← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 143/2005 van 21 september 2005 Rolnummers 3112 en 3142 In
zake : de prejudiciële vragen over artikel 11 van de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd
bij koninklijk besluit van 18 juli 1977, en arti Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 143/2005 van 21 september 2005 Rolnummers 3112 en 3142 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 11 van de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 18 juli 1977, en arti Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) | Uittreksel uit arrest nr. 143/2005 van 21 september 2005 Rolnummers 3112 en 3142 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 11 van de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 18 juli 1977, en arti Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
Uittreksel uit arrest nr. 143/2005 van 21 september 2005 | Uittreksel uit arrest nr. 143/2005 van 21 september 2005 |
Rolnummers 3112 en 3142 | Rolnummers 3112 en 3142 |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 11 van de algemene wet | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 11 van de algemene wet |
inzake douane en accijnzen, gecoördineerd bij koninklijk besluit van | inzake douane en accijnzen, gecoördineerd bij koninklijk besluit van |
18 juli 1977, en artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de | 18 juli 1977, en artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de |
algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het | algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het |
verkeer daarvan en de controles daarop, gesteld door de Correctionele | verkeer daarvan en de controles daarop, gesteld door de Correctionele |
Rechtbanken te Turnhout en te Dendermonde. | Rechtbanken te Turnhout en te Dendermonde. |
Het Arbitragehof, | Het Arbitragehof, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, L. Lavrysen, A. |
Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, | Alen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke en J. Spreutels, |
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van | bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van |
voorzitter A. Arts, | voorzitter A. Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
a. Bij vonnis van 18 oktober 2004 in zake het openbaar ministerie en | a. Bij vonnis van 18 oktober 2004 in zake het openbaar ministerie en |
de Minister van Financiën tegen M. De Schutter en anderen, waarvan de | de Minister van Financiën tegen M. De Schutter en anderen, waarvan de |
expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 2 november | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 2 november |
2004, heeft de Correctionele Rechtbank te Turnhout de volgende | 2004, heeft de Correctionele Rechtbank te Turnhout de volgende |
prejudiciële vraag gesteld : | prejudiciële vraag gesteld : |
« Schenden artikel 11, §§ 1 en 2, van de algemene wet inzake douane en | « Schenden artikel 11, §§ 1 en 2, van de algemene wet inzake douane en |
accijnzen van 18 juli 1977 (zoals gewijzigd bij artikel 2 van de wet | accijnzen van 18 juli 1977 (zoals gewijzigd bij artikel 2 van de wet |
van 30 november 1979 en artikel 75 van de wet van 22 december 1989) | van 30 november 1979 en artikel 75 van de wet van 22 december 1989) |
en/of artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 'betreffende de algemene | en/of artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 'betreffende de algemene |
regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer | regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer |
daarvan en de controles daarop' de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | daarvan en de controles daarop' de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
in combinatie met de artikelen 170 en 172 van de Grondwet, en maken | in combinatie met de artikelen 170 en 172 van de Grondwet, en maken |
zij derhalve een schending uit van het grondwettelijk beginsel van | zij derhalve een schending uit van het grondwettelijk beginsel van |
gelijkheid en niet-discriminatie, doordat krachtens het voormeld | gelijkheid en niet-discriminatie, doordat krachtens het voormeld |
artikel 11, § 1, de Koning wordt gemachtigd om bepaalde maatregelen te | artikel 11, § 1, de Koning wordt gemachtigd om bepaalde maatregelen te |
treffen inzake douane en accijnzen waaruit een niet te verantwoorden | treffen inzake douane en accijnzen waaruit een niet te verantwoorden |
verschil in behandeling voortvloeit tussen enerzijds de categorie van | verschil in behandeling voortvloeit tussen enerzijds de categorie van |
belastingplichtigen die de grondwettelijke waarborg genieten dat | belastingplichtigen die de grondwettelijke waarborg genieten dat |
belastingen en eventuele vrijstellingen of verminderingen daarvan door | belastingen en eventuele vrijstellingen of verminderingen daarvan door |
een democratisch verkozen beraadslagende vergadering worden | een democratisch verkozen beraadslagende vergadering worden |
vastgesteld en anderzijds de categorie van belastingplichtigen inzake | vastgesteld en anderzijds de categorie van belastingplichtigen inzake |
douane en accijnzen aan wie die grondwettelijke waarborg is ontzegd, | douane en accijnzen aan wie die grondwettelijke waarborg is ontzegd, |
doordat het krachtens de voormelde machtiging door de Koning getroffen | doordat het krachtens de voormelde machtiging door de Koning getroffen |
koninklijk besluit van 29 december 1992 'betreffende de algemene | koninklijk besluit van 29 december 1992 'betreffende de algemene |
regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer | regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer |
daarvan en de controles daarop' manifest laattijdig werd bekrachtigd | daarvan en de controles daarop' manifest laattijdig werd bekrachtigd |
door het voormeld artikel 43 en met miskenning van de bepalingen van | door het voormeld artikel 43 en met miskenning van de bepalingen van |
het voormeld artikel 11, § 2, en/of doordat het krachtens de voormelde | het voormeld artikel 11, § 2, en/of doordat het krachtens de voormelde |
machtiging door de Koning getroffen koninklijk besluit van 29 december | machtiging door de Koning getroffen koninklijk besluit van 29 december |
1992 'betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het | 1992 'betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het |
voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop' met | voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controles daarop' met |
ingang van 1 januari 1993 een nieuwe algemene belastingregeling inzake | ingang van 1 januari 1993 een nieuwe algemene belastingregeling inzake |
accijnzen tot stand brengt die geenszins kan worden aangemerkt als het | accijnzen tot stand brengt die geenszins kan worden aangemerkt als het |
in het interne recht omzetten van een aantal technische voorschriften | in het interne recht omzetten van een aantal technische voorschriften |
van een E.G.-richtlijn en die evenmin kan worden aangemerkt als het in | van een E.G.-richtlijn en die evenmin kan worden aangemerkt als het in |
het interne recht omzetten van bepalingen van een E.G.-richtlijn | het interne recht omzetten van bepalingen van een E.G.-richtlijn |
waarbij de Koning in hoge mate gebonden zou zijn door de inhoud van de | waarbij de Koning in hoge mate gebonden zou zijn door de inhoud van de |
kwestieuze om te zetten bepalingen van de desbetreffende | kwestieuze om te zetten bepalingen van de desbetreffende |
E.G.-richtlijn ? ». | E.G.-richtlijn ? ». |
b. Bij vonnis van 18 oktober 2004 in zake het openbaar ministerie en | b. Bij vonnis van 18 oktober 2004 in zake het openbaar ministerie en |
de Minister van Financiën tegen L. Enderli en anderen, waarvan de | de Minister van Financiën tegen L. Enderli en anderen, waarvan de |
expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 24 november | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 24 november |
2004, heeft de Correctionele Rechtbank te Dendermonde de volgende | 2004, heeft de Correctionele Rechtbank te Dendermonde de volgende |
prejudiciële vraag gesteld : | prejudiciële vraag gesteld : |
« Schenden artikel 11, §§ 1 en 2, van de algemene wet inzake douane en | « Schenden artikel 11, §§ 1 en 2, van de algemene wet inzake douane en |
accijnzen (zoals gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 30 november | accijnzen (zoals gewijzigd bij artikel 2 van de wet van 30 november |
1979 en bij artikel 75 van de wet van 22 december 1989) en/of artikel | 1979 en bij artikel 75 van de wet van 22 december 1989) en/of artikel |
43 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor | 43 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor |
accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de | accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de |
controles daarop, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in combinatie | controles daarop, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in combinatie |
met de artikelen 170 en 172 van de Grondwet en maken zij derhalve een | met de artikelen 170 en 172 van de Grondwet en maken zij derhalve een |
schending uit van het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en | schending uit van het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en |
niet-discriminatie, doordat krachtens het voormeld artikel 11, § 1, de | niet-discriminatie, doordat krachtens het voormeld artikel 11, § 1, de |
Koning wordt gemachtigd om bepaalde maatregelen te treffen inzake | Koning wordt gemachtigd om bepaalde maatregelen te treffen inzake |
douane en accijnzen waaruit een niet te verantwoorden verschil in | douane en accijnzen waaruit een niet te verantwoorden verschil in |
behandeling voortvloeit tussen enerzijds de categorie van | behandeling voortvloeit tussen enerzijds de categorie van |
belastingplichtigen die de grondwettelijke waarborg genieten dat | belastingplichtigen die de grondwettelijke waarborg genieten dat |
belastingen en eventuele vrijstellingen of verminderingen daarvan door | belastingen en eventuele vrijstellingen of verminderingen daarvan door |
een democratisch verkozen beraadslagende vergadering worden | een democratisch verkozen beraadslagende vergadering worden |
vastgesteld en anderzijds de categorie van belastingplichtigen inzake | vastgesteld en anderzijds de categorie van belastingplichtigen inzake |
douane en accijnzen aan wie die grondwettelijke waarborg is ontzegd, | douane en accijnzen aan wie die grondwettelijke waarborg is ontzegd, |
doordat het krachtens de voormelde machtiging door de Koning getroffen | doordat het krachtens de voormelde machtiging door de Koning getroffen |
koninklijk besluit van 29 december 1992 betreffende de algemene | koninklijk besluit van 29 december 1992 betreffende de algemene |
regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer | regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben, en het verkeer |
daarvan en de controles daarop, manifest laattijdig werd bekrachtigd | daarvan en de controles daarop, manifest laattijdig werd bekrachtigd |
door het voormeld artikel 43 en met miskenning van de bepalingen van | door het voormeld artikel 43 en met miskenning van de bepalingen van |
het voormeld artikel 11, § 2, en/of doordat het krachtens de voormelde | het voormeld artikel 11, § 2, en/of doordat het krachtens de voormelde |
machtiging door de Koning getroffen koninklijk besluit van 29 december | machtiging door de Koning getroffen koninklijk besluit van 29 december |
1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het | 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het |
voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controle daarop, met | voorhanden hebben, en het verkeer daarvan en de controle daarop, met |
ingang van 1 januari 1993 een nieuwe algemene belastingregeling inzake | ingang van 1 januari 1993 een nieuwe algemene belastingregeling inzake |
accijnzen tot stand lijkt te brengen die niet kan worden aangemerkt | accijnzen tot stand lijkt te brengen die niet kan worden aangemerkt |
als het in het interne recht omzetten van een aantal technische | als het in het interne recht omzetten van een aantal technische |
voorschriften van een E.G.-richtlijn ? ». | voorschriften van een E.G.-richtlijn ? ». |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3112 en 3142 van de rol van | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3112 en 3142 van de rol van |
het Hof, werden samengevoegd. | het Hof, werden samengevoegd. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid met de | B.1. Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid met de |
artikelen 10 en 11, in samenhang met de artikelen 170 en 172, van de | artikelen 10 en 11, in samenhang met de artikelen 170 en 172, van de |
Grondwet, van artikel 11 van de algemene wet inzake douane en | Grondwet, van artikel 11 van de algemene wet inzake douane en |
accijnzen, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 18 juli 1977 | accijnzen, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 18 juli 1977 |
(hierna : A.W.D.A.), en van artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 | (hierna : A.W.D.A.), en van artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 |
betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden | betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden |
hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop. | hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop. |
B.2. De in het geding zijnde bepalingen luiden : | B.2. De in het geding zijnde bepalingen luiden : |
- Artikel 11 van de A.W.D.A. : | - Artikel 11 van de A.W.D.A. : |
« § 1. Onverminderd de verordeningen en beschikkingen van algemene | « § 1. Onverminderd de verordeningen en beschikkingen van algemene |
aard, door de Raad of door de Commissie van de Europese Gemeenschappen | aard, door de Raad of door de Commissie van de Europese Gemeenschappen |
genomen inzake douane, mag de Koning, bij wege van een besluit | genomen inzake douane, mag de Koning, bij wege van een besluit |
waarover door de in Raad vergaderde Ministers is beraadslaagd, alle | waarover door de in Raad vergaderde Ministers is beraadslaagd, alle |
maatregelen treffen inzake douane en accijnzen om de goede uitvoering | maatregelen treffen inzake douane en accijnzen om de goede uitvoering |
te verzekeren van internationale akten, beslissingen, aanbevelingen en | te verzekeren van internationale akten, beslissingen, aanbevelingen en |
afspraken, hieronder begrepen zijnde het opheffen of het wijzigen van | afspraken, hieronder begrepen zijnde het opheffen of het wijzigen van |
wetsbepalingen. | wetsbepalingen. |
§ 2. De besluiten, die in de loop van een jaar zijn getroffen bij | § 2. De besluiten, die in de loop van een jaar zijn getroffen bij |
toepassing van § 1, maken tezamen het voorwerp uit van een ontwerp van | toepassing van § 1, maken tezamen het voorwerp uit van een ontwerp van |
bekrachtigingswet dat, bij het begin van het volgende jaar, bij de | bekrachtigingswet dat, bij het begin van het volgende jaar, bij de |
wetgevende Kamers wordt ingediend. » | wetgevende Kamers wordt ingediend. » |
- Artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene | - Artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene |
regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer | regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer |
daarvan en de controles daarop : | daarvan en de controles daarop : |
« Het koninklijk besluit van 29 december 1992 betreffende de algemene | « Het koninklijk besluit van 29 december 1992 betreffende de algemene |
regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer | regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer |
daarvan en de controles daarop, gewijzigd bij het koninklijk besluit | daarvan en de controles daarop, gewijzigd bij het koninklijk besluit |
van 29 december 1992 en bij het koninklijk besluit van 30 juni 1995, | van 29 december 1992 en bij het koninklijk besluit van 30 juni 1995, |
wordt bekrachtigd voor de periode dat het uitwerking had ». | wordt bekrachtigd voor de periode dat het uitwerking had ». |
B.3.1. Uit de artikelen 170, § 1, en 172, tweede lid, van de Grondwet | B.3.1. Uit de artikelen 170, § 1, en 172, tweede lid, van de Grondwet |
kan worden afgeleid dat geen enkele belasting kan worden geheven en | kan worden afgeleid dat geen enkele belasting kan worden geheven en |
dat geen enkele vrijstelling van belasting kan worden verleend zonder | dat geen enkele vrijstelling van belasting kan worden verleend zonder |
instemming van de belastingplichtigen, uitgedrukt door hun | instemming van de belastingplichtigen, uitgedrukt door hun |
vertegenwoordigers. Daaruit volgt dat de fiscale aangelegenheid een | vertegenwoordigers. Daaruit volgt dat de fiscale aangelegenheid een |
bevoegdheid is die door de Grondwet aan de wet wordt voorbehouden en | bevoegdheid is die door de Grondwet aan de wet wordt voorbehouden en |
dat elke delegatie die betrekking heeft op het bepalen van één van de | dat elke delegatie die betrekking heeft op het bepalen van één van de |
essentiële elementen van de belasting in beginsel ongrondwettig is. | essentiële elementen van de belasting in beginsel ongrondwettig is. |
De niet-inachtneming van die bepalingen impliceert bovendien een | De niet-inachtneming van die bepalingen impliceert bovendien een |
schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Zij houdt immers | schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Zij houdt immers |
een niet te verantwoorden verschil in behandeling in tussen twee | een niet te verantwoorden verschil in behandeling in tussen twee |
categorieën van belastingplichtigen : degenen die de waarborg genieten | categorieën van belastingplichtigen : degenen die de waarborg genieten |
dat niemand kan worden onderworpen aan een belasting indien daartoe | dat niemand kan worden onderworpen aan een belasting indien daartoe |
niet is beslist door een democratisch verkozen beraadslagende | niet is beslist door een democratisch verkozen beraadslagende |
vergadering en degenen aan wie die grondwettelijke waarborg wordt | vergadering en degenen aan wie die grondwettelijke waarborg wordt |
ontzegd. | ontzegd. |
B.3.2. Wanneer de wetgever zich evenwel in de onmogelijkheid bevindt | B.3.2. Wanneer de wetgever zich evenwel in de onmogelijkheid bevindt |
om zelf alle essentiële elementen van een belasting vast te stellen | om zelf alle essentiële elementen van een belasting vast te stellen |
omdat de inachtneming van de parlementaire procedure hem niet ertoe in | omdat de inachtneming van de parlementaire procedure hem niet ertoe in |
staat zou stellen met de vereiste spoed te handelen om een | staat zou stellen met de vereiste spoed te handelen om een |
doelstelling van algemeen belang te verwezenlijken, kan worden | doelstelling van algemeen belang te verwezenlijken, kan worden |
aanvaard dat hij de Koning ertoe machtigt zulks te doen op voorwaarde | aanvaard dat hij de Koning ertoe machtigt zulks te doen op voorwaarde |
dat die machtiging uitdrukkelijk en ondubbelzinnig is en dat de door | dat die machtiging uitdrukkelijk en ondubbelzinnig is en dat de door |
de Koning genomen maatregelen door de wetgevende macht worden | de Koning genomen maatregelen door de wetgevende macht worden |
onderzocht binnen een relatief korte termijn, vastgesteld in de | onderzocht binnen een relatief korte termijn, vastgesteld in de |
machtigingswet. | machtigingswet. |
Ten aanzien van artikel 11 van de A.W.D.A. | Ten aanzien van artikel 11 van de A.W.D.A. |
B.4.1. Uit de machtiging, in artikel 11, § 1, van de A.W.D.A., aan de | B.4.1. Uit de machtiging, in artikel 11, § 1, van de A.W.D.A., aan de |
Koning om « alle maatregelen [te] treffen inzake douane en accijnzen | Koning om « alle maatregelen [te] treffen inzake douane en accijnzen |
om de goede uitvoering te verzekeren van internationale akten, | om de goede uitvoering te verzekeren van internationale akten, |
beslissingen, aanbevelingen en afspraken, hieronder begrepen zijnde | beslissingen, aanbevelingen en afspraken, hieronder begrepen zijnde |
het opheffen of het wijzigen van wetsbepalingen », vloeit een verschil | het opheffen of het wijzigen van wetsbepalingen », vloeit een verschil |
in behandeling voort tussen de categorie van belastingplichtigen die | in behandeling voort tussen de categorie van belastingplichtigen die |
de voormelde grondwettelijke waarborg genieten, en de categorie van | de voormelde grondwettelijke waarborg genieten, en de categorie van |
belastingplichtigen inzake douane en accijnzen, aan wie die | belastingplichtigen inzake douane en accijnzen, aan wie die |
grondwettelijke waarborg is ontzegd. Een dergelijk verschil in | grondwettelijke waarborg is ontzegd. Een dergelijk verschil in |
behandeling is in beginsel niet te verantwoorden. | behandeling is in beginsel niet te verantwoorden. |
B.4.2. Artikel 11, § 2, van de A.W.D.A. heeft evenwel erin voorzien | B.4.2. Artikel 11, § 2, van de A.W.D.A. heeft evenwel erin voorzien |
dat de aldus door de Koning genomen besluiten het voorwerp dienen uit | dat de aldus door de Koning genomen besluiten het voorwerp dienen uit |
te maken van een bekrachtigingswet. Volgens die wetsbepaling moet, | te maken van een bekrachtigingswet. Volgens die wetsbepaling moet, |
telkens bij het begin van het jaar dat volgt op het jaar waarin de | telkens bij het begin van het jaar dat volgt op het jaar waarin de |
desbetreffende koninklijke besluiten zijn genomen, een ontwerp van | desbetreffende koninklijke besluiten zijn genomen, een ontwerp van |
bekrachtigingswet bij de wetgevende Kamers worden ingediend. | bekrachtigingswet bij de wetgevende Kamers worden ingediend. |
B.4.3. Nu de machtiging vervat in artikel 11 van de A.W.D.A. voldoet | B.4.3. Nu de machtiging vervat in artikel 11 van de A.W.D.A. voldoet |
aan de voorwaarden uiteengezet in B.3.2, is die bepaling bestaanbaar | aan de voorwaarden uiteengezet in B.3.2, is die bepaling bestaanbaar |
met de artikelen 170, § 1, en 172, al dan niet in samenhang gelezen | met de artikelen 170, § 1, en 172, al dan niet in samenhang gelezen |
met de artikelen 10 en 11, van de Grondwet. | met de artikelen 10 en 11, van de Grondwet. |
B.5. In zoverre de prejudiciële vragen betrekking hebben op artikel 11 | B.5. In zoverre de prejudiciële vragen betrekking hebben op artikel 11 |
van de A.W.D.A. dienen zij ontkennend te worden beantwoord. | van de A.W.D.A. dienen zij ontkennend te worden beantwoord. |
Ten aanzien van artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 | Ten aanzien van artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 |
B.6. Artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 bekrachtigt het koninklijk | B.6. Artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 bekrachtigt het koninklijk |
besluit van 29 december 1992 betreffende de algemene regeling voor | besluit van 29 december 1992 betreffende de algemene regeling voor |
accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de | accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de |
controles daarop. | controles daarop. |
Het voormelde koninklijk besluit van 29 december 1992, genomen op | Het voormelde koninklijk besluit van 29 december 1992, genomen op |
grond van de bij artikel 11, § 1, van de A.W.D.A. aan de Koning | grond van de bij artikel 11, § 1, van de A.W.D.A. aan de Koning |
verleende machtiging en in werking getreden op 1 januari 1993, strekte | verleende machtiging en in werking getreden op 1 januari 1993, strekte |
tot de tijdige omzetting in het interne recht van de richtlijn | tot de tijdige omzetting in het interne recht van de richtlijn |
92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene | 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992 betreffende de algemene |
regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer | regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden hebben en het verkeer |
daarvan en de controles daarop. Krachtens artikel 31, lid 1, eerste | daarvan en de controles daarop. Krachtens artikel 31, lid 1, eerste |
zin, van die richtlijn doen de lidstaten de nodige wettelijke en | zin, van die richtlijn doen de lidstaten de nodige wettelijke en |
bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om op 1 januari 1993 | bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om op 1 januari 1993 |
aan die richtlijn te voldoen. | aan die richtlijn te voldoen. |
De parlementaire voorbereiding van de wet van 10 juni 1997 vermeldt | De parlementaire voorbereiding van de wet van 10 juni 1997 vermeldt |
daaromtrent : | daaromtrent : |
« In samenhang met de afschaffing van de fiscale grenzen naar | « In samenhang met de afschaffing van de fiscale grenzen naar |
aanleiding van de oprichting en de werking van de interne markt op 1 | aanleiding van de oprichting en de werking van de interne markt op 1 |
januari 1993 en het ermee gepaard gaande vrij verkeer van goederen bij | januari 1993 en het ermee gepaard gaande vrij verkeer van goederen bij |
intracommunautair vervoer, handelt Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van | intracommunautair vervoer, handelt Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van |
de Europese Gemeenschappen van 25 februari 1992 [...] over de algemene | de Europese Gemeenschappen van 25 februari 1992 [...] over de algemene |
