← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 175/2005 van 30 november 2005 Rolnummer 3675 In zake :
de prejudiciële vraag betreffende artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de vrederechter
van het kanton Halle. Het Arbitragehof, sameng wijst na beraad
het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging "
| Uittreksel uit arrest nr. 175/2005 van 30 november 2005 Rolnummer 3675 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de vrederechter van het kanton Halle. Het Arbitragehof, sameng wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | Uittreksel uit arrest nr. 175/2005 van 30 november 2005 Rolnummer 3675 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 488bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de vrederechter van het kanton Halle. Het Arbitragehof, sameng wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 175/2005 van 30 november 2005 | Uittreksel uit arrest nr. 175/2005 van 30 november 2005 |
| Rolnummer 3675 | Rolnummer 3675 |
| In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 488bis van het | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 488bis van het |
| Burgerlijk Wetboek, gesteld door de vrederechter van het kanton Halle. | Burgerlijk Wetboek, gesteld door de vrederechter van het kanton Halle. |
| Het Arbitragehof, | Het Arbitragehof, |
| samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
| M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, | M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
| voorzitter A. Arts, | voorzitter A. Arts, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging |
| Bij beschikking van 9 maart 2005 in zake R. de Puydt, waarvan de | Bij beschikking van 9 maart 2005 in zake R. de Puydt, waarvan de |
| expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 15 maart | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 15 maart |
| 2005, heeft de vrederechter van het kanton Halle de volgende | 2005, heeft de vrederechter van het kanton Halle de volgende |
| prejudiciële vraag gesteld : | prejudiciële vraag gesteld : |
| « Is het, in de zin van art. 10 en 11 van de Grondwet, discriminerend | « Is het, in de zin van art. 10 en 11 van de Grondwet, discriminerend |
| om in toepassing van art. 488bis van het Burgerlijk Wetboek, maximum 3 | om in toepassing van art. 488bis van het Burgerlijk Wetboek, maximum 3 |
| % vergoeding, al dan niet arbitrair verhoogd met een vergoeding van | % vergoeding, al dan niet arbitrair verhoogd met een vergoeding van |
| buitengewone ambtsverrichtingen, toe te kennen, terwijl o.m. bij het | buitengewone ambtsverrichtingen, toe te kennen, terwijl o.m. bij het |
| koninklijk besluit van 10 augustus 1998 en bij het koninklijk besluit | koninklijk besluit van 10 augustus 1998 en bij het koninklijk besluit |
| van 18 december 1998 aan andere gerechtelijke mandatarissen voor | van 18 december 1998 aan andere gerechtelijke mandatarissen voor |
| gelijkwaardige prestaties veel hogere vergoedingen toegekend worden ? | gelijkwaardige prestaties veel hogere vergoedingen toegekend worden ? |
| ». | ». |
| (...) | (...) |
| III. In rechte | III. In rechte |
| (...) | (...) |
| Wat de in het geding zijnde bepaling betreft | Wat de in het geding zijnde bepaling betreft |
| B.1.1. Artikel 488bis, a) tot en met k), van het Burgerlijk Wetboek | B.1.1. Artikel 488bis, a) tot en met k), van het Burgerlijk Wetboek |
| regelt het voorlopige bewind over de goederen toebehorend aan een | regelt het voorlopige bewind over de goederen toebehorend aan een |
| meerderjarige die, geheel of gedeeltelijk, zij het tijdelijk, wegens | meerderjarige die, geheel of gedeeltelijk, zij het tijdelijk, wegens |
| zijn gezondheidstoestand, niet in staat is zijn goederen te beheren. | zijn gezondheidstoestand, niet in staat is zijn goederen te beheren. |
| B.1.2. Artikel 488bis, a), van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij | B.1.2. Artikel 488bis, a), van het Burgerlijk Wetboek, ingevoegd bij |
| artikel 3 van de wet van 18 juli 1991 « betreffende de bescherming van | artikel 3 van de wet van 18 juli 1991 « betreffende de bescherming van |
| de goederen van personen die wegens hun lichaams- of geestestoestand | de goederen van personen die wegens hun lichaams- of geestestoestand |
| geheel of gedeeltelijk onbekwaam zijn die te beheren », bepaalt | geheel of gedeeltelijk onbekwaam zijn die te beheren », bepaalt |
| dienaangaande : | dienaangaande : |
| « De meerderjarige die, geheel of gedeeltelijk, zij het tijdelijk, | « De meerderjarige die, geheel of gedeeltelijk, zij het tijdelijk, |
| wegens zijn gezondheidstoestand, niet in staat is zijn goederen te | wegens zijn gezondheidstoestand, niet in staat is zijn goederen te |
| beheren, kan met het oog op de bescherming ervan, een voorlopige | beheren, kan met het oog op de bescherming ervan, een voorlopige |
| bewindvoerder toegevoegd worden, als hem nog geen wettelijke | bewindvoerder toegevoegd worden, als hem nog geen wettelijke |
| vertegenwoordiger werd toegevoegd ». | vertegenwoordiger werd toegevoegd ». |
| B.1.3. De voorlopige bewindvoerder wordt aangesteld door de | B.1.3. De voorlopige bewindvoerder wordt aangesteld door de |
| vrederechter overeenkomstig artikel 488bis, c), § 1, van het | vrederechter overeenkomstig artikel 488bis, c), § 1, van het |
| Burgerlijk Wetboek. Artikel 488bis, f), van hetzelfde Wetboek | Burgerlijk Wetboek. Artikel 488bis, f), van hetzelfde Wetboek |
| omschrijft diens opdracht. | omschrijft diens opdracht. |
| B.1.4. De vrederechter kan de voorlopige bewindvoerder een vergoeding | B.1.4. De vrederechter kan de voorlopige bewindvoerder een vergoeding |
| toekennen. Oorspronkelijk bepaalde artikel 488bis, h), van het | toekennen. Oorspronkelijk bepaalde artikel 488bis, h), van het |
| Burgerlijk Wetboek, zoals ingevoegd bij artikel 10 van de wet van 18 | Burgerlijk Wetboek, zoals ingevoegd bij artikel 10 van de wet van 18 |
| juli 1991, hieromtrent het volgende : | juli 1991, hieromtrent het volgende : |
| « De vrederechter kan aan de voorlopige bewindvoerder, bij een | « De vrederechter kan aan de voorlopige bewindvoerder, bij een |
| gemotiveerde beslissing, een vergoeding toekennen waarvan het bedrag | gemotiveerde beslissing, een vergoeding toekennen waarvan het bedrag |
| niet hoger mag zijn dan drie procent van de inkomsten van de | niet hoger mag zijn dan drie procent van de inkomsten van de |
| beschermde persoon. Hij kan hem nochtans, na overlegging van met | beschermde persoon. Hij kan hem nochtans, na overlegging van met |
| redenen omklede staten, een vergoeding toekennen in verhouding tot de | redenen omklede staten, een vergoeding toekennen in verhouding tot de |
| vervulde buitengewone ambtsverrichtingen ». | vervulde buitengewone ambtsverrichtingen ». |
| Die bepaling werd vervangen bij artikel 8 van de wet van 3 mei 2003 en | Die bepaling werd vervangen bij artikel 8 van de wet van 3 mei 2003 en |
| luidt, sinds de inwerkingtreding van dat artikel op 31 december 2003, | luidt, sinds de inwerkingtreding van dat artikel op 31 december 2003, |
| als volgt : | als volgt : |
| « § 1. De vrederechter kan aan de voorlopige bewindvoerder, bij een | « § 1. De vrederechter kan aan de voorlopige bewindvoerder, bij een |
| gemotiveerde beslissing, na de overlegging door de voorlopige | gemotiveerde beslissing, na de overlegging door de voorlopige |
| bewindvoerder van het verslag bedoeld in artikel 488bis, c), § 3, een | bewindvoerder van het verslag bedoeld in artikel 488bis, c), § 3, een |
| bezoldiging toekennen waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan drie | bezoldiging toekennen waarvan het bedrag niet hoger mag zijn dan drie |
| procent van de inkomsten van de beschermde persoon. Naast de | procent van de inkomsten van de beschermde persoon. Naast de |
| bezoldiging worden de gemaakte kosten vergoed, na door de vrederechter | bezoldiging worden de gemaakte kosten vergoed, na door de vrederechter |
| behoorlijk te zijn nagezien. Hij kan hem nochtans, na overlegging van | behoorlijk te zijn nagezien. Hij kan hem nochtans, na overlegging van |
| met redenen omklede staten, een bezoldiging toekennen in verhouding | met redenen omklede staten, een bezoldiging toekennen in verhouding |
| tot de vervulde buitengewone ambtsverrichtingen. | tot de vervulde buitengewone ambtsverrichtingen. |
| Het is de voorlopige bewindvoerder verboden, buiten de in het eerste | Het is de voorlopige bewindvoerder verboden, buiten de in het eerste |
| lid vermelde bezoldigingen, enige bezoldiging of voordeel, van welke | lid vermelde bezoldigingen, enige bezoldiging of voordeel, van welke |
| aard ook of van wie ook, te ontvangen met betrekking tot het | aard ook of van wie ook, te ontvangen met betrekking tot het |
| uitoefenen van het gerechtelijke mandaat van voorlopige bewindvoerder. | uitoefenen van het gerechtelijke mandaat van voorlopige bewindvoerder. |
| [...] ». | [...] ». |
| Vermits uit het dossier van de rechtspleging voor de verwijzende | Vermits uit het dossier van de rechtspleging voor de verwijzende |
| rechter blijkt dat de procedure is ingesteld na de inwerkingtreding | rechter blijkt dat de procedure is ingesteld na de inwerkingtreding |
| van de wet van 3 mei 2003, dient het Hof na te gaan of artikel 488bis, | van de wet van 3 mei 2003, dient het Hof na te gaan of artikel 488bis, |
| h), van het Burgerlijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 8 van die | h), van het Burgerlijk Wetboek, zoals vervangen bij artikel 8 van die |
| wet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. Bovendien kan het | wet, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. Bovendien kan het |
| Hof zijn onderzoek beperken tot artikel 488bis, h), § 1, eerste lid, | Hof zijn onderzoek beperken tot artikel 488bis, h), § 1, eerste lid, |
| van het Burgerlijk Wetboek, vermits enkel die bepaling het voorwerp | van het Burgerlijk Wetboek, vermits enkel die bepaling het voorwerp |
| uitmaakt van de prejudiciële vraag. | uitmaakt van de prejudiciële vraag. |
| Ten gronde | Ten gronde |
| B.2. De verwijzende rechter vraagt of artikel 488bis van het | B.2. De verwijzende rechter vraagt of artikel 488bis van het |
| Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de | Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de |
| Grondwet in zoverre die bepaling voor de voorlopige bewindvoerder in | Grondwet in zoverre die bepaling voor de voorlopige bewindvoerder in |
| een bezoldiging voorziet van 3 pct. van de inkomsten van de beschermde | een bezoldiging voorziet van 3 pct. van de inkomsten van de beschermde |
| persoon, eventueel te verhogen op grond van de vervulde buitengewone | persoon, eventueel te verhogen op grond van de vervulde buitengewone |
| ambtsverrichtingen, terwijl de curator (koninklijk besluit van 10 | ambtsverrichtingen, terwijl de curator (koninklijk besluit van 10 |
| augustus 1998 « houdende vaststelling van de regels en barema's tot | augustus 1998 « houdende vaststelling van de regels en barema's tot |
| bepaling van de kosten en het ereloon van de curatoren ») en de | bepaling van de kosten en het ereloon van de curatoren ») en de |
| schuldbemiddelaar (koninklijk besluit van 18 december 1998 « houdende | schuldbemiddelaar (koninklijk besluit van 18 december 1998 « houdende |
| vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van het ereloon, | vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van het ereloon, |
| de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar »), die zoals de | de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar »), die zoals de |
| voorlopige bewindvoerder als gerechtelijk mandataris optreden, voor | voorlopige bewindvoerder als gerechtelijk mandataris optreden, voor |
| gelijkwaardige prestaties een hogere vergoeding ontvangen. | gelijkwaardige prestaties een hogere vergoeding ontvangen. |
| B.3. Het in de prejudiciële vraag vermelde verschil in behandeling | B.3. Het in de prejudiciële vraag vermelde verschil in behandeling |
| berust op een objectief criterium, namelijk de aard van de opdracht | berust op een objectief criterium, namelijk de aard van de opdracht |
| van de betrokken gerechtelijke mandatarissen : de voorlopige | van de betrokken gerechtelijke mandatarissen : de voorlopige |
| bewindvoerder beheert de goederen van een beschermd persoon, terwijl | bewindvoerder beheert de goederen van een beschermd persoon, terwijl |
| de curator een faillissement beheert in het belang van zowel de | de curator een faillissement beheert in het belang van zowel de |
| gezamenlijke schuldeisers als van de gefailleerde, en de | gezamenlijke schuldeisers als van de gefailleerde, en de |
| schuldbemiddelaar optreedt in het kader van de collectieve | schuldbemiddelaar optreedt in het kader van de collectieve |
| schuldenregeling. Het komt het Hof evenwel toe na te gaan of dat | schuldenregeling. Het komt het Hof evenwel toe na te gaan of dat |
| verschil in behandeling tevens redelijk is verantwoord. | verschil in behandeling tevens redelijk is verantwoord. |
| B.4.1. Artikel 8 van de wet van 3 mei 2003 werd in de toelichting bij | B.4.1. Artikel 8 van de wet van 3 mei 2003 werd in de toelichting bij |
| het wetsvoorstel dat tot die wet heeft geleid, als volgt verantwoord : | het wetsvoorstel dat tot die wet heeft geleid, als volgt verantwoord : |
| « In de parlementaire voorbereiding van de wet van 18 juli 1991 werd | « In de parlementaire voorbereiding van de wet van 18 juli 1991 werd |
| reeds gewezen op het belang van een redelijke beheersvergoeding voor | reeds gewezen op het belang van een redelijke beheersvergoeding voor |
| de voorlopige bewindvoerders. Dit geldt zowel voor de vaste | de voorlopige bewindvoerders. Dit geldt zowel voor de vaste |
| procentuele vergoeding op basis van de inkomsten, als voor de | procentuele vergoeding op basis van de inkomsten, als voor de |
| extravergoedingen voor de vervulde buitengewone ambtsverrichtingen. | extravergoedingen voor de vervulde buitengewone ambtsverrichtingen. |
| Enerzijds moet men er rekening mee houden dat bij ontstentenis van een | Enerzijds moet men er rekening mee houden dat bij ontstentenis van een |
| redelijke vergoeding geen kandidaten meer zouden gevonden worden om de | redelijke vergoeding geen kandidaten meer zouden gevonden worden om de |
| minder interessante dossiers ter harte te nemen; anderzijds moet | minder interessante dossiers ter harte te nemen; anderzijds moet |
| winstbejag als belangrijkste drijfveer in hoofde van de voorlopige | winstbejag als belangrijkste drijfveer in hoofde van de voorlopige |
| bewindvoerder zoveel mogelijk beperkt worden. Onder andere het creëren | bewindvoerder zoveel mogelijk beperkt worden. Onder andere het creëren |
| van meer transparantie op het vlak van de geïnde vergoedingen kan | van meer transparantie op het vlak van de geïnde vergoedingen kan |
| hiertoe bijdragen » (Parl. St., Kamer, B.Z. 1999, nr. 107/1, p. 3). | hiertoe bijdragen » (Parl. St., Kamer, B.Z. 1999, nr. 107/1, p. 3). |
| Tevens was het de bedoeling dat de vergoeding in verhouding stond tot | Tevens was het de bedoeling dat de vergoeding in verhouding stond tot |
| het door de voorlopige bewindvoerder geleverde werk : | het door de voorlopige bewindvoerder geleverde werk : |
| « De vergoeding moet niet noodzakelijk op een vaste procentuele basis | « De vergoeding moet niet noodzakelijk op een vaste procentuele basis |
| worden vastgelegd, maar zou een rechtstreeks verband moeten hebben met | worden vastgelegd, maar zou een rechtstreeks verband moeten hebben met |
| het werk dat de bewindvoering met zich meebrengt » (Parl. St., Kamer, | het werk dat de bewindvoering met zich meebrengt » (Parl. St., Kamer, |
| 2001-2002, DOC 50-0107/012, p. 4). | 2001-2002, DOC 50-0107/012, p. 4). |
| B.4.2. Daarnaast hield de wetgever ermee rekening dat de beschermde | B.4.2. Daarnaast hield de wetgever ermee rekening dat de beschermde |
| personen vaak over een beperkt inkomen beschikken en dat een al te | personen vaak over een beperkt inkomen beschikken en dat een al te |
| hoge beheersvergoeding zware financiële gevolgen voor die personen zou | hoge beheersvergoeding zware financiële gevolgen voor die personen zou |
| meebrengen. | meebrengen. |
| In de parlementaire voorbereiding van de wet van 3 mei 2003 werd | In de parlementaire voorbereiding van de wet van 3 mei 2003 werd |
| opgemerkt dat een vergoeding van 3 pct. voor kleine inkomens een zware | opgemerkt dat een vergoeding van 3 pct. voor kleine inkomens een zware |
| last kan inhouden (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-0107/012, p. | last kan inhouden (Parl. St., Kamer, 2001-2002, DOC 50-0107/012, p. |
| 5). | 5). |
| Daaromtrent werd nog het volgende opgemerkt : | Daaromtrent werd nog het volgende opgemerkt : |
| « Zo zijn de inkomsten van de beschermde persoon die in een instelling | « Zo zijn de inkomsten van de beschermde persoon die in een instelling |
| verblijft, vaak slechts voldoende [...] om de verblijfskosten te | verblijft, vaak slechts voldoende [...] om de verblijfskosten te |
| dekken » (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-0107/018, p. 18). | dekken » (Parl. St., Kamer, 2002-2003, DOC 50-0107/018, p. 18). |
| B.4.3. Ook bij de invoeging van artikel 488bis, h), in het Burgerlijk | B.4.3. Ook bij de invoeging van artikel 488bis, h), in het Burgerlijk |
| Wetboek bij artikel 10 van de wet van 18 juli 1991 werd uitgebreid | Wetboek bij artikel 10 van de wet van 18 juli 1991 werd uitgebreid |
| gedebatteerd over de hoogte van de vergoeding. Uiteindelijk werd | gedebatteerd over de hoogte van de vergoeding. Uiteindelijk werd |
| besloten af te zien van een vergoeding van 5 pct., en die vergoeding | besloten af te zien van een vergoeding van 5 pct., en die vergoeding |
| tot 3 pct. te beperken, rekening houdend met het feit dat buitengewone | tot 3 pct. te beperken, rekening houdend met het feit dat buitengewone |
| prestaties en kosten afzonderlijk vergoed zouden worden (Parl. St., | prestaties en kosten afzonderlijk vergoed zouden worden (Parl. St., |
| Senaat, 1990-1991, nr. 1102/3, pp. 111-115). | Senaat, 1990-1991, nr. 1102/3, pp. 111-115). |
| B.5.1. Uit wat voorafgaat blijkt dat de wetgever, enerzijds, de | B.5.1. Uit wat voorafgaat blijkt dat de wetgever, enerzijds, de |
| voorlopige bewindvoerder een behoorlijke vergoeding wenste te | voorlopige bewindvoerder een behoorlijke vergoeding wenste te |
| verzekeren, maar, anderzijds, die vergoeding binnen redelijke perken | verzekeren, maar, anderzijds, die vergoeding binnen redelijke perken |
| wenste te houden teneinde winstbejag te vermijden en rekening te | wenste te houden teneinde winstbejag te vermijden en rekening te |
| houden met de vaak precaire financiële situatie van de te beschermen | houden met de vaak precaire financiële situatie van de te beschermen |
| personen. | personen. |
| B.5.2. De wetgever heeft ook ervoor geopteerd de zorg voor de te | B.5.2. De wetgever heeft ook ervoor geopteerd de zorg voor de te |
| beschermen persoon in eerste instantie binnen de privé-sfeer te | beschermen persoon in eerste instantie binnen de privé-sfeer te |
| houden. Artikel 488bis, c), § 1, tweede lid, van het Burgerlijk | houden. Artikel 488bis, c), § 1, tweede lid, van het Burgerlijk |
| Wetboek, zoals vervangen bij artikel 3 van de wet van 3 mei 2003, | Wetboek, zoals vervangen bij artikel 3 van de wet van 3 mei 2003, |
| bepaalt dienaangaande het volgende : | bepaalt dienaangaande het volgende : |
| « Onverminderd [artikel] 488bis, b), §§ 2 en 3, kiest de vrederechter | « Onverminderd [artikel] 488bis, b), §§ 2 en 3, kiest de vrederechter |
| bij voorkeur als voorlopige bewindvoerder desgevallend [de] vader | bij voorkeur als voorlopige bewindvoerder desgevallend [de] vader |
| en/of [de] moeder, de echtgenoot, de wettelijk samenwonende, de | en/of [de] moeder, de echtgenoot, de wettelijk samenwonende, de |
| persoon met wie de te beschermen persoon een feitelijk gezin vormt, | persoon met wie de te beschermen persoon een feitelijk gezin vormt, |
| een lid van de naaste familie of in voorkomend geval, de | een lid van de naaste familie of in voorkomend geval, de |
| vertrouwenspersoon van de te beschermen persoon. [...] ». | vertrouwenspersoon van de te beschermen persoon. [...] ». |
| De aanwijzing van de echtgenoot, een lid van de naaste familie of een | De aanwijzing van de echtgenoot, een lid van de naaste familie of een |
| vertrouwenspersoon van de te beschermen persoon geniet bijgevolg de | vertrouwenspersoon van de te beschermen persoon geniet bijgevolg de |
| voorkeur boven de aanstelling van een advocaat. De wetgever kon | voorkeur boven de aanstelling van een advocaat. De wetgever kon |
| redelijkerwijs aannemen dat die personen in eerste instantie uit | redelijkerwijs aannemen dat die personen in eerste instantie uit |
| genegenheid handelen en dat een eventuele bezoldiging voor hen | genegenheid handelen en dat een eventuele bezoldiging voor hen |
| secundair is. | secundair is. |
| B.5.3. Voor zover een andere dan voormelde personen wordt aangewezen | B.5.3. Voor zover een andere dan voormelde personen wordt aangewezen |
| als voorlopige bewindvoerder, hield de wetgever ermee rekening dat | als voorlopige bewindvoerder, hield de wetgever ermee rekening dat |
| dergelijke professionele voorlopige bewindvoerders vaak een groot | dergelijke professionele voorlopige bewindvoerders vaak een groot |
| aantal dossiers beheren, hetgeen een rationele organisatie en een | aantal dossiers beheren, hetgeen een rationele organisatie en een |
| verlaging van de beheerskosten mogelijk maakt (zie Parl. St., Kamer, | verlaging van de beheerskosten mogelijk maakt (zie Parl. St., Kamer, |
| B.Z. 1999, nr. 107/1, p. 3). | B.Z. 1999, nr. 107/1, p. 3). |
| B.6.1. Bovendien was de wetgever zich ervan bewust dat in bepaalde | B.6.1. Bovendien was de wetgever zich ervan bewust dat in bepaalde |
| gevallen een bezoldiging van 3 pct. onvoldoende kan zijn. Daarom | gevallen een bezoldiging van 3 pct. onvoldoende kan zijn. Daarom |
| bepaalt artikel 488bis, h), § 1, eerste lid, van het Burgerlijk | bepaalt artikel 488bis, h), § 1, eerste lid, van het Burgerlijk |
| Wetboek dat de vrederechter de voorlopige bewindvoerder, na | Wetboek dat de vrederechter de voorlopige bewindvoerder, na |
| overlegging van met redenen omklede staten, een bezoldiging kan | overlegging van met redenen omklede staten, een bezoldiging kan |
| toekennen in verhouding tot de vervulde buitengewone | toekennen in verhouding tot de vervulde buitengewone |
| ambtsverrichtingen, die het normale beheer te buiten gaan. Die | ambtsverrichtingen, die het normale beheer te buiten gaan. Die |
| mogelijkheid werd in de parlementaire voorbereiding van de wet van 18 | mogelijkheid werd in de parlementaire voorbereiding van de wet van 18 |
| juli 1991 als volgt verantwoord : | juli 1991 als volgt verantwoord : |
| « Een ander lid kan het eens zijn met 3 pct. Wel moet er rekening mee | « Een ander lid kan het eens zijn met 3 pct. Wel moet er rekening mee |
| gehouden worden dat er gevallen zullen zijn waar er praktisch geen | gehouden worden dat er gevallen zullen zijn waar er praktisch geen |
| inkomsten zullen zijn en de opdracht van de bewindvoerder in de tijd | inkomsten zullen zijn en de opdracht van de bewindvoerder in de tijd |
| beperkt zal zijn. | beperkt zal zijn. |
| De 3 pct. kan worden aanvaard wanneer buitengewone erelonen mogelijk | De 3 pct. kan worden aanvaard wanneer buitengewone erelonen mogelijk |
| blijven en alle kosten als dusdanig worden aanvaard, uiteraard onder | blijven en alle kosten als dusdanig worden aanvaard, uiteraard onder |
| controle van de vrederechter » (Parl. St., Senaat, 1990-1991, nr. | controle van de vrederechter » (Parl. St., Senaat, 1990-1991, nr. |
| 1102/3, p. 115). | 1102/3, p. 115). |
| B.6.2. Wanneer een bezoldiging van 3 pct. van de inkomsten van de | B.6.2. Wanneer een bezoldiging van 3 pct. van de inkomsten van de |
| beschermde persoon niet evenredig zou zijn met de door de voorlopige | beschermde persoon niet evenredig zou zijn met de door de voorlopige |
| bewindvoerder geleverde prestaties, gelet op het buitengewone karakter | bewindvoerder geleverde prestaties, gelet op het buitengewone karakter |
| ervan, stelt die mogelijkheid de vrederechter ertoe in staat een | ervan, stelt die mogelijkheid de vrederechter ertoe in staat een |
| hogere bezoldiging toe te kennen. | hogere bezoldiging toe te kennen. |
| B.7.1. Ten slotte bepaalt artikel 488bis, h), § 1, eerste lid, van het | B.7.1. Ten slotte bepaalt artikel 488bis, h), § 1, eerste lid, van het |
| Burgerlijk Wetboek, sinds de wijziging bij artikel 8 van de wet van 3 | Burgerlijk Wetboek, sinds de wijziging bij artikel 8 van de wet van 3 |
| mei 2003, uitdrukkelijk dat, naast de bezoldiging, de gemaakte kosten | mei 2003, uitdrukkelijk dat, naast de bezoldiging, de gemaakte kosten |
| worden vergoed, na door de vrederechter behoorlijk te zijn nagezien. | worden vergoed, na door de vrederechter behoorlijk te zijn nagezien. |
| Die toevoeging werd in de parlementaire voorbereiding als volgt | Die toevoeging werd in de parlementaire voorbereiding als volgt |
| verantwoord : | verantwoord : |
| « Sedert de wetswijziging bestaat er onenigheid in de rechtspraak en | « Sedert de wetswijziging bestaat er onenigheid in de rechtspraak en |
| rechtsleer omtrent het recht van de voorlopige bewindvoerder om naast | rechtsleer omtrent het recht van de voorlopige bewindvoerder om naast |
| de ' vergoeding ' de door hem gemaakte kosten terug te krijgen. | de ' vergoeding ' de door hem gemaakte kosten terug te krijgen. |
| Het woord ' vergoeding ' is niet alleen een onjuiste vertaling van het | Het woord ' vergoeding ' is niet alleen een onjuiste vertaling van het |
| Franse ' rémunération ', het is bovendien ook de wil van de wetgever | Franse ' rémunération ', het is bovendien ook de wil van de wetgever |
| van 1991 geweest (wet van 18 juli 1991) om de 3 % te zien als een ' | van 1991 geweest (wet van 18 juli 1991) om de 3 % te zien als een ' |
| bezoldiging ', waarin de kosten niet inbegrepen zijn. | bezoldiging ', waarin de kosten niet inbegrepen zijn. |
| Zo staat te lezen in de verslagen van de commissievergaderingen van de | Zo staat te lezen in de verslagen van de commissievergaderingen van de |
| Senaat uit 1990/1991 (nr. 1102-3, blz. 115) : | Senaat uit 1990/1991 (nr. 1102-3, blz. 115) : |
| ' De vertegenwoordiger van de minister merkt op dat in de | ' De vertegenwoordiger van de minister merkt op dat in de |
| oorspronkelijke bedoeling het percentage werd beschouwd als een | oorspronkelijke bedoeling het percentage werd beschouwd als een |
| vergoeding voor werk en kosten inbegrepen. Wel kan de vergoeding | vergoeding voor werk en kosten inbegrepen. Wel kan de vergoeding |
| losgekoppeld worden van de kosten. Thans kan men de vergoeding | losgekoppeld worden van de kosten. Thans kan men de vergoeding |
| vaststellen op 3 %, doch buiten de kosten. ' | vaststellen op 3 %, doch buiten de kosten. ' |
| In de plenaire vergadering van de Senaat van donderdag 5 juni 1991 | In de plenaire vergadering van de Senaat van donderdag 5 juni 1991 |
| wordt deze zienswijze herhaald (blz. 2359) : ' Hij mag met andere | wordt deze zienswijze herhaald (blz. 2359) : ' Hij mag met andere |
| woorden verplaatsingskosten, kosten voor briefwisseling, kortom kosten | woorden verplaatsingskosten, kosten voor briefwisseling, kortom kosten |
| die gepaard gaan met zijn mandaat en vallen buiten een soort "ereloon" | die gepaard gaan met zijn mandaat en vallen buiten een soort "ereloon" |
| voor het gepresteerde werk en voor de verantwoordelijkheid, aanrekenen | voor het gepresteerde werk en voor de verantwoordelijkheid, aanrekenen |
| net zoals in het verleden. ' | net zoals in het verleden. ' |
| Ook in de Kamer deelde men deze zienswijze (nr. 1654/2, 1990/1991, | Ook in de Kamer deelde men deze zienswijze (nr. 1654/2, 1990/1991, |
| blz. 10) : ' Naast de vergoeding kunnen uiteraard de kosten verhaald | blz. 10) : ' Naast de vergoeding kunnen uiteraard de kosten verhaald |
| worden. ' | worden. ' |
| De voorgestelde wijzigingen brengen rechtszekerheid en houden een | De voorgestelde wijzigingen brengen rechtszekerheid en houden een |
| belangrijke bescherming van de onbekwaam verklaarde in : zij vermijden | belangrijke bescherming van de onbekwaam verklaarde in : zij vermijden |
| dat de niet gefortuneerde onbekwame minder goed beschermd wordt daar | dat de niet gefortuneerde onbekwame minder goed beschermd wordt daar |
| in de praktijk de voorlopige bewindvoerder vaak zal afzien van het | in de praktijk de voorlopige bewindvoerder vaak zal afzien van het |
| maken van nuttige kosten wanneer deze gelet op de zeer beperkte | maken van nuttige kosten wanneer deze gelet op de zeer beperkte |
| vergoeding van 3 % deficitair zijn. | vergoeding van 3 % deficitair zijn. |
| De minister zegt dat dit amendement gelezen moet worden in het licht | De minister zegt dat dit amendement gelezen moet worden in het licht |
| van de opmerkingen van de Orde van de Vlaamse balies. | van de opmerkingen van de Orde van de Vlaamse balies. |
| Na controle blijkt inderdaad dat de kosten niet zijn inbegrepen in de | Na controle blijkt inderdaad dat de kosten niet zijn inbegrepen in de |
| vergoeding van 3 %. Het amendement moet dus worden aangenomen » (Parl. | vergoeding van 3 %. Het amendement moet dus worden aangenomen » (Parl. |
| St., Senaat, 2002-2003, nr. 2-1087/7, pp. 44-45). | St., Senaat, 2002-2003, nr. 2-1087/7, pp. 44-45). |
| B.7.2. De bezoldiging ten belope van 3 pct. van de inkomsten van de | B.7.2. De bezoldiging ten belope van 3 pct. van de inkomsten van de |
| beschermde persoon, in voorkomend geval te verhogen op grond van de | beschermde persoon, in voorkomend geval te verhogen op grond van de |
| buitengewone prestaties, wordt dus niet verminderd door de door de | buitengewone prestaties, wordt dus niet verminderd door de door de |
| voorlopige bewindvoerder gemaakte kosten. | voorlopige bewindvoerder gemaakte kosten. |
| B.8. Om de bovenstaande redenen is de in het geding zijnde bepaling | B.8. Om de bovenstaande redenen is de in het geding zijnde bepaling |
| niet zonder redelijke verantwoording. De prejudiciële vraag dient | niet zonder redelijke verantwoording. De prejudiciële vraag dient |
| derhalve ontkennend te worden beantwoord. | derhalve ontkennend te worden beantwoord. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| zegt voor recht : | zegt voor recht : |
| Artikel 488bis, h), § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek | Artikel 488bis, h), § 1, eerste lid, van het Burgerlijk Wetboek |
| schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
| Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 30 november 2005. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 30 november 2005. |
| De griffier, De voorzitter, | De griffier, De voorzitter, |
| P.-Y. Dutilleux. A. Arts. | P.-Y. Dutilleux. A. Arts. |