← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 180/2005 van 7 december 2005 Rolnummer 3475 In zake :
het beroep tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 « houdende wijziging
van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters
A. Arts en M. Melchior, en de rechters M. Boss(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 180/2005 van 7 december 2005 Rolnummer 3475 In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 « houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters M. Boss(...) | Uittreksel uit arrest nr. 180/2005 van 7 december 2005 Rolnummer 3475 In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 « houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters M. Boss(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 180/2005 van 7 december 2005 | Uittreksel uit arrest nr. 180/2005 van 7 december 2005 |
| Rolnummer 3475 | Rolnummer 3475 |
| In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse | In zake : het beroep tot vernietiging van het decreet van het Vlaamse |
| Gewest van 7 mei 2004 « houdende wijziging van het decreet van 22 | Gewest van 7 mei 2004 « houdende wijziging van het decreet van 22 |
| december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting | december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting |
| 1996 en van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, | 1996 en van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, |
| wat betreft de bestrijding van de leegstand en verkrotting en | wat betreft de bestrijding van de leegstand en verkrotting en |
| onbewoonbaarheid van gebouwen en/of woningen », minstens van artikel | onbewoonbaarheid van gebouwen en/of woningen », minstens van artikel |
| 19 ervan, ingesteld door de gemeente Beveren en anderen. | 19 ervan, ingesteld door de gemeente Beveren en anderen. |
| Het Arbitragehof, | Het Arbitragehof, |
| samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
| M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, | M. Bossuyt, A. Alen, J.-P. Snappe, E. Derycke en J. Spreutels, |
| bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
| voorzitter A. Arts, | voorzitter A. Arts, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
| Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 3 februari | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 3 februari |
| 2005 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 4 | 2005 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 4 |
| februari 2005, is beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet | februari 2005, is beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet |
| van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 « houdende wijziging van het | van het Vlaamse Gewest van 7 mei 2004 « houdende wijziging van het |
| decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van | decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van |
| de begroting 1996 en van het decreet van 15 juli 1997 houdende de | de begroting 1996 en van het decreet van 15 juli 1997 houdende de |
| Vlaamse Wooncode, wat betreft de bestrijding van de leegstand en | Vlaamse Wooncode, wat betreft de bestrijding van de leegstand en |
| verkrotting en onbewoonbaarheid van gebouwen en/of woningen » | verkrotting en onbewoonbaarheid van gebouwen en/of woningen » |
| (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 5 augustus 2004), | (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 5 augustus 2004), |
| minstens van artikel 19 ervan, door de gemeente Beveren, met kantoren | minstens van artikel 19 ervan, door de gemeente Beveren, met kantoren |
| te 9120 Beveren, Stationsstraat 2, de stad Gent, met kantoren te 9000 | te 9120 Beveren, Stationsstraat 2, de stad Gent, met kantoren te 9000 |
| Gent, Botermarkt 1, de gemeente Heusden-Zolder, met kantoren te 3550 | Gent, Botermarkt 1, de gemeente Heusden-Zolder, met kantoren te 3550 |
| Heusden-Zolder, Heldenplein 1, de stad Izegem, met kantoren te 8870 | Heusden-Zolder, Heldenplein 1, de stad Izegem, met kantoren te 8870 |
| Izegem, Korenmarkt 10, de gemeente Kruibeke, met kantoren te 9150 | Izegem, Korenmarkt 10, de gemeente Kruibeke, met kantoren te 9150 |
| Kruibeke, Onze-Lieve-Vrouwplein 18-19-20, de stad Lokeren, met | Kruibeke, Onze-Lieve-Vrouwplein 18-19-20, de stad Lokeren, met |
| kantoren te 9160 Lokeren, Groentemarkt 1, de stad Lommel, met kantoren | kantoren te 9160 Lokeren, Groentemarkt 1, de stad Lommel, met kantoren |
| te 3920 Lommel, Dorp 57, de gemeente Waasmunster, met kantoren te 9250 | te 3920 Lommel, Dorp 57, de gemeente Waasmunster, met kantoren te 9250 |
| Waasmunster, Vierschaar 1, de stad Wervik, met kantoren te 8940 | Waasmunster, Vierschaar 1, de stad Wervik, met kantoren te 8940 |
| Wervik, Sint-Maartensplein 13, en de stad Leuven, met kantoren te 3000 | Wervik, Sint-Maartensplein 13, en de stad Leuven, met kantoren te 3000 |
| Leuven, Boekhandelstraat 9. | Leuven, Boekhandelstraat 9. |
| (...) | (...) |
| II. In rechte | II. In rechte |
| (...) | (...) |
| Wat de bestreden bepaling betreft | Wat de bestreden bepaling betreft |
| B.1.1. Het decreet van 22 december 1995 « houdende bepalingen tot | B.1.1. Het decreet van 22 december 1995 « houdende bepalingen tot |
| begeleiding van de begroting 1996 » heeft een gewestelijke heffing op | begeleiding van de begroting 1996 » heeft een gewestelijke heffing op |
| leegstaande en/of verwaarloosde gebouwen en leegstaande, | leegstaande en/of verwaarloosde gebouwen en leegstaande, |
| verwaarloosde, ongeschikte en/of onbewoonbare woningen ingevoerd. | verwaarloosde, ongeschikte en/of onbewoonbare woningen ingevoerd. |
| De heffing was een eerste maal verschuldigd op het ogenblik dat het | De heffing was een eerste maal verschuldigd op het ogenblik dat het |
| gebouw en/of de woning werd opgenomen in de inventaris van de | gebouw en/of de woning werd opgenomen in de inventaris van de |
| leegstaande of verwaarloosde gebouwen en/of woningen en de ongeschikte | leegstaande of verwaarloosde gebouwen en/of woningen en de ongeschikte |
| en/of onbewoonbare woningen. De aanslag kon worden gevestigd vanaf het | en/of onbewoonbare woningen. De aanslag kon worden gevestigd vanaf het |
| ogenblik van de opname, tot uiterlijk 31 december van het jaar dat | ogenblik van de opname, tot uiterlijk 31 december van het jaar dat |
| volgde op de opname in de inventaris. | volgde op de opname in de inventaris. |
| Zolang het gebouw en/of de woning niet was geschrapt uit de | Zolang het gebouw en/of de woning niet was geschrapt uit de |
| inventaris, bleef de heffing verschuldigd op het ogenblik van het | inventaris, bleef de heffing verschuldigd op het ogenblik van het |
| verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum | verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum |
| van de eerste inschrijving. De aanslag kon worden gevestigd vanaf dat | van de eerste inschrijving. De aanslag kon worden gevestigd vanaf dat |
| ogenblik tot uiterlijk 31 december van het jaar dat erop volgde | ogenblik tot uiterlijk 31 december van het jaar dat erop volgde |
| (artikel 26, eerste en tweede lid, van het decreet van 22 december | (artikel 26, eerste en tweede lid, van het decreet van 22 december |
| 1995, vóór de wijziging ervan bij artikel 4 van het decreet van 7 mei | 1995, vóór de wijziging ervan bij artikel 4 van het decreet van 7 mei |
| 2004 « houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 | 2004 « houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 |
| houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 en van het | houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 en van het |
| decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat betreft de | decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat betreft de |
| bestrijding van de leegstand en verkrotting en onbewoonbaarheid van | bestrijding van de leegstand en verkrotting en onbewoonbaarheid van |
| gebouwen en/of woningen »). | gebouwen en/of woningen »). |
| B.1.2. De steden en de gemeenten kunnen op die gewestelijke heffing | B.1.2. De steden en de gemeenten kunnen op die gewestelijke heffing |
| opcentiemen heffen. Artikel 37 van het decreet van 22 december 1995 | opcentiemen heffen. Artikel 37 van het decreet van 22 december 1995 |
| bepaalt dienaangaande : | bepaalt dienaangaande : |
| « Een gemeente die besluit om opcentiemen te heffen op de heffing van | « Een gemeente die besluit om opcentiemen te heffen op de heffing van |
| het Vlaamse Gewest, bezorgt hiertoe aan de administratie bij | het Vlaamse Gewest, bezorgt hiertoe aan de administratie bij |
| aangetekend schrijven een afschrift van dit besluit binnen de maand | aangetekend schrijven een afschrift van dit besluit binnen de maand |
| die volgt op de inwerkingtreding van dit besluit. | die volgt op de inwerkingtreding van dit besluit. |
| De administratie int de gemeentelijke opcentiemen op de heffing | De administratie int de gemeentelijke opcentiemen op de heffing |
| gelijktijdig met de heffing van het Vlaamse Gewest ». | gelijktijdig met de heffing van het Vlaamse Gewest ». |
| B.1.3. Het bedrag van de verschuldigde heffing en de opcentiemen | B.1.3. Het bedrag van de verschuldigde heffing en de opcentiemen |
| diende te worden betaald uiterlijk op het einde van de tweede maand | diende te worden betaald uiterlijk op het einde van de tweede maand |
| die volgde op de datum hetzij van de toezending van het aanslagbiljet, | die volgde op de datum hetzij van de toezending van het aanslagbiljet, |
| hetzij, wanneer beroep werd ingesteld bij de Vlaamse Regering, van de | hetzij, wanneer beroep werd ingesteld bij de Vlaamse Regering, van de |
| toezending van de beslissing van de Vlaamse Regering waarbij het | toezending van de beslissing van de Vlaamse Regering waarbij het |
| beroep geheel of gedeeltelijk werd afgewezen (artikel 39, § 1, eerste | beroep geheel of gedeeltelijk werd afgewezen (artikel 39, § 1, eerste |
| lid, van het decreet van 22 december 1995, vóór de wijziging ervan bij | lid, van het decreet van 22 december 1995, vóór de wijziging ervan bij |
| artikel 13 van het decreet van 7 mei 2004). | artikel 13 van het decreet van 7 mei 2004). |
| B.1.4. Het bestreden decreet van 7 mei 2004 wijzigt de in het decreet | B.1.4. Het bestreden decreet van 7 mei 2004 wijzigt de in het decreet |
| van 22 december 1995 neergelegde regeling op een aantal punten. | van 22 december 1995 neergelegde regeling op een aantal punten. |
| Zo worden het ogenblik van het ontstaan van de belastingschuld en de | Zo worden het ogenblik van het ontstaan van de belastingschuld en de |
| termijn waarbinnen de aanslag kan worden gevestigd gewijzigd (artikel | termijn waarbinnen de aanslag kan worden gevestigd gewijzigd (artikel |
| 4 van het decreet van 7 mei 2004). De procedure tot opname op de | 4 van het decreet van 7 mei 2004). De procedure tot opname op de |
| lijsten van de inventaris wordt gewijzigd en er wordt in een | lijsten van de inventaris wordt gewijzigd en er wordt in een |
| administratieve beroepsprocedure tegen de registratie voorzien | administratieve beroepsprocedure tegen de registratie voorzien |
| (artikel 10 van hetzelfde decreet). Ook wordt de beroepsprocedure na | (artikel 10 van hetzelfde decreet). Ook wordt de beroepsprocedure na |
| het vestigen van de heffing gewijzigd (artikel 13 van hetzelfde | het vestigen van de heffing gewijzigd (artikel 13 van hetzelfde |
| decreet). Onder bepaalde voorwaarden kan de gedeeltelijke | decreet). Onder bepaalde voorwaarden kan de gedeeltelijke |
| terugbetaling van een geïnde heffing worden verkregen (artikel 17 van | terugbetaling van een geïnde heffing worden verkregen (artikel 17 van |
| hetzelfde decreet). | hetzelfde decreet). |
| B.1.5. Artikel 19 van het decreet van 7 mei 2004 bevat een | B.1.5. Artikel 19 van het decreet van 7 mei 2004 bevat een |
| overgangsregeling. Die bepaling luidt als volgt : | overgangsregeling. Die bepaling luidt als volgt : |
| « Aan hetzelfde decreet [van 22 december 1995] wordt in hoofdstuk | « Aan hetzelfde decreet [van 22 december 1995] wordt in hoofdstuk |
| VIII, afdeling 2, een nieuwe onderafdeling 9 toegevoegd, die luidt als | VIII, afdeling 2, een nieuwe onderafdeling 9 toegevoegd, die luidt als |
| volgt : | volgt : |
| ' Onderafdeling 9. - Overgangsbepalingen | ' Onderafdeling 9. - Overgangsbepalingen |
Artikel 44bis.Aanslagen gevestigd op basis van de artikelen 24 tot en |
Artikel 44bis.Aanslagen gevestigd op basis van de artikelen 24 tot en |
| met 44 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot | met 44 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot |
| begeleiding van de begroting 1996 die betrekking hebben op de opnames | begeleiding van de begroting 1996 die betrekking hebben op de opnames |
| in de inventaris vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2003, | in de inventaris vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2003, |
| worden als niet bestaande beschouwd. | worden als niet bestaande beschouwd. |
| De aanslagen gevestigd op basis van de artikelen 24 tot en met 44 van | De aanslagen gevestigd op basis van de artikelen 24 tot en met 44 van |
| het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding | het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding |
| van de begroting 1996 die betrekking hebben op verjaardagen van | van de begroting 1996 die betrekking hebben op verjaardagen van |
| eerdere opnames in de inventaris vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 | eerdere opnames in de inventaris vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 |
| december 2003, worden als niet bestaande beschouwd. ' ». | december 2003, worden als niet bestaande beschouwd. ' ». |
| B.1.6. Het bij die bepaling ingevoegde artikel 44bis van het decreet | B.1.6. Het bij die bepaling ingevoegde artikel 44bis van het decreet |
| van 22 december 1995 is gewijzigd bij artikel 53 van het decreet van | van 22 december 1995 is gewijzigd bij artikel 53 van het decreet van |
| 24 december 2004 « houdende bepalingen tot begeleiding van de | 24 december 2004 « houdende bepalingen tot begeleiding van de |
| begroting 2005 ». Die bepaling luidt als volgt : | begroting 2005 ». Die bepaling luidt als volgt : |
| « De eerste twee leden van artikel 44bis van hetzelfde decreet [van 22 | « De eerste twee leden van artikel 44bis van hetzelfde decreet [van 22 |
| december 1995] worden samengevoegd in een § 1. | december 1995] worden samengevoegd in een § 1. |
| In artikel 44bis van hetzelfde decreet [worden] in beide leden de | In artikel 44bis van hetzelfde decreet [worden] in beide leden de |
| woorden ' 31 december 2003 ' vervangen door de woorden ' 4 augustus | woorden ' 31 december 2003 ' vervangen door de woorden ' 4 augustus |
| 2004 '. | 2004 '. |
| Er wordt een § 2 toegevoegd aan artikel 44bis, die luidt als volgt : | Er wordt een § 2 toegevoegd aan artikel 44bis, die luidt als volgt : |
| ' § 2. De registratieattesten voor de besluiten van de burgemeester | ' § 2. De registratieattesten voor de besluiten van de burgemeester |
| tot ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring, genomen voor de | tot ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring, genomen voor de |
| inwerkingtreding van dit decreet, moeten naargelang van het geval | inwerkingtreding van dit decreet, moeten naargelang van het geval |
| verstuurd zijn als volgt : | verstuurd zijn als volgt : |
| 1° in geval geen beroep bij de Vlaamse Regering is ingediend | 1° in geval geen beroep bij de Vlaamse Regering is ingediend |
| overeenkomstig artikel 15, § 3, van het decreet van 15 juli 1997 | overeenkomstig artikel 15, § 3, van het decreet van 15 juli 1997 |
| houdende de Vlaamse Wooncode, wordt het registratieattest ten vroegste | houdende de Vlaamse Wooncode, wordt het registratieattest ten vroegste |
| dertig dagen en ten laatste zestig dagen na de betekening van het | dertig dagen en ten laatste zestig dagen na de betekening van het |
| besluit van de burgemeester, zoals bedoeld in artikel 15, § 1, van het | besluit van de burgemeester, zoals bedoeld in artikel 15, § 1, van het |
| decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode of artikel 34 | decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode of artikel 34 |
| van dit decreet, verstuurd; | van dit decreet, verstuurd; |
| 2° in geval beroep bij de Vlaamse Regering is ingediend overeenkomstig | 2° in geval beroep bij de Vlaamse Regering is ingediend overeenkomstig |
| artikel 15, § 3, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse | artikel 15, § 3, van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse |
| Wooncode, wordt het registratieattest ten laatste dertig dagen | Wooncode, wordt het registratieattest ten laatste dertig dagen |
| verstuurd na de betekening van de beslissing in beroep. | verstuurd na de betekening van de beslissing in beroep. |
| Binnen de dertig dagen na betekening van het registratieattest, | Binnen de dertig dagen na betekening van het registratieattest, |
| bedoeld in het eerste lid, kan de houder van het zakelijk recht een | bedoeld in het eerste lid, kan de houder van het zakelijk recht een |
| verzoekschrift tot beroep indienen bij de inventarisbeheerder. | verzoekschrift tot beroep indienen bij de inventarisbeheerder. |
| De inventarisbeheerder behandelt het beroepsverzoekschrift binnen de | De inventarisbeheerder behandelt het beroepsverzoekschrift binnen de |
| zestig dagen, zoniet wordt het beroepsverzoekschrift geacht te zijn | zestig dagen, zoniet wordt het beroepsverzoekschrift geacht te zijn |
| ingewilligd. | ingewilligd. |
| Het verzoekschrift tot beroep wordt beperkt tot de | Het verzoekschrift tot beroep wordt beperkt tot de |
| identificatiegegevens en de formele gronden van het registratieattest | identificatiegegevens en de formele gronden van het registratieattest |
| in het geval van het eerste lid, 2°. ' | in het geval van het eerste lid, 2°. ' |
| Er wordt een § 3 toegevoegd aan artikel 44bis, die luidt als volgt : | Er wordt een § 3 toegevoegd aan artikel 44bis, die luidt als volgt : |
| ' § 3. In geval de ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woning is | ' § 3. In geval de ongeschikt of onbewoonbaar verklaarde woning is |
| geïnventariseerd voor de inwerkingtreding van het decreet van 7 mei | geïnventariseerd voor de inwerkingtreding van het decreet van 7 mei |
| 2004 [...] houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 | 2004 [...] houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 |
| houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 en van het | houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 en van het |
| decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat betreft de | decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat betreft de |
| bestrijding van de leegstand en verkrotting en onbewoonbaarheid van | bestrijding van de leegstand en verkrotting en onbewoonbaarheid van |
| gebouwen en/of woningen, wordt het beroep tegen de registratieattesten | gebouwen en/of woningen, wordt het beroep tegen de registratieattesten |
| die verstuurd zijn na de inwerkingtreding van dit decreet, ingesteld | die verstuurd zijn na de inwerkingtreding van dit decreet, ingesteld |
| bij de Vlaamse Regering binnen de dertig dagen na de betekening van | bij de Vlaamse Regering binnen de dertig dagen na de betekening van |
| het registratieattest. De behandeling van het beroepsverzoekschrift | het registratieattest. De behandeling van het beroepsverzoekschrift |
| verloopt overeenkomstig de bepalingen van artikel 15, § 3, tweede lid, | verloopt overeenkomstig de bepalingen van artikel 15, § 3, tweede lid, |
| van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode. | van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode. |
| In afwijking van het eerste lid wordt het beroep tegen het | In afwijking van het eerste lid wordt het beroep tegen het |
| registratieattest dat verstuurd is voor de inwerkingtreding van dit | registratieattest dat verstuurd is voor de inwerkingtreding van dit |
| decreet, behandeld door de inventarisbeheerder overeenkomstig de | decreet, behandeld door de inventarisbeheerder overeenkomstig de |
| bepalingen van artikel 34bis, § 2. ' ». | bepalingen van artikel 34bis, § 2. ' ». |
| Ten aanzien van de ontvankelijkheid | Ten aanzien van de ontvankelijkheid |
| B.2.1. Volgens de Vlaamse Regering voeren de verzoekende partijen | B.2.1. Volgens de Vlaamse Regering voeren de verzoekende partijen |
| uitsluitend een grief aan tegen artikel 19 van het decreet van 7 mei | uitsluitend een grief aan tegen artikel 19 van het decreet van 7 mei |
| 2004. Voor het overige zou hun beroep onontvankelijk zijn bij gebrek | 2004. Voor het overige zou hun beroep onontvankelijk zijn bij gebrek |
| aan middelen. In zoverre de verzoekende partijen in hun memorie van | aan middelen. In zoverre de verzoekende partijen in hun memorie van |
| antwoord voor het eerst een middel aanvoeren tegen artikel 3 van het | antwoord voor het eerst een middel aanvoeren tegen artikel 3 van het |
| decreet van 7 mei 2004, zou dat middel onontvankelijk zijn. | decreet van 7 mei 2004, zou dat middel onontvankelijk zijn. |
| B.2.2. Het Hof dient de omvang van het beroep tot vernietiging te | B.2.2. Het Hof dient de omvang van het beroep tot vernietiging te |
| bepalen op basis van de inhoud van het verzoekschrift en inzonderheid | bepalen op basis van de inhoud van het verzoekschrift en inzonderheid |
| op basis van de uiteenzetting van de aangevoerde middelen. | op basis van de uiteenzetting van de aangevoerde middelen. |
| Het Hof stelt vast dat het middel dat wordt uiteengezet in het | Het Hof stelt vast dat het middel dat wordt uiteengezet in het |
| verzoekschrift van de verzoekende partijen uitsluitend is gericht | verzoekschrift van de verzoekende partijen uitsluitend is gericht |
| tegen artikel 19 van het decreet van 7 mei 2004, zodat het onderzoek | tegen artikel 19 van het decreet van 7 mei 2004, zodat het onderzoek |
| van het Hof tot die bepaling dient te worden beperkt. | van het Hof tot die bepaling dient te worden beperkt. |
| B.2.3. Het middel dat de verzoekende partijen in hun memorie van | B.2.3. Het middel dat de verzoekende partijen in hun memorie van |
| antwoord aanvoeren tegen artikel 3 van het decreet van 7 mei 2004, | antwoord aanvoeren tegen artikel 3 van het decreet van 7 mei 2004, |
| kwam niet voor in hun beroep tot vernietiging. Het betreft dus een | kwam niet voor in hun beroep tot vernietiging. Het betreft dus een |
| nieuw middel. | nieuw middel. |
| Artikel 85, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op | Artikel 85, tweede lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op |
| het Arbitragehof staat enkel toe dat nieuwe middelen worden aangevoerd | het Arbitragehof staat enkel toe dat nieuwe middelen worden aangevoerd |
| door de instellingen en personen bedoeld in de artikelen 76 tot 78 van | door de instellingen en personen bedoeld in de artikelen 76 tot 78 van |
| die wet. | die wet. |
| De verzoekende partijen behoren niet tot die categorie van | De verzoekende partijen behoren niet tot die categorie van |
| instellingen of personen. | instellingen of personen. |
| Het nieuwe middel is derhalve niet ontvankelijk. | Het nieuwe middel is derhalve niet ontvankelijk. |
| B.3.1. De Vlaamse Regering voert aan dat het bij de bestreden bepaling | B.3.1. De Vlaamse Regering voert aan dat het bij de bestreden bepaling |
| in het decreet van 22 december 1995 ingevoegde artikel 44bis met | in het decreet van 22 december 1995 ingevoegde artikel 44bis met |
| terugwerkende kracht werd vervangen bij artikel 53 van het decreet van | terugwerkende kracht werd vervangen bij artikel 53 van het decreet van |
| 24 december 2004. Bijgevolg zou het beroep tot vernietiging geen | 24 december 2004. Bijgevolg zou het beroep tot vernietiging geen |
| voorwerp hebben. | voorwerp hebben. |
| B.3.2. Zoals blijkt uit B.1.6, beperkt artikel 53 van het decreet van | B.3.2. Zoals blijkt uit B.1.6, beperkt artikel 53 van het decreet van |
| 24 december 2004 zich evenwel in essentie ertoe de eerste twee leden | 24 december 2004 zich evenwel in essentie ertoe de eerste twee leden |
| van artikel 44bis van het decreet van 22 december 1995 samen te voegen | van artikel 44bis van het decreet van 22 december 1995 samen te voegen |
| in een paragraaf 1 en in beide leden de woorden « 31 december 2003 » | in een paragraaf 1 en in beide leden de woorden « 31 december 2003 » |
| te vervangen door de woorden « 4 augustus 2004 ». | te vervangen door de woorden « 4 augustus 2004 ». |
| De door die bepaling in artikel 44bis van het decreet van 22 december | De door die bepaling in artikel 44bis van het decreet van 22 december |
| 1995 aangebrachte wijzigingen verhinderen het Hof niet om zich uit te | 1995 aangebrachte wijzigingen verhinderen het Hof niet om zich uit te |
| spreken over artikel 19 van het decreet van 7 mei 2004. | spreken over artikel 19 van het decreet van 7 mei 2004. |
| B.3.3. De exceptie wordt verworpen. | B.3.3. De exceptie wordt verworpen. |
| Ten gronde | Ten gronde |
| B.4. De verzoekende partijen voeren aan dat artikel 19 van het decreet | B.4. De verzoekende partijen voeren aan dat artikel 19 van het decreet |
| van 7 mei 2004 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. Die | van 7 mei 2004 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt. Die |
| bepaling zou hun retroactief en zonder redelijke verantwoording de | bepaling zou hun retroactief en zonder redelijke verantwoording de |
| opcentiemen ontnemen die zij in 2002 en 2003 hebben geheven op de | opcentiemen ontnemen die zij in 2002 en 2003 hebben geheven op de |
| gewestelijke leegstandsheffing, waardoor de gelijkheid van behandeling | gewestelijke leegstandsheffing, waardoor de gelijkheid van behandeling |
| ongedaan zou worden gemaakt tussen de steden en gemeenten die een | ongedaan zou worden gemaakt tussen de steden en gemeenten die een |
| eigen leegstandsheffing of krotbelasting heffen en de steden en | eigen leegstandsheffing of krotbelasting heffen en de steden en |
| gemeenten die opcentiemen heffen op de gewestelijke heffing. | gemeenten die opcentiemen heffen op de gewestelijke heffing. |
| B.5. Vóór de invoering van een gewestelijke heffing bij het decreet | B.5. Vóór de invoering van een gewestelijke heffing bij het decreet |
| van 22 december 1995 hadden een aantal steden en gemeenten reeds een | van 22 december 1995 hadden een aantal steden en gemeenten reeds een |
| eigen leegstandsheffing of krotbelasting. Sommige hebben die eigen | eigen leegstandsheffing of krotbelasting. Sommige hebben die eigen |
| heffing behouden. Andere, daarentegen, hebben die heffing vervangen | heffing behouden. Andere, daarentegen, hebben die heffing vervangen |
| door opcentiemen te heffen op de gewestelijke leegstandsheffing. Op | door opcentiemen te heffen op de gewestelijke leegstandsheffing. Op |
| het ogenblik dat de bestreden bepaling werd aangenomen, waren er 104 | het ogenblik dat de bestreden bepaling werd aangenomen, waren er 104 |
| steden en gemeenten die opcentiemen hieven (Parl. St., Vlaams | steden en gemeenten die opcentiemen hieven (Parl. St., Vlaams |
| Parlement, 2002-2003, nr. 1678/1, p. 2). | Parlement, 2002-2003, nr. 1678/1, p. 2). |
| B.6.1. Door te bepalen dat de aanslagen die betrekking hebben op de | B.6.1. Door te bepalen dat de aanslagen die betrekking hebben op de |
| opnames in de inventaris en op de verjaardagen van eerdere opnames in | opnames in de inventaris en op de verjaardagen van eerdere opnames in |
| de inventaris vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2003 als | de inventaris vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2003 als |
| niet bestaande worden beschouwd, heeft het Vlaamse Gewest een | niet bestaande worden beschouwd, heeft het Vlaamse Gewest een |
| maatregel met terugwerkende kracht genomen. | maatregel met terugwerkende kracht genomen. |
| B.6.2. Overeenkomstig het in B.1.1 vermelde artikel 26 van het decreet | B.6.2. Overeenkomstig het in B.1.1 vermelde artikel 26 van het decreet |
| van 22 december 1995 waren de gewestelijke heffingen immers | van 22 december 1995 waren de gewestelijke heffingen immers |
| verschuldigd op het ogenblik dat het gebouw en/of de woning werd | verschuldigd op het ogenblik dat het gebouw en/of de woning werd |
| opgenomen in de inventaris, en op het ogenblik van het verstrijken van | opgenomen in de inventaris, en op het ogenblik van het verstrijken van |
| elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van de eerste | elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van de eerste |
| inschrijving. Wanneer een gebouw of woning in de periode van 1 januari | inschrijving. Wanneer een gebouw of woning in de periode van 1 januari |
| 2002 tot en met 31 december 2003 in de inventaris was opgenomen, of | 2002 tot en met 31 december 2003 in de inventaris was opgenomen, of |
| wanneer in die periode een verjaardag van een eerdere opname | wanneer in die periode een verjaardag van een eerdere opname |
| plaatsvond, was de heffing bijgevolg verschuldigd. | plaatsvond, was de heffing bijgevolg verschuldigd. |
| In zoverre de gemeente waarin het gebouw of de woning was gelegen, had | In zoverre de gemeente waarin het gebouw of de woning was gelegen, had |
| besloten opcentiemen te heffen op de heffing van het Vlaamse Gewest, | besloten opcentiemen te heffen op de heffing van het Vlaamse Gewest, |
| waren ook de opcentiemen op dat ogenblik verschuldigd. | waren ook de opcentiemen op dat ogenblik verschuldigd. |
| B.6.3. De bestreden bepaling heeft tot gevolg dat die heffingen, en de | B.6.3. De bestreden bepaling heeft tot gevolg dat die heffingen, en de |
| opcentiemen die erop werden geheven, met terugwerkende kracht ongedaan | opcentiemen die erop werden geheven, met terugwerkende kracht ongedaan |
| worden gemaakt. De aanslagen worden definitief als niet bestaande | worden gemaakt. De aanslagen worden definitief als niet bestaande |
| beschouwd (Hand., Vlaams Parlement, 4 mei 2004, nr. 53, p. 126). | beschouwd (Hand., Vlaams Parlement, 4 mei 2004, nr. 53, p. 126). |
| De bestreden bepaling heeft tevens tot gevolg dat de steden en | De bestreden bepaling heeft tevens tot gevolg dat de steden en |
| gemeenten voor de jaren 2002 en 2003 niet de vergoedingen ontvangen | gemeenten voor de jaren 2002 en 2003 niet de vergoedingen ontvangen |
| die, overeenkomstig artikel 44 van het decreet van 22 december 1995, | die, overeenkomstig artikel 44 van het decreet van 22 december 1995, |
| aan hen zouden worden doorgestort om de administratiekosten te dekken | aan hen zouden worden doorgestort om de administratiekosten te dekken |
| die ze voor die jaren hebben moeten maken. Die vergoedingen bestaan | die ze voor die jaren hebben moeten maken. Die vergoedingen bestaan |
| immers in een percentage van de opbrengst van de gewestelijke heffing | immers in een percentage van de opbrengst van de gewestelijke heffing |
| (artikel 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 | (artikel 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 2 april 1996 |
| betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting | betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting |
| van gebouwen en/of woningen). | van gebouwen en/of woningen). |
| B.7.1. De niet-retroactiviteit van wetsnormen is een waarborg ter | B.7.1. De niet-retroactiviteit van wetsnormen is een waarborg ter |
| voorkoming van rechtsonzekerheid. Die waarborg vereist dat de inhoud | voorkoming van rechtsonzekerheid. Die waarborg vereist dat de inhoud |
| van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat eenieder in | van het recht voorzienbaar en toegankelijk is, zodat eenieder in |
| redelijke mate de gevolgen van een bepaalde handeling kan voorzien, op | redelijke mate de gevolgen van een bepaalde handeling kan voorzien, op |
| het tijdstip dat die handeling wordt verricht. | het tijdstip dat die handeling wordt verricht. |
| De terugwerkende kracht van wetsbepalingen kan enkel worden | De terugwerkende kracht van wetsbepalingen kan enkel worden |
| verantwoord wanneer zij onontbeerlijk is voor de goede werking of de | verantwoord wanneer zij onontbeerlijk is voor de goede werking of de |
| continuïteit van de openbare dienst. | continuïteit van de openbare dienst. |
| Indien evenwel blijkt dat de terugwerkende kracht van de wetskrachtige | Indien evenwel blijkt dat de terugwerkende kracht van de wetskrachtige |
| norm tot gevolg heeft dat de afloop van een of meer gerechtelijke | norm tot gevolg heeft dat de afloop van een of meer gerechtelijke |
| procedures in een welbepaalde zin wordt beïnvloed of dat | procedures in een welbepaalde zin wordt beïnvloed of dat |
| rechtscolleges worden verhinderd zich uit te spreken, vergt de aard | rechtscolleges worden verhinderd zich uit te spreken, vergt de aard |
| van het in het geding zijnde beginsel dat uitzonderlijke | van het in het geding zijnde beginsel dat uitzonderlijke |
| omstandigheden of dwingende motieven van algemeen belang een | omstandigheden of dwingende motieven van algemeen belang een |
| verantwoording bieden voor dat optreden van de wetgever, dat ten | verantwoording bieden voor dat optreden van de wetgever, dat ten |
| nadele van een categorie van burgers inbreuk maakt op de | nadele van een categorie van burgers inbreuk maakt op de |
| jurisdictionele waarborgen die aan allen worden geboden. | jurisdictionele waarborgen die aan allen worden geboden. |
| B.7.2. De bestreden bepaling maakt de reeds ingediende | B.7.2. De bestreden bepaling maakt de reeds ingediende |
| bezwaarschriften niet ongedaan en mengt zich niet in hangende | bezwaarschriften niet ongedaan en mengt zich niet in hangende |
| rechtsgedingen. Hangende bezwaren moeten worden afgehandeld | rechtsgedingen. Hangende bezwaren moeten worden afgehandeld |
| overeenkomstig de regelgeving die van toepassing was tijdens het | overeenkomstig de regelgeving die van toepassing was tijdens het |
| desbetreffende heffingsjaar (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, | desbetreffende heffingsjaar (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, |
| nr. 1678/4, p. 7). | nr. 1678/4, p. 7). |
| B.7.3. Bijgevolg moet worden nagegaan of de bestreden bepaling | B.7.3. Bijgevolg moet worden nagegaan of de bestreden bepaling |
| beantwoordt aan de vereisten vermeld in B.7.1. | beantwoordt aan de vereisten vermeld in B.7.1. |
| B.8. Het decreet van 7 mei 2004 beoogt een aantal knelpunten met | B.8. Het decreet van 7 mei 2004 beoogt een aantal knelpunten met |
| betrekking tot de gewestelijke leegstandsheffing te verhelpen. Een van | betrekking tot de gewestelijke leegstandsheffing te verhelpen. Een van |
| de belangrijkste knelpunten betreft de talrijke bezwaarschriften, | de belangrijkste knelpunten betreft de talrijke bezwaarschriften, |
| waarvan een belangrijk aantal gegrond werd verklaard. In de | waarvan een belangrijk aantal gegrond werd verklaard. In de |
| toelichting bij het voorstel van decreet, dat het decreet van 7 mei | toelichting bij het voorstel van decreet, dat het decreet van 7 mei |
| 2004 is geworden, is daaromtrent het volgende gesteld : | 2004 is geworden, is daaromtrent het volgende gesteld : |
| « Het aantal bezwaarschriften, ingediend na het toezenden van de | « Het aantal bezwaarschriften, ingediend na het toezenden van de |
| heffing, ligt relatief hoog en betreft in hoofdzaak de opname op de | heffing, ligt relatief hoog en betreft in hoofdzaak de opname op de |
| lijst voor leegstaande gebouwen en/of woningen. De oorzaken hiervan | lijst voor leegstaande gebouwen en/of woningen. De oorzaken hiervan |
| zijn voornamelijk te vinden in : (1) de precaire gronden waarop de | zijn voornamelijk te vinden in : (1) de precaire gronden waarop de |
| vaststelling steunt, (2) zwakke procedurele aspecten en (3) het late | vaststelling steunt, (2) zwakke procedurele aspecten en (3) het late |
| beroep door de particulier, meer bepaald na het toesturen van de | beroep door de particulier, meer bepaald na het toesturen van de |
| aanslag » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. 1678/1, p. 3). | aanslag » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. 1678/1, p. 3). |
| B.9. Voor de bestreden bepaling werd in de parlementaire voorbereiding | B.9. Voor de bestreden bepaling werd in de parlementaire voorbereiding |
| de volgende verantwoording gegeven : | de volgende verantwoording gegeven : |
| « De inventarisaties op basis van het huidige heffingsdecreet van 22 | « De inventarisaties op basis van het huidige heffingsdecreet van 22 |
| december 1995 vertonen gebreken, de informatieverstrekking naar de | december 1995 vertonen gebreken, de informatieverstrekking naar de |
| burger toe is ondermaats en de burger ervaart de regelgeving als | burger toe is ondermaats en de burger ervaart de regelgeving als |
| onrechtvaardig en hardvochtig. Vandaar dat de aanslagen gevestigd vóór | onrechtvaardig en hardvochtig. Vandaar dat de aanslagen gevestigd vóór |
| 1 januari 2004 en die betrekking hebben op opnames in de inventaris in | 1 januari 2004 en die betrekking hebben op opnames in de inventaris in |
| 2002 of 2003 of op verjaardagen in 2002 of 2003 van eerdere opnames in | 2002 of 2003 of op verjaardagen in 2002 of 2003 van eerdere opnames in |
| de inventaris, als niet bestaande worden beschouwd. De contentieux uit | de inventaris, als niet bestaande worden beschouwd. De contentieux uit |
| het verleden wordt verder afgehandeld conform de regelgeving die van | het verleden wordt verder afgehandeld conform de regelgeving die van |
| toepassing was tijdens het desbetreffende heffingsjaar. Deze maatregel | toepassing was tijdens het desbetreffende heffingsjaar. Deze maatregel |
| wil duidelijk aangeven dat de nieuwe regelgeving een breuk maakt met | wil duidelijk aangeven dat de nieuwe regelgeving een breuk maakt met |
| het verleden en een einde wil maken aan de administratieve overlast | het verleden en een einde wil maken aan de administratieve overlast |
| voor de geviseerde burgers en de Vlaamse administratie » (Parl. St., | voor de geviseerde burgers en de Vlaamse administratie » (Parl. St., |
| Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. 1678/4, p. 7). | Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. 1678/4, p. 7). |
| Hieromtrent werd in de parlementaire voorbereiding nog verklaard dat | Hieromtrent werd in de parlementaire voorbereiding nog verklaard dat |
| « men moet rekening houden met het feit dat er met een nieuw systeem | « men moet rekening houden met het feit dat er met een nieuw systeem |
| zal worden gestart. Er moet immers een grote achterstand worden | zal worden gestart. Er moet immers een grote achterstand worden |
| ingehaald, en men moet er rekening mee houden dat de huidige | ingehaald, en men moet er rekening mee houden dat de huidige |
| regelgeving als betwistbaar wordt ervaren. De spreker wil op een | regelgeving als betwistbaar wordt ervaren. De spreker wil op een |
| ernstige manier komaf maken met het verleden en stelt daarom voor dat | ernstige manier komaf maken met het verleden en stelt daarom voor dat |
| de aanslagen van vóór 1 januari 2004 en die betrekking hebben op de | de aanslagen van vóór 1 januari 2004 en die betrekking hebben op de |
| inventarisatie van 2002 en 2003 als niet-bestaande worden beschouwd. | inventarisatie van 2002 en 2003 als niet-bestaande worden beschouwd. |
| Dit betekent een standstill van de situatie. Wie zijn eerste heffing | Dit betekent een standstill van de situatie. Wie zijn eerste heffing |
| kreeg onder de vorige regeling, blijft gedurende 2 jaar op zijn eerste | kreeg onder de vorige regeling, blijft gedurende 2 jaar op zijn eerste |
| heffing staan. Wie voor het eerst geïnventariseerd wordt, blijft | heffing staan. Wie voor het eerst geïnventariseerd wordt, blijft |
| gedurende 2 jaar op de inventarisering staan. Er worden geen heffingen | gedurende 2 jaar op de inventarisering staan. Er worden geen heffingen |
| verstuurd voor de referentiejaren 2002 en 2003. De eerste nieuwe | verstuurd voor de referentiejaren 2002 en 2003. De eerste nieuwe |
| heffing kan gebeuren in 2006 » (Parl. St., Vlaams Parlement, | heffing kan gebeuren in 2006 » (Parl. St., Vlaams Parlement, |
| 2002-2003, nr. 1678/6, p. 10). | 2002-2003, nr. 1678/6, p. 10). |
| B.10. Door te bepalen dat de aanslagen voor de jaren 2002 en 2003 als | B.10. Door te bepalen dat de aanslagen voor de jaren 2002 en 2003 als |
| niet bestaande worden beschouwd, worden nieuwe bezwaarschriften in | niet bestaande worden beschouwd, worden nieuwe bezwaarschriften in |
| verband met die aanslagen vermeden. Wat de gewestelijke heffing | verband met die aanslagen vermeden. Wat de gewestelijke heffing |
| betreft, is die maatregel verantwoord, gelet op de talrijke | betreft, is die maatregel verantwoord, gelet op de talrijke |
| bezwaarschriften waartoe die heffing aanleiding heeft gegeven en gelet | bezwaarschriften waartoe die heffing aanleiding heeft gegeven en gelet |
| op de administratieve moeilijkheden die de overheid bij de afhandeling | op de administratieve moeilijkheden die de overheid bij de afhandeling |
| van die bezwaarschriften heeft ondervonden. Door tijdelijk te | van die bezwaarschriften heeft ondervonden. Door tijdelijk te |
| vermijden dat nieuwe bezwaarschriften worden ingediend, verschaft de | vermijden dat nieuwe bezwaarschriften worden ingediend, verschaft de |
| bestreden bepaling de overheid de tijd en de middelen om de hangende | bestreden bepaling de overheid de tijd en de middelen om de hangende |
| bezwaren af te handelen. | bezwaren af te handelen. |
| Bovendien vermocht de decreetgever redelijkerwijs te verhopen dat de | Bovendien vermocht de decreetgever redelijkerwijs te verhopen dat de |
| belastingplichtigen die voor de jaren 2002 en 2003 geen aanslag | belastingplichtigen die voor de jaren 2002 en 2003 geen aanslag |
| ontvangen, van de gelegenheid gebruik zouden maken om de nodige | ontvangen, van de gelegenheid gebruik zouden maken om de nodige |
| stappen te ondernemen om uit de inventaris te worden geschrapt, | stappen te ondernemen om uit de inventaris te worden geschrapt, |
| waardoor zij ook in de toekomst niet langer bezwaarschriften zouden | waardoor zij ook in de toekomst niet langer bezwaarschriften zouden |
| indienen. | indienen. |
| B.11. Het Hof dient evenwel nog na te gaan of de decreetgever in | B.11. Het Hof dient evenwel nog na te gaan of de decreetgever in |
| voldoende mate rekening heeft gehouden met de gevolgen van de | voldoende mate rekening heeft gehouden met de gevolgen van de |
| bestreden bepaling op de steden en gemeenten die opcentiemen heffen op | bestreden bepaling op de steden en gemeenten die opcentiemen heffen op |
| de gewestelijke heffing. | de gewestelijke heffing. |
| Zoals vermeld in B.6.3, blijven die steden en gemeenten immers | Zoals vermeld in B.6.3, blijven die steden en gemeenten immers |
| verstoken van de inkomsten die ze redelijkerwijs voor de jaren in | verstoken van de inkomsten die ze redelijkerwijs voor de jaren in |
| kwestie van die opcentiemen hadden mogen verwachten en ontvangen ze | kwestie van die opcentiemen hadden mogen verwachten en ontvangen ze |
| tevens niet de vergoeding die overeenkomstig artikel 44 van het | tevens niet de vergoeding die overeenkomstig artikel 44 van het |
| decreet van 22 december 1995 aan hen zou moeten worden doorgestort om | decreet van 22 december 1995 aan hen zou moeten worden doorgestort om |
| de gemaakte administratiekosten te dekken. | de gemaakte administratiekosten te dekken. |
| B.12.1. In de parlementaire voorbereiding werden de volgende vragen | B.12.1. In de parlementaire voorbereiding werden de volgende vragen |
| gesteld omtrent de financiële gevolgen van de bestreden bepaling voor | gesteld omtrent de financiële gevolgen van de bestreden bepaling voor |
| de gemeenten die opcentiemen heffen op de gewestelijke heffing : | de gemeenten die opcentiemen heffen op de gewestelijke heffing : |
| « De meeste vragen rijzen rond de overgangsbepalingen vervat in | « De meeste vragen rijzen rond de overgangsbepalingen vervat in |
| artikel 44bis. De spreker verwijst in dit verband ook naar de reactie | artikel 44bis. De spreker verwijst in dit verband ook naar de reactie |
| van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. | van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. |
| [...] | [...] |
| Welke richtlijnen zullen er worden gegeven aan de gemeenten die de | Welke richtlijnen zullen er worden gegeven aan de gemeenten die de |
| opbrengst van deze heffing voor deze jaren in hun begroting hebben | opbrengst van deze heffing voor deze jaren in hun begroting hebben |
| ingeschreven ? Hoe zullen zij aan deze middelen geraken ? Hoe zal dat | ingeschreven ? Hoe zullen zij aan deze middelen geraken ? Hoe zal dat |
| gecompenseerd worden ? Of zijn de indieners [van het voorstel van | gecompenseerd worden ? Of zijn de indieners [van het voorstel van |
| decreet] de mening toegedaan dat de gemeenten het zonder deze middelen | decreet] de mening toegedaan dat de gemeenten het zonder deze middelen |
| moeten doen ? [...] » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. | moeten doen ? [...] » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. |
| 1678/6, p. 19). | 1678/6, p. 19). |
| Hierop werd enkel het volgende geantwoord : | Hierop werd enkel het volgende geantwoord : |
| « Fiscaliteit is nochtans geen doel op zich, maar een hulpmiddel om de | « Fiscaliteit is nochtans geen doel op zich, maar een hulpmiddel om de |
| burger een goede dienstverlening aan te bieden. Het doel van dit | burger een goede dienstverlening aan te bieden. Het doel van dit |
| voorstel van decreet is leegstand wegwerken, en niet gemeenten aan | voorstel van decreet is leegstand wegwerken, en niet gemeenten aan |
| extra inkomsten helpen » (Hand., Vlaams Parlement, 4 mei 2004, nr. 53, | extra inkomsten helpen » (Hand., Vlaams Parlement, 4 mei 2004, nr. 53, |
| p. 123). | p. 123). |
| B.12.2. In de parlementaire voorbereiding van het decreet van 22 | B.12.2. In de parlementaire voorbereiding van het decreet van 22 |
| december 1995 werd immers herhaalde malen beklemtoond dat het doel van | december 1995 werd immers herhaalde malen beklemtoond dat het doel van |
| de gewestelijke heffing niet van financiële aard is, en dat de heffing | de gewestelijke heffing niet van financiële aard is, en dat de heffing |
| veeleer een ontradend effect heeft (Parl. St., Vlaams Parlement, | veeleer een ontradend effect heeft (Parl. St., Vlaams Parlement, |
| 1995-1996, nr. 147/1, p. 16, en nr. 147/12, pp. 9 en 26-27). | 1995-1996, nr. 147/1, p. 16, en nr. 147/12, pp. 9 en 26-27). |
| Dit neemt evenwel niet weg dat, op het ogenblik dat de steden en | Dit neemt evenwel niet weg dat, op het ogenblik dat de steden en |
| gemeenten besloten om voor de jaren 2002 en 2003 opcentiemen te heffen | gemeenten besloten om voor de jaren 2002 en 2003 opcentiemen te heffen |
| op de gewestelijke heffing, zij, aan de hand van de beschikbare | op de gewestelijke heffing, zij, aan de hand van de beschikbare |
| gegevens, redelijkerwijs konden aannemen dat die opcentiemen hun | gegevens, redelijkerwijs konden aannemen dat die opcentiemen hun |
| bepaalde inkomsten zouden verschaffen. | bepaalde inkomsten zouden verschaffen. |
| B.13.1. Volgens de Vlaamse Regering zou het verschil tussen gemeenten | B.13.1. Volgens de Vlaamse Regering zou het verschil tussen gemeenten |
| die een eigen leegstandsheffing of krotbelasting opleggen en de | die een eigen leegstandsheffing of krotbelasting opleggen en de |
| gemeenten die opcentiemen heffen op de gewestelijke heffing, het | gemeenten die opcentiemen heffen op de gewestelijke heffing, het |
| gevolg zijn van de autonome beleidskeuze van de betrokken gemeenten. | gevolg zijn van de autonome beleidskeuze van de betrokken gemeenten. |
| Overigens zou volgens haar niets verhinderen dat een gemeente een | Overigens zou volgens haar niets verhinderen dat een gemeente een |
| eigen leegstandsheffing combineerde met opcentiemen op de gewestelijke | eigen leegstandsheffing combineerde met opcentiemen op de gewestelijke |
| heffing. | heffing. |
| B.13.2. Dienomtrent moet worden vastgesteld dat de steden en gemeenten | B.13.2. Dienomtrent moet worden vastgesteld dat de steden en gemeenten |
| redelijkerwijs ervan uit konden gaan dat een dergelijke combinatie | redelijkerwijs ervan uit konden gaan dat een dergelijke combinatie |
| niet mogelijk was. Zo werd in de parlementaire voorbereiding van het | niet mogelijk was. Zo werd in de parlementaire voorbereiding van het |
| decreet van 22 december 1995 het volgende verklaard : | decreet van 22 december 1995 het volgende verklaard : |
| « De gemeenten kunnen opcentiemen heffen op de gewestelijke heffing. | « De gemeenten kunnen opcentiemen heffen op de gewestelijke heffing. |
| Zij kunnen de opcentiemen echter niet combineren met de belasting uit | Zij kunnen de opcentiemen echter niet combineren met de belasting uit |
| een gemeentelijk reglement op de leegstand en de verkrotting, omdat in | een gemeentelijk reglement op de leegstand en de verkrotting, omdat in |
| dit geval de regel ' non bis in idem ' van toepassing wordt. De | dit geval de regel ' non bis in idem ' van toepassing wordt. De |
| gemeenten moeten m.a.w. kiezen tussen opcentiemen of het behoud van | gemeenten moeten m.a.w. kiezen tussen opcentiemen of het behoud van |
| het gemeentelijk reglement » (Parl. St., Vlaams Parlement, 1995-1996, | het gemeentelijk reglement » (Parl. St., Vlaams Parlement, 1995-1996, |
| nr. 147/1, p. 28; zie eveneens ibid., p. 18). | nr. 147/1, p. 28; zie eveneens ibid., p. 18). |
| B.13.3. Bovendien vermochten de steden en gemeenten die voor het | B.13.3. Bovendien vermochten de steden en gemeenten die voor het |
| stelsel van de opcentiemen kozen overeenkomstig de toen geldende | stelsel van de opcentiemen kozen overeenkomstig de toen geldende |
| regeling, redelijkerwijs aan te nemen dat dit stelsel hun bepaalde | regeling, redelijkerwijs aan te nemen dat dit stelsel hun bepaalde |
| inkomsten zou verzekeren, zonder dat ze daarnaast nog in een eigen | inkomsten zou verzekeren, zonder dat ze daarnaast nog in een eigen |
| gemeentelijke heffing dienden te voorzien. | gemeentelijke heffing dienden te voorzien. |
| B.14. Ook de bewering van de Vlaamse Regering dat de decreetgever de | B.14. Ook de bewering van de Vlaamse Regering dat de decreetgever de |
| gemeenten niet een financieel resultaat zou hebben gewaarborgd dat | gemeenten niet een financieel resultaat zou hebben gewaarborgd dat |
| soortgelijk is aan dat van een gemeentelijke leegstandsheffing, wordt | soortgelijk is aan dat van een gemeentelijke leegstandsheffing, wordt |
| door de parlementaire voorbereiding tegengesproken : | door de parlementaire voorbereiding tegengesproken : |
| « Om een gemeente de overgang van het gemeentelijk reglement naar het | « Om een gemeente de overgang van het gemeentelijk reglement naar het |
| stelsel van de opcentiemen te vergemakkelijken werd niets bepaald | stelsel van de opcentiemen te vergemakkelijken werd niets bepaald |
| omtrent het aantal opcentiemen dat de gemeenten mogen heffen. Doordat | omtrent het aantal opcentiemen dat de gemeenten mogen heffen. Doordat |
| zij het aantal opcentiemen vrij kunnen vaststellen, kunnen zij | zij het aantal opcentiemen vrij kunnen vaststellen, kunnen zij |
| desgewenst een gelijkaardig financieel resultaat bereiken als met het | desgewenst een gelijkaardig financieel resultaat bereiken als met het |
| gemeentelijk reglement » (Parl. St., Vlaams Parlement, 1995-1996, nr. | gemeentelijk reglement » (Parl. St., Vlaams Parlement, 1995-1996, nr. |
| 147/1, p. 28; zie eveneens ibid., p. 18, en nr. 147/12, p. 15). | 147/1, p. 28; zie eveneens ibid., p. 18, en nr. 147/12, p. 15). |
| B.15. De decreetgever wenste overigens de overgang van een | B.15. De decreetgever wenste overigens de overgang van een |
| gemeentelijke heffing naar een gewestelijke heffing te | gemeentelijke heffing naar een gewestelijke heffing te |
| vergemakkelijken. In de parlementaire voorbereiding van het decreet | vergemakkelijken. In de parlementaire voorbereiding van het decreet |
| van 22 december 1995 werd hieromtrent het volgende verklaard : | van 22 december 1995 werd hieromtrent het volgende verklaard : |
| « Om een gemeente de overgang van het gemeentelijk reglement naar het | « Om een gemeente de overgang van het gemeentelijk reglement naar het |
| stelsel van de opcentiemen te vergemakkelijken : | stelsel van de opcentiemen te vergemakkelijken : |
| [...] | [...] |
| 2) werd voorzien dat de gebouwen en/of woningen, waarvan bewezen is | 2) werd voorzien dat de gebouwen en/of woningen, waarvan bewezen is |
| dat ze op 1 januari 1996, de datum van de inwerkingtreding van het | dat ze op 1 januari 1996, de datum van de inwerkingtreding van het |
| gewestelijk stelsel, reeds twaalf maanden leegstonden, onmiddellijk | gewestelijk stelsel, reeds twaalf maanden leegstonden, onmiddellijk |
| tot een gewestelijke heffing, inclusief eventuele opcentiemen, | tot een gewestelijke heffing, inclusief eventuele opcentiemen, |
| aanleiding kunnen geven. Aangezien de gemeentereglementen het dienst- | aanleiding kunnen geven. Aangezien de gemeentereglementen het dienst- |
| of kalenderjaar als belastbaar tijdperk hanteren, kunnen de gemeenten | of kalenderjaar als belastbaar tijdperk hanteren, kunnen de gemeenten |
| zonder derving van inkomsten overschakelen bij de inwerkingtreding van | zonder derving van inkomsten overschakelen bij de inwerkingtreding van |
| de decretale regeling; | de decretale regeling; |
| [...] » (Parl. St., Vlaams Parlement, 1995-1996, nr. 147/1, p. 18; zie | [...] » (Parl. St., Vlaams Parlement, 1995-1996, nr. 147/1, p. 18; zie |
| eveneens ibid., nr. 147/12, p. 15). | eveneens ibid., nr. 147/12, p. 15). |
| Aldus werd beoogd de gemeenten aan te sporen het stelsel van de | Aldus werd beoogd de gemeenten aan te sporen het stelsel van de |
| opcentiemen aan te nemen. Bij de totstandkoming van het decreet van 22 | opcentiemen aan te nemen. Bij de totstandkoming van het decreet van 22 |
| december 1995 verklaarde de bevoegde minister : | december 1995 verklaarde de bevoegde minister : |
| « De regeling moest zodanig worden ontworpen dat de gemeenten toch de | « De regeling moest zodanig worden ontworpen dat de gemeenten toch de |
| mogelijkheid hebben om zich hierbij aan te sluiten via de techniek van | mogelijkheid hebben om zich hierbij aan te sluiten via de techniek van |
| de opcentiemen. | de opcentiemen. |
| En omdat het gewest de gemeenten niet kan verplichten om aan te | En omdat het gewest de gemeenten niet kan verplichten om aan te |
| sluiten, diende de regeling zelf daartoe een aantal aansporingen te | sluiten, diende de regeling zelf daartoe een aantal aansporingen te |
| bevatten. | bevatten. |
| Er werd dan ook maximaal tegemoet gekomen aan de wensen en | Er werd dan ook maximaal tegemoet gekomen aan de wensen en |
| verzuchtingen van de gemeenten; voor de onoverkomelijke tekortkomingen | verzuchtingen van de gemeenten; voor de onoverkomelijke tekortkomingen |
| in de eigen reglementen werden in het ontwerp, in de mate van het | in de eigen reglementen werden in het ontwerp, in de mate van het |
| mogelijke, oplossingen geboden » (Parl. St., Vlaams Parlement, | mogelijke, oplossingen geboden » (Parl. St., Vlaams Parlement, |
| 1995-1996, nr. 147/12, p. 15). | 1995-1996, nr. 147/12, p. 15). |
| B.16. Uit wat voorafgaat blijkt dat de decreetgever de steden en | B.16. Uit wat voorafgaat blijkt dat de decreetgever de steden en |
| gemeenten ertoe heeft aangezet opcentiemen te heffen op de | gemeenten ertoe heeft aangezet opcentiemen te heffen op de |
| gewestelijke heffing, in voorkomend geval ter vervanging van een | gewestelijke heffing, in voorkomend geval ter vervanging van een |
| bestaande gemeentelijke krotbelasting of leegstandsheffing. | bestaande gemeentelijke krotbelasting of leegstandsheffing. |
| Bovendien liet de decreetgever ook doorschemeren dat de overstap van | Bovendien liet de decreetgever ook doorschemeren dat de overstap van |
| het stelsel van een gemeentelijke krotbelasting of leegstandsheffing | het stelsel van een gemeentelijke krotbelasting of leegstandsheffing |
| naar het stelsel van opcentiemen op de gewestelijke heffing eenzelfde | naar het stelsel van opcentiemen op de gewestelijke heffing eenzelfde |
| financieel resultaat zou opleveren en zonder derving van inkomsten zou | financieel resultaat zou opleveren en zonder derving van inkomsten zou |
| geschieden. | geschieden. |
| B.17.1. In die omstandigheden vermocht de decreetgever niet het | B.17.1. In die omstandigheden vermocht de decreetgever niet het |
| gewettigde vertrouwen te verstoren van de steden en gemeenten die | gewettigde vertrouwen te verstoren van de steden en gemeenten die |
| opcentiemen hieven op de gewestelijke heffing, zonder in enig | opcentiemen hieven op de gewestelijke heffing, zonder in enig |
| compensatiemechanisme te voorzien voor de financiële inkomsten en de | compensatiemechanisme te voorzien voor de financiële inkomsten en de |
| onkostenvergoeding die de betrokken steden en gemeenten door de | onkostenvergoeding die de betrokken steden en gemeenten door de |
| bestreden bepaling ontberen. | bestreden bepaling ontberen. |
| B.17.2. Ofschoon de decreetgever rekening kon houden met het feit dat | B.17.2. Ofschoon de decreetgever rekening kon houden met het feit dat |
| een deel van de aanslagen met succes werd betwist, waardoor zowel de | een deel van de aanslagen met succes werd betwist, waardoor zowel de |
| gewestelijke heffing als de opcentiemen op die heffing niet | gewestelijke heffing als de opcentiemen op die heffing niet |
| verschuldigd waren, wat minder inkomsten opleverde voor de steden en | verschuldigd waren, wat minder inkomsten opleverde voor de steden en |
| gemeenten die opcentiemen hieven, kon hij niet redelijkerwijs, door | gemeenten die opcentiemen hieven, kon hij niet redelijkerwijs, door |
| met terugwerkende kracht de aanslagen die betrekking hebben op de | met terugwerkende kracht de aanslagen die betrekking hebben op de |
| opnames en op de verjaardagen van eerdere opnames in de inventaris | opnames en op de verjaardagen van eerdere opnames in de inventaris |
| vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2003 als niet bestaande te | vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2003 als niet bestaande te |
| beschouwen, de betrokken steden en gemeenten het ganse inkomen van die | beschouwen, de betrokken steden en gemeenten het ganse inkomen van die |
| financieringsbron ontnemen, zonder op enige wijze de door die gemiste | financieringsbron ontnemen, zonder op enige wijze de door die gemiste |
| inkomsten en onkostenvergoeding te vergoeden. | inkomsten en onkostenvergoeding te vergoeden. |
| B.17.3. Het enige middel is gegrond. | B.17.3. Het enige middel is gegrond. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| vernietigt artikel 19 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei | vernietigt artikel 19 van het decreet van het Vlaamse Gewest van 7 mei |
| 2004 houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende | 2004 houdende wijziging van het decreet van 22 december 1995 houdende |
| bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 en van het decreet | bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996 en van het decreet |
| van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat betreft de | van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wat betreft de |
| bestrijding van de leegstand en verkrotting en onbewoonbaarheid van | bestrijding van de leegstand en verkrotting en onbewoonbaarheid van |
| gebouwen en/of woningen. | gebouwen en/of woningen. |
| Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, | Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, |
| overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op | overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op |
| het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 7 december 2005. | het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 7 december 2005. |
| De griffier, | De griffier, |
| P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| A. Arts. | A. Arts. |