Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest van --
← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 102/2004 van 9 juni 2004 Rolnummer 2909 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 102/2004 van 9 juni 2004 Rolnummer 2909 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) Uittreksel uit arrest nr. 102/2004 van 9 juni 2004 Rolnummer 2909 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)
ARBITRAGEHOF ARBITRAGEHOF
Uittreksel uit arrest nr. 102/2004 van 9 juni 2004 Uittreksel uit arrest nr. 102/2004 van 9 juni 2004
Rolnummer 2909 Rolnummer 2909
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 46 van de In zake : de prejudiciële vragen over artikel 46 van de
arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en artikel 18 van de wet van 3 arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en artikel 18 van de wet van 3
juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld door de juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld door de
Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren. Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren.
Het Arbitragehof, Het Arbitragehof,
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Moerman, P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Moerman,
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van
voorzitter A. Arts, voorzitter A. Arts,
wijst na beraad het volgende arrest : wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging
Bij vonnis van 13 januari 2004 in zake de vennootschap naar Duits Bij vonnis van 13 januari 2004 in zake de vennootschap naar Duits
recht Ford Werke AG en de n.v. Groep Josi tegen G. Bulen en de n.v. recht Ford Werke AG en de n.v. Groep Josi tegen G. Bulen en de n.v.
Mercator en Noordstar en in aanwezigheid van R. Fred, waarvan de Mercator en Noordstar en in aanwezigheid van R. Fred, waarvan de
expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 5 februari expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 5 februari
2004, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren de volgende 2004, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren de volgende
prejudiciële vragen gesteld : prejudiciële vragen gesteld :
« Schendt artikel 46 van de wet van 10 april 1971 op de « Schendt artikel 46 van de wet van 10 april 1971 op de
arbeidsongevallen het grondwettelijke beginsel en het arbeidsongevallen het grondwettelijke beginsel en het
niet-discriminatiebeginsel, als vervat in de artikelen 11 en 12 [lees niet-discriminatiebeginsel, als vervat in de artikelen 11 en 12 [lees
: 10 en 11] van de Grondwet, door, wanneer een ongeval wordt : 10 en 11] van de Grondwet, door, wanneer een ongeval wordt
veroorzaakt door de werkgever van het slachtoffer of door een veroorzaakt door de werkgever van het slachtoffer of door een
aangestelde van de werkgever, een onderscheid te maken tussen de aangestelde van de werkgever, een onderscheid te maken tussen de
slachtoffers van een arbeidsongeval en de slachtoffers van een ongeval slachtoffers van een arbeidsongeval en de slachtoffers van een ongeval
' op de weg ' van en naar het werk, door louter op basis van dit ' op de weg ' van en naar het werk, door louter op basis van dit
onderscheid de slachtoffers van een arbeidsongeval uit te sluiten van onderscheid de slachtoffers van een arbeidsongeval uit te sluiten van
een volledige gemeenrechtelijke schadeloosstelling die aan elke burger een volledige gemeenrechtelijke schadeloosstelling die aan elke burger
en ook aan het slachtoffer van een ongeval op de weg van en naar het en ook aan het slachtoffer van een ongeval op de weg van en naar het
werk toekomt ? » werk toekomt ? »
« Schendt artikel 18 van de arbeidsovereenkomstenwet de artikelen 10 « Schendt artikel 18 van de arbeidsovereenkomstenwet de artikelen 10
en 11 van de Grondwet door te stellen dat de werknemer bij de en 11 van de Grondwet door te stellen dat de werknemer bij de
uitvoering van zijn arbeid enkel aansprakelijk is voor bedrog en zware uitvoering van zijn arbeid enkel aansprakelijk is voor bedrog en zware
schuld, terwijl artikel 46, § 1, 6°, van de wet op de schuld, terwijl artikel 46, § 1, 6°, van de wet op de
arbeidsongevallen de vordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid arbeidsongevallen de vordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid
toelaat aan de getroffene en zijn rechthebbenden tegen de werkgever, toelaat aan de getroffene en zijn rechthebbenden tegen de werkgever,
diens aangestelden [lees : lasthebbers] of aangestelden, wanneer het diens aangestelden [lees : lasthebbers] of aangestelden, wanneer het
arbeidsongeval een verkeersongeval uitmaakt ? » arbeidsongeval een verkeersongeval uitmaakt ? »
Op 2 maart 2004 hebben de rechters-verslaggevers E. De Groot en J.-P. Op 2 maart 2004 hebben de rechters-verslaggevers E. De Groot en J.-P.
Moerman, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere Moerman, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, het Hof ervan in kennis wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, het Hof ervan in kennis
gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen
een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen.
De bepalingen van voormelde bijzondere wet met betrekking tot de De bepalingen van voormelde bijzondere wet met betrekking tot de
rechtspleging en het gebruik van de talen werden toegepast. rechtspleging en het gebruik van de talen werden toegepast.
(...) (...)
III. In rechte III. In rechte
(...) (...)
B.1.1. De wet van 24 december 1903 betreffende de vergoeding van B.1.1. De wet van 24 december 1903 betreffende de vergoeding van
schade voortspruitende uit ongevallen voorzag in een forfaitaire schade voortspruitende uit ongevallen voorzag in een forfaitaire
vergoeding voor schade ten gevolge van een arbeidsongeval, waarbij de vergoeding voor schade ten gevolge van een arbeidsongeval, waarbij de
forfaitaire aard van de vergoeding meer bepaald was ingegeven door een forfaitaire aard van de vergoeding meer bepaald was ingegeven door een
van het gemeen recht afwijkende aansprakelijkheidsregeling die niet van het gemeen recht afwijkende aansprakelijkheidsregeling die niet
meer uitgaat van het begrip « fout », maar van het begrip « meer uitgaat van het begrip « fout », maar van het begrip «
professioneel risico », en van het verdelen van dat risico over de professioneel risico », en van het verdelen van dat risico over de
werkgever en het slachtoffer van het arbeidsongeval. werkgever en het slachtoffer van het arbeidsongeval.
Enerzijds, werd de werkgever, zelfs zonder dat hem enige schuld trof, Enerzijds, werd de werkgever, zelfs zonder dat hem enige schuld trof,
steeds aansprakelijk gesteld voor de schade ten gevolge van het steeds aansprakelijk gesteld voor de schade ten gevolge van het
arbeidsongeval opgelopen door het slachtoffer. Niet alleen werd het arbeidsongeval opgelopen door het slachtoffer. Niet alleen werd het
slachtoffer op die manier vrijgesteld van het vaak zeer moeilijk te slachtoffer op die manier vrijgesteld van het vaak zeer moeilijk te
leveren bewijs van de schuld van de werkgever of zijn aangestelde en leveren bewijs van de schuld van de werkgever of zijn aangestelde en
van het oorzakelijk verband tussen die schuld en de geleden schade. van het oorzakelijk verband tussen die schuld en de geleden schade.
Bovendien zou zijn eventuele eigen (onopzettelijke) fout de vergoeding Bovendien zou zijn eventuele eigen (onopzettelijke) fout de vergoeding
niet in de weg staan, noch tot zijn aansprakelijkheid leiden, indien niet in de weg staan, noch tot zijn aansprakelijkheid leiden, indien
door die fout een derde een arbeidsongeval zou overkomen. Anderzijds, door die fout een derde een arbeidsongeval zou overkomen. Anderzijds,
ontving het slachtoffer van het arbeidsongeval een forfaitaire ontving het slachtoffer van het arbeidsongeval een forfaitaire
schadevergoeding, waardoor het slechts gedeeltelijk werd vergoed voor schadevergoeding, waardoor het slechts gedeeltelijk werd vergoed voor
de geleden schade. de geleden schade.
Door verschillende wetswijzigingen werd het vergoedingsniveau van Door verschillende wetswijzigingen werd het vergoedingsniveau van
oorspronkelijk 50 pct. van het « basisloon » uitgebreid naar 66 pct. oorspronkelijk 50 pct. van het « basisloon » uitgebreid naar 66 pct.
en 100 pct. Ook de oorspronkelijk voorgeschreven immuniteit van de en 100 pct. Ook de oorspronkelijk voorgeschreven immuniteit van de
werkgever werd aangepast na de uitbreiding van de werkgever werd aangepast na de uitbreiding van de
arbeidsongevallenregeling tot de ongevallen op de weg naar en van het arbeidsongevallenregeling tot de ongevallen op de weg naar en van het
werk. werk.
Bij de totstandkoming van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 Bij de totstandkoming van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
werd het systeem gewijzigd door het invoeren van de verplichte werd het systeem gewijzigd door het invoeren van de verplichte
verzekering, krachtens welke de werknemer zich niet meer richt tot de verzekering, krachtens welke de werknemer zich niet meer richt tot de
werkgever maar tot de « wetsverzekeraar ». De schade opgelopen door de werkgever maar tot de « wetsverzekeraar ». De schade opgelopen door de
werknemer en niet langer de aansprakelijkheid van de werkgever werd werknemer en niet langer de aansprakelijkheid van de werkgever werd
vanaf dan verzekerd, waardoor het systeem gelijkenis vertoont met een vanaf dan verzekerd, waardoor het systeem gelijkenis vertoont met een
mechanisme van sociale verzekering. mechanisme van sociale verzekering.
B.1.2. Het doel van het systeem van de vaste vergoeding bij B.1.2. Het doel van het systeem van de vaste vergoeding bij
arbeidsongevallen bestaat erin het inkomen van de werknemer te arbeidsongevallen bestaat erin het inkomen van de werknemer te
beschermen tegen een mogelijk professioneel risico, zelfs indien het beschermen tegen een mogelijk professioneel risico, zelfs indien het
ongeval gebeurt door de schuld van die werknemer of van een collega, ongeval gebeurt door de schuld van die werknemer of van een collega,
alsook de sociale vrede en de arbeidsverhoudingen binnen de bedrijven alsook de sociale vrede en de arbeidsverhoudingen binnen de bedrijven
te handhaven door een toename van het aantal processen inzake te handhaven door een toename van het aantal processen inzake
aansprakelijkheid uit te sluiten. aansprakelijkheid uit te sluiten.
De bescherming in geval van een fout van de werknemer houdt in dat De bescherming in geval van een fout van de werknemer houdt in dat
deze van zijn eigen aansprakelijkheid wordt ontheven in geval van een deze van zijn eigen aansprakelijkheid wordt ontheven in geval van een
arbeidsongeval dat door die fout is veroorzaakt. De vaste vergoeding arbeidsongeval dat door die fout is veroorzaakt. De vaste vergoeding
dekt bovendien diegenen van wie de wetgever veronderstelt dat zij dekt bovendien diegenen van wie de wetgever veronderstelt dat zij
normaal gesproken afhangen van het inkomen van het slachtoffer van een normaal gesproken afhangen van het inkomen van het slachtoffer van een
dodelijk ongeval. De vaste vergoeding zal in bepaalde gevallen groter dodelijk ongeval. De vaste vergoeding zal in bepaalde gevallen groter
zijn dan wat het slachtoffer had kunnen verkrijgen door een zijn dan wat het slachtoffer had kunnen verkrijgen door een
gemeenrechtelijke vordering in te stellen tegen de dader van de fout gemeenrechtelijke vordering in te stellen tegen de dader van de fout
die het ongeval heeft veroorzaakt en, in andere gevallen, minder die het ongeval heeft veroorzaakt en, in andere gevallen, minder
groot. De financiering van het systeem van de vaste vergoeding wordt groot. De financiering van het systeem van de vaste vergoeding wordt
gewaarborgd door de werkgevers, die sinds 1971 verplicht zijn een gewaarborgd door de werkgevers, die sinds 1971 verplicht zijn een
verzekering inzake arbeidsongevallen te sluiten en de kosten van de verzekering inzake arbeidsongevallen te sluiten en de kosten van de
premies te dragen. De bekommernis om de financiële last die hiervan premies te dragen. De bekommernis om de financiële last die hiervan
het gevolg is niet te verzwaren door een eventuele gemeenrechtelijke het gevolg is niet te verzwaren door een eventuele gemeenrechtelijke
vergoedingsverplichting, heeft de wetgever ertoe gebracht de gevallen vergoedingsverplichting, heeft de wetgever ertoe gebracht de gevallen
te beperken waarin de werkgever burgerlijk aansprakelijk kan worden te beperken waarin de werkgever burgerlijk aansprakelijk kan worden
gesteld. gesteld.
B.1.3. Aangezien het afwijkende systeem in principe verantwoord is, B.1.3. Aangezien het afwijkende systeem in principe verantwoord is,
kan worden aanvaard dat bij een nadere vergelijking met het kan worden aanvaard dat bij een nadere vergelijking met het
gemeenrechtelijke systeem verschillen in behandeling aan het licht gemeenrechtelijke systeem verschillen in behandeling aan het licht
komen, nu eens in de ene zin, dan weer in de andere, onder voorbehoud komen, nu eens in de ene zin, dan weer in de andere, onder voorbehoud
dat elk van de in het geding zijnde regels dient overeen te stemmen dat elk van de in het geding zijnde regels dient overeen te stemmen
met de logica van het systeem waarvan die regel deel uitmaakt. met de logica van het systeem waarvan die regel deel uitmaakt.
B.2. De eerste prejudiciële vraag betreft artikel 46 van de wet van 10 B.2. De eerste prejudiciële vraag betreft artikel 46 van de wet van 10
april 1971, evenwel zonder dat in de vraag is gepreciseerd of het de april 1971, evenwel zonder dat in de vraag is gepreciseerd of het de
versie vóór dan wel na de wijzigingen ervan bij de wetten van 20 mei versie vóór dan wel na de wijzigingen ervan bij de wetten van 20 mei
1998, 25 januari 1999 en 24 december 1999 betreft. Gelet op de datum 1998, 25 januari 1999 en 24 december 1999 betreft. Gelet op de datum
van het ongeval in het bodemgeschil en op de formulering van de vraag van het ongeval in het bodemgeschil en op de formulering van de vraag
zelf, die identiek is aan deze onderzocht in het arrest nr. 3/97 van zelf, die identiek is aan deze onderzocht in het arrest nr. 3/97 van
16 januari 1997, meent het Hof dat de eerste versie ter toetsing 16 januari 1997, meent het Hof dat de eerste versie ter toetsing
voorligt. Het Hof kan zich bijgevolg, binnen de grenzen van zijn voorligt. Het Hof kan zich bijgevolg, binnen de grenzen van zijn
saisine, niet uitspreken over het onderscheid in behandeling dat zou saisine, niet uitspreken over het onderscheid in behandeling dat zou
kunnen worden teweeggebracht door het bepaalde in artikel 46, § 1, 6°, kunnen worden teweeggebracht door het bepaalde in artikel 46, § 1, 6°,
zoals ingevoegd bij de wet van 20 mei 1998 en vervangen bij de wet van zoals ingevoegd bij de wet van 20 mei 1998 en vervangen bij de wet van
25 januari 1999 tussen verkeersongevallen op de openbare weg en 25 januari 1999 tussen verkeersongevallen op de openbare weg en
verkeersongevallen op terreinen die enkel toegankelijk zijn voor een verkeersongevallen op terreinen die enkel toegankelijk zijn voor een
zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen, zoals zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen, zoals
bijvoorbeeld privé-parkeergelegenheden. Het staat de verwijzende bijvoorbeeld privé-parkeergelegenheden. Het staat de verwijzende
rechter vrij hieromtrent een nieuwe prejudiciële vraag te stellen. rechter vrij hieromtrent een nieuwe prejudiciële vraag te stellen.
B.3.1. Artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 B.3.1. Artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
(Belgisch Staatsblad van 24 april 1971) luidt : (Belgisch Staatsblad van 24 april 1971) luidt :
« § 1. Ongeacht de uit deze wet voortvloeiende rechten blijft de « § 1. Ongeacht de uit deze wet voortvloeiende rechten blijft de
rechtsvordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid mogelijk voor de rechtsvordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid mogelijk voor de
getroffene of zijn rechthebbenden : getroffene of zijn rechthebbenden :
1° tegen de werkgever die het arbeidsongeval opzettelijk heeft 1° tegen de werkgever die het arbeidsongeval opzettelijk heeft
veroorzaakt of die opzettelijk een ongeval heeft veroorzaakt dat een veroorzaakt of die opzettelijk een ongeval heeft veroorzaakt dat een
arbeidsongeval tot gevolg heeft; arbeidsongeval tot gevolg heeft;
2° tegen de werkgever wanneer het arbeidsongeval schade aan goederen 2° tegen de werkgever wanneer het arbeidsongeval schade aan goederen
van de werknemer heeft veroorzaakt; van de werknemer heeft veroorzaakt;
3° tegen de lasthebber of aangestelde van de werkgever die het 3° tegen de lasthebber of aangestelde van de werkgever die het
arbeidsongeval opzettelijk heeft veroorzaakt; arbeidsongeval opzettelijk heeft veroorzaakt;
4° tegen de personen, andere dan de werkgever, zijn lasthebbers of 4° tegen de personen, andere dan de werkgever, zijn lasthebbers of
aangestelden, die voor het ongeval aansprakelijk zijn; aangestelden, die voor het ongeval aansprakelijk zijn;
5° tegen de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden, wanneer het 5° tegen de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden, wanneer het
ongeval zich voordoet op de weg naar en van het werk. ongeval zich voordoet op de weg naar en van het werk.
§ 2. Onverminderd de bepalingen van § 1, is de verzekeraar verplicht § 2. Onverminderd de bepalingen van § 1, is de verzekeraar verplicht
de vergoedingen, die voortvloeien uit deze wet te betalen binnen de de vergoedingen, die voortvloeien uit deze wet te betalen binnen de
bij de artikelen 41 en 42 gestelde termijn. bij de artikelen 41 en 42 gestelde termijn.
