Besluit van de leidende ambtenaren van Leefmilieu Brussel houdende delegatie van bevoegdheden inzake personeelsbeheer | Besluit van de leidende ambtenaren van Leefmilieu Brussel houdende delegatie van bevoegdheden inzake personeelsbeheer |
---|---|
LEEFMILIEU BRUSSEL | LEEFMILIEU BRUSSEL |
13 NOVEMBER 2020. - Besluit van de leidende ambtenaren van Leefmilieu | 13 NOVEMBER 2020. - Besluit van de leidende ambtenaren van Leefmilieu |
Brussel houdende delegatie van bevoegdheden inzake personeelsbeheer | Brussel houdende delegatie van bevoegdheden inzake personeelsbeheer |
De leidende ambtenaren van Leefmilieu Brussel, | De leidende ambtenaren van Leefmilieu Brussel, |
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op de | Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op de |
instellingen van openbaar nut; | instellingen van openbaar nut; |
Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van | Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van |
Leefmilieu Brussel; | Leefmilieu Brussel; |
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 | Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 18 |
juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de | juli 2000 tot regeling van haar werkwijze en tot regeling van de |
ondertekening van de akten van de Regering, in het bijzonder de | ondertekening van de akten van de Regering, in het bijzonder de |
artikelen 6 en 10; | artikelen 6 en 10; |
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 | Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 22 |
juli 2019 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen | juli 2019 tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen |
de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, in het | de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, in het |
bijzonder het artikel 4; | bijzonder het artikel 4; |
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 | Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 |
maart 2018 houdende het administratief statuut en de | maart 2018 houdende het administratief statuut en de |
bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van | bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van |
openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna "BBHR van | openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna "BBHR van |
21/03/2018 betreffende de ambtenaren"); | 21/03/2018 betreffende de ambtenaren"); |
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 | Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 |
maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van | maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van |
de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut | de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut |
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna "BBHR van 21/03/2018 | van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna "BBHR van 21/03/2018 |
betreffende het contractueel personeel"); | betreffende het contractueel personeel"); |
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 | Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 26 |
januari 2017 betreffende telewerk; | januari 2017 betreffende telewerk; |
Gelet op het ministerieel besluit van 19 juni 2020 houdende delegatie | Gelet op het ministerieel besluit van 19 juni 2020 houdende delegatie |
van bevoegdheden aan de leidende ambtenaren van Leefmilieu Brussel | van bevoegdheden aan de leidende ambtenaren van Leefmilieu Brussel |
inzake personeelsbeheer en meer bepaald artikel 14 dat de leidende | inzake personeelsbeheer en meer bepaald artikel 14 dat de leidende |
ambtenaren toelaat om bepaalde van deze bevoegdheden te sub-delegeren; | ambtenaren toelaat om bepaalde van deze bevoegdheden te sub-delegeren; |
Overwegende dat het BBHR van 21 maart 2018 betreffende de ambtenaren, | Overwegende dat het BBHR van 21 maart 2018 betreffende de ambtenaren, |
en meer bepaald artikel 22, aan de leidende ambtenaren toestaat hun | en meer bepaald artikel 22, aan de leidende ambtenaren toestaat hun |
bevoegdheden geheel of gedeeltelijk te delegeren aan de ambtenaren van | bevoegdheden geheel of gedeeltelijk te delegeren aan de ambtenaren van |
niveau A en B die zij aanwijzen; | niveau A en B die zij aanwijzen; |
Overwegende dat het BBHR van 21 maart 2018 betreffende het | Overwegende dat het BBHR van 21 maart 2018 betreffende het |
contractueel personeel de leidende ambtenaren toestaat om bepaalde van | contractueel personeel de leidende ambtenaren toestaat om bepaalde van |
hun bevoegdheden te delegeren; | hun bevoegdheden te delegeren; |
Overwegende dat het voor de goede werking van Leefmilieu Brussel | Overwegende dat het voor de goede werking van Leefmilieu Brussel |
noodzakelijk is om bepaalde bevoegdheden inzake personeelsbeheer te | noodzakelijk is om bepaalde bevoegdheden inzake personeelsbeheer te |
delegeren aan de Directeur - diensthoofd verantwoordelijk voor de | delegeren aan de Directeur - diensthoofd verantwoordelijk voor de |
Human Ressources of aan een andere ambtenaar van niveau A of B, | Human Ressources of aan een andere ambtenaar van niveau A of B, |
rekening houdend met onder andere de evolutie van de toepasselijke | rekening houdend met onder andere de evolutie van de toepasselijke |
wetgeving, het groeiende aantal personeelsleden en de hieraan | wetgeving, het groeiende aantal personeelsleden en de hieraan |
verbonden administratieve belasting | verbonden administratieve belasting |
Besluiten : | Besluiten : |
Delegaties | Delegaties |
Artikel 1.De leidende ambtenaren delegeren aan de Directeur - |
Artikel 1.De leidende ambtenaren delegeren aan de Directeur - |
diensthoofd belast met de Human Ressources: | diensthoofd belast met de Human Ressources: |
1° de bevoegdheid om de dienstvrijstellingen toe te kennen; | 1° de bevoegdheid om de dienstvrijstellingen toe te kennen; |
2° de bevoegdheid tot goedkeuring of weigering van de aanvragen tot | 2° de bevoegdheid tot goedkeuring of weigering van de aanvragen tot |
cumulatie van beroepsactiviteiten ingediend door de personeelsleden, | cumulatie van beroepsactiviteiten ingediend door de personeelsleden, |
met uitzondering van de aanvragen ingediend door de mandatarissen; | met uitzondering van de aanvragen ingediend door de mandatarissen; |
3° de opvolging van de terbeschikkingstelling van dienstwoningen aan | 3° de opvolging van de terbeschikkingstelling van dienstwoningen aan |
de boswachters, de conciërges en andere functies voorzien in het BBHR | de boswachters, de conciërges en andere functies voorzien in het BBHR |
van 21/03/2018 betreffende de ambtenaren, waartoe door de leidende | van 21/03/2018 betreffende de ambtenaren, waartoe door de leidende |
ambtenaren besloten werd. | ambtenaren besloten werd. |
Art. 2.De leidende ambtenaren delegeren aan de Directeur - |
Art. 2.De leidende ambtenaren delegeren aan de Directeur - |
diensthoofd belast met de Human Ressources of aan het | diensthoofd belast met de Human Ressources of aan het |
Departementshoofd Personeelsadministratie: | Departementshoofd Personeelsadministratie: |
1° de ondertekening van de arbeidsovereenkomsten; | 1° de ondertekening van de arbeidsovereenkomsten; |
2° de ondertekening van de omscholingsovereenkomsten; | 2° de ondertekening van de omscholingsovereenkomsten; |
3° de bevoegdheid om de verloven om persoonlijke redenen toe te | 3° de bevoegdheid om de verloven om persoonlijke redenen toe te |
kennen; | kennen; |
4° de bevoegdheid om schorsingen van de arbeidsovereenkomst van meer | 4° de bevoegdheid om schorsingen van de arbeidsovereenkomst van meer |
dan één maand toe te staan. | dan één maand toe te staan. |
Art. 3.De leidende ambtenaren delegeren aan het Departementshoofd |
Art. 3.De leidende ambtenaren delegeren aan het Departementshoofd |
Personeelsadministratie of aan het Diensthoofd belast met deze | Personeelsadministratie of aan het Diensthoofd belast met deze |
materie: | materie: |
1° de bevoegdheid om aan de ambtenaar een hogere weddeschaal toe te | 1° de bevoegdheid om aan de ambtenaar een hogere weddeschaal toe te |
kennen van zodra deze de voorwaarden op het vlak van anciënniteit, | kennen van zodra deze de voorwaarden op het vlak van anciënniteit, |
evaluatie en vorming vervult; | evaluatie en vorming vervult; |
2° de ondertekening van opdrachten tot publicatie in het Belgisch | 2° de ondertekening van opdrachten tot publicatie in het Belgisch |
Staatsblad over de loopbaan van de personeelsleden; | Staatsblad over de loopbaan van de personeelsleden; |
3° de ondertekening van de sociale documenten, meer bepaald de | 3° de ondertekening van de sociale documenten, meer bepaald de |
documenten die bij het einde van de tewerkstelling aan de | documenten die bij het einde van de tewerkstelling aan de |
personeelsleden bezorgd moeten worden in uitvoering van de sociale | personeelsleden bezorgd moeten worden in uitvoering van de sociale |
wetgeving; | wetgeving; |
4° de ondertekening van de attesten gevraagd door het personeel inzake | 4° de ondertekening van de attesten gevraagd door het personeel inzake |
hun loopbaan of hun loon bedoeld voor derden; | hun loopbaan of hun loon bedoeld voor derden; |
5° de ondertekening van elk attest, elke brief en elke nota met | 5° de ondertekening van elk attest, elke brief en elke nota met |
betrekking tot de arbeidsrelatie die geen individuele beslissing | betrekking tot de arbeidsrelatie die geen individuele beslissing |
uitmaakt; | uitmaakt; |
6° de ondertekening van de akten tot vaststelling van de geldelijke | 6° de ondertekening van de akten tot vaststelling van de geldelijke |
anciënniteit van de personeelsleden; | anciënniteit van de personeelsleden; |
7° de voor eensluidend verklaring van elk document of elke kopie die | 7° de voor eensluidend verklaring van elk document of elke kopie die |
onder hun bevoegdheden valt inzake personeel. | onder hun bevoegdheden valt inzake personeel. |
Art. 4.De leidende ambtenaren delegeren aan het Departementshoofd |
Art. 4.De leidende ambtenaren delegeren aan het Departementshoofd |
Personeelsadministratie of aan het Diensthoofd belast met deze | Personeelsadministratie of aan het Diensthoofd belast met deze |
materie, de bevoegdheid om: | materie, de bevoegdheid om: |
1° de besluiten en addenda die betrekking hebben op de verloven | 1° de besluiten en addenda die betrekking hebben op de verloven |
toegekend volgens de reglementaire bepalingen en de interne | toegekend volgens de reglementaire bepalingen en de interne |
procedures, te ondertekenen; | procedures, te ondertekenen; |
2° de addenda met betrekking tot schorsingen van het contract te | 2° de addenda met betrekking tot schorsingen van het contract te |
ondertekenen; | ondertekenen; |
3° de opvolging te verzekeren van de verminderde prestaties wegens | 3° de opvolging te verzekeren van de verminderde prestaties wegens |
ziekte van de statutaire personeelsleden; | ziekte van de statutaire personeelsleden; |
4° de disponibiliteit van rechtswege wegens ziekte of invaliditeit van | 4° de disponibiliteit van rechtswege wegens ziekte of invaliditeit van |
de statutaire personeelsleden vast te stellen en het hun toe te kennen | de statutaire personeelsleden vast te stellen en het hun toe te kennen |
wachtgeld vast te leggen; | wachtgeld vast te leggen; |
5° de voorziene reglementaire bepalingen in uitvoering van de wet | 5° de voorziene reglementaire bepalingen in uitvoering van de wet |
betreffende de arbeidsongevallen en betreffende de beroepsziekten te | betreffende de arbeidsongevallen en betreffende de beroepsziekten te |
treffen; | treffen; |
6° de beslissingen te nemen houdende de goedkeuring van de | 6° de beslissingen te nemen houdende de goedkeuring van de |
pensioenaanvragen van de vastbenoemde personeelsleden en om het nodige | pensioenaanvragen van de vastbenoemde personeelsleden en om het nodige |
te doen voor de contractuele personeelsleden die de pensioenleeftijd | te doen voor de contractuele personeelsleden die de pensioenleeftijd |
bereiken; | bereiken; |
7° de besluiten en de addenda inzake onwettige afwezigheden van de | 7° de besluiten en de addenda inzake onwettige afwezigheden van de |
statutaire en contractuele personeelsleden te ondertekenen; | statutaire en contractuele personeelsleden te ondertekenen; |
8° de besluiten en de addenda inzake telewerk te ondertekenen voor de | 8° de besluiten en de addenda inzake telewerk te ondertekenen voor de |
statutaire en contractuele personeelsleden; | statutaire en contractuele personeelsleden; |
9° de re-integratietrajecten in de zin van de codex over het welzijn | 9° de re-integratietrajecten in de zin van de codex over het welzijn |
op het werk op te volgen; | op het werk op te volgen; |
10° de elektronische maaltijdcheques te bestellen; | 10° de elektronische maaltijdcheques te bestellen; |
11° de aanvragen tot verschijning voor de Pensioencommissie te | 11° de aanvragen tot verschijning voor de Pensioencommissie te |
beheren. | beheren. |
Art. 5.De leidende ambtenaren delegeren aan het Departementshoofd HRM |
Art. 5.De leidende ambtenaren delegeren aan het Departementshoofd HRM |
of aan het Diensthoofd belast met deze materie de bevoegdheid om: | of aan het Diensthoofd belast met deze materie de bevoegdheid om: |
1° het vormingsverlof toe te kennen; | 1° het vormingsverlof toe te kennen; |
2° aan de interne opleiders een forfaitaire toelage van 10 euro per | 2° aan de interne opleiders een forfaitaire toelage van 10 euro per |
vormingsuur voor vormingen van minder dan 3 uur toe te kennen; | vormingsuur voor vormingen van minder dan 3 uur toe te kennen; |
3° de administratieve opvolging van de schoolstages en gelijkaardige | 3° de administratieve opvolging van de schoolstages en gelijkaardige |
stages te verzekeren. | stages te verzekeren. |
Art. 6.De leidende ambtenaren delegeren aan het Departementshoofd |
Art. 6.De leidende ambtenaren delegeren aan het Departementshoofd |
Personeelsadministratie of aan het Diensthoofd belast met de lonen : | Personeelsadministratie of aan het Diensthoofd belast met de lonen : |
1° de controle van de voor te leggen verklaringen op eer voor het | 1° de controle van de voor te leggen verklaringen op eer voor het |
verkrijgen van de fietsvergoeding voor het woon-werkverkeer en de | verkrijgen van de fietsvergoeding voor het woon-werkverkeer en de |
dienstverplaatsingen en de aanvragen tot terugbetaling van de kosten | dienstverplaatsingen en de aanvragen tot terugbetaling van de kosten |
voor het woon-werkverkeer en de dienstverplaatsingen met het openbaar | voor het woon-werkverkeer en de dienstverplaatsingen met het openbaar |
vervoer; | vervoer; |
2° de ondertekening van de aangiften van de loontrekkende werknemers | 2° de ondertekening van de aangiften van de loontrekkende werknemers |
bij de RSZ en de aangiften bij de FOD Financiën op het vlak van loon; | bij de RSZ en de aangiften bij de FOD Financiën op het vlak van loon; |
3° de toelatingen tot voorschotten op loon en de gespreide | 3° de toelatingen tot voorschotten op loon en de gespreide |
terugbetaling van schulden op vraag van de contractuele of statutaire | terugbetaling van schulden op vraag van de contractuele of statutaire |
personeelsleden; | personeelsleden; |
4° de ondertekening van alle documenten inzake | 4° de ondertekening van alle documenten inzake |
inhoudingen/beslagen/overdrachten op loon; | inhoudingen/beslagen/overdrachten op loon; |
5° de aangiften sociale risico's. | 5° de aangiften sociale risico's. |
Art. 7.De leidende ambtenaren delegeren aan de Directeurs - |
Art. 7.De leidende ambtenaren delegeren aan de Directeurs - |
diensthoofden van elke afdeling de bevoegdheid om toestemming te | diensthoofden van elke afdeling de bevoegdheid om toestemming te |
verlenen voor de buitenlandse dienstreizen van de personeelsleden, | verlenen voor de buitenlandse dienstreizen van de personeelsleden, |
waarvan het bedrag niet hoger ligt dan 1.500 euro exclusief BTW of die | waarvan het bedrag niet hoger ligt dan 1.500 euro exclusief BTW of die |
niet langer duren dan twee dagen. | niet langer duren dan twee dagen. |
Art. 8.De leidende ambtenaren delegeren aan de hiërarchische oversten |
Art. 8.De leidende ambtenaren delegeren aan de hiërarchische oversten |
de bevoegdheid om de verloven toe te kennen die niet beoogd worden | de bevoegdheid om de verloven toe te kennen die niet beoogd worden |
door artikel 2, 3° en 4° van onderhavig besluit. | door artikel 2, 3° en 4° van onderhavig besluit. |
Art. 9.In geval van afwezigheid of verhindering van de |
Art. 9.In geval van afwezigheid of verhindering van de |
personeelsleden die door de voorgaande artikelen bevoegd werden | personeelsleden die door de voorgaande artikelen bevoegd werden |
verklaard, worden de bevoegdheden waarmee zij krachtens dit besluit | verklaard, worden de bevoegdheden waarmee zij krachtens dit besluit |
zijn bekleed, voor de duur van hun afwezigheid of verhindering | zijn bekleed, voor de duur van hun afwezigheid of verhindering |
verleend aan de hiërarchische meerdere die hen vervangt. | verleend aan de hiërarchische meerdere die hen vervangt. |
Art. 10.De leidende ambtenaren kennen een algemene delegatie van |
Art. 10.De leidende ambtenaren kennen een algemene delegatie van |
handtekening toe voor alle akten die betrekking hebben op de | handtekening toe voor alle akten die betrekking hebben op de |
bevoegdheden die door dit besluit gedelegeerd worden. | bevoegdheden die door dit besluit gedelegeerd worden. |
Art. 11.De leidende ambtenaren kunnen een dossier dat, krachtens dit |
Art. 11.De leidende ambtenaren kunnen een dossier dat, krachtens dit |
besluit, binnen de gedelegeerde bevoegdheden valt, naar zich | besluit, binnen de gedelegeerde bevoegdheden valt, naar zich |
toetrekken. Zij kunnen de gedragslijnen voor het gebruik van de | toetrekken. Zij kunnen de gedragslijnen voor het gebruik van de |
gedelegeerde bevoegdheden vastleggen of de volledige of een deel van | gedelegeerde bevoegdheden vastleggen of de volledige of een deel van |
de delegatie intrekken. | de delegatie intrekken. |
Art. 12.Worden opgeheven: |
Art. 12.Worden opgeheven: |
1° het besluit van de leidende ambtenaren van Leefmilieu Brussel van | 1° het besluit van de leidende ambtenaren van Leefmilieu Brussel van |
10 januari 2008 houdende subdelegatie van bevoegdheden aan de | 10 januari 2008 houdende subdelegatie van bevoegdheden aan de |
Directeur Personeel inzake personeelsbeheer; | Directeur Personeel inzake personeelsbeheer; |
2° het besluit van de leidende ambtenaren van Leefmilieu Brussel van | 2° het besluit van de leidende ambtenaren van Leefmilieu Brussel van |
16 april 2019 houdende delegatie van bevoegdheid tot toekenning van | 16 april 2019 houdende delegatie van bevoegdheid tot toekenning van |
het vormingsverlof; | het vormingsverlof; |
3° het besluit van de leidende ambtenaren van 2 december 2019 houdende | 3° het besluit van de leidende ambtenaren van 2 december 2019 houdende |
delegatie van bevoegdheden inzake personeelsbeheer. | delegatie van bevoegdheden inzake personeelsbeheer. |
Art. 13.Het huidige besluit treedt in werking op 1 december 2020. |
Art. 13.Het huidige besluit treedt in werking op 1 december 2020. |
Brussel, 13 november 2020. | Brussel, 13 november 2020. |
Fr. FONTAINE, | Fr. FONTAINE, |
Directeur-generaal | Directeur-generaal |
B. DEWULF, | B. DEWULF, |
Adjunct-Directrice-generaal | Adjunct-Directrice-generaal |