← Terug naar "Arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 Rolnummer 1200 In zake : de prejudiciële vraag
betreffende artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, gesteld door het Hof van
Beroep te Brussel. Het Arbitragehof, samengesteld wijst na beraad
het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 3(...)"
Arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 Rolnummer 1200 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. Het Arbitragehof, samengesteld wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 3(...) | Arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 Rolnummer 1200 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. Het Arbitragehof, samengesteld wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag Bij arrest van 3(...) |
---|---|
ARBITRAGEHOF | ARBITRAGEHOF |
Arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 | Arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 |
Rolnummer 1200 | Rolnummer 1200 |
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 32bis van het | In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 32bis van het |
Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, gesteld door het Hof van | Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, gesteld door het Hof van |
Beroep te Brussel. | Beroep te Brussel. |
Het Arbitragehof, | Het Arbitragehof, |
samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de | samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Grève, en de |
rechters P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans en A. Arts, | rechters P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans en A. Arts, |
bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van | bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van |
voorzitter M. Melchior, | voorzitter M. Melchior, |
wijst na beraad het volgende arrest : | wijst na beraad het volgende arrest : |
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag | I. Onderwerp van de prejudiciële vraag |
Bij arrest van 31 oktober 1997 in zake G. Willendyck tegen de | Bij arrest van 31 oktober 1997 in zake G. Willendyck tegen de |
Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof | Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof |
is ingekomen op 21 november 1997, heeft het Hof van Beroep te Brussel | is ingekomen op 21 november 1997, heeft het Hof van Beroep te Brussel |
de volgende prejudiciële vraag gesteld : | de volgende prejudiciële vraag gesteld : |
« Is artikel 32bis van het W.I.B., in zoverre het de vergoedingen die | « Is artikel 32bis van het W.I.B., in zoverre het de vergoedingen die |
met toepassing van de wetgeving op de arbeidsongevallen worden gestort | met toepassing van de wetgeving op de arbeidsongevallen worden gestort |
tot herstel van een blijvende ongeschiktheid, zonder dat er voor het | tot herstel van een blijvende ongeschiktheid, zonder dat er voor het |
slachtoffer een inkomstenderving is, belastbaar maakt, niet in strijd | slachtoffer een inkomstenderving is, belastbaar maakt, niet in strijd |
met de artikelen 10 en 172 van de Grondwet, aangezien dezelfde | met de artikelen 10 en 172 van de Grondwet, aangezien dezelfde |
vergoedingen, indien zij door een andere belastingschuldige dan een | vergoedingen, indien zij door een andere belastingschuldige dan een |
werknemer werden verkregen of rechtstreeks door de derde | werknemer werden verkregen of rechtstreeks door de derde |
aansprakelijke van het ongeval werden gestort, niet belastbaar zouden | aansprakelijke van het ongeval werden gestort, niet belastbaar zouden |
zijn en terwijl, anderzijds, het slachtoffer van een arbeidsongeval of | zijn en terwijl, anderzijds, het slachtoffer van een arbeidsongeval of |
van een ongeval op de weg naar en van het werk niet kan kiezen tussen | van een ongeval op de weg naar en van het werk niet kan kiezen tussen |
de toepassing van de arbeidsongevallenwet en de gemeenrechtelijke | de toepassing van de arbeidsongevallenwet en de gemeenrechtelijke |
vordering, hoewel het ten slotte de derde aansprakelijke (of zijn | vordering, hoewel het ten slotte de derde aansprakelijke (of zijn |
verzekeraar) is die de last voor het betalen van de vergoeding draagt | verzekeraar) is die de last voor het betalen van de vergoeding draagt |
? » | ? » |
II. De feiten en de rechtspleging voor het Hof | II. De feiten en de rechtspleging voor het Hof |
Bij het Hof van Beroep te Brussel zijn fiscale beroepen aanhangig | Bij het Hof van Beroep te Brussel zijn fiscale beroepen aanhangig |
gemaakt, gericht tegen beslissingen van de directeur der belastingen | gemaakt, gericht tegen beslissingen van de directeur der belastingen |
waarbij de bezwaarschriften tegen de aanslag in de personenbelasting | waarbij de bezwaarschriften tegen de aanslag in de personenbelasting |
worden verworpen. | worden verworpen. |
G. Willendyck werd het slachtoffer, op weg naar het werk, van een | G. Willendyck werd het slachtoffer, op weg naar het werk, van een |
