← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
arrest nr. 154.161 van 26 januari 2006 in zake E. Peelman tegen de Hogeschool Gent, waarvan de expeditie
ter griffie van het Arbitragehof is « Worden de in de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet
neergelegde beginselen van de g(...)"
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 154.161 van 26 januari 2006 in zake E. Peelman tegen de Hogeschool Gent, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is « Worden de in de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet neergelegde beginselen van de g(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 154.161 van 26 januari 2006 in zake E. Peelman tegen de Hogeschool Gent, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is « Worden de in de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet neergelegde beginselen van de g(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
| Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
| januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof |
| Bij arrest nr. 154.161 van 26 januari 2006 in zake E. Peelman tegen de | Bij arrest nr. 154.161 van 26 januari 2006 in zake E. Peelman tegen de |
| Hogeschool Gent, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof | Hogeschool Gent, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof |
| is ingekomen op 9 februari 2006, heeft de Raad van State de volgende | is ingekomen op 9 februari 2006, heeft de Raad van State de volgende |
| prejudiciële vraag gesteld : | prejudiciële vraag gesteld : |
| « Worden de in de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet | « Worden de in de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet |
| neergelegde beginselen van de gelijkheid en de niet-discriminatie en | neergelegde beginselen van de gelijkheid en de niet-discriminatie en |
| het wettigheidsbeginsel inzake de samenstelling, de bevoegdheid en de | het wettigheidsbeginsel inzake de samenstelling, de bevoegdheid en de |
| werking van de Raad van State, neergelegd in artikel 160 van diezelfde | werking van de Raad van State, neergelegd in artikel 160 van diezelfde |
| Grondwet geschonden door artikel 36, § 1, van de bij koninklijk | Grondwet geschonden door artikel 36, § 1, van de bij koninklijk |
| besluit van 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State | besluit van 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State |
| gelezen in samenhang met artikel 14 en artikel 30, § 1, van diezelfde | gelezen in samenhang met artikel 14 en artikel 30, § 1, van diezelfde |
| wetten : | wetten : |
| A. in de mate dat : | A. in de mate dat : |
| a) in artikel 30, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van | a) in artikel 30, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van |
| State wordt vermeld dat de Koning onder meer de termijnen van | State wordt vermeld dat de Koning onder meer de termijnen van |
| verjaring voor de indiening van de beroepen in artikel 14 bepaalt en | verjaring voor de indiening van de beroepen in artikel 14 bepaalt en |
| dat deze termijnen ten minste 60 dagen moeten bedragen; | dat deze termijnen ten minste 60 dagen moeten bedragen; |
| b) in artikel 36 van de gecoördineerde wetten weliswaar wordt | b) in artikel 36 van de gecoördineerde wetten weliswaar wordt |
| aangegeven dat een verzoek tot het opleggen van een dwangsom slechts | aangegeven dat een verzoek tot het opleggen van een dwangsom slechts |
| ontvankelijk is wanneer de verzoeker de overheid bij een ter post | ontvankelijk is wanneer de verzoeker de overheid bij een ter post |
| aangetekende brief tot het nemen van een nieuwe beslissing heeft | aangetekende brief tot het nemen van een nieuwe beslissing heeft |
| aangemaand en ten minste drie maanden zijn verlopen vanaf de | aangemaand en ten minste drie maanden zijn verlopen vanaf de |
| kennisgeving van het vernietigingsarrest; | kennisgeving van het vernietigingsarrest; |
| B. zodat de wetgever - in tegenstelling tot annulatieberoepen - heeft | B. zodat de wetgever - in tegenstelling tot annulatieberoepen - heeft |
| nagelaten de beginselen inzake toepasselijk termijnen te bepalen | nagelaten de beginselen inzake toepasselijk termijnen te bepalen |
| m.b.t. de verjaring van de dwangsomvordering vast te stellen en | m.b.t. de verjaring van de dwangsomvordering vast te stellen en |
| verzoeker aldus verstoken blijft van een regeling waarvan de | verzoeker aldus verstoken blijft van een regeling waarvan de |
| beginselen zijn vastgesteld door een democratisch verkozen vergadering | beginselen zijn vastgesteld door een democratisch verkozen vergadering |
| ? ». | ? ». |
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 3893 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 3893 van de rol van het Hof. |
| De griffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |