Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Arrest Van Het Grondwettelijk Hof van --
← Terug naar "Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 95.367 van 15 mei 2001 in zake de v.z.w. Federatie van Rust- en Verzorgingsoorden van België en de b.v.b.a. Le Foyer Espérance tege « 1. Houden artikel 3 van de wet van 26 juli 1996 en de bekrachtigingswet een schending in van het (...)"
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 95.367 van 15 mei 2001 in zake de v.z.w. Federatie van Rust- en Verzorgingsoorden van België en de b.v.b.a. Le Foyer Espérance tege « 1. Houden artikel 3 van de wet van 26 juli 1996 en de bekrachtigingswet een schending in van het (...) Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij arrest nr. 95.367 van 15 mei 2001 in zake de v.z.w. Federatie van Rust- en Verzorgingsoorden van België en de b.v.b.a. Le Foyer Espérance tege « 1. Houden artikel 3 van de wet van 26 juli 1996 en de bekrachtigingswet een schending in van het (...)
ARBITRAGEHOF ARBITRAGEHOF
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6
januari 1989 op het Arbitragehof januari 1989 op het Arbitragehof
Bij arrest nr. 95.367 van 15 mei 2001 in zake de v.z.w. Federatie van Bij arrest nr. 95.367 van 15 mei 2001 in zake de v.z.w. Federatie van
Rust- en Verzorgingsoorden van België en de b.v.b.a. Le Foyer Rust- en Verzorgingsoorden van België en de b.v.b.a. Le Foyer
Espérance tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie Espérance tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie
van het Arbitragehof is ingekomen op 29 mei 2001, heeft de Raad van van het Arbitragehof is ingekomen op 29 mei 2001, heeft de Raad van
State de volgende prejudiciële vragen gesteld : State de volgende prejudiciële vragen gesteld :
« 1. Houden artikel 3 van de wet van 26 juli 1996 en de « 1. Houden artikel 3 van de wet van 26 juli 1996 en de
bekrachtigingswet een schending in van het gelijkheidsbeginsel doordat bekrachtigingswet een schending in van het gelijkheidsbeginsel doordat
daarin aan de Koning prerogatieven worden verleend waarvan de daarin aan de Koning prerogatieven worden verleend waarvan de
geldigheidsduur kan worden verlengd, terwijl de doelstellingen, de geldigheidsduur kan worden verlengd, terwijl de doelstellingen, de
grenzen en de aangelegenheden niet precies zijn bepaald, zodat de grenzen en de aangelegenheden niet precies zijn bepaald, zodat de
verzoekende partijen de fundamentele garanties van de bescherming door verzoekende partijen de fundamentele garanties van de bescherming door
de wetgever en van een democratische controle worden ontzegd ? de wetgever en van een democratische controle worden ontzegd ?
2. Houdt de terugwerking van de bekrachtigingswet een schending in van 2. Houdt de terugwerking van de bekrachtigingswet een schending in van
de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in onderlinge samenhang gelezen de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in onderlinge samenhang gelezen
met artikel 6 van het E.V.R.M., doordat die terugwerking alleen of met artikel 6 van het E.V.R.M., doordat die terugwerking alleen of
hoofdzakelijk tot doel heeft het aanhangige geding aan de hoofdzakelijk tot doel heeft het aanhangige geding aan de
toetsingsbevoegdheid van de Raad van State te onttrekken ? toetsingsbevoegdheid van de Raad van State te onttrekken ?
3. Wordt het gelijkheidsbeginsel, in samenhang met het eigendomsrecht, 3. Wordt het gelijkheidsbeginsel, in samenhang met het eigendomsrecht,
geschonden doordat de rustoorden verschillend worden behandeld ten geschonden doordat de rustoorden verschillend worden behandeld ten
aanzien van de bejaarden aangezien de eerstgenoemden hun financiële aanzien van de bejaarden aangezien de eerstgenoemden hun financiële
inkomsten zien dalen terwijl de laatstgenoemden dezelfde inkomsten zien dalen terwijl de laatstgenoemden dezelfde
begeleidingsnormen genieten, waardoor het evenwicht wordt verbroken begeleidingsnormen genieten, waardoor het evenwicht wordt verbroken
dat werd bereikt bij het vaststellen van het bedrag van de dat werd bereikt bij het vaststellen van het bedrag van de
tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het
dagelijks leven ? dagelijks leven ?
4. Houdt de bekrachtiging bij wet een schending in van de artikelen 10 4. Houdt de bekrachtiging bij wet een schending in van de artikelen 10
en 11 van de Grondwet, in onderlinge samenhang gelezen met artikel 1 en 11 van de Grondwet, in onderlinge samenhang gelezen met artikel 1
van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees verdrag voor de van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees verdrag voor de
rechten van de Mens, en van de algemene rechtsbeginselen, doordat die rechten van de Mens, en van de algemene rechtsbeginselen, doordat die
bekrachtiging betrekking heeft op maatregelen die de facto terugwerken bekrachtiging betrekking heeft op maatregelen die de facto terugwerken
? ?
5. Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in onderlinge 5. Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in onderlinge
samenhang gelezen met artikel 6 van het E.V.R.M.F.V., geschonden samenhang gelezen met artikel 6 van het E.V.R.M.F.V., geschonden
doordat de terugwerking van de bekrachtigingswet alleen of doordat de terugwerking van de bekrachtigingswet alleen of
hoofdzakelijk tot doel heeft het aanhangige geding aan de hoofdzakelijk tot doel heeft het aanhangige geding aan de
toetsingsbevoegdheid van de Raad van State te onttrekken en/of te toetsingsbevoegdheid van de Raad van State te onttrekken en/of te
interfereren met de afhandeling van de bij de strafrechter ingediende interfereren met de afhandeling van de bij de strafrechter ingediende
klachten en van de lopende strafrechtelijke procedures, op grond van klachten en van de lopende strafrechtelijke procedures, op grond van
de omstandigheid dat de derde en de vierde uitgave van het Belgisch de omstandigheid dat de derde en de vierde uitgave van het Belgisch
Staatsblad van 31 december 1996 geantidateerd zijn ? » Staatsblad van 31 december 1996 geantidateerd zijn ? »
Die zaak is ingeschreven onder nummer 2184 van de rol van het Hof en Die zaak is ingeschreven onder nummer 2184 van de rol van het Hof en
werd samengevoegd met de zaken met rolnummers 2141 en andere. werd samengevoegd met de zaken met rolnummers 2141 en andere.
De griffier, De griffier,
P.-Y. Dutilleux. P.-Y. Dutilleux.
^