regeling, het voorhanden hebben, het verkeer en de controle van de | regeling, het voorhanden hebben, het verkeer en de controle van de |
produkten onderworpen aan communautaire accijnzen [...]. | produkten onderworpen aan communautaire accijnzen [...]. |
Om de volledige uitwerking van de bovenvermelde bepalingen vanaf hun | Om de volledige uitwerking van de bovenvermelde bepalingen vanaf hun |
inwerkingtreding te optimaliseren werd met artikel 1 van Richtlijn | inwerkingtreding te optimaliseren werd met artikel 1 van Richtlijn |
92/108/EEG van de Raad van 14 december 1992 [...] Richtlijn 92/12 | 92/108/EEG van de Raad van 14 december 1992 [...] Richtlijn 92/12 |
gewijzigd. | gewijzigd. |
De lidstaten van de EG dienden zich ten laatste op 31 december 1992 te | De lidstaten van de EG dienden zich ten laatste op 31 december 1992 te |
schikken naar deze eerste twee richtlijnen. Zij werden tevens in | schikken naar deze eerste twee richtlijnen. Zij werden tevens in |
nationaal recht omgezet bij koninklijk besluit van 29 december 1992 | nationaal recht omgezet bij koninklijk besluit van 29 december 1992 |
betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden | betreffende de algemene regeling voor accijnsprodukten, het voorhanden |
hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop en bij koninklijk | hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop en bij koninklijk |
besluit van 29 december 1992 betreffende de accijnzen [...] » (Parl. | besluit van 29 december 1992 betreffende de accijnzen [...] » (Parl. |
St., Kamer, 1996-1997, nr. 781/1, pp. 1-2; zie ook : advies van de | St., Kamer, 1996-1997, nr. 781/1, pp. 1-2; zie ook : advies van de |
Raad van State, ibid., p. 36). | Raad van State, ibid., p. 36). |
B.7. Krachtens artikel 11, § 2, van de A.W.D.A. diende het koninklijk | B.7. Krachtens artikel 11, § 2, van de A.W.D.A. diende het koninklijk |
besluit van 29 december 1992 het voorwerp uit te maken van een ontwerp | besluit van 29 december 1992 het voorwerp uit te maken van een ontwerp |
van bekrachtigingswet dat, « bij het begin van het volgende jaar », - | van bekrachtigingswet dat, « bij het begin van het volgende jaar », - |
te dezen begin 1993 - bij de wetgevende Kamers moest worden ingediend. | te dezen begin 1993 - bij de wetgevende Kamers moest worden ingediend. |
Het ontwerp van bekrachtigingswet van het koninklijk besluit van 29 | Het ontwerp van bekrachtigingswet van het koninklijk besluit van 29 |
december 1992 werd pas op 22 november 1996 ingediend (Parl. St., | december 1992 werd pas op 22 november 1996 ingediend (Parl. St., |
Kamer, 1996-1997, nr. 781/1), dit is ruim drie jaar na het in artikel | Kamer, 1996-1997, nr. 781/1), dit is ruim drie jaar na het in artikel |
11, § 2, van de A.W.D.A. bepaalde tijdstip. Dat koninklijk besluit | 11, § 2, van de A.W.D.A. bepaalde tijdstip. Dat koninklijk besluit |
werd vervolgens met ingang van 11 augustus 1997 - ruim vier jaar na de | werd vervolgens met ingang van 11 augustus 1997 - ruim vier jaar na de |
inwerkingtreding ervan - bekrachtigd bij artikel 43 van de wet van 10 | inwerkingtreding ervan - bekrachtigd bij artikel 43 van de wet van 10 |
juni 1997 « voor de periode dat het uitwerking had ». | juni 1997 « voor de periode dat het uitwerking had ». |
B.8.1. De prejudiciële vragen hebben in wezen betrekking op de | B.8.1. De prejudiciële vragen hebben in wezen betrekking op de |
laattijdige bekrachtiging van het koninklijk besluit van 29 december | laattijdige bekrachtiging van het koninklijk besluit van 29 december |
1992 bij artikel 43 van de wet van 10 juni 1997, zodat het onderzoek | 1992 bij artikel 43 van de wet van 10 juni 1997, zodat het onderzoek |
door de wetgevende Kamers van het koninklijk besluit van 29 december | door de wetgevende Kamers van het koninklijk besluit van 29 december |
1992, genomen op grond van artikel 11, § 1, van de A.W.D.A., niet | 1992, genomen op grond van artikel 11, § 1, van de A.W.D.A., niet |
heeft plaatsgevonden binnen de relatief korte termijn vastgesteld in | heeft plaatsgevonden binnen de relatief korte termijn vastgesteld in |
artikel 11, § 2, van de A.W.D.A. | artikel 11, § 2, van de A.W.D.A. |
B.8.2. In het arrest nr. 60/2002 heeft het Hof zich over een | B.8.2. In het arrest nr. 60/2002 heeft het Hof zich over een |
soortgelijke problematiek uitgesproken als volgt : | soortgelijke problematiek uitgesproken als volgt : |
« Inzonderheid gelet op het feit dat de Koning Zich ertoe heeft | « Inzonderheid gelet op het feit dat de Koning Zich ertoe heeft |
beperkt een aantal technische voorschriften van E.G.-richtlijnen in | beperkt een aantal technische voorschriften van E.G.-richtlijnen in |
het interne recht om te zetten waarbij - zoals dit overigens ook het | het interne recht om te zetten waarbij - zoals dit overigens ook het |
geval zou zijn voor de wetgever zelf -, Hij in hoge mate gebonden is | geval zou zijn voor de wetgever zelf -, Hij in hoge mate gebonden is |
door de inhoud van de om te zetten bepalingen van de desbetreffende | door de inhoud van de om te zetten bepalingen van de desbetreffende |
richtlijnen, maakt zulk een laattijdige bekrachtiging te dezen geen | richtlijnen, maakt zulk een laattijdige bekrachtiging te dezen geen |
schending uit van het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en | schending uit van het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en |
niet-discriminatie ». | niet-discriminatie ». |
B.9. Uit de formulering van de prejudiciële vragen blijkt evenwel dat | B.9. Uit de formulering van de prejudiciële vragen blijkt evenwel dat |
van die overwegingen van het arrest nr. 60/2002 in de thans | van die overwegingen van het arrest nr. 60/2002 in de thans |
voorliggende zaak geen toepassing zou kunnen worden gemaakt, om reden | voorliggende zaak geen toepassing zou kunnen worden gemaakt, om reden |
dat, enerzijds, de richtlijn 92/12/EEG, in het interne recht omgezet | dat, enerzijds, de richtlijn 92/12/EEG, in het interne recht omgezet |
bij het koninklijk besluit van 29 december 1992, geen louter | bij het koninklijk besluit van 29 december 1992, geen louter |
technische voorschriften zou betreffen, maar een aantal essentiële | technische voorschriften zou betreffen, maar een aantal essentiële |
elementen van de belastingheffing zou bepalen en, anderzijds, de | elementen van de belastingheffing zou bepalen en, anderzijds, de |
Koning bij de omzetting in het interne recht van de richtlijn | Koning bij de omzetting in het interne recht van de richtlijn |
92/12/EEG niet in hoge mate gebonden zou zijn door de inhoud van de om | 92/12/EEG niet in hoge mate gebonden zou zijn door de inhoud van de om |
te zetten bepalingen van die richtlijn. | te zetten bepalingen van die richtlijn. |
B.10.1. De richtlijn 92/12/EEG bepaalt welke producten in het kader | B.10.1. De richtlijn 92/12/EEG bepaalt welke producten in het kader |
van het gemeenschapsrecht aan accijns zijn onderworpen (artikel 3, lid | van het gemeenschapsrecht aan accijns zijn onderworpen (artikel 3, lid |
1), geeft aan wanneer het belastbare feit zich voordoet (artikel 5, | 1), geeft aan wanneer het belastbare feit zich voordoet (artikel 5, |
lid 1) en stelt het tijdstip vast waarop de accijns verschuldigd wordt | lid 1) en stelt het tijdstip vast waarop de accijns verschuldigd wordt |
(artikel 6, lid 1). Zij bepaalt ook in welke lidstaat de accijns moet | (artikel 6, lid 1). Zij bepaalt ook in welke lidstaat de accijns moet |
worden geheven (artikel 7, lid 1, en de artikelen 8 en 9) en, voor | worden geheven (artikel 7, lid 1, en de artikelen 8 en 9) en, voor |
enkele gevallen, door wie de accijns verschuldigd is (artikel 7, lid | enkele gevallen, door wie de accijns verschuldigd is (artikel 7, lid |
2juncto, lid 3, artikel 9, lid 1, tweede alinea, en artikel 20, lid | 2juncto, lid 3, artikel 9, lid 1, tweede alinea, en artikel 20, lid |
1). | 1). |
Die bepalingen omvatten aldus een aantal essentiële elementen van de | Die bepalingen omvatten aldus een aantal essentiële elementen van de |
belastingheffing - te dezen de accijnsheffing - die verder reiken dan | belastingheffing - te dezen de accijnsheffing - die verder reiken dan |
het vaststellen van technische voorschriften. Daaruit volgt dat de | het vaststellen van technische voorschriften. Daaruit volgt dat de |
Koning bij de omzetting in het interne recht van die richtlijn bij het | Koning bij de omzetting in het interne recht van die richtlijn bij het |
koninklijk besluit van 29 december 1992 niet louter technische | koninklijk besluit van 29 december 1992 niet louter technische |
voorschriften heeft omgezet. | voorschriften heeft omgezet. |
B.10.2. Met de accijnsrichtlijn 92/12/EEG heeft slechts een | B.10.2. Met de accijnsrichtlijn 92/12/EEG heeft slechts een |
gedeeltelijke harmonisering plaatsgevonden. Die richtlijn beperkt zich | gedeeltelijke harmonisering plaatsgevonden. Die richtlijn beperkt zich |
in wezen immers tot indeling van de producten aan de hand van | in wezen immers tot indeling van de producten aan de hand van |
objectieve criteria - onder meer verband houdend met de toegepaste | objectieve criteria - onder meer verband houdend met de toegepaste |
productieprocédés -, omschrijving van de voorwaarden voor de | productieprocédés -, omschrijving van de voorwaarden voor de |
verschuldigdheid van de accijns, regulering van het verkeer van | verschuldigdheid van de accijns, regulering van het verkeer van |
accijnsproducten en vaststelling van de maatstaf van heffing en de | accijnsproducten en vaststelling van de maatstaf van heffing en de |
minimumtarieven. | minimumtarieven. |
Zonder uitspraak te doen over de vraag of uit zulk een gedeeltelijke | Zonder uitspraak te doen over de vraag of uit zulk een gedeeltelijke |
harmonisering kan worden afgeleid dat de Koning bij de omzetting in | harmonisering kan worden afgeleid dat de Koning bij de omzetting in |
het interne recht van de voormelde accijnsrichtlijn in hoge mate | het interne recht van de voormelde accijnsrichtlijn in hoge mate |
gebonden was door de inhoud van de om te zetten bepalingen van die | gebonden was door de inhoud van de om te zetten bepalingen van die |