De volgens het gemeen recht toegekende vergoeding, die geen betrekking De volgens het gemeen recht toegekende vergoeding, die geen betrekking
kan hebben op de vergoeding van de lichamelijke schade zoals zij kan hebben op de vergoeding van de lichamelijke schade zoals zij
gedekt is door deze wet, mag samengevoegd worden met de krachtens deze gedekt is door deze wet, mag samengevoegd worden met de krachtens deze
wet toegekende vergoedingen. » wet toegekende vergoedingen. »
B.3.2. Artikel 7 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 B.3.2. Artikel 7 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971
definieert het arbeidsongeval als volgt : definieert het arbeidsongeval als volgt :
« Voor de toepassing van deze wet wordt als arbeidsongeval aangezien « Voor de toepassing van deze wet wordt als arbeidsongeval aangezien
elk ongeval dat een werknemer tijdens en door het feit van de elk ongeval dat een werknemer tijdens en door het feit van de
uitvoering van de arbeidsovereenkomst overkomt en dat een letsel uitvoering van de arbeidsovereenkomst overkomt en dat een letsel
veroorzaakt. veroorzaakt.
Het ongeval overkomen tijdens de uitvoering van de overeenkomst wordt, Het ongeval overkomen tijdens de uitvoering van de overeenkomst wordt,
behoudens tegenbewijs, geacht als overkomen door het feit van de behoudens tegenbewijs, geacht als overkomen door het feit van de
uitvoering van die overeenkomst. » uitvoering van die overeenkomst. »
Artikel 8, § 1, voegt daaraan toe in het eerste lid : « Wordt eveneens Artikel 8, § 1, voegt daaraan toe in het eerste lid : « Wordt eveneens
als arbeidsongeval aangezien het ongeval dat zich voordoet op de weg als arbeidsongeval aangezien het ongeval dat zich voordoet op de weg
naar en van het werk ». Het omschrijft in het tweede lid de weg naar naar en van het werk ». Het omschrijft in het tweede lid de weg naar
en van het werk als « het normale traject dat de werknemer moet en van het werk als « het normale traject dat de werknemer moet
afleggen om zich van zijn verblijfplaats te begeven naar de plaats afleggen om zich van zijn verblijfplaats te begeven naar de plaats
waar hij werkt, en omgekeerd ». Artikel 8, § 1, derde lid, somt de waar hij werkt, en omgekeerd ». Artikel 8, § 1, derde lid, somt de
gevallen op waarin het traject normaal blijft indien de werknemer de gevallen op waarin het traject normaal blijft indien de werknemer de
nodige en redelijkerwijze te verantwoorden omwegen maakt. Het traject nodige en redelijkerwijze te verantwoorden omwegen maakt. Het traject
van of naar de verblijfplaats begint zodra de werknemer de dorpel van van of naar de verblijfplaats begint zodra de werknemer de dorpel van
zijn hoofd- of tweede verblijfplaats verlaat en eindigt zodra die weer zijn hoofd- of tweede verblijfplaats verlaat en eindigt zodra die weer
overschreden wordt (artikel 8, § 1, vierde lid). Artikel 8, § 2, overschreden wordt (artikel 8, § 1, vierde lid). Artikel 8, § 2,
vermeldt ten slotte de trajecten die onder meer met de weg naar en van vermeldt ten slotte de trajecten die onder meer met de weg naar en van
het werk worden gelijkgesteld. het werk worden gelijkgesteld.
B.4.1. In zijn paragraaf 1 roept artikel 46 van de B.4.1. In zijn paragraaf 1 roept artikel 46 van de
arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 ten aanzien van de personen die arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 ten aanzien van de personen die
het slachtoffer zijn van een verkeersongeval dat onopzettelijk het slachtoffer zijn van een verkeersongeval dat onopzettelijk
veroorzaakt is door de werkgever, zijn lasthebbers of zijn veroorzaakt is door de werkgever, zijn lasthebbers of zijn
aangestelden en die aanspraak kunnen maken op de door de aangestelden en die aanspraak kunnen maken op de door de
arbeidsongevallenwet gewaarborgde schadeloosstelling, een arbeidsongevallenwet gewaarborgde schadeloosstelling, een
onderscheiden behandeling in het leven tussen de slachtoffers van een onderscheiden behandeling in het leven tussen de slachtoffers van een
arbeidsongeval en de slachtoffers van een ongeval dat zich voordoet op arbeidsongeval en de slachtoffers van een ongeval dat zich voordoet op
de weg naar en van het werk, doordat alleen de laatste categorie van de weg naar en van het werk, doordat alleen de laatste categorie van
slachtoffers, benevens de vorderingen op grond van de rechten slachtoffers, benevens de vorderingen op grond van de rechten
voortvloeiende uit voormelde wet, een rechtsvordering inzake voortvloeiende uit voormelde wet, een rechtsvordering inzake
burgerlijke aansprakelijkheid kunnen instellen tegen de werkgever, burgerlijke aansprakelijkheid kunnen instellen tegen de werkgever,
zijn lasthebbers of zijn aangestelden. zijn lasthebbers of zijn aangestelden.
B.4.2. Dat onderscheid werd reeds ingevoerd door de wet van 11 juni B.4.2. Dat onderscheid werd reeds ingevoerd door de wet van 11 juni
1964 tot wijziging van artikel 19 van de wet betreffende de 1964 tot wijziging van artikel 19 van de wet betreffende de
arbeidsongevallen. arbeidsongevallen.
Zoals reeds uiteengezet in B.1.1 voorzag de wet van 24 december 1903 Zoals reeds uiteengezet in B.1.1 voorzag de wet van 24 december 1903
betreffende de vergoeding van schade voortspruitende uit ongevallen in betreffende de vergoeding van schade voortspruitende uit ongevallen in
een forfaitaire vergoeding ten gevolge van een arbeidsongeval, waarbij een forfaitaire vergoeding ten gevolge van een arbeidsongeval, waarbij
de forfaitaire aard van de vergoeding was ingegeven door de opvatting de forfaitaire aard van de vergoeding was ingegeven door de opvatting
van een gedeeld risico tussen de werkgever en het slachtoffer van het van een gedeeld risico tussen de werkgever en het slachtoffer van het
arbeidsongeval. arbeidsongeval.
De wetgever van 1964 heeft evenwel gemeend het van de artikelen 1382 De wetgever van 1964 heeft evenwel gemeend het van de artikelen 1382
en volgende van het Burgerlijk Wetboek afwijkende stelsel van en volgende van het Burgerlijk Wetboek afwijkende stelsel van
forfaitaire schadeloosstelling voor ongevallen op de weg naar en van forfaitaire schadeloosstelling voor ongevallen op de weg naar en van
het werk niet langer te moeten handhaven op grond van de overwegingen het werk niet langer te moeten handhaven op grond van de overwegingen
dat de moeilijkheden inzake bewijslast van dat soort van ongevallen dat de moeilijkheden inzake bewijslast van dat soort van ongevallen
niet geheel onoverkomelijk meer waren, dat door de werkgevers meer en niet geheel onoverkomelijk meer waren, dat door de werkgevers meer en
meer vervoer naar het werk werd georganiseerd, dat dergelijke meer vervoer naar het werk werd georganiseerd, dat dergelijke
ongevallen zowel in aantal als in ernst waren toegenomen en dat de ongevallen zowel in aantal als in ernst waren toegenomen en dat de
beperking van de schadeloosstelling in feite ten goede kwam aan de beperking van de schadeloosstelling in feite ten goede kwam aan de
verzekeringsinstelling waarbij de voor het ongeval aansprakelijke verzekeringsinstelling waarbij de voor het ongeval aansprakelijke
persoon zich verplicht tegen een onbeperkt risico had verzekerd, persoon zich verplicht tegen een onbeperkt risico had verzekerd,
terwijl het risico door de bepalingen van de wet van 1903 op de terwijl het risico door de bepalingen van de wet van 1903 op de
arbeidsongevallen werd beperkt (Parl. St., Kamer, 1962-1963, nr. arbeidsongevallen werd beperkt (Parl. St., Kamer, 1962-1963, nr.
593/1, p. 2, en nr. 593/2, p. 2). 593/1, p. 2, en nr. 593/2, p. 2).
De wet van 11 juni 1964 voerde ten voordele van de slachtoffers van De wet van 11 juni 1964 voerde ten voordele van de slachtoffers van
dergelijke ongevallen een gemengd stelsel in waardoor de slachtoffers dergelijke ongevallen een gemengd stelsel in waardoor de slachtoffers
en hun rechthebbenden, enerzijds, hun aanspraak op de forfaitaire en hun rechthebbenden, enerzijds, hun aanspraak op de forfaitaire
vergoeding, die als een minimumuitkering zou gelden, behouden zonder vergoeding, die als een minimumuitkering zou gelden, behouden zonder
dat hun de bewijslast werd opgelegd ten aanzien van de eventuele dat hun de bewijslast werd opgelegd ten aanzien van de eventuele
schuld van de persoon die het ongeval heeft veroorzaakt, en, schuld van de persoon die het ongeval heeft veroorzaakt, en,
anderzijds, een vergoeding kunnen verkrijgen voor de overige schade anderzijds, een vergoeding kunnen verkrijgen voor de overige schade
waarvan, volgens de regels van het gemeen recht, zou kunnen worden waarvan, volgens de regels van het gemeen recht, zou kunnen worden
aangetoond dat zij veroorzaakt is door de schuld van een derde, zelfs aangetoond dat zij veroorzaakt is door de schuld van een derde, zelfs
zo deze laatste tot dezelfde onderneming behoort (ibid. ). zo deze laatste tot dezelfde onderneming behoort (ibid. ).
B.5. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de B.5. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de
niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling
tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat
verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord
is. is.
Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld
rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel
en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het
gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen
redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende
middelen en het beoogde doel. middelen en het beoogde doel.
B.6. Het door de wetgever ingevoerde onderscheid tussen de B.6. Het door de wetgever ingevoerde onderscheid tussen de
slachtoffers van een arbeidsongeval en de slachtoffers van een ongeval slachtoffers van een arbeidsongeval en de slachtoffers van een ongeval
op de weg naar en van het werk beantwoordt aan een wettige op de weg naar en van het werk beantwoordt aan een wettige
doelstelling, te weten de zorg om aan alle slachtoffers de in de doelstelling, te weten de zorg om aan alle slachtoffers de in de
arbeidsongevallenwet bepaalde basisvoorziening te verzekeren en om, in arbeidsongevallenwet bepaalde basisvoorziening te verzekeren en om, in
die gevallen waarin er geen redenen zijn om de in de wet die gevallen waarin er geen redenen zijn om de in de wet
voorgeschreven beperkingen te behouden, aan het slachtoffer een zo voorgeschreven beperkingen te behouden, aan het slachtoffer een zo
ruim mogelijke vergoeding te zien toekennen. ruim mogelijke vergoeding te zien toekennen.
Door het onderscheid tussen beide categorieën van slachtoffers te Door het onderscheid tussen beide categorieën van slachtoffers te
baseren op de vaststelling dat de moeilijkheden van bewijs van de baseren op de vaststelling dat de moeilijkheden van bewijs van de
schade die uit ieder van de beide soorten van ongevallen voortvloeit schade die uit ieder van de beide soorten van ongevallen voortvloeit
en van het oorzakelijk verband tussen de schade en de schuld van de en van het oorzakelijk verband tussen de schade en de schuld van de
werkgever, zijn lasthebbers en zijn aangestelden, verschillend zijn en werkgever, zijn lasthebbers en zijn aangestelden, verschillend zijn en
dat het bewijs in het kader van een arbeidsongeval vaak moeilijk te dat het bewijs in het kader van een arbeidsongeval vaak moeilijk te
leveren is zonder afbreuk te doen aan de sociale rust en de leveren is zonder afbreuk te doen aan de sociale rust en de
arbeidsverhoudingen in de ondernemingen, heeft de wetgever een arbeidsverhoudingen in de ondernemingen, heeft de wetgever een
verschil in behandeling ingevoerd op grond van criteria die de verschil in behandeling ingevoerd op grond van criteria die de
invoering van dat onderscheid tussen beide categorieën van invoering van dat onderscheid tussen beide categorieën van
slachtoffers objectief en redelijk verantwoorden. slachtoffers objectief en redelijk verantwoorden.
