← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 49/2006 van 29 maart 2006 Rolnummer 3850 In zake : het
beroep tot vernietiging van de artikelen 80, derde lid, en 82, eerste lid, van de faillissementswet van
8 augustus 1997, zoals gewijzigd bij de wet van 20 juli Het
Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 49/2006 van 29 maart 2006 Rolnummer 3850 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 80, derde lid, en 82, eerste lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals gewijzigd bij de wet van 20 juli Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) | Uittreksel uit arrest nr. 49/2006 van 29 maart 2006 Rolnummer 3850 In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 80, derde lid, en 82, eerste lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals gewijzigd bij de wet van 20 juli Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters P. Mart(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 49/2006 van 29 maart 2006 | Uittreksel uit arrest nr. 49/2006 van 29 maart 2006 |
| Rolnummer 3850 | Rolnummer 3850 |
| In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 80, derde lid, | In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 80, derde lid, |
| en 82, eerste lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals | en 82, eerste lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals |
| gewijzigd bij de wet van 20 juli 2005, ingesteld door M. Bolland. | gewijzigd bij de wet van 20 juli 2005, ingesteld door M. Bolland. |
| Het Arbitragehof, | Het Arbitragehof, |
| samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en A. Arts, en de rechters |
| P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Snappe, | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Snappe, |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
| voorzitter M. Melchior, | voorzitter M. Melchior, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 16 januari | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 16 januari |
| 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 17 | 2006 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 17 |
| januari 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen | januari 2006, is beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen |
| 80, derde lid, en 82, eerste lid, van de faillissementswet van 8 | 80, derde lid, en 82, eerste lid, van de faillissementswet van 8 |
| augustus 1997, zoals gewijzigd bij de wet van 20 juli 2005 | augustus 1997, zoals gewijzigd bij de wet van 20 juli 2005 |
| (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 juli 2005), door M. | (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 juli 2005), door M. |
| Bolland, wonende te 4020 Wandre, rue d'Elmer 164. | Bolland, wonende te 4020 Wandre, rue d'Elmer 164. |
| Op 14 februari 2006 hebben de rechters-verslaggevers P. Martens en M. | Op 14 februari 2006 hebben de rechters-verslaggevers P. Martens en M. |
| Bossuyt, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere | Bossuyt, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere |
| wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, het Hof ervan in kennis | wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, het Hof ervan in kennis |
| gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen | gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen |
| een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. | een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. |
| (...) | (...) |
| II. In rechte | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de artikelen 7, | B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de artikelen 7, |
| 2°, eerste lid, en 9 van de wet van 20 juli 2005 « tot wijziging van | 2°, eerste lid, en 9 van de wet van 20 juli 2005 « tot wijziging van |
| de faillissementswet van 8 augustus 1997, en houdende diverse fiscale | de faillissementswet van 8 augustus 1997, en houdende diverse fiscale |
| bepalingen », bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 juli | bepalingen », bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 juli |
| 2005. Zij klaagt aan dat de wetgever enkel de situatie van de | 2005. Zij klaagt aan dat de wetgever enkel de situatie van de |
| persoonlijke borgen in aanmerking heeft genomen, zodat een verschil in | persoonlijke borgen in aanmerking heeft genomen, zodat een verschil in |
| behandeling wordt teweeggebracht tussen die borgen en de borgen | behandeling wordt teweeggebracht tussen die borgen en de borgen |
| propter rem, terwijl volgens haar hun situaties gelijksoortig zijn. | propter rem, terwijl volgens haar hun situaties gelijksoortig zijn. |
| B.2. De aangevochten bepalingen zijn respectievelijk als volgt | B.2. De aangevochten bepalingen zijn respectievelijk als volgt |
| geformuleerd : | geformuleerd : |
| « De gefailleerde, de personen die de verklaring bedoeld in artikel | « De gefailleerde, de personen die de verklaring bedoeld in artikel |
| 72ter aflegden en de schuldeisers bedoeld in artikel 63, tweede lid, | 72ter aflegden en de schuldeisers bedoeld in artikel 63, tweede lid, |
| worden in de raadkamer gehoord over de bevrijding. Tenzij hij zijn | worden in de raadkamer gehoord over de bevrijding. Tenzij hij zijn |
| onvermogen frauduleus organiseerde, bevrijdt de rechtbank geheel of | onvermogen frauduleus organiseerde, bevrijdt de rechtbank geheel of |
| gedeeltelijk elke natuurlijke persoon die zich kosteloos persoonlijk | gedeeltelijk elke natuurlijke persoon die zich kosteloos persoonlijk |
| zeker stelde voor de gefailleerde, wanneer zij vaststelt dat diens | zeker stelde voor de gefailleerde, wanneer zij vaststelt dat diens |
| verbintenis niet in verhouding met zijn inkomsten en met zijn | verbintenis niet in verhouding met zijn inkomsten en met zijn |
| patrimonium is ». | patrimonium is ». |
| « Indien de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, kan hij niet | « Indien de gefailleerde verschoonbaar wordt verklaard, kan hij niet |
| meer vervolgd worden door zijn schuldeisers ». | meer vervolgd worden door zijn schuldeisers ». |
| B.3.1. De in het geding zijnde bepalingen maken deel uit van de | B.3.1. De in het geding zijnde bepalingen maken deel uit van de |
| faillissementswetgeving, die in essentie ertoe strekt een billijk | faillissementswetgeving, die in essentie ertoe strekt een billijk |
| evenwicht tot stand te brengen tussen de belangen van de schuldenaar | evenwicht tot stand te brengen tussen de belangen van de schuldenaar |
| en de belangen van de schuldeisers. | en de belangen van de schuldeisers. |
| De verklaring van verschoonbaarheid vormt voor de gefailleerde een | De verklaring van verschoonbaarheid vormt voor de gefailleerde een |
| gunstmaatregel die hem in staat stelt zijn activiteiten op een | gunstmaatregel die hem in staat stelt zijn activiteiten op een |
| aangezuiverde basis te hervatten, en zulks niet alleen in zijn belang | aangezuiverde basis te hervatten, en zulks niet alleen in zijn belang |
| maar ook in het belang van zijn schuldeisers of sommigen onder hen die | maar ook in het belang van zijn schuldeisers of sommigen onder hen die |
| belang erbij kunnen hebben dat hun schuldenaar zijn activiteiten op | belang erbij kunnen hebben dat hun schuldenaar zijn activiteiten op |
| een dergelijke basis hervat, waarbij het voortzetten van een handels- | een dergelijke basis hervat, waarbij het voortzetten van een handels- |
| of industriële activiteit bovendien het algemeen belang kan dienen | of industriële activiteit bovendien het algemeen belang kan dienen |
| (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, pp. 35 en 36). | (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/1, pp. 35 en 36). |
| B.3.2. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever « op | B.3.2. Uit de parlementaire voorbereiding blijkt dat de wetgever « op |
| een evenwichtige wijze rekening [heeft willen] houden met de | een evenwichtige wijze rekening [heeft willen] houden met de |
| gecombineerde belangen van de gefailleerde zelf, van de schuldeisers, | gecombineerde belangen van de gefailleerde zelf, van de schuldeisers, |
| de werknemers en de economie in zijn geheel » en voor een menselijke | de werknemers en de economie in zijn geheel » en voor een menselijke |
| regeling heeft willen zorgen die de rechten van alle betrokken | regeling heeft willen zorgen die de rechten van alle betrokken |
| partijen in acht neemt (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, p. | partijen in acht neemt (Parl. St., Kamer, 1991-1992, nr. 631/13, p. |
| 29). | 29). |
| Met de wet van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet | Met de wet van 4 september 2002 tot wijziging van de faillissementswet |
| van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van | van 8 augustus 1997, het Gerechtelijk Wetboek en het Wetboek van |
| vennootschappen heeft de wetgever beoogd met nog meer doeltreffendheid | vennootschappen heeft de wetgever beoogd met nog meer doeltreffendheid |
| de oorspronkelijke doelstellingen te bereiken (Parl. St., Kamer, | de oorspronkelijke doelstellingen te bereiken (Parl. St., Kamer, |
| 2001-2002, DOC 50-1132/001, p. 1). | 2001-2002, DOC 50-1132/001, p. 1). |
| B.4.1. Door de beslissing bepaalde medeverbondenen van de gefailleerde | B.4.1. Door de beslissing bepaalde medeverbondenen van de gefailleerde |
| het voordeel te laten genieten van de verschoonbaarheid die aan de | het voordeel te laten genieten van de verschoonbaarheid die aan de |
| gefailleerde is toegekend, wijkt de wetgever af van het burgerlijk | gefailleerde is toegekend, wijkt de wetgever af van het burgerlijk |
| vermogensrecht volgens hetwelk « alle overeenkomsten die wettig zijn | vermogensrecht volgens hetwelk « alle overeenkomsten die wettig zijn |
| aangegaan, [...] degenen die deze hebben aangegaan, tot wet [strekken] | aangegaan, [...] degenen die deze hebben aangegaan, tot wet [strekken] |
| » (artikel 1134, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek) en « ieder | » (artikel 1134, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek) en « ieder |
| die persoonlijk verbonden is, [...] gehouden [is] zijn verbintenissen | die persoonlijk verbonden is, [...] gehouden [is] zijn verbintenissen |
| na te komen, onder verband van al zijn goederen, hetzij roerende, | na te komen, onder verband van al zijn goederen, hetzij roerende, |
| hetzij onroerende, zo tegenwoordige als toekomstige » (artikel 7 van | hetzij onroerende, zo tegenwoordige als toekomstige » (artikel 7 van |
| de hypotheekwet van 16 december 1851). Inzonderheid moet worden | de hypotheekwet van 16 december 1851). Inzonderheid moet worden |
| onderzocht of de in het geding zijnde maatregel geen onevenredige | onderzocht of de in het geding zijnde maatregel geen onevenredige |
| gevolgen doet ontstaan voor één van de bij het faillissement betrokken | gevolgen doet ontstaan voor één van de bij het faillissement betrokken |
| partijen. | partijen. |
| B.4.2. Wanneer de wetgever, in het bijzonder in economische | B.4.2. Wanneer de wetgever, in het bijzonder in economische |
| aangelegenheden, oordeelt het belang van de schuldeisers te moeten | aangelegenheden, oordeelt het belang van de schuldeisers te moeten |
| opofferen in het voordeel van bepaalde categorieën van schuldenaars, | opofferen in het voordeel van bepaalde categorieën van schuldenaars, |
| past die maatregel in het geheel van het economisch en sociaal beleid | past die maatregel in het geheel van het economisch en sociaal beleid |
| dat hij wil voeren. Het Hof zou de verschillen in behandeling die het | dat hij wil voeren. Het Hof zou de verschillen in behandeling die het |
| gevolg zijn van de beleidskeuzen die hij heeft gemaakt, alleen kunnen | gevolg zijn van de beleidskeuzen die hij heeft gemaakt, alleen kunnen |
| afkeuren indien die beleidskeuzen klaarblijkelijk onredelijk zouden | afkeuren indien die beleidskeuzen klaarblijkelijk onredelijk zouden |
| zijn. | zijn. |
| B.5. Het bekritiseerde verschil in behandeling steunt op een objectief | B.5. Het bekritiseerde verschil in behandeling steunt op een objectief |
| criterium : de persoon die een onroerend goed tot waarborg stelt, | criterium : de persoon die een onroerend goed tot waarborg stelt, |
| loopt enkel het risico dat goed te verliezen. | loopt enkel het risico dat goed te verliezen. |
| Opdat onder meer die persoon de draagwijdte van zijn verbintenis kent, | Opdat onder meer die persoon de draagwijdte van zijn verbintenis kent, |
| bepaalt artikel 76 van de hypotheekwet dat de hypotheek in beginsel | bepaalt artikel 76 van de hypotheekwet dat de hypotheek in beginsel |
| bij notariële akte wordt toegestaan. De authentieke vorm is een | bij notariële akte wordt toegestaan. De authentieke vorm is een |
| noodzakelijke voorwaarde voor de geldigheid van de hypotheek, precies | noodzakelijke voorwaarde voor de geldigheid van de hypotheek, precies |
| wegens de ernst van de verbintenis van de schuldenaar die een | wegens de ernst van de verbintenis van de schuldenaar die een |
| bijzondere bescherming vereist. Het optreden van een gespecialiseerd | bijzondere bescherming vereist. Het optreden van een gespecialiseerd |
| openbaar ambtenaar, die ertoe gehouden is advies en informatie te | openbaar ambtenaar, die ertoe gehouden is advies en informatie te |
| verstrekken, is gerechtvaardigd, daar het gaat om technische en | verstrekken, is gerechtvaardigd, daar het gaat om technische en |
| ingewikkelde akten waarvan de redactie niet aan de partijen kan worden | ingewikkelde akten waarvan de redactie niet aan de partijen kan worden |
| overgelaten. | overgelaten. |
| B.6. Het criterium is pertinent in het licht van de in B.3.1 en B.3.2 | B.6. Het criterium is pertinent in het licht van de in B.3.1 en B.3.2 |
| vermelde doelstellingen. Door voor de personen die zich met heel hun | vermelde doelstellingen. Door voor de personen die zich met heel hun |
| vermogen hebben verbonden het mogelijk te maken van hun verplichtingen | vermogen hebben verbonden het mogelijk te maken van hun verplichtingen |
| te worden ontslagen, wil de wetgever een categorie van personen | te worden ontslagen, wil de wetgever een categorie van personen |
| beschermen die hij prima facie kwetsbaarder acht dan de personen die | beschermen die hij prima facie kwetsbaarder acht dan de personen die |
| alleen ten belope van een bepaald onroerend goed gebonden zijn. | alleen ten belope van een bepaald onroerend goed gebonden zijn. |
| B.7. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever om te | B.7. Het behoort tot de beoordelingsbevoegdheid van de wetgever om te |
| beslissen of ook deze laatsten moeten worden beschermd, ondanks het in | beslissen of ook deze laatsten moeten worden beschermd, ondanks het in |
| B.5 vermelde verschil. Wegens dat verschil kan de ontstentenis van een | B.5 vermelde verschil. Wegens dat verschil kan de ontstentenis van een |
| dergelijke bescherming niet worden beschouwd als onbestaanbaar met de | dergelijke bescherming niet worden beschouwd als onbestaanbaar met de |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| Het Hof | Het Hof |
| verwerpt het beroep. | verwerpt het beroep. |
| Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, | Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, |
| overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op | overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op |
| het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 29 maart 2006. | het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 29 maart 2006. |
| De griffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| M. Melchior. | M. Melchior. |