richtlijn, stelt het Hof te dezen vast dat uit een inhoudelijke | richtlijn, stelt het Hof te dezen vast dat uit een inhoudelijke |
vergelijking van de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 | vergelijking van de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 |
december 1992 met die van de accijnsrichtlijn 92/12/EEG blijkt dat de | december 1992 met die van de accijnsrichtlijn 92/12/EEG blijkt dat de |
Koning zich ertoe heeft beperkt die Europeesrechtelijke normen zo goed | Koning zich ertoe heeft beperkt die Europeesrechtelijke normen zo goed |
als letterlijk over te nemen. Het gegeven dat de huidige wetgever de | als letterlijk over te nemen. Het gegeven dat de huidige wetgever de |
programmawet van 22 december 2003 heeft aangenomen, waaruit een andere | programmawet van 22 december 2003 heeft aangenomen, waaruit een andere |
beleidskeuze blijkt, doet daaraan niets af. | beleidskeuze blijkt, doet daaraan niets af. |
B.10.3. Het koninklijk besluit van 29 december 1992 betreffende de | B.10.3. Het koninklijk besluit van 29 december 1992 betreffende de |
algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het | algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het |
verkeer daarvan en de controles daarop werd bekendgemaakt in het | verkeer daarvan en de controles daarop werd bekendgemaakt in het |
Belgisch Staatsblad van 31 december 1992. | Belgisch Staatsblad van 31 december 1992. |
Hoewel kan worden betreurd dat de bekrachtiging van dat besluit bij | Hoewel kan worden betreurd dat de bekrachtiging van dat besluit bij |
artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 laattijdig heeft | artikel 43 van de wet van 10 juni 1997 laattijdig heeft |
plaatsgevonden, ging het te dezen niet erom, in | plaatsgevonden, ging het te dezen niet erom, in |
accijnsaangelegenheden, een onvoorspelbaar element in te voeren, nu | accijnsaangelegenheden, een onvoorspelbaar element in te voeren, nu |
vanaf 31 december 1992 de rechtzoekenden over de betrokken regelgeving | vanaf 31 december 1992 de rechtzoekenden over de betrokken regelgeving |
waren ingelicht. | waren ingelicht. |
B.10.4. Bovendien werd het koninklijk besluit van 29 december 1992 | B.10.4. Bovendien werd het koninklijk besluit van 29 december 1992 |
bekrachtigd, zodat de wetgever moet worden geacht zich de bepalingen | bekrachtigd, zodat de wetgever moet worden geacht zich de bepalingen |
van dat koninklijk besluit te hebben toegeëigend vanaf 1 januari 1993, | van dat koninklijk besluit te hebben toegeëigend vanaf 1 januari 1993, |
datum van inwerkingtreding van dat koninklijk besluit (artikel 31 van | datum van inwerkingtreding van dat koninklijk besluit (artikel 31 van |
dat besluit). | dat besluit). |
B.10.5. Gelet op al die specifieke elementen, inzonderheid de zo goed | B.10.5. Gelet op al die specifieke elementen, inzonderheid de zo goed |
als letterlijke overname van een dwingende richtlijn die zelf | als letterlijke overname van een dwingende richtlijn die zelf |
verscheidene essentiële elementen van een belasting bevat, kan de | verscheidene essentiële elementen van een belasting bevat, kan de |
laattijdige bekrachtiging niet worden aangemerkt als een niet te | laattijdige bekrachtiging niet worden aangemerkt als een niet te |
verantwoorden aantasting van de waarborgen vervat in de artikelen 170, | verantwoorden aantasting van de waarborgen vervat in de artikelen 170, |
§ 1, en 172, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en | § 1, en 172, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en |
11, van de Grondwet. | 11, van de Grondwet. |
B.11. In zoverre de prejudiciële vragen betrekking hebben op artikel | B.11. In zoverre de prejudiciële vragen betrekking hebben op artikel |
43 van de wet van 10 juni 1997 dienen zij ontkennend te worden | 43 van de wet van 10 juni 1997 dienen zij ontkennend te worden |
beantwoord. | beantwoord. |
Om die redenen, | Om die redenen, |
het Hof | het Hof |
zegt voor recht : | zegt voor recht : |
Artikel 11 van de algemene wet inzake douane en accijnzen, | Artikel 11 van de algemene wet inzake douane en accijnzen, |
gecoördineerd bij koninklijk besluit van 18 juli 1977, en artikel 43 | gecoördineerd bij koninklijk besluit van 18 juli 1977, en artikel 43 |
van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor | van de wet van 10 juni 1997 betreffende de algemene regeling voor |
accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de | accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de |
controles daarop, schenden niet de artikelen 170, § 1, en 172, al dan | controles daarop, schenden niet de artikelen 170, § 1, en 172, al dan |
niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11, van de Grondwet. | niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11, van de Grondwet. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 september 2005. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 21 september 2005. |
De griffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux | P.-Y. Dutilleux |
De voorzitter, | De voorzitter, |
A. Arts | A. Arts |