verkeersongeval veroorzaakt door een derde. Overeenkomstig de | verkeersongeval veroorzaakt door een derde. Overeenkomstig de |
arbeidsongevallenwet werd hem een vergoeding uitgekeerd tot herstel | arbeidsongevallenwet werd hem een vergoeding uitgekeerd tot herstel |
van een gedeeltelijke blijvende arbeidsongeschiktheid. De | van een gedeeltelijke blijvende arbeidsongeschiktheid. De |
administratie heeft die vergoeding belast op grond van artikel 32bis, | administratie heeft die vergoeding belast op grond van artikel 32bis, |
eerste lid, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964. | eerste lid, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964. |
De verzoeker betwist die belasting, om reden dat de uitgekeerde | De verzoeker betwist die belasting, om reden dat de uitgekeerde |
vergoeding geen gehele of gedeeltelijke schadeloosstelling is van een | vergoeding geen gehele of gedeeltelijke schadeloosstelling is van een |
derving van inkomsten in de zin van artikel 32bis van het Wetboek van | derving van inkomsten in de zin van artikel 32bis van het Wetboek van |
de inkomstenbelastingen 1964. Hij betoogt dat hij geen enkele derving | de inkomstenbelastingen 1964. Hij betoogt dat hij geen enkele derving |
van bezoldigingen heeft geleden ten gevolge van het betwiste ongeval | van bezoldigingen heeft geleden ten gevolge van het betwiste ongeval |
en is van oordeel dat de uitgekeerde vergoeding een herstel is van een | en is van oordeel dat de uitgekeerde vergoeding een herstel is van een |
verlies van lichamelijke geschiktheid en van een aantasting van de | verlies van lichamelijke geschiktheid en van een aantasting van de |
lichamelijke integriteit. | lichamelijke integriteit. |
Na de rechtspraak van het Hof van Cassatie in herinnering te hebben | Na de rechtspraak van het Hof van Cassatie in herinnering te hebben |
gebracht, oordeelt het Hof van Beroep te Brussel dat de | gebracht, oordeelt het Hof van Beroep te Brussel dat de |
belastingadministratie te dezen een correcte toepassing heeft gemaakt | belastingadministratie te dezen een correcte toepassing heeft gemaakt |
van artikel 32bis, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de | van artikel 32bis, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de |
inkomstenbelastingen 1964. De verzoeker betoogt vervolgens dat die | inkomstenbelastingen 1964. De verzoeker betoogt vervolgens dat die |
bepaling strijdig is met de artikelen 10 en 172 van de Grondwet en | bepaling strijdig is met de artikelen 10 en 172 van de Grondwet en |
vraagt dat daarover een prejudiciële vraag wordt gesteld aan het | vraagt dat daarover een prejudiciële vraag wordt gesteld aan het |
Arbitragehof. Het Hof van Beroep stelt bijgevolg de hiervoor | Arbitragehof. Het Hof van Beroep stelt bijgevolg de hiervoor |
weergegeven vraag. | weergegeven vraag. |
III. De rechtspleging voor het Hof | III. De rechtspleging voor het Hof |
Bij beschikking van 21 november 1997 heeft de voorzitter in functie de | Bij beschikking van 21 november 1997 heeft de voorzitter in functie de |
rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 | rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 |
van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. | van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. |
De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was | De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was |
om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. | om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. |
Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel | Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel |
77 van de organieke wet bij op 2 december 1997 ter post aangetekende | 77 van de organieke wet bij op 2 december 1997 ter post aangetekende |
brieven. | brieven. |
Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is | Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is |
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17 december 1997. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17 december 1997. |
Memories zijn ingediend door : | Memories zijn ingediend door : |
- G. Willendyck en J. Trigo, samenwonende te 1180 Brussel, | - G. Willendyck en J. Trigo, samenwonende te 1180 Brussel, |
Boetendaalstraat 159, bus 6, bij op 14 januari 1998 ter post | Boetendaalstraat 159, bus 6, bij op 14 januari 1998 ter post |
aangetekende brief; | aangetekende brief; |
- de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 18 januari 1998 | - de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 18 januari 1998 |
ter post aangetekende brief. | ter post aangetekende brief. |
Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de | Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de |
organieke wet bij op 22 januari 1998 ter post aangetekende brieven. | organieke wet bij op 22 januari 1998 ter post aangetekende brieven. |
Memories van antwoord zijn ingediend door : | Memories van antwoord zijn ingediend door : |
- G. Willendyck en J. Trigo, bij op 19 februari 1998 ter post | - G. Willendyck en J. Trigo, bij op 19 februari 1998 ter post |
aangetekende brief; | aangetekende brief; |
- de Ministerraad, bij op 20 februari 1998 ter post aangetekende | - de Ministerraad, bij op 20 februari 1998 ter post aangetekende |
brief. | brief. |
Bij beschikkingen van 29 april 1998 en 29 oktober 1998 heeft het Hof | Bij beschikkingen van 29 april 1998 en 29 oktober 1998 heeft het Hof |
de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot | de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot |
respectievelijk 21 november 1998 en 21 mei 1999. | respectievelijk 21 november 1998 en 21 mei 1999. |
Bij beschikking van 8 juli 1998 heeft het Hof de zaak in gereedheid | Bij beschikking van 8 juli 1998 heeft het Hof de zaak in gereedheid |
verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 30 september | verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 30 september |
1998. | 1998. |
Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten | Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten |
bij op 10 juli 1998 ter post aangetekende brieven. | bij op 10 juli 1998 ter post aangetekende brieven. |
Op de openbare terechtzitting van 30 september 1998 : | Op de openbare terechtzitting van 30 september 1998 : |
- zijn verschenen : | - zijn verschenen : |
. Mr. M. Baltus, advocaat bij de balie te Brussel, voor G. Willendyck | . Mr. M. Baltus, advocaat bij de balie te Brussel, voor G. Willendyck |
en J. Trigo; | en J. Trigo; |
. Mr. A. Gillet, advocaat bij de balie te Nijvel, voor de | . Mr. A. Gillet, advocaat bij de balie te Nijvel, voor de |
Ministerraad; | Ministerraad; |
- hebben de rechters-verslaggevers J. Delruelle en A. Arts verslag | - hebben de rechters-verslaggevers J. Delruelle en A. Arts verslag |
uitgebracht; | uitgebracht; |
- zijn de voornoemde advocaten gehoord; | - zijn de voornoemde advocaten gehoord; |
- is de zaak in beraad genomen. | - is de zaak in beraad genomen. |
De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende | De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende |
van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de | van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de |
talen voor het Hof. | talen voor het Hof. |
IV. In rechte | IV. In rechte |
- A - | - A - |
Memorie van G. Willendyck en van J. Trigo | Memorie van G. Willendyck en van J. Trigo |
A.1. In rechtsleer en rechtspraak wordt reeds lang, in burgerlijke en | A.1. In rechtsleer en rechtspraak wordt reeds lang, in burgerlijke en |
in sociale zaken, en met name inzake arbeidsongevallen, het | in sociale zaken, en met name inzake arbeidsongevallen, het |
onderscheid vooropgesteld dat moet worden gemaakt tussen een | onderscheid vooropgesteld dat moet worden gemaakt tussen een |
vergoeding die een derving van inkomsten compenseert en een vergoeding | vergoeding die een derving van inkomsten compenseert en een vergoeding |
die een arbeidsongeschiktheid compenseert. | die een arbeidsongeschiktheid compenseert. |
De aantasting van het vermogen om te werken is een aantasting van de | De aantasting van het vermogen om te werken is een aantasting van de |
lichamelijke integriteit van het slachtoffer; die schade is | lichamelijke integriteit van het slachtoffer; die schade is |
onderscheiden van de - eventuele - derving van inkomsten. | onderscheiden van de - eventuele - derving van inkomsten. |
Dat onderscheid zou moeten gelden op het stuk van de | Dat onderscheid zou moeten gelden op het stuk van de |
inkomstenbelastingen. | inkomstenbelastingen. |
Het Hof van Cassatie heeft in dat verband echter een onderscheid | Het Hof van Cassatie heeft in dat verband echter een onderscheid |
gemaakt tussen de krachtens het gemeen recht ontvangen vergoedingen en | gemaakt tussen de krachtens het gemeen recht ontvangen vergoedingen en |
de krachtens de arbeidsongevallenwetgeving ontvangen vergoedingen. Dat | de krachtens de arbeidsongevallenwetgeving ontvangen vergoedingen. Dat |
verschil in behandeling steunt op geen enkel objectief criterium. | verschil in behandeling steunt op geen enkel objectief criterium. |
Het discriminerende karakter van het onderscheid is bijzonder | Het discriminerende karakter van het onderscheid is bijzonder |
duidelijk op het vlak van de vergoedingen voor ongevallen die zich op | duidelijk op het vlak van de vergoedingen voor ongevallen die zich op |
weg naar het werk hebben voorgedaan. Talrijk zijn immers de | weg naar het werk hebben voorgedaan. Talrijk zijn immers de |
beslissingen waarbij uitspraak wordt gedaan over de vraag of een | beslissingen waarbij uitspraak wordt gedaan over de vraag of een |
ongeval zich al dan niet op weg naar het werk heeft voorgedaan. Naar | ongeval zich al dan niet op weg naar het werk heeft voorgedaan. Naar |
gelang van de beslissing die de bevoegde rechter daarover zal nemen, | gelang van de beslissing die de bevoegde rechter daarover zal nemen, |
zal dezelfde vergoeding, die aan dezelfde persoon wordt uitgekeerd tot | zal dezelfde vergoeding, die aan dezelfde persoon wordt uitgekeerd tot |
herstel van hetzelfde nadeel, al dan niet aan de inkomstenbelastingen | herstel van hetzelfde nadeel, al dan niet aan de inkomstenbelastingen |
worden onderworpen. | worden onderworpen. |
De belasting van dergelijke vergoedingen wijkt bovendien zonder reden | De belasting van dergelijke vergoedingen wijkt bovendien zonder reden |
af van een fundamenteel beginsel van de inkomstenbelasting, namelijk | af van een fundamenteel beginsel van de inkomstenbelasting, namelijk |
dat enkel het nettobedrag van de ontvangen inkomsten, na aftrek van de | dat enkel het nettobedrag van de ontvangen inkomsten, na aftrek van de |
kosten, aan die belasting wordt onderworpen. Alle uitgaven van de | kosten, aan die belasting wordt onderworpen. Alle uitgaven van de |
belastingplichtige om zijn vermogen om te werken te behouden, zouden | belastingplichtige om zijn vermogen om te werken te behouden, zouden |
in dat opzicht beroepskosten zijn, hetgeen niet aanvaardbaar zou zijn, | in dat opzicht beroepskosten zijn, hetgeen niet aanvaardbaar zou zijn, |
noch door de wet zou zijn toegestaan. | noch door de wet zou zijn toegestaan. |
De gekritiseerde rechtspraak zou logischerwijze ook moeten worden | De gekritiseerde rechtspraak zou logischerwijze ook moeten worden |
uitgebreid tot andere vergoedingen tot herstel van lichamelijke of | uitgebreid tot andere vergoedingen tot herstel van lichamelijke of |
morele schade die werknemers zouden oplopen in de uitoefening van hun | morele schade die werknemers zouden oplopen in de uitoefening van hun |
beroep, bijvoorbeeld in geval van misbruik van gezag. | beroep, bijvoorbeeld in geval van misbruik van gezag. |
Memorie van de Ministerraad | Memorie van de Ministerraad |
A.2.1. Primair oordeelt de Ministerraad dat geen discriminatie | A.2.1. Primair oordeelt de Ministerraad dat geen discriminatie |
bestaat. De hypothese waarop de prejudiciële vraag steunt, is onjuist. | bestaat. De hypothese waarop de prejudiciële vraag steunt, is onjuist. |
De vergoedingen ontvangen door de loontrekkenden en de zelfstandigen | De vergoedingen ontvangen door de loontrekkenden en de zelfstandigen |
tot herstel van de door een arbeidsongeval teweeggebrachte schade zijn | tot herstel van de door een arbeidsongeval teweeggebrachte schade zijn |
belastbaar in de mate waarin zij rechtstreeks of onrechtstreeks | belastbaar in de mate waarin zij rechtstreeks of onrechtstreeks |
verband houden met een beroepsactiviteit, met dien verstande dat | verband houden met een beroepsactiviteit, met dien verstande dat |
diegene die geenszins in het arbeidscircuit zit, geen « arbeidsongeval | diegene die geenszins in het arbeidscircuit zit, geen « arbeidsongeval |
» kan hebben dat, als dusdanig, aanleiding geeft tot een vergoeding. | » kan hebben dat, als dusdanig, aanleiding geeft tot een vergoeding. |
De vergoedingen die de loontrekkenden en de zelfstandigen ontvangen | De vergoedingen die de loontrekkenden en de zelfstandigen ontvangen |
tot herstel van schade veroorzaakt door een ongeval in het | tot herstel van schade veroorzaakt door een ongeval in het |
privé-leven, zijn belastbaar indien zij een permanente derving van | privé-leven, zijn belastbaar indien zij een permanente derving van |
inkomsten, winsten of baten schadeloos stellen, met dien verstande dat | inkomsten, winsten of baten schadeloos stellen, met dien verstande dat |
diegene die geen beroepsinkomsten ontvangt, niet het herstel kan | diegene die geen beroepsinkomsten ontvangt, niet het herstel kan |
krijgen van een derving van beroepsinkomsten. Hieruit volgt dat de | krijgen van een derving van beroepsinkomsten. Hieruit volgt dat de |
aangevoerde discriminatie niet bewezen is en dat de prejudiciële vraag | aangevoerde discriminatie niet bewezen is en dat de prejudiciële vraag |
ontkennend moet worden beantwoord. | ontkennend moet worden beantwoord. |
A.2.2. Subsidiair moet worden opgemerkt dat de aangevoerde | A.2.2. Subsidiair moet worden opgemerkt dat de aangevoerde |
discriminatie objectief is verantwoord en beantwoordt aan de vereisten | discriminatie objectief is verantwoord en beantwoordt aan de vereisten |
van evenredigheid tussen het nagestreefde doel en de middelen die | van evenredigheid tussen het nagestreefde doel en de middelen die |
worden aangewend om het te bereiken. De rechtspraak van het Hof wordt | worden aangewend om het te bereiken. De rechtspraak van het Hof wordt |
in dat verband aangevoerd, met name die welke betrekking heeft op | in dat verband aangevoerd, met name die welke betrekking heeft op |
fiscale aangelegenheden. Het behoort niet tot de bevoegdheid van het | fiscale aangelegenheden. Het behoort niet tot de bevoegdheid van het |
Hof te oordelen of het opportuun is de pensioenen, renten of daarmee | Hof te oordelen of het opportuun is de pensioenen, renten of daarmee |
gelijkgestelde uitkeringen die de uit een arbeidsongeval | gelijkgestelde uitkeringen die de uit een arbeidsongeval |
voortvloeiende schade vergoeden, al dan niet aan de belasting te | voortvloeiende schade vergoeden, al dan niet aan de belasting te |
onderwerpen, om reden dat die vergoedingen rechtstreeks of | onderwerpen, om reden dat die vergoedingen rechtstreeks of |
onrechtstreeks gekoppeld zijn aan een beroepsactiviteit bedoeld in | onrechtstreeks gekoppeld zijn aan een beroepsactiviteit bedoeld in |
artikel 20, 1° tot 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen | artikel 20, 1° tot 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
1964; zo ook is uitsluitend de wetgever bevoegd om te oordelen of het | 1964; zo ook is uitsluitend de wetgever bevoegd om te oordelen of het |
opportuun is de vergoedingen ontvangen ter uitvoering van een | opportuun is de vergoedingen ontvangen ter uitvoering van een |
individuele verzekeringsovereenkomst die lichamelijke schade dekt, van | individuele verzekeringsovereenkomst die lichamelijke schade dekt, van |
belasting vrij te stellen. | belasting vrij te stellen. |
Bovendien bestaat een objectief verschil tussen de personen die | Bovendien bestaat een objectief verschil tussen de personen die |
bezoldigingen ontvangen, enerzijds, en de personen die winsten of | bezoldigingen ontvangen, enerzijds, en de personen die winsten of |
baten genieten, anderzijds, ten aanzien van de voorwaarden waaronder | baten genieten, anderzijds, ten aanzien van de voorwaarden waaronder |
zij de beroepsactiviteit uitoefenen en waaronder zij de voormelde | zij de beroepsactiviteit uitoefenen en waaronder zij de voormelde |
inkomsten behalen. Zij bevinden zich met name niet in dezelfde | inkomsten behalen. Zij bevinden zich met name niet in dezelfde |
situatie ten aanzien van het risico een arbeidsongeval te hebben, noch | situatie ten aanzien van het risico een arbeidsongeval te hebben, noch |
ten aanzien van de gevolgen die de verwerkelijking van een dergelijk | ten aanzien van de gevolgen die de verwerkelijking van een dergelijk |
risico zou kunnen hebben voor de beroepsinkomsten. Dat verklaart de | risico zou kunnen hebben voor de beroepsinkomsten. Dat verklaart de |
invoering, door de wetgever, van een bijzondere regeling van | invoering, door de wetgever, van een bijzondere regeling van |
arbeidsorganisatie, alsmede de in fiscale aangelegenheden toegepaste | arbeidsorganisatie, alsmede de in fiscale aangelegenheden toegepaste |
administratieve praktijk, onder de gelding van de op 15 januari 1948 | administratieve praktijk, onder de gelding van de op 15 januari 1948 |
gecoördineerde wetten betreffende de inkomstenbelastingen. | gecoördineerde wetten betreffende de inkomstenbelastingen. |
Weliswaar kan een vergoeding ontvangen met toepassing van de | Weliswaar kan een vergoeding ontvangen met toepassing van de |
arbeidsongevallenwetgeving op het vlak van de inkomstenbelastingen | arbeidsongevallenwetgeving op het vlak van de inkomstenbelastingen |
worden onderscheiden van een vergoeding ontvangen van de voor het | worden onderscheiden van een vergoeding ontvangen van de voor het |
ongeval aansprakelijke derde of diens verzekeraar, aangezien | ongeval aansprakelijke derde of diens verzekeraar, aangezien |
eerstgenoemde vergoeding een recht is waarvan het genot geenszins | eerstgenoemde vergoeding een recht is waarvan het genot geenszins |
afhangt van het bestaan van een fout begaan door wie ook, maar | afhangt van het bestaan van een fout begaan door wie ook, maar |
voortvloeit uit een oorspronkelijke wettelijke regeling, die gekoppeld | voortvloeit uit een oorspronkelijke wettelijke regeling, die gekoppeld |
is aan het bestaan van een arbeidsovereenkomst en tot doel heeft, in | is aan het bestaan van een arbeidsovereenkomst en tot doel heeft, in |
geval van verwerkelijking van het risico van ongeval, te voorzien in | geval van verwerkelijking van het risico van ongeval, te voorzien in |
een « vervangingsinkomen » in de werkelijke zin van het woord. | een « vervangingsinkomen » in de werkelijke zin van het woord. |
Tot slot moet worden opgemerkt dat de wetgever blijkens de | Tot slot moet worden opgemerkt dat de wetgever blijkens de |
parlementaire voorbereiding van de wet van 5 januari 1976, door een | parlementaire voorbereiding van de wet van 5 januari 1976, door een |
einde te maken aan de vrijstelling van de vergoedingen ontvangen met | einde te maken aan de vrijstelling van de vergoedingen ontvangen met |
toepassing van de arbeidsongevallenwetgeving, de zorg heeft gehad | toepassing van de arbeidsongevallenwetgeving, de zorg heeft gehad |
sommige oneerlijke scheeftrekkingen binnen de socioprofessionele groep | sommige oneerlijke scheeftrekkingen binnen de socioprofessionele groep |
van de werknemers weg te werken. | van de werknemers weg te werken. |
Hieruit volgt dat de beweerde discriminatie precies ertoe strekt een | Hieruit volgt dat de beweerde discriminatie precies ertoe strekt een |
einde te maken aan de aanzienlijke discriminatie die, binnen de | einde te maken aan de aanzienlijke discriminatie die, binnen de |
homogene categorie van de personen die diverse bezoldigingen | homogene categorie van de personen die diverse bezoldigingen |
ontvangen, teweeggebracht werd door een voordelige fiscale behandeling | ontvangen, teweeggebracht werd door een voordelige fiscale behandeling |
van de vervangingsinkomens, waartoe de vergoeding ontvangen krachtens | van de vervangingsinkomens, waartoe de vergoeding ontvangen krachtens |
de arbeidsongevallenwetgeving behoort. | de arbeidsongevallenwetgeving behoort. |
Memorie van antwoord van G. Willendyck en J. Trigo | Memorie van antwoord van G. Willendyck en J. Trigo |
A.3. In het in de memorie van de Ministerraad in herinnering gebrachte | A.3. In het in de memorie van de Ministerraad in herinnering gebrachte |
historische overzicht van de wetteksten komt de zorg tot uitdrukking | historische overzicht van de wetteksten komt de zorg tot uitdrukking |
de vervangingsinkomens, namelijk de sommen die een inkomen vervangen, | de vervangingsinkomens, namelijk de sommen die een inkomen vervangen, |
te belasten. Als gevolg van de reeds aangehaalde evolutie in de | te belasten. Als gevolg van de reeds aangehaalde evolutie in de |
rechtspraak is de vergoeding van de schade ten gevolge van een | rechtspraak is de vergoeding van de schade ten gevolge van een |
arbeidsongeval belastbaar geworden wegens het rechtstreekse of | arbeidsongeval belastbaar geworden wegens het rechtstreekse of |
onrechtstreekse verband met de beroepsactiviteit, zelfs zonder derving | onrechtstreekse verband met de beroepsactiviteit, zelfs zonder derving |
van beroepsinkomsten. Precies in dat opzicht is de wet, in de | van beroepsinkomsten. Precies in dat opzicht is de wet, in de |
interpretatie die thans eraan wordt gegeven, ongrondwettig geworden, | interpretatie die thans eraan wordt gegeven, ongrondwettig geworden, |
want dat onderscheid is niet verantwoord en geldt niet ten aanzien van | want dat onderscheid is niet verantwoord en geldt niet ten aanzien van |
alle belastingplichtigen. | alle belastingplichtigen. |
Weliswaar is het Hof niet bevoegd om te oordelen of het al dan niet | Weliswaar is het Hof niet bevoegd om te oordelen of het al dan niet |
opportuun is een welbepaald bestanddeel te belasten, maar het vermag | opportuun is een welbepaald bestanddeel te belasten, maar het vermag |
zeker te onderzoeken of het verantwoord is dat bestanddeel enkel te | zeker te onderzoeken of het verantwoord is dat bestanddeel enkel te |
belasten bij sommige belastingplichtigen en niet bij andere. De | belasten bij sommige belastingplichtigen en niet bij andere. De |
Ministerraad geeft geen enkele verantwoording voor de discriminatie | Ministerraad geeft geen enkele verantwoording voor de discriminatie |
die erop neerkomt dat een vergoeding wordt belast wanneer zij geen | die erop neerkomt dat een vergoeding wordt belast wanneer zij geen |
inkomen vervangt. | inkomen vervangt. |
Memorie van antwoord van de Ministerraad | Memorie van antwoord van de Ministerraad |
A.4. Het onderscheid dat, in burgerlijke en sociale zaken, in de | A.4. Het onderscheid dat, in burgerlijke en sociale zaken, in de |
rechtsleer en de rechtspraak wordt gemaakt tussen de vergoedingen die | rechtsleer en de rechtspraak wordt gemaakt tussen de vergoedingen die |
een derving van inkomsten compenseren en die welke een | een derving van inkomsten compenseren en die welke een |
arbeidsongeschiktheid compenseren, is op fiscaal vlak irrelevant, | arbeidsongeschiktheid compenseren, is op fiscaal vlak irrelevant, |
gelet op het algemene karakter van de bewoordingen van artikel 32bis | gelet op het algemene karakter van de bewoordingen van artikel 32bis |
van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964. | van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964. |
Door de vergoedingen die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden | Door de vergoedingen die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden |
met een beroepsactiviteit bedoeld in artikel 20, 1° tot 3°, te | met een beroepsactiviteit bedoeld in artikel 20, 1° tot 3°, te |
belasten, heeft de wetgever overigens geen enkel onderscheid gemaakt | belasten, heeft de wetgever overigens geen enkel onderscheid gemaakt |
onder de slachtoffers van een arbeidsongeval, maar heeft hij | onder de slachtoffers van een arbeidsongeval, maar heeft hij |
daarentegen erin voorzien dat de bepaling geldt ten aanzien van al die | daarentegen erin voorzien dat de bepaling geldt ten aanzien van al die |
slachtoffers, ongeacht of zij een activiteit als loontrekkende of als | slachtoffers, ongeacht of zij een activiteit als loontrekkende of als |
zelfstandige uitoefenen. | zelfstandige uitoefenen. |
Het reeds aangehaalde artikel 32bis maakt geen enkel onderscheid | Het reeds aangehaalde artikel 32bis maakt geen enkel onderscheid |
naargelang de vergoeding krachtens het gemeen recht of met toepassing | naargelang de vergoeding krachtens het gemeen recht of met toepassing |
van de arbeidsongevallenwetgeving wordt ontvangen. | van de arbeidsongevallenwetgeving wordt ontvangen. |
