroepen worden, met | arbeidsovereenkomst dan die bepaald in § 1, mag ingeroepen worden, met |
| uitzondering van : | uitzondering van : |
| - de afloop van de termijn; | - de afloop van de termijn; |
| - de voltooiing van het werk waarvoor de overeenkomst werd gesloten; | - de voltooiing van het werk waarvoor de overeenkomst werd gesloten; |
| - de eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door de werknemer; | - de eenzijdige beëindiging van de overeenkomst door de werknemer; |
| - het overlijden van de werknemer; | - het overlijden van de werknemer; |
| - overmacht; | - overmacht; |
| - het akkoord tussen de werkgever en de werknemer ». | - het akkoord tussen de werkgever en de werknemer ». |
| Artikel 21, § 2, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie | Artikel 21, § 2, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie |
| van het bedrijfsleven bepaalt : | van het bedrijfsleven bepaalt : |
| « § 2. Het mandaat van de personeelsafgevaardigde neemt een einde : | « § 2. Het mandaat van de personeelsafgevaardigde neemt een einde : |
| [...] | [...] |
| 3° in geval van ontslagneming; | 3° in geval van ontslagneming; |
| [...] ». | [...] ». |
| B.2. De Arbeidsrechtbank te Luik ondervraagt het Hof over het verschil | B.2. De Arbeidsrechtbank te Luik ondervraagt het Hof over het verschil |
| in behandeling tussen de personeelsafgevaardigde in de | in behandeling tussen de personeelsafgevaardigde in de |
| ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en | ondernemingsraden en in de comités voor veiligheid, gezondheid en |
| verfraaiing van de werkplaatsen en de | verfraaiing van de werkplaatsen en de |
| kandidaat-personeelsafgevaardigde die niet is verkozen, in zoverre, in | kandidaat-personeelsafgevaardigde die niet is verkozen, in zoverre, in |
| de interpretatie die zij aan de voormelde bepalingen geeft, de | de interpretatie die zij aan de voormelde bepalingen geeft, de |
| afgevaardigde die zijn mandaat neerlegt elke bescherming tegen ontslag | afgevaardigde die zijn mandaat neerlegt elke bescherming tegen ontslag |
| verliest, terwijl de niet-verkozen kandidaat de bescherming tegen | verliest, terwijl de niet-verkozen kandidaat de bescherming tegen |
| ontslag die hij geniet doordat hij kandidaat bij de sociale | ontslag die hij geniet doordat hij kandidaat bij de sociale |
| verkiezingen is geweest, niet kan verliezen. | verkiezingen is geweest, niet kan verliezen. |
| B.3. De ontslagbescherming die is gewaarborgd bij de voormelde wet van | B.3. De ontslagbescherming die is gewaarborgd bij de voormelde wet van |
| 19 maart 1991 geldt voor een periode die langer duurt dan de | 19 maart 1991 geldt voor een periode die langer duurt dan de |
| verkiezingen en gedurende welke de begunstigden die in de wet | verkiezingen en gedurende welke de begunstigden die in de wet |
| brevitatis causa « kandidaten » worden genoemd strikt genomen geen | brevitatis causa « kandidaten » worden genoemd strikt genomen geen |
| kandidaten meer zijn. Hieruit volgt dat in de terminologie van de wet | kandidaten meer zijn. Hieruit volgt dat in de terminologie van de wet |
| het woord « kandidaat » niet alleen de eigenlijke kandidaat aanduidt | het woord « kandidaat » niet alleen de eigenlijke kandidaat aanduidt |
| maar ook de werknemer die is beschermd omdat hij kandidaat is geweest. | maar ook de werknemer die is beschermd omdat hij kandidaat is geweest. |
| B.4. In de interpretatie van de verwijzende rechter zou de | B.4. In de interpretatie van de verwijzende rechter zou de |
| personeelsafgevaardigde, door de verkiezing, de bescherming verliezen | personeelsafgevaardigde, door de verkiezing, de bescherming verliezen |
| die hij als kandidaat genoot. Die interpretatie van de in het geding | die hij als kandidaat genoot. Die interpretatie van de in het geding |
| zijnde bepalingen heeft tot gevolg dat de personeelsafgevaardigde, | zijnde bepalingen heeft tot gevolg dat de personeelsafgevaardigde, |
| wanneer hij zijn mandaat neerlegt, waardoor hij de bescherming | wanneer hij zijn mandaat neerlegt, waardoor hij de bescherming |
| verliest die is verbonden aan het uitgeoefende mandaat van gewoon of | verliest die is verbonden aan het uitgeoefende mandaat van gewoon of |
| plaatsvervangend afgevaardigde, elke bescherming tegen ontslag | plaatsvervangend afgevaardigde, elke bescherming tegen ontslag |
| verliest. | verliest. |
| B.5. Een dergelijk effect, dat de personeelsafgevaardigde in een | B.5. Een dergelijk effect, dat de personeelsafgevaardigde in een |
| situatie plaatst die minder gunstig is dan die van de kandidaat bij de | situatie plaatst die minder gunstig is dan die van de kandidaat bij de |
| sociale verkiezingen die niet is verkozen, leidt ertoe dat het | sociale verkiezingen die niet is verkozen, leidt ertoe dat het |
| neerleggen van het mandaat onevenredige gevolgen heeft wat de | neerleggen van het mandaat onevenredige gevolgen heeft wat de |
| bescherming van de betrokken persoon tegen ontslag betreft. Het | bescherming van de betrokken persoon tegen ontslag betreft. Het |
| neerleggen van het mandaat van personeelsafgevaardigde, dat om zeer | neerleggen van het mandaat van personeelsafgevaardigde, dat om zeer |
| uiteenlopende redenen kan worden gemotiveerd, zou immers niet kunnen | uiteenlopende redenen kan worden gemotiveerd, zou immers niet kunnen |
| worden beschouwd als een aanwijzing dat de afgevaardigde die zijn | worden beschouwd als een aanwijzing dat de afgevaardigde die zijn |
| mandaat neerlegt, de bescherming tegen ontslag die de personen | mandaat neerlegt, de bescherming tegen ontslag die de personen |
| genieten die kandidaat bij de sociale verkiezingen zijn geweest, niet | genieten die kandidaat bij de sociale verkiezingen zijn geweest, niet |
| langer nodig zou hebben. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet zouden | langer nodig zou hebben. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet zouden |
| dus zijn geschonden indien het neerleggen van zijn mandaat de | dus zijn geschonden indien het neerleggen van zijn mandaat de |
| afgevaardigde het voordeel van elke bescherming tegen ontslag zou | afgevaardigde het voordeel van elke bescherming tegen ontslag zou |
| ontnemen, terwijl de niet-verkozen kandidaat die bescherming niet kan | ontnemen, terwijl de niet-verkozen kandidaat die bescherming niet kan |
| worden ontnomen. | worden ontnomen. |
| B.6. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. | B.6. De prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord. |
| B.7. Het Hof merkt evenwel op dat de ontslagbescherming waarop een | B.7. Het Hof merkt evenwel op dat de ontslagbescherming waarop een |
| gewezen kandidaat recht heeft, door geen enkele bepaling wordt | gewezen kandidaat recht heeft, door geen enkele bepaling wordt |
| voorbehouden aan de kandidaat die niet is verkozen. Binnen de logica | voorbehouden aan de kandidaat die niet is verkozen. Binnen de logica |
| van het systeem is er weliswaar geen reden om bijzondere bescherming | van het systeem is er weliswaar geen reden om bijzondere bescherming |
| toe te kennen aan een gewezen kandidaat zolang deze die bescherming | toe te kennen aan een gewezen kandidaat zolang deze die bescherming |
| geniet in zijn hoedanigheid van afgevaardigde; uit geen enkele tekst, | geniet in zijn hoedanigheid van afgevaardigde; uit geen enkele tekst, |
| noch uit de logica van het systeem kan echter worden afgeleid dat een | noch uit de logica van het systeem kan echter worden afgeleid dat een |
| kandidaat, door zijn verkiezing tot afgevaardigde, definitief, wat er | kandidaat, door zijn verkiezing tot afgevaardigde, definitief, wat er |
| ook gebeurt, de bescherming zou verliezen die is gerechtvaardigd door | ook gebeurt, de bescherming zou verliezen die is gerechtvaardigd door |
| de risico's die een kandidaat bij de sociale verkiezingen gedurende | de risico's die een kandidaat bij de sociale verkiezingen gedurende |
| een bepaalde periode loopt. | een bepaalde periode loopt. |
| De in het geding zijnde bepalingen kunnen dus in die zin worden | De in het geding zijnde bepalingen kunnen dus in die zin worden |
| geïnterpreteerd dat zij de afgevaardigde die zijn mandaat neerlegt, de | geïnterpreteerd dat zij de afgevaardigde die zijn mandaat neerlegt, de |
| daarin geregelde bescherming niet ontnemen. | daarin geregelde bescherming niet ontnemen. |
| B.8. In die interpretatie dient de prejudiciële vraag ontkennend te | B.8. In die interpretatie dient de prejudiciële vraag ontkennend te |
| worden beantwoord. | worden beantwoord. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| Het Hof | Het Hof |
| zegt voor recht : | zegt voor recht : |
| - Artikel 21, § 2, van de wet van 20 september 1948 houdende | - Artikel 21, § 2, van de wet van 20 september 1948 houdende |
| organisatie van het bedrijfsleven en de artikelen 1 en 2 van de wet | organisatie van het bedrijfsleven en de artikelen 1 en 2 van de wet |
| van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de | van 19 maart 1991 houdende bijzondere ontslagregeling voor de |
| personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor | personeelsafgevaardigden in de ondernemingsraden en in de comités voor |
| veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor | veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen alsmede voor |
| de kandidaat-personeelsafgevaardigden, in die zin geïnterpreteerd dat | de kandidaat-personeelsafgevaardigden, in die zin geïnterpreteerd dat |
| de afgevaardigde, wanneer hij zijn mandaat neerlegt, elke bescherming | de afgevaardigde, wanneer hij zijn mandaat neerlegt, elke bescherming |
| tegen ontslag verliest, schenden de artikelen 10 en 11 van de | tegen ontslag verliest, schenden de artikelen 10 en 11 van de |
| Grondwet. | Grondwet. |
| - Dezelfde bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat de | - Dezelfde bepalingen, in die zin geïnterpreteerd dat de |
| afgevaardigde, wanneer hij zijn mandaat neerlegt, de bescherming tegen | afgevaardigde, wanneer hij zijn mandaat neerlegt, de bescherming tegen |
| ontslag die de personen genieten die in de wet « kandidaten » worden | ontslag die de personen genieten die in de wet « kandidaten » worden |
| genoemd, niet verliest, schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | genoemd, niet verliest, schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
| niet. | niet. |
| Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 8 november 2006. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 8 november 2006. |
| De griffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| M. Melchior. | M. Melchior. |