← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 29/2005 van 9 februari 2005 Rolnummer 2928 In zake :
het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 160, 1°, 2° en 3°, van het decreet van de Vlaamse
Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructure Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts
en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 29/2005 van 9 februari 2005 Rolnummer 2928 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 160, 1°, 2° en 3°, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructure Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) | Uittreksel uit arrest nr. 29/2005 van 9 februari 2005 Rolnummer 2928 In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 160, 1°, 2° en 3°, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructure Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
Uittreksel uit arrest nr. 29/2005 van 9 februari 2005 | Uittreksel uit arrest nr. 29/2005 van 9 februari 2005 |
Rolnummer 2928 | Rolnummer 2928 |
In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 160, | In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 160, |
1°, 2° en 3°, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 4 april | 1°, 2° en 3°, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 4 april |
2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in | 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in |
Vlaanderen, ingesteld door de Universiteit Gent. | Vlaanderen, ingesteld door de Universiteit Gent. |
Het Arbitragehof, | Het Arbitragehof, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, A. Alen, J.-P. | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot, A. Alen, J.-P. |
Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, bijgestaan door de griffier L. | Snappe, J.-P. Moerman en E. Derycke, bijgestaan door de griffier L. |
Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, wijst na beraad | Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter A. Arts, wijst na beraad |
het volgende arrest : | het volgende arrest : |
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging | I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging |
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 13 februari | Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 13 februari |
2004 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 16 | 2004 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 16 |
februari 2004, heeft de Universiteit Gent, met zetel te 9000 Gent, | februari 2004, heeft de Universiteit Gent, met zetel te 9000 Gent, |
Sint-Pietersnieuwstraat 25, beroep tot gedeeltelijke vernietiging | Sint-Pietersnieuwstraat 25, beroep tot gedeeltelijke vernietiging |
ingesteld van artikel 160, 1°, 2° en 3°, van het decreet van de | ingesteld van artikel 160, 1°, 2° en 3°, van het decreet van de |
Vlaamse Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructurering | Vlaamse Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructurering |
van het hoger onderwijs in Vlaanderen (bekendgemaakt in het Belgisch | van het hoger onderwijs in Vlaanderen (bekendgemaakt in het Belgisch |
Staatsblad van 14 augustus 2003). | Staatsblad van 14 augustus 2003). |
(...) | (...) |
II. In rechte | II. In rechte |
(...) | (...) |
B.1. De verzoekende partij stelt beroep tot vernietiging in van | B.1. De verzoekende partij stelt beroep tot vernietiging in van |
artikel 160, 1° tot en met 3°, van het Vlaamse decreet van 4 april | artikel 160, 1° tot en met 3°, van het Vlaamse decreet van 4 april |
2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in | 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in |
Vlaanderen (hierna : het structuurdecreet), | Vlaanderen (hierna : het structuurdecreet), |
- wat betreft het 1° van die bepaling, in zoverre daardoor in artikel | - wat betreft het 1° van die bepaling, in zoverre daardoor in artikel |
130, § 1, van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de | 130, § 1, van het decreet van 12 juni 1991 betreffende de |
universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, zoals laatst gewijzigd bij | universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, zoals laatst gewijzigd bij |
het decreet van 14 februari 2003, de woorden « 2001, 2002, 2003 en | het decreet van 14 februari 2003, de woorden « 2001, 2002, 2003 en |
2004 » worden vervangen door de woorden « 2001 tot en met 2006 »; | 2004 » worden vervangen door de woorden « 2001 tot en met 2006 »; |
- wat betreft het 2° en het 3° van die bepaling, in zoverre daardoor | - wat betreft het 2° en het 3° van die bepaling, in zoverre daardoor |
in artikel 130, § 2, 2°, en § 3, 2°, van het voormelde decreet van 12 | in artikel 130, § 2, 2°, en § 3, 2°, van het voormelde decreet van 12 |
juni 1991 respectievelijk het bedoelde « forfaitair bedrag » en de | juni 1991 respectievelijk het bedoelde « forfaitair bedrag » en de |
bedoelde « extra bijdragen aan werkingsuitkeringen » voor de jaren | bedoelde « extra bijdragen aan werkingsuitkeringen » voor de jaren |
2005 en 2006 worden vastgesteld. | 2005 en 2006 worden vastgesteld. |
Ten aanzien van de ontvankelijkheid | Ten aanzien van de ontvankelijkheid |
B.2. In zoverre het beroep is gericht tegen het 1° van artikel 160 van | B.2. In zoverre het beroep is gericht tegen het 1° van artikel 160 van |
het structuurdecreet is het niet ontvankelijk, aangezien de | het structuurdecreet is het niet ontvankelijk, aangezien de |
verzoekende partij niet uiteenzet in welk opzicht de vervanging van de | verzoekende partij niet uiteenzet in welk opzicht de vervanging van de |
woorden « 2001, 2002, 2003 en 2004 » door de woorden « 2001 tot en met | woorden « 2001, 2002, 2003 en 2004 » door de woorden « 2001 tot en met |
2006 » de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt zou schenden, | 2006 » de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt zou schenden, |
zodat het middel - in die mate - niet voldoet aan de vereisten van | zodat het middel - in die mate - niet voldoet aan de vereisten van |
artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
Arbitragehof. | Arbitragehof. |
Artikel 130, § 1, van het universiteitendecreet van 12 juni 1991, dat | Artikel 130, § 1, van het universiteitendecreet van 12 juni 1991, dat |
door het 1° van artikel 160 van het structuurdecreet wordt gewijzigd, | door het 1° van artikel 160 van het structuurdecreet wordt gewijzigd, |
heeft overigens enkel betrekking op een opsomming van de componenten | heeft overigens enkel betrekking op een opsomming van de componenten |
waaruit de werkingsuitkering aan de universiteiten - thans ook voor de | waaruit de werkingsuitkering aan de universiteiten - thans ook voor de |
jaren 2005 en 2006 - bestaat en houdt geen verband met de grieven die | jaren 2005 en 2006 - bestaat en houdt geen verband met de grieven die |
door de verzoekende partij worden geformuleerd. Die grieven hebben | door de verzoekende partij worden geformuleerd. Die grieven hebben |
enkel betrekking op de cijfermatige concretisering van twee van die | enkel betrekking op de cijfermatige concretisering van twee van die |
componenten - het « forfaitair bedrag » en de « extra bijdragen aan | componenten - het « forfaitair bedrag » en de « extra bijdragen aan |
werkingsuitkeringen » - zoals die door het 2° en het 3° van het | werkingsuitkeringen » - zoals die door het 2° en het 3° van het |
voormelde artikel 160 werd vastgesteld. | voormelde artikel 160 werd vastgesteld. |
B.3.1. Volgens de Vlaamse Regering is het beroep tot vernietiging niet | B.3.1. Volgens de Vlaamse Regering is het beroep tot vernietiging niet |
ontvankelijk wegens laattijdigheid, nu van de tekst van het bestreden | ontvankelijk wegens laattijdigheid, nu van de tekst van het bestreden |
decreet, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 augustus | decreet, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 14 augustus |
2003, reeds op 10 april 2003 aan de verzoekende partij kennis werd | 2003, reeds op 10 april 2003 aan de verzoekende partij kennis werd |
gegeven. De Vlaamse Regering is van oordeel dat de datum van 10 april | gegeven. De Vlaamse Regering is van oordeel dat de datum van 10 april |
2003 als aanvangspunt van de beroepstermijn dient te worden genomen. | 2003 als aanvangspunt van de beroepstermijn dient te worden genomen. |
B.3.2. Het beroep tot vernietiging is tijdig ingesteld, nu het | B.3.2. Het beroep tot vernietiging is tijdig ingesteld, nu het |
overeenkomstig artikel 3, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari | overeenkomstig artikel 3, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari |
1989 op het Arbitragehof is ingediend binnen de termijn van zes | 1989 op het Arbitragehof is ingediend binnen de termijn van zes |
maanden na de bekendmaking van het bestreden decreet in het Belgisch | maanden na de bekendmaking van het bestreden decreet in het Belgisch |
Staatsblad. | Staatsblad. |
Met « bekendmaking » in het voormelde artikel 3, § 1, wordt de | Met « bekendmaking » in het voormelde artikel 3, § 1, wordt de |
bekendmaking in het Belgisch Staatsblad bedoeld. De omstandigheid dat | bekendmaking in het Belgisch Staatsblad bedoeld. De omstandigheid dat |
de verzoekende partij kennisgeving werd gedaan van de tekst van de | de verzoekende partij kennisgeving werd gedaan van de tekst van de |
akte nog vooraleer die in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd, | akte nog vooraleer die in het Belgisch Staatsblad werd gepubliceerd, |
doet daaraan niets af. | doet daaraan niets af. |
B.3.3. De exceptie wordt verworpen. | B.3.3. De exceptie wordt verworpen. |
B.4.1. De Vlaamse Regering is van oordeel dat het beroep niet | B.4.1. De Vlaamse Regering is van oordeel dat het beroep niet |
ontvankelijk is wegens ontstentenis van het vereiste belang, aangezien | ontvankelijk is wegens ontstentenis van het vereiste belang, aangezien |
de bestreden bepaling de verzoekende partij niet rechtstreeks zou | de bestreden bepaling de verzoekende partij niet rechtstreeks zou |
raken en een eventuele vernietiging ervan haar evenmin enig voordeel | raken en een eventuele vernietiging ervan haar evenmin enig voordeel |
zou opleveren. | zou opleveren. |
B.4.2. De Universiteit Gent kan rechtstreeks en nadelig worden geraakt | B.4.2. De Universiteit Gent kan rechtstreeks en nadelig worden geraakt |
als begunstigde van werkingsuitkeringen, zowel wat betreft het | als begunstigde van werkingsuitkeringen, zowel wat betreft het |
forfaitair bedrag als wat betreft de extra bijdragen aan | forfaitair bedrag als wat betreft de extra bijdragen aan |
werkingsuitkeringen, die beide voor de jaren 2005 en 2006 door de | werkingsuitkeringen, die beide voor de jaren 2005 en 2006 door de |
bestreden bepaling op hetzelfde niveau worden gehandhaafd als voor het | bestreden bepaling op hetzelfde niveau worden gehandhaafd als voor het |
jaar 2004. | jaar 2004. |
Opdat de verzoekende partij van het vereiste belang doet blijken, is | Opdat de verzoekende partij van het vereiste belang doet blijken, is |
daarenboven niet vereist dat een eventuele vernietiging haar een | daarenboven niet vereist dat een eventuele vernietiging haar een |
onmiddellijk voordeel zou opleveren. De omstandigheid dat de | onmiddellijk voordeel zou opleveren. De omstandigheid dat de |
verzoekende partij, als gevolg van de vernietiging van de bestreden | verzoekende partij, als gevolg van de vernietiging van de bestreden |
bepaling, opnieuw een kans zou krijgen dat haar situatie in gunstigere | bepaling, opnieuw een kans zou krijgen dat haar situatie in gunstigere |
zin wordt geregeld, volstaat om haar belang bij het bestrijden van die | zin wordt geregeld, volstaat om haar belang bij het bestrijden van die |
bepaling te verantwoorden. | bepaling te verantwoorden. |
B.4.3. De verzoekende partij heeft evenwel geen rechtstreeks belang | B.4.3. De verzoekende partij heeft evenwel geen rechtstreeks belang |
bij de vernietiging van de bestreden bepaling in zoverre die de | bij de vernietiging van de bestreden bepaling in zoverre die de |
voormelde werkingsuitkeringen ten aanzien van de andere universiteiten | voormelde werkingsuitkeringen ten aanzien van de andere universiteiten |
dan de Universiteit Gent voor de jaren 2005 en 2006 vaststelt. | dan de Universiteit Gent voor de jaren 2005 en 2006 vaststelt. |
Bijgevolg is het beroep slechts ontvankelijk in zoverre het is gericht | Bijgevolg is het beroep slechts ontvankelijk in zoverre het is gericht |
tegen, enerzijds, het forfaitair bedrag, ten aanzien van de | tegen, enerzijds, het forfaitair bedrag, ten aanzien van de |
Universiteit Gent voor de jaren 2005 en 2006 vastgesteld op 150.114, | Universiteit Gent voor de jaren 2005 en 2006 vastgesteld op 150.114, |
uitgedrukt in duizend euro (artikel 160, 2°), en, anderzijds, de extra | uitgedrukt in duizend euro (artikel 160, 2°), en, anderzijds, de extra |
bijdragen aan werkingsuitkeringen, ten aanzien van de Universiteit | bijdragen aan werkingsuitkeringen, ten aanzien van de Universiteit |
Gent voor de jaren 2005 en 2006 vastgesteld op 14.616, uitgedrukt in | Gent voor de jaren 2005 en 2006 vastgesteld op 14.616, uitgedrukt in |
duizend euro (artikel 160, 3°). | duizend euro (artikel 160, 3°). |
Ten gronde | Ten gronde |
Situering van de bestreden bepaling | Situering van de bestreden bepaling |
B.5.1. Vóór het aannemen van de bestreden bepaling werden de | B.5.1. Vóór het aannemen van de bestreden bepaling werden de |
werkingsuitkeringen, toegekend aan de universiteiten in de Vlaamse | werkingsuitkeringen, toegekend aan de universiteiten in de Vlaamse |
Gemeenschap, vastgesteld door het decreet van 7 december 2001 | Gemeenschap, vastgesteld door het decreet van 7 december 2001 |
betreffende de herziening van de financiering van de universiteiten in | betreffende de herziening van de financiering van de universiteiten in |
de Vlaamse Gemeenschap en begeleidende bepalingen - het zogenaamde « | de Vlaamse Gemeenschap en begeleidende bepalingen - het zogenaamde « |
financieringsdecreet » -, waarbij onder meer artikel 130 van het | financieringsdecreet » -, waarbij onder meer artikel 130 van het |
decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse | decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse |
Gemeenschap - het zogenaamde « universiteitendecreet » werd vervangen. | Gemeenschap - het zogenaamde « universiteitendecreet » werd vervangen. |
De memorie van toelichting bij het financieringsdecreet van 7 december | De memorie van toelichting bij het financieringsdecreet van 7 december |
2001 vermeldt : | 2001 vermeldt : |
« De herziening van de universitaire financiering zal in twee fasen | « De herziening van de universitaire financiering zal in twee fasen |
gebeuren : | gebeuren : |
- een overgangsperiode 2001-2004, waarin onder meer de globale | - een overgangsperiode 2001-2004, waarin onder meer de globale |
enveloppe aan werkingstoelagen progressief wordt verhoogd, een aantal | enveloppe aan werkingstoelagen progressief wordt verhoogd, een aantal |
correcties worden aangebracht en een kader wordt gecreëerd voor de | correcties worden aangebracht en een kader wordt gecreëerd voor de |
optimalisatie van het onderwijsaanbod; | optimalisatie van het onderwijsaanbod; |
- een nieuw langlopend financieringsmodel vanaf 2005, waarvoor tijdens | - een nieuw langlopend financieringsmodel vanaf 2005, waarvoor tijdens |
de overgangsperiode het nodige studiewerk dient te worden verricht om | de overgangsperiode het nodige studiewerk dient te worden verricht om |
het thans niet beschikbare basismateriaal te ontwikkelen. Dit model | het thans niet beschikbare basismateriaal te ontwikkelen. Dit model |
zal progressief in werking treden vanaf 2005. | zal progressief in werking treden vanaf 2005. |
De overgangsregeling 2001-2004 bevat eigen accenten : | De overgangsregeling 2001-2004 bevat eigen accenten : |
- de verschillende enveloppes worden studentonafhankelijk vastgesteld; | - de verschillende enveloppes worden studentonafhankelijk vastgesteld; |
- bestaande anomalieën in de financieringsregeling worden verder | - bestaande anomalieën in de financieringsregeling worden verder |
weggewerkt; [...]. » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2001-2002, nr. | weggewerkt; [...]. » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2001-2002, nr. |
838/1, p. 4) | 838/1, p. 4) |
B.5.2. De « eerste correctie » waarin de overgangsregeling voorzag, | B.5.2. De « eerste correctie » waarin de overgangsregeling voorzag, |
had betrekking op een wijziging van de financiering per | had betrekking op een wijziging van de financiering per |
onderwijsbelastingseenheid (OBE), in de zin van een optrekking naar | onderwijsbelastingseenheid (OBE), in de zin van een optrekking naar |
het Vlaamse gemiddelde. | het Vlaamse gemiddelde. |
De parlementaire voorbereiding vermeldt daaromtrent : | De parlementaire voorbereiding vermeldt daaromtrent : |
« Bij de invoering van de financieringsregels in het decreet van 1991 | « Bij de invoering van de financieringsregels in het decreet van 1991 |
ontvingen de Vlaamse universiteiten globaal ongeveer 50 % van hun | ontvingen de Vlaamse universiteiten globaal ongeveer 50 % van hun |
werkingstoelage als een forfaitair gedeelte en ongeveer 50 % op basis | werkingstoelage als een forfaitair gedeelte en ongeveer 50 % op basis |
van hun volgens de drie grote studierichtingen gewogen aantal | van hun volgens de drie grote studierichtingen gewogen aantal |
studenten. Dit gewogen aantal studenten werd uitgedrukt in OBE's. In | studenten. Dit gewogen aantal studenten werd uitgedrukt in OBE's. In |
de voorbije tien jaar is de verhouding van het gewogen aantal | de voorbije tien jaar is de verhouding van het gewogen aantal |
studenten tussen de Vlaamse universiteiten sterk gewijzigd. Deze | studenten tussen de Vlaamse universiteiten sterk gewijzigd. Deze |
evolutie leidt ertoe dat de financiering per (gewogen) student of OBE | evolutie leidt ertoe dat de financiering per (gewogen) student of OBE |
momenteel sterk verschilt [...]. | momenteel sterk verschilt [...]. |
Voor die instellingen waarvoor de toelage per OBE onder het Vlaams | Voor die instellingen waarvoor de toelage per OBE onder het Vlaams |
gemiddelde (berekend op basis van de gegevens van 2000) zit, wordt | gemiddelde (berekend op basis van de gegevens van 2000) zit, wordt |
voorgesteld het verschil tussen hun huidige toelage per OBE en de | voorgesteld het verschil tussen hun huidige toelage per OBE en de |
gemiddelde Vlaamse toelage per OBE, in de periode 2001-2004, weg te | gemiddelde Vlaamse toelage per OBE, in de periode 2001-2004, weg te |
werken. » (ibid., p. 10) | werken. » (ibid., p. 10) |
Een « tweede correctie » - specifiek voor de Universiteit Gent - werd | Een « tweede correctie » - specifiek voor de Universiteit Gent - werd |
doorgevoerd om de verschillen in het toegekende bedrag per OBE tussen | doorgevoerd om de verschillen in het toegekende bedrag per OBE tussen |
de grotere universiteiten ten dele en progressief weg te werken. | de grotere universiteiten ten dele en progressief weg te werken. |
De memorie van toelichting vermeldt in dat verband : | De memorie van toelichting vermeldt in dat verband : |
« Bij de inwerkingtreding van het universiteitendecreet was de | « Bij de inwerkingtreding van het universiteitendecreet was de |
verhouding tussen het aantal OBE's van de twee grote universiteiten | verhouding tussen het aantal OBE's van de twee grote universiteiten |
totaal anders dan vandaag. Het aantal OBE's/studenten van de | totaal anders dan vandaag. Het aantal OBE's/studenten van de |
Universiteit Gent is in de voorbije tien jaar fors gestegen, voor de | Universiteit Gent is in de voorbije tien jaar fors gestegen, voor de |
Katholieke Universiteit Leuven is dat aantal eerder gestagneerd op het | Katholieke Universiteit Leuven is dat aantal eerder gestagneerd op het |
niveau van 1991. Deze toename van het aantal OBE's/studenten van de | niveau van 1991. Deze toename van het aantal OBE's/studenten van de |
Universiteit Gent werd slechts voor ongeveer de helft doorgerekend in | Universiteit Gent werd slechts voor ongeveer de helft doorgerekend in |
haar werkingstoelagen. Het vaste gedeelte in de werkingstoelagen volgt | haar werkingstoelagen. Het vaste gedeelte in de werkingstoelagen volgt |
immers het aantal studenten niet. De Universiteit Gent ontvangt dit | immers het aantal studenten niet. De Universiteit Gent ontvangt dit |
jaar per OBE 24.000 BEF minder dan de Katholieke Universiteit Leuven | jaar per OBE 24.000 BEF minder dan de Katholieke Universiteit Leuven |
daar waar de twee instellingen niet substantieel in aantal OBE's | daar waar de twee instellingen niet substantieel in aantal OBE's |
verschillen. Alhoewel gegevens over een bekostigingsmodel alsnog | verschillen. Alhoewel gegevens over een bekostigingsmodel alsnog |
ontbreken en zo spoedig mogelijk dienen te worden aangemaakt, ligt het | ontbreken en zo spoedig mogelijk dienen te worden aangemaakt, ligt het |
in de redelijkheid aan te nemen dat beide instellingen per OBE | in de redelijkheid aan te nemen dat beide instellingen per OBE |
ongeveer hetzelfde bedrag zouden moeten ontvangen. | ongeveer hetzelfde bedrag zouden moeten ontvangen. |
Indien de Universiteit Gent eenzelfde bedrag per OBE zou ontvangen als | Indien de Universiteit Gent eenzelfde bedrag per OBE zou ontvangen als |
de Katholieke Universiteit Leuven, zou haar werkingstoelage stijgen | de Katholieke Universiteit Leuven, zou haar werkingstoelage stijgen |
met 480 miljoen frank. | met 480 miljoen frank. |
In afwachting van een gedetailleerd inzicht in de kostprijsstructuur | In afwachting van een gedetailleerd inzicht in de kostprijsstructuur |
van de universitaire opleidingen in de verschillende Vlaamse | van de universitaire opleidingen in de verschillende Vlaamse |
universiteiten en het uitwerken van een nieuw financieringsmodel, | universiteiten en het uitwerken van een nieuw financieringsmodel, |
wordt voorgesteld - zoals voor de andere anomalieën die zijn optreden | wordt voorgesteld - zoals voor de andere anomalieën die zijn optreden |
tengevolge van financieringsregels vastgelegd in het | tengevolge van financieringsregels vastgelegd in het |
universiteitendecreet - een beperkt gedeelte van dit verschil tijdens | universiteitendecreet - een beperkt gedeelte van dit verschil tijdens |
de overgangsperiode 2001-2004 progressief weg te werken, zodat de RUG | de overgangsperiode 2001-2004 progressief weg te werken, zodat de RUG |
in 2004 op jaarbasis 120 miljoen frank bijkomend ontvangt. | in 2004 op jaarbasis 120 miljoen frank bijkomend ontvangt. |
In de tabel 6.7 wordt een overzicht gegeven van de bijkomende middelen | In de tabel 6.7 wordt een overzicht gegeven van de bijkomende middelen |
die in de periode 2001-2004 jaarlijks vanuit de universitaire | die in de periode 2001-2004 jaarlijks vanuit de universitaire |
herstructureringsmiddelen worden aangewend voor de tweede | herstructureringsmiddelen worden aangewend voor de tweede |
OBE-correctie. | OBE-correctie. |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
(ibid., p. 12) | (ibid., p. 12) |
B.6. De voormelde overgangsregeling waarin het financieringsdecreet | B.6. De voormelde overgangsregeling waarin het financieringsdecreet |
van 7 december 2001 voor de jaren 2001-2004 voorzag, wordt door het | van 7 december 2001 voor de jaren 2001-2004 voorzag, wordt door het |
bestreden artikel 160 van het structuurdecreet van 4 april 2003 | bestreden artikel 160 van het structuurdecreet van 4 april 2003 |
verlengd voor de jaren 2005 en 2006. Die bepaling handhaaft het | verlengd voor de jaren 2005 en 2006. Die bepaling handhaaft het |
forfaitair bedrag en de extra bijdragen aan werkingsuitkeringen, voor | forfaitair bedrag en de extra bijdragen aan werkingsuitkeringen, voor |
alle universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, voor 2005 en 2006 op | alle universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, voor 2005 en 2006 op |
het zelfde niveau als dat van 2004. | het zelfde niveau als dat van 2004. |
De parlementaire voorbereiding verstrekt volgende toelichting : | De parlementaire voorbereiding verstrekt volgende toelichting : |
« Vlaanderen kiest ervoor "Bologna" aan te grijpen om een grondige | « Vlaanderen kiest ervoor "Bologna" aan te grijpen om een grondige |
herziening en aanpassing door te voeren van het hele hoger onderwijs | herziening en aanpassing door te voeren van het hele hoger onderwijs |
in al zijn aspecten. [...] Het huidige decreet [...] is ook het | in al zijn aspecten. [...] Het huidige decreet [...] is ook het |