Aldus heeft de wetgever een onderscheid in behandeling ingesteld dat Aldus heeft de wetgever een onderscheid in behandeling ingesteld dat
de toets aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doorstaat. de toets aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doorstaat.
B.7.1. Uit de combinatie van de artikelen 7 en 8 van de B.7.1. Uit de combinatie van de artikelen 7 en 8 van de
arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 heeft de rechtspraak echter een arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 heeft de rechtspraak echter een
ander onderscheid afgeleid tussen de slachtoffers van een ander onderscheid afgeleid tussen de slachtoffers van een
verkeersongeval : enerzijds, van een verkeersongeval dat zich voordoet verkeersongeval : enerzijds, van een verkeersongeval dat zich voordoet
terwijl het slachtoffer zich onder het gezag van de werkgever bevindt terwijl het slachtoffer zich onder het gezag van de werkgever bevindt
en dat als een arbeidsongeval beschouwd wordt doordat het is overkomen en dat als een arbeidsongeval beschouwd wordt doordat het is overkomen
tijdens en door het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst tijdens en door het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst
en, anderzijds, van een verkeersongeval dat zich voordoet terwijl het en, anderzijds, van een verkeersongeval dat zich voordoet terwijl het
slachtoffer niet onder het gezag van de werkgever staat. In het eerste slachtoffer niet onder het gezag van de werkgever staat. In het eerste
geval kan het slachtoffer slechts aanspraak maken op de forfaitaire geval kan het slachtoffer slechts aanspraak maken op de forfaitaire
arbeidsongevallenvergoeding; in het tweede geval behoudt het arbeidsongevallenvergoeding; in het tweede geval behoudt het
daarenboven in voorkomend geval de gemeenrechtelijke vordering, zoals daarenboven in voorkomend geval de gemeenrechtelijke vordering, zoals
bepaald in artikel 46 van de arbeidsongevallenwet (zie onder meer bepaald in artikel 46 van de arbeidsongevallenwet (zie onder meer
Cass., 14 maart 1968, Arr. Cass., 1968, pp. 932-934; Cass., 19 Cass., 14 maart 1968, Arr. Cass., 1968, pp. 932-934; Cass., 19
september 1972, Arr. Cass., 1973, pp. 72-75; Cass., 28 januari 1975, september 1972, Arr. Cass., 1973, pp. 72-75; Cass., 28 januari 1975,
Arr. Cass., 1975, pp. 596-612). Arr. Cass., 1975, pp. 596-612).
Het bestaan van de gezagsverhouding wordt door de feitenrechter Het bestaan van de gezagsverhouding wordt door de feitenrechter
beoordeeld op grond van verschillende criteria die in hoofdzaak beoordeeld op grond van verschillende criteria die in hoofdzaak
betrekking hebben op het al dan niet verplicht karakter van het betrekking hebben op het al dan niet verplicht karakter van het
georganiseerd vervoer van werknemers, tijdens hetwelk het ongeval zich georganiseerd vervoer van werknemers, tijdens hetwelk het ongeval zich
voordoet, het al dan niet betalen van loon voor de duur van het voordoet, het al dan niet betalen van loon voor de duur van het
traject en soms zelfs het al dan niet bereikt zijn van de plaats waar traject en soms zelfs het al dan niet bereikt zijn van de plaats waar
het werk wordt uitgevoerd. het werk wordt uitgevoerd.
B.7.2. Dat het slachtoffer al dan niet onder het gezag van de B.7.2. Dat het slachtoffer al dan niet onder het gezag van de
werkgever stond, is een objectief criterium van onderscheid. Rekening werkgever stond, is een objectief criterium van onderscheid. Rekening
houdend met het doel en de gevolgen van de in het geding zijnde houdend met het doel en de gevolgen van de in het geding zijnde
wettelijke bepaling is dat criterium van onderscheid evenwel niet wettelijke bepaling is dat criterium van onderscheid evenwel niet
relevant. Het feit dat een werknemer al dan niet onder het gezag van relevant. Het feit dat een werknemer al dan niet onder het gezag van
zijn werkgever staat, beïnvloedt immers op geen enkele wijze het zijn werkgever staat, beïnvloedt immers op geen enkele wijze het
bestaan en de toename van het aantal verkeersongevallen die hadden bestaan en de toename van het aantal verkeersongevallen die hadden
verantwoord dat de wetgever afweek van het forfaitaire verantwoord dat de wetgever afweek van het forfaitaire
vergoedingsstelsel; dat feit vertoont geen verband met de ernst van de vergoedingsstelsel; dat feit vertoont geen verband met de ernst van de
schade die uit dergelijke ongevallen voor de werknemers voortvloeit en schade die uit dergelijke ongevallen voor de werknemers voortvloeit en
heeft evenmin een weerslag op de moeilijkheid om het bewijs te leveren heeft evenmin een weerslag op de moeilijkheid om het bewijs te leveren
van de geleden schade en van het oorzakelijk verband tussen die schade van de geleden schade en van het oorzakelijk verband tussen die schade
en de schuld van de werkgever, zijn lasthebbers of zijn aangestelden. en de schuld van de werkgever, zijn lasthebbers of zijn aangestelden.
Bijgevolg is, met betrekking tot de mogelijkheid om een Bijgevolg is, met betrekking tot de mogelijkheid om een
gemeenrechtelijke vordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid in te gemeenrechtelijke vordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid in te
stellen, het ingevoerde onderscheid tussen de slachtoffers van een stellen, het ingevoerde onderscheid tussen de slachtoffers van een
door de werkgever, diens lasthebbers of aangestelden onopzettelijk door de werkgever, diens lasthebbers of aangestelden onopzettelijk
veroorzaakt verkeersongeval, naargelang zij al dan niet onder het veroorzaakt verkeersongeval, naargelang zij al dan niet onder het
gezag van de werkgever staan, niet verantwoord bij ontstentenis van de gezag van de werkgever staan, niet verantwoord bij ontstentenis van de
grondwettelijk vereiste relevantie van dat criterium van onderscheid. grondwettelijk vereiste relevantie van dat criterium van onderscheid.
B.8.1. De parlementaire voorbereiding van de wet van 11 juni 1964 B.8.1. De parlementaire voorbereiding van de wet van 11 juni 1964
lijkt evenwel niet te hebben uitgesloten dat de rechtsvordering inzake lijkt evenwel niet te hebben uitgesloten dat de rechtsvordering inzake
burgerlijke aansprakelijkheid met toepassing van artikel 46 van de burgerlijke aansprakelijkheid met toepassing van artikel 46 van de
arbeidsongevallenwet zou worden toegekend aan het slachtoffer van het arbeidsongevallenwet zou worden toegekend aan het slachtoffer van het
door de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden onopzettelijk door de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden onopzettelijk
veroorzaakt verkeersongeval dat zich voordoet op het ogenblik dat het veroorzaakt verkeersongeval dat zich voordoet op het ogenblik dat het
slachtoffer onder het gezag van de werkgever stond. slachtoffer onder het gezag van de werkgever stond.
Bij de toelichting van het wetsvoorstel werd immers uitdrukkelijk Bij de toelichting van het wetsvoorstel werd immers uitdrukkelijk
opgemerkt dat « de moeilijkheden, wat de bewijslast betreft, [...] opgemerkt dat « de moeilijkheden, wat de bewijslast betreft, [...]
niet meer geheel onoverkomelijk [zijn] wanneer de ongevallen zich niet meer geheel onoverkomelijk [zijn] wanneer de ongevallen zich
voordoen buiten de plaats van het werk en buiten de beroepsactiviteit voordoen buiten de plaats van het werk en buiten de beroepsactiviteit
van de werknemer » en dat het « trouwens meer en meer voor [komt] dat van de werknemer » en dat het « trouwens meer en meer voor [komt] dat
de werklieden van een onderneming zich van hun woonplaats naar hun de werklieden van een onderneming zich van hun woonplaats naar hun
werk begeven in een door de werkgever of een zijner aangestelden werk begeven in een door de werkgever of een zijner aangestelden
bestuurd voertuig » (Parl. St., Kamer, 1962-1963, nr. 593/1, p. 2). bestuurd voertuig » (Parl. St., Kamer, 1962-1963, nr. 593/1, p. 2).
B.8.2. Gelet op de vaststelling dat de problematiek van de bewijslast B.8.2. Gelet op de vaststelling dat de problematiek van de bewijslast
zich niet anders aandient wanneer het verkeersongeval zich voordoet op zich niet anders aandient wanneer het verkeersongeval zich voordoet op
een ogenblik dat de werknemer, zij het zelfs onrechtstreeks, onder het een ogenblik dat de werknemer, zij het zelfs onrechtstreeks, onder het
gezag van de werkgever staat, en rekening houdend met de gezag van de werkgever staat, en rekening houdend met de
ontwikkelingen van de arbeidsverhoudingen, die van de werknemer een ontwikkelingen van de arbeidsverhoudingen, die van de werknemer een
steeds grotere mobiliteit vereisen, kan, naar luid van de steeds grotere mobiliteit vereisen, kan, naar luid van de
parlementaire voorbereiding onder het begrip « ongeval naar en van het parlementaire voorbereiding onder het begrip « ongeval naar en van het
werk », worden begrepen : ieder ongeval dat zich bij de uitvoering van werk », worden begrepen : ieder ongeval dat zich bij de uitvoering van
de opdracht waartoe de werknemer middels een arbeidsovereenkomst is de opdracht waartoe de werknemer middels een arbeidsovereenkomst is
gehouden, op de openbare weg voordoet « buiten de plaats van het werk gehouden, op de openbare weg voordoet « buiten de plaats van het werk
en buiten de beroepsactiviteit van de werknemer » (Parl. St., Kamer, en buiten de beroepsactiviteit van de werknemer » (Parl. St., Kamer,
1962-1963, nr. 593/1, p. 2). 1962-1963, nr. 593/1, p. 2).
In die interpretatie van artikel 46 van de arbeidsongevallenwet In die interpretatie van artikel 46 van de arbeidsongevallenwet
schendt het onderscheid tussen de slachtoffers van een arbeidsongeval schendt het onderscheid tussen de slachtoffers van een arbeidsongeval
en de slachtoffers van een ongeval op de weg naar en van het werk de en de slachtoffers van een ongeval op de weg naar en van het werk de
artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.
B.9. De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 18 van B.9. De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 18 van
de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, dat luidt de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, dat luidt
: :
« Ingeval de werknemer bij de uitvoering van zijn overeenkomst de « Ingeval de werknemer bij de uitvoering van zijn overeenkomst de
werkgever of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor werkgever of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor
zijn bedrog en zijn zware schuld. zijn bedrog en zijn zware schuld.
Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder
gewoonlijk dan toevallig voorkomt. gewoonlijk dan toevallig voorkomt.
Op straffe van nietigheid mag niet worden afgeweken van de bij het Op straffe van nietigheid mag niet worden afgeweken van de bij het
eerste en het tweede lid vastgestelde aansprakelijkheid, tenzij, en eerste en het tweede lid vastgestelde aansprakelijkheid, tenzij, en
alleen wat de aansprakelijkheid tegenover de werkgever betreft, bij alleen wat de aansprakelijkheid tegenover de werkgever betreft, bij
een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve
arbeidsovereenkomst. arbeidsovereenkomst.
De werkgever kan de vergoedingen en de schadeloosstellingen die hem De werkgever kan de vergoedingen en de schadeloosstellingen die hem
krachtens dit artikel verschuldigd zijn en die na de feiten met de krachtens dit artikel verschuldigd zijn en die na de feiten met de
werknemer zijn overeengekomen of door de rechter vastgesteld, op het werknemer zijn overeengekomen of door de rechter vastgesteld, op het
loon inhouden in de voorwaarden als bepaald bij artikel 23 van de wet loon inhouden in de voorwaarden als bepaald bij artikel 23 van de wet
van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der
werknemers. » werknemers. »
B.10.1. Op grond van artikel 18 van de arbeidsovereenkomstenwet is de B.10.1. Op grond van artikel 18 van de arbeidsovereenkomstenwet is de
werknemer in het raam van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst ten werknemer in het raam van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst ten
aanzien van derden aansprakelijk bij bedrog, zware schuld en aanzien van derden aansprakelijk bij bedrog, zware schuld en
gewoonlijk voorkomende lichte schuld. Die aansprakelijkheidsregeling gewoonlijk voorkomende lichte schuld. Die aansprakelijkheidsregeling
is een bijzondere toepassing van de beginselen vervat in de artikelen is een bijzondere toepassing van de beginselen vervat in de artikelen
1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 18 van de wet van 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 18 van de wet van
3 juli 1978 doet geen afbreuk aan artikel 1384, derde lid, van het 3 juli 1978 doet geen afbreuk aan artikel 1384, derde lid, van het
Burgerlijk Wetboek, dat stelt dat de meester aansprakelijk is voor de Burgerlijk Wetboek, dat stelt dat de meester aansprakelijk is voor de
aangestelden. aangestelden.
B.10.2. Zoals hiervoor is aangegeven onder B.1.1 voorziet de B.10.2. Zoals hiervoor is aangegeven onder B.1.1 voorziet de
arbeidsongevallenwet in een forfaitaire schadevergoeding, ingegeven arbeidsongevallenwet in een forfaitaire schadevergoeding, ingegeven
door een van het gemeen recht afwijkende aansprakelijkheidsregeling door een van het gemeen recht afwijkende aansprakelijkheidsregeling
die niet meer uitgaat van het begrip fout. Die regeling verschilt die niet meer uitgaat van het begrip fout. Die regeling verschilt
aldus, wat haar juridische grondslag betreft, fundamenteel van artikel aldus, wat haar juridische grondslag betreft, fundamenteel van artikel
18 van de wet van 3 juli 1978, dat wel op het foutbegrip is gebaseerd. 18 van de wet van 3 juli 1978, dat wel op het foutbegrip is gebaseerd.
Beide regelingen kunnen dan ook niet op pertinente wijze worden Beide regelingen kunnen dan ook niet op pertinente wijze worden
vergeleken wat de gevolgen betreft die ze hechten aan een zware fout, vergeleken wat de gevolgen betreft die ze hechten aan een zware fout,
een opzettelijke fout of een gewoonlijk voorkomende lichte fout begaan een opzettelijke fout of een gewoonlijk voorkomende lichte fout begaan
door de werknemer. door de werknemer.
B.10.3. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden B.10.3. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden
beantwoord. beantwoord.
Om die redenen, Om die redenen,
het Hof het Hof
zegt voor recht : zegt voor recht :
- Artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 schendt de - Artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 schendt de
artikelen 10 en 11 van de Grondwet indien het in die zin wordt artikelen 10 en 11 van de Grondwet indien het in die zin wordt
uitgelegd dat het, volgens de gemeenrechtelijke regels inzake uitgelegd dat het, volgens de gemeenrechtelijke regels inzake
burgerlijke aansprakelijkheid, een volledige schadevergoeding weigert burgerlijke aansprakelijkheid, een volledige schadevergoeding weigert
aan de werknemer die het slachtoffer is van een verkeersongeval dat aan de werknemer die het slachtoffer is van een verkeersongeval dat
onopzettelijk is veroorzaakt door zijn werkgever, diens lasthebbers of onopzettelijk is veroorzaakt door zijn werkgever, diens lasthebbers of
aangestelden, terwijl die werknemer onder het gezag van zijn werkgever aangestelden, terwijl die werknemer onder het gezag van zijn werkgever
staat. staat.
- Artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 schendt de - Artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 schendt de
artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet indien het in die zin wordt artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet indien het in die zin wordt
uitgelegd dat het, volgens de gemeenrechtelijke regels inzake uitgelegd dat het, volgens de gemeenrechtelijke regels inzake
burgerlijke aansprakelijkheid, een volledige schadevergoeding toekent burgerlijke aansprakelijkheid, een volledige schadevergoeding toekent
aan de werknemer die het slachtoffer is van een verkeersongeval dat aan de werknemer die het slachtoffer is van een verkeersongeval dat
onopzettelijk is veroorzaakt door zijn werkgever, diens lasthebbers of onopzettelijk is veroorzaakt door zijn werkgever, diens lasthebbers of
aangestelden, zelfs terwijl die werknemer onder het gezag van zijn aangestelden, zelfs terwijl die werknemer onder het gezag van zijn
werkgever staat. werkgever staat.
- Artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de - Artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de
arbeidsovereenkomsten schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet arbeidsovereenkomsten schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet
niet, in zoverre het de werknemer enkel aansprakelijk stelt in het niet, in zoverre het de werknemer enkel aansprakelijk stelt in het
raam van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst ten aanzien van raam van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst ten aanzien van
derden bij bedrog, zware schuld en gewoonlijk voorkomende lichte derden bij bedrog, zware schuld en gewoonlijk voorkomende lichte
schuld, terwijl artikel 46, § 1, 6°, van de arbeidsongevallenwet van schuld, terwijl artikel 46, § 1, 6°, van de arbeidsongevallenwet van
10 april 1971 de vordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid tegen 10 april 1971 de vordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid tegen
de werkgever, zijn lasthebber of zijn aangestelde mogelijk maakt de werkgever, zijn lasthebber of zijn aangestelde mogelijk maakt
wanneer het ongeval een verkeersongeval betreft. wanneer het ongeval een verkeersongeval betreft.
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 juni 2004. Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 juni 2004.
De griffier, De griffier,
L. Potoms. L. Potoms.
De voorzitter, De voorzitter,
A. Arts. A. Arts.
^