← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 98/2000 van 26 september 2000 Rolnummer 1950 In zake : de
prejudiciële vraag betreffende de wet van 25 juli 1891 tot herziening der wet van 15 april 1843 op de
politie der spoorwegen en de wet van 7 augustus 1931 op Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld
uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslag(...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 98/2000 van 26 september 2000 Rolnummer 1950 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 25 juli 1891 tot herziening der wet van 15 april 1843 op de politie der spoorwegen en de wet van 7 augustus 1931 op Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslag(...) | Uittreksel uit arrest nr. 98/2000 van 26 september 2000 Rolnummer 1950 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 25 juli 1891 tot herziening der wet van 15 april 1843 op de politie der spoorwegen en de wet van 7 augustus 1931 op Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslag(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 98/2000 van 26 september 2000 | Uittreksel uit arrest nr. 98/2000 van 26 september 2000 |
| Rolnummer 1950 | Rolnummer 1950 |
| In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 25 juli 1891 | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 25 juli 1891 |
| tot herziening der wet van 15 april 1843 op de politie der spoorwegen | tot herziening der wet van 15 april 1843 op de politie der spoorwegen |
| en de wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en | en de wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en |
| landschappen, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Bergen. | landschappen, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Bergen. |
| Het Arbitragehof, beperkte kamer, | Het Arbitragehof, beperkte kamer, |
| samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers | samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers |
| E. Cerexhe en M. Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, | E. Cerexhe en M. Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
| Bij vonnis van 5 april 2000 in zake de Nationale Maatschappij der | Bij vonnis van 5 april 2000 in zake de Nationale Maatschappij der |
| Belgische Spoorwegen (N.M.B.S.) tegen C. Henrion, waarvan de expeditie | Belgische Spoorwegen (N.M.B.S.) tegen C. Henrion, waarvan de expeditie |
| ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 17 april 2000, heeft | ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 17 april 2000, heeft |
| de Rechtbank van eerste aanleg te Bergen de volgende prejudiciële | de Rechtbank van eerste aanleg te Bergen de volgende prejudiciële |
| vraag gesteld : | vraag gesteld : |
| « [Bestaat er een] wetsconflict [ . ] tussen de wet van 25 juli 1891 | « [Bestaat er een] wetsconflict [ . ] tussen de wet van 25 juli 1891 |
| op de politie der spoorwegen en de wet van 7 augustus 1931 op het | op de politie der spoorwegen en de wet van 7 augustus 1931 op het |
| behoud van monumenten en landschappen ? » | behoud van monumenten en landschappen ? » |
| (...) | (...) |
| IV. In rechte | IV. In rechte |
| 1. De Rechtbank van eerste aanleg te Bergen verzoekt het Hof uitspraak | 1. De Rechtbank van eerste aanleg te Bergen verzoekt het Hof uitspraak |
| te doen over het wetsconflict dat bestaat tussen de wet van 25 juli | te doen over het wetsconflict dat bestaat tussen de wet van 25 juli |
| 1891 op de politie der spoorwegen en de wet van 7 augustus 1931 op het | 1891 op de politie der spoorwegen en de wet van 7 augustus 1931 op het |
| behoud van monumenten en landschappen. | behoud van monumenten en landschappen. |
| 2. Luidens artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 | 2. Luidens artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 |
| op het Arbitragehof, aangenomen ter uitvoering van artikel 142 van de | op het Arbitragehof, aangenomen ter uitvoering van artikel 142 van de |
| Grondwet, doet het Hof, bij wijze van prejudiciële beslissing, | Grondwet, doet het Hof, bij wijze van prejudiciële beslissing, |
| uitspraak bij wege van arrest op vragen omtrent : | uitspraak bij wege van arrest op vragen omtrent : |
| « 1° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis | « 1° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis |
| [thans artikel 134] van de Grondwet bedoelde regel van de regels die | [thans artikel 134] van de Grondwet bedoelde regel van de regels die |
| door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de | door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de |
| onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de Gemeenschappen en de | onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de Gemeenschappen en de |
| Gewesten; | Gewesten; |
| 2° onverminderd 1°, elk conflict tussen decreten of tussen regels | 2° onverminderd 1°, elk conflict tussen decreten of tussen regels |
| bedoeld in artikel 26bis [thans artikel 134] van de Grondwet, die | bedoeld in artikel 26bis [thans artikel 134] van de Grondwet, die |
| uitgaan van verschillende wetgevers en voor zover het conflict | uitgaan van verschillende wetgevers en voor zover het conflict |
| ontstaan is uit hun onderscheiden werkingssfeer; | ontstaan is uit hun onderscheiden werkingssfeer; |
| 3° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis | 3° de schending door een wet, een decreet of een in artikel 26bis |
| [thans artikel 134] van de Grondwet bedoelde regel van de artikelen 6, | [thans artikel 134] van de Grondwet bedoelde regel van de artikelen 6, |
| 6bis en 17 [thans de artikelen 10, 11 en 24] van de Grondwet. » | 6bis en 17 [thans de artikelen 10, 11 en 24] van de Grondwet. » |
| 3. Het onderwerp van de prejudiciële vraag heeft betrekking op een | 3. Het onderwerp van de prejudiciële vraag heeft betrekking op een |
| vermeende - en in de verwijzingsbeslissing niet uiteengezette - | vermeende - en in de verwijzingsbeslissing niet uiteengezette - |
| tegenstrijdigheid tussen twee wetsbepalingen die door de federale | tegenstrijdigheid tussen twee wetsbepalingen die door de federale |
| wetgevende macht zijn aangenomen. Noch artikel 142 van de Grondwet, | wetgevende macht zijn aangenomen. Noch artikel 142 van de Grondwet, |
| noch artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | noch artikel 26, § 1, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Arbitragehof, noch enige andere bepaling verlenen aan het Hof de | Arbitragehof, noch enige andere bepaling verlenen aan het Hof de |
| bevoegdheid om uitspraak te doen over prejudiciële vragen in verband | bevoegdheid om uitspraak te doen over prejudiciële vragen in verband |
| met dergelijke tegenstrijdigheden. | met dergelijke tegenstrijdigheden. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof, beperkte kamer, | het Hof, beperkte kamer, |
| met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, | met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, |
| stelt vast dat het Hof niet bevoegd is. | stelt vast dat het Hof niet bevoegd is. |
| Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 26 september 2000, | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 26 september 2000, |
| door de voormelde zetel, waarin rechter E. Cerexhe voor de uitspraak | door de voormelde zetel, waarin rechter E. Cerexhe voor de uitspraak |
| is vervangen door rechter R. Henneuse, overeenkomstig artikel 110 van | is vervangen door rechter R. Henneuse, overeenkomstig artikel 110 van |
| de voormelde wet. | de voormelde wet. |
| De griffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| M. Melchior. | M. Melchior. |