← Terug naar "Uittreksel uit arrest nr. 132/99 van 7 december 1999 Rolnummer 1479 In zake : de prejudiciële
vraag betreffende de artikelen 189, 192, 197 en 199 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten,
gesteld door de Rechtbank van ee Het Arbitragehof, samengesteld
uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de rechters P. (...)"
| Uittreksel uit arrest nr. 132/99 van 7 december 1999 Rolnummer 1479 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 189, 192, 197 en 199 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, gesteld door de Rechtbank van ee Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de rechters P. (...) | Uittreksel uit arrest nr. 132/99 van 7 december 1999 Rolnummer 1479 In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 189, 192, 197 en 199 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, gesteld door de Rechtbank van ee Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de rechters P. (...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
| Uittreksel uit arrest nr. 132/99 van 7 december 1999 | Uittreksel uit arrest nr. 132/99 van 7 december 1999 |
| Rolnummer 1479 | Rolnummer 1479 |
| In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 189, 192, 197 | In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 189, 192, 197 |
| en 199 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, | en 199 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, |
| gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen. | gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen. |
| Het Arbitragehof, | Het Arbitragehof, |
| samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de | samengesteld uit de voorzitters G. De Baets en M. Melchior, en de |
| rechters P. Martens, J. Delruelle, H. Coremans, A. Arts en M. Bossuyt, | rechters P. Martens, J. Delruelle, H. Coremans, A. Arts en M. Bossuyt, |
| bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van |
| voorzitter G. De Baets, | voorzitter G. De Baets, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
| Bij vonnis van 24 november 1998 in zake de Belgische Staat tegen A. | Bij vonnis van 24 november 1998 in zake de Belgische Staat tegen A. |
| Brost en I. Guns, waarvan de expeditie ter griffie van het | Brost en I. Guns, waarvan de expeditie ter griffie van het |
| Arbitragehof is ingekomen op 3 december 1998, heeft de Rechtbank van | Arbitragehof is ingekomen op 3 december 1998, heeft de Rechtbank van |
| eerste aanleg te Mechelen de volgende prejudiciële vraag gesteld : | eerste aanleg te Mechelen de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Schenden de artikelen 189, 192, 197 en 199 van het Wetboek der | « Schenden de artikelen 189, 192, 197 en 199 van het Wetboek der |
| Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten de artikelen 10 en 11 van | Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten de artikelen 10 en 11 van |
| de Belgische Grondwet in samenhang gelezen met artikel 6 van het | de Belgische Grondwet in samenhang gelezen met artikel 6 van het |
| Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat zij de | Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, doordat zij de |
| gelijkheid schenden tussen rechtsonderhorigen in zoverre de toepassing | gelijkheid schenden tussen rechtsonderhorigen in zoverre de toepassing |
| van de voormelde artikelen 189, 192, 197 en 199 van het Wetboek der | van de voormelde artikelen 189, 192, 197 en 199 van het Wetboek der |
| Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten ertoe leidt dat een | Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten ertoe leidt dat een |
| rechterlijke uitspraak definitief bepaald wordt door het advies van | rechterlijke uitspraak definitief bepaald wordt door het advies van |
| (een) deskundige(n) en dat de rechtsonderhorigen betrokken in de | (een) deskundige(n) en dat de rechtsonderhorigen betrokken in de |
| procedures bedoeld door voormelde bepalingen niet beschikken over | procedures bedoeld door voormelde bepalingen niet beschikken over |
| dezelfde rechten bij de inleiding en de behandeling van het geschil | dezelfde rechten bij de inleiding en de behandeling van het geschil |
| als andere rechtsonderhorigen, onder meer en in het bijzonder de | als andere rechtsonderhorigen, onder meer en in het bijzonder de |
| onafhankelijkheid van de rechterlijke uitspraak en de dubbele aanleg ? | onafhankelijkheid van de rechterlijke uitspraak en de dubbele aanleg ? |
| » | » |
| (...) | (...) |
| V. In rechte | V. In rechte |
| (...) | (...) |
| B.1. De Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen ondervraagt het Hof | B.1. De Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen ondervraagt het Hof |
| over de bestaanbaarheid van de artikelen 189, 192, 197 en 199 van het | over de bestaanbaarheid van de artikelen 189, 192, 197 en 199 van het |
| Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten met de | Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten met de |
| artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet, gelezen in samenhang met | artikelen 10 en 11 van de Belgische Grondwet, gelezen in samenhang met |
| artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in | artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in |
| zoverre de toepassing ervan « ertoe leidt dat een rechterlijke | zoverre de toepassing ervan « ertoe leidt dat een rechterlijke |
| uitspraak definitief bepaald wordt door het advies van (een) | uitspraak definitief bepaald wordt door het advies van (een) |
| deskundige(n) en dat de rechtsonderhorigen betrokken in de procedures | deskundige(n) en dat de rechtsonderhorigen betrokken in de procedures |
| bedoeld door voormelde bepalingen niet beschikken over dezelfde | bedoeld door voormelde bepalingen niet beschikken over dezelfde |
| rechten bij de inleiding en de behandeling van het geschil als andere | rechten bij de inleiding en de behandeling van het geschil als andere |
| rechtsonderhorigen, onder meer en in het bijzonder de | rechtsonderhorigen, onder meer en in het bijzonder de |
| onafhankelijkheid van de rechterlijke uitspraak en de dubbele aanleg | onafhankelijkheid van de rechterlijke uitspraak en de dubbele aanleg |
| ». | ». |
| De vraag roept op tot een vergelijking tussen de situatie van | De vraag roept op tot een vergelijking tussen de situatie van |
| belastingplichtigen wier goederen inzake registratierechten aan een | belastingplichtigen wier goederen inzake registratierechten aan een |
| controleschatting worden onderworpen en de situatie van personen die | controleschatting worden onderworpen en de situatie van personen die |
| in het kader van de gemeenrechtelijke rechtspleging worden | in het kader van de gemeenrechtelijke rechtspleging worden |
| geconfronteerd met een deskundig onderzoek. In dit opzicht zijn de | geconfronteerd met een deskundig onderzoek. In dit opzicht zijn de |
| bedoelde categorieën van personen met elkaar vergelijkbaar | bedoelde categorieën van personen met elkaar vergelijkbaar |
| inzonderheid wat de beoordelingsbevoegdheid van de rechter ten aanzien | inzonderheid wat de beoordelingsbevoegdheid van de rechter ten aanzien |
| van de expertise betreft. | van de expertise betreft. |
| B.2.1. Artikel 44 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en | B.2.1. Artikel 44 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en |
| griffierechten onderwerpt de verkopingen, ruilingen en alle | griffierechten onderwerpt de verkopingen, ruilingen en alle |
| overeenkomsten onder bezwarende titel waarbij eigendom of gebruik van | overeenkomsten onder bezwarende titel waarbij eigendom of gebruik van |
| onroerende goederen wordt overgedragen, aan een registratierecht van | onroerende goederen wordt overgedragen, aan een registratierecht van |
| 12,50 pct. Ten aanzien van verkopingen wordt dat recht overeenkomstig | 12,50 pct. Ten aanzien van verkopingen wordt dat recht overeenkomstig |
| artikel 45 vereffend « op het bedrag van (de) bedongen prijs en lasten | artikel 45 vereffend « op het bedrag van (de) bedongen prijs en lasten |
| ». | ». |
| Artikel 46 van hetzelfde Wetboek bepaalt : | Artikel 46 van hetzelfde Wetboek bepaalt : |
| « Evenwel mag de belastbare grondslag in geen geval lager zijn dan de | « Evenwel mag de belastbare grondslag in geen geval lager zijn dan de |
| verkoopwaarde van de overgedragen onroerende goederen. » | verkoopwaarde van de overgedragen onroerende goederen. » |
| B.2.2. De in het geding zijnde bepalingen maken deel uit van titel I | B.2.2. De in het geding zijnde bepalingen maken deel uit van titel I |
| (registratierechten), hoofdstuk X (bewijsmiddelen), afdeling II | (registratierechten), hoofdstuk X (bewijsmiddelen), afdeling II |
| (controleschatting) van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en | (controleschatting) van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en |
| griffierechten, dat werd ingevoerd bij het koninklijk besluit nr. 64 | griffierechten, dat werd ingevoerd bij het koninklijk besluit nr. 64 |
| van 30 november 1939, bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1947. | van 30 november 1939, bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1947. |
| Artikel 189 van het voormelde Wetboek biedt aan de ontvanger der | Artikel 189 van het voormelde Wetboek biedt aan de ontvanger der |
| registratie de mogelijkheid om in voorkomend geval - naast de | registratie de mogelijkheid om in voorkomend geval - naast de |
| bewijsmogelijkheden bedoeld in artikel 185 van dat Wetboek - tot de | bewijsmogelijkheden bedoeld in artikel 185 van dat Wetboek - tot de |
| controleschatting te doen overgaan om de verkoopwaarde van het | controleschatting te doen overgaan om de verkoopwaarde van het |
| betrokken goed te laten bepalen door één of drie deskundigen teneinde | betrokken goed te laten bepalen door één of drie deskundigen teneinde |
| de ontoereikendheid van de uitgedrukte prijs of van de aangegeven | de ontoereikendheid van de uitgedrukte prijs of van de aangegeven |
| waarde aan te tonen. De artikelen 190 tot 200 regelen alle | waarde aan te tonen. De artikelen 190 tot 200 regelen alle |
| modaliteiten van die controleschatting. | modaliteiten van die controleschatting. |
| Artikel 189 geldt zowel bij gedwongen - zoals te dezen - als bij | Artikel 189 geldt zowel bij gedwongen - zoals te dezen - als bij |
| vrijwillige openbare verkopingen (Cass., 17 december 1987, Arr. Cass., | vrijwillige openbare verkopingen (Cass., 17 december 1987, Arr. Cass., |
| 1987-1988, pp. 512 e.v., en Pas., 1988, I, pp. 476 e.v., en Cass., 24 | 1987-1988, pp. 512 e.v., en Pas., 1988, I, pp. 476 e.v., en Cass., 24 |
| maart 1994, Arr. Cass., 1993-1994, pp. 306-307, en Pas., 1994, I, p. | maart 1994, Arr. Cass., 1993-1994, pp. 306-307, en Pas., 1994, I, p. |
| 305). | 305). |
| In het vonnis dat tot de verwijzing besluit, verklaart de Rechtbank | In het vonnis dat tot de verwijzing besluit, verklaart de Rechtbank |
| van eerste aanleg te Mechelen uit te gaan van het standpunt dat door | van eerste aanleg te Mechelen uit te gaan van het standpunt dat door |
| het Hof van Cassatie (bij arrest van 7 september 1995 in onderhavige | het Hof van Cassatie (bij arrest van 7 september 1995 in onderhavige |
| zaak tussen dezelfde partijen) werd ingenomen, volgens hetwelk « [...] | zaak tussen dezelfde partijen) werd ingenomen, volgens hetwelk « [...] |
| het bestuur het discretionaire recht heeft om de voormelde schatting | het bestuur het discretionaire recht heeft om de voormelde schatting |
| te vorderen wanneer het vermoedt dat de uitgedrukte prijs lager is dan | te vorderen wanneer het vermoedt dat de uitgedrukte prijs lager is dan |
| de marktwaarde; dat de vrederechter bij wie de vordering tot het | de marktwaarde; dat de vrederechter bij wie de vordering tot het |
| verrichten van een schatting wordt ingesteld, niet mag oordelen of de | verrichten van een schatting wordt ingesteld, niet mag oordelen of de |
| aanwijzingen waarop de vermoedens van het bestuur gebaseerd zijn, al | aanwijzingen waarop de vermoedens van het bestuur gebaseerd zijn, al |
| dan niet ernstig genoeg zijn om een schatting te vorderen » (Cass., 7 | dan niet ernstig genoeg zijn om een schatting te vorderen » (Cass., 7 |
| september 1995, Arr. Cass., 1995, pp. 751 e.v., en Pas., 1995, I, pp. | september 1995, Arr. Cass., 1995, pp. 751 e.v., en Pas., 1995, I, pp. |
| 778 e.v.; zie reeds analoog Cass., 30 mei 1991, Arr. Cass., 1990-1991, | 778 e.v.; zie reeds analoog Cass., 30 mei 1991, Arr. Cass., 1990-1991, |
| pp. 969 e.v., en Pas., 1991, I, pp. 853 e.v.). | pp. 969 e.v., en Pas., 1991, I, pp. 853 e.v.). |
| B.2.3. De rol van de rechter in het stelsel van de controleschatting | B.2.3. De rol van de rechter in het stelsel van de controleschatting |
| inzake de registratierechten is beperkt tot het aanwijzen, bij | inzake de registratierechten is beperkt tot het aanwijzen, bij |
| ontstentenis van een desbetreffend akkoord, van één of drie | ontstentenis van een desbetreffend akkoord, van één of drie |
| deskundigen (artikel 192), het beoordelen van eventuele verzoeken tot | deskundigen (artikel 192), het beoordelen van eventuele verzoeken tot |
| wraking van de aldus aangewezen deskundige(n) (artikel 194) en het | wraking van de aldus aangewezen deskundige(n) (artikel 194) en het |
| beslechten van vorderingen tot vernietiging van de schatting « wegens | beslechten van vorderingen tot vernietiging van de schatting « wegens |
| overtreding van de wet, wegens stoffelijke vergissing of wegens | overtreding van de wet, wegens stoffelijke vergissing of wegens |
| schending van de substantiële vormen ». In geval van vernietiging op | schending van de substantiële vormen ». In geval van vernietiging op |
| een van de voormelde gronden wordt door de rechtbank een nieuwe | een van de voormelde gronden wordt door de rechtbank een nieuwe |
| schatting bevolen (artikel 199). | schatting bevolen (artikel 199). |
| De partijen worden door de deskundige(n) gehoord en de bescheiden die | De partijen worden door de deskundige(n) gehoord en de bescheiden die |
| aan de deskundigen ter inzage worden gegeven, moeten tevens aan de | aan de deskundigen ter inzage worden gegeven, moeten tevens aan de |
| andere partij worden bezorgd (artikel 195). De deskundigen brengen hun | andere partij worden bezorgd (artikel 195). De deskundigen brengen hun |
| advies uit « op beredeneerde wijze en met bewijsgronden tot staving, | advies uit « op beredeneerde wijze en met bewijsgronden tot staving, |
| zonder enige beperking noch voorbehoud » (artikel 196, tweede lid). De | zonder enige beperking noch voorbehoud » (artikel 196, tweede lid). De |
| rechter kan de waardebepaling van de deskundige(n) niet beoordelen. | rechter kan de waardebepaling van de deskundige(n) niet beoordelen. |
| Buiten de in de wet opgesomde gronden tot nietigverklaring van de | Buiten de in de wet opgesomde gronden tot nietigverklaring van de |
| schatting zijn de werkzaamheden van de deskundige(n) niet voor | schatting zijn de werkzaamheden van de deskundige(n) niet voor |
| betwisting vatbaar en tegen de beslissing van de deskundige(n) is geen | betwisting vatbaar en tegen de beslissing van de deskundige(n) is geen |
| hoger beroep mogelijk (artikel 199). | hoger beroep mogelijk (artikel 199). |
| B.3. In het gemeenrechtelijke stelsel van het Gerechtelijk Wetboek | B.3. In het gemeenrechtelijke stelsel van het Gerechtelijk Wetboek |
| (artikelen 962 en volgende) kan een partij de vraag naar de | (artikelen 962 en volgende) kan een partij de vraag naar de |
| opportuniteit van de expertise laten beslechten door de rechter. | opportuniteit van de expertise laten beslechten door de rechter. |
| Het Gerechtelijk Wetboek regelt de wraking en vervanging van de | Het Gerechtelijk Wetboek regelt de wraking en vervanging van de |
| deskundigen (artikelen 966 tot 970 en 977) en de tegensprekelijkheid | deskundigen (artikelen 966 tot 970 en 977) en de tegensprekelijkheid |
| van de verrichtingen (artikelen 972 e.v.). Na afloop van de | van de verrichtingen (artikelen 972 e.v.). Na afloop van de |
| verrichtingen geven de deskundigen kennis van hun bevindingen aan de | verrichtingen geven de deskundigen kennis van hun bevindingen aan de |
| partijen, wier opmerkingen zij aantekenen (artikel 978). | partijen, wier opmerkingen zij aantekenen (artikel 978). |
| Artikel 973 bepaalt uitdrukkelijk dat de deskundigen hun opdracht | Artikel 973 bepaalt uitdrukkelijk dat de deskundigen hun opdracht |
| vervullen « onder toezicht van de rechter ». Indien de rechter in het | vervullen « onder toezicht van de rechter ». Indien de rechter in het |
| verslag geen voldoende opheldering vindt, kan hij een aanvullend | verslag geen voldoende opheldering vindt, kan hij een aanvullend |
| onderzoek of een nieuw onderzoek bevelen (artikel 987). | onderzoek of een nieuw onderzoek bevelen (artikel 987). |
| Artikel 986 van het Gerechtelijk Wetboek luidt : | Artikel 986 van het Gerechtelijk Wetboek luidt : |
| « De rechters zijn niet verplicht het advies van de deskundigen te | « De rechters zijn niet verplicht het advies van de deskundigen te |
| volgen, indien het strijdig is met hun overtuiging. » | volgen, indien het strijdig is met hun overtuiging. » |
| B.4. Met de controleschatting wordt een correcte vaststelling van de | B.4. Met de controleschatting wordt een correcte vaststelling van de |
| belastbare grondslag van de registratierechten bij de verkoop van | belastbare grondslag van de registratierechten bij de verkoop van |
| onroerende goederen beoogd. | onroerende goederen beoogd. |
| Het gegeven dat daarbij wordt afgeweken van de bepalingen van het | Het gegeven dat daarbij wordt afgeweken van de bepalingen van het |
| Gerechtelijk Wetboek inzake het deskundig onderzoek houdt op zich nog | Gerechtelijk Wetboek inzake het deskundig onderzoek houdt op zich nog |
| geen miskenning van de regels van gelijkheid en niet-discriminatie in. | geen miskenning van de regels van gelijkheid en niet-discriminatie in. |
| B.5. De controleschatting is niet enkel bedoeld om belastingontduiking | B.5. De controleschatting is niet enkel bedoeld om belastingontduiking |
| tegen te gaan (« Onverminderd de toepassing van de bepalingen | tegen te gaan (« Onverminderd de toepassing van de bepalingen |
| betreffende het bewimpelen van prijs » - artikel 189), maar om, in de | betreffende het bewimpelen van prijs » - artikel 189), maar om, in de |
| gevallen waarin de uitgedrukte prijs of de aangegeven waarde | gevallen waarin de uitgedrukte prijs of de aangegeven waarde |
| ontoereikend zouden lijken, te waarborgen dat overeenkomstig het | ontoereikend zouden lijken, te waarborgen dat overeenkomstig het |
| hiervoor geciteerde artikel 46 wordt uitgegaan van de werkelijke | hiervoor geciteerde artikel 46 wordt uitgegaan van de werkelijke |
| verkoopwaarde van de overgedragen onroerende goederen als minimale | verkoopwaarde van de overgedragen onroerende goederen als minimale |
| belastbare grondslag. | belastbare grondslag. |
| Rekening houdend met die doelstelling en met de aard van de belastbare | Rekening houdend met die doelstelling en met de aard van de belastbare |
| grondslag - die niet vooraf bepaalbaar is want afhankelijk van de | grondslag - die niet vooraf bepaalbaar is want afhankelijk van de |
| schommelingen in vraag en aanbod in de immobiliënsector - is het | schommelingen in vraag en aanbod in de immobiliënsector - is het |
| redelijkerwijze verantwoord dat de fiscale administratie - naast de | redelijkerwijze verantwoord dat de fiscale administratie - naast de |
| gemeenrechtelijke bewijsmiddelen waarover zij beschikt - een | gemeenrechtelijke bewijsmiddelen waarover zij beschikt - een |
| controleschatting kan vorderen teneinde de ontoereikendheid van de | controleschatting kan vorderen teneinde de ontoereikendheid van de |
| uitgedrukte prijs of de aangegeven waarde te doen blijken en daartoe | uitgedrukte prijs of de aangegeven waarde te doen blijken en daartoe |
| de aanstelling, door de rechter, van één of drie deskundigen, kan | de aanstelling, door de rechter, van één of drie deskundigen, kan |
| vragen. | vragen. |
| Het is niet kennelijk onredelijk dat de opportuniteit van de vordering | Het is niet kennelijk onredelijk dat de opportuniteit van de vordering |
| tot controleschatting - in tegenstelling tot wat in de regel het geval | tot controleschatting - in tegenstelling tot wat in de regel het geval |
| is bij een gemeenrechtelijke vordering tot een deskundigenonderzoek - | is bij een gemeenrechtelijke vordering tot een deskundigenonderzoek - |
| niet aan de beoordeling van de rechter staat, en dat de schatting kan | niet aan de beoordeling van de rechter staat, en dat de schatting kan |
| worden gevorderd zelfs wanneer het een gedwongen openbare verkoop | worden gevorderd zelfs wanneer het een gedwongen openbare verkoop |
| betreft : de administratie dient immers ook in dat geval de | betreft : de administratie dient immers ook in dat geval de |
| inachtneming van het hiervoor geciteerde artikel 46 te waarborgen en | inachtneming van het hiervoor geciteerde artikel 46 te waarborgen en |
| het kan worden aangenomen dat de noodzaak om tot een verkoop over te | het kan worden aangenomen dat de noodzaak om tot een verkoop over te |
| gaan kan leiden tot een overdracht tegen een prijs die lager is dan de | gaan kan leiden tot een overdracht tegen een prijs die lager is dan de |
| werkelijke verkoopwaarde van het goed. | werkelijke verkoopwaarde van het goed. |
| Hieruit volgt dat de artikelen 189 en 192 van het Wetboek der | Hieruit volgt dat de artikelen 189 en 192 van het Wetboek der |
| registratie-, hypotheek- en griffierechten - op zich genomen en los | registratie-, hypotheek- en griffierechten - op zich genomen en los |
| van het gezag dat in de navolgende artikelen aan het optreden van de | van het gezag dat in de navolgende artikelen aan het optreden van de |
| deskundige(n) wordt verleend - niet in strijd zijn met het beginsel | deskundige(n) wordt verleend - niet in strijd zijn met het beginsel |
| van de gelijkheid en de niet-discriminatie vervat in de artikelen 10 | van de gelijkheid en de niet-discriminatie vervat in de artikelen 10 |
| en 11 van de Grondwet. | en 11 van de Grondwet. |
| B.6.1. Het Hof stelt vast dat de controleschatting bepalend is voor | B.6.1. Het Hof stelt vast dat de controleschatting bepalend is voor |
| het al dan niet verschuldigd zijn, niet alleen van een bijkomend | het al dan niet verschuldigd zijn, niet alleen van een bijkomend |
| registratierecht en van nalatigheidsinteresten, maar bovendien, | registratierecht en van nalatigheidsinteresten, maar bovendien, |
| wanneer het vastgestelde tekort gelijk is aan of hoger is dan het | wanneer het vastgestelde tekort gelijk is aan of hoger is dan het |
| achtste van de opgegeven prijs of van de aangegeven waarde, van een | achtste van de opgegeven prijs of van de aangegeven waarde, van een |
| boete gelijk aan het bedrag van de ontdoken rechten alsook van de | boete gelijk aan het bedrag van de ontdoken rechten alsook van de |
| kosten van de procedure, ook al is er van prijsbewimpeling of veinzing | kosten van de procedure, ook al is er van prijsbewimpeling of veinzing |
| geen sprake (artikelen 200, 201 en 203 van het Wetboek der | geen sprake (artikelen 200, 201 en 203 van het Wetboek der |
| registratie-, hypotheek- en griffierechten). | registratie-, hypotheek- en griffierechten). |
| B.6.2. Uit de in het geding zijnde artikelen 197 en 199 blijkt dat de | B.6.2. Uit de in het geding zijnde artikelen 197 en 199 blijkt dat de |
| bevindingen van de deskundige(n) niet ter discussie kunnen worden | bevindingen van de deskundige(n) niet ter discussie kunnen worden |
| gesteld en dat de rechter de waardebepaling van de deskundigen niet | gesteld en dat de rechter de waardebepaling van de deskundigen niet |
| kan herzien. Hij kan enkel nog een nieuwe schatting bevelen indien hij | kan herzien. Hij kan enkel nog een nieuwe schatting bevelen indien hij |
| vaststelt dat de wet werd overtreden, dat een materiële vergissing | vaststelt dat de wet werd overtreden, dat een materiële vergissing |
| werd begaan of dat een substantieel vormvoorschrift werd miskend. | werd begaan of dat een substantieel vormvoorschrift werd miskend. |
| B.6.3. Doordat, in tegenstelling tot wat het geval is met een | B.6.3. Doordat, in tegenstelling tot wat het geval is met een |
| deskundig onderzoek zoals geregeld in het Gerechtelijk Wetboek, de | deskundig onderzoek zoals geregeld in het Gerechtelijk Wetboek, de |
| rechter geen enkele toetsing kan uitoefenen over de waardebepaling | rechter geen enkele toetsing kan uitoefenen over de waardebepaling |
| door de deskundigen in de procedure bedoeld door de artikelen 189, | door de deskundigen in de procedure bedoeld door de artikelen 189, |
| 192, 197 en 199 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en | 192, 197 en 199 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en |
| griffierechten, worden bijgevolg de artikelen 10 en 11 van de Grondwet | griffierechten, worden bijgevolg de artikelen 10 en 11 van de Grondwet |
| geschonden. | geschonden. |
| Het feit dat de controleschatting beoogt de belangen van de Schatkist | Het feit dat de controleschatting beoogt de belangen van de Schatkist |
| te vrijwaren is geen voldoende verantwoording om in een dergelijke van | te vrijwaren is geen voldoende verantwoording om in een dergelijke van |
| het gemeen recht afwijkende behandeling te voorzien. | het gemeen recht afwijkende behandeling te voorzien. |
| B.6.4. Er is geen aanleiding om bovendien te onderzoeken of, zoals in | B.6.4. Er is geen aanleiding om bovendien te onderzoeken of, zoals in |
| de prejudiciële vraag is voorgesteld, er al dan niet een schending is | de prejudiciële vraag is voorgesteld, er al dan niet een schending is |
| van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met | van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, gelezen in samenhang met |
| artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en | artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en |
| daarbij uit te maken of de bepalingen van dat verdragsartikel te dezen | daarbij uit te maken of de bepalingen van dat verdragsartikel te dezen |
| wel van toepassing zijn. | wel van toepassing zijn. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| zegt voor recht : | zegt voor recht : |
| - De artikelen 189 en 192 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- | - De artikelen 189 en 192 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- |
| en griffierechten schenden niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | en griffierechten schenden niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| - De artikelen 197 en 199 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- | - De artikelen 197 en 199 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- |
| en griffierechten schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. | en griffierechten schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. |
| Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 7 december 1999. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 7 december 1999. |
| De griffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| G. De Baets. | G. De Baets. |