← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 102/2004 van 9 juni 2004 Rolnummer 2909 In zake : de prejudiciële
vragen over artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en artikel 18 van de wet van 3 juli
1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, Het
Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...)"
Uittreksel uit arrest nr. 102/2004 van 9 juni 2004 Rolnummer 2909 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) | Uittreksel uit arrest nr. 102/2004 van 9 juni 2004 Rolnummer 2909 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters P. Mart(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
Uittreksel uit arrest nr. 102/2004 van 9 juni 2004 | Uittreksel uit arrest nr. 102/2004 van 9 juni 2004 |
Rolnummer 2909 | Rolnummer 2909 |
In zake : de prejudiciële vragen over artikel 46 van de | In zake : de prejudiciële vragen over artikel 46 van de |
arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en artikel 18 van de wet van 3 | arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 en artikel 18 van de wet van 3 |
juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld door de | juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, gesteld door de |
Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren. | Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren. |
Het Arbitragehof, | Het Arbitragehof, |
samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters | samengesteld uit de voorzitters A. Arts en M. Melchior, en de rechters |
P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Moerman, | P. Martens, R. Henneuse, M. Bossuyt, E. De Groot en J.-P. Moerman, |
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van |
voorzitter A. Arts, | voorzitter A. Arts, |
wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging |
Bij vonnis van 13 januari 2004 in zake de vennootschap naar Duits | Bij vonnis van 13 januari 2004 in zake de vennootschap naar Duits |
recht Ford Werke AG en de n.v. Groep Josi tegen G. Bulen en de n.v. | recht Ford Werke AG en de n.v. Groep Josi tegen G. Bulen en de n.v. |
Mercator en Noordstar en in aanwezigheid van R. Fred, waarvan de | Mercator en Noordstar en in aanwezigheid van R. Fred, waarvan de |
expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 5 februari | expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 5 februari |
2004, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren de volgende | 2004, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Tongeren de volgende |
prejudiciële vragen gesteld : | prejudiciële vragen gesteld : |
« Schendt artikel 46 van de wet van 10 april 1971 op de | « Schendt artikel 46 van de wet van 10 april 1971 op de |
arbeidsongevallen het grondwettelijke beginsel en het | arbeidsongevallen het grondwettelijke beginsel en het |
niet-discriminatiebeginsel, als vervat in de artikelen 11 en 12 [lees | niet-discriminatiebeginsel, als vervat in de artikelen 11 en 12 [lees |
: 10 en 11] van de Grondwet, door, wanneer een ongeval wordt | : 10 en 11] van de Grondwet, door, wanneer een ongeval wordt |
veroorzaakt door de werkgever van het slachtoffer of door een | veroorzaakt door de werkgever van het slachtoffer of door een |
aangestelde van de werkgever, een onderscheid te maken tussen de | aangestelde van de werkgever, een onderscheid te maken tussen de |
slachtoffers van een arbeidsongeval en de slachtoffers van een ongeval | slachtoffers van een arbeidsongeval en de slachtoffers van een ongeval |
' op de weg ' van en naar het werk, door louter op basis van dit | ' op de weg ' van en naar het werk, door louter op basis van dit |
onderscheid de slachtoffers van een arbeidsongeval uit te sluiten van | onderscheid de slachtoffers van een arbeidsongeval uit te sluiten van |
een volledige gemeenrechtelijke schadeloosstelling die aan elke burger | een volledige gemeenrechtelijke schadeloosstelling die aan elke burger |
en ook aan het slachtoffer van een ongeval op de weg van en naar het | en ook aan het slachtoffer van een ongeval op de weg van en naar het |
werk toekomt ? » | werk toekomt ? » |
« Schendt artikel 18 van de arbeidsovereenkomstenwet de artikelen 10 | « Schendt artikel 18 van de arbeidsovereenkomstenwet de artikelen 10 |
en 11 van de Grondwet door te stellen dat de werknemer bij de | en 11 van de Grondwet door te stellen dat de werknemer bij de |
uitvoering van zijn arbeid enkel aansprakelijk is voor bedrog en zware | uitvoering van zijn arbeid enkel aansprakelijk is voor bedrog en zware |
schuld, terwijl artikel 46, § 1, 6°, van de wet op de | schuld, terwijl artikel 46, § 1, 6°, van de wet op de |
arbeidsongevallen de vordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid | arbeidsongevallen de vordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid |
toelaat aan de getroffene en zijn rechthebbenden tegen de werkgever, | toelaat aan de getroffene en zijn rechthebbenden tegen de werkgever, |
diens aangestelden [lees : lasthebbers] of aangestelden, wanneer het | diens aangestelden [lees : lasthebbers] of aangestelden, wanneer het |
arbeidsongeval een verkeersongeval uitmaakt ? » | arbeidsongeval een verkeersongeval uitmaakt ? » |
Op 2 maart 2004 hebben de rechters-verslaggevers E. De Groot en J.-P. | Op 2 maart 2004 hebben de rechters-verslaggevers E. De Groot en J.-P. |
Moerman, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere | Moerman, met toepassing van artikel 72, eerste lid, van de bijzondere |
wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, het Hof ervan in kennis | wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, het Hof ervan in kennis |
gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen | gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht voor te stellen |
een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. | een arrest van onmiddellijk antwoord te wijzen. |
De bepalingen van voormelde bijzondere wet met betrekking tot de | De bepalingen van voormelde bijzondere wet met betrekking tot de |
rechtspleging en het gebruik van de talen werden toegepast. | rechtspleging en het gebruik van de talen werden toegepast. |
(...) | (...) |
III. In rechte | III. In rechte |
(...) | (...) |
B.1.1. De wet van 24 december 1903 betreffende de vergoeding van | B.1.1. De wet van 24 december 1903 betreffende de vergoeding van |
schade voortspruitende uit ongevallen voorzag in een forfaitaire | schade voortspruitende uit ongevallen voorzag in een forfaitaire |
vergoeding voor schade ten gevolge van een arbeidsongeval, waarbij de | vergoeding voor schade ten gevolge van een arbeidsongeval, waarbij de |
forfaitaire aard van de vergoeding meer bepaald was ingegeven door een | forfaitaire aard van de vergoeding meer bepaald was ingegeven door een |
van het gemeen recht afwijkende aansprakelijkheidsregeling die niet | van het gemeen recht afwijkende aansprakelijkheidsregeling die niet |
meer uitgaat van het begrip « fout », maar van het begrip « | meer uitgaat van het begrip « fout », maar van het begrip « |
professioneel risico », en van het verdelen van dat risico over de | professioneel risico », en van het verdelen van dat risico over de |
werkgever en het slachtoffer van het arbeidsongeval. | werkgever en het slachtoffer van het arbeidsongeval. |
Enerzijds, werd de werkgever, zelfs zonder dat hem enige schuld trof, | Enerzijds, werd de werkgever, zelfs zonder dat hem enige schuld trof, |
steeds aansprakelijk gesteld voor de schade ten gevolge van het | steeds aansprakelijk gesteld voor de schade ten gevolge van het |
arbeidsongeval opgelopen door het slachtoffer. Niet alleen werd het | arbeidsongeval opgelopen door het slachtoffer. Niet alleen werd het |
slachtoffer op die manier vrijgesteld van het vaak zeer moeilijk te | slachtoffer op die manier vrijgesteld van het vaak zeer moeilijk te |
leveren bewijs van de schuld van de werkgever of zijn aangestelde en | leveren bewijs van de schuld van de werkgever of zijn aangestelde en |
van het oorzakelijk verband tussen die schuld en de geleden schade. | van het oorzakelijk verband tussen die schuld en de geleden schade. |
Bovendien zou zijn eventuele eigen (onopzettelijke) fout de vergoeding | Bovendien zou zijn eventuele eigen (onopzettelijke) fout de vergoeding |
niet in de weg staan, noch tot zijn aansprakelijkheid leiden, indien | niet in de weg staan, noch tot zijn aansprakelijkheid leiden, indien |
door die fout een derde een arbeidsongeval zou overkomen. Anderzijds, | door die fout een derde een arbeidsongeval zou overkomen. Anderzijds, |
ontving het slachtoffer van het arbeidsongeval een forfaitaire | ontving het slachtoffer van het arbeidsongeval een forfaitaire |
schadevergoeding, waardoor het slechts gedeeltelijk werd vergoed voor | schadevergoeding, waardoor het slechts gedeeltelijk werd vergoed voor |
de geleden schade. | de geleden schade. |
Door verschillende wetswijzigingen werd het vergoedingsniveau van | Door verschillende wetswijzigingen werd het vergoedingsniveau van |
oorspronkelijk 50 pct. van het « basisloon » uitgebreid naar 66 pct. | oorspronkelijk 50 pct. van het « basisloon » uitgebreid naar 66 pct. |
en 100 pct. Ook de oorspronkelijk voorgeschreven immuniteit van de | en 100 pct. Ook de oorspronkelijk voorgeschreven immuniteit van de |
werkgever werd aangepast na de uitbreiding van de | werkgever werd aangepast na de uitbreiding van de |
arbeidsongevallenregeling tot de ongevallen op de weg naar en van het | arbeidsongevallenregeling tot de ongevallen op de weg naar en van het |
werk. | werk. |
Bij de totstandkoming van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 | Bij de totstandkoming van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 |
werd het systeem gewijzigd door het invoeren van de verplichte | werd het systeem gewijzigd door het invoeren van de verplichte |
verzekering, krachtens welke de werknemer zich niet meer richt tot de | verzekering, krachtens welke de werknemer zich niet meer richt tot de |
werkgever maar tot de « wetsverzekeraar ». De schade opgelopen door de | werkgever maar tot de « wetsverzekeraar ». De schade opgelopen door de |
werknemer en niet langer de aansprakelijkheid van de werkgever werd | werknemer en niet langer de aansprakelijkheid van de werkgever werd |
vanaf dan verzekerd, waardoor het systeem gelijkenis vertoont met een | vanaf dan verzekerd, waardoor het systeem gelijkenis vertoont met een |
mechanisme van sociale verzekering. | mechanisme van sociale verzekering. |
B.1.2. Het doel van het systeem van de vaste vergoeding bij | B.1.2. Het doel van het systeem van de vaste vergoeding bij |
arbeidsongevallen bestaat erin het inkomen van de werknemer te | arbeidsongevallen bestaat erin het inkomen van de werknemer te |
beschermen tegen een mogelijk professioneel risico, zelfs indien het | beschermen tegen een mogelijk professioneel risico, zelfs indien het |
ongeval gebeurt door de schuld van die werknemer of van een collega, | ongeval gebeurt door de schuld van die werknemer of van een collega, |
alsook de sociale vrede en de arbeidsverhoudingen binnen de bedrijven | alsook de sociale vrede en de arbeidsverhoudingen binnen de bedrijven |
te handhaven door een toename van het aantal processen inzake | te handhaven door een toename van het aantal processen inzake |
aansprakelijkheid uit te sluiten. | aansprakelijkheid uit te sluiten. |
De bescherming in geval van een fout van de werknemer houdt in dat | De bescherming in geval van een fout van de werknemer houdt in dat |
deze van zijn eigen aansprakelijkheid wordt ontheven in geval van een | deze van zijn eigen aansprakelijkheid wordt ontheven in geval van een |
arbeidsongeval dat door die fout is veroorzaakt. De vaste vergoeding | arbeidsongeval dat door die fout is veroorzaakt. De vaste vergoeding |
dekt bovendien diegenen van wie de wetgever veronderstelt dat zij | dekt bovendien diegenen van wie de wetgever veronderstelt dat zij |
normaal gesproken afhangen van het inkomen van het slachtoffer van een | normaal gesproken afhangen van het inkomen van het slachtoffer van een |
dodelijk ongeval. De vaste vergoeding zal in bepaalde gevallen groter | dodelijk ongeval. De vaste vergoeding zal in bepaalde gevallen groter |
zijn dan wat het slachtoffer had kunnen verkrijgen door een | zijn dan wat het slachtoffer had kunnen verkrijgen door een |
gemeenrechtelijke vordering in te stellen tegen de dader van de fout | gemeenrechtelijke vordering in te stellen tegen de dader van de fout |
die het ongeval heeft veroorzaakt en, in andere gevallen, minder | die het ongeval heeft veroorzaakt en, in andere gevallen, minder |
groot. De financiering van het systeem van de vaste vergoeding wordt | groot. De financiering van het systeem van de vaste vergoeding wordt |
gewaarborgd door de werkgevers, die sinds 1971 verplicht zijn een | gewaarborgd door de werkgevers, die sinds 1971 verplicht zijn een |
verzekering inzake arbeidsongevallen te sluiten en de kosten van de | verzekering inzake arbeidsongevallen te sluiten en de kosten van de |
premies te dragen. De bekommernis om de financiële last die hiervan | premies te dragen. De bekommernis om de financiële last die hiervan |
het gevolg is niet te verzwaren door een eventuele gemeenrechtelijke | het gevolg is niet te verzwaren door een eventuele gemeenrechtelijke |
vergoedingsverplichting, heeft de wetgever ertoe gebracht de gevallen | vergoedingsverplichting, heeft de wetgever ertoe gebracht de gevallen |
te beperken waarin de werkgever burgerlijk aansprakelijk kan worden | te beperken waarin de werkgever burgerlijk aansprakelijk kan worden |
gesteld. | gesteld. |
B.1.3. Aangezien het afwijkende systeem in principe verantwoord is, | B.1.3. Aangezien het afwijkende systeem in principe verantwoord is, |
kan worden aanvaard dat bij een nadere vergelijking met het | kan worden aanvaard dat bij een nadere vergelijking met het |
gemeenrechtelijke systeem verschillen in behandeling aan het licht | gemeenrechtelijke systeem verschillen in behandeling aan het licht |
komen, nu eens in de ene zin, dan weer in de andere, onder voorbehoud | komen, nu eens in de ene zin, dan weer in de andere, onder voorbehoud |
dat elk van de in het geding zijnde regels dient overeen te stemmen | dat elk van de in het geding zijnde regels dient overeen te stemmen |
met de logica van het systeem waarvan die regel deel uitmaakt. | met de logica van het systeem waarvan die regel deel uitmaakt. |
B.2. De eerste prejudiciële vraag betreft artikel 46 van de wet van 10 | B.2. De eerste prejudiciële vraag betreft artikel 46 van de wet van 10 |
april 1971, evenwel zonder dat in de vraag is gepreciseerd of het de | april 1971, evenwel zonder dat in de vraag is gepreciseerd of het de |
versie vóór dan wel na de wijzigingen ervan bij de wetten van 20 mei | versie vóór dan wel na de wijzigingen ervan bij de wetten van 20 mei |
1998, 25 januari 1999 en 24 december 1999 betreft. Gelet op de datum | 1998, 25 januari 1999 en 24 december 1999 betreft. Gelet op de datum |
van het ongeval in het bodemgeschil en op de formulering van de vraag | van het ongeval in het bodemgeschil en op de formulering van de vraag |
zelf, die identiek is aan deze onderzocht in het arrest nr. 3/97 van | zelf, die identiek is aan deze onderzocht in het arrest nr. 3/97 van |
16 januari 1997, meent het Hof dat de eerste versie ter toetsing | 16 januari 1997, meent het Hof dat de eerste versie ter toetsing |
voorligt. Het Hof kan zich bijgevolg, binnen de grenzen van zijn | voorligt. Het Hof kan zich bijgevolg, binnen de grenzen van zijn |
saisine, niet uitspreken over het onderscheid in behandeling dat zou | saisine, niet uitspreken over het onderscheid in behandeling dat zou |
kunnen worden teweeggebracht door het bepaalde in artikel 46, § 1, 6°, | kunnen worden teweeggebracht door het bepaalde in artikel 46, § 1, 6°, |
zoals ingevoegd bij de wet van 20 mei 1998 en vervangen bij de wet van | zoals ingevoegd bij de wet van 20 mei 1998 en vervangen bij de wet van |
25 januari 1999 tussen verkeersongevallen op de openbare weg en | 25 januari 1999 tussen verkeersongevallen op de openbare weg en |
verkeersongevallen op terreinen die enkel toegankelijk zijn voor een | verkeersongevallen op terreinen die enkel toegankelijk zijn voor een |
zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen, zoals | zeker aantal personen die het recht hebben om er te komen, zoals |
bijvoorbeeld privé-parkeergelegenheden. Het staat de verwijzende | bijvoorbeeld privé-parkeergelegenheden. Het staat de verwijzende |
rechter vrij hieromtrent een nieuwe prejudiciële vraag te stellen. | rechter vrij hieromtrent een nieuwe prejudiciële vraag te stellen. |
B.3.1. Artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 | B.3.1. Artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 |
(Belgisch Staatsblad van 24 april 1971) luidt : | (Belgisch Staatsblad van 24 april 1971) luidt : |
« § 1. Ongeacht de uit deze wet voortvloeiende rechten blijft de | « § 1. Ongeacht de uit deze wet voortvloeiende rechten blijft de |
rechtsvordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid mogelijk voor de | rechtsvordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid mogelijk voor de |
getroffene of zijn rechthebbenden : | getroffene of zijn rechthebbenden : |
1° tegen de werkgever die het arbeidsongeval opzettelijk heeft | 1° tegen de werkgever die het arbeidsongeval opzettelijk heeft |
veroorzaakt of die opzettelijk een ongeval heeft veroorzaakt dat een | veroorzaakt of die opzettelijk een ongeval heeft veroorzaakt dat een |
arbeidsongeval tot gevolg heeft; | arbeidsongeval tot gevolg heeft; |
2° tegen de werkgever wanneer het arbeidsongeval schade aan goederen | 2° tegen de werkgever wanneer het arbeidsongeval schade aan goederen |
van de werknemer heeft veroorzaakt; | van de werknemer heeft veroorzaakt; |
3° tegen de lasthebber of aangestelde van de werkgever die het | 3° tegen de lasthebber of aangestelde van de werkgever die het |
arbeidsongeval opzettelijk heeft veroorzaakt; | arbeidsongeval opzettelijk heeft veroorzaakt; |
4° tegen de personen, andere dan de werkgever, zijn lasthebbers of | 4° tegen de personen, andere dan de werkgever, zijn lasthebbers of |
aangestelden, die voor het ongeval aansprakelijk zijn; | aangestelden, die voor het ongeval aansprakelijk zijn; |
5° tegen de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden, wanneer het | 5° tegen de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden, wanneer het |
ongeval zich voordoet op de weg naar en van het werk. | ongeval zich voordoet op de weg naar en van het werk. |
§ 2. Onverminderd de bepalingen van § 1, is de verzekeraar verplicht | § 2. Onverminderd de bepalingen van § 1, is de verzekeraar verplicht |
de vergoedingen, die voortvloeien uit deze wet te betalen binnen de | de vergoedingen, die voortvloeien uit deze wet te betalen binnen de |
bij de artikelen 41 en 42 gestelde termijn. | bij de artikelen 41 en 42 gestelde termijn. |
De volgens het gemeen recht toegekende vergoeding, die geen betrekking | De volgens het gemeen recht toegekende vergoeding, die geen betrekking |
kan hebben op de vergoeding van de lichamelijke schade zoals zij | kan hebben op de vergoeding van de lichamelijke schade zoals zij |
gedekt is door deze wet, mag samengevoegd worden met de krachtens deze | gedekt is door deze wet, mag samengevoegd worden met de krachtens deze |
wet toegekende vergoedingen. » | wet toegekende vergoedingen. » |
B.3.2. Artikel 7 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 | B.3.2. Artikel 7 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 |
definieert het arbeidsongeval als volgt : | definieert het arbeidsongeval als volgt : |
« Voor de toepassing van deze wet wordt als arbeidsongeval aangezien | « Voor de toepassing van deze wet wordt als arbeidsongeval aangezien |
elk ongeval dat een werknemer tijdens en door het feit van de | elk ongeval dat een werknemer tijdens en door het feit van de |
uitvoering van de arbeidsovereenkomst overkomt en dat een letsel | uitvoering van de arbeidsovereenkomst overkomt en dat een letsel |
veroorzaakt. | veroorzaakt. |
Het ongeval overkomen tijdens de uitvoering van de overeenkomst wordt, | Het ongeval overkomen tijdens de uitvoering van de overeenkomst wordt, |
behoudens tegenbewijs, geacht als overkomen door het feit van de | behoudens tegenbewijs, geacht als overkomen door het feit van de |
uitvoering van die overeenkomst. » | uitvoering van die overeenkomst. » |
Artikel 8, § 1, voegt daaraan toe in het eerste lid : « Wordt eveneens | Artikel 8, § 1, voegt daaraan toe in het eerste lid : « Wordt eveneens |
als arbeidsongeval aangezien het ongeval dat zich voordoet op de weg | als arbeidsongeval aangezien het ongeval dat zich voordoet op de weg |
naar en van het werk ». Het omschrijft in het tweede lid de weg naar | naar en van het werk ». Het omschrijft in het tweede lid de weg naar |
en van het werk als « het normale traject dat de werknemer moet | en van het werk als « het normale traject dat de werknemer moet |
afleggen om zich van zijn verblijfplaats te begeven naar de plaats | afleggen om zich van zijn verblijfplaats te begeven naar de plaats |
waar hij werkt, en omgekeerd ». Artikel 8, § 1, derde lid, somt de | waar hij werkt, en omgekeerd ». Artikel 8, § 1, derde lid, somt de |
gevallen op waarin het traject normaal blijft indien de werknemer de | gevallen op waarin het traject normaal blijft indien de werknemer de |
nodige en redelijkerwijze te verantwoorden omwegen maakt. Het traject | nodige en redelijkerwijze te verantwoorden omwegen maakt. Het traject |
van of naar de verblijfplaats begint zodra de werknemer de dorpel van | van of naar de verblijfplaats begint zodra de werknemer de dorpel van |
zijn hoofd- of tweede verblijfplaats verlaat en eindigt zodra die weer | zijn hoofd- of tweede verblijfplaats verlaat en eindigt zodra die weer |
overschreden wordt (artikel 8, § 1, vierde lid). Artikel 8, § 2, | overschreden wordt (artikel 8, § 1, vierde lid). Artikel 8, § 2, |
vermeldt ten slotte de trajecten die onder meer met de weg naar en van | vermeldt ten slotte de trajecten die onder meer met de weg naar en van |
het werk worden gelijkgesteld. | het werk worden gelijkgesteld. |
B.4.1. In zijn paragraaf 1 roept artikel 46 van de | B.4.1. In zijn paragraaf 1 roept artikel 46 van de |
arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 ten aanzien van de personen die | arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 ten aanzien van de personen die |
het slachtoffer zijn van een verkeersongeval dat onopzettelijk | het slachtoffer zijn van een verkeersongeval dat onopzettelijk |
veroorzaakt is door de werkgever, zijn lasthebbers of zijn | veroorzaakt is door de werkgever, zijn lasthebbers of zijn |
aangestelden en die aanspraak kunnen maken op de door de | aangestelden en die aanspraak kunnen maken op de door de |
arbeidsongevallenwet gewaarborgde schadeloosstelling, een | arbeidsongevallenwet gewaarborgde schadeloosstelling, een |
onderscheiden behandeling in het leven tussen de slachtoffers van een | onderscheiden behandeling in het leven tussen de slachtoffers van een |
arbeidsongeval en de slachtoffers van een ongeval dat zich voordoet op | arbeidsongeval en de slachtoffers van een ongeval dat zich voordoet op |
de weg naar en van het werk, doordat alleen de laatste categorie van | de weg naar en van het werk, doordat alleen de laatste categorie van |
slachtoffers, benevens de vorderingen op grond van de rechten | slachtoffers, benevens de vorderingen op grond van de rechten |
voortvloeiende uit voormelde wet, een rechtsvordering inzake | voortvloeiende uit voormelde wet, een rechtsvordering inzake |
burgerlijke aansprakelijkheid kunnen instellen tegen de werkgever, | burgerlijke aansprakelijkheid kunnen instellen tegen de werkgever, |
zijn lasthebbers of zijn aangestelden. | zijn lasthebbers of zijn aangestelden. |
B.4.2. Dat onderscheid werd reeds ingevoerd door de wet van 11 juni | B.4.2. Dat onderscheid werd reeds ingevoerd door de wet van 11 juni |
1964 tot wijziging van artikel 19 van de wet betreffende de | 1964 tot wijziging van artikel 19 van de wet betreffende de |
arbeidsongevallen. | arbeidsongevallen. |
Zoals reeds uiteengezet in B.1.1 voorzag de wet van 24 december 1903 | Zoals reeds uiteengezet in B.1.1 voorzag de wet van 24 december 1903 |
betreffende de vergoeding van schade voortspruitende uit ongevallen in | betreffende de vergoeding van schade voortspruitende uit ongevallen in |
een forfaitaire vergoeding ten gevolge van een arbeidsongeval, waarbij | een forfaitaire vergoeding ten gevolge van een arbeidsongeval, waarbij |
de forfaitaire aard van de vergoeding was ingegeven door de opvatting | de forfaitaire aard van de vergoeding was ingegeven door de opvatting |
van een gedeeld risico tussen de werkgever en het slachtoffer van het | van een gedeeld risico tussen de werkgever en het slachtoffer van het |
arbeidsongeval. | arbeidsongeval. |
De wetgever van 1964 heeft evenwel gemeend het van de artikelen 1382 | De wetgever van 1964 heeft evenwel gemeend het van de artikelen 1382 |
en volgende van het Burgerlijk Wetboek afwijkende stelsel van | en volgende van het Burgerlijk Wetboek afwijkende stelsel van |
forfaitaire schadeloosstelling voor ongevallen op de weg naar en van | forfaitaire schadeloosstelling voor ongevallen op de weg naar en van |
