← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij
arrest van 17 december 2002 in zake de n.v. AGF Belgium tegen D. Leblond, F. Leblond, de gemeente Lens,
de stad Aat, de « Société wallonne de « Geeft de toepassing van de
wet van 10 juni 1998 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 17 december 2002 in zake de n.v. AGF Belgium tegen D. Leblond, F. Leblond, de gemeente Lens, de stad Aat, de « Société wallonne de « Geeft de toepassing van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende (...) | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest van 17 december 2002 in zake de n.v. AGF Belgium tegen D. Leblond, F. Leblond, de gemeente Lens, de stad Aat, de « Société wallonne de « Geeft de toepassing van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende (...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 | Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 |
januari 1989 op het Arbitragehof | januari 1989 op het Arbitragehof |
Bij arrest van 17 december 2002 in zake de n.v. AGF Belgium tegen D. | Bij arrest van 17 december 2002 in zake de n.v. AGF Belgium tegen D. |
Leblond, F. Leblond, de gemeente Lens, de stad Aat, de « Société | Leblond, F. Leblond, de gemeente Lens, de stad Aat, de « Société |
wallonne des distributions d'eau » en de c.v. « De Federale | wallonne des distributions d'eau » en de c.v. « De Federale |
Verzekeringen », waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof | Verzekeringen », waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof |
is ingekomen op 23 december 2002, heeft het Hof van Beroep te Bergen | is ingekomen op 23 december 2002, heeft het Hof van Beroep te Bergen |
de volgende prejudiciële vraag gesteld : | de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Geeft de toepassing van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van | « Geeft de toepassing van de wet van 10 juni 1998 tot wijziging van |
sommige bepalingen betreffende de verjaring en meer bepaald van | sommige bepalingen betreffende de verjaring en meer bepaald van |
artikel 11 ervan, aanleiding tot een schending van de artikelen 10 en | artikel 11 ervan, aanleiding tot een schending van de artikelen 10 en |
11 van de Grondwet doordat zij tot gevolg heeft dat artikel 2262 van | 11 van de Grondwet doordat zij tot gevolg heeft dat artikel 2262 van |
het Burgerlijk Wetboek en de verjaringstermijn van dertig jaar waarin | het Burgerlijk Wetboek en de verjaringstermijn van dertig jaar waarin |
die bepaling voorziet, van toepassing blijven op de burgerlijke | die bepaling voorziet, van toepassing blijven op de burgerlijke |
rechtsvordering volgend uit een misdrijf die, hoewel ze verjaard is, | rechtsvordering volgend uit een misdrijf die, hoewel ze verjaard is, |
niet het voorwerp is geweest van een in kracht van gewijsde gegane | niet het voorwerp is geweest van een in kracht van gewijsde gegane |
beslissing, terwijl : | beslissing, terwijl : |
- de burgerlijke rechtsvorderingen volgend uit een misdrijf ontstaan | - de burgerlijke rechtsvorderingen volgend uit een misdrijf ontstaan |
vóór de inwerkingtreding van de wet van 10 juni 1998, die het voorwerp | vóór de inwerkingtreding van de wet van 10 juni 1998, die het voorwerp |
zijn geweest van een in kracht van gewijsde gegane beslissing, | zijn geweest van een in kracht van gewijsde gegane beslissing, |
onderworpen zijn aan de verjaringstermijn van vijf jaar waarin het | onderworpen zijn aan de verjaringstermijn van vijf jaar waarin het |
vroegere artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van | vroegere artikel 26 van de voorafgaande titel van het Wetboek van |
Strafvordering voorziet; | Strafvordering voorziet; |
- de burgerlijke rechtsvorderingen volgend uit een misdrijf ontstaan | - de burgerlijke rechtsvorderingen volgend uit een misdrijf ontstaan |
na de inwerkingtreding van de wet van 10 juni 1998 verjaren door | na de inwerkingtreding van de wet van 10 juni 1998 verjaren door |
verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde | verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde |
kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van | kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van |
de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon en in ieder geval | de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon en in ieder geval |
door verloop van twintig jaar vanaf de dag volgend op die waarop het | door verloop van twintig jaar vanaf de dag volgend op die waarop het |
feit waardoor de schade is veroorzaakt, zich heeft voorgedaan, met | feit waardoor de schade is veroorzaakt, zich heeft voorgedaan, met |
uitzondering van het geval van fraude ? » | uitzondering van het geval van fraude ? » |
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2588 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 2588 van de rol van het Hof. |
De griffier, | De griffier, |
P.-Y. Dutilleux. | P.-Y. Dutilleux. |