fundamenteelste omdat het de basisprincipes van de Bolognaverklaring | fundamenteelste omdat het de basisprincipes van de Bolognaverklaring |
implementeert [...]. Het spitst zich dan ook vooral toe op de meest | implementeert [...]. Het spitst zich dan ook vooral toe op de meest |
essentiële aspecten die vereist zijn om de nieuwe structuur | essentiële aspecten die vereist zijn om de nieuwe structuur |
(bachelor-master) in het hoger onderwijs in te voeren. Het bevat | (bachelor-master) in het hoger onderwijs in te voeren. Het bevat |
echter ook bepalingen in verband met de financiering van het hoger | echter ook bepalingen in verband met de financiering van het hoger |
onderwijs. [...] » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. | onderwijs. [...] » (Parl. St., Vlaams Parlement, 2002-2003, nr. |
1571/1, p. 3) | 1571/1, p. 3) |
« Titel II handelt over de financiering van de hogescholen, titel III | « Titel II handelt over de financiering van de hogescholen, titel III |
over de financiering van de universiteiten. Het Vlaams Parlement heeft | over de financiering van de universiteiten. Het Vlaams Parlement heeft |
reeds op 7 december 2001 een aangepaste financiering van de | reeds op 7 december 2001 een aangepaste financiering van de |
universiteiten goedgekeurd dat onder meer deze financiering | universiteiten goedgekeurd dat onder meer deze financiering |
onafhankelijk maakt van de evolutie van de studentenbevolking. Van | onafhankelijk maakt van de evolutie van de studentenbevolking. Van |
2001 tot en met 2004 is er sprake van een jaarlijkse cumulatieve | 2001 tot en met 2004 is er sprake van een jaarlijkse cumulatieve |
structurele verhoging van het budget voor de werkingsuitkeringen van | structurele verhoging van het budget voor de werkingsuitkeringen van |
de universiteiten. Elke universiteit kent voor de komende jaren de | de universiteiten. Elke universiteit kent voor de komende jaren de |
hoogte van zijn werkingsmiddelen. | hoogte van zijn werkingsmiddelen. |
Het voorliggende ontwerp van decreet voert een analoge operatie uit | Het voorliggende ontwerp van decreet voert een analoge operatie uit |
voor de hogescholen voor de jaren 2002 tot en met 2006 en continueert | voor de hogescholen voor de jaren 2002 tot en met 2006 en continueert |
de financieringssystematiek van de universiteiten tot en met 2006. De | de financieringssystematiek van de universiteiten tot en met 2006. De |
bedoeling is evident : de gewenste ontwikkelingen gebeuren best in een | bedoeling is evident : de gewenste ontwikkelingen gebeuren best in een |
context waarin geen oneigenlijke argumenten in verband met mogelijke | context waarin geen oneigenlijke argumenten in verband met mogelijke |
financiële consequenties aan de orde komen. Uiteraard is het nodig | financiële consequenties aan de orde komen. Uiteraard is het nodig |
tegen 2006 een nieuw stelsel van financiering te ontwikkelen, waarvoor | tegen 2006 een nieuw stelsel van financiering te ontwikkelen, waarvoor |
de studiefase nu reeds is ingezet. » (ibid., p. 4) | de studiefase nu reeds is ingezet. » (ibid., p. 4) |
« Zoals in de toelichting bij titel I beschreven is één van de grote | « Zoals in de toelichting bij titel I beschreven is één van de grote |
uitdagingen van de invoering van de bachelor-masterstructuur in het | uitdagingen van de invoering van de bachelor-masterstructuur in het |
Vlaamse hoger onderwijs de zogenaamde academisering of | Vlaamse hoger onderwijs de zogenaamde academisering of |
verwetenschappelijking van de hogeschoolopleidingen van twee cycli. Om | verwetenschappelijking van de hogeschoolopleidingen van twee cycli. Om |
deze inhoudelijke omvorming en om de versterking van de verwevenheid | deze inhoudelijke omvorming en om de versterking van de verwevenheid |
van deze opleidingen met het wetenschappelijk onderzoek op het terrein | van deze opleidingen met het wetenschappelijk onderzoek op het terrein |
mogelijk te maken, is de inzet van extra middelen nodig. Tegelijk | mogelijk te maken, is de inzet van extra middelen nodig. Tegelijk |
wordt ook het projectmatig wetenschappelijk onderzoek aan de | wordt ook het projectmatig wetenschappelijk onderzoek aan de |
hogescholen versterkt. De inzet van extra middelen aan de hogescholen | hogescholen versterkt. De inzet van extra middelen aan de hogescholen |
gaat gepaard met een "bevriezing" van de enveloppe ten bate van de | gaat gepaard met een "bevriezing" van de enveloppe ten bate van de |
hogescholen tot in 2006. | hogescholen tot in 2006. |
Eenmaal het onderwijs in de hogescholen en in de universiteiten wordt | Eenmaal het onderwijs in de hogescholen en in de universiteiten wordt |
georganiseerd volgens dezelfde voorschriften en de samenwerking tussen | georganiseerd volgens dezelfde voorschriften en de samenwerking tussen |
de hogescholen en de universiteiten wordt versterkt via de vorming van | de hogescholen en de universiteiten wordt versterkt via de vorming van |
associaties ligt het voor de hand dat [het] bekostigingsmechanisme van | associaties ligt het voor de hand dat [het] bekostigingsmechanisme van |
het onderwijs aan de universiteiten en hogescholen dezelfde criteria | het onderwijs aan de universiteiten en hogescholen dezelfde criteria |
en elementen hanteert. | en elementen hanteert. |
In Titel III wordt dan ook voorgesteld de financieringsregeling vervat | In Titel III wordt dan ook voorgesteld de financieringsregeling vervat |
in het decreet van 7 december 2001 door te trekken tot in 2006. De | in het decreet van 7 december 2001 door te trekken tot in 2006. De |
voorgestelde bedragen in 2005 en 2006 zijn dan ook dezelfde als in | voorgestelde bedragen in 2005 en 2006 zijn dan ook dezelfde als in |
2004. » (ibid., p. 37) | 2004. » (ibid., p. 37) |
Ten aanzien van het enige middel | Ten aanzien van het enige middel |
B.7. De verzoekende partij leidt een enig middel af uit de schending | B.7. De verzoekende partij leidt een enig middel af uit de schending |
door de bestreden bepaling van artikel 24, § 4, al dan niet in | door de bestreden bepaling van artikel 24, § 4, al dan niet in |
samenhang gelezen met artikel 24, § 1, van de Grondwet. | samenhang gelezen met artikel 24, § 1, van de Grondwet. |
Volgens haar zou de bestreden bepaling de gelijkheid tussen de | Volgens haar zou de bestreden bepaling de gelijkheid tussen de |
onderwijsinstellingen schenden, aangezien de wezenlijke ongelijkheid | onderwijsinstellingen schenden, aangezien de wezenlijke ongelijkheid |
op het vlak van de financiering van de universiteiten in de Vlaamse | op het vlak van de financiering van de universiteiten in de Vlaamse |
Gemeenschap (inzonderheid ten nadele van de Universiteit Gent) - | Gemeenschap (inzonderheid ten nadele van de Universiteit Gent) - |
ongelijkheid die door de decreetgever in 2001 werd erkend en waaraan | ongelijkheid die door de decreetgever in 2001 werd erkend en waaraan |
hij, in afwachting van een nieuwe financieringsregeling, een beperkte | hij, in afwachting van een nieuwe financieringsregeling, een beperkte |
inhaalbeweging koppelde in het voordeel van de verzoekende partij - | inhaalbeweging koppelde in het voordeel van de verzoekende partij - |
niet verder wordt verkleind doordat de weg naar een gelijke | niet verder wordt verkleind doordat de weg naar een gelijke |
behandeling van de universiteiten op het vlak van de financiering, | behandeling van de universiteiten op het vlak van de financiering, |
voor de jaren 2005 en 2006, door de bestreden bepaling definitief | voor de jaren 2005 en 2006, door de bestreden bepaling definitief |
wordt afgesneden. | wordt afgesneden. |
B.8. Nu de verzoekende partij in onvoldoende mate uiteenzet op welke | B.8. Nu de verzoekende partij in onvoldoende mate uiteenzet op welke |
wijze de bestreden bepaling tevens een schending van artikel 24, § 1, | wijze de bestreden bepaling tevens een schending van artikel 24, § 1, |
al dan niet in samenhang met artikel 24, § 4, van de Grondwet zou | al dan niet in samenhang met artikel 24, § 4, van de Grondwet zou |
inhouden, toetst het Hof de bestreden bepaling aan artikel 24, § 4, | inhouden, toetst het Hof de bestreden bepaling aan artikel 24, § 4, |
van de Grondwet alleen. | van de Grondwet alleen. |
B.9. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de | B.9. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de |
niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling | niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling |
tussen bepaalde categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover | tussen bepaalde categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover |
dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk | dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk |
verantwoord is. Dezelfde regels verzetten er zich overigens tegen dat | verantwoord is. Dezelfde regels verzetten er zich overigens tegen dat |
categorieën van personen, die zich ten aanzien van de aangevochten | categorieën van personen, die zich ten aanzien van de aangevochten |
maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, op identieke | maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, op identieke |
wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke | wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke |
verantwoording bestaat. | verantwoording bestaat. |
Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het |
gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat geen redelijk | gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat geen redelijk |
verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het | verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het |
beoogde doel. | beoogde doel. |
Artikel 24, § 4, van de Grondwet herbevestigt voor onderwijszaken de | Artikel 24, § 4, van de Grondwet herbevestigt voor onderwijszaken de |
beginselen inzake gelijkheid en niet-discriminatie. Volgens die | beginselen inzake gelijkheid en niet-discriminatie. Volgens die |
bepaling zijn onder meer alle onderwijsinstellingen gelijk voor de wet | bepaling zijn onder meer alle onderwijsinstellingen gelijk voor de wet |
of het decreet. | of het decreet. |
De universiteiten zijn onderwijsinstellingen in de zin van artikel 24, | De universiteiten zijn onderwijsinstellingen in de zin van artikel 24, |
§ 4, van de Grondwet. Zij moeten derhalve alle op een gelijke manier | § 4, van de Grondwet. Zij moeten derhalve alle op een gelijke manier |
worden behandeld, tenzij onderlinge objectieve verschillen een andere | worden behandeld, tenzij onderlinge objectieve verschillen een andere |
behandeling redelijk kunnen verantwoorden. Omgekeerd, moeten zij | behandeling redelijk kunnen verantwoorden. Omgekeerd, moeten zij |
verschillend worden behandeld wanneer zij zich ten aanzien van de | verschillend worden behandeld wanneer zij zich ten aanzien van de |
bestreden maatregel in een wezenlijk verschillende situatie bevinden, | bestreden maatregel in een wezenlijk verschillende situatie bevinden, |
tenzij voor de gelijke behandeling een objectieve en redelijke | tenzij voor de gelijke behandeling een objectieve en redelijke |
verantwoording bestaat. | verantwoording bestaat. |
B.10.1. Uit de in B.5 aangehaalde parlementaire voorbereiding van het | B.10.1. Uit de in B.5 aangehaalde parlementaire voorbereiding van het |
financieringsdecreet van 7 december 2001, waarbij artikel 130 van het | financieringsdecreet van 7 december 2001, waarbij artikel 130 van het |
universiteitendecreet van 12 juni 1991 werd vervangen, blijkt dat de | universiteitendecreet van 12 juni 1991 werd vervangen, blijkt dat de |
decreetgever beoogde de herziening van de financiering van de | decreetgever beoogde de herziening van de financiering van de |
universiteiten in twee fasen te laten verlopen : de jaren 2001-2004 | universiteiten in twee fasen te laten verlopen : de jaren 2001-2004 |
golden als een overgangsperiode, terwijl vanaf 2005 een nieuw, | golden als een overgangsperiode, terwijl vanaf 2005 een nieuw, |
langlopend financieringsmodel in werking zou treden. Tijdens de | langlopend financieringsmodel in werking zou treden. Tijdens de |
overgangsperiode wordt onder meer de totale enveloppe aan | overgangsperiode wordt onder meer de totale enveloppe aan |
werkingsuitkeringen progressief verhoogd en wordt in een aantal « | werkingsuitkeringen progressief verhoogd en wordt in een aantal « |
correcties », inzonderheid ten voordele van de Universiteit Gent, | correcties », inzonderheid ten voordele van de Universiteit Gent, |
voorzien. | voorzien. |
Met de bestreden bepaling worden zowel het « forfaitair bedrag » als | Met de bestreden bepaling worden zowel het « forfaitair bedrag » als |
de « extra bijdragen aan werkingsuitkeringen », voor elke | de « extra bijdragen aan werkingsuitkeringen », voor elke |
universiteit, voor de jaren 2005 en 2006 op het niveau van 2004 | universiteit, voor de jaren 2005 en 2006 op het niveau van 2004 |
gehandhaafd. Uit de in B.6 aangehaalde parlementaire voorbereiding van | gehandhaafd. Uit de in B.6 aangehaalde parlementaire voorbereiding van |
die bepaling blijkt dat inzonderheid de invoering van de | die bepaling blijkt dat inzonderheid de invoering van de |
bachelor/masterstructuur in het Vlaamse hoger onderwijs daaraan ten | bachelor/masterstructuur in het Vlaamse hoger onderwijs daaraan ten |
grondslag ligt. In wezen wordt de bestreden bepaling verantwoord als | grondslag ligt. In wezen wordt de bestreden bepaling verantwoord als |
een maatregel van bevriezing der werkingsuitkeringen - voor alle | een maatregel van bevriezing der werkingsuitkeringen - voor alle |
universitaire instellingen in de Vlaamse Gemeenschap - voor de jaren | universitaire instellingen in de Vlaamse Gemeenschap - voor de jaren |
2005 en 2006, in afwachting van een herziening van de financiering van | 2005 en 2006, in afwachting van een herziening van de financiering van |
het hoger onderwijs. Door de werkingsuitkeringen van de universitaire | het hoger onderwijs. Door de werkingsuitkeringen van de universitaire |
instellingen aldus te blokkeren op het niveau van 2004 wordt een einde | instellingen aldus te blokkeren op het niveau van 2004 wordt een einde |
gemaakt aan de inhaalbeweging die de decreetgever zelf op gang had | gemaakt aan de inhaalbeweging die de decreetgever zelf op gang had |
gebracht in het voordeel van inzonderheid de Universiteit Gent door | gebracht in het voordeel van inzonderheid de Universiteit Gent door |
middel van de voormelde overgangsregeling voor de jaren 2001-2004, | middel van de voormelde overgangsregeling voor de jaren 2001-2004, |
vastgesteld in het financieringsdecreet van 7 december 2001. | vastgesteld in het financieringsdecreet van 7 december 2001. |
B.10.2. Het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en | B.10.2. Het grondwettelijk beginsel van gelijkheid en |
niet-discriminatie verzet er zich niet tegen dat de decreetgever | niet-discriminatie verzet er zich niet tegen dat de decreetgever |
terugkomt op zijn oorspronkelijke doelstellingen om er andere na te | terugkomt op zijn oorspronkelijke doelstellingen om er andere na te |
streven. In het algemeen trouwens, moet de overheid haar beleid kunnen | streven. In het algemeen trouwens, moet de overheid haar beleid kunnen |
aanpassen aan de wisselende vereisten van het algemeen belang. | aanpassen aan de wisselende vereisten van het algemeen belang. |
Het komt de decreetgever toe, rekening houdend met de beperkte | Het komt de decreetgever toe, rekening houdend met de beperkte |
budgettaire armslag waarover hij beschikt, te oordelen dat een | budgettaire armslag waarover hij beschikt, te oordelen dat een |
beleidswijziging inzake de financiering van de universiteiten | beleidswijziging inzake de financiering van de universiteiten |
noodzakelijk is. Zulks geldt des te meer wanneer, zoals met het | noodzakelijk is. Zulks geldt des te meer wanneer, zoals met het |
structuurdecreet van 4 april 2003, geïnspireerd op de zogenaamde « | structuurdecreet van 4 april 2003, geïnspireerd op de zogenaamde « |
Bologna-verklaring », een fundamentele hervorming van het hoger | Bologna-verklaring », een fundamentele hervorming van het hoger |
onderwijs wordt doorgevoerd die een weerslag heeft op de financiering | onderwijs wordt doorgevoerd die een weerslag heeft op de financiering |
van de hogescholen, inzonderheid ten gevolge van de academisering van | van de hogescholen, inzonderheid ten gevolge van de academisering van |
de hogeschoolopleidingen van twee cycli. | de hogeschoolopleidingen van twee cycli. |
Het Hof kan een dergelijke beleidswijziging slechts beoordelen binnen | Het Hof kan een dergelijke beleidswijziging slechts beoordelen binnen |
de door de Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 bepaalde | de door de Grondwet en de bijzondere wet van 6 januari 1989 bepaalde |
bevoegdheid. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is niet | bevoegdheid. Het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie is niet |
geschonden om de enkele reden dat een nieuwe maatregel de berekeningen | geschonden om de enkele reden dat een nieuwe maatregel de berekeningen |
in de war stuurt van degenen die op het voortbestaan van het vroegere | in de war stuurt van degenen die op het voortbestaan van het vroegere |
beleid hadden gerekend. | beleid hadden gerekend. |
B.10.3. Evenwel maakte de specifieke situatie waarin inzonderheid de | B.10.3. Evenwel maakte de specifieke situatie waarin inzonderheid de |
Universiteit Gent zich bevond, waarvan sprake in de in B.5.2 | Universiteit Gent zich bevond, waarvan sprake in de in B.5.2 |
aangehaalde parlementaire voorbereiding, het niet mogelijk te | aangehaalde parlementaire voorbereiding, het niet mogelijk te |
verantwoorden dat de decreetgever bij de blokkering van de | verantwoorden dat de decreetgever bij de blokkering van de |
werkingsuitkeringen voor de jaren 2005 en 2006 alle universitaire | werkingsuitkeringen voor de jaren 2005 en 2006 alle universitaire |
instellingen op gelijke wijze heeft behandeld. | instellingen op gelijke wijze heeft behandeld. |
B.10.4. Door de overgangsregeling voor de jaren 2005 en 2006 te | B.10.4. Door de overgangsregeling voor de jaren 2005 en 2006 te |
verlengen en aldus bij het toekennen van werkingsuitkeringen slechts | verlengen en aldus bij het toekennen van werkingsuitkeringen slechts |
in beperkte mate rekening te houden met het aantal | in beperkte mate rekening te houden met het aantal |
onderwijsbelastingseenheden per universitaire instelling - in | onderwijsbelastingseenheden per universitaire instelling - in |
afwachting van een nieuwe financiering -, leidt de bestreden | afwachting van een nieuwe financiering -, leidt de bestreden |
maatregel, voor de jaren 2005 en 2006, tot een voordeel voor de | maatregel, voor de jaren 2005 en 2006, tot een voordeel voor de |
universitaire instellingen waarvan het aantal | universitaire instellingen waarvan het aantal |
onderwijsbelastingseenheden is verminderd en tot een nadeel voor die - | onderwijsbelastingseenheden is verminderd en tot een nadeel voor die - |
zoals de Universiteit Gent - waarvan het aantal studenten blijkens de | zoals de Universiteit Gent - waarvan het aantal studenten blijkens de |
voormelde parlementaire voorbereiding sedert de inwerkingtreding van | voormelde parlementaire voorbereiding sedert de inwerkingtreding van |
het universiteitendecreet van 12 juni 1991 is gestegen. | het universiteitendecreet van 12 juni 1991 is gestegen. |
B.10.5. Nu geen objectieve en redelijke verantwoording bestaat, | B.10.5. Nu geen objectieve en redelijke verantwoording bestaat, |
rekening houdend met de doelstelling van de decreetgever, voor de | rekening houdend met de doelstelling van de decreetgever, voor de |
bestreden identieke behandeling die tot een nadeel voor de verzoekende | bestreden identieke behandeling die tot een nadeel voor de verzoekende |
partij leidt, is zij strijdig met artikel 24, § 4, van de Grondwet. | partij leidt, is zij strijdig met artikel 24, § 4, van de Grondwet. |
B.11. Het middel is gegrond in zoverre het is gericht tegen, | B.11. Het middel is gegrond in zoverre het is gericht tegen, |
enerzijds, artikel 160, 2°, van het decreet van 4 april 2003, waarbij | enerzijds, artikel 160, 2°, van het decreet van 4 april 2003, waarbij |
in artikel 130, § 2, 2°, van het decreet van 12 juni 1991, het | in artikel 130, § 2, 2°, van het decreet van 12 juni 1991, het |
forfaitair bedrag ten aanzien van de Universiteit Gent voor de jaren | forfaitair bedrag ten aanzien van de Universiteit Gent voor de jaren |
2005 en 2006 wordt vastgesteld op « 150.114 », uitgedrukt in duizend | 2005 en 2006 wordt vastgesteld op « 150.114 », uitgedrukt in duizend |
euro, en, anderzijds, artikel 160, 3°, van hetzelfde decreet, waarbij | euro, en, anderzijds, artikel 160, 3°, van hetzelfde decreet, waarbij |
in artikel 130, § 3, 2°, van het decreet van 12 juni 1991, de extra | in artikel 130, § 3, 2°, van het decreet van 12 juni 1991, de extra |
bijdragen aan werkingsuitkeringen ten aanzien van de Universiteit Gent | bijdragen aan werkingsuitkeringen ten aanzien van de Universiteit Gent |
voor de jaren 2005 en 2006 worden vastgesteld op « 14.616 », | voor de jaren 2005 en 2006 worden vastgesteld op « 14.616 », |
uitgedrukt in duizend euro. | uitgedrukt in duizend euro. |
B.12. Om te vermijden dat, in afwachting dat de decreetgever gevolg | B.12. Om te vermijden dat, in afwachting dat de decreetgever gevolg |
geeft aan dit arrest, aan de Universiteit Gent de | geeft aan dit arrest, aan de Universiteit Gent de |
financieringsmiddelen voor het jaar 2005 worden ontnomen, is het | financieringsmiddelen voor het jaar 2005 worden ontnomen, is het |
aangewezen om, met toepassing van artikel 8, tweede lid, van de | aangewezen om, met toepassing van artikel 8, tweede lid, van de |
bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, de gevolgen van | bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, de gevolgen van |
de vernietigde bepalingen te handhaven zoals aangegeven in het | de vernietigde bepalingen te handhaven zoals aangegeven in het |
beschikkend gedeelte. | beschikkend gedeelte. |
Om die redenen, | Om die redenen, |
het Hof | het Hof |
- vernietigt in artikel 160, 2°, van het decreet van de Vlaamse | - vernietigt in artikel 160, 2°, van het decreet van de Vlaamse |
Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het | Gemeenschap van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het |
hoger onderwijs in Vlaanderen, waarbij artikel 130, § 2, 2°, van het | hoger onderwijs in Vlaanderen, waarbij artikel 130, § 2, 2°, van het |
decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse | decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse |
Gemeenschap wordt vervangen, het cijfer « 150.114 », uitgedrukt in | Gemeenschap wordt vervangen, het cijfer « 150.114 », uitgedrukt in |
duizend euro, vastgesteld ten aanzien van de Universiteit Gent voor de | duizend euro, vastgesteld ten aanzien van de Universiteit Gent voor de |
jaren 2005 en 2006, wat het forfaitair bedrag betreft; | jaren 2005 en 2006, wat het forfaitair bedrag betreft; |
- vernietigt in artikel 160, 3°, van het voormelde decreet van 4 april | - vernietigt in artikel 160, 3°, van het voormelde decreet van 4 april |
2003, waarbij artikel 130, § 3, 2°, van het voormelde decreet van 12 | 2003, waarbij artikel 130, § 3, 2°, van het voormelde decreet van 12 |
juni 1991 wordt vervangen, het cijfer « 14.616 », uitgedrukt in | juni 1991 wordt vervangen, het cijfer « 14.616 », uitgedrukt in |
duizend euro, vastgesteld ten aanzien van de Universiteit Gent voor de | duizend euro, vastgesteld ten aanzien van de Universiteit Gent voor de |
jaren 2005 en 2006, wat de extra bijdragen aan werkingsuitkeringen | jaren 2005 en 2006, wat de extra bijdragen aan werkingsuitkeringen |
betreft; | betreft; |
- handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepalingen tot en met 30 | - handhaaft de gevolgen van de vernietigde bepalingen tot en met 30 |
september 2005; | september 2005; |
- verwerpt het beroep voor het overige. | - verwerpt het beroep voor het overige. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, | Aldus uitgesproken in het Nederlands, het Frans en het Duits, |
overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op | overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op |
het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 februari 2005. | het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 februari 2005. |
De griffier, | De griffier, |
L. Potoms | L. Potoms |
De voorzitter, | De voorzitter, |
A. Arts | A. Arts |