Wat nu meer bepaald de ongevallen op weg naar het werk betreft, moet | Wat nu meer bepaald de ongevallen op weg naar het werk betreft, moet |
worden toegegeven dat zich geregeld een probleem van bewijs kan | worden toegegeven dat zich geregeld een probleem van bewijs kan |
voordoen, maar de kritiek die in dat verband naar voren is gebracht, | voordoen, maar de kritiek die in dat verband naar voren is gebracht, |
zou niet gericht kunnen zijn tegen de aan het Hof ter toetsing | zou niet gericht kunnen zijn tegen de aan het Hof ter toetsing |
voorgelegde bepaling. De beroepskosten die in mindering zouden kunnen | voorgelegde bepaling. De beroepskosten die in mindering zouden kunnen |
worden gebracht van de vergoeding, zijn geen kosten om de lichamelijke | worden gebracht van de vergoeding, zijn geen kosten om de lichamelijke |
integriteit te vrijwaren, maar kosten die zijn gemaakt om de | integriteit te vrijwaren, maar kosten die zijn gemaakt om de |
vergoeding die als gevolg van een arbeidsongeval is ontvangen, te | vergoeding die als gevolg van een arbeidsongeval is ontvangen, te |
verkrijgen of te behouden. | verkrijgen of te behouden. |
- B - | - B - |
B.1. Artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, | B.1. Artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, |
thans artikel 34, § 1, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen | thans artikel 34, § 1, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen |
1992, beschouwt als belastbare inkomsten de pensioenen en lijfrenten | 1992, beschouwt als belastbare inkomsten de pensioenen en lijfrenten |
of tijdelijke renten, alsmede als zodanig geldende toelagen die | of tijdelijke renten, alsmede als zodanig geldende toelagen die |
rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op een | rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op een |
beroepswerkzaamheid of die het gehele of gedeeltelijke herstel van een | beroepswerkzaamheid of die het gehele of gedeeltelijke herstel van een |
bestendige derving van winst, bezoldigingen of baten uitmaken. | bestendige derving van winst, bezoldigingen of baten uitmaken. |
B.2. Het Hof van Beroep te Brussel stelt het Hof een vraag over de | B.2. Het Hof van Beroep te Brussel stelt het Hof een vraag over de |
bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 172 van de | bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 172 van de |
Grondwet, in zoverre zij de vergoedingen die tot herstel van een | Grondwet, in zoverre zij de vergoedingen die tot herstel van een |
blijvende ongeschiktheid worden gestort met toepassing van de | blijvende ongeschiktheid worden gestort met toepassing van de |
arbeidsongevallenwetgeving, zonder dat er voor het slachtoffer een | arbeidsongevallenwetgeving, zonder dat er voor het slachtoffer een |
inkomstenderving is, belastbaar maakt, terwijl diezelfde vergoedingen, | inkomstenderving is, belastbaar maakt, terwijl diezelfde vergoedingen, |
indien zij door een andere belastingschuldige dan een werknemer werden | indien zij door een andere belastingschuldige dan een werknemer werden |
verkregen of rechtstreeks door de derde aansprakelijke van het ongeval | verkregen of rechtstreeks door de derde aansprakelijke van het ongeval |
werden gestort, niet belastbaar zouden zijn, enerzijds, en terwijl het | werden gestort, niet belastbaar zouden zijn, enerzijds, en terwijl het |
slachtoffer van een arbeidsongeval of van een ongeval op de weg naar | slachtoffer van een arbeidsongeval of van een ongeval op de weg naar |
en van het werk niet kan kiezen tussen de toepassing van de | en van het werk niet kan kiezen tussen de toepassing van de |
arbeidsongevallenwet en de gemeenrechtelijke vordering, hoewel het ten | arbeidsongevallenwet en de gemeenrechtelijke vordering, hoewel het ten |
slotte de derde aansprakelijke (of zijn verzekeraar) is die de last | slotte de derde aansprakelijke (of zijn verzekeraar) is die de last |
voor het betalen van de vergoeding draagt, anderzijds. | voor het betalen van de vergoeding draagt, anderzijds. |
B.3. Artikel 10 van de Grondwet bevat de regel van de gelijkheid voor | B.3. Artikel 10 van de Grondwet bevat de regel van de gelijkheid voor |
de wet, terwijl artikel 11 de regel van de niet-discriminatie in het | de wet, terwijl artikel 11 de regel van de niet-discriminatie in het |
genot van de rechten en vrijheden vastlegt. Die twee grondwettelijke | genot van de rechten en vrijheden vastlegt. Die twee grondwettelijke |
regels zijn evenwel de uitdrukking van eenzelfde beginsel en zijn dus | regels zijn evenwel de uitdrukking van eenzelfde beginsel en zijn dus |
onlosmakelijk met elkaar verbonden. | onlosmakelijk met elkaar verbonden. |
De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene draagwijdte | De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene draagwijdte |
: de grondwettelijke regels van gelijkheid en van niet-discriminatie | : de grondwettelijke regels van gelijkheid en van niet-discriminatie |
zijn van toepassing ten aanzien van alle rechten en vrijheden. Zij | zijn van toepassing ten aanzien van alle rechten en vrijheden. Zij |
gelden ook in fiscale aangelegenheden. Artikel 172 van de Grondwet | gelden ook in fiscale aangelegenheden. Artikel 172 van de Grondwet |
bevestigt dat beginsel trouwens; die bepaling is immers een toepassing | bevestigt dat beginsel trouwens; die bepaling is immers een toepassing |
van het in artikel 10 van de Grondwet geformuleerde algemene | van het in artikel 10 van de Grondwet geformuleerde algemene |
gelijkheidsbeginsel. | gelijkheidsbeginsel. |
B.4. Blijkens de parlementaire voorbereiding van de wet van 5 januari | B.4. Blijkens de parlementaire voorbereiding van de wet van 5 januari |
1976, die de in het geding zijnde bepaling in het Wetboek van de | 1976, die de in het geding zijnde bepaling in het Wetboek van de |
inkomstenbelastingen heeft ingevoegd, wilde de wetgever een einde | inkomstenbelastingen heeft ingevoegd, wilde de wetgever een einde |
maken aan het stelsel van vrijstelling van sommige vervangingsinkomens | maken aan het stelsel van vrijstelling van sommige vervangingsinkomens |
(Gedr. St., Senaat, 1975-1976, nr. 742/2, p. 18). | (Gedr. St., Senaat, 1975-1976, nr. 742/2, p. 18). |
B.5. Door de pensioenen, renten en toelagen die het herstel van een | B.5. Door de pensioenen, renten en toelagen die het herstel van een |
bestendige derving van winst, bezoldigingen of baten uitmaken in de | bestendige derving van winst, bezoldigingen of baten uitmaken in de |
belastbare inkomsten op te nemen, heeft de wetgever een maatregel | belastbare inkomsten op te nemen, heeft de wetgever een maatregel |
genomen die relevant is ten aanzien van die doelstelling. | genomen die relevant is ten aanzien van die doelstelling. |
Geen enkele van de door de Ministerraad aangevoerde redenen kan | Geen enkele van de door de Ministerraad aangevoerde redenen kan |
daarentegen verantwoorden dat in de categorie van de belastbare | daarentegen verantwoorden dat in de categorie van de belastbare |
inkomsten, de pensioenen, renten en toelagen worden ingesloten die | inkomsten, de pensioenen, renten en toelagen worden ingesloten die |
worden gestort naar aanleiding van een ongeval dat als arbeidsongeval | worden gestort naar aanleiding van een ongeval dat als arbeidsongeval |
wordt erkend in de zin van de wet van 10 april 1971 zonder dat het | wordt erkend in de zin van de wet van 10 april 1971 zonder dat het |
daarom afbreuk doet aan de beroepsinkomsten van het slachtoffer. De | daarom afbreuk doet aan de beroepsinkomsten van het slachtoffer. De |
schadeloosstelling waarop het slachtoffer recht heeft, heeft in die | schadeloosstelling waarop het slachtoffer recht heeft, heeft in die |
onderstelling niet het karakter van een vervangingsinkomen. Daaruit | onderstelling niet het karakter van een vervangingsinkomen. Daaruit |
volgt dat het slachtoffer in dat geval een discriminatie ondergaat in | volgt dat het slachtoffer in dat geval een discriminatie ondergaat in |
vergelijking met andere slachtoffers van een ongeval dat zich noch op | vergelijking met andere slachtoffers van een ongeval dat zich noch op |
de weg naar of van het werk, noch op het werk heeft voorgedaan, | de weg naar of van het werk, noch op het werk heeft voorgedaan, |
vermits het aan de inkomstenbelastingen is onderworpen zowel voor de | vermits het aan de inkomstenbelastingen is onderworpen zowel voor de |
wegens het ongeval verschuldigde schadevergoeding als voor de | wegens het ongeval verschuldigde schadevergoeding als voor de |
beroepsinkomsten die het bij hypothese behoudt. | beroepsinkomsten die het bij hypothese behoudt. |
Om die redenen, | Om die redenen, |
het Hof | het Hof |
zegt voor recht : | zegt voor recht : |
Doordat artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 | Doordat artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 |
(thans artikel 34, § 1, 1°, van het Wetboek van de | (thans artikel 34, § 1, 1°, van het Wetboek van de |
inkomstenbelastingen 1992) de vergoedingen die met toepassing van de | inkomstenbelastingen 1992) de vergoedingen die met toepassing van de |
arbeidsongevallenwetgeving worden gestort tot herstel van een | arbeidsongevallenwetgeving worden gestort tot herstel van een |
blijvende ongeschiktheid, zonder dat er voor het slachtoffer een | blijvende ongeschiktheid, zonder dat er voor het slachtoffer een |
inkomstenderving is, belastbaar maakt, schendt het artikel 10 van de | inkomstenderving is, belastbaar maakt, schendt het artikel 10 van de |
Grondwet. | Grondwet. |
Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig | Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig |
artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het | artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het |
Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 december 1998. | Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 december 1998. |
De griffier, | De griffier, |
L. Potoms. | L. Potoms. |
De voorzitter, | De voorzitter, |
M. Melchior. | M. Melchior. |