het werk niet langer te moeten handhaven op grond van de overwegingen | het werk niet langer te moeten handhaven op grond van de overwegingen |
dat de moeilijkheden inzake bewijslast van dat soort van ongevallen | dat de moeilijkheden inzake bewijslast van dat soort van ongevallen |
niet geheel onoverkomelijk meer waren, dat door de werkgevers meer en | niet geheel onoverkomelijk meer waren, dat door de werkgevers meer en |
meer vervoer naar het werk werd georganiseerd, dat dergelijke | meer vervoer naar het werk werd georganiseerd, dat dergelijke |
ongevallen zowel in aantal als in ernst waren toegenomen en dat de | ongevallen zowel in aantal als in ernst waren toegenomen en dat de |
beperking van de schadeloosstelling in feite ten goede kwam aan de | beperking van de schadeloosstelling in feite ten goede kwam aan de |
verzekeringsinstelling waarbij de voor het ongeval aansprakelijke | verzekeringsinstelling waarbij de voor het ongeval aansprakelijke |
persoon zich verplicht tegen een onbeperkt risico had verzekerd, | persoon zich verplicht tegen een onbeperkt risico had verzekerd, |
terwijl het risico door de bepalingen van de wet van 1903 op de | terwijl het risico door de bepalingen van de wet van 1903 op de |
arbeidsongevallen werd beperkt (Parl. St., Kamer, 1962-1963, nr. | arbeidsongevallen werd beperkt (Parl. St., Kamer, 1962-1963, nr. |
593/1, p. 2, en nr. 593/2, p. 2). | 593/1, p. 2, en nr. 593/2, p. 2). |
De wet van 11 juni 1964 voerde ten voordele van de slachtoffers van | De wet van 11 juni 1964 voerde ten voordele van de slachtoffers van |
dergelijke ongevallen een gemengd stelsel in waardoor de slachtoffers | dergelijke ongevallen een gemengd stelsel in waardoor de slachtoffers |
en hun rechthebbenden, enerzijds, hun aanspraak op de forfaitaire | en hun rechthebbenden, enerzijds, hun aanspraak op de forfaitaire |
vergoeding, die als een minimumuitkering zou gelden, behouden zonder | vergoeding, die als een minimumuitkering zou gelden, behouden zonder |
dat hun de bewijslast werd opgelegd ten aanzien van de eventuele | dat hun de bewijslast werd opgelegd ten aanzien van de eventuele |
schuld van de persoon die het ongeval heeft veroorzaakt, en, | schuld van de persoon die het ongeval heeft veroorzaakt, en, |
anderzijds, een vergoeding kunnen verkrijgen voor de overige schade | anderzijds, een vergoeding kunnen verkrijgen voor de overige schade |
waarvan, volgens de regels van het gemeen recht, zou kunnen worden | waarvan, volgens de regels van het gemeen recht, zou kunnen worden |
aangetoond dat zij veroorzaakt is door de schuld van een derde, zelfs | aangetoond dat zij veroorzaakt is door de schuld van een derde, zelfs |
zo deze laatste tot dezelfde onderneming behoort (ibid. ). | zo deze laatste tot dezelfde onderneming behoort (ibid. ). |
B.5. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de | B.5. De grondwettelijke regels van de gelijkheid en de |
niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling | niet-discriminatie sluiten niet uit dat een verschil in behandeling |
tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat | tussen categorieën van personen wordt ingesteld, voor zover dat |
verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord | verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord |
is. | is. |
Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld | Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld |
rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel | rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betwiste maatregel |
en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het | en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het |
gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen | gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer vaststaat dat er geen |
redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende | redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende |
middelen en het beoogde doel. | middelen en het beoogde doel. |
B.6. Het door de wetgever ingevoerde onderscheid tussen de | B.6. Het door de wetgever ingevoerde onderscheid tussen de |
slachtoffers van een arbeidsongeval en de slachtoffers van een ongeval | slachtoffers van een arbeidsongeval en de slachtoffers van een ongeval |
op de weg naar en van het werk beantwoordt aan een wettige | op de weg naar en van het werk beantwoordt aan een wettige |
doelstelling, te weten de zorg om aan alle slachtoffers de in de | doelstelling, te weten de zorg om aan alle slachtoffers de in de |
arbeidsongevallenwet bepaalde basisvoorziening te verzekeren en om, in | arbeidsongevallenwet bepaalde basisvoorziening te verzekeren en om, in |
die gevallen waarin er geen redenen zijn om de in de wet | die gevallen waarin er geen redenen zijn om de in de wet |
voorgeschreven beperkingen te behouden, aan het slachtoffer een zo | voorgeschreven beperkingen te behouden, aan het slachtoffer een zo |
ruim mogelijke vergoeding te zien toekennen. | ruim mogelijke vergoeding te zien toekennen. |
Door het onderscheid tussen beide categorieën van slachtoffers te | Door het onderscheid tussen beide categorieën van slachtoffers te |
baseren op de vaststelling dat de moeilijkheden van bewijs van de | baseren op de vaststelling dat de moeilijkheden van bewijs van de |
schade die uit ieder van de beide soorten van ongevallen voortvloeit | schade die uit ieder van de beide soorten van ongevallen voortvloeit |
en van het oorzakelijk verband tussen de schade en de schuld van de | en van het oorzakelijk verband tussen de schade en de schuld van de |
werkgever, zijn lasthebbers en zijn aangestelden, verschillend zijn en | werkgever, zijn lasthebbers en zijn aangestelden, verschillend zijn en |
dat het bewijs in het kader van een arbeidsongeval vaak moeilijk te | dat het bewijs in het kader van een arbeidsongeval vaak moeilijk te |
leveren is zonder afbreuk te doen aan de sociale rust en de | leveren is zonder afbreuk te doen aan de sociale rust en de |
arbeidsverhoudingen in de ondernemingen, heeft de wetgever een | arbeidsverhoudingen in de ondernemingen, heeft de wetgever een |
verschil in behandeling ingevoerd op grond van criteria die de | verschil in behandeling ingevoerd op grond van criteria die de |
invoering van dat onderscheid tussen beide categorieën van | invoering van dat onderscheid tussen beide categorieën van |
slachtoffers objectief en redelijk verantwoorden. | slachtoffers objectief en redelijk verantwoorden. |
Aldus heeft de wetgever een onderscheid in behandeling ingesteld dat | Aldus heeft de wetgever een onderscheid in behandeling ingesteld dat |
de toets aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doorstaat. | de toets aan de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doorstaat. |
B.7.1. Uit de combinatie van de artikelen 7 en 8 van de | B.7.1. Uit de combinatie van de artikelen 7 en 8 van de |
arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 heeft de rechtspraak echter een | arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 heeft de rechtspraak echter een |
ander onderscheid afgeleid tussen de slachtoffers van een | ander onderscheid afgeleid tussen de slachtoffers van een |
verkeersongeval : enerzijds, van een verkeersongeval dat zich voordoet | verkeersongeval : enerzijds, van een verkeersongeval dat zich voordoet |
terwijl het slachtoffer zich onder het gezag van de werkgever bevindt | terwijl het slachtoffer zich onder het gezag van de werkgever bevindt |
en dat als een arbeidsongeval beschouwd wordt doordat het is overkomen | en dat als een arbeidsongeval beschouwd wordt doordat het is overkomen |
tijdens en door het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst | tijdens en door het feit van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst |
en, anderzijds, van een verkeersongeval dat zich voordoet terwijl het | en, anderzijds, van een verkeersongeval dat zich voordoet terwijl het |
slachtoffer niet onder het gezag van de werkgever staat. In het eerste | slachtoffer niet onder het gezag van de werkgever staat. In het eerste |
geval kan het slachtoffer slechts aanspraak maken op de forfaitaire | geval kan het slachtoffer slechts aanspraak maken op de forfaitaire |
arbeidsongevallenvergoeding; in het tweede geval behoudt het | arbeidsongevallenvergoeding; in het tweede geval behoudt het |
daarenboven in voorkomend geval de gemeenrechtelijke vordering, zoals | daarenboven in voorkomend geval de gemeenrechtelijke vordering, zoals |
bepaald in artikel 46 van de arbeidsongevallenwet (zie onder meer | bepaald in artikel 46 van de arbeidsongevallenwet (zie onder meer |
Cass., 14 maart 1968, Arr. Cass., 1968, pp. 932-934; Cass., 19 | Cass., 14 maart 1968, Arr. Cass., 1968, pp. 932-934; Cass., 19 |
september 1972, Arr. Cass., 1973, pp. 72-75; Cass., 28 januari 1975, | september 1972, Arr. Cass., 1973, pp. 72-75; Cass., 28 januari 1975, |
Arr. Cass., 1975, pp. 596-612). | Arr. Cass., 1975, pp. 596-612). |
Het bestaan van de gezagsverhouding wordt door de feitenrechter | Het bestaan van de gezagsverhouding wordt door de feitenrechter |
beoordeeld op grond van verschillende criteria die in hoofdzaak | beoordeeld op grond van verschillende criteria die in hoofdzaak |
betrekking hebben op het al dan niet verplicht karakter van het | betrekking hebben op het al dan niet verplicht karakter van het |
georganiseerd vervoer van werknemers, tijdens hetwelk het ongeval zich | georganiseerd vervoer van werknemers, tijdens hetwelk het ongeval zich |
voordoet, het al dan niet betalen van loon voor de duur van het | voordoet, het al dan niet betalen van loon voor de duur van het |
traject en soms zelfs het al dan niet bereikt zijn van de plaats waar | traject en soms zelfs het al dan niet bereikt zijn van de plaats waar |
het werk wordt uitgevoerd. | het werk wordt uitgevoerd. |
B.7.2. Dat het slachtoffer al dan niet onder het gezag van de | B.7.2. Dat het slachtoffer al dan niet onder het gezag van de |
werkgever stond, is een objectief criterium van onderscheid. Rekening | werkgever stond, is een objectief criterium van onderscheid. Rekening |
houdend met het doel en de gevolgen van de in het geding zijnde | houdend met het doel en de gevolgen van de in het geding zijnde |
wettelijke bepaling is dat criterium van onderscheid evenwel niet | wettelijke bepaling is dat criterium van onderscheid evenwel niet |
relevant. Het feit dat een werknemer al dan niet onder het gezag van | relevant. Het feit dat een werknemer al dan niet onder het gezag van |
zijn werkgever staat, beïnvloedt immers op geen enkele wijze het | zijn werkgever staat, beïnvloedt immers op geen enkele wijze het |
bestaan en de toename van het aantal verkeersongevallen die hadden | bestaan en de toename van het aantal verkeersongevallen die hadden |
verantwoord dat de wetgever afweek van het forfaitaire | verantwoord dat de wetgever afweek van het forfaitaire |
vergoedingsstelsel; dat feit vertoont geen verband met de ernst van de | vergoedingsstelsel; dat feit vertoont geen verband met de ernst van de |
schade die uit dergelijke ongevallen voor de werknemers voortvloeit en | schade die uit dergelijke ongevallen voor de werknemers voortvloeit en |
heeft evenmin een weerslag op de moeilijkheid om het bewijs te leveren | heeft evenmin een weerslag op de moeilijkheid om het bewijs te leveren |
van de geleden schade en van het oorzakelijk verband tussen die schade | van de geleden schade en van het oorzakelijk verband tussen die schade |
en de schuld van de werkgever, zijn lasthebbers of zijn aangestelden. | en de schuld van de werkgever, zijn lasthebbers of zijn aangestelden. |
Bijgevolg is, met betrekking tot de mogelijkheid om een | Bijgevolg is, met betrekking tot de mogelijkheid om een |
gemeenrechtelijke vordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid in te | gemeenrechtelijke vordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid in te |
stellen, het ingevoerde onderscheid tussen de slachtoffers van een | stellen, het ingevoerde onderscheid tussen de slachtoffers van een |
door de werkgever, diens lasthebbers of aangestelden onopzettelijk | door de werkgever, diens lasthebbers of aangestelden onopzettelijk |
veroorzaakt verkeersongeval, naargelang zij al dan niet onder het | veroorzaakt verkeersongeval, naargelang zij al dan niet onder het |
gezag van de werkgever staan, niet verantwoord bij ontstentenis van de | gezag van de werkgever staan, niet verantwoord bij ontstentenis van de |
grondwettelijk vereiste relevantie van dat criterium van onderscheid. | grondwettelijk vereiste relevantie van dat criterium van onderscheid. |
B.8.1. De parlementaire voorbereiding van de wet van 11 juni 1964 | B.8.1. De parlementaire voorbereiding van de wet van 11 juni 1964 |
lijkt evenwel niet te hebben uitgesloten dat de rechtsvordering inzake | lijkt evenwel niet te hebben uitgesloten dat de rechtsvordering inzake |
burgerlijke aansprakelijkheid met toepassing van artikel 46 van de | burgerlijke aansprakelijkheid met toepassing van artikel 46 van de |
arbeidsongevallenwet zou worden toegekend aan het slachtoffer van het | arbeidsongevallenwet zou worden toegekend aan het slachtoffer van het |
door de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden onopzettelijk | door de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden onopzettelijk |
veroorzaakt verkeersongeval dat zich voordoet op het ogenblik dat het | veroorzaakt verkeersongeval dat zich voordoet op het ogenblik dat het |
slachtoffer onder het gezag van de werkgever stond. | slachtoffer onder het gezag van de werkgever stond. |
Bij de toelichting van het wetsvoorstel werd immers uitdrukkelijk | Bij de toelichting van het wetsvoorstel werd immers uitdrukkelijk |
opgemerkt dat « de moeilijkheden, wat de bewijslast betreft, [...] | opgemerkt dat « de moeilijkheden, wat de bewijslast betreft, [...] |
niet meer geheel onoverkomelijk [zijn] wanneer de ongevallen zich | niet meer geheel onoverkomelijk [zijn] wanneer de ongevallen zich |
voordoen buiten de plaats van het werk en buiten de beroepsactiviteit | voordoen buiten de plaats van het werk en buiten de beroepsactiviteit |
van de werknemer » en dat het « trouwens meer en meer voor [komt] dat | van de werknemer » en dat het « trouwens meer en meer voor [komt] dat |
de werklieden van een onderneming zich van hun woonplaats naar hun | de werklieden van een onderneming zich van hun woonplaats naar hun |
werk begeven in een door de werkgever of een zijner aangestelden | werk begeven in een door de werkgever of een zijner aangestelden |
bestuurd voertuig » (Parl. St., Kamer, 1962-1963, nr. 593/1, p. 2). | bestuurd voertuig » (Parl. St., Kamer, 1962-1963, nr. 593/1, p. 2). |
B.8.2. Gelet op de vaststelling dat de problematiek van de bewijslast | B.8.2. Gelet op de vaststelling dat de problematiek van de bewijslast |
zich niet anders aandient wanneer het verkeersongeval zich voordoet op | zich niet anders aandient wanneer het verkeersongeval zich voordoet op |
een ogenblik dat de werknemer, zij het zelfs onrechtstreeks, onder het | een ogenblik dat de werknemer, zij het zelfs onrechtstreeks, onder het |
gezag van de werkgever staat, en rekening houdend met de | gezag van de werkgever staat, en rekening houdend met de |
ontwikkelingen van de arbeidsverhoudingen, die van de werknemer een | ontwikkelingen van de arbeidsverhoudingen, die van de werknemer een |
steeds grotere mobiliteit vereisen, kan, naar luid van de | steeds grotere mobiliteit vereisen, kan, naar luid van de |
parlementaire voorbereiding onder het begrip « ongeval naar en van het | parlementaire voorbereiding onder het begrip « ongeval naar en van het |
werk », worden begrepen : ieder ongeval dat zich bij de uitvoering van | werk », worden begrepen : ieder ongeval dat zich bij de uitvoering van |
de opdracht waartoe de werknemer middels een arbeidsovereenkomst is | de opdracht waartoe de werknemer middels een arbeidsovereenkomst is |
gehouden, op de openbare weg voordoet « buiten de plaats van het werk | gehouden, op de openbare weg voordoet « buiten de plaats van het werk |
en buiten de beroepsactiviteit van de werknemer » (Parl. St., Kamer, | en buiten de beroepsactiviteit van de werknemer » (Parl. St., Kamer, |
1962-1963, nr. 593/1, p. 2). | 1962-1963, nr. 593/1, p. 2). |
In die interpretatie van artikel 46 van de arbeidsongevallenwet | In die interpretatie van artikel 46 van de arbeidsongevallenwet |
schendt het onderscheid tussen de slachtoffers van een arbeidsongeval | schendt het onderscheid tussen de slachtoffers van een arbeidsongeval |
en de slachtoffers van een ongeval op de weg naar en van het werk de | en de slachtoffers van een ongeval op de weg naar en van het werk de |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet. |
B.9. De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 18 van | B.9. De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 18 van |
de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, dat luidt | de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, dat luidt |
: | : |
« Ingeval de werknemer bij de uitvoering van zijn overeenkomst de | « Ingeval de werknemer bij de uitvoering van zijn overeenkomst de |
werkgever of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor | werkgever of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor |
zijn bedrog en zijn zware schuld. | zijn bedrog en zijn zware schuld. |
Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder | Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder |
gewoonlijk dan toevallig voorkomt. | gewoonlijk dan toevallig voorkomt. |
Op straffe van nietigheid mag niet worden afgeweken van de bij het | Op straffe van nietigheid mag niet worden afgeweken van de bij het |
eerste en het tweede lid vastgestelde aansprakelijkheid, tenzij, en | eerste en het tweede lid vastgestelde aansprakelijkheid, tenzij, en |
alleen wat de aansprakelijkheid tegenover de werkgever betreft, bij | alleen wat de aansprakelijkheid tegenover de werkgever betreft, bij |
een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve | een door de Koning algemeen verbindend verklaarde collectieve |
arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
De werkgever kan de vergoedingen en de schadeloosstellingen die hem | De werkgever kan de vergoedingen en de schadeloosstellingen die hem |
krachtens dit artikel verschuldigd zijn en die na de feiten met de | krachtens dit artikel verschuldigd zijn en die na de feiten met de |
werknemer zijn overeengekomen of door de rechter vastgesteld, op het | werknemer zijn overeengekomen of door de rechter vastgesteld, op het |
loon inhouden in de voorwaarden als bepaald bij artikel 23 van de wet | loon inhouden in de voorwaarden als bepaald bij artikel 23 van de wet |
van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der | van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der |
werknemers. » | werknemers. » |
B.10.1. Op grond van artikel 18 van de arbeidsovereenkomstenwet is de | B.10.1. Op grond van artikel 18 van de arbeidsovereenkomstenwet is de |
werknemer in het raam van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst ten | werknemer in het raam van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst ten |
aanzien van derden aansprakelijk bij bedrog, zware schuld en | aanzien van derden aansprakelijk bij bedrog, zware schuld en |
gewoonlijk voorkomende lichte schuld. Die aansprakelijkheidsregeling | gewoonlijk voorkomende lichte schuld. Die aansprakelijkheidsregeling |
is een bijzondere toepassing van de beginselen vervat in de artikelen | is een bijzondere toepassing van de beginselen vervat in de artikelen |
1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 18 van de wet van | 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek. Artikel 18 van de wet van |
3 juli 1978 doet geen afbreuk aan artikel 1384, derde lid, van het | 3 juli 1978 doet geen afbreuk aan artikel 1384, derde lid, van het |
Burgerlijk Wetboek, dat stelt dat de meester aansprakelijk is voor de | Burgerlijk Wetboek, dat stelt dat de meester aansprakelijk is voor de |
aangestelden. | aangestelden. |
B.10.2. Zoals hiervoor is aangegeven onder B.1.1 voorziet de | B.10.2. Zoals hiervoor is aangegeven onder B.1.1 voorziet de |
arbeidsongevallenwet in een forfaitaire schadevergoeding, ingegeven | arbeidsongevallenwet in een forfaitaire schadevergoeding, ingegeven |
door een van het gemeen recht afwijkende aansprakelijkheidsregeling | door een van het gemeen recht afwijkende aansprakelijkheidsregeling |
die niet meer uitgaat van het begrip fout. Die regeling verschilt | die niet meer uitgaat van het begrip fout. Die regeling verschilt |
aldus, wat haar juridische grondslag betreft, fundamenteel van artikel | aldus, wat haar juridische grondslag betreft, fundamenteel van artikel |
18 van de wet van 3 juli 1978, dat wel op het foutbegrip is gebaseerd. | 18 van de wet van 3 juli 1978, dat wel op het foutbegrip is gebaseerd. |
Beide regelingen kunnen dan ook niet op pertinente wijze worden | Beide regelingen kunnen dan ook niet op pertinente wijze worden |
vergeleken wat de gevolgen betreft die ze hechten aan een zware fout, | vergeleken wat de gevolgen betreft die ze hechten aan een zware fout, |
een opzettelijke fout of een gewoonlijk voorkomende lichte fout begaan | een opzettelijke fout of een gewoonlijk voorkomende lichte fout begaan |
door de werknemer. | door de werknemer. |
B.10.3. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden | B.10.3. De tweede prejudiciële vraag dient ontkennend te worden |
beantwoord. | beantwoord. |
Om die redenen, | Om die redenen, |
het Hof | het Hof |
zegt voor recht : | zegt voor recht : |
- Artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 schendt de | - Artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 schendt de |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet indien het in die zin wordt | artikelen 10 en 11 van de Grondwet indien het in die zin wordt |
uitgelegd dat het, volgens de gemeenrechtelijke regels inzake | uitgelegd dat het, volgens de gemeenrechtelijke regels inzake |
burgerlijke aansprakelijkheid, een volledige schadevergoeding weigert | burgerlijke aansprakelijkheid, een volledige schadevergoeding weigert |
aan de werknemer die het slachtoffer is van een verkeersongeval dat | aan de werknemer die het slachtoffer is van een verkeersongeval dat |
onopzettelijk is veroorzaakt door zijn werkgever, diens lasthebbers of | onopzettelijk is veroorzaakt door zijn werkgever, diens lasthebbers of |
aangestelden, terwijl die werknemer onder het gezag van zijn werkgever | aangestelden, terwijl die werknemer onder het gezag van zijn werkgever |
staat. | staat. |
- Artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 schendt de | - Artikel 46 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971 schendt de |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet indien het in die zin wordt | artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet indien het in die zin wordt |
uitgelegd dat het, volgens de gemeenrechtelijke regels inzake | uitgelegd dat het, volgens de gemeenrechtelijke regels inzake |
burgerlijke aansprakelijkheid, een volledige schadevergoeding toekent | burgerlijke aansprakelijkheid, een volledige schadevergoeding toekent |
aan de werknemer die het slachtoffer is van een verkeersongeval dat | aan de werknemer die het slachtoffer is van een verkeersongeval dat |
onopzettelijk is veroorzaakt door zijn werkgever, diens lasthebbers of | onopzettelijk is veroorzaakt door zijn werkgever, diens lasthebbers of |
aangestelden, zelfs terwijl die werknemer onder het gezag van zijn | aangestelden, zelfs terwijl die werknemer onder het gezag van zijn |
werkgever staat. | werkgever staat. |
- Artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de | - Artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de |
arbeidsovereenkomsten schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | arbeidsovereenkomsten schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
niet, in zoverre het de werknemer enkel aansprakelijk stelt in het | niet, in zoverre het de werknemer enkel aansprakelijk stelt in het |
raam van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst ten aanzien van | raam van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst ten aanzien van |
derden bij bedrog, zware schuld en gewoonlijk voorkomende lichte | derden bij bedrog, zware schuld en gewoonlijk voorkomende lichte |
schuld, terwijl artikel 46, § 1, 6°, van de arbeidsongevallenwet van | schuld, terwijl artikel 46, § 1, 6°, van de arbeidsongevallenwet van |
10 april 1971 de vordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid tegen | 10 april 1971 de vordering inzake burgerlijke aansprakelijkheid tegen |
de werkgever, zijn lasthebber of zijn aangestelde mogelijk maakt | de werkgever, zijn lasthebber of zijn aangestelde mogelijk maakt |
wanneer het ongeval een verkeersongeval betreft. | wanneer het ongeval een verkeersongeval betreft. |
Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 juni 2004. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 juni 2004. |
De griffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
De voorzitter, | De voorzitter, |
A. Arts. | A. Arts. |