← Terug naar "Arrest nr. 4/99 van 20 januari 1999 Rolnummers 1213 tot 1242, 1245 tot 1249 en 1289 In
zake : de prejudiciële vragen betreffende : - de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit
van 16 december 1996 « tot wijziging van de wet van 30 maar -
de artikelen 11, 2°, en 12 van de wet van 13 juni 1997 « tot bekrachtiging van de koninklijke bes(...)"
| Arrest nr. 4/99 van 20 januari 1999 Rolnummers 1213 tot 1242, 1245 tot 1249 en 1289 In zake : de prejudiciële vragen betreffende : - de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 « tot wijziging van de wet van 30 maar - de artikelen 11, 2°, en 12 van de wet van 13 juni 1997 « tot bekrachtiging van de koninklijke bes(...) | Arrest nr. 4/99 van 20 januari 1999 Rolnummers 1213 tot 1242, 1245 tot 1249 en 1289 In zake : de prejudiciële vragen betreffende : - de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 « tot wijziging van de wet van 30 maar - de artikelen 11, 2°, en 12 van de wet van 13 juni 1997 « tot bekrachtiging van de koninklijke bes(...) |
|---|---|
| ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
| Arrest nr. 4/99 van 20 januari 1999 | Arrest nr. 4/99 van 20 januari 1999 |
| Rolnummers 1213 tot 1242, 1245 tot 1249 en 1289 | Rolnummers 1213 tot 1242, 1245 tot 1249 en 1289 |
| In zake : de prejudiciële vragen betreffende : | In zake : de prejudiciële vragen betreffende : |
| - de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 | - de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 |
| « tot wijziging van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale | « tot wijziging van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale |
| bepalingen, met toepassing van de artikelen 15, 6°, en 49 van de wet | bepalingen, met toepassing van de artikelen 15, 6°, en 49 van de wet |
| van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot | van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot |
| vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en | vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en |
| van de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 4°, en § 2, van de wet van 26 juli | van de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 4°, en § 2, van de wet van 26 juli |
| 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot | 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot |
| deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie », | deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie », |
| - de artikelen 11, 2°, en 12 van de wet van 13 juni 1997 « tot | - de artikelen 11, 2°, en 12 van de wet van 13 juni 1997 « tot |
| bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van | bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van |
| de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire | de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire |
| voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en | voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en |
| Monetaire Unie, en [van] de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van | Monetaire Unie, en [van] de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van |
| de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de |
| wettelijke pensioenstelsels », | wettelijke pensioenstelsels », |
| gesteld door de Arbeidsrechtbank te Doornik en de Arbeidsrechtbank te | gesteld door de Arbeidsrechtbank te Doornik en de Arbeidsrechtbank te |
| Brussel. | Brussel. |
| Het Arbitragehof, | Het Arbitragehof, |
| samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
| rechters L. François, P. Martens, J. Delruelle, H. Coremans en M. | rechters L. François, P. Martens, J. Delruelle, H. Coremans en M. |
| Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap | Bossuyt, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap |
| van voorzitter M. Melchior, | van voorzitter M. Melchior, |
| wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
| I. Onderwerp van de prejudiciële vragen | I. Onderwerp van de prejudiciële vragen |
| a. Bij vonnissen van 18 november 1997 in zake diverse eisende partijen | a. Bij vonnissen van 18 november 1997 in zake diverse eisende partijen |
| tegen de Rijksdienst voor Pensioenen, waarvan de expedities ter | tegen de Rijksdienst voor Pensioenen, waarvan de expedities ter |
| griffie van het Hof zijn ingekomen op 10 december 1997, heeft de | griffie van het Hof zijn ingekomen op 10 december 1997, heeft de |
| Arbeidsrechtbank te Doornik de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Arbeidsrechtbank te Doornik de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Zijn artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 tot | « Zijn artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 tot |
| wijziging van de wet van 30 maart 1994 en de artikelen 11, 2°, en 12 | wijziging van de wet van 30 maart 1994 en de artikelen 11, 2°, en 12 |
| van de wet van 13 juni 1997 tot bekrachtiging van de koninklijke | van de wet van 13 juni 1997 tot bekrachtiging van de koninklijke |
| besluiten genomen met toepassing van de wetten van 26 juli 1996 | besluiten genomen met toepassing van de wetten van 26 juli 1996 |
| strijdig met de in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet verankerde | strijdig met de in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet verankerde |
| beginselen, in samenhang gelezen met de artikelen 6.1 en 14 van het | beginselen, in samenhang gelezen met de artikelen 6.1 en 14 van het |
| Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in zoverre zij de | Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, in zoverre zij de |
| afhoudingen die van 1 januari 1995 tot 31 december 1996 zijn verricht | afhoudingen die van 1 januari 1995 tot 31 december 1996 zijn verricht |
| met toepassing van artikel 68 van de wet van 30 maart 1994 en van het | met toepassing van artikel 68 van de wet van 30 maart 1994 en van het |
| koninklijk besluit van 28 oktober 1994, geldig verklaren, terwijl er | koninklijk besluit van 28 oktober 1994, geldig verklaren, terwijl er |
| jurisdictionele beslissingen bestaan waarbij uitspraak is gedaan over | jurisdictionele beslissingen bestaan waarbij uitspraak is gedaan over |
| de wettigheid van het koninklijk besluit van 28 oktober 1994 ? » | de wettigheid van het koninklijk besluit van 28 oktober 1994 ? » |
| Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1213 tot 1242 en 1245 tot | Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1213 tot 1242 en 1245 tot |
| 1249 van de rol van het Hof. | 1249 van de rol van het Hof. |
| b. Bij vonnis van 26 januari 1998 in zake A. Maertens tegen de | b. Bij vonnis van 26 januari 1998 in zake A. Maertens tegen de |
| Rijksdienst voor Pensioenen, waarvan de expeditie ter griffie van het | Rijksdienst voor Pensioenen, waarvan de expeditie ter griffie van het |
| Hof is ingekomen op 9 februari 1998, heeft de Arbeidsrechtbank te | Hof is ingekomen op 9 februari 1998, heeft de Arbeidsrechtbank te |
| Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : | Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
| « Schenden de artikelen 11, 2°, en 12 van de wet van 13 juni 1997 en | « Schenden de artikelen 11, 2°, en 12 van de wet van 13 juni 1997 en |
| de artikelen 1 en 2 van het bijzonderemachtenbesluit van 16 december | de artikelen 1 en 2 van het bijzonderemachtenbesluit van 16 december |
| 1996 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang met de | 1996 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang met de |
| artikelen 6.1 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de | artikelen 6.1 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de |
| Mens en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag ? | Mens en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag ? |
| » | » |
| Die zaak is ingeschreven onder nummer 1289 van de rol van het Hof. | Die zaak is ingeschreven onder nummer 1289 van de rol van het Hof. |
| II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil | II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil |
| In de zaken met rolnummers 1213 tot 1242 en 1245 tot 1249 | In de zaken met rolnummers 1213 tot 1242 en 1245 tot 1249 |
| De verzoekers vragen aan de Arbeidsrechtbank te Doornik dat voor recht | De verzoekers vragen aan de Arbeidsrechtbank te Doornik dat voor recht |
| wordt gezegd, enerzijds, dat de artikelen 11, 2°, en 12 van de wet van | wordt gezegd, enerzijds, dat de artikelen 11, 2°, en 12 van de wet van |
| 13 juni 1997 en de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 16 | 13 juni 1997 en de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 16 |
| december 1996 de artikelen 6.1 en 14 van het Europees Verdrag voor de | december 1996 de artikelen 6.1 en 14 van het Europees Verdrag voor de |
| Rechten van de Mens en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol | Rechten van de Mens en artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol |
| bij dat Verdrag schenden en bijgevolg niet kunnen worden toegepast in | bij dat Verdrag schenden en bijgevolg niet kunnen worden toegepast in |
| die zaak krachtens artikel 159 van de Grondwet, om reden dat zij een | die zaak krachtens artikel 159 van de Grondwet, om reden dat zij een |
| onwettige inmenging vanwege de wetgever vormen in een aan de gang | onwettige inmenging vanwege de wetgever vormen in een aan de gang |
| zijnde procedure en, anderzijds, dat het koninklijk besluit van 28 | zijnde procedure en, anderzijds, dat het koninklijk besluit van 28 |
| oktober 1994 onwettig is en niet kan worden toegepast krachtens | oktober 1994 onwettig is en niet kan worden toegepast krachtens |
| artikel 159 van de Grondwet. | artikel 159 van de Grondwet. |
| Zij vorderen tevens dat de Rijksdienst voor Pensioenen ertoe wordt | Zij vorderen tevens dat de Rijksdienst voor Pensioenen ertoe wordt |
| veroordeeld hun het teveel te betalen van de afhoudingen die sinds de | veroordeeld hun het teveel te betalen van de afhoudingen die sinds de |
| maand januari 1995 op hun wettelijk pensioen worden verricht krachtens | maand januari 1995 op hun wettelijk pensioen worden verricht krachtens |
| de voormelde bepalingen, en vorderen, in ondergeschikte orde, dat aan | de voormelde bepalingen, en vorderen, in ondergeschikte orde, dat aan |
| het Hof zou worden gevraagd of de voormelde wetsbepalingen in | het Hof zou worden gevraagd of de voormelde wetsbepalingen in |
| overeenstemming zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, | overeenstemming zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, |
| gelezen in samenhang met de voormelde bepalingen van internationaal | gelezen in samenhang met de voormelde bepalingen van internationaal |
| recht. | recht. |
| De Rechtbank oordeelt dat het onderzoek van de bekritiseerde | De Rechtbank oordeelt dat het onderzoek van de bekritiseerde |
| bepalingen van het koninklijk besluit van 16 december 1996 | bepalingen van het koninklijk besluit van 16 december 1996 |
| onlosmakelijk verbonden is met dat van de betrokken artikelen van de | onlosmakelijk verbonden is met dat van de betrokken artikelen van de |
| wet van 13 juni 1997 waarbij ze worden bekrachtigd en zou moeten | wet van 13 juni 1997 waarbij ze worden bekrachtigd en zou moeten |
| worden verricht in het kader van een mogelijke verwijzing naar het | worden verricht in het kader van een mogelijke verwijzing naar het |
| Hof, aangezien een schending van de Grondwet wordt aangevoerd. | Hof, aangezien een schending van de Grondwet wordt aangevoerd. |
| Zij weert de vraag of die bepalingen in overeenstemming zijn met | Zij weert de vraag of die bepalingen in overeenstemming zijn met |
| artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag | artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag |
| voor de Rechten van de Mens dat, volgens de eisers, zou zijn | voor de Rechten van de Mens dat, volgens de eisers, zou zijn |
| geschonden, in zoverre de krachtens de artikelen 1 en 2 van het | geschonden, in zoverre de krachtens de artikelen 1 en 2 van het |
| koninklijk besluit van 16 december 1996 en krachtens de wet van 13 | koninklijk besluit van 16 december 1996 en krachtens de wet van 13 |
| juni 1997 verrichte afhoudingen rekening houden met kapitalen van | juni 1997 verrichte afhoudingen rekening houden met kapitalen van |
| groepsverzekeringen of pensioenfondsen die zijn betaald vóór de | groepsverzekeringen of pensioenfondsen die zijn betaald vóór de |
| inwerkingtreding van de desbetreffende afhouding en in zoverre | inwerkingtreding van de desbetreffende afhouding en in zoverre |
| diezelfde bepalingen de eiser een aanspraak op terugbetaling | diezelfde bepalingen de eiser een aanspraak op terugbetaling |
| ontzeggen. Volgens de Rechtbank maakt de aangevoerde bepaling het | ontzeggen. Volgens de Rechtbank maakt de aangevoerde bepaling het |
| immers mogelijk dat de Staten wetten in werking stellen die bestemd | immers mogelijk dat de Staten wetten in werking stellen die bestemd |
| zijn om de betaling van sociale bijdragen (zoals die welke het | zijn om de betaling van sociale bijdragen (zoals die welke het |
| voorwerp uitmaakt van het geschil) te verzekeren en berust het door de | voorwerp uitmaakt van het geschil) te verzekeren en berust het door de |
| eiser aangevoerde beginsel van niet-retroactiviteit op artikel 2 van | eiser aangevoerde beginsel van niet-retroactiviteit op artikel 2 van |
| het Burgerlijk Wetboek, dat de wetgever niet verbindt. | het Burgerlijk Wetboek, dat de wetgever niet verbindt. |
| Zij gaat echter in op de vraag of dezelfde bepalingen in | Zij gaat echter in op de vraag of dezelfde bepalingen in |
| overeenstemming zijn met de artikelen 6.1 en 14 van het Europees | overeenstemming zijn met de artikelen 6.1 en 14 van het Europees |
| Verdrag voor de Rechten van de Mens en oordeelt daarbij, in verband | Verdrag voor de Rechten van de Mens en oordeelt daarbij, in verband |
| met de in het geding zijnde afhouding, dat de privaatrechtelijke | met de in het geding zijnde afhouding, dat de privaatrechtelijke |
| aspecten dominerend zijn doordat het recht op pensioen geënt is op de | aspecten dominerend zijn doordat het recht op pensioen geënt is op de |
| arbeidsovereenkomst en de aan de gepensioneerden opgelegde | arbeidsovereenkomst en de aan de gepensioneerden opgelegde |
| verplichting van persoonlijke en vermogensrechtelijke aard is en zulks | verplichting van persoonlijke en vermogensrechtelijke aard is en zulks |
| zelfs indien de ten aanzien van het betrokken recht aangebrachte | zelfs indien de ten aanzien van het betrokken recht aangebrachte |
| beperkingen hoofdzakelijk voortvloeien uit overwegingen van openbare | beperkingen hoofdzakelijk voortvloeien uit overwegingen van openbare |
| orde. | orde. |
| De Rechtbank, die de chronologische volgorde opstelt van de wettelijke | De Rechtbank, die de chronologische volgorde opstelt van de wettelijke |
| en verordenende bepalingen in verband met de solidariteitsbijdrage en | en verordenende bepalingen in verband met de solidariteitsbijdrage en |
| de geschillen waartoe die bijdrage aanleiding heeft gegeven, stelt | de geschillen waartoe die bijdrage aanleiding heeft gegeven, stelt |
| vast dat op het ogenblik waarop het ontwerp van wat het koninklijk | vast dat op het ogenblik waarop het ontwerp van wat het koninklijk |
| besluit van 16 december 1996 zou worden, is voorgelegd aan de Raad van | besluit van 16 december 1996 zou worden, is voorgelegd aan de Raad van |
| State, op 8 november 1996, er rechterlijke beslissingen bestonden | State, op 8 november 1996, er rechterlijke beslissingen bestonden |
| waarbij uitspraak was gedaan over de problematiek die voortvloeit uit | waarbij uitspraak was gedaan over de problematiek die voortvloeit uit |
| het koninklijk besluit van 28 oktober 1994 (eerste maatregel in | het koninklijk besluit van 28 oktober 1994 (eerste maatregel in |
| verband met die bijdrage) en waarbij de Rijksdienst voor Pensioenen | verband met die bijdrage) en waarbij de Rijksdienst voor Pensioenen |
| tot terugbetalingen was veroordeeld. De Rechtbank, die de draagwijdte | tot terugbetalingen was veroordeeld. De Rechtbank, die de draagwijdte |
| van de bekritiseerde bepalingen analyseert, is van oordeel dat het | van de bekritiseerde bepalingen analyseert, is van oordeel dat het |
| koninklijk besluit van 16 december 1996 tot een dubbele operatie | koninklijk besluit van 16 december 1996 tot een dubbele operatie |
| overgaat : enerzijds, vervangt artikel 1 ervan de bepalingen van | overgaat : enerzijds, vervangt artikel 1 ervan de bepalingen van |
| artikel 68 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen | artikel 68 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen |
| door de artikelen 68 tot 68quinquies van die wet, waarbij de | door de artikelen 68 tot 68quinquies van die wet, waarbij de |
| bepalingen van het koninklijk besluit van 28 oktober 1994 in die | bepalingen van het koninklijk besluit van 28 oktober 1994 in die |
| nieuwe artikelen worden opgenomen; anderzijds, verklaart artikel 2 | nieuwe artikelen worden opgenomen; anderzijds, verklaart artikel 2 |
| ervan, voor de periode van 11 augustus tot 31 december 1996, de | ervan, voor de periode van 11 augustus tot 31 december 1996, de |
| afhoudingen geldig die werden uitgevoerd krachtens artikel 68 van de | afhoudingen geldig die werden uitgevoerd krachtens artikel 68 van de |
| wet van 30 maart 1994, zoals het oorspronkelijk was gesteld, en | wet van 30 maart 1994, zoals het oorspronkelijk was gesteld, en |
| krachtens het uitvoeringsbesluit van 28 oktober 1994, zulks in zoverre | krachtens het uitvoeringsbesluit van 28 oktober 1994, zulks in zoverre |
| de bedragen van de afhoudingen in overeenstemming zijn met de | de bedragen van de afhoudingen in overeenstemming zijn met de |
| bepalingen van artikel 1. | bepalingen van artikel 1. |
| De wet van 13 juni 1997 heeft tevens een dubbele doelstelling : het | De wet van 13 juni 1997 heeft tevens een dubbele doelstelling : het |
| bekrachtigen, met gevolg op de datum van de inwerkingtreding ervan - | bekrachtigen, met gevolg op de datum van de inwerkingtreding ervan - |
| dit wil zeggen op 1 januari 1997 -, van het koninklijk besluit van 16 | dit wil zeggen op 1 januari 1997 -, van het koninklijk besluit van 16 |
| december 1996 (artikel 11), en het geldig verklaren van de afhoudingen | december 1996 (artikel 11), en het geldig verklaren van de afhoudingen |
| die, met toepassing van het oorspronkelijke artikel 68 van de wet van | die, met toepassing van het oorspronkelijke artikel 68 van de wet van |
| 30 maart 1994 en van het koninklijk besluit van 28 oktober 1994, zijn | 30 maart 1994 en van het koninklijk besluit van 28 oktober 1994, zijn |
| verricht tussen 1 januari 1995 en 10 augustus 1996, zulks in zoverre | verricht tussen 1 januari 1995 en 10 augustus 1996, zulks in zoverre |
| de bedragen van de afhoudingen in overeenstemming zijn met de | de bedragen van de afhoudingen in overeenstemming zijn met de |
| bepalingen van artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 december | bepalingen van artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 december |
| 1996 (artikel 12). | 1996 (artikel 12). |
| De Rechtbank is van oordeel dat, gelet op die omstandigheden, de vraag | De Rechtbank is van oordeel dat, gelet op die omstandigheden, de vraag |
| rijst of de geldigverklaringen verricht bij het koninklijk besluit van | rijst of de geldigverklaringen verricht bij het koninklijk besluit van |
| 16 december 1996 en de wet van 13 juni 1997 geen inmenging vormen in | 16 december 1996 en de wet van 13 juni 1997 geen inmenging vormen in |
| jurisdictionele procedures, met andere woorden of de genoemde | jurisdictionele procedures, met andere woorden of de genoemde |
| geldigverklaringen in overeenstemming zijn met de beginselen verankerd | geldigverklaringen in overeenstemming zijn met de beginselen verankerd |
| in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de | in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de |
| artikelen 6.1 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de | artikelen 6.1 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de |
| Mens. Zij heeft bijgevolg aan het Hof de hiervoor weergegeven vraag | Mens. Zij heeft bijgevolg aan het Hof de hiervoor weergegeven vraag |
| gesteld. | gesteld. |
| In de zaak met rolnummer 1289 | In de zaak met rolnummer 1289 |
| De eiser voor de Arbeidsrechtbank heeft ter terechtzitting aangegeven | De eiser voor de Arbeidsrechtbank heeft ter terechtzitting aangegeven |
| dat hij de bedoeling had voor het Hof een beroep tot vernietiging in | dat hij de bedoeling had voor het Hof een beroep tot vernietiging in |
| te stellen van de artikelen 11, 2°, en 12 van de voormelde wet van 13 | te stellen van de artikelen 11, 2°, en 12 van de voormelde wet van 13 |
| juni 1997. De Rechtbank heeft ingestemd met de suggestie van de | juni 1997. De Rechtbank heeft ingestemd met de suggestie van de |
| partijen om eveneens een prejudiciële vraag te stellen, die aan het | partijen om eveneens een prejudiciële vraag te stellen, die aan het |
| Hof is gericht in de hiervoor weergegeven bewoordingen. | Hof is gericht in de hiervoor weergegeven bewoordingen. |
| III. De rechtspleging voor het Hof | III. De rechtspleging voor het Hof |
| a) In de zaken met rolnummers 1213 tot 1242 en 1245 tot 1249 | a) In de zaken met rolnummers 1213 tot 1242 en 1245 tot 1249 |
| Bij beschikkingen van 10, 11 en 12 december 1997 heeft de voorzitter | Bij beschikkingen van 10, 11 en 12 december 1997 heeft de voorzitter |
| in functie de rechters van de zetels aangewezen overeenkomstig de | in functie de rechters van de zetels aangewezen overeenkomstig de |
| artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Arbitragehof. | Arbitragehof. |
| De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
| om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
| Bij beschikking van 17 december 1997 heeft het Hof de zaken | Bij beschikking van 17 december 1997 heeft het Hof de zaken |
| samengevoegd. | samengevoegd. |
| Van de verwijzingsbeslissingen is kennisgegeven overeenkomstig artikel | Van de verwijzingsbeslissingen is kennisgegeven overeenkomstig artikel |
| 77 van de organieke wet bij op 13 januari 1998 ter post aangetekende | 77 van de organieke wet bij op 13 januari 1998 ter post aangetekende |
| brieven; bij dezelfde brieven is kennisgegeven van de beschikking tot | brieven; bij dezelfde brieven is kennisgegeven van de beschikking tot |
| samenvoeging. | samenvoeging. |
| Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is | Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
| bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 6 februari 1998. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 6 februari 1998. |
| Memories zijn ingediend door : | Memories zijn ingediend door : |
| - de Rijksdienst voor Pensioenen, waarvan de kantoren zijn gevestigd | - de Rijksdienst voor Pensioenen, waarvan de kantoren zijn gevestigd |
| te 1060 Brussel, Zuidertoren, Baraplein, bij op 23 februari 1998 ter | te 1060 Brussel, Zuidertoren, Baraplein, bij op 23 februari 1998 ter |
| post aangetekende brief; | post aangetekende brief; |
| - A. Brotcorne, wonende te 7600 Péruwelz, rue Basse-Watine 17, M. | - A. Brotcorne, wonende te 7600 Péruwelz, rue Basse-Watine 17, M. |
| Buisseret, wonende te 7321 Blaton, rue de la Station 34, A. Burgraeve, | Buisseret, wonende te 7321 Blaton, rue de la Station 34, A. Burgraeve, |
| wonende te 7866 Lessenbos, rue de la Loge 115, R. Buyse, wonende te | wonende te 7866 Lessenbos, rue de la Loge 115, R. Buyse, wonende te |
| 7860 Lessen, chemin d'Egmont 24 B, G. Carette, wonende te 7500 | 7860 Lessen, chemin d'Egmont 24 B, G. Carette, wonende te 7500 |
| Doornik, chemin de la Ramée 7, M. Caroyez, wonende te 7800 Aat, rue | Doornik, chemin de la Ramée 7, M. Caroyez, wonende te 7800 Aat, rue |
| aux Fleurs 74, J. Codron, wonende te 7973 Grandglise, rue du Fayt 131, | aux Fleurs 74, J. Codron, wonende te 7973 Grandglise, rue du Fayt 131, |
| R. Colpaert, wonende te 7530 Gaurain-Ramecroix, rue Louvière 55, C. | R. Colpaert, wonende te 7530 Gaurain-Ramecroix, rue Louvière 55, C. |
| Cuvelier, wonende te 7866 Lessenbos, rue du Bois 70, P. Dechanxhe, | Cuvelier, wonende te 7866 Lessenbos, rue du Bois 70, P. Dechanxhe, |
| wonende te 7811 Arbre-Aat, rue de la Tannerie 27, G. Deroose, wonende | wonende te 7811 Arbre-Aat, rue de la Tannerie 27, G. Deroose, wonende |
| te 7500 Doornik, rue du 24 août 211, J. Didier, wonende te 7500 | te 7500 Doornik, rue du 24 août 211, J. Didier, wonende te 7500 |
| Doornik, rue de la Culture 139, G. Duhoux, wonende te 7880 Vloesberg, | Doornik, rue de la Culture 139, G. Duhoux, wonende te 7880 Vloesberg, |
| rue Emmuez 1, A. Dupire, wonende te 7860 Lessen, rue des Moulins 20, | rue Emmuez 1, A. Dupire, wonende te 7860 Lessen, rue des Moulins 20, |
| R. Fourmanoit, wonende te 7866 Lessenbos, rue du Bois 9, D. Gielis, | R. Fourmanoit, wonende te 7866 Lessenbos, rue du Bois 9, D. Gielis, |
| wonende te 7760 Velaines, rue Dalvourgue 4, G. Glorieux, wonende te | wonende te 7760 Velaines, rue Dalvourgue 4, G. Glorieux, wonende te |
| 7500 Doornik, boulevard Bara 37, R. Gosselin, wonende te 7500 Doornik, | 7500 Doornik, boulevard Bara 37, R. Gosselin, wonende te 7500 Doornik, |
| avenue Résidence St Marcq 2, R. Isenguerre, wonende te 7500 Doornik, | avenue Résidence St Marcq 2, R. Isenguerre, wonende te 7500 Doornik, |
| rue Guillaume Charlier 91, M. Jouret, wonende te 7800 Aat, avenue Léon | rue Guillaume Charlier 91, M. Jouret, wonende te 7800 Aat, avenue Léon |
| Jouret 19, R. Lemaire, wonende te 7500 Doornik, avenue des Etats-Unis | Jouret 19, R. Lemaire, wonende te 7500 Doornik, avenue des Etats-Unis |
| 20, J. Leulier, wonende te 7540 Kain, place 11, J.-P. Liégois, wonende | 20, J. Leulier, wonende te 7540 Kain, place 11, J.-P. Liégois, wonende |
| te 7971 Basècles, rue des Préaux 79, J. Meunier-Dejehansart, wonende | te 7971 Basècles, rue des Préaux 79, J. Meunier-Dejehansart, wonende |
| te 7860 Lessen, rue François Watterman 8, J. Paeme, wonende te 7800 | te 7860 Lessen, rue François Watterman 8, J. Paeme, wonende te 7800 |
| Aat, rue Fernand Felu 35, M. Pierre, wonende te 7800 Aat, rue de | Aat, rue Fernand Felu 35, M. Pierre, wonende te 7800 Aat, rue de |
| l'Abbaye 184, R. Rau, wonende te 7636 Vaulx, rue des Abliaux 82ter, A. | l'Abbaye 184, R. Rau, wonende te 7636 Vaulx, rue des Abliaux 82ter, A. |
| Renard, wonende te 7866 Woelingen, rue des Combattants 99, M. | Renard, wonende te 7866 Woelingen, rue des Combattants 99, M. |
| Scutenaire, wonende te 7860 Lessen, rue Louis Renoir Scaillet 5, E. | Scutenaire, wonende te 7860 Lessen, rue Louis Renoir Scaillet 5, E. |
| Simon, wonende te 7603 Bon-Secours, rue de la Basilique 71, T. Snyers, | Simon, wonende te 7603 Bon-Secours, rue de la Basilique 71, T. Snyers, |
| wonende te 7864 Lessen (Twee Akren), Chevauchoires de Viane 102, J. | wonende te 7864 Lessen (Twee Akren), Chevauchoires de Viane 102, J. |
| Spitaels, wonende te 7800 Aat, boulevard de la Jonction 5, G. Tonneau, | Spitaels, wonende te 7800 Aat, boulevard de la Jonction 5, G. Tonneau, |
| wonende te 7800 Aat, rue Fernand Felu 60, J. Truc, wonende te 7912 | wonende te 7800 Aat, rue Fernand Felu 60, J. Truc, wonende te 7912 |
| Dergneau, Pont de Pierre 10, en R. Vanderhoudelingen, wonende te 7601 | Dergneau, Pont de Pierre 10, en R. Vanderhoudelingen, wonende te 7601 |
| Péruwelz, rue Neuve 14, bij op 25 februari 1998 ter post aangetekende | Péruwelz, rue Neuve 14, bij op 25 februari 1998 ter post aangetekende |
| brief; | brief; |
| - de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 2 maart 1998 ter | - de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 2 maart 1998 ter |
| post aangetekende brief. | post aangetekende brief. |
| Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de | Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de |
| organieke wet bij op 5 maart 1998 ter post aangetekende brieven. | organieke wet bij op 5 maart 1998 ter post aangetekende brieven. |
| Memories van antwoord zijn ingediend door : | Memories van antwoord zijn ingediend door : |
| - de Rijksdienst voor Pensioenen, bij op 3 april 1998 ter post | - de Rijksdienst voor Pensioenen, bij op 3 april 1998 ter post |
| aangetekende brief; | aangetekende brief; |
| - A. Brotcorne en anderen, bij op 3 april 1998 ter post aangetekende | - A. Brotcorne en anderen, bij op 3 april 1998 ter post aangetekende |
| brief; | brief; |
| - de Ministerraad, bij op 3 april 1998 ter post aangetekende brief. | - de Ministerraad, bij op 3 april 1998 ter post aangetekende brief. |
| Bij beschikkingen van 27 mei 1998 en 26 november 1998 heeft het Hof de | Bij beschikkingen van 27 mei 1998 en 26 november 1998 heeft het Hof de |
| termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot | termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot |
| respectievelijk 10 december 1998 en 10 juni 1999. | respectievelijk 10 december 1998 en 10 juni 1999. |
| b) In de zaak met rolnummer 1289 | b) In de zaak met rolnummer 1289 |
| Bij beschikking van 9 februari 1998 heeft de voorzitter in functie de | Bij beschikking van 9 februari 1998 heeft de voorzitter in functie de |
| rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
| van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
| De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
| om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
| Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel | Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel |
| 77 van de organieke wet bij op 20 februari 1998 ter post aangetekende | 77 van de organieke wet bij op 20 februari 1998 ter post aangetekende |
| brieven. | brieven. |
| Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is | Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
| bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 maart 1998. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 maart 1998. |
| Memories zijn ingediend door : | Memories zijn ingediend door : |
| - A. Maertens, wonende te 1160 Brussel, Invalidenlaan 185, bij op 3 | - A. Maertens, wonende te 1160 Brussel, Invalidenlaan 185, bij op 3 |
| april 1998 ter post aangetekende brief; | april 1998 ter post aangetekende brief; |
| - de Rijksdienst voor Pensioenen, bij op 3 april 1998 ter post | - de Rijksdienst voor Pensioenen, bij op 3 april 1998 ter post |
| aangetekende brief; | aangetekende brief; |
| - de Ministerraad, bij op 9 april 1998 ter post aangetekende brief. | - de Ministerraad, bij op 9 april 1998 ter post aangetekende brief. |
| Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de | Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de |
| organieke wet bij op 21 april 1998 ter post aangetekende brieven. | organieke wet bij op 21 april 1998 ter post aangetekende brieven. |
| Memories van antwoord zijn ingediend door : | Memories van antwoord zijn ingediend door : |
| - de Rijksdienst voor Pensioenen, bij op 18 mei 1998 ter post | - de Rijksdienst voor Pensioenen, bij op 18 mei 1998 ter post |
| aangetekende brief; | aangetekende brief; |
| - de Ministerraad, bij op 20 mei 1998 ter post aangetekende brief; | - de Ministerraad, bij op 20 mei 1998 ter post aangetekende brief; |
| - A. Maertens, bij op 22 mei 1998 ter post aangetekende brief. | - A. Maertens, bij op 22 mei 1998 ter post aangetekende brief. |
| Bij beschikking van 30 juni 1998 heeft het Hof de termijn waarbinnen | Bij beschikking van 30 juni 1998 heeft het Hof de termijn waarbinnen |
| het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 9 februari 1999. | het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 9 februari 1999. |
| c) In alle zaken | c) In alle zaken |
| Bij beschikking van 15 juli 1998 heeft het Hof de zaak met rolnummer | Bij beschikking van 15 juli 1998 heeft het Hof de zaak met rolnummer |
| 1289 gevoegd bij de reeds samengevoegde zaken met rolnummers 1213 tot | 1289 gevoegd bij de reeds samengevoegde zaken met rolnummers 1213 tot |
| 1242 en 1245 tot 1249. | 1242 en 1245 tot 1249. |
| Bij beschikking van 18 november 1998 heeft het Hof de zaken in | Bij beschikking van 18 november 1998 heeft het Hof de zaken in |
| gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 9 | gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 9 |
| december 1998. | december 1998. |
| Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten | Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten |
| bij op 20 november 1998 ter post aangetekende brieven. | bij op 20 november 1998 ter post aangetekende brieven. |
| Bij beschikking van 26 november 1998 heeft het Hof de termijn | Bij beschikking van 26 november 1998 heeft het Hof de termijn |
| waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 10 juni 1999. | waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot 10 juni 1999. |
| Op de openbare terechtzitting van 9 december 1998 : | Op de openbare terechtzitting van 9 december 1998 : |
| - zijn verschenen : | - zijn verschenen : |
| . Mr. E. Kairis loco Mr. M. Vandemeulebroeke en Mr. J. Van | . Mr. E. Kairis loco Mr. M. Vandemeulebroeke en Mr. J. Van |
| Steenwinckel, advocaten bij de balie te Brussel, voor A. Brotcorne en | Steenwinckel, advocaten bij de balie te Brussel, voor A. Brotcorne en |
| anderen en A. Maertens; | anderen en A. Maertens; |
| . Mr. E. Maron, advocaat bij de balie te Brussel, voor de Rijksdienst | . Mr. E. Maron, advocaat bij de balie te Brussel, voor de Rijksdienst |
| voor Pensioenen; | voor Pensioenen; |
| . Mr. K. Winters loco Mr. J.-L. Jaspar, advocaten bij de balie te | . Mr. K. Winters loco Mr. J.-L. Jaspar, advocaten bij de balie te |
| Brussel, voor de Ministerraad; | Brussel, voor de Ministerraad; |
| - hebben de rechters-verslaggevers L. François en H. Coremans verslag | - hebben de rechters-verslaggevers L. François en H. Coremans verslag |
| uitgebracht; | uitgebracht; |
| - zijn de voornoemde advocaten gehoord; | - zijn de voornoemde advocaten gehoord; |
| - zijn de zaken in beraad genomen. | - zijn de zaken in beraad genomen. |
| De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
| van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de |
| talen voor het Hof. | talen voor het Hof. |
| IV. In rechte | IV. In rechte |
| 1. De bepalingen waarop de prejudiciële vragen betrekking hebben zijn | 1. De bepalingen waarop de prejudiciële vragen betrekking hebben zijn |
| : | : |
| - de artikelen 11, 2°, en 12 van de wet van 13 juni 1997 « tot | - de artikelen 11, 2°, en 12 van de wet van 13 juni 1997 « tot |
| bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van | bekrachtiging van de koninklijke besluiten genomen met toepassing van |
| de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire | de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire |
| voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en | voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en |
| Monetaire Unie, en [van] de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van | Monetaire Unie, en [van] de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van |
| de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de | de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de |
| wettelijke pensioenstelsels », hierna genoemd « de wet van 13 juni | wettelijke pensioenstelsels », hierna genoemd « de wet van 13 juni |
| 1997 »; | 1997 »; |
| - de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 | - de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 |
| « tot wijziging van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale | « tot wijziging van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale |
| bepalingen, met toepassing van de artikelen 15, 6°, en 49 van de wet | bepalingen, met toepassing van de artikelen 15, 6°, en 49 van de wet |
| van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot | van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot |
| vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en | vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en |
| van de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 4°, en § 2 van de wet van 26 juli | van de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 4°, en § 2 van de wet van 26 juli |
| 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot | 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot |
| deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie », | deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie », |
| hierna genoemd « het koninklijk besluit van 16 december 1996 ». | hierna genoemd « het koninklijk besluit van 16 december 1996 ». |
| De artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 | De artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 |
| zijn bekrachtigd bij artikel 11, 2°, van de wet van 13 juni 1997. | zijn bekrachtigd bij artikel 11, 2°, van de wet van 13 juni 1997. |
| Wat betreft : | Wat betreft : |
| 1°) artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996; | 1°) artikel 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996; |
| 2°) artikel 11, 2°, van de wet van 13 juni 1997 in zoverre het artikel | 2°) artikel 11, 2°, van de wet van 13 juni 1997 in zoverre het artikel |
| 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 bekrachtigt; | 2 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 bekrachtigt; |
| 3°) artikel 12 van de wet van 13 juni 1997. | 3°) artikel 12 van de wet van 13 juni 1997. |
| 2.1. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 | 2.1. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 |
| december 1997 ter post aangetekende brief, is een beroep tot | december 1997 ter post aangetekende brief, is een beroep tot |
| vernietiging ingesteld tegen die bepalingen. | vernietiging ingesteld tegen die bepalingen. |
| Overeenkomstig artikel 78 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op | Overeenkomstig artikel 78 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op |
| het Arbitragehof, heeft het Hof eerst uitspraak gedaan over het beroep | het Arbitragehof, heeft het Hof eerst uitspraak gedaan over het beroep |
| tot vernietiging. | tot vernietiging. |
| 2.2. Bij zijn arrest nr. 86/98 van 15 juli 1998 heeft het Hof die | 2.2. Bij zijn arrest nr. 86/98 van 15 juli 1998 heeft het Hof die |
| bepalingen vernietigd. | bepalingen vernietigd. |
| Wegens de terugwerkende kracht van de vernietigingsarresten, zijn de | Wegens de terugwerkende kracht van de vernietigingsarresten, zijn de |
| prejudiciële vragen gesteld in de zaken ingeschreven onder de nummers | prejudiciële vragen gesteld in de zaken ingeschreven onder de nummers |
| 1213 tot 1242 en 1245 tot 1249 van de rol van het Hof en, in zoverre | 1213 tot 1242 en 1245 tot 1249 van de rol van het Hof en, in zoverre |
| zij betrekking heeft op de voormelde bepalingen, de prejudiciële vraag | zij betrekking heeft op de voormelde bepalingen, de prejudiciële vraag |
| gesteld in de zaak ingeschreven onder nummer 1289 van de rol van het | gesteld in de zaak ingeschreven onder nummer 1289 van de rol van het |
| Hof zonder voorwerp geworden. | Hof zonder voorwerp geworden. |
| Wat betreft : | Wat betreft : |
| 1°) artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 december 1996; | 1°) artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 december 1996; |
| 2°) artikel 11, 2°, van de wet van 13 juni 1997 in zoverre het artikel | 2°) artikel 11, 2°, van de wet van 13 juni 1997 in zoverre het artikel |
| 1 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 bekrachtigt. | 1 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 bekrachtigt. |
| 3.1. Het Hof stelt vast dat de verwijzende rechter, in de | 3.1. Het Hof stelt vast dat de verwijzende rechter, in de |
| rechtspleging betreffende de prejudiciële vraag ingeschreven onder | rechtspleging betreffende de prejudiciële vraag ingeschreven onder |
| nummer 1289 van de rol van het Hof, niet aangeeft hoe die bepalingen | nummer 1289 van de rol van het Hof, niet aangeeft hoe die bepalingen |
| strijdig zouden zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Uit de | strijdig zouden zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Uit de |
| stukken van de rechtspleging in het bodemgeschil en uit de door de | stukken van de rechtspleging in het bodemgeschil en uit de door de |
| eiser ten gronde ingediende memories blijkt dat deze de in het geding | eiser ten gronde ingediende memories blijkt dat deze de in het geding |
| zijnde bepalingen verwijt, enerzijds, dat ze het mogelijk maken dat in | zijnde bepalingen verwijt, enerzijds, dat ze het mogelijk maken dat in |
| de berekeningsbasis van de solidariteitsbijdrage de vóór 1 januari | de berekeningsbasis van de solidariteitsbijdrage de vóór 1 januari |
| 1995 betaalde kapitalen worden ingesloten waardoor aldus een | 1995 betaalde kapitalen worden ingesloten waardoor aldus een |
| discriminatie in het leven wordt geroepen - die voortvloeit uit de | discriminatie in het leven wordt geroepen - die voortvloeit uit de |
| keuze van een verouderde schaal, leidende tot aanzienlijk overdreven | keuze van een verouderde schaal, leidende tot aanzienlijk overdreven |
| fictieve renten in verhouding tot de werkelijke rente die de | fictieve renten in verhouding tot de werkelijke rente die de |
| betrokkenen hadden kunnen genieten in plaats van een kapitaal - onder | betrokkenen hadden kunnen genieten in plaats van een kapitaal - onder |
| de begunstigden van voordelen geldend als aanvullend pensioen | de begunstigden van voordelen geldend als aanvullend pensioen |
| naargelang het genoemde voordeel is betaald in de vorm van een | naargelang het genoemde voordeel is betaald in de vorm van een |
| kapitaal of van een lijfrente, ten nadele van diegenen die het | kapitaal of van een lijfrente, ten nadele van diegenen die het |
| genoemde voordeel hebben geïnd in de vorm van een kapitaal en, | genoemde voordeel hebben geïnd in de vorm van een kapitaal en, |
| anderzijds, dat die bepalingen op discriminerende wijze afbreuk doen | anderzijds, dat die bepalingen op discriminerende wijze afbreuk doen |
| aan het eigendomsrecht, gewaarborgd bij artikel 1 van het Eerste | aan het eigendomsrecht, gewaarborgd bij artikel 1 van het Eerste |
| Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de | Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de |
| Mens, doordat zij een afhouding opleggen bij de berekening waarvan | Mens, doordat zij een afhouding opleggen bij de berekening waarvan |
| rekening is gehouden met een fictieve rente die geacht wordt overeen | rekening is gehouden met een fictieve rente die geacht wordt overeen |
| te stemmen met een kapitaal van een groepsverzekering dat vóór 1 | te stemmen met een kapitaal van een groepsverzekering dat vóór 1 |
| januari 1995 is uitbetaald. | januari 1995 is uitbetaald. |
| 3.2. Wat de begunstigden van kapitalen van groepsverzekeringen of | 3.2. Wat de begunstigden van kapitalen van groepsverzekeringen of |
| pensioenfondsen die vóór 1 januari 1995 zijn uitbetaald betreft, merkt | pensioenfondsen die vóór 1 januari 1995 zijn uitbetaald betreft, merkt |
| het Hof op : | het Hof op : |
| a) dat de solidariteitsafhoudingen niet geschieden op die kapitalen, | a) dat de solidariteitsafhoudingen niet geschieden op die kapitalen, |
| maar enkel op de eventueel aan de begunstigden ervan maandelijks | maar enkel op de eventueel aan de begunstigden ervan maandelijks |
| uitgekeerde wettelijke pensioenen; er is immers geen afhouding indien | uitgekeerde wettelijke pensioenen; er is immers geen afhouding indien |
| er geen maandelijks wettelijk pensioen wordt toegekend, hoe groot ook | er geen maandelijks wettelijk pensioen wordt toegekend, hoe groot ook |
| het ontvangen kapitaal moge zijn geweest; | het ontvangen kapitaal moge zijn geweest; |
| b) dat de door de wet van 30 maart 1994 ingevoerde | b) dat de door de wet van 30 maart 1994 ingevoerde |
| solidariteitsafhoudingen voor de begunstigden van publieke pensioenen | solidariteitsafhoudingen voor de begunstigden van publieke pensioenen |
| en voor de begunstigden van private pensioenen aan wie geen kapitalen | en voor de begunstigden van private pensioenen aan wie geen kapitalen |
| werden uitgekeerd, evenmin voorzienbaar waren als de | werden uitgekeerd, evenmin voorzienbaar waren als de |
| inaanmerkingneming (koninklijk besluit van 16 december 1996) - voor de | inaanmerkingneming (koninklijk besluit van 16 december 1996) - voor de |
| berekening van een solidariteitsafhouding op de maandelijks | berekening van een solidariteitsafhouding op de maandelijks |
| uitbetaalde wettelijke pensioenen aan de begunstigden van private | uitbetaalde wettelijke pensioenen aan de begunstigden van private |
| pensioenen aan wie kapitalen van groepsverzekeringen of | pensioenen aan wie kapitalen van groepsverzekeringen of |
| pensioenfondsen werden uitbetaald - van een fictieve rente die | pensioenfondsen werden uitbetaald - van een fictieve rente die |
| overeenstemt met de hun voordien uitgekeerde kapitalen; | overeenstemt met de hun voordien uitgekeerde kapitalen; |
| c) dat de wetgever vermocht te oordelen dat het onbillijk zou zijn | c) dat de wetgever vermocht te oordelen dat het onbillijk zou zijn |
| indien de begunstigden van private pensioenen aan wie kapitalen van | indien de begunstigden van private pensioenen aan wie kapitalen van |
| groepsverzekeringen of pensioenfondsen werden uitbetaald, blijvend | groepsverzekeringen of pensioenfondsen werden uitbetaald, blijvend |
| zouden worden vrijgesteld van de nieuw ingevoerde | zouden worden vrijgesteld van de nieuw ingevoerde |
| solidariteitsverplichting, alhoewel zij naast hun wettelijk pensioen | solidariteitsverplichting, alhoewel zij naast hun wettelijk pensioen |
| ook de voordelen genieten die voortvloeien uit die reeds uitgekeerde | ook de voordelen genieten die voortvloeien uit die reeds uitgekeerde |
| kapitalen, die trouwens uitdrukkelijk bestemd zijn om hun wettelijk | kapitalen, die trouwens uitdrukkelijk bestemd zijn om hun wettelijk |
| pensioen aan te vullen. | pensioen aan te vullen. |
| Rekening houdend met die elementen oordeelt het Hof dat het beginsel | Rekening houdend met die elementen oordeelt het Hof dat het beginsel |
| van het in aanmerking nemen van een fictieve rente die overeenstemt | van het in aanmerking nemen van een fictieve rente die overeenstemt |
| met vroeger uitbetaalde kapitalen van groepsverzekeringen of | met vroeger uitbetaalde kapitalen van groepsverzekeringen of |
| pensioenfondsen voor het berekenen, vanaf 1 januari 1997, van de | pensioenfondsen voor het berekenen, vanaf 1 januari 1997, van de |
| solidariteitsafhoudingen die worden toegepast op de maandelijks | solidariteitsafhoudingen die worden toegepast op de maandelijks |
| uitbetaalde wettelijke pensioenen op zich niet strijdig is met het | uitbetaalde wettelijke pensioenen op zich niet strijdig is met het |
| gelijkheidsbeginsel. | gelijkheidsbeginsel. |
| 3.3. Er zou een discriminatie zijn ingevoerd, vanwege de in aanmerking | 3.3. Er zou een discriminatie zijn ingevoerd, vanwege de in aanmerking |
| genomen omzettingsschaal, tussen de begunstigden van een voordeel dat | genomen omzettingsschaal, tussen de begunstigden van een voordeel dat |
| als aanvullend pensioen dient en in kapitaal is betaald, en diegenen | als aanvullend pensioen dient en in kapitaal is betaald, en diegenen |
| die het in de vorm van een lijfrente innen. | die het in de vorm van een lijfrente innen. |
| Volgens de eiser voor de verwijzende rechter zou die schaal « | Volgens de eiser voor de verwijzende rechter zou die schaal « |
| verouderd zijn en tot aanzienlijk buitensporige fictieve renten leiden | verouderd zijn en tot aanzienlijk buitensporige fictieve renten leiden |
| in vergelijking met de reële rente die de betrokkenen zouden hebben | in vergelijking met de reële rente die de betrokkenen zouden hebben |
| genoten in plaats van een kapitaal (vgl. het beroep tot vernietiging | genoten in plaats van een kapitaal (vgl. het beroep tot vernietiging |
| en de memorie van de verzoekers in de zaak nr. 1211) ». In de | en de memorie van de verzoekers in de zaak nr. 1211) ». In de |
| geciteerde zaak met rolnummer 1211 was gewag gemaakt van het feit dat | geciteerde zaak met rolnummer 1211 was gewag gemaakt van het feit dat |
| de vervanging, vanaf 1 juli 1997, van de in het geding zijnde schaal | de vervanging, vanaf 1 juli 1997, van de in het geding zijnde schaal |
| door een nieuwe schaal die voordeliger wordt geacht voor de | door een nieuwe schaal die voordeliger wordt geacht voor de |
| betrokkenen, erop wees dat de oorspronkelijke schaal slecht gekozen | betrokkenen, erop wees dat de oorspronkelijke schaal slecht gekozen |
| was; de vervanging had bijgevolg met terugwerkende kracht moeten | was; de vervanging had bijgevolg met terugwerkende kracht moeten |
| worden uitgevoerd, om het mogelijk te maken dat de tussen 1 januari | worden uitgevoerd, om het mogelijk te maken dat de tussen 1 januari |
| 1995 en 30 juni 1997 verrichte afhoudingen worden herberekend. | 1995 en 30 juni 1997 verrichte afhoudingen worden herberekend. |
| 3.4. Het Hof merkt op dat de oorspronkelijke keuze van de | 3.4. Het Hof merkt op dat de oorspronkelijke keuze van de |
| omzettingsschaal die van toepassing is inzake arbeidsongevallen in de | omzettingsschaal die van toepassing is inzake arbeidsongevallen in de |
| openbare sector overeenstemt met de keuze van een reeds toegepaste | openbare sector overeenstemt met de keuze van een reeds toegepaste |
| schaal op het vlak van de pensioenen, namelijk die van de openbare | schaal op het vlak van de pensioenen, namelijk die van de openbare |
| sector (artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 maart 1994). | sector (artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 maart 1994). |
| De artikelen 10 en 11 van de Grondwet vereisen niet dat terugwerkende | De artikelen 10 en 11 van de Grondwet vereisen niet dat terugwerkende |
| kracht wordt gegeven aan nieuwe bepalingen die in de plaats treden van | kracht wordt gegeven aan nieuwe bepalingen die in de plaats treden van |
| bestaande bepalingen. | bestaande bepalingen. |
| De keuze van de omzettingsschaal behoort tot de | De keuze van de omzettingsschaal behoort tot de |
| beoordelingsbevoegdheid van de wetgever, behoudens klaarblijkelijke | beoordelingsbevoegdheid van de wetgever, behoudens klaarblijkelijke |
| vergissing, wat te dezen niet blijkt. | vergissing, wat te dezen niet blijkt. |
| 3.5. Het argument dat is afgeleid uit de schending van artikel 1 van | 3.5. Het argument dat is afgeleid uit de schending van artikel 1 van |
| het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de | het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de |
| Rechten van de Mens kan niet worden aangenomen wat betreft de vóór 1 | Rechten van de Mens kan niet worden aangenomen wat betreft de vóór 1 |
| januari 1995 gestorte kapitalen : het recht van vrije beschikking | januari 1995 gestorte kapitalen : het recht van vrije beschikking |
| hierover wordt niet aangetast en het gaat niet om de ontneming van de | hierover wordt niet aangetast en het gaat niet om de ontneming van de |
| eigendom zelf. Die kapitalen dienen immers slechts als basis voor het | eigendom zelf. Die kapitalen dienen immers slechts als basis voor het |
| bepalen van een fictieve rente op grond waarvan de | bepalen van een fictieve rente op grond waarvan de |
| solidariteitsafhoudingen met ingang van 1 januari 1997 worden gedaan | solidariteitsafhoudingen met ingang van 1 januari 1997 worden gedaan |
| en het voormelde artikel erkent uitdrukkelijk de bevoegdheid voor de | en het voormelde artikel erkent uitdrukkelijk de bevoegdheid voor de |
| nationale overheden om belastingen en andere heffingen op te leggen. | nationale overheden om belastingen en andere heffingen op te leggen. |
| Om die redenen, | Om die redenen, |
| het Hof | het Hof |
| - stelt vast dat de prejudiciële vragen gesteld in de zaken met | - stelt vast dat de prejudiciële vragen gesteld in de zaken met |
| rolnummers 1213 tot 1242 en 1245 tot 1249 zonder voorwerp zijn; | rolnummers 1213 tot 1242 en 1245 tot 1249 zonder voorwerp zijn; |
| - stelt vast dat de prejudiciële vraag gesteld in de zaak met | - stelt vast dat de prejudiciële vraag gesteld in de zaak met |
| rolnummer 1289 zonder voorwerp is, in zoverre zij betrekking heeft op | rolnummer 1289 zonder voorwerp is, in zoverre zij betrekking heeft op |
| : | : |
| a) artikel 11, 2°, van de wet van 13 juni 1997 « tot bekrachtiging van | a) artikel 11, 2°, van de wet van 13 juni 1997 « tot bekrachtiging van |
| de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 26 juli | de koninklijke besluiten genomen met toepassing van de wet van 26 juli |
| 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot | 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot |
| deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, en | deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, en |
| [van] de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale | [van] de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale |
| zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke | zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke |
| pensioenstelsels », doordat het genoemde artikel 11, 2°, artikel 2 van | pensioenstelsels », doordat het genoemde artikel 11, 2°, artikel 2 van |
| het koninklijk besluit van 16 december 1996 tot wijziging van de wet | het koninklijk besluit van 16 december 1996 tot wijziging van de wet |
| van 30 maart 1994 bekrachtigt, met toepassing van de twee voormelde | van 30 maart 1994 bekrachtigt, met toepassing van de twee voormelde |
| wetten, | wetten, |
| b) artikel 2 van het voormelde koninklijk besluit van 16 december | b) artikel 2 van het voormelde koninklijk besluit van 16 december |
| 1996, bekrachtigd bij de voormelde wet van 13 juni 1997, | 1996, bekrachtigd bij de voormelde wet van 13 juni 1997, |
| c) artikel 12 van de voormelde wet van 13 juni 1997; | c) artikel 12 van de voormelde wet van 13 juni 1997; |
| - zegt voor recht : | - zegt voor recht : |
| 1. Artikel 11, 2°, van voormelde wet van 13 juni 1997, in zoverre het | 1. Artikel 11, 2°, van voormelde wet van 13 juni 1997, in zoverre het |
| artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 tot | artikel 1 van het koninklijk besluit van 16 december 1996 tot |
| wijziging van de wet van 30 maart 1994 bekrachtigt, schendt niet de | wijziging van de wet van 30 maart 1994 bekrachtigt, schendt niet de |
| artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 | artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 |
| van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de | van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de |
| Rechten van de Mens. | Rechten van de Mens. |
| 2. Artikel 1 van het voormelde koninklijk besluit van 16 december | 2. Artikel 1 van het voormelde koninklijk besluit van 16 december |
| 1996, bekrachtigd bij de voormelde wet van 13 juni 1997, schendt niet | 1996, bekrachtigd bij de voormelde wet van 13 juni 1997, schendt niet |
| de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met | de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met |
| artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag | artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag |
| voor de Rechten van de Mens. | voor de Rechten van de Mens. |
| Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
| artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
| Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 20 januari 1999. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 20 januari 1999. |
| De griffier, | De griffier, |
| L. Potoms. | L. Potoms. |
| De voorzitter, | De voorzitter, |
| M. Melchior. | M. Melchior. |