← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a.
Bij arrest van 7 december 2004 in zake het openbaar ministerie en anderen tegen G. Leys en anderen, waarvan
de expeditie ter griffie van het A « Schendt artikel 33 van de Programmawet
van 5 augustus 2003, waar het artikel 5, 2), van de wet va(...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij arrest van 7 december 2004 in zake het openbaar ministerie en anderen tegen G. Leys en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het A « Schendt artikel 33 van de Programmawet van 5 augustus 2003, waar het artikel 5, 2), van de wet va(...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof a. Bij arrest van 7 december 2004 in zake het openbaar ministerie en anderen tegen G. Leys en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van het A « Schendt artikel 33 van de Programmawet van 5 augustus 2003, waar het artikel 5, 2), van de wet va(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof |
a. Bij arrest van 7 december 2004 in zake het openbaar ministerie en | a. Bij arrest van 7 december 2004 in zake het openbaar ministerie en |
anderen tegen G. Leys en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van | anderen tegen G. Leys en anderen, waarvan de expeditie ter griffie van |
het Arbitragehof is ingekomen op 9 december 2004, heeft het Hof van | het Arbitragehof is ingekomen op 9 december 2004, heeft het Hof van |
Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Schendt artikel 33 van de Programmawet van 5 augustus 2003, waar het | « Schendt artikel 33 van de Programmawet van 5 augustus 2003, waar het |
artikel 5, 2), van de wet van 16 juli 2002 tot wijziging van | artikel 5, 2), van de wet van 16 juli 2002 tot wijziging van |
verschillende bepalingen teneinde inzonderheid de verjaringstermijnen | verschillende bepalingen teneinde inzonderheid de verjaringstermijnen |
voor de niet-correctionaliseerbare misdaden te verlengen aanvult met | voor de niet-correctionaliseerbare misdaden te verlengen aanvult met |
de woorden "en is van toepassing op de misdrijven begaan na deze | de woorden "en is van toepassing op de misdrijven begaan na deze |
datum" de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de mate dat het leidt | datum" de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de mate dat het leidt |
tot het gelijktijdig bestaan van twee verschillende | tot het gelijktijdig bestaan van twee verschillende |
verjaringstermijnen van de strafvordering voor dezelfde misdrijven | verjaringstermijnen van de strafvordering voor dezelfde misdrijven |
terwijl ze bij het plegen ervan de maatschappelijke orde op dezelfde | terwijl ze bij het plegen ervan de maatschappelijke orde op dezelfde |
wijze verstoren en in de mate dat het leidt tot een langere | wijze verstoren en in de mate dat het leidt tot een langere |
verjaringstermijn van de strafvordering voor misdrijven begaan tot en | verjaringstermijn van de strafvordering voor misdrijven begaan tot en |
met 1 september 2003 tegenover misdrijven begaan vanaf 2 september | met 1 september 2003 tegenover misdrijven begaan vanaf 2 september |
2003, terwijl de bestaansreden van de verjaring van de strafvordering | 2003, terwijl de bestaansreden van de verjaring van de strafvordering |
juist hierin ligt dat met het voortschrijden van de jaren, de | juist hierin ligt dat met het voortschrijden van de jaren, de |
bewijsvoering van de misdrijven steeds moeilijker wordt en de | bewijsvoering van de misdrijven steeds moeilijker wordt en de |
maatschappelijke orde er steeds minder baat bij heeft ? » | maatschappelijke orde er steeds minder baat bij heeft ? » |
b. Bij vonnis van 9 december 2004 in zake het openbaar ministerie en | b. Bij vonnis van 9 december 2004 in zake het openbaar ministerie en |
anderen tegen M. Vanden Bossche en anderen, waarvan de expeditie ter | anderen tegen M. Vanden Bossche en anderen, waarvan de expeditie ter |
griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 17 december 2004, heeft | griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 17 december 2004, heeft |
de Correctionele Rechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag | de Correctionele Rechtbank te Brussel de volgende prejudiciële vraag |
gesteld : | gesteld : |
« Schendt artikel 33 van de programmawet van 5 augustus 2003, waarbij | « Schendt artikel 33 van de programmawet van 5 augustus 2003, waarbij |
artikel 5, 2), van de wet van 16 juli 2002 wordt gewijzigd, de | artikel 5, 2), van de wet van 16 juli 2002 wordt gewijzigd, de |
artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het tot gevolg heeft dat op | artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het tot gevolg heeft dat op |
dit ogenblik twee verschillende procedureregelingen van toepassing | dit ogenblik twee verschillende procedureregelingen van toepassing |
zijn op grond waarvan twee categorieën van beklaagden gelijktijdig | zijn op grond waarvan twee categorieën van beklaagden gelijktijdig |
onderworpen zijn aan verschillende verjaringsregelingen voor de | onderworpen zijn aan verschillende verjaringsregelingen voor de |
strafvordering naargelang de - mogelijkerwijze soortgelijke - feiten | strafvordering naargelang de - mogelijkerwijze soortgelijke - feiten |
die aan die beklaagden ten laste worden gelegd, vóór 1 september 2003 | die aan die beklaagden ten laste worden gelegd, vóór 1 september 2003 |
of vanaf die datum zouden zijn gepleegd ? » | of vanaf die datum zouden zijn gepleegd ? » |
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3192 en 3204 van de rol van | Die zaken, ingeschreven onder de nummers 3192 en 3204 van de rol van |
het Hof, werden samengevoegd. | het Hof, werden samengevoegd. |
De griffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |